Jaarverslag 2010
Nederlandse Fruittelers Organisatie
1
Inhoudsopgave
Pagina
Voorwoord 1. Activiteiten in beeld • Duurzame Fruitteelt • Versterking marktpositie • Versterking Sociaal Economische Positie • Risicobeheersing • Kennis en innovatie • Ruimtelijke ordening • Overige thema’s
3 4 4 8 13 16 16 22 22
2. Organisatie • Bestuur • Algemene ledenvergadering • Kringen en Afdelingen • Commissies • Dienstverlening aan de leden • Vakblad Fruitteelt • Website • Secretariaat • Verloop ledenbestand
26 26 26 26 26 26 27 27 28 28
3. Resultatenrekening
29
Samenstelling NFO-bestuur per 31 december 2010 Samenstelling NFO-commissies per 31 december 2010 Externe NFO-vertegenwoordigingen per 31 december 2010 De sector in cijfers
30 30 32 35
Een bewerkte versie van het jaarverslag verschijnt binnenkort op www.nfofruit.nl
Samensteller jaarverslag ir. H.Bus
11/0368/HB/tc Voorwoord
2
In 2010 is vanuit de NFO veel aandacht besteed aan de afzet en marktgerelateerde zaken. Berenschot heeft voor de NFO gekeken naar perspectiefvolle en haalbare afzetmodellen. Vanuit deze adviezen is de NFO in 2010 gestart met de herpositionering van Elstar de introductie van een markt- en prijsbericht en heeft de promotiecampagne voor Conference richting Duitsland gezamenlijk met de Belgische sector verder vorm gekregen. Vooruitlopend op deze gezamenlijke campagne is het afzetseizoen 2010/2011 een beperktere campagne voor Conference richting Duitsland gestart. In het kader van markttoegang en marktbehoud zijn vorderingen gemaakt richting de export van peren naar China. Ook zijn de eerste resultaten geboekt in MRL harmonisatie tussen de EU en Rusland. Het wordt daardoor weer gemakkelijker voor de leden om aan de Russische markteisen te voldoen. Het prijs- en marktinformatiebericht is gestart aan het begin van het huidige afzetseizoen. De NFO heeft daarbij zeer deskundige kennis kunnen inhuren bij AMI uit Duitsland. Ook is de NFO veel dank verschuldigd aan Frugi Venta en de leveranciers van de gegevens. De NFO hoopt dat door het prijs- en informatiebericht de behoefte aan marktinformatie invult en bijdraagt aan het herstel van vertrouwen tussen de fruitteeltondernemers en de private en coöperatieve afzetorganisaties. Sociaal economisch is tevens een erg belangrijk werkterrein wat NFO en LTO gezamenlijk oppakken. In 2010 is resultaat geboekt wat betreft de Nieuwe CAO, de hoogte van de WWpremie voor kortdurende arbeid, de cafetaria regeling, de kleine banenregeling en de zelfstandigen aftrek In 2010 heeft de NFO via de regeling Dringend Vereiste toelatingen gerealiseerd voor diverse middelen zoals Ethrel-A voor vruchtrijping in zure kers, kaliumbicarbonaat tegen schurft in de biologische perenteelt en regenvlekkenziekte in de biologische appelteelt, Vertimec Gold tegen mijten bij framboos, braam, rode bes, zwarte bes en kers en Topsin M vloeibaar tegen vruchtboomkanker in appel. De NFO hecht veel belang aan een gelijk speelveld binnen de EU dus ook bij gewasbescherming De succesvolle lobby van NFO en LTO-N voor praktische EU regelgeving voor het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen heeft tot gevolg dat in 2011 gestart wordt met zonale beoordelingen binnen de EU. Dit is een belangrijke stap voor wederzijdse erkenning van gewasbeschermingsmiddelen en daarmee richting een gelijk speelveld voor gewasbeschermingsmiddelen. Siep Koning directeur
1. Activiteiten in beeld
3
Duurzame Fruitteelt Effectief middelenpakket De NFO wordt door het Productschap Tuinbouw financieel ondersteund om te werken aan een effectief middelenpakket voor de fruitteelt. De doelstelling is dat er een voldoende breed gewasbeschermingsmiddelen pakket beschikbaar blijft en de voorwaarden, waaronder deze middelen gebruikt mogen worden, zo zijn dat een goede beheersing van ziekten en plagen mogelijk is. Toelating De NFO heeft zich ingezet voor reguliere toelatingen voor belangrijke ziekten en plagen. Hierbij gaat het o.a. om de toelating van nieuwe middelen ter bestrijding van fruitmot, appelbloedluis, vruchtboomkanker en om het behoud van de toelating van metamnatrium. Voor vruchtboomkanker zijn goedwerkende middelen niet het enige aandachtspunt. Belangrijk is ook een goede timing van de bespuiting en gezond uitgangsmateriaal. Hiervoor lopen diverse onderzoekprojecten en is overleg gevoerd met de NAK-tuinbouw. Dit laatste overleg heeft nog geen tastbaar resultaat opgeleverd. Dringend vereiste toelatingen Voor het teeltseizoen van 2010 heeft het Ctgb op aanvraag van de NFO voor 10 knelpunten een toelating als dringend vereist gewasbeschermingsmiddel afgegeven. Dit zijn de toelatingen voor het gebruik van Ethrel-A voor de regulering van de vruchtrijping in zure kers, kalkzwavel voor de bestrijding van schurft in de biologische appelteelt, Spruzit vloeibaar voor de bestrijding van appelbloesemkever in de biologische appelteelt kaliumbicarbonaat voor de bestrijding van schurft in de biologische perenteelt en regenvlekkenziekte in de biologische appelteelt, Vertimec Gold voor de bestrijding van mijten in de teelt van framboos, braam, rode bes, zwarte bes en kers en een toelating van Topsin M vloeibaar voor de bestrijding van vruchtboomkanker in appel. Fonds kleine toepassingen De NFO is mede initiator geweest voor internationaal overleg en samenwerking voor een effectief middelenpakket voor steen- en kleinfruit. Zowel begin als eind 2010 is overlegd met vertegenwoordigers uit andere landen. Concreet resultaat is dat eind 2010 een uitbreiding van de toelating is aangevraagd voor een rupsenmiddel op basis van residustudies die uit Duitsland beschikbaar zijn gekomen. In 2010 is de toelating van Flint in blauwe bes en druif gerealiseerd. Naast de uitbreidingsaanvraag voor een rupsenmiddel is ook een toelating aangevraagd voor een mijtenmiddel in rode bes, framboos en braam. Bovenwettelijke residu eisen In 2010 hadden fruittelers bij de gewasbescherming rekening te houden met de markteisen ten aanzien van residuen. De NFO, voorlichtingspartijen en afzetorganisaties hebben een gezamenlijk teeltadvies opgesteld op welke wijze ingespeeld kan worden op deze bovenwettelijke residueisen van diverse afnemers en de wettelijke eisen in Rusland. Positief is dat in september in Rusland dezelfde MRL is gaan gelden voor Captan als in de EU. Dit is helaas wel een onzeker en onduidelijk traject geweest. Eind 2010 haalde residuen op groente en fruit negatief het nieuws. De publicaties van residumetingen van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) hebben in 2010 veel stof doen opwaaien o.a. in het tv-programma Radar en andere media. De NFO vindt dat die eenzijdige berichten de consument meer kwaad dan goed doen. Vanuit de agrarische sector is protest aangetekend bij het nieuwe kabinet via het PT. In de brief aan het kabinet wordt opgeroepen om de berichtgeving anders in te richten en als overheid meer de verantwoordelijkheid naar zich toe te trekken.
4
De berichten in de media over de residuen op groenten en fruit geven de consument onjuiste informatie. De aanwezigheid van residuen brengen de media in direct verband met een potentieel risico voor de volksgezondheid en dat is niet het geval. De MRL’s zijn op basis van wetenschappelijke studies vastgesteld en blijven ver onder de waarde waarbij een risico voor de volksgezondheid optreedt. De manier waarop de media de consument informeren, kan een negatief effect hebben op het eetgedrag van groenten en fruit. En dat terwijl iedereen het erover eens is dat juist een hogere consumptie van groenten en fruit bijdraagt aan de gezondheid. Bovendien geeft de VWA aan dat de lijn naar steeds minder residu ook in 2009 is voortgezet. De wetsovertredingen komen voornamelijk voor rekening van producten buiten de EU. De Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) heeft op basis van de cijfers in 2010 wel besloten om strenger te controleren op bestrijdingsmiddelen in groente en fruit van buiten de EU. De VWA trof de meeste overtredingen aan bij producten uit Thailand (meer dan 50 procent van de monsters), Dominicaanse Republiek (meer dan 20 procent) en India (16 procent). De VWA heeft nu met name aandacht voor producten uit deze landen. De NFO heeft altijd aangegeven dat de controle-inspanningen in evenwicht moeten zijn met de overtredingen die plaatsvinden. Residu arm telen Terugdringing van het gehalte en aantal residuen van gewasbeschermingsmiddelen is nodig om aan de markteisen te kunnen blijven voldoen en om de concurrentie voor te blijven. Residuarm fruit is te bereiken door in de teelt de gewasbescherming op een andere manier in te richten en/of na de oogst residuen te verwijderen. Door kennis op te bouwen en te delen over de afbraak van residuen en gerichte advisering zijn belangrijke stappen gezet. Grotere stappen zijn te zetten als gewasbeschermingsmiddelen op de markt komen die geen residu achterlaten. De NFO is in gesprek met toelatingshouders om deze producten beschikbaar te krijgen voor de fruitteelt. In 2010 is een meerjarig onderzoek afgerond waarin nagegaan is op welke wijze residuen te verwijderen zijn van vruchten. Hieruit komt dat met zepen een serieus gedeelte van de residuen van vruchten van appel en peer te verwijderen zijn. In 2011 wordt de invoering bij sorteerlocaties voorzien. Convenant gewasbescherming Eind 2010 liep het begin deze eeuw vastgesteld convenant gewasbescherming af. In 2010 is de overheid gestart met de evaluatie, om op basis hiervan in 2011 en 2012 een nationaal actieplan gewasbescherming op te stellen. De NFO heeft diverse gesprekken gevoerd met en informatie aangeleverd aan de organisaties die deze evaluatie uitvoeren. Belangrijk winstpunt van het convenant is geweest het gezamenlijk werken aan een effectief middelen pakket. Zo konden Dringend Vereiste Toelatingen (zie hierboven) afgegeven worden en waren er gelden beschikbaarheid via het fonds Kleine Toepassingen voor het realiseren van toelatingen. Tenslotte is gezamenlijk met de overheid en Nefyto gewerkt aan het verbeteren van toelatingsprocedures in Nederland. Gelijkspeelveld gewasbeschermingsmiddelen De NFO wil dat er een gelijk speelveld voor gewasbeschermingsmiddelen in de EU komt. De nieuwe EU verordening voor het op markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, waarvoor druk door NFO en LTO is gelobbyd, biedt mogelijkheden om flinke stappen in deze richting te zetten. Binnen de nieuwe EU verordening is het systeem van zonale beoordelingen en verplichte wederzijdse erkenningen van toelatingen geïntroduceerd. Hoofdthema voor de NFO en LTO bij de implementatie van de verordening in Nederland is het voorkomen van extra nationale toelatingseisen bovenop de Europese regels. De NFO heeft input geleverd voor de hoorzitting hierover in de Tweede Kamer. Andere aandachtspunten van de NFO bij de implementatie van de nieuwe regelgeving zijn een goede regeling om tijdelijke vrijstellingen te kunnen afgeven bij knelpunten in de gewasbescherming,
5
De NFO vindt ook dat dezelfde middelen die in verschillende EU landen een toelating hebben vrij verhandelbaar tussen deze lidstaten moeten zijn. De NFO heeft dit verzoek eerst aan het ministerie van EL&I neergelegd, maar vond het antwoord van dit ministerie teleurstellend. De NFO heeft deze problematiek daarom in september voorgelegd aan de Europese Commissie. Aan het eind van 2010 had de NFO hier nog geen reactie op ontvangen. Expert Centre Speciality Crops Met de komst van de zonale beoordelingen in 2011 is de verwachting dat maar enkele landen in Europa een centrale rol krijgen bij de toelating van gewasbeschermingsmiddelen. Om deze reden is in 2010 het Expert Centre Speciality Crops opgericht. De NFO heeft zitting in de stuurgroep van dit centrum. De doelstelling van dit centrum is om als Nederland een centrale rol te blijven vervullen in Europa bij de beoordeling en toelating van gewasbeschermingsmiddelen. Als dit gerealiseerd wordt zullen nieuwe gewasbeschermingsmiddelen als eerste voor de Nederlandse telers beschikbaar komen. Lozingenbesluit (LOTV) Op verzoek van de NFO is besloten dat de venturidoppen ook in 2010 gebruikt mogen worden onder dezelfde voorwaarde als in 2009. In 2010 is de discussie opgestart om de wetgeving rondom drift robuuster te maken. Aandachtpunt van de NFO hierbij is dat de keuzemogelijkheden niet mag afnemen en dat de teeltvrije zone niet groter gaat worden. Het in 2010 grotendeels afgeronde onderzoek rondom doppenclassificatie wordt hierin meegenomen. Fruittransportwater In 2010 is een onderzoeksproject gestart gericht op het zuiveren van fruittransportwater. De NFO is hierbij als projectleider betrokken. Hiervoor is een bestaande sorteerlocatie opnieuw ingericht en zijn nieuwe technieken geïnstalleerd en bestaande technieken geoptimaliseerd. De proefinstallatie bestaat uit een lamellenseparator, een ozoninstallatie en een actief koolfilter. De lamellenseparator verwijdert zoveel mogelijk slib en organisch materiaal uit het water. Vervolgens breekt de ozoninstallatie de gewasbeschermingsmiddelen af. Het koolfilter verwijdert de laatste resten. Na een aantal korte testen en verder optimalisatie van de zuiveringsinstallatie is een duurproef uitgevoerd. Uit deze proef bleek dat het mogelijk is om acht weken te sorteren, zonder dat het nodig is om het water te verversen. Na een laatste zuiveringsstap was dit water voldoende zuiver om geloosd te kunnen worden op het oppervlakte water. Waarschuwingsmodellen In het kader van de Kaderrichtlijn Water stelde de overheid middelen beschikbaar om door middel van innovaties emissies verder terug te dringen. Voor de fruitteeltsector worden in dit verband modellen ontwikkeld voor vruchtboomkanker en meeldauw. Tevens wordt gewerkt aan de verfijning van het zwartvruchtrot model. De NFO hecht er waarde aan dat de kennis die in het project is opgebouwd snel beschikbaar komt voor de fruitteeltsector. Vooral voor een effectieve bestrijding van vruchtboomkanker is dringend behoeft aan nieuwe input van kennis. In 2010 is het waarschuwingsmodel voor vruchtboomkanker in de praktijk getest. Op basis van deze test wordt besloten of het waarschuwingsmodel in 2011 via www.weerpalen.nl geïntroduceerd kan worden. Daarnaast is besloten om in 2011 het infectiemodel voor zwartvruchtrot te introduceren via www.weerpalen.nl. PPO en Bodata zijn uitvoerder van het project. Naast een bijdrage van de overheid dragen een aantal waterschappen (waaronder Waterschap Rivierenland) de NBvB en het PT bij aan dit project. De NFO is partner in het project. Convenant Schoon en Zuinig
6
De agrarische sectoren, de rijksoverheid en de NFO, ondertekenden in 2008 het Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren. Doel van dit convenant is om samen energie te besparen, meer hernieuwbare energie te produceren en de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. In 2010 zijn de activiteiten die bijdragen aan het bereiken van deze doelstellingen opgenomen in een jaarwerkprogramma. De LTO vollegrond-sectoren, waaronder de NFO, hebben samen met het voormalig ministerie van LNV dit jaarwerkprogramma opgesteld. Belangrijke thema’s waar de NFO op inzet zijn bewaring(methoden) van fruit, de ontwikkeling van hoogproductieve en resistente rassen en financiële c.q. fiscale tegemoetkoming voor efficiënte technieken in de fruitsector. Activiteitenbesluit milieubeheer Afgelopen jaren is de overheid druk bezig geweest met de samenvoeging de verschillende AMvB’s en het lozingenbesluit tot één algemeen activiteitenbesluit voor alle bedrijven in Nederland. De NFO heeft deelgenomen in de technische werkgroep teneinde tot een werkbare wetgeving te komen voor onze sector. De wetteksten zijn in 2010 tot stand gebracht. De beoogde inwerkingtreding is 1 januari 2012. De inzet van de NFO op diverse onderwerpen is gepleegd. De NFO heeft er voor gezorgd dat waterdumpers niet aan strengere wetgeving wordt onderworpen. Voorstel van het ministerie was een gecertificeerde vloeistofdichte vloer met een periodiek keuringsplicht. Lozen van water uit de waterdumper; In eerste instantie werd er gesteld dat fruittelers het restwater moesten uitrijden op het perceel waar de gesorteerde appels en peren van afkomstig waren. Voor de praktijk is dit een onwerkbare eis. Op basis van de argumenten van de NFO is er in de tekst opgenomen dat het water geloosd mag worden op een perceel waar een gelijksoortig gewas wordt geteeld; Drukregistratie spuitmachines; De NFO heeft er intensief voor gelobbyd dat er geen drukregistratie zou komen voor de fruitteelt. Dit heeft er toe geleid dat er voor de huidige driftpakketten geen drukregistratie is vereist. Alleen bij spuitdoppen die beneden de 5 bar aan de gewenste driftreductie voldoen, is dit vereist. Vullen spuitmachine; Onder lobby van de NFO heeft men in het nieuwe besluit aangegeven dat het aanmaken van gewasbeschermingsmiddelen en biociden binnen de inrichting mag geschieden boven een bodembeschermende voorziening. Hierdoor hoeft de vloer waarop de spuit gevuld wordt niet meer gekeurd en gecertificeerd te worden. Bij het reinigen van spuitmachines blijft, na druk van NFO en LTO, de mogelijkheid om spuitmachines op het perceel te reinigen waar de bespuiting heeft plaatsgevonden. Ook mag de spuit gereinigd worden op onverhard terrein. Dit geldt alleen voor bedrijven die spuiten op het eigen bedrijf en niet voor loonwerkers. Bij de opslag van dieselolie heeft de NFO zich in 2010 ingezet voor praktische regels. De NFO kan zich niet verenigen met de voorliggende voorschriften en blijft hier tegen lobbyen. De NFO zet zich daarnaast in voor versoepeling van diverse geluidsregels, opslag van diverse stoffen en verruiming van het aantal toegestane spuittechnieken.
Mest en mineralen Mestwetgeving Na druk van de NFO/ LTO is het vanaf 2010 toegestaan bij nieuwe aanplant jaarrond vaste mest toepassen. Dit was voorheen in de winter verboden. De stikstofnormen voor de fruitgewassen zijn op alle grondsoorten behouden en zijn niet verlaagd. Protocol P-bemonstering Vanaf 2010 is de hoogte van de fosfaatgebruiksnorm afhankelijk van de fosfaattoestand van het landbouwperceel. Een hoge fosfaattoestand leidt tot een lagere fosfaatgebruiksnorm en een lage fosfaattoestand leidt tot een hogere fosfaatgebruiksnorm. Aanvankelijk ging men uit van een monsterdiepte tot 10 cm. Op aandringen van NFO en LTO is deze diepte verruimd naar 25 cm.
7
Spuitkeuring In 2010 is na aanleiding van de Europese richtlijn duurzaam gebruik gewasbeschemring het Nederlandse systeem vam spuitkeuringen getoetst aan deze richtlijn. De conclusie is dat het huidige systeem grotendeels voldoet. Aandachtpunt was de wettelijke basis van de spuitkeuringen. In eerste instantie was het voorstel om deze keuringen in de Nederlandse wet te regelen, maar op verzoek vanuit de sector, waaronder de NFO, blijft de spuitkeuring een Productschaps Verordening. Groot voordeel hiervan is dat er weining aangepast hoeft te worden en de sector zelf beslist als er veranderingen nodig zijn en niet de politiek. De richtlijn schrijft voor dat alle spuitapparatuur gekeurd dient te worden. De NFO is van mening dat naast de boomgaardspuit het geen toegevoegde waarde heeft om de andere toepassingsapparatuur op de fruitteeltbedrijven te keuren. Bacterievuur Bacterievuur is een blijvend aandachtspunt voor de NFO. Bij terreinbeherende organisaties en bij gemeenten wordt het probleem regelmatig aangekaart. In Gelderland is door inzet van regionale NFO bestuurders bacteriegevoelige wegbeplanting in fruitgebieden vervangen door niet-waardplanten. Ook in Limburg zijn er afspraken gemaakt met diverse gemeenten om geen bacteriegevoelige soorten aan te planten en werkt men een intersectoraal plan van aanpak uit, om de druk van bacterievuur te verlagen. Een onderdeel van de aanpak in Limburg is dat de fruittelers een beroep kunnen doen op een derde die het werk bij het opruimen van een bacterievuurhaard uit handen van de fruitteler neemt. Versterking marktpositie Fruitpromotie Generieke promotie Generieke promotie komt steeds nadrukkelijker op de agenda binnen de fruitteelt. Vanuit de NFO komt nadrukkelijker de vraag naar voren wat promotie voor onze afzet kan betekenen. Zomerfruit Promotie zomerfruit Jaarlijks wordt collectief zachtfruit gepromoot. De NFO werkt hiertoe samen met Frugi Venta, LTO-vollegrondsgroente, The Greenery, Koninklijke Fruitmasters, Veiling Zaltbommel, Veiling Zon en Fruit World Breda. De NFO pleit ervoor GMO-geld in te zetten voor collectieve promotie. In 2010 is dit bij zomerfruit voor het eerst gebeurd. Het GroentenFruitBureau voert de activiteiten uit. Zo werd zomerfruit op de Libelle Zomerweek gepromoot en op de winkelvloer bij diverse retailers. Ook zijn er diverse PR-activiteiten uitgevoerd waarbij GroentenFruitBureau de gezondheidsaspecten belicht en recepten verspreidt middels persberichten. Werkfruit Ook in 2010 heeft de NFO zich ingezet voor werkfruit. Het streven van de NFO is om gedragsverandering bij de consument teweeg te brengen. De werkfruitcampagne is daarvan een voorbeeld waarbij een zeer goed resultaat is behaald. Sinds 2009 is het aantal bedrijven dat werkfruit aanbiedt met 38 procent gestegen. Dit blijkt uit onderzoek dat Productschap Tuinbouw in 2010 uitvoerde. Appel is de meest gegeten vrucht bij werkfruit. Naar schatting gaat het om 55 miljoen appels per jaar. Dit komt neer op een marktwaarde van circa € 20 miljoen. De totale omzet in werkfruit wordt geschat op € 51 miljoen. Promotie Conference Op verzoek van NFO, DPA en Frugi Venta is een plan voor de promotie van Conference op de Duitse markt uitgewerkt. Het plan bestaat uit verschillende onderdelen en beslaat de
8
periode 2010-2014. Na de eerste gesprekken in 2009 samen met België zijn in 2010 de verdere uitwerkingen voor een gezamenlijke EU-aanvraag voor een promotiecampagne voor Conference op de Duitse markt voor de periode 2011-2014. De beoogde financiering van de gezamenlijke campagne komt bij toekenning van subsidie uit de Nederlandse (25%) en de Belgische fruitteeltsector (25%) en de EU (50%). Uitsluitsel over de subsidieaanvraag volgt in juni 2011. Het GroentenFruitBureau is op verzoek van NFO, DPA en Frugi Venta in 2010 al begonnen met de voorloopcampagne op Duitsland. Op het programma stonden onder andere: diverse persberichten aan 4.000 journalisten in Duitsland via het Grüne Presseportal; een directe mailing met een kistje Conference aan honderd geselecteerde (vak)journalisten; een artikel en advertentie in Fruchthandel Magazin; een directe mailing in handelsbladen van Duitse retail en deelname aan de Fruit Logistica in Berlijn. Een Duitstalige website ondersteunt de activiteiten. De twee plannen voor de promotie van Conference op de Duitse markt kosten in totaal 1,2 miljoen euro.
Floriade 2012 De fruitteeltsector presenteert zich op de Floriade in 2012. De NFO zal namens de sector de fruitteeltinzending verzorgen. De fruitteeltinzending zal dit keer in gezamenlijkheid met de groente- en champignonsector plaatsvinden. De beleving rondom het product zal dit keer meer centraal staan dan andere edities. In 2010 heeft Vergeldt Bouten de opkweek van de bomen verzorgd en Meulblok verzorgt de opkweek van het zachtfruit. De NFO is in 2010 volop bezig geweest met verdere detaillering van de binnenpresentatie en de buitenpresentatie. Quickscan Berenschot De slechte prijsvorming in het seizoen 2009/2010 was voor het hoofdbestuur van de NFO aanleiding om Berenschot te vragen om via een Quick Scan perspectiefvolle en haalbare modellen voor de Nederlandse afzet in beeld te brengen. Dus modellen waarmee de positie van fruitteeltondernemers kan worden verbeterd. Het adviesbureau Berenschot heeft de eerste drie maanden benut om een analyse te maken van de afzetstructuur, de positie van de Nederlandse fruitteeltsector en heeft met input van de sector dertien afzetmodellen geïnventariseerd, de zogenoemde longlist. Deze is in overleg met de NFO ondernemers, afzetorganisaties en handelshuizen Berenschot terug gebracht tot een shortlist van drie voorkeursmodellen. Berenschot heeft in de Quickscan drie voorkeursmodellen geselecteerd. Deze zijn: -Clubrassen afspraken over teelt, aanbod, kwaliteit, vermarkting, marketing, positionering -Gesloten korte ketens Gesloten keten: geselecteerde telers, één tussenschakel, één retailer -Coöperaties en handel nieuwe stijl Modellen vanuit coöperatieve en private afzetorganisaties maar met vaste afspraken en hogere eisen. Andere belangrijke conclusies van Berenschot waren dat door de versnipperde afzet structuur en het grote wantrouwen tussen fruitteeltondernemers en coöperatieve en private afzetorganisaties anderzijds een bundeling van de afzet in de ogen niet haalbaar is en dat het wantrouwen samenwerking in de weg staat. Samenwerking acht Berenschot dringend noodzakelijk om via gelijkgezinde telers invulling aan de voorkeursmodellen te geven. Vervolg Berenschot De NFO heeft na de presentaties op de ALV van 8 april besloten een rol te willen blijven spelen bij de uitwerking van een aantal adviezen. De NFO heeft hiervoor een kerngroep Berenschot opgericht waarin fruitteeltondernemers en coöperatieve en private afzetorganisaties zitting hebben. In deze samenstelling is nog niet eerder gezamenlijk gewerkt aan die positieverbetering van fruitteeltondernemers. De kerngroep heeft besloten
9
om de volgende thema’s op te pakken dan wel verder uit te werken; een prijsinformatiesysteem voor de belangrijkste appel- en perenrassen. Naast een prijsinformatiesysteem gaat de kerngroep dit afzetseizoen starten met de promotie van Conference en wordt concreet gewerkt aan de herpositionering van Elstar. Ook maakt de kerngroep analyses van de positie van de belangrijkste fruitrassen in Nederland op de EUmarkt. De analyses zijn van belang voor de richting van de sector in de toekomst. Herpositionering Elstar Vanaf eind augustus is gewerkt aan de herpositionering van Elstar door een werkgroep bestaande uit handelshuizen en coöperaties, fruitteeltondernemers, onafhankelijke marketingdeskundigen en de NFO, onder leiding van het GroentenFruitBureau. Klassieke vrije rassen zoals Elstar, Conference en Jonagold hebben een grote bekendheid , en reputatie. Maar ze worden niet duidelijk gepositioneerd en gecommuniceerd. De kerngroep was van mening dat als eerste Elstar in beeld is voor herpositionering omdat bij dit ras met een kwaliteitslabel veel winst kan worden geboekt. De werkgroep heeft eind december een eerste concept aan de kerngroep voorgelegd. Het label in ontwikkeling gaat uit van een dekkingsgraad van 50-60 procent van de Elstar bij introductie en wat door vervanging van oude opstanden en teeltmaatregelen kan groeien tot 70-80 procent van de Elstar areaal. In het label zal de naam Elstar behouden blijven met een toevoeging. De kwaliteitsverbetering ligt op het terrein van smaak, hardheid en uitstalleven. De kerngroep reageerde positief op de gepresenteerde plannen. Markt en prijsbericht De kerngroep heeft besloten om een prijs- en marktbericht te introduceren wat vergelijkbaar is als in Nieder Elbe. De Nederlandse fruitteeltsector vertoont immers veel gelijkenissen met die van Noord-Duitsland. In beide regio’s wordt de afzet ingevuld door zowel coöperaties als handelshuizen. Doel van de wekelijkse informatievoorziening is veel beter inzicht van fruittelers in de fruitafzetmarkt. Daarnaast hechten de leden van de kerngroep er groot belang aan dat (een deel van) het wantrouwen dat er nu is tussen fruitteeltondernemers en private en coöperatieve afzetorganisaties wordt weggenomen. De inschatting is dat het markt- en prijsbericht hieraan kan bijdragen. De NFO heeft de zomermaanden benut om de informatievoorziening van de grond te krijgen. De inhoud van de marktinformatie bestaat uit de verkoopstatistiek van belangrijkste appel- en perenrassen aangevuld met een marktbericht met focus op de Nederlandse markt. Het prijs- en marktinformatiebericht is gestart in september aan het begin van het huidige afzetseizoen. De NFO heeft daarbij zeer deskundige kennis kunnen inhuren bij AMI uit Duitsland die de berichtgeving verzorgd. Ook is de NFO veel dank verschuldigd aan Frugi Venta en coöperaties en handelshuizen die gegevens aanleveren. Telersvereniging Conference (TVC) In het einde van 2010 is de Telersvereniging Conferecence opgericht. Tussen de NFO en de telersverning is meerdere keren discussie geweest over samenwerking en verdeling van taken. Deze discussie ging niet altijd vanzelf. Vanuit de NFO was het de vraag of voor de speerpunten van de TVC een aparte vereniging nodig is en vanuit de TVC werd de houding van de NFO als een gemis aan erkenning ervaren. Aan het eind van 2010 hebben beide partijen de intentie uitgesproken om vooruit te kijken en te bezien hoe de organisaties elkaar kunnen versterken en de positieve energie binnen beide organisaties te kunnen benutten. Begin januari 2011 hebben beide partijen overleg om de samenwerking uit te werken. De komst van TVC geeft aan dat de sector daadwerkelijk aan de slag moet om volddoende markten te vinden om de groeiende productie van Conference af te kunnen zetten. Ook de leden van de NFO hebben in de regionale bijeenkomsten over Berenschot aangedrongen om als NFO aan de slag te gaan met Conference.
10
Export peren naar China In 2010 hebben de NFO en Frugi Venta verder gewerkt om de export van conference naar China mogelijk te maken via een export vergunning. Hiervoor zijn overleggen gevoerd met de nVWA en heeft de NFO gezorgd dat de gevraagde extra informatie over diverse ziekte en plagen beschikbaar kwam voor de Chinese autoriteiten.
Hervorming Inova Fruit Bij Inova stond 2010 in het teken van hervorming van Inova Fruit BV en het oprichten van een afzet BV. De NFO is daarbij nauw opgetrokken met de werkgroep vanuit de deelnemende fruitteeltondernemers. De hervorming en oprichting van de afzet BV is noodzakelijk om: • de vereiste unanimiteit bij besluitvorming binnen Inova Fruit BV te doorbreken, • de aandelenverhouding te wijzigen zodat deze meer overeenkomstig is met het belang, dus aanplant bij de verschillende aandeelhouders, • betere betrokkenheid van telers met Inova rassen bij Inova Fruit • Beter gestructureerde afzet waarbij de afzet van Rubens, Junami en Wellant is gebundeld. De vijf afzetorganisaties kwamen 22 juli met een intentie naar buiten om de afzet van de drie rassen te bundelen. Fruitmasters, The Greenery, veiling Haspengouw, veiling Zuid-Limburg en veiling Zaltbommel besloten op 6 september in aanwezigheid van de NFO om de afzet van Rubens, Junami en Wellant te bundelen in een gezamenlijke afzet BV. Vanaf deze datum is gewerkt aan de positionering van de BV. In eerste instantie zou die buiten Inova Fruit BV worden gepositioneerd. Dit was ook de voorkeur van de NFO en een grote meerderheid van de betrokken ondernemers. Later is besloten om de BV toch binnen Inova Fruit BV op te richten. Op deze wijze kon de besluitvorming over de aandelen verschuiving en de op te richten BV in één keer plaatsvinden. Door een aparte Raad van Commissarissen voor de afzet BV in te richten waarin de NFO niet is vertegenwoordigd wordt tegemoet gekomen aan de wensen van deze organisatie en de deelnemende ondernemers. De NFO blijft zo op afstand van de afzet en de BV krijgt een eigen aansturing waar de fruittelers erg veel waarde aan hechten. In december is in de RvC een voorstel gepresenteerd wat de basis vormt voor besluitvorming in 2011. De afzet BV moet voldoen aan de vereisten van GMO en de NMA. Vanwege de vereisten van de GMO regelgeving zal de NFO waarschijnlijk een deel van haar aandelenpakket moeten afstoten. GMO zoals het bedoeld is In 2010 heeft de NFO samen met LTO Nederland getracht de besteding van GMO-gelden aan te passen. LTO en NFO willen dat bij de besteding van GMO meer nadruk komt te liggen op vier punten. Allereerst samenwerking in de keten. Dat kan horizontaal. Maar verticale samenwerking draagt nog meer bij aan een sterkere marktpositie. Een tweede punt is PR en promotie. De voedingstuinbouw geeft daar relatief weinig aan uit. Er hoeft niet meer geld naar generieke fruitpromotie, maar wel naar projecten waar ketenpartijen de krachten bundelen bij de afzet van specifieke producten. Van het Nederlandse GMO-budget zou ook meer naar productinnovatie moeten van duurzame producten met een toegevoegde waarde die aansluiten op wat consumenten wensen. Tot slot verdienen de planning van productie en aanbod meer GMO-geld. Want het is belangrijk dat producenten hun aanbod meer bundelen en afstemmen op de voortdurende wisselende vraag van de steeds groter wordende verkoopkanalen van groenten en fruit. Op dit moment gaat te veel geld gaat naar kostprijsverlaging, zoals naar koelhuizen, sorteerlijnen, pakstations. LTO en NFO vinden dat de ondernemers daar wel baat bij hebben
11
gehad, maar dat de sector er uiteindelijk meer mee gediend is als de marktpositie erop vooruit gaat. Ook andere partijen in de keten willen aanpassing, zoals de handelskoepel Frugi Venta en de banken. Rabobank en ABN-AMRO lieten zich eerder dit jaar kritisch uit over de huidige besteding van het Nederlandse GMO-geld. In 2010 is met DPA overeengekomen dat voor een aantal gewassen promotieprogramma’s vanuit de GMO zullen worden opgestart. Aan het einde van het jaar was het programma voor Conference nog niet ingevuld. In 2011 wordt gestart met het aanpassen van de nationale strategie. Gemeenschappelijk Landbouwbeleid De NFO en LTO hebben in 2010 een visie vastgesteld over de koers van het gemeenschappelijk landbouwbeleid na 2013 van de EU. Het model dat LTO en NFO voorstaan bestaat uit drie pijlers. De eerste pijler is een basispremie voor het gehele agrarische areaal voor niet-vermarktbare producten zoals landschap en voedselzekerheid. De tweede pijler is het versterken van concurrentiekracht met daarin een GMO nieuwe stijl. GMO nieuwe stijl betekent dat het meer moet worden ingezet voor versteviging van de marktpositie en samenwerking tussen telers en in de keten. Ook moet de GMO beschikbaar komen voor alle telers in Nederland. De derde pijler is een vergoeding voor groene en blauwe diensten. Positie in de keten De slechte afzetsituatie en dus slechte prijsvorming in meerdere agrarische sectoren leidde in 2010 tot een actieve discussie over mededinging zowel landelijk als in de EU. De NFO vindt het belangrijk dat de discussie leidt tot het wegnemen van belemmeringen om te komen tot samenwerking in de primaire sector. De Tweede Kamer heeft drie hoorzittingen gehouden over de prijsvorming in de agro-nutriketen in Nederland. In de hoorzittingen kwam naar voren dat de boer en tuinder er vaak bij in schieten door een zwakke onderhandelingspositie. Op basis van de hoorzittingen heeft de Tweede Kamer gevraagd aandacht te hebben voor de positie van de agrarische ondernemer. Het EU parlement concludeerde op basis van een adviesrapport van haar Landbouwcommissie dat de Europese Unie (EU) boeren en tuinders meer mogelijkheden moet bieden om een redelijk inkomen te hebben. Zij moeten de kosten van duurzame, maatschappelijke verantwoorde productie via de verkoopprijs kunnen afdekken. Via het adviesrapport draagt de Landbouwcommissie de Europese Commissie (EC) op om de zwakke onderhandelingspositie van boeren en tuinders in ketens te versterken. De NFO en LTO willen dat de producent in de mededingingswetgeving een meer gelijkwaardige bescherming moet krijgen ten opzichte van de consument. Mededingingswetgeving is EU-wetgeving. Verandering van mededingingswetgeving moet dus met name in Brussel worden geregeld. Fytosanitair In 2010 hebben fytosanitaire zaken meer gespeeld dan in voorgaande jaren. Belangrijkste aspect hierbij zijn de eisen ten aanzien van fytosanitairecontroles die vanuit Rusland gesteld zijn. Doordat de KCB haar werkzaamheden volgens de Russen niet goed uitvoerde wordt de KCB niet meer als controlerende instantie erkend. De inzet is om hiervoor oplossingen te vinden zodat de export naar Rusland weer rechtstreeks vanuit Nederland kan plaats vinden. In Nederland is gestart met de vorming van een fytosanitair-fonds. Vanuit dit fonds kunnen gedupeerden van quarantaineziekten gecompenseerd worden. De NFO heeft besloten om nog niet te participeren in dit fonds, omdat de risico’s in de fruitteelt zeer beperkt zijn. Tenslotte is de NFO eind 2010 betrokken geweest bij de discussie over de quarantaine status van het Sharka Virus en de boktor Saperda Candida. De Europese quarantaine van het Sharka virus kan volgens de NFO opgeheven worden, mits er voldoende waarborgen zijn dat de risico’s voor de pruimenteler niet toenemen.
12
De boktor Saperda Candida, uit Noord Amerika die in potentie grote schade kan geven aan fruitbomen dient een quarantaine status te krijgen in de EU. Alleen dan kunnen adequate maatregelen genomen worden die voorkomen dat dit insect zich vestigt in Europa.
Versterking sociaal economische positie
Nieuwe CAO-Open Teelten De vakbonden FNV Bondgenoten, CNV Vakmensen en LTO Nederland hebben op 16 juni 2010 een akkoord bereikt voor een nieuwe CAO Open Teelten. De overeenkomst heeft een looptijd van twee jaar, ging in op 1 juli 2010 en voorziet in een loonsverhoging van in totaal twee procent. De overeengekomen loonsverhoging wordt in twee stappen doorgevoerd: 1 procent per 1 oktober 2010 en 1 procent met ingang van 1 juli 2011. De CAO blijft op alle overige punten nagenoeg ongewijzigd. De nieuwe CAO geldt voor ongeveer 30.000 werknemers in de volgende sectoren: boomteelt, bollenteelt, fruitteelt, vollegrondstuinbouw en akkerbouw. De NFO kan zich vinden in de nieuw afgesloten CAO. De loonstijging is gematigd en de NFO wilde graag een langere looptijd van de CAO om onder meer de GLWregeling voor langere tijd te borgen. Huisvesting buitenlandse werknemers Binnen LTO en de vaktechnische organisaties is een discussie gevoerd over de huisvestingsnormen voor buitenlandse seizoenwerkers die op de tuinbouwbedrijven werkzaam zijn en gehuisvest worden. Voor langdurig seizoenwerk zijn hiervoor normen ontwikkeld met minimale kwaliteitseisen waaraan de huisvesting dient te voldoen. NFO heeft bij LTO erop aangedrongen dat er voor kortdurend werk ook gebruik gemaakt moet kunnen worden van goedkopere vormen van huisvesting. Hieronder wordt verstaan: huisvesting in caravans, stacaravans en portocabines. Dit om te voorkomen dat er zeer dure voorzieningen getroffen moeten worden zoals de arbeidspiek tijdens bijvoorbeeld de Conference-oogst die maximaal vier weken duurt. LTO heeft deze voorwaarde van de NFO overgenomen. De overheid wil toe naar één uniforme landelijk norm voor huisvesting voor alle sectoren. De NFO/LTO-norm is in deze discussie ingebracht als norm vanuit de agrarische sector. Gelegenheidswerk De NFO heeft schriftelijk aandacht gevraagd aan minister Gerda Verburg van LNV over de huidige regeling gelegenheidswerk voor de fruitsector. De NFO-afdeling Vecht en IJssel kaartte de problematiek aan tijdens een verkiezingsbijeenkomst van het CDA in Kamerik. De afdeling vroeg aandacht voor de hoge plukkosten voor fruittelers in vergelijking met de buurlanden. Voor een groot deel bestaan deze kosten uit loonbelasting en diverse premies. De vraag is concreet of het terecht is dat werknemers worden aangeslagen voor bepaalde premies, bijvoorbeeld de hoge WW-premie die fruittelers sinds 1 januari 2007 moeten betalen, waar diezelfde werknemers vervolgens geen gebruik van kunnen maken. In de brief waar de minister om had gevraagd, is de huidige situatie uiteengezet en is het standpunt van de NFO weergegeven. De NFO vindt het onhoudbaar dat fruittelers de hoge WW-premie moeten betalen voor gelegenheidswerk. Zij wil dat voor gelegenheidsarbeid weer de lage WW-premie geldt of dat er een andere regeling van kracht wordt. Die bredere regeling is er tot nu toe niet gekomen, hoewel de NFO en LTO daar herhaaldelijk om hebben verzocht. Namens minister Verburg kwam haar collega van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Piet Hein Donner, na een half jaar, met een afwijzend antwoord. Regeling kleine banen Met succes is gelobbyd voor de invoering van de kleine banenregeling in 2010 en het behoud van de regeling kleine banen in 2011. Werkgevers hoeven dankzij deze regeling geen premies te betalen voor werknemers tot 23 jaar met een baan waarmee zij minder
13
verdienen dan (circa) de helft van het wettelijk minimumloon. De banen die binnen de regeling vallen, zijn ook vrijgesteld van de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet. Voor werkgevers betekent de regeling een lastenverlichting in de loonkosten. In opdracht van voormalig minister van SZW is onderzoek gedaan naar de effecten van de Regeling kleine banen. Daaruit blijkt dat de regeling een positief effect heeft op de werkgelegenheid in sectoren waar veel jongeren werkzaam zijn in kleine banen. Het is in het bijzonder een interessante regeling voor de zaterdaghulpen op de fruitbedrijven. De regeling wordt tijdelijk voortgezet. WW-premie in 2011 Door de inzet van de NFO is bereikt dat de WW-premie voor kortdurende arbeid voor 2011 bijna gelijk is gebleven op niveau 2010 en alleen de WW-premie voor langlopende arbeid is verhoogd. Een aantal jaren geleden bedroeg het verschil tussen beide premies nog een factor 20. Nu is de factor teruggebracht tot 5, de laagst mogelijke factor onder de huidige regelgeving. De NFO wil af van de verschillende WW-premies, óf gelegenheidwerk moet weer gaan vallen onder dezelfde WW-premie als die van langlopende arbeidscontracten. Door inzet van de NFO wordt het daadwerkelijke beroep op WW vanuit kortlopende dienstverbanden door de UWV en de Belastingdienst in beeld gebracht. De NFO is ervan overtuigd dat vanuit deze dienstverbanden nauwelijks een beroep op de WW wordt gedaan. Indien dit niet tot resultaten leidt wil de NFO eigen onderzoek gaan doen. Polenconstructie De NFO is tegen het toepassen van niet-bewezen, legale arbeidsconstructies waarbij goed werkgeverschap ter discussie staat. Dit geldt bijvoorbeeld voor het hanteren van de Polenconstructie. De toepassing hiervan leidt tot een oneerlijke concurrentie ten opzichte van bedrijven die wél op een eerlijke en verantwoordelijke manier opereren. In de kleinfruitsector worden deze constructies toegepast. Bij Polenconstructies wordt de oogst op stam verkocht aan een buitenlandse ondernemer die het gewas oogst en het daarna vervolgens weer terugverkoopt aan de teler. De buitenlandse ondernemer maakt gebruik van buitenlandse werknemers of ZZP’ers en kan hierdoor aanzienlijk besparen op de kosten. Het kostenvoordeel kan tot 35 procent oplopen. Er is veel discussie of de constructies legaal zijn. De NFO vindt dat hier duidelijkheid over moet komen omdat er nu sprake is van ongelijke concurrentie tussen tuinbouwbedrijven in Nederland. In de afgelopen vijftien jaar is de Arbeidsinspectie er niet in geslaagd hierover helderheid te verschaffen. Als de duidelijkheid er niet komt, is de NFO voor pilots met certificering van de productie. Een pilot met certificering in de paddenstoelenteelt is inmiddels in voorbereiding. Fiscale zaken en zelfstandigenbeleid Pensioenpremie In het verslagjaar bereikten werkgevers en de vakbonden een akkoord over de premie voor het Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw (BPL). Zij kwamen overeen dat zij in twee stappen naar een kostendekkende premie gaan van 19,5 procent in 2012. Tegelijkertijd wordt een traject ingezet dat de premieheffing voor de vervroegde uittreding afbouwt. Daarmee wordt de premiedruk voor de werkgevers niet verhoogd. Dit was ook een uitdrukkelijke voorwaarde die de NFO had gesteld aan de werkgroep die het advies heeft opgemaakt. De nieuwe kostendekkende premie is tevens de maximumpremie. Dit houdt in dat bij tegenvallers binnen het pensioenfonds de premie niet meer omhoog gaat. Eind september is ook het BPL gezakt onder de vereiste dekkingsgraad. Dit betekent dat er sprake is van een reservetekort. Van De Nederlandse Bank (DNB) kreeg het bestuur van het BPL opdracht een herstelplan in te dienen. Via dit herstelplan moeten de reserves binnen vijftien jaar weer op het vereiste niveau zijn. Het Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw heeft dit plan aan het eind van dit jaar in gediend bij de DNB.
14
Belastingplan 2010 Door inzet van NFO en LTO is de zelfstandigenaftrek voor 2010 in takt gebleven. Ook is deze regeling geïndexeerd . Cafetariaregeling NFO/LTO Nederland hebben voor hun leden in oktober 2010 met de belastingdienst een convenant afgesloten over de toepassing van de cafetariaregeling bij het in dienst nemen van seizoenwerkers in de fruitteelt. Dit convenant is voor onbepaalde tijd afgesloten. Deze overeenkomst betekent dat de individuele fruitteler geen toestemming meer hoeft te vragen aan de belastingdienst over het toepassen van de cafetariaregeling en dat er met de belastingdienst overeenstemming is over normen voor de extra kosten. De cafetariaregeling houdt in dat de werkgever en de werknemer overeenkomen dat bij een deel van de beloning belast loon wordt ingeruild voor onbelast loon. Seizoenarbeiders moeten namelijk behoorlijk wat extra kosten maken om in Nederland te kunnen / komen werken. Het gaat hierbij om: extra kosten voor tijdelijke huisvesting, extra reiskosten, kosten voor het contact houden met de familie, kosten om op de hoogte te blijven van ontwikkelingen in het thuisland (bijvoorbeeld de krant, kosten mobiel internet abonnement etc.) en hogere kosten voor levensonderhoud. De regeling geldt voor leden van LTO en NFO. LTO realiseert zich dat ook andere organisaties op basis van de gemaakte afspraken soortgelijke afspraken met de belastingdienst kunnen maken. Deze regeling geeft een besparing van 10 tot 15% op de arbeidskosten voor seizoenwerkers en leidt tot administratieve lastenverlichting. Perceelsregistratie Fruittelers die hun percelen registreerden bij Dienst Regelingen voor de meitelling, kwamen in 2010 voor de verrassing te staan dat hun windhagen buiten het perceel getekend waren. Voor enkele bedrijven nam de geregistreerde, beteelde oppervlakte aanzienlijk af. Hierdoor hebben zij minder plaatsingsruimte voor meststoffen. Ook kan de gewijzigde telling een ongunstige invloed hebben op (toekomstig) uit te keren toeslagrechten. Fruittelers kregen van Dienst Regelingen te horen dat de windhagen landschapselementen zijn en niet meetellen bij het geteelde gewas. De NFO heeft zich er voor ingezet om de windhagen die (als emissiescherm) onlosmakelijk met de teelt verbonden zijn toch mee te laten tellen bij de geregistreerde teelt. Het ministerie van E.L. & I heeft daarop aangegeven in 2011 er voor te zorgen dat Dienst Regelingen het perceelsregister aanpast zodat de windhagen weer meetellen. Risicobeheersing ULO en veiligheid In 2010 bracht de Arbeidsinspectie het verslag uit: ”Niet van dat benauwde” inzake de controle van 150 fruitbedrijven op het aspect ULO en veiligheid. Uit dit onderzoek bleek dat nog op 60% van de bedrijven overtredingen werden vastgesteld, al waren de overtredingen niet altijd even ernstig. Het door de NFO opgestelde protocol is inmiddels opgenomen in de arbo catalogus. Van groot belang is dat de CA-ruimten goed worden afgesloten, zodat onbevoegden er niet in kunnen. Arbocatalogus De Arbeidsinspectie heeft in januari 2010 de Arbo catalogus Fruitteelt goedgekeurd. In de catalogus staat hoe de werkzaamheden in de sector veilig en gezond kunnen plaatsvinden. De catalogus is te vinden op www.agroarbo.nl / Fruitteelt. In tegenstelling tot wat de naam misschien doet vermoeden, is de Arbo catalogus geen dik boek. Het is een praktische en toegankelijke online handleiding met handige checklijsten voor de dagelijkse praktijk en instructieve foto’s die laten zien hoe risico’s beheerst of opgelost kunnen worden. De catalogus is gemaakt door werkgevers en werknemers uit de sector zelf en getoetst door de Arbeidsinspectie. Namens de NFO zaten twee leden in de
15
werkgroep die de handleiding heeft opgesteld. Dit is een waarborg dat de oplossingen aansluiten op de praktijk. Stigas ondersteunde de sociale partners bij het opstellen van de catalogus. De Arbo catalogus Fruitteelt is voor werkgevers en werknemers een hulpmiddel om aan de Arbo wetgeving te voldoen. Bij controle op de naleving van de wet houdt de Arbeidsinspectie rekening met de door de sector zelf opgestelde Arbo catalogus. Brede weerverzekering In 2010 is de brede weerverzekering operationeel geworden na een voorbereiding van enkele jaren waarbij de NFO voor de fruitteeltsector nauw betrokken was. Het doel van de verzekering is een goede afdekking van weersrisico’s tegen premies die op termijn een grote dekking kunnen garanderen. In het voorbereidingstraject is door NFO en LTO belangrijke winst binnengehaald bij de overheid door ook het hagelrisico onder de nieuwe verzekering te laten vallen. De hagelpremie is daarmee ook subsidiabel geworden, wat voor de fruitteeltsector zeker interessant is. In de fruitteelt sector is in 2010 het meest gebruik gemaakt van de brede weersverzekering. Ruim een kwart (150 van de 500) van alle polissen zijn uit het fruit afkomstig. Deelnemers aan de nieuwe verzekering ontvangen 60 procent subsidie over de te betalen premie. Nadeel hierbij is dat de subsidie achteraf wordt verstrekt. Vooraf moet de bruto-premie zonder subsidie worden betaald. In 2010, waarin veel bedrijven te maken hebben met een tekort aan liquiditeiten was dit voor veel telers een tegenvaller zijn. Ook de onzekerheid over het subsidiepercentage was voor verschillende ondernemers een reden om niet in te stappen. Bij de evaluatie begin september kwam de volledige voorfinanciering en de veel latere uitbetaling van de subsidie als belangrijkste knelpunt naar voren. Het tijdstip van uitbetaling is bovendien onzeker. De sectoren hebben daarom besloten om onder leiding van LTO in overleg met LNV om de situatie aan te kaarten. Wil de Brede weerverzekering een succes worden dan moet de voorfinanciering anders worden ingevuld. Hiervoor bestaat een aantal opties. De meest logische en beste optie is dat ondernemers vooraf niet méér hoeven te financieren dan de netto premie. Een tweede variant is dat de tijd tussen voorfinanciering en uitbetaling van de subsidie drastisch wordt ingekort. Kennis en Innovatie Afdelingen en kringen De organisatie van vaktechnische bijeenkomsten gedurende de winter en zomer, was en is een belangrijke activiteit van de NFO-afdelingen. Leden blijven hierdoor op de hoogte van diverse vaktechnische zaken zoals gewasbescherming, (mechanische) snoei, rassen, teelt maar ook van zaken die op ondernemerschap zijn gericht zoals afzet, verzekering, kostprijsbewustzijn en arbeid. Themabijeenkomsten De NFO biedt naast de lezingenlijst ook themabijeenkomsten aan kringen en samenwerkende afdelingen. Bij een themabijeenkomst zijn er meerdere sprekers betrokken die diverse aspecten van een thema kunnen belichten. De NFO streeft ernaar om deze themabijeenkomsten voor een groter publiek aan te bieden dus op kring of regionaal niveau. Voor het winterseizoen 2009/2010 zijn een vijftal themabijeenkomsten aangeboden waarvan het thema: beperking risico hagelschade, vijf maal werd afgenomen in 2010. NFO leden uit alle kringen hebben deze bijeenkomsten goed bezocht. Voor het zomerseizoen 2010 zijn er ook diverse thema bijeenkomsten en suggesties voor excursies aangeboden aan afdelingen en kringen. In samenwerking met PPO-fruit zijn twee bijeenkomsten gehouden in Flevoland en Zeeland rondom chemische vruchtdunning in appel. In december 2010 is in de kring Flevo Noord een themabijeenkomst over mechanische snoei gehouden.
16
Vaktechniek houtig kleinfruit De vaktechniek voor NFO leden met houtig klein- en steenfruit wordt georganiseerd door de NFO Productcommissies houtig klein- en steenfruit. In 2010 organiseerde de commissie diverse activiteiten waaronder: - Themabijeenkomst gericht op gewasbescherming en bemesting, meetellend voor spuitlicentieverlenging Teelt. (maart 2010) - Een avondbijeenkomst bioteelt versus gangbare teelt en diverse teeltaspecten van HKF op een praktijkbedrijf, i.s.m. DLV-Plant. (mei 2010) - De lezingen en stands op de Kennisdag vormden een belangrijk onderdeel uit het vaktechnisch programma voor kleinfruittelers. (november 2010). - Jaarlijkse snoeibijeenkomst rode bes op twee HKF-bedrijven. In 2010 werd hiervoor PTgeld beschikbaar gesteld om diverse vormen van snoei te onderzoeken en dit jaarlijks te demonstreren. (nov 2010) Noemenswaardige resultaten van PT gefinancierd onderzoek aan houtig kleinfruit worden ook op vaktechnische bijeenkomsten en op de Kennisdag aan telers gepresenteerd. KICK (PPO en DLV-Plant), PC Fruit in België en FBR zijn de belangrijkste onderzoeksinstellingen voor deze subsector. Vaktechniek steenfruit Het vaktechnisch programma voor steenfruit bevatte in 2010 de volgende activiteiten: - Snoeidemonstratie pruim en kers in samenwerking met Tonnie van Kessel. - Zomerbijeenkomst voor kersentelers met bezoek aan twee kersenbedrijven en presentatie door Maaike de Vlas (PPO-fruit) over bestuiving en vruchtzetting zoete kers. - Bijeenkomst nieuwe pruimenrassen (Lazoet) in samenwerking met the Greenery op een teeltbedrijf in Numansdorp. - Het lezingenblok over steenfruit op de jaarlijkse Kennisdag is in 2010 goed bezocht. Resultaten van bestuivingonderzoek zoete kers, rassenselectie, teeltervaringen, pluktijdstip en het afzetconcept van de Lazoet blauwe pruimenrassen werden gepresenteerd naast een lezing over mechanische kersensortering in Canada. Demonstraties Onderdeel van het NFO vaktechnisch programma is telers betrekken bij demonstraties. De onderzoeksdemo’s chemische vruchtdunning op appel zijn in 2010 uitgevoerd in de regio’s Zeeland en Flevo-Noord door PPO-fruit. Bij deze bijeenkomsten konden telers de resultaten met eigen ogen aanschouwen, werden resultaten van tellingen besproken en heeft de kennisconsulent lezingen gehouden over mechanische dunning en snoei. Er is een demonstratie mechanische snoei opgezet tbv de Open Dag in Randwijk (zie beneden) Open dag FruitkennisCentrum in Randwijk Op 19 augustus 2010 werd de Open dag van het Fruit Kennis Centrum gehouden bij PPOfruit Randwijk. De NFO is een van de partners van het FKC en is nauw betrokken bij de organisatie hiervan. Op deze Open Dag in Randwijk zijn nieuwe productieontwikkelingen te zien uit het praktijkonderzoek die leiden tot een meer efficiënte teelt van appel en peer. Onderzoekers en adviseurs lichtten resultaten toe van lopende proeven en demo’s, gericht op grootfruit. Zij gaven adviezen over duurzame onkruidbestrijding met minder middel. Chemische dunning van appel was in 2010 een actueel thema. Resultaten van dunproeven op Elstar, Junami en Rubens werden gepresenteerd. Pieter Vernooij stelde zijn bedrijf, aangrenzend aan PPO, open. Het is een van de vier locaties waar een vruchtdunproef ligt. Grote belangstelling was er voor het perceel waarop een demo mechanische snoei was uitgevoerd. Ervaringen van diverse telers met deze arbeidsbesparende techniek zijn besproken. Op het gebied van plaagbeheersing werd de nevenwerking van alle toegelaten middelen op oorwormen getoond. Het warme zomerweer in juli 2010 was oorzaak van een tweede generatie fruitmot. De betreffende onderzoeker gaf actuele bestrijdingsadviezen op basis van de laatste inzichten. Tijdens een rondrit langs enkele andere onderzoeksprojecten
17
werd de veelzijdigheid van het fruitteeltonderzoek duidelijk. Het Productschap Tuinbouw speelt een belangrijke rol bij de financiering van het brede scala aan onderzoeken. Er was gelegenheid om diverse infostands te bezoeken. Een geslaagde dag met veel belangstellende fruittelers. Fruitteelt Vakbeurs in Houten De NFO en de Koninklijke Fruitmastersgroep organiseerden op woensdag 2 en donderdag 3 juni dé Fruitteelt Vakbeurs. Deze door de Federatie Agrotechniek erkende beurs, werd dit jaar voor de derde keer in Expo Houten georganiseerd. De totale oppervlakte van de beurs bedroeg 6.800 m2. Aan deze beurs, die specifiek is gericht op de professionele fruitteeltsector, namen ruim 110 standhouders deel. Dit is 10 procent meer dan in 2008. De beurs toont de laatste noviteiten in de moderne, professionele fruitteelt. Het accent lag op de mechanisatie en de dienstverlening. In totaal trok de beurs 2200 bezoekers. Kennisdag in Wageningen De jaarlijkse Kennisdag voor de fruitteelt werd vrijdag 26 november 2010 voor de achtste keer gehouden in het Hof van Wageningen. De NFO, in samenwerking met PPO-fruit en Productschap Tuinbouw, organiseerde deze dag. Fruit telen vergt vakmanschap om aan de alsmaar toenemende markteisen te kunnen voldoen en tevens een gezond gewas te houden. De thema’s voor grootfruit in 2010 waren: werken met organische meststoffen, bestrijding fruitmot in appel en peer, chemische dunning en Phytophthora in peer. De aandacht bij houtig kleinfruit ging uit naar rassen van blauwe bes, frambozenschorsgalmug, marktontwikkeling en trends kleinfruit en het marktconcept van Willem & Drees. Bij steenfruit werden de resultaten van het PPO-onderzoek naar zetting en bestuiving van zoete kers gepresenteerd, evenals ervaringen met afzet, teelt en rassenontwikkeling van Lazoet pruimen. Een Canadese ontwikkelaar van diverse sorteermachines kwam spreken over zijn ervaringen met mechanisatie van de steenfruitteelt. In het lezingenblok ‘s middags is de presentatie over het belang van het Productschap Tuinbouw voor fruittelers en markt, afzet en marketing, goed ontvangen. Een presentatie van het GroentenFruitBureau gaf inzicht in de lopende promotiecampagnes. De dag werd afgesloten met een lezing over het markt- en prijsbericht en een analyse van het huidige afzetseizoen voor grootfruit. Op de infomarkt presenteerden diverse onderzoekers van PPO-fruit en Food & Biobased Research hun onderzoeksresultaten op posters. De nieuwe opzet van de infomarkt, met een dertigtal stands van toeleveranciers en organisaties, is positief bevonden door standhouders en bezoekers. Spuitlicenties De NFO is erkend als kennisaanbieder voor het organiseren van verlengingsbijeenkomsten voor spuitlicenties. In 2010 zijn met deze erkenning 16 spuitlicentie bijeenkomsten gehouden. Hieraan hebben bijna 600 fruittelers deelgenomen. In 2010 is het Nederlandse systeem van vakbekwaamheidseisen getoets aan de Europese richtlijn duurzaam gebruik gewasbeschermingsmiddelen. Het huidige Nederlandse systeem kan grotendeels in stand blijven. Er zijn twee positieve veranderingen. Er komt mogelijk een uitzondering voor eenvoudige gewasbescherminghandelingen. Voor deze handelingen is het dan niet meer verplicht om een spuitlicentie te hebben. Hierbij gaat het bijvoorbeeld over het uithangen van feromoonverwarring of het insmeren van stammen tegen wildschade. Daarnaast wordt het toegestaan dat mensen zonder een spuitlicentie gewasbeschermingsmiddelen voor particulier gebruik, bedrijfsmatig mogen gaan toepassen. Scholing Fruitteeltacademie goed op schema Door de initiatiefnemers Edudelta in Goes, Helicon in Geldermalsen en de NFO is in 2010 druk gewerkt aan het verder inrichten van de Fruitteeltacademie. Dit samenwerkingsverband van bedrijfsleven en onderwijs gaat met elkaar een kwalitatief goed aanbod fruitteeltonderwijs en cursussen met een landelijke dekking aanbieden. Zij
18
ontwikkelen gezamenlijk de lesstof en de lessen voor leerlingen in het land. Docenten worden waar gewenst uitgewisseld en de academie maakt, waar het nodig is, gebruik van gastdocenten uit het bedrijfsleven. Dit kan bijvoorbeeld uit de kringen van voorlichting en onderzoek zijn. Er is een selectie van leerbedrijven. Het scholingsaanbod komt op een interactieve website te staan waarbij de leertoepassingen gericht zijn op moderne communicatietechnieken (e-learning, videoconferencing en dergelijke). De website wordt opgezet in nauwe samenwerking met alle bij de Fruitteeltacademie betrokken partijen. In principe is de opleiding gericht op de teelt van hardfruit en mogelijk op zachtfruit. Cursisten kunnen ook facultatief een specialisatie kiezen op gebied van: (eventueel) kleinfruit, vruchtbomenteelt en handel. Om de Fruitteeltacademie op te richten en in te richten is een coördinator aangesteld voor de komende drie jaar. Hiervoor heeft de NFO subsidie aangevraagd en gekregen van het Fonds Arbeidsmarktbeleid van Colland. De coördinator gaat in 2011 aan de slag voor de periode van twee dagen per week. De coördinator richt zich het eerste jaar vooral op het opzetten van de organisatiestructuur, het mede ontwikkelen en uitwisselen van lesstof en het organiseren van het cursusonderwijs.
Kennisconsulent PT/NFO In 2010 vervulde Arna Vliegen-Verschure de functie van kennisconsulent grootfruit, speelde Gerard Poldervaart voor het laatste jaar nog een rol binnen de themabijeenkomsten over hagelnetten en vulde Geert van Gessel de rol in als kennisconsulent voor steenfruit en houtig kleinfruit. De kennisconsulent draagt er zorg voor dat kennis en resultaten vanuit fruitteeltkundig onderzoek bij telers terechtkomt. Het betreft zowel PT-gefinancierd onderzoek alsook ander onderzoek uit binnen -en buitenland voor Nederlandse telers nuttig en bruikbaar. De informatieoverdracht gebeurt door artikelen en berichten in vakblad Fruitteelt, de digitale NFO-Nieuwsbrief en digitale PT-Nieuwsbrief. Daarnaast door het verzorgen van lezingen en het (mede)organiseren van bijeenkomsten gericht op kennisoverdracht zoals open dagen en themadagen in Randwijk en de Kennisdag in Wageningen. In 2010 zijn in totaal 19 lezingen verzorgd. In 2010 verschenen 78 pagina’s met artikelen, onderzoeksberichten en nieuwsberichten vanuit het project kennisconsulent, daarnaast is zes maal een bijdrage geleverd aan de digitale NFO-Nieuwsbrief en zijn drie PT-Nieuwsbrieven verstuurd met informatie uit het project Kennisconsulent. Daarnaast verscheen begin 2010 het deelrapport ‘Deel 2. Inventarisatie in de praktijk van genomen maatregelen na zware hagel in 2008 en ervaringen in 2009 als onderdeel van het onderzoeksproject ‘Gevolgschade van hagelschade voor de fruitteelt; Onderzoek naar gevolgschade van zware hagel in de fruitteelt en praktijkervaringen na zware hagel in 2008’. Begin juni was de eerste PT-factsheet gereed voor Fruitmot op appel.
Aansturing onderzoek De NFO heeft een cruciale rol bij de aansturing van PT-gefinancierd onderzoek in de fruitteeltsector. De invloed van de NFO loopt via de productcommissies appel en peer, houtig kleinfruit en steenfruit. Vanuit het PT werd voor de fruitteeltsector in 2010 bijna 1,2 miljoen euro in onderzoek en innovatie geïnvesteerd. Voorbeelden van projecten in 2010 zijn: Appel/peer Risicovoorspelling zwartvruchtrot Nevenwerking middelen tegen oorwormen Bestrijding fruitmot peer Demo vruchtdunning met BA op appel Versneld afbreken van residuen op appel en peer Automatisch oogsten Automatisch spuiten Gevolgen zomerhagel voor fruit
19
Actualisatie KWIN Meer middelen voor schurft- en meeldauwbestrijding Bestrijding kommaschildluis en perenbladvlo Vruchtdunning Conference Mechanische dundemo UV licht; proof of principle UV tegen bewaarrot Schilvlekjes: oorzaak en oplossingen in beeld Demo kwee onderstammen Residugehalte appel en peer
Pruim/kers 1e fase CGO onderstammen grootfruit (SF deel) Bestuiving en vruchtzetting zoete kers Pluktijdstipbepaling blauwe pruimenrassen binnen de begeleiding van het Lazoetproject Onderzoekperceel steenfruit Bestrijding bacteriekanker pruim Virusvrij maken van perspectiefvolle nieuwe sleedoornonderstammen Actualisatie KWIN Houtig Kleinfruit Rassenonderzoek blauwe bes Implementatie fertigatie blauwe bes Verbreding en verbetering bestuiving en zetting blauwe bes Teelt de grond uit blauwe bes Containerteelt blauwe bes Invloed en bemesting op vruchtkwaliteit Tulameen Bestrijding frambozenschorsgalmug Bestrijding taksterfte en stamkanker door Eutypa Snoei Rovada Vernieuwing aanplant Rovada Ozontoepassing rode bes Rassenonderzoek zwarte bes Mogelijkheden kiwibes in Nederland Actualisatie KWIN Daarnaast zijn voor fruit nog diverse inspanningen verricht op het gebied van marktonderzoek. Dit gaf inzicht in export, supermarktprijzen en acties, in consumentenaankoopgedrag en ook in oogstraming en voorraadbepaling. Resultaten onderzoek Verdere automatisering van de teelt van grootfruit is dichterbij gekomen met de projecten automatisch spuiten en automatisch plukken. Mechanische dunning heeft inmiddels zijn intrede gedaan in de praktijk, automatisch spuiten zal waarschijnlijk binnen enkele jaren volgen en automatisch plukken zal nog wel ruim tijd nodig hebben voor daadwerkelijke intrede. Vruchtdunning kan in de praktijk worden geoptimaliseerd met de proeven die gedaan zijn met de chemische middelen in appel. Het project nevenwerking van middelen op oorwormen, geeft inzicht welke chemische behandelingen beter achterwege kunnen blijven of op een ander tijdstip kunnen worden uitgevoerd. De mogelijkheden en onmogelijkheden van UV-licht zijn in beeld gebracht. Mogelijkheden om residu te verwijderen op diverse manieren na bewaring zijn onderzocht en kunnen het wellicht in de toekomst mogelijk maken om makkelijker aan de eisen van de afnemer te voldoen. De bestrijding van fruitmot in peer is wezenlijk anders dan bij appel en door dit onderzoek
20
kunnen middelen worden bespaard in de perenteelt met een beter resultaat. Voor zwartvruchtrot is een waarschuwingsysteem weer een stap dichter bij de praktijk. Voor de teelt van steenfruit komen verbeterde onderstammen dichterbij, de meest perspectiefvolle sleedoornonderstammen voor pruimen worden nu virusvrij gemaakt. Meer inzicht in de bestuiving en vruchtzetting bij kersen is gekomen zodat vruchtzetting wellicht gemakkelijker kan worden beïnvloed. Het demoperceel steenfruit is aangeplant en kan een schakel vormen tussen praktijk en onderzoek. Uit de pluktijdstip bepaling van pruimen blijkt dat de Lazoetrassen na enkele dagen in de koeling beter op smaak komen. Optimalisatie van de teelt van Tulameen is te realiseren met de kennis die is vergaard in Tongeren. De teelt van blauwe bes ontwikkelt zich nog steeds met nieuwe rassen en optimalisering van de watergift en bemesting. Nu wordt ook gekeken naar de mogelijkheden van een teelt uit de grond. Inzicht in de ziekte Eutypa geven de mogelijkheid om deze minder om zich heen te laten grijpen in de praktijk. De teelthandleiding voor kiwibessen is af en geeft teeltrichtlijnen voor een nieuw nicheproduct voor de sector. Bestrijding van de frambozenschorsgalmug is gemakkelijker geworden met de inzichten in dit insect. Ook is het feromoon beschikbaar gekomen. En lijken er mogelijkheden met bestrijding door parasitaire aaltjes. Met Ozon wordt geprobeerd de schimmelontwikkeling bij rode bes in bewaring te onderdrukken. Voor zwarte bes zijn nieuwe rassen in kaart gebracht. Fruitpact Het Fruitpact is een samenwerkingsverband van elf organisaties, waaronder de NFO, dat projecten initieert en ondersteunt die de fruitcluster in het rivierengebied versterken. Binnen het Fruitpact lopen momenteel diverse projecten. Het project Duurzame gewasbescherming: • De nieuw ontwikkelde KWH-spuit is in 2010 ingezet op een pilotbedrijf. In 2010 zijn op basis van deze ervaringen verbeteringen aangebracht. In 2011 wordt onderzoek verricht naar de exacte emissie reductie. Verwacht wordt dat zeer lage emissie percentages met deze spuit kunnen worden behaald. Voor de ondernemers in de sector is het belangrijk om over spuitapparatuur met zeer lage emissiepercentages te kunnen beschikken. Allen dan kunnen ze alle beschikbare op hun bedrijf gewasbeschermingsmiddelen inzetten. • Residu vrij telen. Binnen het Fruitpact is een project gericht op residuvrij telen van peren in 2010 afgerond. Het onderzoek wordt uitgevoerd door Fruitconsult. Het project heeft belangrijke informatie opgeleverd om residuarm te telen. Residuvrij is nog een brug te ver. • Ook de specifieke regelgeving voor teeltondersteunende voorzieningen is ondergebracht in een project. In 2010 is het project afgerond en een handreiking uitgebracht met aanbevelingen aan de elf gemeenten in Rivierenland. Teelt ondersteunende voorzieningen zoals overkappingen en hagelnetten worden steeds belangrijker voor de sector en het is daarom van belang om hiervoor de ruimte te creëren bij gemeenten en provincie. De NFO was nauw betrokken bij het tot stand komen van de handreiking . • NFO-Kring Midden-Nederland is in 2010 het project ‘duurzame energie in koeling fruitsector’ gestart. Het project heeft tot doel de energiebehoefte voor de bewaring van fruit te reduceren. Ervaringen uit Utrecht gaven aan dat ondernemers tussen de 10 en 25% op hun energierekening kunnen besparen op hun energiekosten door en optimale afstelling en inzet van koelapparatuur. Plukrobot De NFO heeft in 2008 het initiatief genomen voor het ontwikkelen van een plukrobot. Na een korte verkennende studie is in 2009 gestart met een businesscase die de WUR in 2010 heeft afgerond. In de businesscase staat aangegeven wat de investeringsruimte is op de bedrijven en wat de belangrijkste ontwikkelingsstappen zijn om tot een daadwerkelijke introductie van een plukrobot te komen. Op basis van het businessplan heeft de begeleidingscommissie een consortium van bedrijven drie bedrijven geselecteerd die de ontwikkeling en introductie in de praktijk kunnen realiseren. Het consortium is vervolgens aan de slag gegaan om de
21
onderlinge samenwerking vorm te geven. Daarnaast moet voor de vervolgontwikkeling de nodige financiën bijeen worden gebracht. Om de introductie te realiseren zullen subsidies en een sectorbijdrage noodzakelijk zijn. De NFO heeft besloten om pas te beslissen over de sectorbijdrage als het consortium een concreet voorstel heeft uitgewerkt. Autonoom spuiten Ook bij autonoom spuiten heeft de NFO in 2008 het initiatief genomen. Bij autonoom spuiten zit de winst voor de sector in het terugdringen van arbeid en het besparen op de hoeveelheid gewasbeschermingsmiddelen. Binnen het project is gekozen voor een businessmodel waarin een dwarsstroomspuit autonoom wordt gemaakt en waarbij de hoeveelheid spuitvloeistof wordt afgestemd op het boomvolume. Voor deze optie is gekozen omdat de dwarsstroomspuit het meest gangbare type is in de fruitteelt en daardoor het snelst het meeste rendement is te behalen. De techniek moet vervolgens ook eenvoudig zijn in te bouwen in meerrijige spuitmachines. In 2010 is ook hier de businesscase afgerond en een consortium gevonden die het autonoom spuiten verder wil ontwikkelen en introduceren. Eind 2010 lag er een voorstel voor de verdere ontwikkeling en financiering. Definitieve besluitvorming vindt waarschijnlijk begin 2011 plaats. Ruimtelijke ordening 50 meter zone Wanneer gemeenten aan gronden een woon- of verblijfbestemming willen toekennen die grenst aan fruitteeltbedrijven, dienen zij hier een afstandszone van 50 meter in op te nemen tot de tuin c.q. perceelsgrens. Dit uit oogpunt van goede ruimtelijke ordening. De NFO blijft er bij de gemeenten op aandringen, met succes, om bij bestemmingswijziging de 50 m zone strikt te handhaven. Archeologische waarden In veel gemeenten worden in de bestemmingsplannen voor het buitengebied maatregelen genomen om de archeologische waarden die er in de bodem aanwezig kunnen zijn, te beschermen. De NFO vindt dat wanneer er sprake is van ‘verwachte archeologische waarde’ het reguliere agrarische gebruik niet belemmerd mag worden. Onder druk van de NFO/ LTO hebben diverse gemeenten hieraan gehoor gegeven en hebben in hun bestemmingsplannen aangegeven dat regulier agrarisch gebruik is toegestaan op deze gronden. Teeltondersteunende Voorzieningen (TOV) De NFO zet zich er voor in dat gemeenten TOV’s toestaan door opname in hun bestemmingsplan van passend beleid. In 2010 is in samenwerking met de NFO de handreiking teeltondersteunende voorziening uitgebracht in het Gelderse regio Rivierenland. Deze handreiking wordt gevolgd door de samenwerkende gemeenten in de regio. Daarnaast straalt dit positief uit op andere gemeenten die nu ook de stap durven te zetten om beleid op te nemen. Overige thema’s AID In 2010 heeft de AID de fruitteeltsector opnieuw extra gecontroleerd. De fruitteeltsector wordt gezien als een risicosector. Er vinden relatief veel bespuitingen plaats en de spuitdrift is hoger dan in andere sectoren. Daarnaast controleert de AID de fruittelers extra op het terrein van de wetgeving ten aanzien van spuitdrift. De NFO heeft diverse fruittelers inhoudelijk ondersteund bij het aantekenen van bezwaar en verdere rechtsgang naar de rechtbank tegen opgeleggende boetes.
22
Knellende regelgeving De NFO heeft in 2010 meegewerkt aan het in beeld brengen voor knellende regelgeving in de agrarische sector. Het nieuwe kabinet wil voortvarend aan de slag met knellende regelgeving en dat is een goede zaak. Het kabinet vaart een koers waarbij het zoveel mogelijk de lijn wil volgen van Europese regelgeving. Het wil af van aanvullende regels die de Nederlandse overheid stelt. Van deze lijst is voor de meest knellende regelgeving een top tien gemaakt om het belang van deze knelpunten kracht bij te zetten. Belangrijke winst kan de fruitteeltsector boeken bij de toelating van gewasbeschermingsmiddelen, de nieuwe regelgeving voor de opslag van brandstoffen, waaronder dieseltanks, archeologiekosten en ondiepe grondbewerking en mineralen wetgeving. Binnen de top tien staan gewasbescherming en de opslag van brandstoffen. LTO heeft de actie gecoördineerd en de lijst voor alle sectoren samengevoegd. PT waardevol instrument De NFO vindt het PT een nuttig instrument om voor de sector belangrijke zaken geregeld te krijgen. Wil de sector dat onder meer wordt geïnvesteerd in: de toelating van gewasbeschermingsmiddelen met een kleine omzet; onderzoek naar het oplossen van de MRL-problematiek, onderzoek gericht op een betere kwaliteit van onze rassen in het schap. Promotie voor Conference, houtig kleinfruit en wellicht andere rassen, de herpositionering van Elstar en markttoegang naar China voor peren. De NFO vindt het belangrijk dat deze zaken sectorbreed kunnen worden opgepakt. Bovendien nemen de collectieve structuren in de sector af. Zo is de afzet meer versnipperd dan ooit en zien we vanuit deze organisaties steeds minder sectorale initiatieven. Het PT is het enige instrument in de sector waar sectorbreed middelen kunnen worden gecreëerd en dus iedereen aan meebetaald. Bovendien bepaald de sector zelf waarde gelden aan worden besteed. De NFO speelt hierin een belangrijke rol. Toekomst PT De toekomst van de PBO en daarmee het PT staat volop ter discussie. Het kabinet heeft besloten dat de PBO iedere vier jaar een draagvlak toets moeten houden onder de heffingbetalers. De eerste draagvlaktoets staat gepland in 2011. Het exacte tijdstip is nog niet bekend. De NFO vindt dat de sector zich moet uitspreken over het voortbestaan van de PBO en niet de politiek. De NFO staat daarom achter een draagvlak toets onder de heffingbetalers. De NFO wil bij haar leden zo goed moegelijk inzichtelijk maken waar het PT voor staat. Dat doet de NFO door het PT regelmatig in beeld te brengen bij de projecten die door het PT worden gefinancierd. Communicatie met de leden De NFO onderhoudt op diverse manieren contact met haar leden. Actieve en frequente ledencommunicatie is essentieel voor behoud van de betrokkenheid en loyaliteit van de leden en legt de basis voor een levendige en bloeiende vereniging. Verzoeken vanuit een aantal afdelingen en enkele leden in 2010 waren voor het hoofdbestuur aanleiding het contact met de leden tegen het licht te houden. De NFO wilde weten of ze de leden afdoende bereikte. Ook was het de vraag of ideeën, vragen en inspraak van leden voldoende doorklonken binnen de vereniging en tot uiting kwamen in positionering van de NFO. Daarnaast vroeg de NFO zich af of nieuwe media een rol kunnen spelen bij het intensiveren van het ledencontact. In opdracht van de NFO is in 2010 de ‘Scan ledencommunicatie NFO’ uitgevoerd en kwam naar voren dat het contact van de NFO met haar leden op verschillende onderdelen is te verbeteren. Het hoofdbestuur is voor een duidelijke communicatie met de achterban. Als vervolg op de uitgevoerde scan heeft de NFO daarom opdracht gegeven om een communicatieplan te stellen. De NFO wil het plan presenteren op de ALV in 2011.
23
Structuur-NFO Binnen verschillende geledingen van de NFO is in 2010 stilgestaan bij de structuur van de NFO. Voldoet de huidige structuur nog of zijn aanpassingen gewenst en moet de NFO daarnaast een meer productgerichte structuur inrichten. Het hoofdbestuur heeft besloten om in 2011 nader stil te gaan staan bij de structuur van de NFO Binnen de NFO is een productgerichte structuur van houtig kleinfruit en steenfruit. Voor grootfruit ontbreekt deze. Bij een meer productgerichte structuur moet de huidige productgroep grootfruit minimaal opgesplitst worden in een productcommissie voor peer en een voor appel. De NFO heeft behoefte om te klankborden met leden voor productgerichte zaken zoals vervolgtrajecten uit Berenschot. Hier komen specifieke appel- en perenzaken aan bod. Ook bij een goede invulling van ledenactiviteiten zoals themabijeenkomsten is het van belang om goede suggesties van direct betrokken leden te krijgen. De nieuwe productcommissies krijgen dus een bredere taak dan alleen de aansturing van het onderzoek. Waarschuwingsnet De NFO is samen met VePaF en Caf partner in SWON. SWON beheert en coördineert het netwerk van weerstations voor de fruitteelt in Nederland. In 2010 draaide een vernieuwd en gemoderniseerd netwerkt en is de website www.weerpalen.nl oparationeel geweest. Faunazaken Edelherten in De Meinweg NFO en LLTB hebben in 2010 het uitzetten van Edelherten in het Nationaal Park De Meinweg weten te voorkomen. Staatsbosbeheer had bij het Nederlandse ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit een vergunning aangevraagd voor het uitzetten van 25 edelherten in het Nationaal Park De Meinweg. Ondanks protest van diverse organisaties waaronder de NFO verleende LNV via een ontwerpbesluit toestemming aan Staatsbosbeheer om edelherten uit te zetten in het Meinweggebied. Diverse organisaties waaronder de NFO en de LLTB hebben bezwaar ingediend tegen dit ontwerp besluit. Minister Verburg heeft het ontwerpbesluit om edelherten te kunnen uitzetten in de Meinweg vervolgens ingetrokken Een belangrijke reden waarom de minister het ontwerpbesluit heeft ingetrokken, is dat belangenorganisaties hebben kunnen aantonen dat de vergoedingen voor schade door edelherten niet goed waren geregeld. De lobby heeft dus succes gehad en de uitzetting van edelherten is voorlopig afgewend. Tot slot heeft ook Staatsbosbeheer besloten om de vergunningaanvraag voor de introductie in te trekken. Aan de minister van LNV vroeg Staatsbosbeheer meer tijd om met de diverse partners te werken aan draagvlak voor de plannen. Als er voldoende maatschappelijk draagvlak is om met een nieuwe vergunningaanvraag te komen, kan deze opnieuw ingediend worden. Zangvogels In 2010 zijn alle records gebroken op het gebied van Faunaschade in de fruitsector. In totaal is 1,4 miljoen euro uitgekeerd aan de fruittelers. Ter vergelijking in 2009 werd er 590.000 euro uitgekeerd. De meeste schade was er in de Conference. De mezen waren de grootste veroorzakers van de pikschade met een bedrag van maar liefst 1.322.000 euro. Belangrijk is wel dat, na raadpleging van NFO en LTO, de fruittaxatie prijzen per kg veel hoger zijn vastgesteld in 2010 dan in 2009. Via goede voorlichting, onder meer van de NFO zijn er, volgens het Faunafonds, ook steeds meer fruittelers die de weg naar het Faunafonds weten te vinden. Via onderzoek van Sovon Vogelonderzoek Nederland probeert het Faunafonds technieken te onderzoeken die de vogels verjagen. De juiste technieken zijn echter nog niet gevonden. De NFO is van mening dat er eerst goede technieken moeten zijn voordat deze geintroduceerd kunnen worden.
24
Bijensterfte NFO heeft bijgedrage aan de tot standkoming van een visie over de bijenhouderij van minsterie van Economie, Landbouw en Innovatie. Een belangrijk onderwerp hierin is de bijensterfte. Enkele wetenschappers van de universiteit van Utrecht zien als oorzaak het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen uit de groep neonicotinoiden. De NFO en LTO zijn echter van mening dat dit niet de oorzaak is van de mysterieuze bijensterfte. Diverse onderzoeken zijn gaande om het werkelijke probleem te achterhalen. Hierbij lijken vooral de varroamijt en de Nosemaparasiet een belangrijke rol te spelen. Dit komt in de door het ministerie van EL&I opgestelde visie ook naar voren.
Kenteken landbouwverkeer De Onderzoeksraad voor Veiligheid beveelt aan om voor landbouwvoertuigen dezelfde voertuigregelgeving te laten gelden als voor andere motorvoertuigen, zoals goedkeuring, toelating en registratie inclusief een kenteken, en een verplichte periodieke keuring. Ook adviseert de raad dat bestuurders van deze voertuigen een rijopleiding met exameneisen volgen en een verplicht trekkerrijbewijs voor alle bestuurders van landbouwvoertuigen. Dus eveneens voor bestuurders van achttien jaar en ouder in het bezit van een B-rijbewijs. De raad baseert zijn advies op zijn onderzoek naar verkeersongevallen met landbouwvoertuigen op de openbare weg. De NFO en LTO waarderen dat er aandacht is voor de veiligheid rondom het landbouwverkeer, maar de aanbevelingen van de raad vinden zij te ver gaan. In constructief overleg is samen met andere partijen, waaronder Veilig Verkeer Nederland, een degelijk advies neergelegd bij het ministerie van (voorheen) Verkeer en Waterstaat. In dit advies zijn een vrijwillig kenteken en een degelijker rijbewijs voor 16- en 17-jarigen, belangrijke kernpunten. De NFO is tegenstander van een verplicht kenteken voor alle voertuigen, omdat er veel voertuigen zijn die niet of nauwelijks op de weg komen, zoals pluktrekkers. Deze voertuigen verplichten tot een kenteken en periodieke keuring betekent een forse lastenverzwaring en de veiligheid wordt er niet mee gediend. Nachtvorstberegening Mogelijkheden voor nachtvorstbereging zijn voor een vitale fruitteelt van levensbelang. De NFO strijdt er voor dat alle telers goed voorzien worden van voldoende water in de perioden dat nachtvorstberegening nodig is. Het hoogheemraadschap de Stichste Rijnlanden heeft samen met de NFO/ LTO een plan van aanpak opgesteld voor het Kromme Rijn gebied, om de (bestaande) fruitteelt van voldoende water hiervoor te voorzien. In 2010 is men begonnen met de uitwerking van dit plan van aanpak en wordt een deel van de watergangen aangepast. Wel is er binnen de diverse waterschappen een brede discussie gaande over de kerntaken van het waterschap en in hoeverre men mag investeren in wateraanvoer voor nachtvorstberegening in de fruitteelt.
25
2. Organisatie Bestuur Het hoofdbestuur vergaderde in het verslagjaar acht keer onder leiding van Johan van Haarlem. In juni bracht het bestuur een werkbezoek aan kring Flevo-Noord. Tijdens het werkbezoek werden twee bedrijven bezocht en met de ondernemers en de bestuursleden gediscussieerd markt thema’s zoals promotie, aandacht in afzet voor bestaande rassen en TVC. De belangrijkste onderwerpen die op de agenda van het hoofdbestuur stonden, staan beschreven in hoofdstuk 2 van dit jaarverslag. Algemene ledenvergadering De algemene ledenvergadering (ALV) vond plaats op 8 april 2010 in De Meern. De vergadering stemde in met het voorstel van het hoofdbestuur om de basiscontributie in 2011 met 10 euro te verhogen. Tijdens de ALV hield Kees Rippen van Berenschot een inleiding over de Quick Scan inzake de fruitafzet. Hij is van mening dat de fruittelers het heft in eigen hand moeten nemen en meer moeten samenwerken. Op dit thema werd doorgeborduurd in de discussie tussen een forum, bestaande uit een aantal stakeholders in de fruitsector en de zaal, die plaatsvond na de inleiding van Kees Rippen. Ook werd er gepleit voor herpositionering van Elstar en deze naar het voorbeeld van de clubrassen te gaan vermarkten. Ook was een pleidooi voor een verdere transparantie van prijzen en marges binnen ketens. Geïnstalleerd werden de volgende leden en plaatsvervangend leden van het hoofdbestuur: -H. van Kekem uit Ameide als opvolger van H. van Wetten uit Nieuw-Beijerland; -A. Slabbekoorn uit Kapelle werd herbenoemd als lid; -C.A. de Ruiter uit Numansdorp herbenoemd als plaatsvervangend lid van H. van Kekem; - H. de Schutter herbenoemd als plaatsvervangend lid van A. Slabbekoorn. Kringen en afdelingen In het verslagjaar zijn er geen wijzigingen opgetreden in het aantal kringen en afdelingen. De NFO heeft zes kringen. Deze kringen behartigen het regionale sectorbelang en sturen het hoofdbestuur aan. Het aantal afdelingen bedraagt twintig die tal van activiteiten, vooral op vaktechnisch terrein, hebben georganiseerd. In 2010 zijn wederom een aantal themadagen/bijeenkomsten gehouden zoals de Kennisdagen voor groot-, klein- en steenfruit, de Noord-Hollandse Fruitteeltdag en de themabijeenkomsten in het winterseizoen. Commissies Binnen de NFO functioneerden aan het eind van het jaar vier permanente commissies: de Redactiecommissie, de commissie Steenfruit, de productgroep Houtig Kleinfruit en de productcommissie Grootfruit. De commissies spelen, behalve de Redactiecommissie, een belangrijke rol bij de aansturing van het onderzoek vanuit het PT. De commissies toetsen onderzoeksvoorstellen inhoudelijk om een optimale afstemming van het onderzoek met de praktijk te kunnen garanderen. De commissies Houtig Klein Fruit en Steenfruit behandelen daarnaast ook de thema’s afzet, promotie en vaktechniek. Dienstverlening aan de leden De NFO biedt aan leden de service om individuele vragen te kunnen stellen. De individuele vragen die van leden binnenkomen hebben vooral betrekking op fruitteeltspecifieke vraagstukken zoals: taxaties van fruitpercelen bij onteigening; toelating van gewasbeschermingsmiddelen; het Lozingen Besluit Open Teelten; ruimtelijke ordening; 50 meter zone tussen fruitbedrijven en bebouwing; schadevergoedingsmogelijkheden door het Faunafonds; ondersteuning bij het voeren van (rechtelijke) procedures; het starten van fruitbedrijven; de richtlijnen voor huisvesting van seizoenwerkers op de bedrijven; de werkwijze bij controles van inspectiediensten, etc. De leden worden zoveel mogelijk direct geholpen of doorverwezen naar specialisten.
26
Samenwerking De NFO werkt nauw samen met diverse organisaties. Het hoofdbestuur besloot in 2010 om het aspirant lidmaatschap van VNO-NCW om te zetten in een ‘echt’ lidmaatschap. Hierdoor wordt de zetel die de NFO in het Tuinbouw Platform heeft van VNO-NCW definitief. Het zijn vooral bedrijfs- en sociaaleconomische onderwerpen die in dit platform aan de orde komen. Ook via dit platform zet de NFO extra druk op de overheid om bedrijfs- en sociaal economische obstakels voor de fruitteeltondernemers uit de weg te ruimen. Sinds voorjaar 2010 is de NFO als adviseur verbonden aan het Comité Fruithandel van Frugi Venta. Dit comité is actief voor handelaren, pachters, exporteurs en importeurs van fruit. De NFO wil via dit adviseurschap komen tot nog betere samenwerking in de fruitketen. Vakblad Fruitteelt Redactioneel telde Fruitteelt in het verslagjaar 918 pagina’s. Dit is 36 pagina’s meer dan het begrote aantal pagina’s van 872. In totaal zijn er acht themanummers uitgebracht: Ondernemerschap, gewasbescherming appel en peer, gewasbescherming houtig kleinfruit en steenfruit, Fruitteelt Vakbeurs, Arbeid, Oogst, honderd jaar De Fruitteelt en Kerst. In vier van de 52 weken is er geen Fruitteelt uitgebracht; in totaal zijn er 48 nummers uitgebracht. Het totaal aantal advertentiepagina’s bedroeg 232. Dit is 24 pagina’s meer dan het begrote aantal pagina’s. Het beleid van de NFO is erop gericht om het aantal redactionele pagina’s over de jaren heen constant te houden zodat de leden dezelfde hoeveelheid informatie ontvangen. Zo werden er in 2000 887 pagina’s redactioneel uitgebracht. Honderd jaar Fruitteelt Het jaar 2010 was een bijzonder jaar. Dit jaar werd de honderdste jaargang van Fruitteelt uitgebracht. Hieraan werd aandacht in Fruitteelt besteed door wekelijks een bericht uit een oude jaargang weer te geven en een themanummer 100 jaar Fruitteelt uit te brengen. In deze 100 jaar heeft het vakblad Fruitteelt een enorme ontwikkeling doorgemaakt. In die tijd is ook de lay-out diverse keren veranderd en gemoderniseerd. Voor het laatst was dit in 1998. Het werd dus hoog tijd voor een nieuwe lay-out. Vanaf het nummer in 2010 is deze doorgevoerd. Website Sinds 2004 is de website van de NFO in de lucht: www.nfofruit.nl . Op deze site zijn een aantal gegevens over de Nederlandse fruitteelt en de NFO weergegeven. Wekelijks worden er nieuwe berichten op geplaatst. Steeds vaker wordt er door de NFO gebruik gemaakt van de website om leden de mogelijkheid te bieden zich op te geven voor deelname aan activiteiten. Ook is er sinds dit jaar een aparte website voor evenementen gelanceerd: www.nfo-evenmenten.nl In 2010 is de NFO-site ruim 29.000 keer bezocht en zijn er 121.000 pagina's bekeken. Nieuwsbrief Vanaf het voorjaar 2010 brengt de NFO een wekelijkse nieuwsbrief uit. De nieuwsbrief wordt op dinsdag per E-mail verstuurd en is gericht op het laatste nieuws in de fruitsector. In april 2010 werd de nieuwsbrief naar zo'n 900 leden verstuurd. In maart 2011 is dit opgelopen naar bijna 1200 leden. Met de komst van deze nieuwsbrief is duidelijk te zien dat de website op de dinsdag en woensdag beduidend meer wordt bezocht.
27
Secretariaat De staf van de organisatie bestond uit • ir. S. Koning, secretaris-directeur • ir. H.G. Bus, beleidsmedewerker • ing. J. van Bruchem, beleidsmedewerker • ing. W. Bulk, beleidsmedewerker • ing. A. Vliegen-Verschure, kennisconsulent appel en peer • ir. H. Koenraads, medewerker vaktechniek Administratie • T. Cevaal, secretaresse • H. van der Vliet, financiële administratie • I. Spaans, ledenadministratie Redactie van het vakblad Fruitteelt • ir. H.G. Bus, hoofdredacteur • ir. C. van Assche, vakredacteur • ing. M. van Schaik, vakredacteur • ing. M. Ebben, eindredacteur. Verloop ledenbestand Op 1 januari 2010 bedroeg het aantal leden van de NFO 2913. Het aantal hectaren bedroeg 12.003. Aan het eind van het verslagjaar bedroeg het aantal leden 2816, het aantal hectaren 11.476.
28
3. Resultatenrekening van de NFO over 2010 (in euro)
Baten Contributies Advertenties Fruitteelt Projectsubsidies Financieringsbaten en lasten Overige opbrengsten Buitengewone baten/lasten Resultaat deelneming Boeken en mailings
Lasten 800.223 231.073 183.201 73.574 86.886 22.649 210 3.365 1.401.181
Personeelskosten Huisvestingskosten Kosten Fruitteelt Kantoor kosten Afschrijving Overige kosten Voordelig saldo
773.519 41.783 273.036 60.726 244.767 7.350 1.401.181
29
Samenstelling NFO-bestuur per 31 december 2010 Naam
Woonplaats
J.G. van Haarlem A. Slabbekoorn
Buurmalsen Kapelle
F. van Brandenburg F. ter Hofstede H. van Kekem C. Bos R. Notermans R. Simons ir. S. Koning
Heteren Wijdenes Ameide Dronten Banholt Haaren Hazerswoude-Dorp
Functie/vertegenwoordiger van voorzitter, vice-voorz, kring Zeeland/Noord-Brabant kring Midden-Nederland kring Noord-Holland kring Zuid-Holland kring Flevo-Noord kring Limburg Productgroep houtig kleinfruit secretaris (adv. lid)
Het dagelijks bestuur bestond uit J.G. van Haarlem (voorzitter), A. Slabbekoorn (vice-voorzitter) C. Bos en ir. S. Koning (secretaris)
Samenstelling NFO-commissies per 31 december 2010 Bestuur Productgroep Houtig Kleinfruit R. Simons, Haaren
voorzitter
leden: B. Branderhorst, Kaatsheuvel E. van Wijngaarden, Schalkwijk R. Pel, Dongen G. van Maanen, Dodewaard P. Albers, Slijk-Ewijk F. Bunt, Herwen G. de Weert, Rossum ir. H. Koenraads , Zoetermeer
secretaris
Productcommissie Steenfruit F. van Brandenburg, Heteren
voorzitter
Leden: J. Meulblok, Heinkenszand H. van den Boogaard, Nederweert W. Kranenburg, Buurmalsen W. de Bruin, Geldermalsen J. Elenbaas, Arnemuiden R. Klay Venhuizen P. de Groot, Hem ir. H. Koenraads, Zoetermeer
secretaris
30
Productcommissie Appel en Peer C. Bos, Dronten
voorzitter
Leden: J.G. Grolleman, Dronten M. van ‘t Westeinde, Nisse C. de Ruiter, Numansdorp G. van Veldhoven, Meteren R. Jurrius, Helmond A. Karsten, Wijdenes Adviserende leden: ing. A. Vliegen-Verschure, Neerijnen ir. H. Koenraads, Zoetermeer
secretaris
Redactiecommissie Fruitteelt J. Elenbaas, Arnemuiden
voorzitter
Leden: H. Reinders , Panningen C. Uyttewaal, Bemmel A. Goes, `t Goy. B.J. van Westreenen, Echteld A. Oostveen, Dronten H. van Doremaele, Velddriel Adviserende leden: H. Balkhoven, FCI Randwijk M. Ravesloot, PPO-fruit Randwijk ir. H.G. Bus, Zoetermeer
secretaris
Floriade commissie Fruitteelt H. Reinders, Panningen
voorzitter
Leden J. Vrancken, Schimmert ing. W. Bulk, Zoetermeer
secretaris
31
Externe vertegenwoordigingen van de NFO per 31 december 2010 SK LTO Nederland Beleidsraad LTO J.G. van Haarlem, Buurmalsen ir. S. Koning, Zoetermeer
lid plv. lid
Overleg Plantaardig J.G. van Haarlem, Buurmalsen ir. S. Koning, Zoetermeer
lid plv. lid
LTO werkgroep Gewasbescherming J.G. van Haarlem, Buurmalsen lid Ing J. van Bruchem, Zoetermeer plv. lid Werkgroep fiscale zaken J.G. van Haarlem, Buurmalsen lid Ir. H. G.Bus Zoetermeer plv. lid Commissie Sociaal Economisch beleid A. Slabbekoorn, Kapelle Verder is de NFO betrokken bij of vertegenwoordigd in diverse LTO-commissies/werkgroepen/beleidsteams zowel landelijk als regionaal Colland Regiegroep CAO Open Teelten J.G. van Haarlem, Buurmalsen Ir. H. G..Bus, Zoetermeer
lid plv. lid
Bestuur Suwas J.G. van Haarlem, Buurmalsen
lid
Bestuur Arbeidsmarktbeleid A. Slabbekoorn, Kapelle
lid
Sectorraad Agrarisch A. Slabbekoorn, Kapelle
plv. lid
Sectoradviescommissie Open Teelten H.G. Bus lid
Productschap Tuinbouw (PT) Bestuur J.G. van Haarlem, Buurmalsen ir. S. Koning, Zoetermeer
lid plv. lid
Sectorcommissie Groenten en Fruit J.G. van Haarlem, Buurmalsen lid ir. S. Koning, Zoetermeer plv. lid Commissie Oogstramingen PT J.G. van Haarlem, Buurmalsen ir. H.G. Bus, Zoetermeer
lid lid
32
Werkgroep appelen ir. S. Koning, Zoetermeer
lid
AGF-promotie Werkgroep Fruitpromotie ing W. Bulk, Zoetermeer
lid
Stuurgroep Frissfruit ing. W. Bulk, Zoetermeer
lid
Stuurgroep Floriade groenten en fruitinzending ir. S. Koning lid Nederlandse Algemene Keuringsdienst Sector Boomteelt J.G. van Haarlem, Buurmalsen lid Afdelingscommissie Fruitgewassen Leden: H.E.P. Reinders, Panningen vacature J.G. van Haarlem, Buurmalsen H. van Wetten, Nieuw-Beijerland Onderzoek Programma Adviescommissie Fruitgewassen (PAC) J.G. van Haarlem, Buurmalsen
voorzitter
Leden: C. Bos, Dronten R. Simons, Haaren F. van Brandenburg, Heeteren ir. S. Koning, Zoetermeer Onderwijs Aequor, Ede vacature
lid
Stichting kwaliteitseisen Landbouwtechniek ing. J. van Bruchem, Zoetermeer lid Stuurgroep Expert Centre speciality Crops ing. J. van Bruchem, Zoetermeer lid Buitenland Copa werkgroep Groenten en Fruit ir. S. Koning, Zoetermeer lid Inova Fruit BV Raad van commissarissen J.G. van Haarlem, Buurmalsen ir. S. Koning, Zoetermeer Algemene ledenvergadering A. Slabbekoorn, Kapelle
leden lid
33
Stichting Flowers en Food Ir. S. Koning, Zoetermeer J.G. van Haarlem, Buurmalsen Lozingenbesluit Open Teelten Bestuurlijk overleg J.G. van Haarlem Ing J van Bruchem Bestuur
lid plv lid
lid plv lid
34
Fruitteelt sector in cijfers
Tabel 1. Oppervlakte fruit volgens meitellingen 2007, 2008, 2009 en 2010 in hectare 2007
appel
2008
2009
2010
verschil tov 2009 abs %
totaal jonger dan één jaar één jaar en ouder totaal jonger dan één jaar één jaar en ouder totaal pruim zoete kers zure kers overig totaal blauwe bes bramen* frambozen* rode bessen* zwarte bessen wijndruif overig
9.380 9.302 9.129 8.681 -448 619 611 378 549 8.761 8.691 8.751 8.132 peer 7.296 7.476 7.800 7.995 195 480 488 436 595 6.816 6.988 7.364 7.400 Steenfruit 974 993 1.017 1.031 14 277 262 281 267 -14 331 352 335 357 22 336 350 372 353 -19 30 30 30 53 23 houtig kleinfruit 1.261 1.549 1.634 1.663 29 280 419 526 535 9 30 30 25 30 5 45 55 45 124 79 290 310 330 240 -90 491 560 530 545 15 105 143 147 158 11 20 32 31 31 0 fruit onder glas 61 66 61 55 -6 noten 69 85 108 106 -2 Totaal fruit 19.041 19.471 19.749 19.531 -218 * in 2010 kon voor het eerst aangeven of rode bessen, frambozen of bramen geteeld werden. Hieruit bleek dat de onderverdeling in voorgaande jaren niet juist was gemaakt. Bron: CBS
Tabel 2. Oppervlakte appels per provincie in 2007, 2008, 2009 en 2010 in hectare verschil tov 2009 2007 2008 2009 2010 abs % Vier noordelijke provincies 141 143 128 119 -9 -7 Gelderland 2.999 3.046 2.936 2.778 -158 -5 Utrecht 815 776 738 752 14 2 Noord-Holland 270 264 230 214 -16 -7 Zuid-Holland 475 466 436 380 -56 -13 Zeeland 1.636 1.662 1.624 1.533 -91 -6 Noord-Brabant 789 732 812 714 -98 -12 Limburg 1.354 1.284 1.282 1.291 9 1 Flevoland 901 929 943 900 -43 -5 Totaal 9.380 9.302 9.129 8.681 -448 -5 Bron: CBS
35
-5
3
1 -5 7 -5 77 2 2 20 176 -27 3 7 0 -10 -2 -1
Tabel 3. Oppervlakte peren per provincie in 2007, 2008, 2009 en 2010 in hectare verschil tov 2009 2007 2008 2009 2010 abs % Vier noordelijke provincies 56 51 56 66 10 18 Gelderland 1.836 1.877 1.913 1.969 56 3 Utrecht 891 879 985 1.058 73 7 Noord-Holland 577 594 605 583 -22 -4 Zuid-Holland 614 604 583 618 35 6 Zeeland 2.106 2.206 2.313 2.379 66 3 Noord-Brabant 477 502 546 517 -29 -5 Limburg 271 302 332 311 -21 -6 Flevoland 468 461 467 494 27 6 Totaal 7.296 7.476 7.800 7.995 195 3 Bron: CBS
Tabel 4. Oppervlakte appels per ras in 2002, 2007 en 2010* 2002 2007 ha % ha Elstar 4.374 39,1 4.220 Jonagold 3.545 31,7 2.458 Boskoop 809 7,2 615 Golden Delicious 763 6,8 536 Kanzi 306 Junami 259 Rubens 145 Delcorf 318 2,8 226 Cox's O.P. 666 6,0 255 Overige rassen 702 6,3 360 Totaal 11.177 9.380
% 45,0 26,2 6,6 5,7 3,3 2,8 1,5 2,4 2,7 3,8
2010 ha 3.598 2.273 476 469 380 429 192 168 121 575 8.681
% 41,4 26,2 5,5 5,4 4,4 4,9 2,2 1,9 1,4 6,6
2010 ha 5.888 968 428 260 142 112 197 7.995
% 73,6 12,1 5,4 3,3 1,8 1,4 2,5
* 2002 en 2007 op basis van uitgebreide meitelling, 2010 een schatting Bron: CBS
Tabel 5. Oppervlakte peren per ras in 2002, 2007 en 2010* 2002 ha 4.035 1.119 204 488 213
% 63,8 17,7 3,2 7,7 3,4
2007 ha 5.444 1.000 263 254 161
% 74,6 13,7 3,6 3,5 2,2
Conference Doyenné du Comice Beurré Alexander Lucas Stoofperen Triomphe de Vienne Sweet Sensation Overige handperen 270 4,3 174 2,4 Totaal 6.329 7.296 * 2002 en 2007 op basis van uitgebreide meitelling, 2010 een schatting Bron: CBS
11/0368/HB/tc
36