Jaarrapportage 2011 Branche informatie voor Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening
Inhoud Inleiding ..................................................................................................................................................................................3 Samenvatting .......................................................................................................................................................................... 3 Kerncijfers 2009, 2010, 2011 .................................................................................................................................................... 4 Participatie.............................................................................................................................................................................. 5 Verzuimontwikkeling ...............................................................................................................................................................6 Verzuimkosten ........................................................................................................................................................................ 7 Meldingsfrequentie ..................................................................................................................................................................8 Verzuimduur ............................................................................................................................................................................9 Verzuimpercentage naar leeftijdsklasse over 2011 ............................................................................................................... 10 Verzuimpercentage per leeftijdsklasse ...................................................................................................................................... 10 Verzuimaandeel per leeftijdsklasse ........................................................................................................................................... 10 Verzuimpercentage per duurklasse over 2011 ....................................................................................................................... 11 Instroom 2e verzuimjaar ......................................................................................................................................................... 11 Gemiddelde duur van een dienstverband (M/V) .................................................................................................................... 12 Gemiddelde leeftijd ............................................................................................................................................................... 12 Leeftijdsopbouw in procenten ............................................................................................................................................... 13 Rekenregels........................................................................................................................................................................... 14 Definities .............................................................................................................................................................................. 14
Pagina 2
Inleiding FCB verzamelt gegevens over de arbeidsmarkt in de branche Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening binnen het FCB onderzoeksprogramma. Het primaire doel van dit onderzoeksprogramma is gericht op het voorzien in eenduidige en betrouwbare informatie over de arbeidsmarkten, de economische ontwikkelingen, stelselwijzigingen en brancheontwikkelingen. In dit rapport geven we in cijfers een beeld van het verzuim. De cijfers zijn gebaseerd op de gebruikers van de VerzuimSpiegel per branche.
Samenvatting Aantal aangesloten organisaties en medewerkers Er zijn 84 organisaties uit de Welzijn en Maatschappelijke dienstverlening aangesloten bij de VerzuimSpiegel met 9860 werknemers. Dit vertegenwoordigt 14,50% van de branche. Verzuimpercentages Het verzuimpercentage is gemiddeld in 2011: 5,89% (Dit was 5,76% in 2010). Het verzuim is ten opzichte van 2010 met 0,13 procentpunt gestegen
Gemiddelde verzuimduur De gemiddelde verzuimduur in dagen is voor 2011 19,3 (Dit was 17,5 dagen in 2010). De gemiddelde verzuimduur is in 2011 1,8 dagen langer dan in 2010.
Verzuimkosten De jaarlijks gemiddelde verzuimkosten per medewerker over het jaar 2010 zijn: € 2.600.-
Aandeel verzuimpercentage per leeftijdsklasse Het verzuimpercentage onderverdeeld in leeftijdsklasse laat zien dat het grootste deel van het verzuim wordt veroorzaakt door de leeftijdsgroep van 46-55 jaar. <26 26-35 36-45 46-55 >55
Verzuimpercentage per leeftijdsklasse Het verzuimpercentage is in de leeftijdscategorie 46-55 het hoogste, namelijk 6,92% <26 26-35 36-45 46-55 >55 2,43%
0,23% Meldingsfrequentie De meldingsfrequentie voor 2011 is 0,9 (dit was 1,0 in 2010). Dat betekent dat het aantal nieuwe verzuimgevallen gedaald is.
5,18%
1,17%
6,71%
1,52%
6,92%
1,92%
5,93%
1,05%
Verzuimpercentage in duurklasse Het verzuimpercentage onderverdeeld in duurklasse (in dagen) laat zien dat het lange verzuim het zwaarst meeweegt. <15 15-91 92-365 >365 0,90%
1,05%
1,41%
2,53%
Pagina 3
Kerncijfers 2009, 2010, 2011 Tabel 1 verzuimcijfers afgelopen 3 jaar
Verzuimpercentage Meldingsfrequentie Gemiddelde duur (dagen)
2009 4,31% 0,84 15,0
2010 5,76% 1,00 17,5
2011 5,89% 0,9 19,3
Het verzuimpercentage in 2011 is 5,89% dat is 0,13 procentpunt hoger dan het verzuim in 2010. De meldingsfrequentie is licht gedaald ten opzichte van 2010. Uit onderzoek van 365/ArboNed blijkt dat landelijk het verzuim ook is gestegen. 365/ArboNed meldt ook het aantal verzuimmeldingen dat te maken had met psychische problemen in 2011 is toegenomen. In de eerste helft van 2011 is de meldingsfrequentie hoger dan in de tweede helft van het jaar. Volgens 365/ArboNed heeft dat te maken met de ontwikkeling van de economie, die in de tweede helft van het jaar slechter was. "Het is een bekend fenomeen dat het verzuim lager is, als het economisch tegen zit. Mensen houden de hand op de knip en nemen geen risico’s’’, aldus Corné Roelen, bedrijfsarts en epidemioloog bij 365/ArboNed. Wat we ook zien is dat de griepincidentie (het aantal meldingen van griep) in de eerste helft van 2011 een grote piek kent en dat deze piek aan het einde van 2011 uitblijft.
2010 2011
Bron: Google Grieptrends (2012). Bewerking door FCB
Pagina 4
Participatie In onderstaande tabel worden de aantallen organisaties en werknemers weergegeven die deelnemen aan de VerzuimSpiegel. Op basis van deze deelnemers zijn de branchespecifieke arbeidsmarktgegevens weergegeven in deze rapportage. Tabel 2 Participatie in de VerzuimSpiegel
Branche WMD Totaal deelnemende organisaties Procentueel deel van de branche Totaal deelnemende werknemers Procentueel deel van de branche PI online 1) PI koppeling 1)
1-1-2011 80 5,33% 9835 14,46% 39 41
31-12-2011 84 5,60% 9860 14,50% 44 40
1)
PI Online & PI Koppeling De VerzuimSpiegel is een applicatie die arbeidsmarktgegevens uit de branches WJK verzamelt en weergeeft. VerzuimSpiegel PI-online is een Personeelsinformatiesysteem (PI) voor het registreren en beheren van arbeidsgegevens. Bij VerzuimSpiegel PI-koppeling is sprake van een gegevenskoppeling tussen het PI systeem van een organisatie en de VerzuimSpiegel. De arbeidsmarktgegevens van alle aangesloten organisaties tezamen worden gepresenteerd in het benchmarkoverzicht. Organisaties kunnen rapportages opvragen van hun eigen organisatie en de informatie vergelijken met de branche. FCB eist een minimale deelname van 10% van alle werknemers binnen de branches, waarmee gewaarborgd wordt dat de gebruikte gegevens representatief zijn voor de branche.
Pagina 5
Verzuimontwikkeling
Figuur 1 Verzuimontwikkeling
Begin 2011 hadden we te maken met een griepgolf die eind 2010 in november startte. Het effect van die griepgolf hield t/m februari aan. Figuur 1 toont de geleidelijke daling van het verzuim vanaf januari tot augustus, waarna het weer langzaam gaat stijgen. In het voorjaar en de zomer is het verzuim zoals gebruikelijk laag. In het najaar en de winter is het verzuim meestal hoger. De verwachte seizoensgriep in december blijft echter tot op heden uit. Dat is verwonderlijk volgens de Belgische viroloog prof. dr. Marc Van Ranst. “Piekte de wintergriep de afgelopen jaren in december of januari, nu zien we nog steeds geen opgaande lijn. Zelfs niet in de landen waar het kouder is dan bij ons. Zouden we een jaar zonder griep krijgen?”
Pagina 6
Verzuimkosten Tabel 3 Gemiddelde kosten verzuim per medewerker WMD Gem. Jaarlijkse Verzuimkosten per medewerker
€ 2.600
Verzuimkostenpercentage
8,6%
De kosten zijn berekend uitgaande van de gemiddelde salariskosten over 2010. Verzuimkosten = gemiddeld bruto maandsalaris x FTE x verzuimpercentage x 2 Op basis van het gemiddelde bruto maandsalaris, het aantal FTE en het verzuimpercentage berekenen we de kosten van het verzuim: De factor 2 is een constante die we hanteren om rekening te houden met werkgeverslasten op de salariskosten. Met dat cijfer kunnen we berekenen wat de gemiddelde jaarlijkse verzuimkosten per medewerker zijn. De kosten bestaan uit directe kosten en indirecte kosten. De directe kosten, zijn de kosten van productieverlies. Onder de 'directe verzuimkosten' wordt het uitgekeerde ziekengeld verstaan ofwel de bruto loonkosten van de zieke werknemers (excl. zwangerschapsuitkeringen), verhoogd met het vakantiegeld (8%) en de werkgeverslasten voor WW, WIA en ziektekostenverzekering (20%). Naast het doorbetalen van het bruto loon van zieke werknemers zijn er nog andere kosten die voortvloeien uit verzuim, de zogenaamde 'indirecte verzuimkosten'1. Hieronder staan enkele voorbeelden: • indirecte loonkosten: toeslagen, eventuele 13e maand, pensioenpremie, reiskostenvergoeding. • kosten Voor het organiseren van vervanging en het begeleiden van de vervanging • overige indirecte kosten: kosten arbodienst, personeelsverloop, begeleiding en re-integratie, administratieve verplichtingen, etc. • immateriële zaken die tot kosten kunnen leiden: slecht imago, kwaliteitsverlies, overbelasting collega's, etc. Onderzoeken geven aan dat de indirecte verzuimkosten ongeveer even groot zijn als de directe verzuimkosten. Voor de totale verzuimkosten worden daarom de directe verzuimkosten verdubbeld. En wat het verzuimkostenpercentage is: het verzuimkostenpercentage drukt uit hoe groot de verzuimkosten zijn ten opzichte van de totale loonsom.
1
Bronnen: Vernet, CBS, Zestor, Ministerie SZW. Pagina 7
Meldingsfrequentie
Figuur 2 Meldingsfrequentie
De ontwikkeling van de meldingsfrequentie is over het algemeen wat grilliger dan het verzuimpercentage. Pieken en dalen in het verzuimpercentage worden namelijk getemperd door het langdurig verzuim. De meldingsfrequentie is gevoelig voor nieuwe kortdurende verzuimmeldingen zoals griep en influenza-achtige ziektes. De dikke groene (figuur links) lijn toont het aantal griepachtige ziektebeelden (ILI = Influenza-Like-Illness) per 100.000 inwoners in Nederland over het winterseizoen 2011-2012. Dat zijn er nog minder dan vergeleken met die van vorig jaar, toen er ook slechts sprake was van zeer een milde epidemie.
Pagina 8
Verzuimduur
Figuur 3 Gemiddelde verzuimduur
Bovenstaande grafiek toont de gemiddelde verzuimduur. Wat opvalt is de piek in juli en augustus. Dit is deels verklaarbaar doordat in de vakantieperiode de meldingsfrequentie omlaag gaat. Er zijn in deze periode gemiddeld minder werknemers kort ziek en de langdurig zieke werknemers zorgen daarmee voor een gemiddeld langere verzuimduur.
Pagina 9
Verzuimpercentage naar leeftijdsklasse over 2011 Verzuimpercentage per leeftijdsklasse
Verzuimaandeel per leeftijdsklasse
Figuur 4 Verzuimpercentage per leeftijd
Figuur 5 Verzuimaandeel per leeftijd
In figuur 4 zien we het verzuimpercentage per leeftijdsgroep. Deze grafiek zegt iets over hoe zwaar een bepaalde leeftijdsgroep wordt getroffen door verzuim. In deze grafiek zien we dat ouderen een hoger verzuimpercentage hebben dan jongeren (<26 jaar). Vergelijken we figuur 4 met figuur 5 dan zien we dat de groep 26-35 jaar een groter aandeel heeft in het verzuim dan de groep >55 jaar, ondanks dat het verzuimpercentage in de eerste leeftijdsklasse lager is. Dit is te verklaren doordat er meer medewerkers in de leeftijdsklasse 2635 zijn.
In deze grafiek zien we hoeveel procentpunt van het verzuim door een leeftijdsgroep wordt veroorzaakt. Het verzuim in Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening is in 2011 5,89%. Van het totale verzuim is 1,92 procentpunt veroorzaakt door werknemers van 46-55 jaar oud. Let op! Dit is dus niet het verzuimpercentage van medewerkers tot 55 jaar! Dit cijfer zegt iets over de omvang van de verzuimproblematiek in een leeftijdsgroep. Stel dat je het verzuimbeleid op een bepaalde leeftijdsgroep wilt richten, dan kun je aan deze percentages zien in welke leeftijdsgroep de meeste verbetering is te bereiken. Pagina 10
Verzuimpercentage per duurklasse over 2011
Figuur 6 Verzuimpercentage per duurklasse
Deze grafiek helpt bij het maken van keuzes in het verzuimbeleid. De duurklassen zijn hetzelfde als wat we ook kort, middellang en lang verzuim noemen. Het totale verzuim in de branche is de optelsom van de vier blokken. Als we willen dat het verzuimpercentage afneemt, dan is er mogelijk meer verbetering te bereiken door in ieder geval lang verzuim aan te pakken. Wat uiteraard niet wil zeggen dat er geen aandacht moet zijn voor kortdurend verzuim. Verzuim langer dan een jaar bedraagt 2,53%.
Instroom 2e verzuimjaar
Instroom 2e verzuimjaar is het percentage verzuimgevallen in de verslagperiode dat 1 jaar of langer duurt ten opzichte van het gemiddelde aantal werknemers in de verslagperiode. Uit de gegevens van de VerzuimSpiegel blijkt dat de instroom 2e verzuimjaar in 2011 0,67% bedraagt voor de branche WMD.
Pagina 11
Gemiddelde duur van een dienstverband (M/V)
Gemiddelde leeftijd
Figuur 7 Gemiddelde duur dienstverband
Figuur 8 Gemiddelde leeftijd
Bovenstaande grafiek toont hoe lang in 2011 gemiddeld een dienstverband heeft geduurd in de branche WMD, onderverdeeld in Man/Vrouw en Totaal. Binnen de gebruikers van de VerzuimSpiegel in de branche is de gemiddelde duur van een dienstverband 6,2 jaar. In de branche WMD lijkt de balans in gemiddelde duur dienstverband tussen Man/Vrouw in evenwicht te zijn.
In bovenstaande grafiek wordt de gemiddelde leeftijd weergegeven van alle gebruikers van de VerzuimSpiegel in de branche WMD over 2011. Onderverdeel in Man/Vrouw en Totaal. De gemiddelde leeftijd over 2011 is 41 jaar. Tevens kan geconcludeerd worden dat er meer vrouwen dan mannen in de branche aanwezig zijn van de aangesloten organisaties op de VerzuimSpiegel. Dit blijkt uit de grafiek door de geringe invloed van de gemiddeld hogere leeftijd van mannen op de totale gemiddelde leeftijd.
Pagina 12
Leeftijdsopbouw in procenten
Figuur 9 Leeftijdsopbouw in procenten
In bovenstaande grafiek wordt de leeftijdsopbouw van alle werknemers in de branche over 2011 weergegeven van alle bij de VerzuimSpiegel aangesloten organisaties. De grafiek laat zien dat de vergrijzing in de branche WMD toeneemt.
Pagina 13
Rekenregels In 1996 werd door de Projectgroep Uniformering Verzuimgrootheden, onder auspiciën van het LISV, de "Berekening van ziekteverzuim Standaard voor verzuimregistratie" vastgesteld. Op deze basis heeft het CBS voortgeborduurd en in 2005 het document “Nationale Verzuimstatistiek” uitgegeven. Dat document vormt de basis voor de berekeningsmethode van de VerzuimSpiegel. elke ziektedag in de periode x pt x ao Verzuimpercentage ---------------------------------------------------------------- x 100% elke dienstverbanddag in de periode x pt
Meldingsfrequentie
aantal ziekmeldingen in de periode ---------------------------------------------------------------aantal werknemers in de periode
Gemiddelde duur
alle ziektedagen van de in de periode beëindigde gevallen ----------------------------------------------------------------alle in de periode beëindigde gevallen
Definities Verzuimpercentage Van alle werknemers wordt elke ziektedag in de periode vermenigvuldigd met de bij die dag behorende parttimefactor (pt) en de arbeidsongeschiktheidsfactor (ao), waarna zij worden opgeteld. Van alle werknemers (ziek en niet ziek) wordt elke dienstverbanddag in de periode vermenigvuldigd met de bij die dag behorende parttimefactor (pt), waarna zij worden opgeteld. Dit is exclusief zwangerschap. Meldingsfrequentie Totaal aantal ziekmeldingen in de periode gedeeld door het aantal werknemers in de periode. Gemiddelde duur Beëindigde gevallen zijn ziektegevallen waarvan de hersteldatum in de periode valt. Ziektedagen van beëindigde gevallen zijn alle dagen vanaf de eerste ziektedag tot aan de hersteldatum. De aansluitende ziektedagen die vóór de periode vallen worden dus ook meegerekend. Dagen Alle dagen in de verzuimgrootheden zijn kalenderdagen. Periode De periode waarover het verzuim wordt berekend (dit kan door de gebruiker zelf worden ingesteld bijvoorbeeld maand, kwartaal of jaar). Verzuimpercentage langer dan 1 jaar Het verzuimpercentage in de rapportageperiode dat veroorzaakt wordt door medewerkers met een verzuimperiode van 1 jaar of meer.
Pagina 14
Jaarrapportage 2011 Branche informatie voor Jeugdzorg
Inhoud Inleiding ..................................................................................................................................................................................3 Samenvatting .......................................................................................................................................................................... 3 Kerncijfers 2009, 2010, 2011 .................................................................................................................................................... 4 Participatie.............................................................................................................................................................................. 5 Verzuimontwikkeling ...............................................................................................................................................................6 Verzuimkosten ........................................................................................................................................................................ 7 Meldingsfrequentie ..................................................................................................................................................................8 Verzuimduur ............................................................................................................................................................................9 Verzuimpercentage naar leeftijdsklasse over 2011 ............................................................................................................... 10 Verzuimpercentage per leeftijdsklasse ...................................................................................................................................... 10 Verzuimaandeel per leeftijdsklasse ........................................................................................................................................... 10 Verzuimpercentage per duurklasse over 2011 ....................................................................................................................... 11 Instroom 2e verzuimjaar ......................................................................................................................................................... 11 Gemiddelde duur van een dienstverband (M/V) .................................................................................................................... 12 Gemiddelde leeftijd ............................................................................................................................................................... 12 Leeftijdsopbouw in procenten ............................................................................................................................................... 13 Rekenregels........................................................................................................................................................................... 14 Definities .............................................................................................................................................................................. 14
Pagina 2
Inleiding FCB verzamelt gegevens over de arbeidsmarkt in de branche Jeugdzorg binnen het FCB onderzoeksprogramma. Het primaire doel van dit onderzoeksprogramma is gericht op het voorzien in eenduidige en betrouwbare informatie over de arbeidsmarkten, de economische ontwikkelingen, stelselwijzigingen en brancheontwikkelingen. In dit rapport geven we in cijfers een beeld van het verzuim. De cijfers zijn gebaseerd op de gebruikers van de VerzuimSpiegel per branche.
Samenvatting Aantal aangesloten organisaties en medewerkers Er zijn 12 organisaties uit de Jeugdzorg aangesloten bij de VerzuimSpiegel met 5682 werknemers. Dit vertegenwoordigt 18,94% van de branche.
Gemiddelde verzuimduur De gemiddelde verzuimduur in dagen is voor 2011 19,5 (Dit was 16,3 dagen in 2009). De gemiddelde verzuimduur is in 2011 3,2 dagen langer dan in 2010.
Verzuimpercentages Het verzuimpercentage is gemiddeld in 2011 5,33% (Dit was 5,44% in 2010). Het verzuim is ten opzichte van 2010 met 0.11 procentpunt afgenomen.
Verzuimpercentage per leeftijdsklasse Het verzuimpercentage is in de leeftijdscategorie 46-55 het hoogst, namelijk 6,68%. <26 26-35 36-45 46-55 >55
Verzuimkosten De jaarlijks gemiddelde verzuimkosten per medewerker over het jaar 2010 zijn: € 3.149.-
Aandeel verzuimpercentage per leeftijdsklasse Het verzuimpercentage onderverdeeld in leeftijdsklasse laat zien dat het grootste deel van het verzuim wordt veroorzaakt door de leeftijdsgroep van 46-55 jaar. <26 26-35 36-45 46-55 >55
1,96%
0,16% Meldingsfrequentie De meldingsfrequentie voor 2011 is 1,20 (dit was 1,30 in 2010). Dat betekent dat het aantal nieuwe verzuimgevallen gedaald is.
4,69%
1,51%
5,76%
1,31%
6,68%
5,91%
1,55%
0,80%
Verzuimpercentage in duurklasse Het verzuimpercentage onderverdeeld in duurklasse (in dagen) laat zien dat het verzuimduur van 92-365 dagen het zwaarst meeweegt. <15 15-91 92-365 >365 1,45%
1,48%
1,63%
0,78%
Pagina 3
Kerncijfers 2009, 2010, 2011 Tabel 1 verzuimcijfers afgelopen 3 jaar
Verzuimpercentage Meldingsfrequentie Gemiddelde duur (dagen)
2009 5,59% 1,20 15,0
2010 5,44% 1,30 16,3
2011 5,33% 1,20 19,5
Het verzuimpercentage in 2011 is 5,33% dat is 0.11 procentpunt lager dan het verzuim in 2010. De meldingsfrequentie is licht gedaald ten opzichte van 2010. Uit onderzoek van 365/ArboNed blijkt dat landelijk het verzuim ook is gestegen. 365/ArboNed meldt ook het aantal verzuimmeldingen dat te maken had met psychische problemen in 2011 is toegenomen. In de eerste helft van 2011 is de meldingsfrequentie hoger dan in de tweede helft van het jaar. Volgens 365/ArboNed heeft dat te maken met de ontwikkeling van de economie, die in de tweede helft van het jaar slechter was. "Het is een bekend fenomeen dat het verzuim lager is, als het economisch tegen zit. Mensen houden de hand op de knip en nemen geen risico’s’’, aldus Corné Roelen, bedrijfsarts en epidemioloog bij 365/ArboNed. Wat we ook zien is dat de griepincidentie (het aantal meldingen van griep) in de eerste helft van 2011 een grote piek kent en dat deze piek aan het einde van 2011 uitblijft.
2010 2011
Bron: Google Grieptrends (2012). Bewerking door FCB
Pagina 4
Participatie In onderstaande tabel worden de aantallen organisaties en werknemers weergegeven die deelnemen aan de VerzuimSpiegel. Op basis van deze deelnemers zijn de branchespecifieke arbeidsmarktgegevens weergegeven in deze rapportage. Tabel 2 Participatie in de VerzuimSpiegel
Branche JEUGDZORG Totaal deelnemende organisaties Procentueel deel van de branche Totaal deelnemende werknemers Procentueel deel van de branche PI online 1) PI koppeling 1)
1/1/2011 10 11,90% 5352 17,84% 0 10
12/31/2011 12 14,29% 5682 18,94% 0 12
1)
PI Online & PI Koppeling De VerzuimSpiegel is een applicatie die arbeidsmarktgegevens uit de branches WJK verzamelt en weergeeft. VerzuimSpiegel PI-online is een Personeelsinformatiesysteem (PI) voor het registreren en beheren van arbeidsgegevens. Bij VerzuimSpiegel PI-koppeling is sprake van een gegevenskoppeling tussen het PI systeem van een organisatie en de VerzuimSpiegel. De arbeidsmarktgegevens van alle aangesloten organisaties tezamen worden gepresenteerd in het benchmarkoverzicht. Organisaties kunnen rapportages opvragen van hun eigen organisatie en de informatie vergelijken met de branche. FCB eist een minimale deelname van 10% van alle werknemers binnen de branches, waarmee gewaarborgd wordt dat de gebruikte gegevens representatief zijn voor de branche.
Pagina 5
Verzuimontwikkeling
Figuur 1 Verzuimontwikkeling
Begin 2011 hadden we te maken met een griepgolf die eind 2010 in november startte. Het effect van die griepgolf hield t/m februari aan. Figuur 1 toont de geleidelijke daling van het verzuim vanaf januari tot augustus, waarna het weer langzaam gaat stijgen. In het voorjaar en de zomer is het verzuim zoals gebruikelijk laag. In het najaar en de winter is het verzuim meestal hoger.
Pagina 6
Verzuimkosten Tabel 3 Gemiddelde kosten verzuim per medewerker JEUGDZORG Gem. Jaarlijkse Verzuimkosten per medewerker
€ 3.149,-
Verzuimkostenpercentage
8,0%
De kosten zijn berekend uitgaande van de gemiddelde salariskosten over 2010. Verzuimkosten = gemiddeld bruto maandsalaris x FTE x verzuimpercentage x 2 Op basis van het gemiddelde bruto maandsalaris, het aantal FTE en het verzuimpercentage berekenen we de kosten van het verzuim: De factor 2 is een constante die we hanteren om rekening te houden met werkgeverslasten op de salariskosten. Met dat cijfer kunnen we berekenen wat de gemiddelde jaarlijkse verzuimkosten per medewerker zijn. De kosten bestaan uit directe kosten en indirecte kosten. De directe kosten, zijn de kosten van productieverlies. Onder de 'directe verzuimkosten' wordt het uitgekeerde ziekengeld verstaan ofwel de bruto loonkosten van de zieke werknemers (excl. zwangerschapsuitkeringen), verhoogd met het vakantiegeld (8%) en de werkgeverslasten voor WW, WIA en ziektekostenverzekering (20%). Naast het doorbetalen van het bruto loon van zieke werknemers zijn er nog andere kosten die voortvloeien uit verzuim, de zogenaamde 'indirecte verzuimkosten'1. Hieronder staan enkele voorbeelden: • indirecte loonkosten: toeslagen, eventuele 13e maand, pensioenpremie, reiskostenvergoeding. • kosten Voor het organiseren van vervanging en het begeleiden van de vervanging • overige indirecte kosten: kosten arbodienst, personeelsverloop, begeleiding en re-integratie, administratieve verplichtingen, etc. • immateriële zaken die tot kosten kunnen leiden: slecht imago, kwaliteitsverlies, overbelasting collega's, etc. Onderzoeken geven aan dat de indirecte verzuimkosten ongeveer even groot zijn als de directe verzuimkosten. Voor de totale verzuimkosten worden daarom de directe verzuimkosten verdubbeld. En wat het verzuimkostenpercentage is: het verzuimkostenpercentage drukt uit hoe groot de verzuimkosten zijn ten opzichte van de totale loonsom.
1
Bronnen: Vernet, CBS, Zestor, Ministerie SZW.
Pagina 7
Meldingsfrequentie
Figuur 2 Meldingsfrequentie
De ontwikkeling van de meldingsfrequentie is over het algemeen wat grilliger dan het verzuimpercentage. Pieken en dalen in het verzuimpercentage worden namelijk getemperd door het langdurig verzuim. De meldingsfrequentie is gevoelig voor nieuwe kortdurende verzuimmeldingen zoals griep en influenzaachtige ziektes. De dikke groene lijn toont het aantal griepachtige ziektebeelden (ILI = Influenza-Like-Illness) per 100.000 inwoners in Nederland over het winterseizoen 2011-2012. Dat zijn er nog minder dan vergeleken met die van vorig jaar, toen er ook slechts sprake was van zeer een milde epidemie. De verwachte seizoensgriep in december blijft echter tot op heden uit. Dat is verwonderlijk volgens de Belgische viroloog prof. dr. Marc Van Ranst. “Piekte de wintergriep de afgelopen jaren in december of januari, nu zien we nog steeds geen opgaande lijn. Zelfs niet in de landen waar het kouder is dan bij ons. Zouden we een jaar zonder griep krijgen?”
Pagina 8
Verzuimduur
Figuur 3 Gemiddelde verzuimduur
Bovenstaande grafiek toont de gemiddelde verzuimduur. Wat opvalt is de piek in mei en augustus. Dit is deels verklaarbaar doordat in de vakantieperiodes (meivakantie en zomervakantie) de meldingsfrequentie omlaag gaat. Er zijn in deze periode gemiddeld minder werknemers kort ziek en de langdurig zieke werknemers zorgen daarmee voor een gemiddeld langere verzuimduur.
Pagina 9
Verzuimpercentage naar leeftijdsklasse over 2011 Verzuimpercentage per leeftijdsklasse
Verzuimaandeel per leeftijdsklasse
Figuur 4 Verzuimpercentage per leeftijd
Figuur 5 Verzuimaandeel per leeftijd
In figuur 4 zien we het verzuimpercentage per leeftijdsgroep. Deze grafiek zegt iets over hoe zwaar een bepaalde leeftijdsgroep wordt getroffen door verzuim. In deze grafiek zien we dat ouderen een hoger verzuimpercentage hebben dan jongeren (<26 jaar). Vergelijken we figuur 4 met figuur 5 dan zien we dat de groep 26-35 jaar ongeveer een gelijk aandeel heeft in het verzuim als de groep 46-55 jaar, ondanks dat het verzuimpercentage in deze eerste leeftijdsklasse lager is. Dit is te verklaren doordat er meer medewerkers in de leeftijdsklasse 2635 zijn.
In deze grafiek zien we hoeveel procentpunt van het verzuim door een leeftijdsgroep wordt veroorzaakt. Het verzuim in Jeugdzorg is in 2011 5,33%. Van het totale verzuim is 1,51 procentpunt veroorzaakt door werknemers van 26-35 jaar oud. Let op! Dit is dus niet het verzuimpercentage van medewerkers van 26 tot 35 jaar! Dit cijfer zegt iets over de omvang van de verzuimproblematiek in een leeftijdsgroep. Stel dat je het verzuimbeleid op een bepaalde leeftijdsgroep wilt richten, dan kun je aan deze percentages zien in welke leeftijdsgroep de meeste verbetering is te bereiken. Pagina 10
Verzuimpercentage per duurklasse over 2011
Figuur 6 Verzuimpercentage per duurklasse
Deze grafiek helpt bij het maken van keuzes in het verzuimbeleid. De duurklassen zijn hetzelfde als wat we ook kort, middellang en lang verzuim noemen. Het totale verzuim in de branche is de optelsom van de vier blokken. Als we willen dat het verzuimpercentage afneemt, dan is er mogelijk meer verbetering te bereiken door in ieder geval lang verzuim aan te pakken. Wat uiteraard niet wil zeggen dat er geen aandacht moet zijn voor kortdurend verzuim. Verzuim langer dan een jaar bedraagt 0,80%.
Instroom 2e verzuimjaar
Instroom 2e verzuimjaar is het percentage verzuimgevallen in de verslagperiode dat 1 jaar of langer duurt ten opzichte van het gemiddelde aantal werknemers in de verslagperiode. Uit de gegevens van de VerzuimSpiegel blijkt dat de instroom 2e verzuimjaar in 2011 0,66% bedraagt voor de branche Jeugdzorg.
Pagina 11
Gemiddelde duur van een dienstverband (M/V)
Gemiddelde leeftijd
Figuur 7 Gemiddelde duur dienstverband
Figuur 8 Gemiddelde leeftijd
Bovenstaande grafiek toont hoe lang in 2011 gemiddeld een dienstverband heeft geduurd in de branche Jeugdzorg, onderverdeeld in Man/Vrouw en Totaal. Binnen de gebruikers van de VerzuimSpiegel in de branche is de gemiddelde duur van een dienstverband 6,8 jaar. In de branche Jeugdzorg slaat de balans in gemiddelde duur dienstverband tussen Man/Vrouw door naar Man.
In bovenstaande grafiek wordt de gemiddelde leeftijd weergegeven van alle gebruikers van de VerzuimSpiegel in de branche Jeugdzorg over 2011. Onderverdeel in Man/Vrouw en Totaal. De gemiddelde leeftijd in 2011 is 38 jaar. Tevens kan geconcludeerd worden dat er meer vrouwen dan mannen in de branche werken van de aangesloten organisaties op de VerzuimSpiegel. Dit blijkt uit de grafiek door de geringe invloed van de gemiddeld hogere leeftijd van mannen op de totale gemiddelde leeftijd.
Pagina 12
Leeftijdsopbouw in procenten
Figuur 9 Leeftijdsopbouw in procenten
In bovenstaande grafiek wordt de leeftijdsopbouw van alle werknemers in de branche over 2011 weergegeven van alle bij de VerzuimSpiegel aangesloten organisaties. We zien in figuur 9 dat de vergrijzing in de branche nog steeds toeneemt.
Pagina 13
Rekenregels In 1996 werd door de Projectgroep Uniformering Verzuimgrootheden, onder auspiciën van het LISV, de "Berekening van ziekteverzuim Standaard voor verzuimregistratie" vastgesteld. Op deze basis heeft het CBS voortgeborduurd en in 2005 het document “Nationale Verzuimstatistiek” uitgegeven. Dat document vormt de basis voor de berekeningsmethode van de VerzuimSpiegel. elke ziektedag in de periode x pt x ao Verzuimpercentage ----------------------------------------------------------------- x 100% elke dienstverbanddag in de periode x pt
Meldingsfrequentie
aantal ziekmeldingen in de periode ----------------------------------------------------------------aantal werknemers in de periode
Gemiddelde duur
alle ziektedagen van de in de periode beëindigde gevallen ----------------------------------------------------------------alle in de periode beëindigde gevallen
Definities Verzuimpercentage Van alle werknemers wordt elke ziektedag in de periode vermenigvuldigd met de bij die dag behorende parttimefactor (pt) en de arbeidsongeschiktheidsfactor (ao), waarna zij worden opgeteld. Van alle werknemers (ziek en niet ziek) wordt elke dienstverbanddag in de periode vermenigvuldigd met de bij die dag behorende parttimefactor (pt), waarna zij worden opgeteld. Dit is exclusief zwangerschap. Meldingsfrequentie Totaal aantal ziekmeldingen in de periode gedeeld door het aantal werknemers in de periode. Gemiddelde duur Beëindigde gevallen zijn ziektegevallen waarvan de hersteldatum in de periode valt. Ziektedagen van beëindigde gevallen zijn alle dagen vanaf de eerste ziektedag tot aan de hersteldatum. De aansluitende ziektedagen die vóór de periode vallen worden dus ook meegerekend. Dagen Alle dagen in de verzuimgrootheden zijn kalenderdagen. Periode De periode waarover het verzuim wordt berekend (dit kan door de gebruiker zelf worden ingesteld bijvoorbeeld maand, kwartaal of jaar). Verzuimpercentage langer dan 1 jaar Het verzuimpercentage in de rapportageperiode dat veroorzaakt wordt door medewerkers met een verzuimperiode van 1 jaar of meer.
Pagina 14
Jaarrapportage 2011 Branche informatie voor Kinderopvang
Inhoud Inleiding ..................................................................................................................................................................................3 Samenvatting .......................................................................................................................................................................... 3 Kerncijfers 2009, 2010, 2011 .................................................................................................................................................... 4 Participatie.............................................................................................................................................................................. 5 Verzuimontwikkeling ...............................................................................................................................................................6 Verzuimkosten ........................................................................................................................................................................ 7 Meldingsfrequentie ..................................................................................................................................................................8 Verzuimduur ............................................................................................................................................................................9 Verzuimpercentage naar leeftijdsklasse over 2011 ............................................................................................................... 10 Verzuimpercentage per leeftijdsklasse ...................................................................................................................................... 10 Verzuimaandeel per leeftijdsklasse ........................................................................................................................................... 10 Verzuimpercentage per duurklasse over 2011 ....................................................................................................................... 11 Instroom 2e verzuimjaar ......................................................................................................................................................... 11 Gemiddelde duur van een dienstverband (M/V) .................................................................................................................... 12 Gemiddelde leeftijd ............................................................................................................................................................... 12 Leeftijdsopbouw in procenten ............................................................................................................................................... 13 Rekenregels........................................................................................................................................................................... 14 Definities .............................................................................................................................................................................. 14
Pagina 2
Inleiding FCB verzamelt gegevens over de arbeidsmarkt in de branche Kinderopvang binnen het FCB onderzoeksprogramma. Het primaire doel van dit onderzoeksprogramma is gericht op het voorzien in eenduidige en betrouwbare informatie over de arbeidsmarkten, de economische ontwikkelingen, stelselwijzigingen en brancheontwikkelingen. In dit rapport geven we in cijfers een beeld van het verzuim. De cijfers zijn gebaseerd op de gebruikers van de VerzuimSpiegel per branche.
Samenvatting Aantal aangesloten organisaties en medewerkers Er zijn 151 organisaties uit de Kinderopvang aangesloten bij de VerzuimSpiegel met 15.659 werknemers. Dit vertegenwoordigt 18,21% van de branche.
Gemiddelde verzuimduur De gemiddelde duur in dagen is voor 2011 16 (Dit was 13,9 dagen in 2010). De gemiddelde verzuimduur is in 2011 ruim 2 dagen langer dan in 2010.
Verzuimpercentages Het verzuimpercentage is gemiddeld in 2011: 5,38% (Dit was 5,20% in 2010). Het verzuim is ten opzichte van 2010 met 3,4% gestegen.
Verzuimpercentage per leeftijdsklasse Het verzuimpercentage is in de leeftijdscategorie >55 het hoogste, namelijk 6,69%. <26 26-35 36-45 46-55 >55 2,93%
Verzuimkosten De jaarlijks gemiddelde verzuimkosten per medewerker over het jaar 2010 zijn: € 1.560.-
6,14%
6,37%
6,69%
Aandeel verzuimpercentage per leeftijdsklasse Het verzuimpercentage onderverdeeld in leeftijdsklasse laat zien dat het grootste deel van het verzuim wordt veroorzaakt door de leeftijdsgroep van 26-35 jaar. <26 26-35 36-45 46-55 >55 0,68%
Meldingsfrequentie De meldingsfrequentie voor 2011 is 1,21 (dit was 1,34 in 2010). Dat betekent dat het aantal nieuwe verzuimgevallen gedaald is.
5,89%
2,10%
1,17%
1,02%
0,40%
Verzuimpercentage in duurklasse Het verzuimpercentage onderverdeeld in duurklasse (in dagen) laat zien dat het verzuimduur van 92-365 dagen het zwaarst meeweegt. <15 15-91 92-365 >365 1,16%
1,33%
1,68%
1,20%
Pagina 3
Kerncijfers 2009, 2010, 2011 Tabel 1 verzuimcijfers afgelopen 3 jaar
Verzuimpercentage Meldingsfrequentie Gemiddelde duur (dagen)
2009 4,91% 1,02 13
2010 5,20% 1,34 13,9
2011 5,38% 1,21 16,0
Het verzuimpercentage in 2011 is 5,38% dat is 0,18 procentpunt hoger dan het verzuim in 2010. De meldingsfrequentie is licht gedaald ten opzichte van 2010. Uit onderzoek van 365/ArboNed blijkt dat landelijk het verzuim ook is gestegen. 365/ArboNed meldt ook het aantal verzuimmeldingen dat te maken had met psychische problemen in 2011 is toegenomen. In de eerste helft van 2011 is de meldingsfrequentie hoger dan in de tweede helft van het jaar. Volgens 365/ArboNed heeft dat te maken met de ontwikkeling van de economie, die in de tweede helft van het jaar slechter was. "Het is een bekend fenomeen dat het verzuim lager is, als het economisch tegen zit. Mensen houden de hand op de knip en nemen geen risico’s’’, aldus Corné Roelen, bedrijfsarts en epidemioloog bij 365/ArboNed. Wat we ook zien is dat de griepincidentie (het aantal meldingen van griep) in de eerste helft van 2011 een grote piek kent en dat deze piek aan het einde van 2011 uitblijft.
2010 2011
Bron: Google Grieptrends (2012). Bewerking door FCB
Pagina 4
Participatie In onderstaande tabel worden de aantallen organisaties en werknemers weergegeven die deelnemen aan de VerzuimSpiegel. Op basis van deze deelnemers zijn de branchespecifieke arbeidsmarktgegevens weergegeven in deze rapportage. Tabel 2 Participatie in de VerzuimSpiegel
Branche KINDEROPVANG Totaal deelnemende organisaties Procentueel deel van de branche Totaal deelnemende werknemers Procentueel deel van de branche PI online 1) PI koppeling 1)
1-1-2011 143 7,15% 15706 18,26% 66 77
31-12-2011 151 7,55% 15659 18,21% 74 77
1)
PI Online & PI Koppeling De VerzuimSpiegel is een applicatie die arbeidsmarktgegevens uit de branches WJK verzamelt en weergeeft. VerzuimSpiegel PI-online is een Personeelsinformatiesysteem (PI) voor het registreren en beheren van arbeidsgegevens. Bij VerzuimSpiegel PI-koppeling is sprake van een gegevenskoppeling tussen het PI systeem van een organisatie en de VerzuimSpiegel. De arbeidsmarktgegevens van alle aangesloten organisaties tezamen worden gepresenteerd in het benchmarkoverzicht. Organisaties kunnen rapportages opvragen van hun eigen organisatie en de informatie vergelijken met de branche. FCB eist een minimale deelname van 10% van alle werknemers binnen de branches, waarmee gewaarborgd wordt dat de gebruikte gegevens representatief zijn voor de branche.
Pagina 5
Verzuimontwikkeling
Figuur 1 Verzuimontwikkeling
Begin 2011 hadden we te maken met een griepgolf die eind 2010 in november startte. Het effect van die griepgolf hield t/m februari aan. Figuur 1 toont de geleidelijke daling van het verzuim vanaf januari tot augustus, waarna het weer langzaam gaat stijgen. In het voorjaar en de zomer is het verzuim zoals gebruikelijk laag. In het najaar en de winter is het verzuim meestal hoger.
Pagina 6
Verzuimkosten Tabel 3 Gemiddelde kosten verzuim per medewerker KINDEROPVANG Gem. Jaarlijkse Verzuimkosten per medewerker Verzuimkostenpercentage
€ 1.560,7,7%
De kosten zijn berekend uitgaande van de gemiddelde salariskosten over 2010. Verzuimkosten = gemiddeld bruto maandsalaris x FTE x verzuimpercentage x 2 Op basis van het gemiddelde bruto maandsalaris, het aantal FTE en het verzuimpercentage berekenen we de kosten van het verzuim: De factor 2 is een constante die we hanteren om rekening te houden met werkgeverslasten op de salariskosten. Met dat cijfer kunnen we berekenen wat de gemiddelde jaarlijkse verzuimkosten per medewerker zijn. De kosten bestaan uit directe kosten en indirecte kosten. De directe kosten, zijn de kosten van productieverlies. Onder de 'directe verzuimkosten' wordt het uitgekeerde ziekengeld verstaan ofwel de bruto loonkosten van de zieke werknemers (excl. zwangerschapsuitkeringen), verhoogd met het vakantiegeld (8%) en de werkgeverslasten voor WW, WIA en ziektekostenverzekering (20%). Naast het doorbetalen van het bruto loon van zieke werknemers zijn er nog andere kosten die voortvloeien uit verzuim, de zogenaamde 'indirecte verzuimkosten'1. Hieronder staan enkele voorbeelden: • indirecte loonkosten: toeslagen, eventuele 13e maand, pensioenpremie, reiskostenvergoeding. • kosten Voor het organiseren van vervanging en het begeleiden van de vervanging • overige indirecte kosten: kosten arbodienst, personeelsverloop, begeleiding en re-integratie, administratieve verplichtingen, etc. • immateriële zaken die tot kosten kunnen leiden: slecht imago, kwaliteitsverlies, overbelasting collega's, etc. Onderzoeken geven aan dat de indirecte verzuimkosten ongeveer even groot zijn als de directe verzuimkosten. Voor de totale verzuimkosten worden daarom de directe verzuimkosten verdubbeld. En wat het verzuimkostenpercentage is: het verzuimkostenpercentage drukt uit hoe groot de verzuimkosten zijn ten opzichte van de totale loonsom.
1
Bronnen: Vernet, CBS, Zestor, Ministerie SZW. Pagina 7
Meldingsfrequentie
Figuur 2 Meldingsfrequentie
De ontwikkeling van de meldingsfrequentie is over het algemeen wat grilliger dan het verzuimpercentage. Pieken en dalen in het verzuimpercentage worden namelijk getemperd door het langdurig verzuim. De meldingsfrequentie is gevoelig voor nieuwe kortdurende verzuimmeldingen zoals griep en influenzaachtige ziektes. De dikke groene lijn toont het aantal griepachtige ziektebeelden (ILI = Influenza-Like-Illness) per 100.000 inwoners in Nederland over het winterseizoen 2011-2012. Dat zijn er nog minder dan vergeleken met die van vorig jaar, toen er ook slechts sprake was van zeer een milde epidemie. De verwachte seizoensgriep in december blijft echter tot op heden uit. Dat is verwonderlijk volgens de Belgische viroloog prof. dr. Marc Van Ranst. “Piekte de wintergriep de afgelopen jaren in december of januari, nu zien we nog steeds geen opgaande lijn. Zelfs niet in de landen waar het kouder is dan bij ons. Zouden we een jaar zonder griep krijgen?”
Pagina 8
Verzuimduur
Figuur 3 Gemiddelde verzuimduur
Bovenstaande grafiek toont de gemiddelde verzuimduur. Wat opvalt is de piek in augustus. Dit is deels verklaarbaar doordat in de vakantieperiode de meldingsfrequentie omlaag gaat. Er zijn in deze periode gemiddeld minder werknemers kort ziek. De langdurig zieke werknemers zorgen daarmee voor een gemiddeld langere verzuimduur.
Pagina 9
Verzuimpercentage naar leeftijdsklasse over 2011 Verzuimpercentage per leeftijdsklasse
Verzuimaandeel per leeftijdsklasse
Figuur 4 Verzuimpercentage per leeftijd
Figuur 5 Verzuimaandeel per leeftijd
In figuur 4 zien we het verzuimpercentage per leeftijdsgroep. Deze grafiek zegt iets over hoe zwaar een bepaalde leeftijdsgroep wordt getroffen door verzuim. In deze grafiek zien we dat ouderen een hoger verzuimpercentage hebben dan jongeren (<26 jaar). Vergelijken we figuur 4 met figuur 5 dan zien we dat de groep 26-35 jaar een groter aandeel heeft in het verzuim dan de groep >55 jaar, ondanks dat het verzuimpercentage in deze leeftijdsklasse lager is. Dit is te verklaren doordat er meer medewerkers in de leeftijdsklasse 2635 zijn.
In deze grafiek zien we hoeveel procentpunt van het verzuim door een leeftijdsgroep wordt veroorzaakt. Het verzuim in Kinderopvang is in 2011 5,38%. Van het totale verzuim is 2,10 procentpunt veroorzaakt door werknemers van 26-35 jaar oud. Let op! Dit is dus niet het verzuimpercentage van medewerkers van 26 tot 35 jaar! Dit cijfer zegt iets over de omvang van de verzuimproblematiek in een leeftijdsgroep. Stel dat je het verzuimbeleid op een bepaalde leeftijdsgroep wilt richten, dan kun je aan deze percentages zien in welke leeftijdsgroep de meeste verbetering is te bereiken. Pagina 10
Verzuimpercentage per duurklasse over 2011
Figuur 6 Verzuimpercentage per duurklasse
Deze grafiek helpt bij het maken van keuzes in het verzuimbeleid. De duurklassen zijn hetzelfde als wat we ook kort, middellang en lang verzuim noemen. Het totale verzuim in de branche is de optelsom van de vier blokken. Als we willen dat het verzuimpercentage afneemt, dan is er mogelijk meer verbetering te bereiken door in ieder geval lang verzuim aan te pakken. Wat uiteraard niet wil zeggen dat er geen aandacht moet zijn voor kortdurend verzuim. Verzuim langer dan een jaar bedraagt 1,20%.
Instroom 2e verzuimjaar
Instroom 2e verzuimjaar is dat percentage verzuimgevallen in de verslagperiode dat 1 jaar of langer duurt ten opzichte het gemiddelde aantal werknemers in de verslagperiode. Uit de gegevens van de VerzuimSpiegel blijkt dat de instroom 2e verzuimjaar in 2011 0,60% bedraagt voor de branche Kinderopvang.
Pagina 11
Gemiddelde duur van een dienstverband (M/V)
Gemiddelde leeftijd
Figuur 7 Gemiddelde duur dienstverband
Figuur 8 Gemiddelde leeftijd
Bovenstaande grafiek toont hoe lang in 2011 gemiddeld een dienstverband heeft geduurd in de branche Kinderopvang, onderverdeeld in Man/Vrouw en Totaal. Binnen de gebruikers van de VerzuimSpiegel in de branche is de gemiddelde duur van een dienstverband 4,9 jaar. In de branche Kinderopvang slaat de balans in gemiddelde duur dienstverband tussen Man/Vrouw door naar Vrouw.
In bovenstaande grafiek wordt de gemiddelde leeftijd weergegeven van alle gebruikers van de VerzuimSpiegel in de branche Kinderopvang over 2011. Onderverdeel in Man/Vrouw en Totaal. De gemiddelde leeftijd over 2011 is 34 jaar. Tevens kan geconcludeerd worden dat er meer vrouwen dan mannen in de branche werken van de aangesloten organisaties op de VerzuimSpiegel. Dit blijkt uit de grafiek door de geringe invloed van de gemiddeld hogere leeftijd van mannen op de totale gemiddelde leeftijd.
Pagina 12
Leeftijdsopbouw in procenten
Figuur 9 Leeftijdsopbouw in procenten
In bovenstaande grafiek wordt de leeftijdsopbouw van alle werknemers in de branche over 2011 weergegeven van alle bij de VerzuimSpiegel aangesloten organisaties. De afgelopen 3 jaren is de gemiddelde leeftijdsopbouw in de Kinderopvang stabiel te noemen.
Pagina 13
Rekenregels In 1996 werd door de Projectgroep Uniformering Verzuimgrootheden, onder auspiciën van het LISV, de "Berekening van ziekteverzuim Standaard voor verzuimregistratie" vastgesteld. Op deze basis heeft het CBS voortgeborduurd en in 2005 het document “Nationale Verzuimstatistiek” uitgegeven. Dat document vormt de basis voor de berekeningsmethode van de VerzuimSpiegel. elke ziektedag in de periode x pt x ao Verzuimpercentage ---------------------------------------------------------------- x 100% elke dienstverbanddag in de periode x pt
Meldingsfrequentie
aantal ziekmeldingen in de periode ---------------------------------------------------------------aantal werknemers in de periode
Gemiddelde duur
alle ziektedagen van de in de periode beëindigde gevallen ----------------------------------------------------------------alle in de periode beëindigde gevallen
Definities Verzuimpercentage Van alle werknemers wordt elke ziektedag in de periode vermenigvuldigd met de bij die dag behorende parttimefactor (pt) en de arbeidsongeschiktheidsfactor (ao), waarna zij worden opgeteld. Van alle werknemers (ziek en niet ziek) wordt elke dienstverbanddag in de periode vermenigvuldigd met de bij die dag behorende parttimefactor (pt), waarna zij worden opgeteld. Dit is exclusief zwangerschap. Meldingsfrequentie Totaal aantal ziekmeldingen in de periode gedeeld door het aantal werknemers in de periode. Gemiddelde duur Beëindigde gevallen zijn ziektegevallen waarvan de hersteldatum in de periode valt. Ziektedagen van beëindigde gevallen zijn alle dagen vanaf de eerste ziektedag tot aan de hersteldatum. De aansluitende ziektedagen die vóór de periode vallen worden dus ook meegerekend. Dagen Alle dagen in de verzuimgrootheden zijn kalenderdagen. Periode De periode waarover het verzuim wordt berekend (dit kan door de gebruiker zelf worden ingesteld bijvoorbeeld maand, kwartaal of jaar). Verzuimpercentage langer dan 1 jaar Het verzuimpercentage in de rapportageperiode dat veroorzaakt wordt door medewerkers met een verzuimperiode van 1 jaar of meer.
Pagina 14