Bedrijf in de kijker:
JAGA nv(Diepenbeek) Een interview met Luigi Flaminio (ABVV Metaal), Marc Vanfrachem (ABVV Metaal), Patrick Hensen (ACV Metea), Erwin Vangeneugden (ACV Metea) en Ferdy Jacobs (ACLVB)
JAGA staat in Limburg en ver daarbuiten bekend als producent van energiezuinige radiatoren. De excentrieke CEO Jan Kriekels maakte van ‘Innovate or die’ zijn levensmotto, en dat weerspiegelt zich in de producten en strategie van het bedrijf. Maar wat betekent dit concreet voor de werknemers op de werkvloer? Wat vinden zij van de ambitieuze doelstellingen van het bedrijf en worden vakbonden hierbij betrokken? Wordt er voorzien in voldoende vorming en opleiding bij nieuwe productietechnieken? Stof genoeg voor een gesprek dus, dit keer met vertegenwoordigers van de 3 vakbonden. 10
am magazine jaargang 2013 nr 4
JAGA nv JAGA nv (Diepenbeek) Activiteit: Productie en verdeling van radiatoren. Vestigingen: Productiesite in Diepenbeek (moederbedrijf) en een productiesite in Tsjechië. Verder zijn er wereldwijd verdeelcentra. Jaga Diepenbeek staat bekend om zijn energiezuinige radiatoren op maat. In Tsjechië worden nog de zware ‘klassieke’ radiatoren gemaakt. Tewerkstelling: In Diepenbeek zijn een 400-tal mensen tewerkgesteld. In Tsjechië gaat het om 20 à 30 werknemers. Wereldwijd (inclusief de verdeelcentra) biedt JAGA werk aan ongeveer 650 mensen.
DOSSIER BEDRIJVEN IN TRANSITIE
AM: Kunnen jullie jezelf even kort voorstellen? Luigi Flaminio: Ik werk hier sinds ‘96 en ben actief bij ABVV Metaal sinds 2000. Ik ben afgevaardigde voor het Comité ter Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW), en reserve voor de Syndicale Afvaardiging (SA). Marc Vanfrachem: Ik werk sedert 2002 bij JAGA. Ik ben vakbondsactief sinds 2004, hoofdafgevaardigde van ABVV Metaal en ik ben effectief lid van de Ondernemingsraad (OR). Patrick Hensen: In 2000 ben ik bij JAGA komen werken. Sinds 2004 ben ik actief binnen de vakbond. Ik ben hoofdafgevaardigde van ACV Metaal en effectief lid van de OR en de SA. Ferdy Jacobs: Ik werk hier ondertussen bijna 40 jaar en ben voor de ACLVB effectief lid van het CPBW en de SA. Erwin Vangeneugden: Ik werk hier sinds ’96 en doe hier al 12-13 jaar vakbondswerk voor het ACV. Ik ben effectief lid van het CPBW en de SA. AM: Hoe verhouden jullie zich tot de andere grote spelers in jullie sector? Luigi: Het grote voordeel ten opzichte van onze concurrenten, die vooral inzetten op massaproductie, is dat we hier maatwerk leveren. Wij maken alles wat de klant vraagt. Als een product hier klaar is hebben een 10-tal mensen dat in hun handen gehad. Hier is weinig geautomatiseerd. Marc: Door die handenarbeid hebben we de mensen ook nodig. Zo kunnen we hier ook mensen aan de slag houden, die je met een geautomatiseerd proces veel minder nodig hebt. Patrick: We zetten ook veel harder in op een laag energieverbruik en intelligente systemen dan onze concurrenten. Zo kunnen de radiatoren naast verwarmen, ook koelen in de zomer, en verluchten. Daarvoor wordt buitenlucht aangetrokken door de muren en gefilterd. Marc: Mochten we niet op die vernieuwende technieken hebben ingezet had
JAGA hoogst waarschijnlijk opgehouden te bestaan. Anders kunnen wij echt niet concurreren met grote concurrenten als Rettig en Vasco, massaproductie is ons ding niet. Onze zogenaamde ‘LOW-H2O’ convectoren verbruiken slechts 1 liter water. Die zijn dus veel sneller opgewarmd en vragen daardoor minder energie dan de standaardradiatoren met 10 liter. Waar we tegenwoordig ook onze corebusiness van maken zijn grote projecten zoals verwarming voor de NATO in Brussel. Maar ook grote projecten in Turkije, Polen, Rusland, Canada, New-York, … Ferdy: Het grote verschil is de kwaliteit van onze producten. Of om het met de woorden van onze baas te zeggen: “Wij zijn geen bakkerij, maar een patissier”.
“Mochten we niet op die vernieuwende technieken hebben ingezet had JAGA hoogst waarschijnlijk opgehouden te bestaan.” Patrick: Soms zijn er uiteraard ook zaken die mislukken, maar dat hoort bij een innovatieproces. AM: Er is ook sprake van een ‘Milieuhandboek’ dat terug te vinden is op de website van JAGA. Kunnen jullie iets meer vertellen over de milieu-inspanningen van JAGA? Patrick: We zijn plannen aan het maken om onze oude verwarmingsketels om te bouwen naar verwarmingsketels op gas, die afdeling per afdeling gestuurd kunnen worden. Dat is een grote investering die we na 2 à 3 jaar terugverdiend hebben. We hergebruiken ook de restwarmte van de oven om de bureaus in fabriek mee op te warmen.
bedrijf in de kijker
Luigi: Er is ook onderzocht of we met pellets of biomassa konden verwarmen, maar uiteindelijk bleek dit het meest efficiënte systeem. Maar ze gaan hier dus niet over één nacht ijs. Ferdy: We hebben ook de ambitieuze doelstelling om op termijn 0% CO2 uit te stoten. AM: Afval is één van de speerpunten in het milieuhandboek. Hoe komt dat tot uiting? Marc: We zijn één van de eerste bedrijven waar afval werd gescheiden. We gebruiken ook zoveel mogelijk materialen die recycleerbaar zijn, zoals karton in plaats van plastic als verpakkingsmateriaal. Patrick: In het machinepark worden oude machines stelselmatig vervangen. Zo hebben we onlangs ook in een nieuwe kartonmachine geïnvesteerd, die veel minder afval produceert. Ondanks de crisis, wordt hier dus nog geïnvesteerd, wat een goede zaak is. Ferdy: Verder hebben we het plasticverbruik verminderd door nu ook in onze producten meer metaal te gebruiken. Het hout dat hier gebruikt wordt, is hout met het FSC-label (afkomstig uit duurzaam beheerde bossen, nvdr.) AM: In het handboek staat ook vermeld dat rekening gehouden wordt met het ‘Cradle to cradle’-principe. Hoe gaat dat concreet in zijn werk? Marc: Elk product is zo geconstrueerd dat je het volledig kunt demonteren om de componenten er achteraf terug uit te halen. Sommige onderdelen zijn helaas nog niet recycleerbaar, bijvoorbeeld plastic ringen. Luigi: We hebben ook al een radiator ontworpen die volledig was opgebouwd uit petflessen. Marc: De werking van de scheiding van ons intern bedrijfsafval wordt naar de werknemers gecommuniceerd via onze ‘communicatieschermen’. Onze preventieadviseur maakt daarvoor foto’s, om visueel weer te geven wat waar thuishoort.
am magazine jaargang 2013 nr 4
11
Patrick: Een mooi voorbeeld van efficiënt materialengebruik is het gebruik van koper en aluminium voor de warmtegeleiding. Doordat deze materialen zo efficiënt zijn is er van die materialen slechts zeer weinig nodig. AM: Over metalen gesproken: onlangs publiceerde Bernard Mazijn, Professor aan de UGent en afgevaardigd bestuurder van het Instituut vóór duurzame ontwikkeling vzw, een studie over de kwetsbaarheid van de metaalsector in Vlaanderen1 (zie ook de rubriek ‘A&M in ’t kort’, verderop in dit magazine). Conclusie was dat er weliswaar een aantal metalen zijn die we sinds jaar en dag gebruiken in de industrie en waarvan de beschikbaarheid voorlopig geen probleem vormt. Daarnaast zijn er echter een aantal metalen die op korte of middellange termijn heel schaars zullen worden. Sommigen daarvan zouden al in 2015 uitgeput zijn. Dat zijn vooral de materialen die men gebruikt in nieuwe en innovatieve technologieën. Ook JAVA is zo’n bedrijf dat gebruik maakt van vernieuwende technologieën. Zijn jullie hier als vakbond ook mee bezig? Marc: Dat is de zogenaamde ‘War on Metals’. Ik heb de presentatie van de studie ondertussen al 3 keer gezien, en
luigi flaminio
hij slaat de nagel op de kop. Ook wij werken met intelligente sturingen waar die zeldzame metalen inzitten. Met een breed gamma intelligente verwarmingen zijn we er ook van afhankelijk, daar moeten we in de toekomst zeker op inspelen. Het probleem zal zijn dat de nieuw opkomende markten zoals China
stuurd naar Azië, om de toestand van onze grondstoffen te controleren. Ferdy: Er wordt hier inderdaad ver vooruitgekeken, zodat we die grote schaarste hopelijk niet hoeven mee te maken. Marc: Onze CEO zal hier zeker mee bezig zijn en dat is dat natuurlijk een goed teken, maar wij weten intussen
“Elk product is zo geconstrueerd dat je het volledig kunt demonteren om de componenten er achteraf terug uit te halen. Sommige onderdelen zijn helaas nog niet recycleerbaar, bijvoorbeeld plastic ringen.” en Indië protectionistisch beginnen te reageren omdat ze zelf die zeldzame metalen nodig hebben om hun producten te produceren. Die worden alleen maar groter en moderner en willen ook een flatscreen- tv en een auto. Maar die zeldzame metalen heb je nu eenmaal nodig om die zaken te produceren. Patrick: Ik denk wel dat sommige mensen hier zich daarvan bewust zijn, en zeker onze CEO. Ook de baas van de technische dienst is serieus met zo’n zaken bezig, daar maak ik me geen zorgen in. Een 2-tal jaar geleden hebben we ook een stuurgroep ge-
marc vanfrachem
niet hoe de vork hier aan de steel zit, terwijl we het eigenlijk zouden moeten weten en in kaart gaan brengen. De vraag zullen we zeker stellen. Het is geen ‘ver-van-mijn-bed-show’. AM: Terug naar het milieuhandboek: werden jullie als vakbonden betrokken bij de opstelling van dat document? Luigi: Eigenijk niet, en dat is een gemiste kans. Want eerlijk gezegd hadden we er nog niet echt iets over gehoord voor we de vragenlijst van dit interview onder onze neus kregen. Marc: We hebben het uiteraard meteen gecheckt, en het was geen probleem om alle info daarover meteen te krijgen. Maar we moeten toch meer de vinger aan de pols proberen te houden bij dergelijke zaken. Ferdy: Onze rol is die van tussenschakel tussen het management en de werkvloer, maar soms is meer communicatie wenselijk. Luigi: Dat is soms een pijnpunt: bepaalde zaken gaan van het hoogste orgaan meteen naar de arbeider, zonder een vangnet daartussen. Vaak krijgen we dan vragen van arbeiders waarop we geen antwoord kunnen
1 Mazijn B. en Devriendt S., (2013), Naar een ‘nieuwe industrialisering’ van en voor de metaalsector. Een kringloopeconomie binnen de context van duurzame ontwikkeling. Rapport in opdracht van ABVV Metaal. Instituut vóór Duurzame Ontwikkeling vzw, Brugge, 190 pp
12
am magazine jaargang 2013 nr 4
DOSSIER BEDRIJVEN IN TRANSITIE
geven, omdat we de rol van tussenpersoon niet altijd kunnen spelen. Patrick: Ondertussen zijn er wel operationele groepen opgericht om die communicatie te verbeteren. Zelf zitten we daar helaas niet in, maar als dat afdeling per afdeling gebeurt zijn daar wel militanten aanwezig. AM: Kun je oprecht zeggen dat jullie genoeg kennis hebben en genoeg zicht op de visie van het bedrijf om te weten wanneer je welke vragen moet gaan stellen als er bv. op de werkvloer problemen zijn? Marc: Niet altijd. We moeten ook eerlijk durven zijn: soms loopt de werkelijkheid ons voorbij en dan hinken we er ook wel eens achteraan. We moeten dat erkennen, we zijn ook niet perfect. Ook in de stuurgroep milieu zijn we bijvoorbeeld niet vertegenwoordigd, die stuurgroep bestaat uit de directie, de preventiedienst en de kwaliteitsdienst. Maar als vakbond zouden we daar graag in de
er een lamp branden, schieten ze in actie en vaak komt dat wel goed. Ferdy: Het is voor ons vakbondswerk ook soms een voordeel dat we niet zijn vrijgesteld, maar ook nog effectief werken op de werkvloer, zodat we met iedereen in contact komen. Marc: De mensen van het CPBW gaan elke maand rond om iedereen afzonderlijk te bevragen: zijn er pijnpunten? Wat kan beter? Wat kan daartegen gedaan worden? AM: Jullie krijgen vaak te maken met nieuwe producten en productieprocessen. Komt daar ook vorming en opleiding bij kijken, of worden er meteen nieuwe mensen aangeworven? Luigi: De meesten van ons zijn sowieso heel flexibel en kunnen praktisch overal meteen meedraaien. Marc: We hebben mensen op de werkvloer die technisch onderlegd zijn en daar ook een passie voor heb-
“Het is voor ons vakbondswerk ook soms een voordeel dat we niet zijn vrijgesteld, maar ooknog effectief werken op de werkvloer, zodat we met iedereen in contact komen.” toekomst meer feedback van krijgen en kunnen geven. Dat is een pijnpunt, waar we zeker aan moeten werken. Erwin: Alle directieleden zijn wel aanspreekbaar, we hoeven maar tot aan hun deur te gaan en ze geven alle info die we wensen. We nemen het als vakbonden ook op ons om de vragen die we hebben ook effectief te gaan stellen. Luigi: In het CPWB wordt wel redelijk goed bijgehouden en voorgesteld wat de visie is en wat de bedoelingen zijn. Misschien anders dan andere vakbonden soms gaan wij proactief te werk, wij denken ook mee en leggen zelf voorstellen op tafel. Dan gaat
bedrijf in de kijker
ben. Het is meestal zo dat degene die iets nieuw ontwikkeld heeft zijn zaak komt uitleggen. Dan wordt daar ook feedback over gevraagd – vooral van de jongens die bezig zijn met dat specifieke productieproces. Op die manier ontstaat het uiteindelijke product. Patrick: Op een 3-tal jaar tijd zijn hier wel heel wat oudere werknemers vertrokken, die een gigantische kennis hadden. En die kennis missen we nu wel. Zo zijn er bij ons op de technische dienst 9 mensen vertrokken. Marc: Vaak heb je die kennis ook echt nodig. Soms is er maar 1 persoon die een machine perfect be-
patrick hens
erwin vangeneugden heerst. Als die wegvalt begin je terug vanaf nul, met vallen en opstaan. Marc: Vroeger hadden we mensen die instonden voor elektriciteit, mensen die instonden voor de mechaniek, enzoverder. Die kenden telkens het fijne van hun vakgebied. Tegenwoordig verlangt men een bredere kennis, waardoor de specifieke kennis soms verloren gaat. Luigi: Voor mensen die bijvoorbeeld al 30 jaar instaan voor de elektriciteit en er opeens pneumatica moeten bijdoen is dat niet makkelijk. Patrick: Hoe we het nu doen, werkt wel beter dan hoe we het vroeger deden. Je steekt veel meer kennis op. Erwin: Mensen krijgen wel de kans om op het bedrijf omgeschoold en opgeleid te worden voor een nieuwe job. Zelf heb ik
am magazine jaargang 2013 nr 4
13
“Hier is weinig geautomatiseerd. Door die handenarbeid hebben we de mensen ook nodig. Zo kunnen we hier ook mensen aan de slag houden, die je met een geautomatiseerd proces veel minder nodig hebt.”
gen. stelselmatig vervan en oude machines rd wo rk e zaak is.” pa ed go ine n ch ee t “In het ma geïnvesteerd, wa g no s du r hie t rd wo Ondanks de crisis,
in de productie gestaan, ik ben magazijnier geweest, heb elektromechanica gedaan en werk nu in de matrijzenbouw.
“De mensen van het CPBW gaan elke maand rond om iedereen afzonderlijk te bevragen: zijn er pijnpunten? Wat kan beter? Wat kan daartegen gedaan worden?” AM: Worden er bij die nieuwe productiemethodes bepaalde stoffen en metalen gebruikt waar jullie voor moeten oppassen? Ferdy: Die zaken worden hier kort opgevolgd, alles wordt getest. Luigi: De laatste zaak daarrond is
14
am magazine jaargang 2013 nr 4
‘vliegolie’. Dat product wordt hier al jaren gebruikt, maar sommigen krijgen er huidirritatie van. Als we iets in ’t oog willen houden kunnen we altijd een meting opvragen. Onze nieuwe externe preventieadviseur heeft haar op haar tanden. Ze is maar 1 dag per week hier op ’t bedrijf, maar ze is die dag wel de hele tijd met de veiligheid op de vloer bezig. Ferdy: We hebben ook een interne preventieadviseur die heel wat afweet van milieu- en veiligheidsmanagementssystemen. Wij zijn ISO 14001-, ISO 9001- en OHSAS 18001 - gecertificeerd. Marc: ik weet zelf amper wat een ISOnorm allemaal inhoudt. En als ik het niet weet, dan weten de mensen op de werkvoer het zeker ook niet. Ik vind het super dat ons bedrijf daar mee bezig is, maar de communicatie naar de mensen op de werkvloer hierover kan beter. Dan kunnen zijn ook mee nadenken over die zaken. Dat zijn toch gemiste kansen. Ferdy: Inderdaad, we krijgen het via de schermen wel te zien als we een bepaalde norm gehaald hebben, maar wat dit juist inhoudt komen we niet
te weten. Dus hebben we gevraagd om er wat meer uitleg bij te zeten, anders weet niemand wat de gevolgen voor de werknemers zullen zijn. AM: Komen hier wel eens arbeidsongevallen voor? Ferdy: We zitten nu 5 maand zonder arbeidsongevallen. Als we ’t eind van december halen zonder arbeidsongevallen, dan hangt er wel iets aan vast. Patrick: Vroeger was veiligheid geen issue. Nu is dat enorm verbeterd. Marc: Ook dankzij de inbreng van de mensen van het CPBW. Die zitten vrij kort op de bal – wat ook nodig is. In ’t verleden zijn er een aantal moeilijke momenten geweest: bv. mensen die stukken van vingers kwijtraakten aan de plooibanken. Daar hebben we toen heel snel op gereageerd, nu is elke plooibank beveiligd. Luigi: Dat heeft ook te maken met feit dat we nu vaak met dezelfde bezetting zitten, waardoor we in een bepaalde routine zitten. Vroeger werkten we ook met interimwerknemers,
DOSSIER BEDRIJVEN IN TRANSITIE
nu niet meer, net om die reden. Marc: Maar alle interimmers die we 2 jaar geleden hadden, hebben ondertussen een vast contract. We hebben toen niemand overboord gegooid. Ferdy: Wat je hier wel vaak hoor is mensen die problemen krijgen door het vele heffen en tillen. We hebben zelfs 27-jarigen met rugklachten. Dat kan natuurlijk niet, want die mensen moeten nog jaren meegaan. Dus daar werken we nu aan, maar dat heeft natuurlijk ook een kostenplaatje en in tijden van crisis hangt het van alles van de directie af. Onze preventieadviseur heeft dit thema nu wel serieus opgepikt. AM: JAGA experimenteert ook met nieuwe businessmodellen. De nv ‘Greenforce’ is daar een voorbeeld van. Kunnen jullie daar iets meer over vertellen? Erwin: Greenforce werkt sterk samen met Open Greenforce, een andere spinoff van JAGA. Open Greenforce is een
onafhankelijk studiebureau en kenniscentrum dat als opzet heeft de vinger aan de pols te houden inzake duurzame innovaties. Nieuwe producten en/of technieken worden door Open Greenforce onderzocht, en pas wanneer ze goedgekeurd zijn, aan Greenforce voorgesteld. Open Greenforce brengt duurzame energie- en wooncomfortoplossingen naar de markt, zowel voor particulieren als bedrijven. Zelf heb ik mijn zonnepanelen laten leggen door Greenforce en ook mijn warmtepompboiler ga ik via die weg installeren. Maar ook isoleren bv. is iets wat ze doen. Bepaalde zaken worden bij JAGA zelf geproduceerd, andere niet. Er wordt je niets opgedrongen, maar men biedt een advies op maat. Alle opties en de terugverdientijden worden nauwkeurig overlopen. Patrick: Werknemers die klanten aanbrengen krijgen ook een bonus. Marc: Het is ook geen ‘ver-van-mijnbed’ show. Greenforce is hier gewoon bij JAGA ondergebracht. We krijgen
bedrijf in de kijker
ferdy jacobs regelmatig uitleg over de doelstellingen en ontwikkelingen op de Ondernemingsraad, door degene die Greenforce leidt. Het is de bedoeling dat dit op termijn extra tewerkstelling zal genereren, wat we alleen maar kunnen toejuichen. Thijs Calu, educatief medewerker A&M Jorre Van Damme, coördinator A&M
am magazine jaargang 2013 nr 4
15