Jaarverslag
Hilversum, 18 oktober 2013
Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE ................................................................................................................................ 2 VERSLAG VAN DE TOEZICHTHOUDER ................................................................................................... 3 OVERVIEW ........................................................................................................................................... 4 BESTUUR ............................................................................................................................................. 4 ALGEMEEN........................................................................................................................................... 5 IDENTITEIT ........................................................................................................................................... 8 ONDERWIJS ....................................................................................................................................... 10 PERSONEEL ........................................................................................................................................ 14 HUISVESTING EN ICT .......................................................................................................................... 19 COMMUNICATIE EN RELATIES............................................................................................................ 21 FINANCIEEL ........................................................................................................................................ 23 RISICOPARAGRAAF ............................................................................................................................ 27 TOEKOMSTPERSPECTIEVEN ............................................................................................................... 28 BIJLAGE: VERANTWOORDING BESTEDING PRESTATIEBOX ................................................................. 29
2
Verslag van de toezichthouder In 2011 heeft het Bestuur van de Petrus Dathenusschool een traject ingezet om te komen tot de overgang naar nieuwe bestuursstructuur met een Toezichthoudend Bestuur (verder TB) in combinatie met een (uitvoerend) bestuur. Het jaar 2012 heeft het Toezichthoudend Bestuur vooral benut om de eigen positie ten opzichte van het bestuur verder te verkennen. Hiervoor zijn de bestuursvergaderingen bezocht. Hierdoor is er bij het TB een goede indruk ontstaan over het functioneren van de organisatie van bestuur en directie. Tijdens het verslagjaar heeft er ook een wisseling plaatsgevonden in de personele samenstelling van het TB. De heer W. van Ettekoven heeft zijn functie neergelegd. In de plaats hiervoor is door de Gereformeerde Gemeente Hilversum de heer J. van Rijssel voorgesteld en benoemd. Het Toezichthoudend Bestuur bestaat uit de volgende personen: De heer L. Hoek namens de Gereformeerde Gemeente in Nederland te Breukelen; De heer J. Vossestein namens de Oud Gereformeerde Gemeente te Loenen a/d/ Vecht; De heer J. van Rijssel namens de Gereformeerde Gemeente te Hilversum. In het verslagjaar is er een gezamenlijke bespreking geweest met de kerkenraden, het bestuur en de toezichthouders. Tijdens deze gesprekken is het huishoudelijk reglement besproken die, tot aan de statutenwijziging, de positie van de toezichthoudende bestuursleden vastlegt ten opzichte van het bestuur. In de komende tijd zullen de toezichthoudende bestuursleden zich gaan bezinnen op de inhoudelijke vormgeving van haar taak als toezichthouder.
3
Overview De Petrus Dathenusschool is een school voor basisonderwijs die uitgaat van de Vereniging tot het Verstrekken van Basisonderwijs op Reformatorische Grondslag te Hilversum. In de jaarrekening worden de activiteiten van de Vereniging (ouderbijdragen, ledencontributies, schoolvervoer en dergelijke) en de activiteiten van de school geconsolideerd verantwoord. Bestuur Het bestuur van de Schoolvereniging bestaat uit 7 leden, het dagelijks bestuur wordt gevormd door de voorzitter, de secretaris en de penningmeester. Deze structuur heeft in 2012 geen wijzigingen ondergaan. Het bestuur bestaat thans uit de volgende personen:
1e voorzitter C. Verwoerd
2e voorzitter Vacature
1e secretaris T.G. Kok
2e secretaris J. Landwaart
1e penningmeester J. Bakker
2e penningmeester A. Knoop
Algemeen adjunct M. Bloed
School Petrus Dathenusschool Lopes Diaslaan 85A 1222 VC Hilversum 035-6855420 Email:
[email protected]
Directeur T. van Iwaarden
Dit verslag is gemaakt door de heren J. Bakker (1e penningmeester) en T. van Iwaarden (directeur), die gaarne bereid zijn een en ander toe te lichten en vragen te beantwoorden.
4
Algemeen 1. Geschiedenis van de school De Petrus Dathenusschool ging van start in 1970. De school is van 1 augustus 1970 t/m november 1980 gehuisvest geweest in noodlokalen aan de Erfgooiersstraat 250-252. De school vond van november 1980 tot februari 2010 haar onderkomen in één gebouw met de Titus Brandsmaschool. Er werden de nodige voorzieningen getroffen, zodat we elkaar niet hinderden. Daar destijds een tweetal kleutergroepen ook in het gebouw gehuisvest waren, was het dringend noodzakelijk uitbreiding aan te vragen. Dit is geschied in december 1984. In februari 2010 hebben we een nieuwe school betrokken aan de Lopes Diaslaan 85A te Hilversum. 2. Vereniging De Petrus Dathenusschool gaat uit van de Vereniging tot het Verstrekken van Basisonderwijs op Reformatorische Grondslag Te Hilversum. Het bestuur van de Schoolvereniging bestaat normaliter uit 7 leden. Dit jaar is er een vacature ontstaan die tot op heden niet is vervuld. Zij vertegenwoordigen de drie participerende kerken in het bestuur: De Oud Gereformeerde Gemeente in Nederland te Loenen a/d Vecht, de Gereformeerde Gemeente in Nederland te Breukelen en de Gereformeerde Gemeente te Hilversum. Ouders die de grondslag van de vereniging onderschrijven kunnen zich aanmelden als lid van de schoolvereniging. Leden hebben een toezichthoudende functie. Het dagelijks bestuur wordt gevormd door de voorzitter, de 1 e penningmeester en de 1e secretaris. De directie van de school bestaat uit één persoon: dhr. T. van Iwaarden. Naast de directeur bestaat het personeel per ultimo 2012 uit vijf leerkrachten, één Interne Begeleider en 2 Onderwijsassistentes. 3. Het schoolgebouw In 2005 bereikte ons een voorstel van de gemeente Hilversum om nieuwbouw te realiseren in combinatie met de Titus Brandsmaschool en de Dr. Ir. C. Lelyschool aan de Lopes Diaslaan. Dit in het kader van de ontwikkelingen in de wijk Hilversum-Noord. Na drie jaar overleggen over de mogelijkheden, het programma van eisen, de bouwplannen etc. is een aanvang met de bouw gemaakt in april 2009 en is de nieuwe combinatieschool opgeleverd in februari 2010. De school heeft, naast de leslokalen veel nevenruimten, zoals een directiekamer, een personeelskamer, een kamer voor de IB-er en een RT-kamer. Hoewel we met drie scholen in één gebouw zijn gehuisvest, blijft het uiteraard mogelijk overeenkomstig onze eigen identiteit onderwijs te geven. We maken gezamenlijk gebruik van de gymzaal, het speellokaal en het handvaardigheidlokaal. Elke school heeft zijn eigen ingang en eigen schoolplein. De samenwerking met de beide andere scholen verloopt uitstekend. Er hebben zich in de drie jaar dat we in één gebouw gehuisvest zijn geen fricties voorgedaan. 4. Intern toezicht Het bestuur staat onder toezicht van drie toezichthouders, afkomstig uit de participerende kerkenraden. Tot op heden hebben zij de bestuursvergaderingen bijgewoond en ook één keer apart vergaderd. Hoewel het nog een zoektocht is om conform de wettelijke verplichting invulling te geven aan deze taak begint e.e.a. toch meer vorm te krijgen. In het jaar 2013 zal er in overleg met het bestuur afgesproken worden hoe het toezichthouden in de toekomt zal verlopen. 5. Kernopdracht (missie) De basisschool draagt er zorg voor, de haar toevertrouwde kinderen in overeenstemming met Gods Woord en de daarop gegronde belijdenisgeschriften te leiden, te vormen en legt mede de grondslag voor het volgen van aansluitend voortgezet onderwijs. Dagelijks wordt het Woord van God geopend waaruit verteld wordt aan de kinderen met de bede of het gestrooide Zaad zijn vruchten mag afwerpen tot heil van de leerlingen. Evenzeer wordt er, met alle gebrek, naar gestreefd de identiteit een plaats te geven in het gehele onderwijsproces en in het omgaan van leerkrachten en leerlingen met elkaar. Zij hoopt hiermee te mogen bereiken dat de kinderen, met de hun gegeven talenten, hun taak en opdracht in kerk, gezin en samenleving zoeken te vervullen naar de eis van Gods Woord.
5
Vanuit het algemene doel onderscheiden we de volgende bijzondere doelen: de gewetensvorming de verstandelijke ontwikkeling de emotionele ontwikkeling het ontwikkelen van de creativiteit het verwerven van noodzakelijke kennis het verwerven van culturele vaardigheden 6. Zienswijze en uitgangspunten Ons uitgangspunt is dat onderwijs en opvoeding onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn. Ons onderwijs sluit dan ook aan op en ligt in het verlengde van de opvoeding in het gezin en is onder meer gericht op de overdracht van de op Gods Woord gegronde normen en waarden. Als school rusten we onze leerlingen toe voor deelname aan de samenleving vanuit het perspectief dat de mens geschapen is om tot Gods eer te leven. In de periode januari t/m juli 2011 is de laatste hand gelegd aan het schrijven van een schoolplan voor de jaren 2011-2015 D.V. In dit schoolplan is opnieuw omschreven dat het gehele onderwijs doortrokken moet zijn van de identiteit van onze school. In hoofdstuk 3 van het schoolplan wordt dit als volgt omschreven: “Ons uitgangspunt is dat onderwijs en opvoeding
onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn. Ons onderwijs sluit dan ook aan op en ligt in het verlengde van de opvoeding in het gezin en is onder meer gericht op de overdracht van de op Gods Woord gegronde normen en waarden. Als school rusten we onze leerlingen toe voor deelname aan de samenleving vanuit het perspectief dat de mens geschapen is om tot Gods eer te leven. In ons onderwijs heeft de leerkracht een centrale rol. Hij/zij dient identificatiefiguur te zijn, draagt kennis over en begeleidt leerlingen bij het proces van kennisverwerving. We vinden het belangrijk dat leerlingen leren samenwerken en dat elke leerling op zijn eigen niveau kan functioneren en presteren. We zijn het als reformatorische school aan onze grondslag verplicht kwalitatief goed onderwijs te bieden. De meetbaarheid van die kwaliteit is slechts beperkt mogelijk, omdat een aantal essentiële factoren niet te kwantificeren is. Voor een nadere uitwerking van de zienswijze en uitgangspunten verwijzen we naar de onderliggende beleidsplannen en dan vooral het Schoolplan en het Personeelsbeleidsplan”. 7. Doelgroep (kinderen) De kinderen van 4 t/m 12 jaar die in staat zijn het basisonderwijs te volgen en van wie de ouders de grondslag van de school onderschrijven, vormen de doelgroep van de school. Naast de leerlingen die het reguliere onderwijs met de reguliere zorg ontvangen, kennen we op onze school ook een aantal zorgleerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, de zogenoemde zorgleerlingen. We verdelen de zorgleerlingen in drie groepen: a. de geïndiceerde zorgleerlingen Dit zijn de leerlingen die geïndiceerd zijn als zorgleerling door de Permanente Commissie Leerlingenzorg van ons samenwerkingsverband WSNS. Voor die leerlingen wordt in eerste instantie binnen de school gewerkt met hulpplannen en zo nodig met individuele leerlijnen. b. de leerlingen met leerlinggebonden financiering (LGF) Gegeven het feit dat in het kader van WSNS een zorgstructuur is gaan functioneren en verder tot ontwikkeling wordt gebracht, kunnen leerlingen die worden aangemeld met een rugzakindicatie niet zonder meer worden afgewezen. Zij dienen in principe te worden toegelaten als er in principieel opzicht geen beletsel is en binnen de zorgstructuur ook op langere termijn de noodzakelijke zorg kan worden geboden. De leerkrachten worden bij de begeleiding van deze leerlingen bijgestaan door een ambulante begeleider. c. de leerlingen met een Ontwikkelingsperspectief Voor leerlingen met een eigen leerlijn vanaf groep 5 is een ontwikkelingsperspectief (OPP) opgesteld. N.a.v. opmerkingen van de inspectie is in het OPP ook een paragraaf toegevoegd m.b.t. onderwijsaanbod en instructiebehoeften 8. Voedingsgebied (regio) De school betrekt momenteel zijn leerlingen uit Hilversum en uit verschillende plaatsen uit de Gooi en Vechtstreek, zoals Bussum, Naarden, Huizen, Kortenhoef, Loenen a/d Vecht, Loenersloot, Loosdrecht, Vreeland, Breukelen, Nieuwersluis.
6
Woonplaats
Aantal leerlingen per 31-07-2012
Aantal leerlingen per 31-12-2012
Hilversum
25
25
Bussum
3
2
Naarden
1
1
Huizen
20
19
Kortenhoef
4
3
Loenen a/d Vecht
10
10
Loenersloot
3
3
Loosdrecht
3
2
Vreeland
2
1
Breukelen
7
6
Nieuwersluis
4
3
Totaal
82
75
7
Identiteit 1. Zienswijze en uitgangspunten Ons uitgangspunt is dat onderwijs en opvoeding onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn. Ons onderwijs sluit dan ook aan op en ligt in het verlengde van de opvoeding in het gezin en is onder meer gericht op de overdracht van de op Gods Woord gegronde normen en waarden. Als school rusten we onze leerlingen toe voor deelname aan de samenleving vanuit het perspectief dat de mens geschapen is om tot Gods eer te leven. Wij achten het van groot belang dat de opvoeding en het onderwijs dat de kinderen thuis ontvangen overeenkomt met hetgeen ze op school wordt voorgehouden. Daarom wordt regelmatig met de ouders van gedachten gewisseld, b.v. bij gesprekken tijdens ouderbezoek en op de ouderavond over identiteitsgebonden zaken, die de opvoeding van de kinderen betreffen. Ook hechten we grote waarde aan de manier waarop kinderen met elkaar en met de leerkrachten omgaan. Wanneer grensoverschrijdend gedrag wordt geconstateerd op school of tijdens de reis naar en van school wordt dat ook met de ouders gecommuniceerd. 2. Toelatingsbeleid (ouders) Voor alle leerlingen die tot onze school worden toegelaten, geldt dat hun ouders de grondslag van onze school onderschrijven. Voorafgaand aan de toelating dienen de ouders een inschrijfformulier in te vullen. Naast een aantal zakelijke gegevens verklaren zij in te stemmen met de grondslag van de school, die verwoord is in de identiteitsbrief. Toelating tot onze school is pas mogelijk na ondertekening van deze identiteitsbrief door de ouders. Alle ouders hebben de identiteitsbrief ondertekend. Al vele jaren is er sprake van grote eensgezindheid tussen de ouders en de school met betrekking tot de grondslag van onze school. Fricties op dit gebied deden zich niet voor. 3. Bestuur Het bestuur is betrokken bij bepaalde uitvoerende, identiteitsgebonden taken, zoals het benoemingsbeleid. Verder legt het bestuur een aantal keren per jaar schoolbezoeken af en zijn er vele keren per jaar contacten met de directeur van de school, die ook alle bestuursvergaderingen bijwoont. Met de directie is gesproken over een aantal zaken uit het kernkader primair onderwijs. In het jaar 2012 heeft het bestuur op vele momenten van haar betrokkenheid bij het schoolgebeuren blijk gegeven, wat door het personeel bijzonder wordt gewaardeerd. Ook heeft het bestuur overleg gehad met de in het bestuur participerende kerkenraden over identiteitsgebonden zaken. Met name is gesproken over het invullen van vacatures in het TB en het bestuur. 4. Maatschappelijke ontwikkelingen Er hebben zich in het afgelopen jaar verscheidene ontwikkelingen voorgedaan die onze identiteit raken. Dit zijn de belangrijkste drie. - In december 2012 zijn de vernieuwde kerndoelen rondom seksuele diversiteit in werking getreden. Deze kerndoelen zijn bedoeld om onderwijsgevenden er toe aan te zetten leerlingen op basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs respect bij te brengen voor het verschijnsel seksuele diversiteit. E.e.a. naar aanleiding van aanhoudend pestgedrag t.o.v. homoseksuelen. Met deze maatregel bepaalt de politiek de inhoud van onze lessen. De uitdaging voor onze school is om in de eerste plaats recht te doen aan onze anders gerichte medemens, door onze leerlingen te leren hen in hun waarde te laten. Daarbij kunnen en willen we onze leerlingen geen respect bijbrengen voor het verschijnsel zelf, wat immers duidelijk tegen Gods Woord ingaat. En de Bijbel blijft ons uitgangspunt in het onderwijs. - In het afgelopen jaar heeft de politiek zich gebogen over de vraag of een gesloten toelatingsbeleid nog wel van deze tijd is. Een grote meerderheid in de Tweede Kamer is het er over eens dat alle scholen alle leerlingen moeten toelaten. Als dit in de komende tijd per wet bekrachtigd zal gaan worden dan betekent dat voor onze school dat we leerlingen niet meer kunnen weigeren op grond van de levensovertuiging en
8
-
levenspraktijk van de ouders. Zonder op de zaken vooruit te lopen of ons onnodig zorgen te maken is dit onderwerp bij ouders, leerkrachten en bestuursleden ter bespreking voorgelegd. Enerzijds is er sprake van een bedreiging, daar toch immers de beschermende leefsfeer van jonge kinderen wordt opengebroken. Anderzijds kan deze ontwikkeling ook positief geduid worden. Leerlingen zouden leren om met andersdenkenden om te gaan en hun standpunten op grond van Gods Woord te verwoorden. Gedacht kan worden aan het bereiken van kinderen met het Evangelie, wat nu niet het geval is. Beide kanten van de zaak worden op school onder ogen gezien. Wanneer er concrete wetsvoorstellen zijn aangenomen zal het bestuur met een voorstel komen hoe hier mee om te gaan. In het najaar van 2012 ontsond de discussie in de politiek over het subsidiëren van zgn. signatuurvervoer: vervoer van leerlingen die op grond van hun religieuze levensovertuiging kiezen voor een school die buiten hun woonplaats ligt, maar beter bij hen past. De ouders van deze leerlingen mogen subsidie aanvragen bij de gemeente om de bekostiging van dit vervoer mogelijk te maken. Op onze school wordt hier ook veel gebruik van gemaakt. Het gaat om een bedrag van ca. 30.000 euro per jaar. De Staatssecretaris heeft op verzoek van de gemeenten en enkele Tweede Kamerleden beloofd te gaan onderzoeken of het mogelijk en wenselijk is om deze subsidie af te schaffen. Dit zal voor onze Schoolvereniging forse gevolgen hebben. Mede namens onze school vindt er in Den Haag een lobby plaats om de huidige praktijk voor het onderwijs te behouden. Ondanks al deze ontwikkelingen, die ons met recht zorgelijk moeten maken, belijden we dat de Heere regeert. Hij weet wat goed voor ons is, het loopt Hem niet uit de hand.
Kerkelijke denominatie
Aantal leerlingen Per 31-07-2012
Per 31-12-2012
Geref. Gemeente (synodaal)
29
28
Hersteld Hervormde Kerk
27
25
Oud Geref. Gemeente
13
12
Christelijk Geref. Kerk
4
3
Protestantse Kerk Nederland
3
2
Evangelisch
3
3
Geref. Gemeente in Ned.
0
0
Thuislezend
3
2
Totaal
82
75
9
Onderwijs 1. Onderwijsprestaties De school stelt zich ten doel dat het onderwijs zodanig wordt ingericht dat een positieve, harmonische ontwikkeling van de kinderen zoveel mogelijk wordt bevorderd op een wijze die overeenstemt met de grondslag van de school. Dit houdt in dat: de resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode ten minste op het niveau liggen dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht de sociale vaardigheden van de leerlingen op een niveau liggen dat mag worden verwacht dat de leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften zich naar hun eigen mogelijkheden ontwikkelen het welbevinden van de leerlingen voldoende is De uitslagen van Cito-toetsen en het Schooleindonderzoek (SEO) laten zien dat de prestaties van de leerlingen op voldoende niveau liggen. Tevens is in het verslagjaar met een instrument gewerkt waarmee het welbevinden van de leerlingen is getoetst. Het welbevinden van de leerlingen is ruim voldoende. In maart 2012 is onze school, na bezoek van de inspectie, een basisarrangement toegekend. De eindconclusie van de inspectie is dus dat we op de goede weg zijn en onderwijskundig geen grote hiaten hebben. Zij hebben ook verbeterpunten geconstateerd. Hieronder staat een samenvatting van het Inspectiebezoek van 13 maart 2012. 2. Kwaliteit Samenvatting het Rapport Inspectiebezoek van 13 maart 2012
A. POSITIEF: -
er heerst een positief schoolklimaat betrokkenheid van directeur, IB‟er en team de leerkrachten organiseren de onderwijsactiviteiten efficiënt er heerst een ordelijke en rustige werksfeer er wordt naar gestreefd het maximale uit de leerlingen te halen er worden mooie eindresultaten behaald de school heeft een deugdelijk zorgsysteem in het merendeel van de gevallen is de handelingsplanning voor de zorgleerlingen adequaat de kwaliteitszorg wordt positief beoordeeld de directie evalueert regelmatig de kwaliteitszorg en laat zien deze verder te verbeteren en te borgen de directie investeert in de verantwoording aan ouders en bevoegd gezag geen tekortkomingen in de naleving van de wettelijke voorschriften
B. VERBETERPUNTEN 1. Doorgaande lijn
- de doorgaande lijn van groep 2 naar 3 is onvoldoende gewaarborgd: er zijn geen uitgewerkte leerlijnen voor het taalaanbod van kleuters (zoals bij rekenen wel het geval is) - de doorgaande lijn in het technisch leesonderwijs ontbreekt vanaf groep 4
2. Didactisch handelen en afstemmen
- de kwaliteit van de instructie vraagt nog om een impuls - de afstemming van de leerinhouden en de afstemming bij de instructiemomenten schieten nog tekort - het is noodzakelijk dat de leraren een scherpere analyse maken van de toetsresultaten
3. Begeleiding
- in groep 1 en 2 ontbreekt een gestandaardiseerd observatiesysteem waarbij in elk geval de ontwikkeling van de kleuters op taal en rekenen, maar ook de sociaal-emotionele ontwikkeling wordt gevolgd
10
4. Leerlingenzorg
- de feitelijke evaluatie(waardering) in een aantal hulpplannen van de geboden hulp en de resultaten vraagt nog om verbetering. Dit is nodig om te bepalen of de zorg effectief is geweest
C. CONCLUSIE
“De inspectie concludeert dat de kwaliteit van het onderwijs op de Petrus Dathenusschool op de onderzochte onderdelen grotendeels op orde is. Uit het onderzoek is gebleken dat de school op die gebieden nauwelijks tekortkomingen kent. Om die reden wordt het reeds aan de school toegekende basisarrangement gehandhaafd. De inspectie concludeert tevens dat er geen tekortkomingen zijn in de naleving van de wettelijke voorschriften die zijn gecontroleerd”. We mochten ervaren dat de Heere ons werk heeft willen bekronen met Zijn Zegen! N.a.v. de geconstateerde verbeterpunten is er een plan van aanpak opgesteld.
Wat
Wanneer
Doel
1
Doorgaande leerlijn van taalaan- Maart 2013 bod gr. 2 naar gr.3
Er is een uitgewerkte leerlijn voor het taalaanbod. Deze wordt toegepast.
2
Doorgaande lijn in het technisch leesonderwijs vastleggen.
Er is een doorgaande lijn in het technisch leesonderwijs vastgelegd vanaf groep 3-8.
Juli 2013
3A Kwaliteit van de instructie verbe- februari teren
Er is een kijkwijzer voor de instructie van rekenen en begrijpend lezen (nieuwsbegrip) vastgesteld.
3B
februari-juli 2013
De leerkracht werkt volgens de afspraken van de kijkwijzer. De directeur controleert dit tijdens klassenbezoeken.
4
De instructie voortdurend afstemmen op de onderwijsbehoefte van de leerling – de leerling daar zelf bij betrekken
Juli 2013
Adaptieve instructie, de leerling is daarbij betrokken.
5
Toetsresultaten scherper analyseren om te komen tot betere afstemming. (zie ook nr. 4)
Juli 2013
De leerkrachten en leerlingen zijn geïnteresseerd in de uitslagen van de toets en zetten het om in gerichte actiepunten.
6A Gestandaardiseerd observatiesysteem gebruiken in gr. 1/2 voor sociaal-emotionele ontwikkeling.
November 2012
Er wordt een gestandaardiseerd observatiesysteem gebruikt in gr. 1/2 voor sociaal-emotionele ontwikkeling
6B Gestandaardiseerd observatiesysteem gebruiken in gr. 1/2 voor taal en rekenen
Juli 2013
Er wordt een gestandaardiseerd observatiesysteem gebruikt in gr. 1/2 voor taal en rekenen
7
November 2012
In hulpplannen is terug te vinden waarom deze zorg wordt verleend en hoe. Daarbij wordt teruggegrepen op de evaluatie van eerdere hulpplannen.
De evaluatie van het hulpplan is het uitgangspunt voor het nieuwe hulpplan: onderwijsaanbod/ instructiebehoefte.
Gedaan
X
X
11
Schoolontwikkeling 2012-2013 Een van de strategische doelen uit het Schoolplan van de periode 2011-2015 heeft betrekking op de schoolontwikkeling: Het handelen binnen de school is resultaatgericht. Het afgelopen verslagjaar hebben we daar als school belangrijke stappen in gezet. Het traject van schoolontwikkeling richtte zich de afgelopen tijd namelijk vooral op nr. 4 en 5 van het schema hierboven. Onder begeleiding van het KOC ontwikkelen we ons op het vlak van signaleren van problemen/ achterstanden/ kwaliteiten en het komen tot handelen. De huidige praktijk is nog te vaak dat én het signaleren van problemen én het zoeken naar oplossingen én het uitvoeren en het verslagleggen én het communiceren richting ouders een taak is van anderen dan de leerkracht. We zetten daarom in op twee sporen: Attitude en vaardigheden. Attitude; We richtten ons de afgelopen maanden met name op de omslag in denken die we moeten maken, willen we hiertoe komen. Van „probleemgericht werken‟ naar „handelingsgericht werken‟. Dus niet: hoe kunnen we het probleem zo helder mogelijk beschrijven, maar hoe kunnen we zo praktisch mogelijk tot een oplossing komen die werkt in deze situatie met deze leerkracht. Dit vraagt van de leerkracht dat hij/ zij zelf vooruitkijkt, problemen signaleert en de verantwoordelijkheid neemt om aan een oplossing te gaan werken. De leerkracht is verantwoordelijk, hij/ zij moet dus ook kunnen verantwoorden wat er met de geconstateerde problemen is/ wordt gedaan. Dit is een ontwikkelpunt waaraan we ook de komende periode aandacht schenken. Vaardigheden; We maken sinds enkele weken gebruik van de zgn. groepskaart van ParnasSys om de toetsresultaten van kinderen overzichtelijk in beeld te krijgen. Ook maken leerkrachten in die groepskaart notities van leerlingen aangaande het welbevinden of n.a.v. oudercontacten. Hierdoor hebben we m.b.v. dit instrument overzichtelijk alle leerlinggegevens in kaart gebracht. Door tijdens groepsbesprekingen/ leerling- en opbrengstbesprekingen de leerkrachten te bevragen op deze gegevens en het vervolg wat hij/ zij daaraan gegeven heeft „dwingen‟ we elkaar tot het maken van een scherpere analyse (verbeterpunt 5). Afspraken n.a.v. deze besprekingen worden vastgelegd en geëvalueerd met de IB-er in daarvoor bedoelde formats. We zijn nog op zoek naar een efficiënte manier van verslagleggen. Zowel de gesprekkencyclus, het voeren van dergelijke gesprekken als de verslaglegging en evaluatie van de gemaakte afspraken staan nog in de kinderschoenen. Wanneer deze cyclus functioneert in de organisatie van de school, en leerkrachten en IB-er er ook echt mee uit de voeten kunnen, hebben we een goede basis voor een blijvende voldoende bij verbeterpunt 5 en 7. Door te werken aan deze leerkrachtvaardigheden en attitude willen we bereiken dat de leerlingen meer toegesneden onderwijs krijgen (verbeterpunt 4). Engels In oktober 2012 is door het Van Lodensteincollege een coördinator aangesteld, die aan de hand van 10 aanbevelingen de basisscholen gaat ondersteunen om het vak Engels meer inhoud te geven. Hiermee probeert het Van Lodenstein het instroomniveau van haar leerlingen te verhogen en de verschillen tussen de diverse basisscholen te verkleinen. Basisscholen worden van 2012-2015 in de gelegenheid gesteld van haar diensten gebruik te maken. Het eerste jaar wordt deze functionaris in ieder geval door het VLC gefinancierd. Deze coördinator, mw. A. Van den Top, heeft in de afgelopen weken onze school bezocht voor een inventarisatie van ons onderwijsaanbod. Dit schooljaar hebben we de volgende stap gezet in het uitbouwen van het vak Engels. Zo wordt er in groep 5 gewerkt met de nieuwe methode My Name Is Tom 5. Voor groep 6 is er al een demoversie beschikbaar, die we eveneens gebruiken. Vanaf volgend schooljaar zullen we ook die methode aanschaffen. Dit breidt zich de komende jaren uit tot en met groep 8. Verder maken we nu ook gebruik van Scovr, een product van Erdee Mediagroep en Holmwoods. Hierbij kunnen we denken aan Engelse teksten die betrekking hebben op de actualiteit. Soms hoort daar ook een videoclip bij. Het gaat hierbij om een methode die geschikt is voor het Reformatorisch onderwijs. In de groepen 7 en 8 gebruiken we naast Scovr ook de oude methode Your Own English. Aan het eind van deze verslagperiode hebben we ook de CITO toets voor Engels aangeschaft. Deze willen we in januari/ februari voor het eerst gaan gebruiken voor de groepen 7 en 8. Met behulp van deze toets zijn we beter in staat te beoordelen of ons onderwijs bij het vak Engels de landelijke norm haalt.
12
Vanaf november 2012 hebben we in de persoon van mw. Chr. Kooij een native speaker op school. Zij geeft op vrijwillige basis Engelse les aan alle kinderen, op dinsdagmiddag. In groep 1 en groep 3/4 wordt buitenom de hierboven genoemde tijd geen Engels gegeven. In groep 2 wordt op vrijdag kort Engels gegeven. Dit zal in de toekomst nog uitgebouwd moeten worden. Een ander ontwikkelpunt op het gebied van Engels is de eigen vaardigheid van leerkrachten. Hoogbegaafdheid Een van de leerkrachten heeft zich middels een aantal netwerkbijeenkomsten gespecialiseerd in het onderwerp hoogbegaafdheid. Verder hebben we op school drie zgn. plusgroepen, die elk een uur op donderdagmiddag met meer- en hoogbegaafde kinderen uit midden- en bovenbouw werken aan verdiepende thema`s. De enthousiaste moeders die deze plusklassen leiden werken met interessante onderwerpen die de brede interesse van deze kinderen raken. De eerder genoemde leerkracht stuurt de moeders aan. Dit jaar zijn we begonnen met het werken met persoonlijke leerdoelen. Kinderen houden een eigen portfolio bij waarin hun leerdoel voor de komende periode is beschreven. De moeders én de kinderen zelf evalueren hierop. Te denken valt aan leerdoelen die raakvlak hebben met werkhouding en/ of sociale vaardigheden. Verder werkt de native speaker iedere week een half uur met een „challenge-group‟. Dit zijn kinderen uit groep 7/8 waarvan we verwachten dat zij op Havo of VWO uit gaan stromen. Van deze kinderen wordt dan ook een hoger instroomniveau verwacht op het gebied van Engels, dan van hun klasgenoten. In deze challenge-group worden lees, luister, spreek en schrijfoefeningen gedaan op hun niveau.
13
Personeel Het personeelsbeleid, gebaseerd op de grondslag van de school, heeft tot doel dat het bijdraagt aan het uitdragen van de identiteit en het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. Hierbij is van belang: dat de personeelsleden zich optimaal inzetten overeenkomstig de door hen onderschreven grondslag voor het onderwijs aan de leerlingen dat de personeelsleden in een goede en open werksfeer binnen het team functioneren en zich verantwoordelijk weten voor elkaar dat de personeelsleden bereid zijn kritisch naar hun eigen functioneren te kijken en met behulp van persoonlijke ontwikkelingsplannen zich verder te professionaliseren dat de werkdruk de capaciteiten van de personeelsleden niet te boven gaat dat de beschikbare formatie adequaat wordt ingezet In het afgelopen jaar is aan al deze onderdelen uitvoering gegeven. Hierover twee noemenswaardige zaken: - de werkdruk blijft een punt van aandacht. Collega`s ervaren piektijden rond rapporten en vieringen. De ene collega heeft sneller zijn/haar grens bereikt dan de ander. Er is sprake van grote mate van collegialiteit, ook op dit vlak. Mensen zijn bereid om voor elkaar werk op te pakken waar nodig. - De beschikbaren formatie is met opzet ruim gehouden. Vanwege de personele wijzigingen, zoals hieronder beschreven, vond het bestuur het zinvol om in dit overgangsjaar het personeel de ruimte te geven om het werk naar behoren te doen. Mede daarom is besloten niet tot ontslag over te gaan van een of beide onderwijsassistentes. Het resultaat van deze keuze is dat de werkdruk beheersbaar is gebleken en er ondanks de personele veranderingen toch weer sprake is van een hechte samenwerking. In het schoolplan 2011-2015 zijn geen concrete doelstellingen opgenomen m.b.t. het personeel. Professionalisering van het personeel Ook in deze verslagperiode is aandacht besteed aan het verder bekwamen van de leerkrachten. Met name is in deze periode aandacht besteed aan het zgn. “Handelingsgericht werken”. Zie hiervoor onder „Onderwijs‟. Formatie De formatie is als volgt ingezet: T. van Iwaarden : directeur en twee dagen groep 5 en 6 A. Korver : Groep 1 en 2 (op woensdag 2 uur groep 3) G. Peters : Groep 3 en 4 A.A. van Vliet-Weststrate : Groep 5 en 6 G.J. Bosch : Groep 7 en 8 (4 dagen) J.E. van den Brink-de Romph : Groep 7 en 8 (vervanging 1 dag G.J. Bosch i.v.m. BAPO) W. Huisman : Rekengroep 1, taalgroep 1, IB‟er, 1 uur per week groep 7 M. Boonzaaijer : Rekengroep 2, taalgroep 2, 1 uur per week groep 5 en 4 uur per week groep 4 M. Bakker-van Ancum : OA in groep 1 en 2, 5 uur per week Uitdiensttreding Op eigen verzoek zijn dhr. J.A. van de Poel en mw. J. van de Poel – van den Steenhoven per 1 augustus 2012 uit dienst getreden. Dhr. Van de Poel maakte daarbij gebruik van de FPUregeling. In 2012 zijn er geen personeelsleden ontslagen, derhalve is er geen sprake van uitgekeerde ontslagvergoedingen. Verder zijn vanaf 1 augustus 2012 twee personeelsleden opnieuw in het Risico Dragend Deel van de Formatie geplaatst. Het betreft de onderwijsassistentes Boonzaaijer en Bakker. Dit was helaas noodzakelijk om reden van het krimpende leerlingenaantal. Zoals het er nu naar uitziet zullen ze per 1 augustus 2013 opnieuw in de RDDF geplaatst worden.
14
Afscheid directeur en onderwijsassistente In oktober vonden de activiteiten rondom het afscheid van dhr. J.A. van de Poel en mw. J. van de Poel – van den Steenhoven plaats op drie verschillende momenten. Met het team, met de kinderen en met de ouders, bestuur en relaties. Op 2 oktober jl. heeft het team met het afscheidnemende echtpaar de stad Amsterdam bezocht. De kinderen waren vrij van school op deze dag. Op 25 oktober vond het afscheid met de kinderen plaats. We hadden een gezellige dag met elkaar en de ouders, die aanwezig waren om te helpen met het eten en het begeleiden van de spelletjes. Op zaterdag 3 november is er door het bestuur een afscheidsreceptie georganiseerd. De opkomst was goed. Die avond is er met het bestuur, personeel, Toezichthoudend Bestuur, adviesraad en familie gegeten in de zaal van de kerk. Daar kreeg het echtpaar het afscheidscadeau aangeboden namens alle aanwezigen. We kunnen terugzien op hele bijzondere en mooie dagen voor alle betrokkenen. Benoeming nieuwe directeur In januari 2012 is er een sollicitatiegesprek gevoerd met een kandidaat voor de functie van directeur. Deze persoon, dhr. T. van Iwaarden, is benoemd per 1 augustus 2012 voor de periode van één jaar. Zijn werk bestaat voor 60% uit directietaken en 40% lesgevende taken. Hij wordt gecoacht door dhr. J.A. van de Poel. Dit coaching traject verloopt naar tevredenheid.
15
Welbevinden De QuickScan die afgenomen is geeft onder andere een beeld van het welbevinden van de leerkrachten.
1. Respons Vanuit onderzoekstechnisch oogpunt is het van belang te weten hoeveel personen aan een onderzoek hebben deelgenomen. Op basis hiervan kan de respons worden vastgesteld. Dit gegeven levert de benodigde informatie op om te kunnen vaststellen of aan het onderzoek voldoende personen hebben deelgenomen om de uitkomsten van het onderzoek representatief te verklaren voor de gehele organisatie (school). Naar aanleiding van de ingevulde Basisgegevens RI&E zijn er 9 personeelsleden op de school werkzaam. In het kader van het onderzoek zijn 8 personeelsleden uitgenodigd voor deelname aan het onderzoek. De directeur heeft niet deelgenomen. Uiteindelijk hebben 7 personeelsleden de vragenlijst ingevuld. Dit betekent een respons van 87,5%. In de onderstaande tabellen is een onderverdeling van de respons gemaakt naar functie en geslacht. Tabel. Respons naar functie. aantal onderwijzend personeel 6 onderwijs ondersteunend personeel 1 schoolleiding 0 anders 0 totaal 7
percentage 85,7% 14,3% 0,0% 0,0% 100%
Tabel. Respons naar geslacht
mannen vrouwen totaal
respons aantal 2 5 7
percentage 28,6% 71,4% 100%
2. Resultaten Aan de personeelsleden is gevraagd te reageren op een aantal stellingen, waarbij er een vijftal antwoordmogelijkheden zijn (van helemaal mee oneens tot helemaal mee eens). De gemiddelde score van de school wordt per stelling gerelateerd aan de gemiddelde score voor de sector. De gemiddelde score voor de sector is gebaseerd op een representatieve steekproef van scholen. In onderstaand figuur worden de resultaten weergegeven. Een positieve score (balkje rechts van het midden) geeft aan dat de school het beter doet dan het gemiddelde, een negatieve score (balkje links van het midden) geeft aan dat de school het slechter doet dan het gemiddelde.
Grafiek: De gemiddelde score van de school op stellingen en de afwijking ten opzichte van het gemiddelde voor de onderwijssector.
16
Legenda Opschrift Advies Werksfeer Verantwoordelijkheid Personeelsbeleid Scholing Functioneringsgesprek Werkdruk Signalen Verdeling Overbelasting Aanraden
Vraag a. Mijn direct leidinggevende staat mij bij met raad en advies als dat nodig is. b. Mijn direct leidinggevende draagt bij aan een goede werksfeer. c. Mijn verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn duidelijk. d. Ik ben tevreden over het personeelsbeleid binnen de school. e. Ik krijg voldoende gelegenheid om scholing en opleiding te volgen. f. Ik ervaar het functioneringsgesprek als zinvol. g. Binnen de school wordt er voldoende gedaan om de werkdruk binnen de perken te houden. h. Op onze school worden signalen van werkdruk en overbelasting goed opgepikt door de leiding. i. Op onze school zijn de taken eerlijk verdeeld j. Ik voel mij vaak overbelast k. Ik zou mijn vrienden aanraden om op deze school te gaan werken.
In de vragenlijst is een vraag opgenomen in welke mate het personeel tevreden is over de manier waarop de direct leidinggevende leiding geeft. Hierbij worden vijf antwoordmogelijkheden geboden (van zeer ontevreden tot zeer tevreden). In de onderstaande tabel wordt de procentuele verdeling van de antwoorden van het personeel van de school (respons) afgezet tegen het landelijk gemiddelde (referentie). Tabel: Mate van tevredenheid over de manier waarop de direct leidinggevende leiding geeft. respons referentie zeer ontevreden 0,0% 1,0% ontevreden 0,0% 8,0% tevreden noch ontevreden 0,0% 20,0% tevreden 14,3% 57,0% zeer tevreden 85,7% 15,0% totaal 100% 100% Aan de personeelsleden is tevens gevraagd aan te geven in welke mate men zich bij de uitoefening van het werk belast voelt door bepaalde factoren. Hierbij zijn er een vijftal antwoordmogelijkheden (niet of n.v.t., nauwelijks, in enige mate, in sterke mate in en in zeer sterk mate). De gemiddelde score van de school wordt per factor gerelateerd aan de gemiddelde score voor de sector. De gemiddelde score voor de sector is gebaseerd op een representatieve steekproef van scholen. Een positieve score (balkje rechts van het midden) geeft aan dat de school het beter doet dan het gemiddelde, een negatieve score (balkje links van het midden) geeft aan dat de school het slechter doet dan het gemiddelde. Grafiek. In welke mate voelt men zich bij de uitoefening van het werk belast door:
17
Legenda Opschrift Beslag Verhoudingen Samenwerking Sfeer Leerlingen Intimidatie Klimaat
Vraag a. het beslag dat door het werk wordt gelegd op de vrije tijd. b. de onderlinge verhoudingen tussen collega‟s c. de mate van samenwerking met collega‟s d. de sfeer binnen de school e. leerlingen die zich voortdurend misdragen f. intimiderend (agressief) gedrag van ouders g. klimatologische omstandigheden in het gebouw (koude, tocht, hitte, gebrek aan frisse lucht, vochtigheid)
In onderstaande tabel treft u de procentuele verdeling van de antwoorden op (eventueel) belastende factoren met betrekking tot agressie, geweld, ongewenste seksuele intimiteiten en discriminatie aan.
Tabel. Procentuele verdeling van de mate waarin men zich bij de uitoefening van het werk belast voelt door: niet of nauwe in in in zeer totaal n.v.t. lijks enige sterke sterke mate mate mate a. verbale agressie zoals (cyber)pesten, be- 85,7% 14,3% 0,0% 0,0% 0,0% 100% dreigen, intimideren b. fysiek geweld zoals duwen, slaan, vernieling 85,7% 14,3% 0,0% 0,0% 0,0% 100% eigendom, mishandeling 100,0 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 100% c. ongewenste seksuele intimiteiten % 100,0 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 100% d. discriminatie %
18
Huisvesting en ICT 1. Huisvesting Huisvestingsbeleid is geen doel op zich, maar een middel om de doelen van de organisatie te bereiken. De leerlingen en het personeel dienen “een goed dak boven hun hoofd “ te hebben. Er dienen voldoende lokalen en nevenruimten te zijn om optimaal onderwijs te kunnen geven aan groepen en individuele kinderen. Dit is zeker het geval. Sinds vrijdag 19 februari 2010 zijn we gehuisvest in een geheel nieuw schoolgebouw aan de Lopes Diaslaan 85A te Hilversum. Sindsdien zijn er besprekingen geweest in zake de oprichting van een Vereniging van Eigenaren en het opstellen van een Splitsingsakte voor de Combinatieschool Hilversum-Noord. Hoewel door de gemeente Hilversum een aantal malen de verwachting is uitgesproken dat een en ander spoedig zou worden gerealiseerd, is dit echter tot op heden niet gebeurd. Het fiscale aspect wordt aangegeven als de oorzaak van deze vertraging. Toegezegd is dat in de laatste week van januari 2012 hier voor eens en voor altijd duidelijkheid zal komen en dat daarna de stukken bij de notaris kunnen passeren. 2. Onderhoudsplan Er is in mei 2011 een meerjarenonderhoudsplan opgesteld door de fa. Asset uit Uden voor de drie afzonderlijke scholen en voor het deel dat voor algemeen gebruik is bedoeld. Dit plan is door de verschillende schoolbesturen en de gemeente Hilversum vastgesteld in september 2011. Er is door de fa. Strukton een offerte uitgebracht voor het beheer en het onderhoud van verwarmings-, koel-, elektrotechnische, warm tapwater- en zonweringinstallaties en kleine brandblusmiddelen. Deze offerte is door de vier partijen bestudeerd. Gezien de minder positieve ervaringen met dit bedrijf tot op heden is ook een offerte aangevraagd bij “Bectro Installatietechniek”. Besloten is met dit bedrijf in zee te gaan per 01-01-2012. Er is een kostenraming/begroting voor het onderhoud van de directiewoning. De huidige bewoner geeft aan wanneer hij denkt dat onderhoud noodzakelijk is en laat alleen onderhoud uitvoeren, nadat overlegd is met en toestemming is verkregen van het schoolbestuur. 3. ARBO Het Arbobeleid dient gericht te zijn op de bescherming van de gezondheid en het bevorderen van het welzijn en de veiligheid van degenen die bij de school betrokken zijn. De school heeft twee BHV‟ers en één preventiemedewerker aangesteld. Daar er inmiddels een meerjarenonderhoudsplan is vastgesteld is nu ook besloten een Risicoinventarisatie en –evaluatie (RI&E) te laten uitvoeren voor onze school afzonderlijk, waarbij alle wettelijk verplichte onderdelen aan de orde zullen komen. De RI&E is uitgevoerd door de VGS op 16 februari 2012 Er zijn geen grote tekortkomingen geconstateerd. Enkele kleine aandachtspunten n.a.v. wet en regelgeving rondom veiligheid en zichtbaarheid zijn inmiddels opgepakt en naar behoren uitgevoerd. Er deden zich in de verslagperiode geen ongevallen in of om de school voor en er werden geen klachten ingediend. 4. Computergebruik: Het beleid is aanvankelijk altijd geweest dat leerlingen in het geheel geen gebruik maken van internet op school. Er zijn toen maatregelen getroffen om te bewerkstelligen dat het ook inderdaad niet mogelijk is. De leerkrachten kunnen wel gebruik maken van (gefilterd) internet. De sites, die de leerkrachten bezoeken, worden met behulp van het programma OsMonitor geregistreerd. Wekelijks wordt door de directie het overzicht van bezochte sites bekeken. In het kader van de aanschaf van digitale schoolborden voor het nieuwe schoolgebouw is door de directie een “Protocol gebruik digiborden” opgesteld, besproken met het personeel en het bestuur en in de bestuursvergadering van 11 november 2010 vastgesteld. In de verslagperiode is er opnieuw bezinning geweest t.a.v. deze materie, omdat steeds meer uitgevers gebruik gaan maken van digitale leermiddelen, die door leerkrachten en leerlingen
19
dienen te worden gebruikt. Zo is er ook besloten onder schooltijd in te mogen loggen op de website van de uitgeverij Malmberg teneinde de bordboeken van de rekenmethode “De Wereld in Getallen” op het digitale schoolbord te kunnen presenteren. Dit geldt ook voor het programma “Psalmboek”. Omdat deze ontwikkelingen steeds doorgaan is aan het bestuur voorgesteld een wijziging aan te brengen in het ICT-protocol door de volgende tekst op te nemen: “In de klas mogen geen
internetsites worden bezocht met uitzondering van sites waarvoor de directeur toestemming heeft verleend deze te gebruiken ter ondersteuning van de les. Deze toestemming wordt uitsluitend verleend nadat tenminste twee leerkrachten de inhoud van de via de internetsite toegankelijke internetpagina‟s kritisch hebben beoordeeld op didactische en identiteitsaspecten. Dit geldt in gelijke mate voor de leerlingen als zij internetsites moeten bezoeken om b.v. oefensoftware te gebruiken, die een wezenlijk onderdeel vormt van de lesmethode”. In december 2012 zijn we voor internet en bellen overgestapt van XS4all naar Kliksafe. Eerder hadden we wel Kliksafe filtering, maar die functioneerde niet. Dit was verder niet heel storend omdat we ook Osmonitor gebruiken. We hebben gekozen voor filtering bij de bron. Dat betekent dat we nu gefilterd internet binnenkrijgen, zowel voor leerkrachten als leerlingen. Het programma Osmonitor is inmiddels zo ingericht dat de leerlingen geen toegang hebben tot het internet, dan alleen bij de sites die nodig zijn. In september 2012 heeft de school de opdracht verstrekt aan dhr. P. Verrips tot het bouwen van een website voor de school. In de afgelopen periode heeft hij hier aan gewerkt. De verwachting is dat in de eerste helft van 2013 de website online zal komen. De ouders is gevraagd of zij bezwaar hebben tegen het plaatsen van foto`s van hun kinderen op de website. Verschillende ouders hebben van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. In overleg met de websitebouwer hebben we toen besloten om (kosteloos) een besloten gedeelte in te bouwen in de website. Om de foto`s te bekijken moeten bezoekers nu een gebruikersnaam en wachtwoord invoeren. Dit om misbruik van de foto`s te voorkomen en de privacy van de kinderen en leerkrachten te beschermen. Op één gezin na zijn alle ouders hiermee akkoord. Dit betekent dat de kinderen uit dit gezin niet te zien zullen zijn op de website. Hierin respecteren we het besluit van de ouders.
20
Communicatie en relaties Communicatie tussen alle bij de school betrokken geledingen is van wezenlijk belang. Bestuur Het bestuur is betrokken bij bepaalde uitvoerende, identiteitsgebonden taken, zoals het benoemingsbeleid. Verder legt het bestuur een aantal keren per jaar schoolbezoeken af en zijn er vele keren per jaar contacten met de directeur van de school, die ook alle bestuursvergaderingen bijwoont. Leden De leden van de vereniging kiezen, overeenkomstig de statuten van de vereniging, een bestuur dat belast wordt met het besturen van de school. Dat bestuur vormt een afspiegeling van de leden, waarbij de verschillende kerkgenootschappen waartoe de leden behoren naar evenredigheid zijn vertegenwoordigd. Tijdens de jaarlijkse ledenvergadering wordt verslag gedaan aan de leden en legt het bestuur verantwoording over het gevoerde beleid af. De leden hebben een toezichthoudende taak. Het lidmaatschap staat open voor alle ouders, die de grondslag van de school onderschrijven. Men hoeft geen kinderen op school ingeschreven te hebben om lid te kunnen worden of blijven. Ouders en leerlingen De ouders worden nauw betrokken bij het reilen en zeilen van de school. Er worden ouderavonden belegd en contactavonden georganiseerd waar de resultaten van de leerlingen worden besproken. Ook worden informatieavonden belegd rond schoolzaken. Maandelijks komt een nieuwsbrief uit en twee maal per jaar een schoolkrant. Verder worden ouders ingeschakeld als vrijwilligers voor uitvoering van of begeleiding bij activiteiten binnen de schoolorganisatie. Via de ouders worden ook de leerlingen geïnformeerd. Tweejaarlijks wordt een ouderenquête gehouden, waarvan de resultaten met de ouders wordt gecommuniceerd. In de schoolgids, die jaarlijks verschijnt, staan alle schoolrelevante zaken vermeld en worden de ouders uitvoerig geïnformeerd over de identiteit van de school, het onderwijs, de leerlingenzorg, de sociale veiligheid, de resultaten van het onderwijs, school- en vakantietijden, gedragsregels, het vervoer van de leerlingen etc. Personeelsleden De personeelsleden hebben dagelijks op vele momenten contact met elkaar. Er zijn ontmoetingsmomenten tijdens overleg over leerlingen, over leermiddelen, tijdens Schoolontwikkelingsvergaderingen, personeelsvergaderingen etc. Tevens zijn er contacten met bestuur en ouders, zoals hierboven is aangegeven. Adviesraad In het kader van de Wet Medezeggenschap Scholen (WMS) is in het jaar 2009 op onze school een Adviesraad ingesteld. Zowel van de ouders als van het personeel heeft 100 % ingestemd met het omzetten van instemmingrechten in adviesrechten. Twee ouders en twee personeelsleden hebben zitting genomen in de Adviesraad, die per 1 augustus 2009 in werking is getreden. Tijdens de vergaderingen van de Adviesraad is ook een aantal keren een bestuurslid of de directeur aanwezig geweest. De Adviesraad doet schriftelijk verslag van haar besprekingen aan het bestuur. In de schoolkrant houdt zij de ouders op de hoogte van haar werkzaamheden. De Adviesraad heeft van hetgeen in haar vergaderingen is behandeld mededeling gedaan aan het bestuur en via de schoolkrant aan de ouders. Toezichthoudend Bestuur Per 1 augustus 2011 is het Toezichthoudend Bestuur (TB) in het leven geroepen. Vanuit elke kerkenraad van de in het bestuur participerende kerkgenootschappen, heeft een vertegenwoordiger zitting genomen in dit college. Het TB heeft voor de eerste maal vergaderd samen met het schoolbestuur op 16 november 2011.
21
FVCS Het „Federatief Verband van Christelijke Scholen‟ is een samenwerkingsverband waarin ook onze school participeert ten behoeve van de leerlingenzorg in de brede zin van het woord. Naast het met elkaar financieren van de scholen voor speciaal onderwijs wordt uitvoering gegeven aan een kwaliteitsimpuls van de leerlingenzorg op de aangesloten scholen. Jaarlijks wordt daarom ook een zorgplan opgesteld. In dit plan wordt onder andere beschreven hoe de samenwerkende scholen voor alle leerlingen in het samenwerkingsverband een dekkend netwerk van onderwijszorg en een doorgaande lijn van onderwijszorg wil bieden. Op dit moment staat Passend Onderwijs in de schijnwerpers. Door Passend Onderwijs zijn professionele hulpverleners voor de leerlingen en leerkrachten directer en sneller beschikbaar voor het begeleiden van de zorgleerlingen, en dat thuisnabij en identiteitsgebonden. Het ontwikkelen van een ondersteuningsprofiel voor onze school in verband met Passend Onderwijs is eind 2012 gestart. Vanaf DV. 1 augustus 2014 zal het Ref. SWV. WSNS (regio Ede) de financiering van de leerlingenzorg overnemen van het FVCS. Onze school is in het afgelopen jaar intensief betrokken geweest bij de vorming van dit nieuwe, landelijke samenwerkingsverband. Op personeelsvergaderingen en bestuursvergaderingen is dit onderwerp aan de orde geweest. De directeur heeft verschillende voorbereidingsbijeenkomsten bijgewoond, daarin soms bijgestaan door de Intern Begeleider.
22
Financieel Analyse van het nettoresultaat Realisatie 2012 (A)
Begroting 2012 (B)
x € 1.000
x € 1.000
[A -/- B]
Begroting 2013 x € 1.000
Baten (B1) Rijksbijdragen (B2) Overige overheidsbijdragen (B3) Overige baten
507 44 86
485 40 85
22 4 -1
466 16
Totaal baten
637
610
27
482
Lasten (L1) Personele lasten (L2) Afschrijvingen (L3) Huisvestingslasten (L4) Overige instellingslasten
429 19 36 145
444 24 39 143
-15 -6 -3 2
420 13 34 50
Totaal lasten
628
651
-23
518
Saldo baten en lasten
9
-41
50
-36
(R1) Saldo fin. baten en lasten
8
6
3
4
17
-35
53
-33
Nettoresultaat
Het verslagjaar 2012 werd gekenmerkt door een positief resultaat van circa 17.000 euro, daar waar rekening was gehouden met een negatief resultaat van circa 35.000 euro. Het gerealiseerde resultaat is opgebouwd uit een positief resultaat van bijna 21.000 euro op schoolniveau en een negatief resultaat van bijna 4.000 euro inzake de vereniging. Bij het vaststellen van de begroting is het bestuur ervan uitgegaan dat de situatie gelijk zou blijven aan 2011. Als bijlage bij de begroting waren echter een aantal scenario‟s doorgerekend, waarbij met name de directiewisseling de aandacht kreeg. In de praktijk is één van de berekende scenario‟s ook gerealiseerd: het vertrek van de heer en mevrouw van de Poel en de komst van de heer van Iwaarden heeft één en ander in financieel opzicht doen wijzigen. De afwijking ten opzichte van de begroting had verder nog een aantal verschillende oorzaken, waarvan de belangrijkste hieronder worden toegelicht. De totale baten waren circa 27.000 euro hoger dan begroot. Dit was voornamelijk toe te schrijven aan de Rijksbijdragen (B1), die circa 22.000 euro hoger waren dan in de begroting was opgenomen. In de eerste plaats was dit te verklaren door circa 8.000 euro extra gelden die verkregen werden inzake leerlinggebonden financiering. Daarnaast werd er bijna 8.000 euro ontvangen vanuit de prestatiebox, die ten tijde van de begroting nog niet bekend was. Ten slotte werd er ruim 7.000 euro meer ontvangen dan begroot door een indexatie op de personele bekostiging. Het verschil van circa 4.000 euro op de overige overheidsbijdragen (B2), was te verklaren door een vrijval van subsidie onderwijsbegeleiding waarvan het merendeel betrekking had op voorgaande jaren. Binnen de overige baten (B3) waren een aantal afwijkingen te zien, maar op totaalniveau liep deze volgens begroting.
23
Ultimo 2012 waren de totale lasten circa 23.000 euro lager dan in de begroting was opgenomen. Met name de personele lasten (L1) waren lager (circa 15.000 euro). Door een minder-inzet van personeel (0,2 fte) werd er een voordeel gerealiseerd van bijna 13.000 euro. Deze minder inzet heeft betrekking op het vertrek van mevrouw Van de Poel en de werktijdsfactorwijziging van mevr. Van Vliet. Als gevolg van hogere werkgeverslasten ontstond er een negatief prijsverschil van circa 5.000 euro. Dit werd gecompenseerd door lagere overige personele lasten als gevolg van lagere kosten voor nascholing en schoolbegeleiding. De afschrijvingen (L2) vielen circa 6.000 euro lager uit dan begroot. Enerzijds betreft dit het feit dat geplande investeringen van computers pas in december werden gerealiseerd voor een veel lager bedrag dan begroot. Anderzijds geldt dat in de begroting, per abuis, afschrijvingslasten van de vervoersmiddelen waren gerangschikt onder de leermiddelen. Het positieve verschil op de huisvestingslasten (L3) was toe te schrijven aan lagere schoonmaakkosten (2.000 euro) en lagere onderhoudskosten (1.000 euro). Ondanks de extra kosten op de overige instellingslasten (L4) inzake de afschrijvingslasten vervoersmiddelen, waren de totale overige instellingslasten volgens begroting. Dit betreft enerzijds het feit dat de geplande investering van computers pas in december is gerealiseerd voor een veel lager bedrag dan aanvankelijk begroot (voordeel van zo'n 5.000 euro ten aanzien van de begroting) en anderzijds geldt dat in de begroting, per abuis, de afschrijvingslasten van de vervoersmiddelen gerangschikt zijn onder de leermiddelen. De financiële baten waren circa 2.000 euro hoger dan begroot door een hoger ontvangen rente. Conform de Richtlijn voor de Jaarverslaggeving is de begroting voor 2013 opgenomen. In deze begroting is rekening gehouden met de prijsontwikkelingen rondom de personele lasten. De begroting laat voor 2013 een negatief resultaat zien van circa 33.000 euro.
Financiële positie ACTIVA
Ultimo 2012
Ultimo 2011
Ultimo 2010
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Materiële vaste activa Financiële vaste activa
120 -
128 -
135 -
Totaal vaste activa
120
128
135
Vorderingen Liquide middelen
48 516
70 459
45 437
Totaal vlottende activa
565
529
483
Totaal activa
685
657
618
Ultimo 2012
Ultimo 2011
Ultimo 2010
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
PASSIVA
Algemene reserve Bestemmingsreserves publiek
310 115
274 131
234 138
24
Bestemmingsreserves privaat
106
110
105
Eigen vermogen
533
515
477
79 73
70 71
67 74
685
657
618
Voorzieningen Kortlopende schulden Totaal passiva
Door het gerealiseerde positieve resultaat steeg het eigen vermogen in 2012 met circa 17.000 euro. Binnen het eigen vermogen werd de reserve eerste waardering (7.000 euro) vanuit de bestemmingsreserve publiek overgeboekt naar de algemene reserve. Daarnaast vond een onttrekking plaats van 10.000 euro uit de bestemmingsreserve BAPO. Uit een BAPO horizonanalyse blijkt dat deze reserve voor de komende jaren voldoende is, mits er voor een bepaald bedrag wordt gedoteerd aan deze reserve. De bestemmingsreserve privaat daalde door het licht negatieve resultaat inzake de vereniging. De materiële vaste activa lieten een daling zien van circa 8.000 euro doordat er minder werd geïnvesteerd dan afgeschreven (er was dus sprake van een lage investeringsgraad). De investeringen worden verder toegelicht onder het kopje „Investerings- en financieringsbeleid‟. De liquide middelen stegen fors door het gerealiseerde resultaat, een afname van de vorderingen en de mutaties in de voorzieningen. Binnen deze voorzieningen vond een dotatie plaats van ruim 13.000 euro op de voorziening onderhoud gebouwen en een dotatie van 3.500 euro op de voorziening woningen. Hier tegenover stond een onttrekking van bijna 8.000 euro op de voorziening onderhoud gebouwen.
Financiële kengetallen Met behulp van een aantal kengetallen kan een verdere beoordeling worden gegeven van de financiële positie. Naast de waarden zoals deze gelden voor 2010, 2011 en 2012, wordt tevens de algemene adviesnorm weergegeven. Het positieve resultaat van 2012 zorgde over het algemeen voor een verbetering van de kengetallen. Kengetal
Norm
2012 7,73 Liquiditeit 2,00 0,78 Solvabiliteit 0,50 2,73% Rentabiliteit n.v.t. 81,39% Weerstandsvermogen (bestuursniveau) n.v.t. 63,26% Weerstandsvermogen (schoolniveau) 15,00% Kapitalisatiefactor incl. privaat vermogen max. 60% 106,12% Kapitalisatiefactor excl. privaat vermogen max. 60% 104,35%
2011 7,40 0,78 6,07% 76,82% 58,96% 101,79% 100,11%
2010 6,53 0,77 3,52% 67,47% 51,52% 95,92% 93,84%
De liquiditeit (vlottende activa/kortlopende schulden) en de solvabiliteit (eigen vermogen/totaal vermogen) laten zien of een instelling aan zijn respectievelijk kortlopende schulden en totale schulden kan voldoen. De toename van de vlottende activa leidde tot een stijging van de liquiditeit naar 7,96 wat ruim boven de adviesnorm van 2,00 ligt. Ook de solvabiliteit ligt boven de adviesnorm waardoor gesteld kan worden dat aan de schulden kan worden voldaan. Het positieve resultaat leidde tot een rentabiliteitsratio van 2,53%. Het weerstandsvermogen is de vrije vermogensbuffer die beschikbaar is voor het opvangen van eventuele calamiteiten. Om deze te berekenen wordt het vrije vermogen (eigen vermogen minus materiële vaste activa) gedeeld door de rijksbijdragen. De materiële activa worden afgetrokken van
25
het eigen vermogen omdat dit vermogen niet meer vrij beschikbaar is. Mochten deze namelijk verkocht worden, zouden er geen materialen meer zijn voor het geven van onderwijs. Het weerstandsvermogen steeg zowel op bestuurs- als op schoolniveau naar respectievelijk 81,13% en 63,26%. Deze stijging werd veroorzaakt door de afname van de vaste activa als gevolg van de lage investeringsgraad. Het weerstandsvermogen ligt ruim boven de richtlijn van 15%. Dit is echter te verdedigen door de relatief kleine omvang van de school, het hoge weerstandsvermogen is ook noodzakelijk om het verwachte negatieve resultaat in de toekomst op te kunnen vangen. Door het hoge weerstandsvermogen zijn er mogelijkheden om bewust meer personeel in te zetten om de krimp op een normale wijze op te kunnen vangen. Hierdoor wordt voorkomen dat er extreem gesneden moet worden in de bezetting. De kapitalisatiefactor neemt voor de overheid een steeds belangrijkere rol in. Dit kengetal laat zien of het kapitaal efficiënt wordt benut en wordt berekend door het totale kapitaal (exclusief gebouwen en terreinen) te delen door de totale baten inclusief financiële baten. Het ministerie heeft een maximale norm gesteld van 60% voor grote scholen. De vereniging heeft reeds een vragenlijst in moeten vullen om de hoogte van de kapitalisatiefactor (boven de 100%) te beargumenteren. Wanneer echter wordt gekeken naar de nominale bedragen en het verwachte toekomstperspectief (negatieve meerjarenbegroting) is deze hoogte noodzakelijk. Zie hiervoor ook de toelichting bij het kengetal weerstandsvermogen.
Investerings- en financieringsbeleid Zoals reeds eerder werd gesteld, kenmerkte het verslagjaar 2012 zich door een lage investeringsgraad: er werd in totaal voor een bedrag van € 10.500 geïnvesteerd in materiële vaste activa, bij een afschrijvingslast van € 18.500. Het grootste gedeelte van de investeringen, € 8.500, betrof de aanpassing van het ICT netwerk. Daarnaast werd er voor € 2.000 geïnvesteerd in leermiddelen aangaande een digitale rekenmethode. Het financieringsbeleid is er op gericht dat er geen gebruik behoeft te worden gemaakt van externe kredietverstrekkers. Alle investeringen zijn binnen dit beleid uitgevoerd.
Treasury verslag In 2012 hebben er geen beleggingen plaatsgevonden in risicodragend kapitaal. De beschikbare vrije middelen werden overgemaakt naar een spaarrekening en waar mogelijk voor een jaar vastgezet in hoger renderende deposito‟s. Er hebben zich in het verslagjaar geen liquiditeitsproblemen voorgedaan. Bij het selecteren van een bank voor het onderbrengen van de spaartegoeden wordt door het bestuur gelet op de credit rating van de betreffende bank, conform de Regeling beleggen en belenen van het Ministerie en met het oog op het zoveel als mogelijk waarborgen van een goed beheer van deze tegoeden. Om dit te waarborgen is door het bestuur een treasurystatuut opgesteld, waarin afspraken zijn vastgelegd inzake de wijze waarop wordt omgegaan met de regeling beleggen en belenen. Daarnaast is in dit statuut opgenomen wie welke verantwoordelijkheden op dit terrein heeft.
26
Risicoparagraaf Bij deze paragraaf gaat het in hoofdzaak om een tweetal onderwerpen. In de eerste plaats dat vastgesteld kan worden op welke wijze de naleving van de onderwijswet- en regelgeving binnen onze organisatie gewaarborgd is. Daarnaast in hoeverre de administratieve organisatie functioneert in onze organisatie. Op welke wijze wordt de naleving van de onderwijswet- en regelgeving binnen onze organisatie gewaarborgd Als school zijn wij aangesloten bij een tweetal besturenorganisaties, te weten bij de VBSO en de VGS. De VGS is tevens ons administratiekantoor. De besturenorganisaties verstrekken aan het management (directeur de heer J.A. van de Poel t/m 31 juli 2012, de heer T. van Iwaarden vanaf 1 augustus 2012) en het bestuur informatie omtrent de wet- en regelgeving m.b.t. het onderwijs. Met name de directeur, de secretaris (dhr. T.G. Kok) en de penningmeester (dhr. J. Bakker) nemen periodiek de correspondentie van de diverse instanties door (VBSO, BVGS, DUO enz.). Onderling vindt met elkaar afstemming plaats. In de halfjaarlijkse managementrapportages wordt in het hoofdstuk financiën ook (indien noodzakelijk) gerapporteerd over eventuele wetswijzigingen die voor ons van belang zijn. In hoeverre functioneert de administratieve organisatie in onze organisatie De financiële administratie wordt gevoerd door de VGS. Het administratiekantoor heeft haar eigen administratieve organisatie. De Vereniging beschikt over een handboek Administratieve Organisatie. Dit handboek wordt periodiek geactualiseerd. Verder beschikt de Vereniging over een treasurystatuut, een managementstatuut en een code goed bestuur. Over deze onderwerpen wordt (indien noodzakelijk) halfjaarlijks gerapporteerd in de managementrapportage.
27
Toekomstperspectieven -
-
In verband met een dalende leerlingenpopulatie zullen maatregelen worden genomen om de uitgaven te verminderen, zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van het onderwijs en van de noodzakelijke zorg voor de leerlingen We zullen alert zijn op de nieuwe maatregelen die worden genomen t.a.v. de financiering van ons onderwijs Er zal worden ingespeeld op de invoering van Passend Onderwijs. Wij zullen participeren in het landelijke Reformatorisch Samenwerkingsverband We zullen het in gang gezette Handelingsgericht werken verder uitbouwen We zullen de samenwerking met het Van Lodenstein College t.a.v. het vak Engels continueren, teneinde het niveau op een hoger peil te brengen en een betere aansluiting tussen het BO en VO te bevorderen.
28
Bijlage: verantwoording besteding prestatiebox De geformuleerde ambities uit het bestuursakkoord:
Ambities gericht op opbrengstgericht werken
1. Schoolbesturen hebben meetbare doelstellingen geformuleerd gericht op leeropbrengsten taal en rekenen. 2. Scholen werken opbrengstgericht. 3. Scholen meten de opbrengsten van vroegschoolse educatie 4. Scholen bieden maatwerk voor excellente leerlingen, waaronder hoogbegaafde leerlingen. 5. Geen onderpresterende scholen meer. 6. Scholen stimuleren ouders om thuis activiteiten te ondernemen die bijdragen aan leerprestaties 7. Scholen maken hun opbrengsten transparant.
Ambities gericht op professionalisering
8. De bekwaamheid van leraren in afstemmen van het onderwijs op verschillen binnen de klas is op orde. 9. De bekwaamheid van leraren met betrekking tot opbrengstgericht werken is op orde. 10. Alle leraren onderhouden hun bekwaamheden systematisch en worden gestimuleerd zich te registreren. 11. Scholen voeren een goed en effectief HRM-beleid. 12. Verbetering begeleiding en ondersteuning beginnende leraren. 13. Schoolleiders in regulier en speciaal onderwijs voldoen aan geactualiseerde bekwaamheidseisen.
We richten ons op de Petrus Dathenusschool met name op ambitie 1, 2, 4, 8, 9 en 13. U kunt hierover meer lezen op pagina 9 -12.
29