JAARGANG 4, NR 1 Beste Top-of-Holland Birders, Eerst willen we aan als onze leden, aspirant-leden en de rest van Nederland die wel eens naar vogels kijken een goed, gezond en vogelrijk nieuwjaar toewensen. Dat al onze (vogel)dromen nu dan maar eens echt uit mogen komen! Het jaar tweeduizendenzeven is in meerdere opzichten een bijzonder jaar geworden. De twee oprichters van onze birding club maakten het afgelopen jaar heel wat mee op het gebied van de liefde en vogels. De ene stapte in het huwlijksbootje en de ander was alleen maar op pad om zoveel mogelijk soorten in Nederland te zien te krijgen. Het feest van Martijn leverde onvergetelijke beelden op. Wat te denken van Roelf Hovinga en die fanatieke jaarlijster die – bijgestaan door een koor van 30 vogelaars – een ontroerend lied zingen voor het bruidspaar. Op het moment dat ik dit schrijf zit Martijn te genieten van zijn lief en vogels in en rond New York. En die jaarlijster deed het ook niet onverdienstelijk, zijn teller bleef staan op 334 soorten. Het afgelopen najaar was ‘normaal’ te noemen. De van tevoren verwachte soorten werden gezien en het eiland Vlieland was toch wel ‘the place to be’. Het eiland waar steeds meer vogelaars, gestimuleerd door Deception Tours, heen gaan om goede soorten te zoeken. Afgelopen najaar liepen daar in een oktoberweekend bijna 50 fanatieke vogelaars rond. Het is een trend aan het worden, in het najaar naar de Waddeneilanden te gaan en daar de onderste vogel boven proberen te halen. Wat ons betreft geen verkeerde trent, hoe meer er ontdekt gaat worden op de Waddeneilanden des te beter het voor ons is. Dat levert namelijk goed gevulde nieuwsbrieven op. En dat is deze nieuwsbrief dan ook weer (goed gevuld bedoelen we). Naast het overzicht van alle leuke waarnemingen kan je wegdromen bij het verhaal van Rommert (oh, was het maar weer voorjaar!) Spanning op de telpost in de Eemshaven; ‘Wat voor zwaluw vliegt daar?’. Het waar gebeurde verhaal van twee vogelgidsen die op het verkeerde eiland terecht komen en daar het geluk vinden. Het zal je maar gebeuren, eerst ontdekt een mede-Katwijker een Bruine Boszanger en direct daarna ontdek jij 100 meter verder een Raddes Boszanger. Lees en geniet mee met het verhaal van Andre van der Plas. Ons logo mag natuurlijk niet ontbreken. En natuurlijk ontbreken de dames van de VOS ook niet op ons feestje. Als uitsmijter (het is al bijna traditie!) drie gedichten voor bij je verzameling.
Marijn Bot & Peter de Vries
Waarnemingen 1 juli 2007 – 31 december 2007 Wat is er met ons aan de hand de laatste tijd? De echte knallers zijn de afgelopen periode uitgebleven (of bleven beperkt tot langsvliegers, net-niet afgemaakte wannabees of bedenkelijke claims), en als er al echte goede soorten werden gemeld hingen ze of in een netje, of werden ze ontdekt door niet-Noorderlingen. Dit kunnen wij toch niet over onze kant laten gaan!? Laten we keiharde revanche voorstaan de komende periode, en laten we deze winter dan ook massaal naar buiten gaan om die Geelsnavelduiker te vinden op de Hoornse Plas, de Ancient Murrelet in Diependal, de Stellers Eider in de Haven van Lauwersoog en de Ivoormeeuw in de haven van Harlingen. Naar buiten, deze nieuwsbrief lezen kan altijd nog! Nu de wat genuanceerdere benadering: het was weer best leuk de afgelopen maanden. Lees maar. Duikers-Eenden De eerste drie IJsduikers dit seizoen vlogen op 12 oktober langs Terschelling, waarna in de rest van het zeetrekseizoen nog 20 exemplaren zouden volgen (het overbekende spreekwoord “als er een IJsduiker langs Terschelling is, volgen er meer” deed z’n naam weer eens eer aan). Op 14 oktober zou er ook een Geelsnavelduiker langs dit zelfde eiland zijn gevlogen. Claims van Kuhls Pijlstormvogels kwamen van Ameland (11 september) en Vlieland (29 september). De eerste Noordse Pijlstormvogel verscheen reeds op 30 juli voor Ameland, maar de soort bleek de rest van het seizoen behoorlijk schaars met een schamele 12 waarnemingen. De vogel die langdurig achter de boot fourageerde tijdens de jaarlijkse pelagic vanaf Lauwersoog op 23 september is ongetwijfeld de meest gewaardeerde van dit seizoen. Ook de Grauwe Pijlstormvogels trapten af op 30 juli op Ameland, maar bleken de maanden daarna (logischerwijs) beduidend talrijker. Terschelling tekende voor de topdag van het seizoen met 194 exemplaren op 3 september, maar ook waarnemingen langs de Eemshaven op 10 september en 6 en 12 november verdienen een speciale vermelding. Ook dit jaar was er weer een kort maar hevig Stormvogeltjesfestijn. Na hevige noordwestenwinden in begin november waren er waarnemingen in de Eemshaven (6 november, 9 november, 10 november (3) en 12 november), Lauwersoog (10 november (3) en 12 november) en ook aan de Waddenkant van Ameland en Schier werden op 10 november Stormvogeltjes gezien. Langs de Noordzeekust kwam men niet dichterbij een Stofje dan de melding van een Stormvogeltje-spec, wat aangeeft dat de Waddenkust bij windkracht 7 of harder in november de place-to-be is voor deze soort. Laat dat een les zijn voor diegene die het is gelukt om nog steeds geen Stormvogeltje te zien. Zucht... Vale Stormvogeltjes vlogen dit jaar met z’n 126-en langs de noordelijke kusten, de koplopers arriveerden al op 3 september bij Lauwersoog (zie foto). Er werden 5 Kuifaalscholvers gemeld, en wel op Ameland (vanaf 20 september), Vlieland (vanaf 25 oktober), Eemshaven (vanaf 15 november), Kornwerderzand (18 november) en Ruidhorn (26 november). Woudaapjes zijn in het noorden traditioneel dungezaaid en langblijvers zijn dus per definitie populair. Het adulte mannetje van Diependal heeft dan ook heel wat optiek op zich gericht gehad gedurende zijn verblijf van 7 augustus tot 4 september (zie foto). Er was tevens een
goed klinkende melding van een vogel in De Deelen op 16 september. Er waren meldingen van Kwakken op 2 augustus over Zuidbroek en op 29 augustus in het Lauwersmeer. Ralreigers bleken helaas niet voor de massa weggelegd, ondanks toch twee gemelde individuen, en wel in de Kropswolderbuitenpolder (12 en 13 juli) en nabij Bakkeveen (vanaf 26 tot en met 28 juli). Zwarte Ibissen lijken tegenwoordig steeds meer gemeengoed te worden, met ook dit jaar weer een vogel die lange tijd huishield. De Bantpolder was de plek, 23 juli tot en met 2 september de ruime periode. Over Sneeuwganzen hoeven we niet meer woorden vuil te maken dan de constatering dat de eerste vogels van het seizoen (of wellicht de laatste vogels van de vorige winter, de grens is tegenwoordig moeilijk te trekken) 7 exemplaren betroffen in Makkum. Mensen die niet konden wachten om weer naar ganzen te mogen speuren konden hun geluk niet op toen op 5 oktober de eerste groep Dwergganzen weer voet op aarde zette op de bekende plek nabij Tibma. De groep had 3 dagen later reeds haar maximum bereikt met 61 exemplaren. Er was een melding van 3 Groenlandse Kolganzen op 2 december nabij Sandebuur en een juveniel exemplaar op 9 december bij Hoeksmeer. Een adult mannetje Amerikaanse Smient werd op 23 oktober ontdekt op Ameland, en bleef daar aanwezig tot in ieder geval 27 oktober. Witoogeenden zaten op 15 augustus in het Fochteloërveen, vanaf 30 juni nabij Lemmer en vanaf 25 augustus nabij Gees (soms zelfs met z’n tweeen). Op Schiermonnikoog werd op 20 december een mannetje Ringsnaveleend ontdekt in de Westerplas. Helaas was de plas twee dagen daarna dichtgevrorenen en was de vogel gevlogen. Altijd noemenswaardig zijn binnenlandwaarnemingen van Grote Zee-eenden, deze werden gedaan op het Zuidlaardermeer op 3 november (maar liefst 5 exemplaren), op het Paterswoldse meer (7 november), op de Hoornse Plas (2 op 8 november) en op het Schildmeer (4 vogels op 23 en 24 november). Opvallend en schokkend indien waar was een melding van een Harlekijneend in de haven van Terschelling op 10 november. Roofvogels-Steltlopers Wat te denken van een melding van eerst 30 en kort daarna 40 Vale Gieren nabij Hoogeveen... Hoogeveen, ligt dat niet vlakbij De Wijk? Een arend spec. werd op 24 augustus boven het Fochteloërveen. Bij de waarnemer kwam Havikarend als eerste gedachte op, en hij kon het weten! De inmiddels jaarlijkse Slangenarend op het Fochteloërveen was weer present vanaf 10 juni tot in ieder geval 11 augustus. Op 20 juli zouden er zelfs 2 exemplaren
aanwezig zijn geweest. Overvliegers werden gemeld op 6 augustus boven het Balloërveld, op 17 augustus bij Wapse, op 19 augustus over Hoogkerk en op 23 oktober bij Garnwerd. Een juveniele Steppekiekendief werd op 25 augustus gefotografeerd op Rottumeroog. Voortekenen vanuit Falsterbo kondigden het al een beetje aan, maar vanaf 30 september tekende het zich daadwerkelijk ook in Nederland af: een ongekende influx van Ruigpootbuizerds. In totaal werden her en der om en nabij de 90 exemplaren gezien, met als uitschieter 11 exemplaren op 28 oktober langs de Eemshaven (zie foto). Het najaar zal niet de boeken in gaan als het najaar van de Roodpootvalken; er werden slechts twee vogels gemeld, en wel boven de Groninger vloeivelden (25 augustus) en over het Dwingelderveld (28 augustus). Om de wenkbrauwen bij te fronsen was een jagend mannetje Smelleken op 29 juli Achter de Zwarten. Steltkluten zaten op 8 juli in Friesland buitendijks en op 17 augustus bij Harlingen. Ook uit Harlingen kwam de merkwaardige melding van 3 overvliegende vorkstaartplevieren spec. op 9 juli. De Steppevorkstaartplevier die in de vorige nieuwsbrief al de nodige aandacht kreeg, bleef aanwezig op een akker bij Nieuw-Buinen tot en met in ieder geval 5 juli. Bijzonder was dat er bijna nergens Morinelplevieren werden gezien, behalve op de telpost van het Balloërveld; de tellers daar meldden 3 exemplaren op 20 augustus, 5 vogels op 21 augustus, 1 op 5 september en 2 vogels op 6 september. De enige andere vogels waren te vinden op Terschelling (1 juveniel vanaf 3 september en later een andere juveniel vanaf 1 oktober). Een lastige Aziatische Goudplevier bevond zich vanaf 28 augustus enkele dagen tussen de Goudplevieren in de Workumerwaard. Voor een overzicht van de weer in grote aantallen verschenen karaktervogel van het noorden, de Breedbekstrandloper, verwijs ik graag naar het artikeltje verderop. Mooi was de ontdekking van een Terekruiter op 21 juli bij Paessens (de vogel bleef nog 4 dagen), bijzonder verrassend was de waarneming van deze soort op maar liefst 24 november in de Breebaartpolder. Er werden in totaal 9 11 Poelruiters waargenomen, waarvan de waarneming in de Kropswolderbuitenpolder op 18 augustus wellicht de opvallendste was. Nadat op 7 september de eerste Rosse Franjepoot verwelkomd kon worden in de Eemshaven, volgden er de volgende maanden nog 57 waarnemingen. Ook dit jaar was de Bonapartes Strandloper weer van de partij in het noorden. Eerst was er kortstondig een vogel in de Bantpolder op 7 augustus, gevolgd door een exemplaar in de Breebaartpolder vanaf 11 augustus. We zullen echter nooit weten of het exemplaar dat vanaf 16 september (tot in ieder geval 29 september) werd waargenomen op dezelfde plek hetzelfde (adulte) exemplaar betrof (zie foto). Of de verdachte calidrisstrandloper die op 6 augustus werd gezien bij Paessens-buitendijks daadwerkelijk een Roodkeelstrandloper betrof, zal eveneens in het ongewisse blijven; wat we daarentegen wel
weten is dat er weer twee Blonde Ruiters werden gezien, zij het beide erg kort. De eerste zat in de Keeg op 9 augustus, de tweede bij Harlingen op 11 augustus. Met “slechts” 7 exemplaren bleven Gestreepte Strandlopers een beetje achter ten opzichte van de afgelopen jaren; dit had ongetwijfeld te maken met de hoge waterstand gedurende een groot gedeelte van de zomer op diverse favoriete plekken. De langverblijvende Siberische Strandloper van Ameland compenseerde dit echter ruimschoots. Deze vogel bleef opvallend lang (9 tot in ieder geval 27 oktober) aanwezig op een op het oog niet overdreven geschikte locatie op een weiland tussen de goedplevieren (waar hij echter vaak naar hartelust verstoppertje speelde). Jagers-Tapuiten De eerste Kleinste Jager van dit najaar vloog dankzij een sterke noorwestelijke stroming op 3 september langs Lauwersoog, waarna er nog 44 werden gemeld gedurende september en oktober. Opvallend was een melding van een overvliegende vogel over het Leekstermeer op 4 september. Er was zo maar even een melding van een Ringsnavelmeeuw uit de haven van Lauwersoog op 17 september. Het Vorkstaartmeeuwenseizoen begon op 3 september op Terschelling, waarna iedereen ruimschoots de gelegenheid kreeg er een te
zien te krijgen, getuige de 78 vrienden die daarna werden waargenomen (met onder andere 10 exemplaren langs Lauwersoog op 10 september). Bij Kommerzijl verbleef zelfs een exemplaar meer dan een week op een akker (zie foto). Ook de Grote Burgemeesters deden het weer eens goed met in totaal 20 vogels op verschillende plekken langs (voornamelijk) de kust (zie foto). De 4 exemplaren die op 10 november binnen 20 minuten naar west vlogen over de duinenrij van Ameland verdienen een speciale vernoeming. Niks maar toch leuk was de Nelson’s meeuw, die op z’n weg naar IJmuiden op 11 november Lauwersoog aandeed. Kleine burgemeesters werden gezien op de Waddenzee op 9 september en min of meer per ongeluk gefotografeerd op 16 november in de Eemshaven. Lachsterns maakten hun waarnemers gelukkig op 21 juli in de Workumerwaard, op 22 juli en 13 augustus (2) bij Harlingen en over Groningen op 25 augustus. De grootste groep Reuzensterns betrof dit jaar 41 vogels op 19 augustus bij de Steile Bank. De verhouding Witvleugelstern versus Witwangstern was deze periode aardig in evenwicht, de stand betrof 15-10. Op 10 november vloog er een stern die gevaarlijk veel leek op Forsters Stern langs de waarnemers op de dijk in de Eemshaven. Het was even rekenen, maar na de eerste waarneming op 26 september vanaf Ameland werden er in totaal nog 683 Kleine Alken doorgegeven, waartussen een aantal opmerkelijke waarnemingen. Zo vlogen er bijvoorbeeld 152 exemplaren langs Ameland op 10 november, werd er op 11 november een exemplaar gezien in Assen maar ook in een achtertuin in Wehe den Horn, en hing er op 12 november een exemplaar in de netten van de ringers op Schier. Papegaaiduikers deden het uiteraard veel rustiger, maar na de eerste langs Ameland op 30 september volgden toch in totaal nog zeker 15 vogels, waarvan 8 langs Ameland. Er zouden mijns inziens toch eigenlijk veel meer
Zwarte Zeekoeten waargenomen moeten worden gezien de relatief kleine afstand die ze maar hoeven af te leggen. Toch blijft de soort zeer schaars met dit jaar twee langsvliegers, en wel op 2 september op Terschelling en op 3 november langs Ameland. Nimmer te versmaden Hoppen verschenen op de Ballastplaat op 20 augustus, in Heerenveen een aantal dagen vanaf 10 september en in het pittoresque Siddeburen enkele dagen vanaf 30 september, terwijl de even kleurrijke Bijeneters op 31 augustus Marum en op 13 september Nieuw-Scheemda opvrolijkten. Saaie maar toch leuke Kuifleeuweriken zaten op 20 oktober in Hoogeveen en op 22 oktober op Schier. Wellicht de soort van de periode, die slechts voor een eenzame teller en een toevallige passant op een winderig Eemshaventerrein op 28 oktober was weggelegd, was een Rotszwaluw. Meer hierover verderop. Het was niet het najaar van de piepers, want met slechts 6 Duinpiepers en 7 Roodkeelpiepers was het goed mogelijk deze soorten te missen. Grote Piepers waren na het eerste exemplaar op 30 september met z’n 31en present, wat tegenwoordig ook haast als ondergemiddeld gerekend mag worden. Een immer erg gewilde maar zelden gevonden najaarssoort is Siberische Boompieper. Waarnemers op Terschelling lukte het echter om er een te vinden en te fotograferen op 13 oktober. Tevens waren er verdachte overvliegende “boompiepers” op 13 en 14 oktober op Vlieland. Lijsters-Gorzen Er werden 4 Waterspreeuwen gerapporteerd, maar geen van die exemplaren bleek traceerbaar. Het ging om vogels in Leeuwarden (1 en 5 november), Akkrum (half augustus), Vlieland (vanuit zee het eiland opvliegend op 6 oktober!) en Heerenveen (12 november). Nadat de eerste Pestvogel reeds op 29 september werd gemeld, kwam de aanvoer maar matigjes op gang met slechts her en der hooguit kleine groepjes. Wat niet is kan nog komen, aangezien zuid-Zweden wel ruim voorzien is. Op 22 september werd er een Roodsterblauwborst geringd op Vlieland. De Roodkeelnachtegaal die zich op 13 en 14 oktober op camping Lange Paal op Vlieland bevond, is door meerdere vogelaars op enkele meters gepasseerd, maar kon miraculeus toch net onontdekt blijven. Dat gold niet voor de “slechts” 5 Sperwergrasmussen die in het noorden werden gevonden, en wel op 7 augusus op Schier (vangst), op 29 augustus in Surhuisterveen (vangst), op dezelfde datum op Kornwerderzand (vangst en daarna veldwaarneming), op Rottumerplaat op 15 september en op Rottumeroog op 7 oktober. Er was ook dit jaar weer een Graszanger te “bewonderen”, Paessens was de plek gedurende enkele dagen vanaf 22 juli. Helaas kon de verdachte Acocephalus die op 29 en 30 augustus door het riet en de bosjes van de jachthaven van Lauwersoog skulkte niet worden “afgemaakt”, laat staan worden gefotografeerd. Het vermoeden ging zeer sterk uit naar een Struikrietzanger... Wellicht een les voor ons vogelaars om in dit soort gevallen toch iets adequater te reageren, en niet alleen uit te rukken wanneer de soorten geïdentificeerd en wel
op een presenteerblaadje worden aangereikt. Zeer opvallend was de vangst van niet minder dan 3 Veldrietzangers op 21 augustus. Het betrof 1 adult vrouwtje en 2 juveniele vogels, wat het vermoeden deed rijzen dat het hier wel eens een broedgeval kon betreffen. Een week later werd er nog maar eens een juveniel gevangen. Pleit maar weer eens voor een Deception tour eind mei, begin juni richting Vlieland, lijkt mij! Op 16 juli werd nog een zingende Grote Karekiet gemeld vanuit Visvliet. Siberische Tjiftjaffen of iets wat er op leek konden worden gevonden op Schier (7 oktober), in de Eemshaven (9 oktober, vangst), op Vlieland (14 oktober), nogmaals Schier (28 oktober) en op camping De Pomp (vanaf 19 november, zie foto). Bruine Boszangers lijken toch langzaam de kant van Pallas Boszangers op te gaan, dat wil zeggen jaarlijkse gasten waar haast op te wachten en te rekenen is. We zullen zien of de trend doorzet, en hoe lang de soort nog ingediend zal moeten worden. Noorderlingen krijgen het er in ieder geval druk mee, want alleen hier werden dit najaar al 5 vogels gevonden: op 7 oktober dook de eerste op in de Eemshaven, waarna 3 vogels volgden op Vlieland (13 oktober, 19 oktober (vangst) en 21 oktober (vangst)), om het cirkeltje weer rond te maken met een tweede vogel in de Eemshaven (18 november). Vlieland was dit jaar sowieso een hotspot voor Phylloscopen, met bijvoorbeeld 2 Grauwe fitissen (3 en 6 oktober) en 1 van de 7 waargenomen Pallas’ Boszangers die het noorden aandeden (voor het sappige verhaal over de ontdekking van deze vogel verwijs ik graag naar mevrouw J.O uit G.). Andere exemplaren van deze parels van het najaar zaten in Groningen (6 oktober), Robbenoort (7 oktober), Terschelling (12 oktober), Schier (18 en 20 oktober) en Beerta (6 november). Dubbeltellingen zo veel mogelijk uitgesloten, werden er ongeveer 143 Bladkoningen gezien, gehoord of gevangen, met de eerste twijfelachtige melding op 11 september in Sneek, waarna het vanaf 23 september pas echt goed los ging (zie foto). Goed los is het met Humes Bladkoningen uiteraard nooit gegaan, we moesten het doen met exemplaren op 20 oktober op Terschelling en van 26 tot en met 29 oktober op Vlieland. Hoogtepunt van het Phyllospektakel dit najaar was voor velen de Raddes Boszanger van Vlieland op 13 oktober, die zich bij tijd en wijlen prachtig en on-Raddes liet bekijken. Op 14 oktober werd tevens een niet al te snugger exemplaar gevangen en geringd op Schier, op 17 en 18 oktober hing de vogel namelijk nogmaals in de netten. Het was een goed najaar voor Kleine Vliegenvangers, getuige de 10 exemplaren die in de relatief korte periode tussen 28 september en 9 oktober werden gezien op vrijwel uitsluitend de Waddeneilanden (op een exemplaar in Nes, Dongeradeel na). Speciale vermelding krijgen twee vogels op Ameland op 29 september. De jaarlijks terugkerende strijd tussen de Roodkopklauwieren en de Taigaboomkruipers werd wederom overtuigend door laatstgenoemden gewonnen. Eindstand 1-11. De enige Roodkopklauwier kon worden genoteerd op Vlieland van 1 tot 7 augustus. Een adulte Roze Spreeuw scheen, voordat het nieuws op 4 juli wereldkundig werd gemaakt, al 3 dagen aanwezig te zijn rondom het erf van een boerderij nabij Oosterzee. Juveniele vogels werden vervolgens alleen nog opgemerkt op Vlieland op 27 augustus (vergezeld door een tweede
vogel de 29e) en 29 september. Van de 9 gemelde Europese kanaries vlogen er 6 langs de Eemshaven, 2 langs Zuidveld en de laatste over Leeuwarden. Een kleine influx van Grote Kruisbekken bracht aanvankelijk redelijke aantallen, maar na bestudering van de sonogrammen uiteindelijk toch behoorlijk minder vogels binnen onze landsgrenzen. Voorlopig zekere vogels (wat is zeker bij deze “soort”) werden gezien op Vlieland (op 12, 13 en 14 oktober, vermoedelijk steeds hetzelfde groepje) en Terschelling (1 exemplaar). Een baby-Roodmus zat op 30 september op Vlieland, terwijl er op dat zelfde eiland ook vogels werden geringd op 29 september en 3 oktober. Dat Vlieland zonder enige twijfel “the place to be” is in het najaar, ondersteunden na al het voorgaande ook de Dwerggorzen weer, zij lieten zich daar observeren door vogel-voyeurs (nieuwste geuzennaam voor ons soort volk, voor het eerst gebezigd door een onbekende man op Schier) op 28 en 29 september, 2 oktober en 11 oktober. Verder was er een ringvangst op 26 september. De enige melding van de soort buiten Vlie was een ringvangst op Schier op 6 oktober. En dat terwijl er nog steeds vogelaars zijn die beweren dat de soort in Nederland niet bestaat! Een Bosgors werd op 7 oktober gevangen en geringd op....drie keer raden...juist....Vlieland! Tenslotte de zorgenkindjes onder de gorzen: er werden slechts 4 (overvliegende) Ortolanen gerapporteerd, terwijl de enige melding van Grauwe Gors kwam uit de Brekken bij Lemmer op 1 juli. Tekst en foto’s: Martijn Bot ( http//:martijnbot.fotopic.net ) Rommert Cazemier (u weet wel, die vogelaar zonder staart!) weer bedankt voor het beschikbaar stellen van de waarnemingen van www.lauwersmeer.com
-----------------------------------------------------------------------------------------------------Bestuursmededeling:
Top of Holland Birding Club T-Shirts !!! De overbekende ToH longsleeves kent iedereen. Hier werden er ongeveer 50 stuks van verkocht. Regelmatig komen we bij nacht en ontij vogelaars tegen die het bestuur vol trots hun shirt laten zien. Dit najaar heeft het bestuur een limited edition shirts speciaal voor vrouwelijke vogelaars laten ontwerpen. Drie vrouwelijke vogelaars en ook nog een mannelijke vogelaar lopen hier nu mee rond. Wij zijn bijzonder verheugd te kunnenmededelen dat besloten is (op veler verzoek) T-shirts te gaan ontwikkelen en deze aan te bieden aan de serieus geïnteresseerde vogelaar. De prijs is nog niet bekend, de kleur(en) ook nog niet. Het logo wel, zie daar voor het begin van deze nieuwsbrief. Ook is rekening gehouden met je verrekijker, deze past prima bij deze T-shirts. Als je belangstelling hebt voor één of meerdere shirts dan hoef je niet veel te doen. Laat dit zo snel mogelijk weten aan iemand van het bestuur en alles komt voor elkaar. We willen proberen zoveel mogelijk bestellingen te verzamelen en dan in één keer een order te plaatsen bij onze huis-leverancier. We willen wel proberen de shirt voor het begin van de lente te verspreiden. Kan je mooi in het lentezonnetje de blits maken bij al die andere vogelaars !! Martijn & Peter.
Rotszwaluw langs de Eemshaven op 28 oktober 2007 Op zondag 28 oktober waren Piet Pepers en onder getekende om 7 uur met de telling op de telpost op het Oostelijk Eemshaventerrein begonnen. Er stond een stevige zzw wind kracht 5 en het zicht was matig. Piet vertrok om 10 uur en hoewel we al enkele Ruigpootbuizerden langstrekkend hadden van west naar zuidoost, leken de onstandigheden niet geschikt voor een goede trekdag. Uiteindelijk zou deze dag totaal 72 roofvogels opleveren, waaronder 11 Ruigpoten. Hiermee één van de betere dagen van het najaar. Om 11.15u kwam ter hoogte van het dwarsdijkje ten westen van de telpost een zwaluw aanvliegen, aha een laat boertje, leuk! Ik riep naar Jan Allex de Roos, die langs de singel liep ‘Zwaluw voor je!’ en nam de vogel in de kijker. Direct zag ik dat het geen boertje was maar een bruinige zwaluw. Opvallend was de wat stijve vlucht en het stevige formaat. Dichterbij zag ik geen borstband en de gedachte aan Rotszwaluw vatte post. Ik probeerde al de kenmerken goed te checken. Bij het langsvliegen ging de vogel iets lager aan de buitenzijde van de dijk vliegen en kwam op 2/3 meter onder me langs. Bovenzijde grijsbruin, stevig formaat, Vanaf dit moment begon de vogel weer iets hoger te vliegen en te kantelen ( mogelijk door de turbulentie van de wind), hierbij spreidde hij regelmatig de staart. Witte vlekken in de staart duidelijk zichtbaar, donker met de buik contrasterende ondervleugeldekveren, buik vuilwit tot grijsachtig, donkere anaalstreek. De vogel vloog hard door naar de inlaat van de centrale, met de telescoop zag ik de vogel afslaan richting centrale en verloor hem vervolgens uit het oog omdat hij lager ging vliegen. Jan Allex kon een aantal kenmerken bevestigen, maar had de witte vlekken in de staart niet gezien, dat was vanuit zijn positie ook niet mogelijk. Vervolgens de telpost maar snel verplaats naar de luwtezijde van de centrale want het leek mij niet ondenkbaar dat de vogel bij deze kunstmatige rots zou blijven hangen. Helaas de vogel de uren daarna niet teruggevonden, ook niet vanaf andere plekken in het terrein. Ook de volgende dag leverde een korte zoekaktie van mij niets op. Harry Blijleven
De Paper Birding Experience werd u aangeboden door de
We zijn weer een jaar verder, een jaar met veel mooie soorten. De kans dat je deze allemaal hebt gezien is erg klein. Dus voor degene die iets hebben gemist, maar ook voor degene die nog na willen genieten hebben we weer een paper birding experience. Je kan deze gebruiken voor de kijker die je aan het begin van het jaar hebt gemaakt (zie nieuwsbrief januari 2007). Geniet nog even na van al het moois wat 2007 geboden heeft. En dan op naar 2008!
Big sister is watching you! ¹ alle foto’s zijn met liefde geleend van het internet… ☺
Print deze pagina op een sheetvel en knip de achthoekjes langs de lijnen uit. Plaats de gewenste / gemiste vogel¹ in de verrekijker. Zet de verrekijker voor uw ogen en geniet van de bijzondere waarneming van een nieuwe soort. Herhaal dit desgewenst met dezelfde of overige bijgeleverde soorten tot u voldaan bent.
Contact:
[email protected]
Zomertijd is Steltlopertijd!! Op zaterdag 21 juli 2007 was ik samen met Roelf Hovinga aan het vogels kijken in het Lauwersmeergebied (waar anders!) Het leverde weinig bijzondere waarnemingen op, maar het was wel vermakelijk met als noemenswaardige soorten een Grauwe franjepoot en zes Reuzensterns in het gebied Achter de Zwarten en een mannetje Topper bij het Egbert Schuldinkeiland. Later op de dag hadden we nog een jagende Visarend bij de Ezumakeeg en verder redelijke aantallen Steltlopers. Na het consumeren van de gebruikelijke patat en aanverwanten in Schierzicht gingen we naar Paesens, want met opkomend tij wilden we de Steltlopers bekijken, die hier op de hoogwatervluchtplaats kwamen overtijen. We liepen de oostelijke pier op, want vanaf deze pier zijn de Steltlopers het beste te bekijken. Al snel werd duidelijk dat er erg veel Steltlopers, Meeuwen en Sterns aanwezig waren. Leuke soorten die we hier zagen waren onder andere een Dwergstern, meerdere Grote Sterns en opvallend veel Noordse Sterns, minimaal 145 vogels. Leuk was een adulte Zwartkopmeeuw tussen de vele Meeuwen en later op de dag werden hier nog een Reuzenstern en een Strandplevier waargenomen. En verder natuurlijk veel Steltlopers waaronder Kanoet-, Kleine en Krombekstrandlopers.
Naarmate het hoger water werd kwamen er steeds nieuwe groepen Steltlopers bij en rond 14.15 uur kreeg ik ineens een Steltloper in beeld, die ik meteen herkende als een Terekruiter. De vogel liep rustig te fourageren tussen de Tureluurs en Bonte Strandlopers. Snel hierna hadden ook Roelf en nog een aanwezige vogelaar de vogel in beeld. Roelf had gelukkig zijn fototoestel bij zich, zodat er enkele bewijsfilmpjes konden worden gemaakt. Intussen belde ik enkele vogelaars, zodat het nieuws verspreid kon worden. Hierbij zat natuurlijk ook Peter de Vries, die met een jaarlijst bezig is. Hij was in Noord-Holland en kwam meteen onze kant op. De vogel was nog steeds aan het fourageren en vloog af en toe een stukje. Toen het eenmaal hoogwater was, vloog de Terekruiter samen met veel andere Steltlopers de kwelder in om te overtijen. Hierop besloten Roelf en ik terug te lopen, zodat we de vogel ook even konden
piepen. Enkele toegesnelde vogelaars, waaronder Peter, konden de vogel met afgaand tij weer zien fourageren op het drooggevallen slik. Ook de dagen erna werd de vogel nog gezien vaak met opkomend tij, maar soms ook gewoon bij laag water als de vogel langs de vele slenkjes aan het fourageren was. Als laatste werd de vogel op 25 juli waargenomen door Rien Romijn. De dag na de ontdekking waren er vrij veel vogelaars aanwezig op de pier en ze konden dus allemaal genieten van de nog aanwezig Terekruiter. David Hoekstra die de drukte een beetje wou ontlopen beproefde zijn geluk vanaf de pier die achter de Bantpolder ligt. Vanaf dit punt kun je ook veel Steltlopers bekijken, maar je moet hiervoor een stuk verder lopen. Terwijl wij aan de ene kant van de pier naar de Terekruiter keken belde David me op met de mededeling, dat hij net enkele keren een zingende Graszanger had gehoord en ook gezien naast hem op de kwelder! We konden David zien zitten op circa 1.5 kilometer afstand van ons, maar om daar te komen moesten we dus een lang stuk lopen. We besloten dit maar niet te doen, misschien komt de vogel onze kant nog op!? En dit bleek nog waar te zijn ook! Na circa anderhalf uur na de ontdekking door David was de Graszanger zingend aanwezig boven de kwelder ter hoogte van “onze” pier. Hierop vloog de vogel weer helemaal richting de Bantpolder, waar David de vogel weer terug vond en mooi kon fotograferen. Ook de Graszanger was hier tot en met 25 juli aanwezig voornamelijk direct achter de Bantpolder, maar ook had ik de vogel op de laatste dag van zijn verblijf weer bij de pier van Paesens. Maar het was nog niet gedaan met de leuke soorten. Op 23 juli ging Jacob Bosma (Frl) zoeken naar de Graszanger, maar naast de Graszanger ontdekte hij op de kwelder ook nog een Zwarte Ibis. Deze vogel vloog vrij snel op vanaf de kwelder en landde weer in de Bantpolder. Hier hield de vogel het erg lang uit en was in ieder geval op 14 augustus nog aanwezig. Dat Paesens een goede plek was om naar Steltlopers te kijken was al bekend, maar dat werd nog eens duidelijk door de vele Breedbekstrandlopers die hier vanaf 25 juli werden waargenomen met regelmatig meerdere vogels op een dag. Maximaal werden er 3 vogels tegelijk waargenomen, maar het ware aantal zal nog wel wat hoger liggen aangezien lang niet alle Steltlopers goed konden worden bekeken. Andere leuke waarnemingen die bij Paesens werden gedaan zijn: enkele Reuzensterns, een Poelruiter op 11 augustus, enkele Witvleugelsterns, een mogelijke Roodkeelstrandloper op 6 augustus en twee maal werd er een Strandplevier waargenomen. Verder waren opvallend de hoge aantallen Sterns, vooral van Dwergsterns, Grote Sterns, Zwarte Sterns en Noordse Sterns waren regelmatig in hoge aantallen aanwezig. Op donderdag 9 augustus was David Hoekstra samen met zijn moeder aan het vogels kijken in het Lauwersmeer (waar anders!) Ik was gewoon aan het werk en gedurende de middag hadden we contact met elkaar. Ze hadden niet echt veel schokkende dingen gezien, het paartje Krooneenden was nog aanwezig bij het Egbert Schuldinkeiland en verder de gebruikelijke Reuzensterns en Zilverreigers. Ik was net thuis van het werk toen David mij belde. Hij had net een rare Steltloper gezien in het noordelijke deel van de Ezumakeeg. De vogel was net uit beeld gelopen, maar het leek wel een Blonde Ruiter! Snel de kijker om en de telescoop in de auto dus. Aangekomen in de Keeg was de vogel nog steeds uit beeld. David had hem nog wel enkele keren zien scharrelen achter een rietrand, maar duidelijk in beeld was de vogel nog niet geweest. Na enkele minuten vlogen de vogels achter de rietrand op en toen stond er inderdaad een mooie Blonde Ruiter midden op de natte grasvlakte! De vogel begon gelijk weer te fourageren en was nu goed te bekijken. Snel werd Peter de Vries gebeld, zodat hij naar de Keeg kon scheuren en hierna werd de vogel ook gepiept. De vogel was intussen nog fouragerend aanwezig al verdween hij/zij soms achter de vegetatie. Ook vloog de vogel soms
een stukje waardoor ook de ondervleugels konden worden bekeken. Ook was de vogel een keer aan het strekken met de vleugels waarbij een vleugel een keer recht omhoog werd gehouden alsof de vogel aan het baltsen was. Enkele bewijsfilmpjes waren intussen al gemaakt toen de eerste vogelaars arriveerden, waaronder Oane Tol, Jan Kalsbeek en Piet Zuidhof. Helaas kwamen Peter de Vries en Roef Mulder net te laat, want rond 17.45 uur vloog alles in de Keeg op door een jagende Havik, waarna de Blonde Ruiter niet meer kon worden gevonden. Op zaterdag 11 augustus waren David, Roelf en ik aan het vogels kijken in het Lauwersmeer (waar anders!) Na het hele Lauwersmeer en Paesens zo’n beetje gechecked te hebben met onder andere weer eens een Breedbekstrandloper bij Paesens, ditmaal een juveniel, besloten we dat het nog wat vroeg voor de Keeg was en dus gingen we ons geluk beproeven in de Bantpolder. We parkeerden de auto op de parkeerplaats met als doel over de dijk naar de kwelder van Paesens te lopen. Hier achter de Bantpolder liggen nog enkele Zeggevelden die misschien wel goed zijn voor Waterrietzanger en vanaf de dijk hadden we een goed uitzicht over de Bantpolder. Lopend over de dijk werden de brede sloten, die door het gebied lopen, nagekeken op eventuele zeldzaamheden. Achterin de Bantpolder ligt ook nog een leuke plas die normaal in de zomer droog is, maar nu, met de vele regen van de laatste tijd, zag het er spannend uit. Op 28 juli waren hier ook al veel Steltlopers aanwezig waaronder een Grauwe Franjepoot. Bij de plas aangekomen bleken er weer vrij veel vogels aanwezig. Snel de telescoop erop zetten dus en vrijwel meteen kreeg ik een Steltloper in beeld die er erg langgerekt uitzag. ‘Dat lijkt wel een Bona’ riep ik naar David en Roelf. Ze konden dit alleen maar beamen, dat ziet er goed uit. Alle kenmerken, zoals de flankstreping en de voorbij de staart stekende vleugelpunten, werden gecontroleerd. En dit klopte allemaal! Snel werden er wat vogelaars gebeld en ook werd de vogel gepiept. Er waren veel vogelaars aanwezig in het Lauwersmeergebied, maar die waren bijna allemaal richting Harlingen gereden, want daar hadden Sietse Bernardus, Swen Rijnbeek, Rob van Bemmelen en Kasper Hendriks een Blonde Ruiter ontdekt bij de bekende Plasjes van Harlingen. Helaas was deze vogel te kort aanwezig voor deze toegesnelde vogelaars. Nu konden ze dus naar de Bantpolder komen! Peter de Vries was de eerste die aankwam bij de Bona, zodat hij weer een nieuwe jaarsoort had. En hierna kwamen er nog enkele vogelaars, waaronder Robert Keizer. Intussen was de Bonapartes Strandloper al enkele keren opgevlogen, zodat ook de witte bovenstaartdekveren konden worden gezien. Toen er in totaal circa 10 vogelaars aanwezig waren op de dijk vlogen alle Steltlopers ineens op vanuit het plasje. Hierop werd de Bona mooi roepend gehoord. De vogel vloog samen met een Bonte Strandloper het wad op. Hier heeft de vogel nog even gezeten, waarna de vogel weer roepend opvloog om richting Achter de Zwarten (oost) weg te vliegen. Rommert Cazemier. (foto van de Terekruiter is gemaakt door Willem Hartholt)
Siberische strandloper bij Nes, Ameland in oktober 2007 Op dinsdag 9 oktober lagen Marten Hornsveld en Wouter Halfwerk voor anker bij Lauwersoog met zeilboot 'De Confiance' te wachten op het opkomende tij. Het plan was om met voldoende water eerst het wantij onder Schier over te steken en daarna het wantij onder Rottum zodat we tegen de avond de haven van het Duitse waddeneiland Juist binnen konden lopen. Helaas was er door de aanhoudende zuidoostenwind 40 cm verlaging, waarmee het risico dat we ergens vast zouden lopen te groot werd en tot spijt van de gasten en de twee vogelgidsen ging de schipper rechtsomkeert om nog net de haven van Nes, Ameland te kunnen halen. De telerustelling was echter van korte duur aangezien direct na aankomst beide gidsen besloten een tochtje over het eiland te maken. Direct buiten Nes, in de richting van Hollum, stonden enkele goudplevieren in een weiland, vlak naast het fietspad. Aangezien enkele van de gasten nog nooit een goudplevier bewust hadden gezien, besloot assistent vogelgids Marten de telescoop er op te gooien. Vlak voordat hij de telescoop over wilde geven zag hij ineens een kleine steltloper achter een pol gras wegschieten. Bij het uitroepen van "hee, een steltje" vloog in één keer alles op en was tussen de vliegende goudplevieren het steltje snel terug te vinden. Het dier was ongeveer de helft zo klein als de plevieren en het vliegbeeld deed sterk denken aan een kemphaan, zonder uitstekende poten. Bij het landen viel op dat de staart en stuit niet het kenmerkende patroon van een kemphaan hadden. Na de vogel kort aan de gornd in de kijker te hebben gehad werd meteen gedacht aan een 'gestreepte' strandloper. Beide waarnemers hadden dit jaar al enkel gestreepte strandlopers gezien dan wel ontdekt en het vluchtbeeld + postuur kwam hiermee overeen. Helaas bleef de vogel te kort in beeld en vloog alles vrij direct weer op , maar merkte Marten net op tijd op dat de vogel een witte oogstreep had. Het belletje begon te rinkelen en Wouter opperde de mogelijheid dat het wel eens om een siberische strandloper kon gaan.
De vogel werd in vlucht gevolgd en toen hij weer landde kregen we hem kort mooi in de scoop te zien waarna hij weer achter wat polletjes verdween. Wat opgevallen was dat de vogel inderdaad een oogstreep had, die vooral achter het oog erg dik en wit was, waardoor de vogel een rossige petje kreeg. De algehele kleur was vrij rossig en een duidelijk afgetekende borstband ontbrak. Na telefonische overleg met Sander Bot werden er op wat meer kenmerken gelet, zoals tekening op de onderstaartdekveren en de flanken, de groenige pootkleur en de korte snavel, waarna besloten werd om de waarneming op zeker door te geven. De vogel bleef lastig in beeld te krijgen door het hoge gras en de vele pollen en kuilen in het veld en was ongeveer een uur zoek. We vonden hem terug op een nabij gelegen veld, joegen hem weer weg door onze luidruchtige uitbarsting van vreugde toen we beseften dat het daadwerkelijk een siberische strandloper was, en vonden hem op het oorspronkelijke veld weer terug, dicht langs het fietspad. Met het vallende licht konden de eerste twitchers, Bram en Margreet, ook van de vogel genieten en konden enkele bewijsplaatjes door de scoop geschoten worden met de kamera van een van de gasten. Deze vogel bleef hier van 9 tot in ieder geval 27 oktober aanwezig en is nog door veel vogelaars gezien. Marten Hornsveld en Wouter Halfwerk (de foto is gemaakt door Wouter)
Vogelaars rusten uit na het zoeken van zeldzaamheden op Vlieland
Het Breedbekjaaroverzicht 2007 Naar goed gebruik presenteren we ook dit jaar weer met trots het overzicht van de waargenomen Breedbekstrandlopers in de Top-Of-Holland. 2007 zal de geschiedenisboeken ingaan als het jaar waarin polder “Breedbek” ineens een geduchte concurrent te verduren kreeg als zijnde hotspot voor deze charismatische soort. Paessens-Buitendijks bleek een tot nog toe een ondergewaardeerde en redelijk over het hoofd geziene locatie voor steltlopers in het algemeen en Breedbekstrandlopers in het bijzonder. Het kan heel goed zijn dat we ook na dit jaar nog veel lol aan deze plek gaan beleven nu welhaast iedere zichzelf respecterende vogelaar hem heeft opgenomen in het “Rondje Lauwersmeer”. Voor mensen die afgelopen jaar in een holletje hebben gewoond, of niet uit het noorden afkomstig zijn (wat zo’n beetje hetzelfde is, als je het mij vraagt!): het gebied Paessensbuitendijks bevindt zich ten noordoosten van Paessens-Moddergat. Er zijn twee plekken uitermate geschikt om in het steltloperseizoen aan te doen. De eerste is per auto te bereiken, maar is bij laag water normaal gesproken vrij oninteressant. Het betreft de plek waar je met de auto de dijk op kunt rijden en vanaf de dijk uitkijkt op enkele buitendijkse plasjes (zie de rode stip). De plek is te bereiken door vanaf de weg richting Paessens-Moddergat (de Orneawei) vlak voor het dorp rechtsaf de doodlopende weg in te rijden (Lytse Wei). De tweede en wat mij betreft best een spannendste plek (het beste bij opkomend water, maar ook prima gebleken op willekeurige andere momenten, behalve bij extreem hoog water) vereist enige
lichaamsbeweging. Je parkeert de auto namelijk op het parkeerplaatsje tegen de dijk in Paessens en loopt vervolgens over de dijk het gebied in over de rechter pier (links loopt ook een pier, die verder de Waddenzee in steekt). Na tien minuten bereik je het einde van de pier en zie je voor je in de Waddenzee (hopelijk) een modderplaat waarop het wemelt van de
steltlopers (zie de rode pijl). Uiteraard fluctueren de aantallen en variëren de omstandigheden, maar de plek bijft de moeite van het afkijken meer dan waard, al was het alleen maar omdat je je in het prachtige spel van de getijden en Waddenelementen bevindt, een ongeëvenaard stukje wereld. Terug naar de Breedbekken. Onderstaand vind je een overzicht van alle gemelde vogels in de provincies Groningen en Friesland. Het probleem blijft dat het lastig is te bepalen om hoe veel verschillende exemplaren het uiteindelijk moet zijn gegaan. Duidelijk is echter wel dat de roulatie op plekken als Breebaart en Paessens vrij hoog is. Deze voorzichtige conclusie valt te trekken uit het feit dat met name Paessens in de maand augustus vrijwel dagelijks is gecheckt, en dat er vrijwel dagelijks verschillende aantallen werden gemeld. Nou zegt dat niet alles, maar wanneer er half augustus een punt wordt bereikt waarop zowel de laatste adulte vogels als de eerste juveniele doorkomen, wordt al meer duidelijk. Zo werd bijvoorbeeld op 15 augustus 1 adulte vogel waargenomen, die op 16 augustus was ingeruild voor 2 juvenielen. Hierbij is dus aangetoond dat het zeker om 3 verschillende vogels ging, maar in andere gevallen is het niet zo simpel en zal de plek eerst een paar keer bekeken moeten zijn zonder waarnemingen voordat je zeker kunt zijn van een nieuwe vogel (hoewel dat in theorie ook nog niet eens zo hoeft te zijn). Maar twee achtereenvolgde waarnemingen op een plek als Paessens kunnen ook heel makkelijk twee verschillende vogels zijn. Het blijft wat gissen, maar we hebben ons best gedaan om overduidelijke dubbeltellingen uit te filteren en de redelijkheid toe te passen op de grote stapel waarnemingen, waarna we uitkwamen op onderstaand overzicht van zeer waarschijnlijk verschillende vogels: Plaats: Westhoek Jaap Deensgat/ADZ Westhoek Holwerd-pier Ezumakeeg-zuid Holwerd-pier Dollard Ezumakeeg-zuid Breebaartpolder Breebaartpolder Paessens-Buitendijks Westhoek Paessens-Buitendijks Breebaartpolder Paessens-Buitendijks Breebaartpolder Paessens-Buitendijks Zwarte Haan Westhoek Paessens-Buitendijks Breebaartpolder Ezumakeeg-zuid Ameland-De Hon Paessens-Buitendijks Paessens-Buitendijks Westhoek
Datum: 5 mei 17 mei 17 mei 20 mei 20 mei 23 mei 26 mei 29 mei 1 juni 16 juli 25 juli 28 juli 28 juli 28 juli 31 juli 2 augustus 8 augustus 11 augustus 11 augustus 11 augustus 11 augustus 12 augustus 13 augustus 15 augustus 16 augustus 17 augustus
Aantal: 1 1 1 1 1 2 1 1 2 2 2 1 2 2 3 1 2 1 1 1 1 1 1 1 2 1
Bijzonderheden: Adult Adult Adult Adult Adult Adult, 1 nieuw? Adult Adult Adult Adult, 1 zeker nieuw Adult, mogelijk 3 Adult Adult Adult Adult, zeker 1 nieuw Adult,100ste voor BBP !! Adult Adult Adult 1e juv van het seizoen Adult Juveniel Adult Beide juveniel Juveniel
Achter de Zwarten Paessens-Buitendijks Zwarte Haan Vlieland-Posthuyswad Ezumakeeg-Zuid Paessens-Buitendijks Breebaartpolder
21 augustus 23 augustus 28 augustus 28 augustus 30 augustus 1 september 1 september
1 3 1 1 1 1 2
Juveniel Alle juveniel Juveniel Juveniel Juveniel Beide juveniel
Bij elkaar zou het hier toch al gauw om minimaal 41 verschillende vogels kunnen gaan. Interessant is het dan om dit af te zetten tegen de aantallen van voorgaande jaren: Jaar: 2007 2006 2005 2004
Aantal gevallen Breedbekstrandlopers in de ToH: 41 31 29 32
Recordje, dus, dit jaar! Lang leven Paessens, dé toegevoegde waarde van 2007. Dan nog even een opsomming van de gavallen in de rest van Nederland in het afgelopen jaar: Plaats Sophiapolder Scherpenissepolder Prunjepolder
Datum 21 mei 18 augustus 16 september
Aantal 1 1 1
Bijzonderheden: Adult Juveniel Juveniel Dat is een klinkende 41-3 voor ToH! Het fenomeen is bekend, maar het blijft toch steeds weer opvallend en bijzonder om het in zulke keiharde getallen uitgebeeld te zien. Nog maar 5 maanden, dan zijn ze er weer... Ganzen zijn ook best leuk... Tekst en foto: Martijn Bot Breedbekstrandloper (adult), Polder Breebaart, 15 juli 2007
Vlieland: Phylo-land. Raddes en Brubo binnen 100 meter ! Ieder jaar brengen we (een deel van de Katwijkse vogelaarsgroep) minimaal één weekend door op Vlieland, zo ook afgelopen jaar. Zaterdag 13 oktober beloofde een mooie dag te worden. In de omgeving van ons appartement net ten noorden van het dorp zaten een flink aantal Bladkoningen en wemelde het van de lijsters. Casper Zuijderduijn en ik besloten om de hele dag in de omgeving van het appartement te blijven om te zoeken naar wie weet een Siberische lijster of, als je Casper Zuijderduijn heet, een leuke boszanger. Dit voornemen werd al snel verstoord door een telefoontje van Marc Guyt. Die was samen met Martijn Verdoes op weg naar de Vliehors en ze waren even gestopt bij het Posthuis om daar wat plaatjes te schieten. Tijdens de fotobreak hoorde Martijn Verdoes een verdacht geluidje en zag hij even een kleine phyllo rondvliegen. Raddes boszanger? Bruine boszanger? De eerste gedachten gingen uit naar een Raddes (jaja...). Een mogelijke Raddes werd dus doorgebeld en toen waren Casper en ik wel genoodzaakt om onze speurtocht naar zeldzaamheden te staken. Tijdens de fietstocht naar het Posthuis kregen we wederom een telefoontje van Marc Guyt. Ze hadden de vogel gevonden en het bleek een Bruine boszanger te zijn. Gaaf!! De pedalen van de fiets werden nog wat sneller rondgetrapt. Op de plek werd na enig zoeken de Bruine boszanger gevonden en vervolgens fraai bekeken. Een uurtje later zakte de aandacht wat weg en besloten Casper Zuijderduijn en ik het naast het Posthuis gelegen bosgebied (Bomenland) af te gaan zoeken. Op een kleine 100 meter van de Bruine boszanger-plek liepen we een paadje in.
De Bruine Boszanger ...
De eerste vijf minuten verliepen rustig. Gedurende het lopen kreeg ik toch enige aandrang. De koffie begon zijn werk te doen. Nu staan er in Bomenland uiteraard bomen genoeg en er zou er vast wel eentje zijn waar ik even rustig achter kon gaan zitten. Zoekende naar deze ideale boom zag ik vanuit mijn ooghoek in een struik een phyllo scharrelen. Met het blote oog viel de enorme wenkbrauwstreep gelijk op.... slik... Kijker er maar eens op richten. Hele lichte,
bijna gele poten, okergeel kleurige onderstaartdekveren en een lange wenkbrauwstreep met naar achteren toe een 'deuk' er in, bruingelige wash op de zijkant. Dat waren de eerste kenmerken die ik zo snel kon vinden. Het beestje fourageerde rustig verder in de dichte ondergroei van dat deel van Bomenland. Zonder mijn blik van het beest af te houden roep ik Casper die ongeveer een meter of 20 achter me loopt. ‘Casper, volgens mij heb ik hier een Raddes...’. Die 20 meter van Casper werden in recordtempo overbrugd. De determinatie als Raddes Boszanger werd snel bevestigd. Wat nu? Geen atlas, geen pieperlijst, geen ontvangst met de mobiele telefoon. Ideale situatie om een bepaalde vorm van stress te ontwikkelen. Ik besluit om snel terug te lopen naar de Bruine boszangerplek. Dat was nog geen 100 meter..... Belachelijk. Twee zeldzame boszangers op zo'n klein stukje van elkaar.
... en 100 meter verder: de Raddes Boszanger
Onderweg kwam ik wat zeer enthousiaste vogelaars tegen. Ze waren op weg naar de Bruine boszanger (iets wat ze me zeer uitbundig wisten te vertellen). Nadat ik ze verteld had dat ze ook best naar een Raddes boszanger zouden kunnen gaan kijken, bereikte ik eindelijk een punt waar de mobiele telefoon weer tot leven kwam. Direct Marc Guyt en Martijn Verdoes terug gehaald van de Vliehors. Daarna Arnold Meijer gebeld met de vraag of hij voor mij de Raddes wilde doorpiepen. Arnold liep op dat moment op de Zuidpier van IJmuiden en baalde verschrikkelijk omdat het voor hem nog een nieuwe soort voor Nederland was. Als ik me dat wat eerder had bedacht had ik iemand anders gebeld. Best vervelend om voor iemand een soort door te piepen die je zelf nog niet hebt en waar je ook niet naar toe kunt. Goed, het nieuw was ondertussen wereldkundig. Al snel stond de Raddes-plek in Bomenland vol met gespannen kijkende vogelaars. De dichte onderbegroeing en de uitgestrektheid van het gebied waren nou niet echt zaken waar je blij van werd. Die Raddes kon overal zitten. Skulkerig als ze zijn duurde het minstens een uur voordat een enorme schreeuw vanaf de doorgaande weg door Bomenland aangaf dat het beest gezien werd. Rennen, schreeuwen, stress, zoeken, "waar zit ie dan? Waar dan?". De Raddes bleek een lastige klant. Uiteindelijk
hebben, voor zover ik weet, de meeste aanwezige mensen de vogel goed of minder goed kunnen zien. 's Avonds tijdens een biertje, dringt pas echt tot je door dat situatie van die dag best uitzonderlijk is. Binnen een straal van 100 meter twee zeer zeldzame boszangers!! We hebben toen nog maar een paar biertjes gedronken. André van der Plas (Foto Bruine – en Raddes Boszanger David Hoekstra) ---------------------------------------------------------------------------------------------------------
Gedichten Natuurlijk ontbreken ook in deze Nieuwsbrief de gebruikelijke gedichten niet. Eerst een vrije vertaling van een leuk Duits volksliedje uit de 18e eeuw. Daarna een werkje van Martijn en we sluiten af met iets behoorlijk vaags van Peter.
Alle vogels zijn er, alle vogels, allemaal! Wat een zingen, fluiten, piepen, tsjilpen, trillen Het voorjaar gaat beginnen, komt met gezang en gegalm
Hoe ze allen vrolijk zijn, vlug en blij zich bewegen! Lijster, merel, vink en mus; alle vogels Wensen je een goed jaar, alleen maar welvarendheid en zegen
Hoe ze zich uitspreken, nemen wij ter harte! Ook wij willen blij zijn, blij als de vogels Overal grappen maken, zingen en springen
Groen gras Al dagen ongefundeerd zenuwachtig Als een peuter voor Sinterklaas Opwindende voorspellingen Beloven alles maar garanderen niets Voortekenen liegen niet Moeten slechts worden geinterpreteerd Wat, wanneer, waar en hoe De ondoorgrondelijke wegen Het eerste licht is het startschot Voor de strijd tegen de verwachtingen Een geduchte en gevreesde tegenstander Hoofd tegen oog Achteraf wordt de score bepaald Een verwarrend en wederkerend plot Jij ziet veel, de rest ziet meer Het gras is weer eens groener...
IJs Koud is het licht Het schuurt En niemand ziet het gaan Oh, hoever kan ik nu nog zijn Het voelt goed En het voelt niet ver Wie maakt het En waarom zal het zo zijn Wie het ook doet Laat het mij zijn Het staat voorop Maar ook niet meer dan dat Fiets, schrijf ik op een vel En ik begrijp het zelf niet eens