Belgie - Belgique P.B. 9000 GENT X BC 10744 Erkenningsnummer P 608029
1
Driemaandelijks blad 32ste jaargang nr 1 januari 2016
V.U. De Vos Luc Tweebekenstraat 4 9052 Zwijnaarde
Colofon
FOVIG FEDERATIE VAN OUDERVERENIGINGEN EN GEBRUIKERSRADEN IN INSTELLINGEN VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP
Onafhankelijk Pluralistisch Maatschappelijke zetel: Mevrouw Dekoning Nadia Rodenbachstraat 20 9470 Denderleeuw 053/680585
[email protected]
www.FOVIG.be Redactieraad FOVIG-blad Toon Callewaert Luc De Vos Simonne Janssens- Vanoppen Armand Pauwels Nadia Dekoning Hugo Verhoeven
Abonnement FOVIG-blad
€ 15 storten op rekening FOVIG rek. nr : BE35 0682 0308 9937
2
Inhoud Colofon
2
Inhoud
3
Woord vooraf
4
Nadenkertjes
6
Nieuw beschermingsstatuut
7
Cursiefje
8
Vader, vergeef het hen
10
Vrouw, ziehier uw zoon
12
Geluk
14
Geluk pentekening
16
Getuigenis van onze voorzitster Nadia Dekoning
17
Specifieke bepalingen in verband met FAM en MFC
26
Infomomenten FAM en MFC in de overgang naar de PVF
29
Recht op zorg
30
Raad van Bestuur
31
Kerstverhaal
34
Bestuur
39
3
Woord vooraf Beste leden Zoals het betaamt bij het begin van het nieuwe jaar wens ik jullie allen in naam van de leden van de Raad van Bestuur van FOVIG een gelukkig 2016 toe. 2016 is voor onze bewoners en dus ook voor ons, wettelijke vertegenwoordigers, een cruciaal jaar. De kleine zekerheden worden opnieuw grote vragen. FOVIG doet haar best om bij te blijven maar kan jullie ook nu nog geen sluitende antwoorden bieden. Sinds september wordt FOVIG mee uitgenodigd deel te nemen aan werkgroepen die nadenken over de manier waarop het oude systeem (vóór Flexibel Aanbod Meerderjarigen - FAM) over de overgangsjaren FAM naar de Persoonsvolgende Financiering (PVF) gerealiseerd moet worden. Deze werkgroepen bestaan uit vertegenwoordigers van het beleid, van de koepels van voorzieningen, platformverwijzers en andere gebruikersorganisaties en zij werken al een aantal jaren samen rond het thema Perspectief 2020. Die kansen laat FOVIG niet liggen. Als federatie van ouderverenigingen en gebruikersraden probeert zij mee te volgen en haar standpunt te verdedigen. Dit valt niet altijd mee maar gelukkig kan zij rekenen op de steun van haar leden die zich al jarenlang inzetten in de raden van gebruikers, de regionale prioriteitencommissies en het Regionaal Overlegnetwerk Gehandicaptenzorg in de provincies. FOVIG neemt dus haar verantwoordelijkheid op en gelooft dat haar inbreng ook gewaardeerd wordt. Het geeft voldoening op die manier meer herkend te worden.
4
Mocht daar nu nog de erkenning van de gebruikersraden op volgen, dan zou FOVIG over een succes mogen praten. Met professionelen vergaderen vraagt veel energie van de vrijwilligers van FOVIG. Zij vertegenwoordigen echter bij uitstek de praktijk en de echtheid van het leven van een persoon met een handicap in een voorziening, zeker als deze zelf niet in de mogelijkheid is zijn gedacht en zijn nood aan zorg en affectie te verwoorden. Voor hen doen we het en met veel plezier nog ook! Verderop in dit blad krijgen jullie toch al wat meer info mee. Bekijk ook regelmatig de websites van het VAPH (www.VAPH.be) en het VGPH (www.VGPH.be) voor up-to-date informatie. Kom ook naar onze provinciale vergaderingen. Niet alleen worden jullie daar ook op de hoogte gehouden van de evoluties in de wereld van de zorg voor personen met een handicap, maar komen jullie ook in contact met andere gebruikersraden. Hoe groter ons netwerk, hoe sterker we staan. Met vriendelijke groeten Nadia Dekoning 7 december 2015
5
Nadenkertjes 1 Menig ouder vraagt meer begrip voor het gedrag van sommige van zijn kinderen, dan voor het ‘gehandicapte kind’ dat toch maar door anderen wordt aanzien als “ een dutske “ en niet als persoon met zijn eigenheid. 2 Wij leren onze kinderen met een handicap de weg naar meer zelfstandigheid; zij leren ons de weg naar een begripvoller hart. 3 Hoewel ik als kind met een mentale handicap volwassen ben geworden, spreek ik nog als mentaal gehandicapte, denk ik als mentaal gehandicapte, maar het is voor de ouders moeilijk te aanvaarden dat ik lichamelijk volwassen ben geworden.
6
Nieuw beschermingsstatuut voor wilsonbekwame personen De heer Nolf – oud vrederechter met pensioen- heeft ondertussen niet stilgezeten. Hij heeft een open brief gestuurd naar diverse geledingen van de rechterlijke macht. Hij heeft gevraagd aan de gebruikersverenigingen binnen onze sector om deze brief mee te ondertekenen. Hij heeft een dossier samengesteld met voorbeelden van slechte praktijk, een dossier dat aantoont wat niet goed loopt in de huidige regelgeving. Hij heeft contact met oud parlementariër Luc Goutry en wil samen met hem een parlementair initiatief op gang brengen. Het doel van het opzet is tot een toepassing te komen van de nieuwe wetgeving die overeenstemt met de bedoelingen van een betere bescherming van de persoon met handicap en een grotere mondigheid van deze persoon en zijn netwerk. Ook de gebruikersverenigingen zaten niet stil en probeerden in hoofdzaak minder goede praktijkvoorbeelden te verzamelen. Toch kregen zij ook voorbeelden en getuigenissen van goede praktijk. U ziet, er leeft en er beweegt iets. Hopelijk zal dit er toe leiden dat we ook effectief stappen vooruitzetten en de nieuwe wetgeving beter leren toepassen zoals ze bedoeld is. Luc De Vos Secretaris
7
Cursiefje Vanaf nu publiceren we in ons ledenblad regelmatig een tekst van Herman Wouters.
Ze komen uit het boek; 'Verder zien. Spiritualiteit van de kleine dingen'. Tielt, Lannoo, 2003, 136 pp. We putten ook uit het manuscript: 'Zien wat er gebeurt'. Dit manuscript werd persklaar gemaakt maar nooit uitgegeven. We zijn Herman Wouters bijzonder dankbaar dat hij ons zijn manuscripten ter beschikking heeft gesteld en toelating heeft gegeven om er teksten uit over te nemen. Deze hebben voor ons een grote waarde en een bijzondere betekenis. Ze helpen ons 'lezer' oog te hebben voor de spiritualiteit van ons bestaan. Herman Wouters is orthopedagoog. Hij werkt met personen met matige en ernstige verstandelijke beperkingen. Het boek 'Verder zien' werd bekroond met de Henri Nouwen manuscriptprijs. Deze prijs wil spirituele, religieuze en inspirerende manuscripten aanmoedigen die toegankelijk zijn voor een breed hedendaags publiek. Henri Nouwen was een Nederlandse katholieke priester. Hij was verbonden aan verschillende Amerikaanse universiteiten, onder meer Harvard en Yale.
8
Vanaf 1986 ging hij wonen in een Arkgemeenschap in Canada. In de Arkgemeenschappen leven personen met en zonder mentale beperkingen op bijzondere wijze samen.
Vanier Jean
Spiritualiteit
Nouwen Henri
De Ark wil laten zien dat iedere mens, ongeacht zijn gaven en beperkingen een unieke en onvervangbare waarde heeft. Ieder heeft recht op leven, een thuis, verzorging en werk... Voor de Ark hoort daarbij: recht op vrienden, een familie of gemeenschap; recht op een spiritueel leven... Henri Nouwen was een actieve promotor van deze gemeenschappen voor ons taalgebied, in navolging van de stichter van deze gemeenschappen Jean Vanier.
9
Vader, vergeef het hen want ze weten niet wat ze doen Een tijd geleden organiseerde de Universiteit een studiedag over het thema: genetische ziekten en orthopedagogie. Ik kreeg een uitnodiging, betaalde het inschrijvingsgeld en trok er naar toe. Een professor-dokter sprak enthousiast over de mogelijkheden van de echografie om voor de geboorte afwijkingen op te sporen. Hij toonde op een bepaald ogenblik een dia van een foetus. Het was een kindje met een abnormale dwerggroei. Met een stok duidde hij aan: " In verhouding een te groot hoofd, misvormde ruggengraat, te kleine benen, te kleine armen ... Hier hoef ik geen verder commentaar bij te geven. Het is overduidelijk dat dit geen kwaliteit van leven kan zijn. Volgende dia." Ik moest bij zijn woorden aan Marcel denken, die in de instelling woont waar ik werk. Hij is zo'n dwerg. Hij is 32 jaar oud en is nauwelijks één meter groot. Hij heeft een te groot hoofd, in verhouding. Zijn ruggengraat is ernstig misvormd en hij is daarbij ook nog mentaal gehandicapt. De leefgroep van Marcel was toevallig een week na die bewuste studiedag op vakantie aan zee en ze nodigden mij en mijn gezin uit om hen te komen bezoeken. We kwamen 's middags toe in het bungalowpark van Cadzand-aan-zee. Mijn vier kinderen waren onder de indruk. Het was hun eerste confrontatie met zwaar en ernstig mentaal gehandicapten. Kwinten, zeven jaar, kon zelfs geen hap van zijn eten naar binnen krijgen. Maar Marcel - daar waren ze het vlug over eens - vonden ze de liefste. Het was buiten koud en goed ingeduffeld maakten we samen met de leefgroep een wandeling langs de zee. We zochten schelpen op het strand. Marcel had een plastic zak bij zich en hij verzamelde wat wij vonden. Hij bewonderde grondig en hardop elke schelp die de kinderen hem gaven. Dan deponeerde hij ze bij de andere. Terug in de bungalow toonde hij zijn zak aan een 10
opvoedster: "De kleintjes...schelpen rapen...voor mij... Kijk!" Martje, mijn dochter van vijf moest hier hartelijk om lachen: "Marcel zegt kleintje tegen mij en ik ben groter dan hij!", fluisterde ze in mijn oor. De dag dat de leefgroep terug thuis kwam, vond ik op mijn bureau een briefje. Een opvoedster had het zinnetje geschreven: "Voor je kinderen". Daaronder stond in moeizame drukletters: Marcel. De E had vier beentjes. Er lagen drie voorwerpen naast het briefje: een gebruikt spel kaarten, een jojo en twee dobbelsteentjes uit een kauwgomautomaat. Ik was ontroerd. Dan dacht ik - huisvader en al wat ervaring met dat soort toestanden: "Er zijn maar drie geschenkjes en we hebben vier kinderen. Ze waren alle vier even gek van Marcel. Dit gaat problemen geven." Ik besliste snel om Jozef, de jongste niets te geven. Hij was maar drie jaar. Waarschijnlijk ging hij dat toch niet zo opmerken. De kinderen waren enorm blij met de attenties van Marcel. Ze herhaalden die dag vaak dat ze hem - "dat kleineke" - toch de liefste vonden.
Een week later wordt er op de deur van mijn bureau geklopt. Marcel komt binnen met zijn 'overduidelijk' te kleine benen. In zijn 'nog duidelijker' te kleine armen houdt hij een klein plastic dolfijntje. Hij steekt vier vingers omhoog, maakt een teken met zijn hand en zegt: "Kleine". Ik begrijp dadelijk dat hij dit voor mijn jongste zoontje brengt. Hij heeft een week naar een vierde cadeautje gezocht. Hier hoef ik - op mijn beurt - geen verder commentaar over kwaliteit van leven bij te geven.
11
Vrouw, ziehier uw zoon; zoon, ziehier uw moeder In de multidisciplinaire vergadering, waarop elke mentaal gehandicapte bewoner om de twee jaar grondiger besproken wordt, horen we al jaren steevast van de sociaal assistente dat er tussen Martin en zijn moeder geen relatie meer te verwachten is. Martin heeft zijn ouders nooit gekend. Net na zijn geboorte hebben ze hem aan de instelling toevertrouwd. Vrij spoedig daarna kwamen ze niet meer op bezoek. In '93 stierf zijn vader en sedertdien zorgt de moeder voor de paperassen en de formaliteiten met de sociale dienst. Ze werkt goed mee. Het dossier is in orde. Er is een goed administratief contact. Meer kunnen we eigenlijk niet hopen. Dit is spijtig want Martin, die nu vooraan in de dertig is, zou zelf wel graag contact hebben met zijn familie. De jaarlijkse ouderdag in zijn leefgroep vindt hij niet prettig want voor hem komt er op zo'n dag nooit iemand. Hij zit dan voor zijn taart en koffie aan de tafel met de andere bewoners, die ook geen bezoek hebben. Hij laat niet merken dat hij bedroefd is. Toch zie je dat zijn ogen af en toe wegdromen en dat hij schouderophalend een bedrukt gevoel verdrijft. Hij lepelt langer in zijn koffie dan nodig. Zijn moeder werd, sinds we met ouderdagen begonnen, steeds uitgenodigd. Ze reageerde nog nooit. We verwijten het haar niet. Ze is ondertussen bejaard en niet meer goed te been. Martin werd bij ons opgenomen omdat hij ernstig mentaal gehandicapt en fysiek misvormd geboren werd. In die tijd hielp de instelling de ouders absoluut niet bij de verwerking van dit trauma. Bezoek werd niet gestimuleerd, veeleer wat afgeremd. Nu is deze mentaliteit gelukkig veranderd, maar je draagt je geschiedenis mee. Ons instituut heeft recent in Bredene niet ver van het strand een groot huis gebouwd. Regelmatig gaan er leefgroepen in die villa op vakantie. De groep van Martin heeft de gewoonte om ook tijdens zo'n vakantie een namiddag voor ouders te organiseren. Ook hierop werd de familie van Martin elke keer opnieuw geïnviteerd. 12
Vorig jaar in augustus, twee dagen later dan de geplande ouderdag, belde een oudere vrouw aan de ingangspoort. Ze was vergezeld van een jonge man. Ze stelde zich voor als de mama van Martin en dit was zijn broer. Verrassing alom. Ze kwamen al jaren in Bredene naar zee, altijd in hetzelfde appartement, niet ver van de 'villa'. Ze hadden vernomen dat de instelling daar aan het bouwen was. Vorig jaar waren ze al eens naar het vakantiehuis komen kijken want ze hadden het adres van op een uitnodiging. En nu waren ze toevallig in dezelfde periode als de leefgroep aan zee en dachten ze toch maar eens goeiedag te gaan zeggen. Is Martin er? Stoort het niet? We hebben een pak melkchocolade voor hem meegebracht. Lust hij chocolade? Mogen we binnenkomen? We blijven niet lang. Het stoort toch echt niet? Na deze vakantie terug in het instituut vertelde Martin overal dat zijn mama en zijn broer op bezoek waren geweest. Trots troonde hij iedereen mee naar de ijskast van zijn groep om het pak chocolade te laten zien. "Gekregen van mijn mama." Hij articuleerde extra de 'm'. Alleen op zondag nam hij zijn blok Côte d'or uit de koelkast om er één reep van af te breken. De rest wikkelde hij uiterst zorgvuldig terug in het zilverpapier voor de volgende zondag. Twee maanden geleden, op de vorige ouderdag, zat Martin aan een ander tafeltje met naast hem zijn moeder en recht tegenover hem zijn iets oudere broer. Wanneer ik rondging om iedereen te groeten stelde hij me, met een plechtig handgebaar, zijn mama en zijn broer voor. Na meer dan dertig jaar. Zijn ogen stonden prachtig. Herman Wouters 13
Geluk Het geluk zit soms in een klein hoekje, zegt men… Het kan zich zelfs heel handig vermommen, achter een log noodlot, een zware handicap, een ernstige beperking. Ons verhaal begon heel mooi…een voorspoedige geboorte, een lieve welgevormde jongen, twee dolgelukkige partners volledig klaar voor een toegewijd ouderschap. De eerste jaren verliepen echt volgens het boekje…dat wordt een intelligente vaardige knaap, zo dacht iedereen. Tot het raderwerk begon te haperen, één klein wieltje dat niet meedraaide met de rest, kleine knikjes met ogen en hoofd. De bijgehaalde homeopaat stelde geen diagnose, homeopaten doen dat niet, het gaat immers om het geheel. Hele tubes suikerbolletjes en sterk verwaterde oplossingen verder werd het alleen maar erger. Meer knikjes, en een veel tragere vooruitgang in spreken en denken…. De neuroloog die we raadpleegden stelde wel een diagnose: epilepsie, Lennox-Gastaut. Kenmerken: typisch EEG-patroon, sterke mentale verachtering, aanvallen die steeds erger worden en zeer moeilijk onder controle te krijgen zijn. Er brak echt iets in ons: het verleden zo mooi, het heden zo zwart, de toekomst verstard. Het waren tijden van kwaadheid, van zwaarmoedigheid, van ongeloof en ontsteltenis, van dat altijd weerkerende:’waarom wij?’. Wij konden niet begrijpen dat de God die ons steeds als liefdevol en vaderlijk werd afgeschilderd ons zoiets kon aandoen…
14
Weet je, een kind geestelijk zien achteruitgaan, da’s raar, dingen die verworven zijn verdwijnen zomaar in het niets, gekende woorden vallen weg, tekenvaardigheid vermindert en verdwijnt, gekende liederen en gedichten worden niet meer opgezegd, vertrouwde personen en dingen worden niet meer herkend. En we gingen verder, omdat het leven je nu eenmaal voortsleurt, willens nillens, zonder bij jouw gevoelens stil te staan. We werden het eerst gewoon, een kind te hebben dat steeds meer handicap vertoonde, en heel geleidelijk groeide dit gewoon worden naar vertrouwd zijn met en uiteindelijk aanvaarding. Aanvaarding kan gerust op een bodem van bitterheid, aanvaarding betekende voor ons vooral dat kind ervaren als echt van ons, aan wie we alles wilden geven wat het nodig had, en dat we echt gaarne begonnen te zien. De grootste stap moest nog komen, het besef, Steven, dat jij eigenlijk een gelukkige jongen bent, die geniet van het leven in al zijn eenvoud. Hoe konden we zo blind zijn van dat niet eerder te zien, we worden voortdurend met jouw geluksmomenten geconfronteerd. Als je na weer eens een zware aanval bijkomt en onmiddellijk in herkenning naar ons glimlacht, telkens je grote broer – jouw idool – in het voorbijgaan een tik op je wangen geeft, als je zalig wakker wordt na een lange diepe slaap en hoopvol een mooie dag tegemoet ziet, als je hongerig rond potten en pannen draait in hoopvolle verwachting en stiekem een stuk halfgebakken vlees probeert opzij te leggen, als je smaakpapillen maximaal genieten van dat torenhoge bord dat je uiteindelijk mag verorberen ….Je mag het ervaren dat op de living Tina dicht bij jou met onhandige spastische bewegingen je arm probeert te aaien, je geniet van het urenlange spel met autootjes die door frictie geluid en beweging brengen, van steeds dezelfde foto’s van familie en vrienden die je honderden malen naeen blijft bekijken …. Je behoeften zijn zo beperkt, Steven, dat ze heel vlot kunnen verwezenlijkt worden, al je dromen worden realiteit, eenvoud is jouw slogan, zorgen zijn aan jou niet besteed, het onaangename dat ook weleens jouw deel is wordt heel snel vergeten. Het is zo gemakkelijk om jou gelukkig te maken, en is dat niet de essentie van wat ieder ouder wil bereiken met zijn kind? Geluk zit soms in een heel klein hoekje, gelukkig maar … Toon Callewaert 15
Paul Janssens
16
Getuigenis van onze voorzitter Nadia Dekoning op het vormingsmoment voor gebruikersraden in Leuven op 14 november Ik ben Nadia, mama van Steven hij is nu 32 jaar zwaar mentaal vertraagd en daarnaast heeft hij ook frequent epileptische aanvallen. Steven zit sinds zijn 8j op internaat en sinds de opkomst van de gebruikersraden ben ik er lid van. Steven verblijft in de week in Zonnestraal in Lennik, in het weekend komt hij naar huis. Dit levensritme bevalt iedereen, in de week hebben we tijd voor onze andere kinderen, kunnen wij gaan werken en dus ook een eigen sociaal leven leiden. Het weekend wordt geleefd in functie van Steven Wij gaan samen zoveel mogelijk op stap: wandelen, iets gaan eten, gewoon iets gaan drinken. Steven geniet daarvan maar jammer genoeg worden deze uitstapjes nog al eens doorkruist omdat hij een aanval heeft of zich gewoon niet goed voelt. Steven komt graag naar zijn ‘ouderlijke woning’ maar is ook heel content als hij de zondag teruggaat, naar zijn vaste structuur, naar zijn eigen ‘thuis’. De laatste tijd wordt soms uitdrukkelijk en volledig respectloos 17
in sociale en andere media gesuggereerd dat dit weg heeft van je kind in een soort gevangenis te gaan afzetten. Wel, ik heb nooit of nooit het gevoel gehad dat ik mijn zoon isoleer van de wereld. Integendeel, ik vind dat, met het volste vertrouwen in de zorg en bescherming geboden in de residentiele voorziening, Steven, in deze omgeving van geborgenheid, zichzelf kan zijn en gelijktijdig nog met anderen in contact kan komen. De verplichting tot onafhankelijk leven voor Steven zou pas een nachtmerrie zijn. Personen met een zware handicap moeten vandaag, zoals Steven voordien, jammer genoeg, nog steeds op veel te lange wachtlijsten staan om toegang te krijgen tot een voorziening. Als ouders prijzen wij ons gelukkig, onze zoon heeft een goede opvang voor zijn leven, wij zullen kunnen sterven met een gerust gemoed. Dan doet Perspectief 2020 zijn intrede: het doel de controle van het leven in eigen handen van de persoon met een handicap leggen. Het moet gezegd, een lovenswaardig project, ware het niet dat er niet genoeg middelen zijn om alle ambitieuze 2020 doelstellingen te kunnen realiseren. Ondanks de jaarlijks verhoogde budgetten voor de sector slaagt het beleid er niet in 18
om alle gehandicapten de nodige zorgen te geven. Perspectief 2020 leek in het begin een ver ons bed show tot het FAM, het Flexibel Aanbod Meerderjarigen, als overgangsmaatregel wordt ingevoerd. Er heerst grote verwarring alom zowel bij de gebruikers als bij de voorzieningen.
In onze voorziening is begin dit jaar FAM ingevoerd. De direct zichtbare consequentie daarvan is de introductie van de ‘dagindelingen’. De voorziening hanteert de volgende uren: de morgen van 9u-13u, de middag van 13u-17u en na 17u nog een 3de dagdeel als de bewoner niet blijft logeren. We zorgen er dan ook voor om op vrijdagavond daar voor 17u te zijn zodat Steven geen 3de dagdeel hoeft te betalen.
19
De zondagavond brengen wij hem rond 19u terug naar Zonnestraal. Die paar uren worden wel als ondersteuning voor een hele dag aangerekend. Deze uurregeling werd op de gebruikersraad ter sprake gebracht maar eerder als een mededeling, niet als een bespreekbare, laat staan, onderhandelbare zaak. De suggestie om de middag tot 17u30 te laten duren voor ouders die tot 17u gaan werken werd aanhoord maar niet gevolgd. Tja iedereen moet inleveren … Onze gebruikersraad heeft bij elk van haar vergaderingen de evolutie van FAM op de agenda gezet maar kreeg meestal weinig info omdat de voorziening te kennen gaf zelf niet te weten hoe het allemaal precies in zijn werk zou gaan. Wat wel altijd belicht werd, is dat de werkingskosten zouden dalen en ze hun middelen zelf zouden moeten gaan genereren. De gebruikersraad had daarbij graag gehad dat er naast ‘besparen’, “we gaan het met minder middelen moeten doen”, “er zal minder personeel voor handen zijn” ook nadruk werd gelegd op ‘creativiteit’ ‘waarborg van zorg’ en ‘zeker niet in de steek gelaten worden’.
20
Een expliciet geuite bezorgdheid van de directie voor het welzijn van haar bewoners hebben we dus toch wel gemist. Eens de personeelspunten gekend waren, dankzij FOVIG wist ik dat die waren toegekend, hebben we wel een heel heldere uitleg gekregen van de dienst boekhouding en keerde er bij de gebruikersraad een zekere rust terug omdat de toegekende personeelspunten blijkbaar overeenkwamen met de middelen waar ze vandaag over beschikken. In tegenstelling tot wat ik vernam van wat gebeurt in sommige andere voorzieningen heeft Zonnestraal niet hals over kop de protocols en dienstverleningsovereenkomsten laten heropmaken. De sociale dienst heeft die vertaald naar de termen van FAM maar dan geoordeeld dat aanpassingen beter niet overhaast, maar eerder synchroon kunnen lopen met de invoer van de persoonsvolgende financiering (PVF) Sinds 1 jaar zitten wij in Zonnestraal wel met een heel uitzonderlijke situatie.
21
Een lid van de gebruikersraad is namelijk voorzitter geworden van de Raad van Bestuur. Dit geeft een heel andere wending aan de vergaderingen van de Raad van Bestuur. Daar waar vroeger het financiële het grootste deel van de vergadering in beslag nam, is de tijd nu evenredig verdeeld tussen aangelegenheden van bewoners, personeel en financiën. Ondanks deze toch wel comfortabele situatie voor ons gebruikers worden er toch nog steeds beslissingen genomen door het bestuur die ingevoerd en van kracht zijn voor ze goedgekeurd werden door de gebruikersraad, zoals het invoeren van rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH). Zolang de gebruikersraden geen effectief erkende status krijgen, zullen de voorzieningen zich niet geroepen voelen om deze raad als volwaardig te beschouwen. Immers wat zal die gebruikersraad doen? Klacht neer leggen? Ik denk het niet. Alle goede bedoelingen ten spijt van alle ouders, familie, netwerk om zich voor de bewoners te engageren worden ze niet voldoende au sérieux genomen. Het VAPH heeft een mooie brochure uitgegeven met de rechten en plichten van de gebruikers in voorzieningen voor personen met een handicap. Het is trouwens o.a. het lezen van deze brochure dat mij getriggerd heeft om mij aan te sluiten bij FOVIG, de federatie die de gebruikersraden en oudercomités in voorzieningen voor personen met een handicap 22
vertegenwoordigt. FOVIG, waarvan de raad van bestuur is samengesteld uit leden van de gebruikersraden, dus bezorgde gebruikers, ouders, familie, moet haar werking nog wat bijsleutelen maar de tijd en de mogelijkheden van de vrijwilligers is helaas beperkt. Toch probeert ze zoveel mogelijk deel te nemen aan de vele werkgroepen die de PVF rijk is en probeert ze haar leden zo correct mogelijk te informeren via haar ledenblad, nieuwsflashes en haar provinciale vergaderingen. De steun van het VAPH zou daarbij heel welkom zijn en wij willen het VAPH dan ook vragen te overwegen de status van de gebruikersraden op te trekken en officieel te erkennen. Kleine aanpassingen zoals bv het actief betrokken worden bij evaluatie van voorzieningen of bevraagd worden, na onaangekondigde controles zouden al een heel verschil uitmaken. Want zeg nu zelf, zolang een voorziening geen repercussie ondervindt bij het niet betrekken van gebruikersraden in hun beslissingen, zullen zij voor hen een (verplicht) clubje blijven dat door de ene zorgaanbieder al wat ernstiger wordt genomen dan door de andere. Nochtans Perspectief 2020 en zijn gedachtegoed indachtig dat elke persoon met een handicap zijn eigen leven mag organiseren, veronderstellen we dat het hier wel degelijk gaat om alle gehandicapten, ook zij die niet de mentale capaciteiten daarvoor hebben 23
en daardoor moeten vertegenwoordigd, beschermd worden door hun wettelijke vertegenwoordigers, de leden van een gebruikersraad. Met het oog op de transitie naar PVF begin volgend jaar denken wij dat de gebruikersraden een belangrijke en grote rol te vervullen hebben. De zorgaanbieder mag niet zomaar “een shoppingcenter” worden. De persoon met een handicap die gaat shoppen zal (moet) zich laten begeleiden door een coach (de bijstandsorganisaties), maar hoe die begeleiding effectief in zijn werk zal gaan is nog niet geweten en laat die twee bovengenoemde punten net een reden bij uitstek zijn om de gebruikersraden meer slagkracht te geven. Zowel de zorgaanbieders als de bijstandsorganisaties kunnen dan altijd op ons terugvallen. De aanbieders voor de bevestiging van hun topkwaliteit, de coaches voor de zekerheid van goed advies naar hun cliënten toe. Als het gedachtegoed van inclusie is alleen personen met een handicap in noodsituaties en met grote zorgnood een opname aan te bieden in een voorziening dan mag daar op zijn minst wel tegenover staan dat de gebruikersraden die 24
de kwaliteit van zorg in die voorzieningen bewaken meer slagkracht krijgen.
Als voorzitter van FOVIG vraag ik jullie dan ook uw gebruikersraad aan te sluiten bij ons zodat wij met één stem met veel aanhang onze bewoners op alle niveaus kunnen vertegenwoordigen. Wij beloven in elk geval dat wij ons 100% blijven inzetten voor het welzijn van onze gasten. Nadia Dekoning
25
Specifieke bepalingen in verband met FAM en MFC Van personeelsmiddelen naar werkingsmiddelen Art. 17. Een FAM (of MFC) kan maximaal 5% van de personeelspunten omzetten in werkingsmiddelen tegen een bedrag per punt. (…) Het bedrag, vermeld in het eerste lid, wordt alleen gesubsidieerd op voorwaarde dat er over de aanwending van het bedrag overleg is gepleegd met het collectief overlegorgaan of collectieve inspraak en de werknemersvertegenwoordiging, en er aan deze overlegkanalen transparantie is geboden over de aanwending. Op verzoek van het agentschap bewijst het FAM (MFC) het resultaat van het overleg met het collectief overlegorgaan of collectieve inspraak en de werknemersvertegenwoordiging. Een voorziening krijgt een total pakket aan personeelspunten op basis van de zorgzwaarte die toegekend wordt aan de individuele cliënten die gebruik maken van de voorziening. Op basis van deze pesoneelspunten kan ze haar personeel aanwerven (aard, functies, aantal perdsoneelsleden). Ze kan dit met grote soepelheid aanwenden maar moet wel rekening hoden met een evenwicht tussen zorggebonden en organisatiegebonden middelen (20% bovenop zorg). In de regelgeving laat men dus de mogelijkheid open voor instellingen om personeelsmideelen om te zetten in werkingsmiddelen. Zouden er instellingen bestaan die te veel middelen hebben op het vlak van personeel? We raden onze leden van de gebruikersraden aan om dit goed in de gaten te houden en hiernaar te vragen. Signaleer ons deze instellingen indien ze zouden bestaan. Dit is voor on simmers een onwaarschijnlijk scenario en we begrijpen niet hoe de overheid dergelijk scenario kan voorzien. 26
Individuele dienstverleningsovereenkomsten §2. Voor gebruikers die gebruikmaken van ondersteuning op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit en die daarvoor hun eigen financiële bijdrage betalen, blijft die regeling gelden. Voor gebruikers die op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit zelf instaan voor hun woon- en leefkosten, blijft die regeling gelden. Alleen na onderling overleg en akkoord van de gebruiker kan veranderd worden van regeling. Elke wijziging van regeling wordt als bijlage opgenomen in het protocol van verblijf, behandeling en begeleiding. Wijziging is dus niet mogelijk zonder overleg en het resultaat van dit overleg moet als bijlage opgenomen worden in het protocol van verblijf, behandeling en begeleiding (voor ons: individuele dienstverleningsovereenkomst). §3. Bij nieuwe instromers wordt bepaald of de gebruiker de financiële bijdrage betaalt, dan wel zelf instaat voor de woon- en leefkosten. §4. Aan gebruikers die een financiële bijdrage betalen, mogen alleen nog persoonlijke, individueel toewijsbare kosten aangerekend worden. Die kosten kunnen geen betrekking hebben op infrastructuur of onderhoud van infrastructuur, energiekosten, vervoer naar de collectieve dagbesteding, kosten en heffingen ten laste van de voorziening, kosten voor de collectieve atelierwerking binnen de dagondersteuning of administratiekosten. Voor het eerst zegt de regelgeving iets over wat mag en niet mag aangerekend worden. Deze bepalingen zijn wel nog vrij vaag en laten te veel vrijheid toe. Ons wacht hier een opdracht om voorbeelden van toepassingen in de praktijk te verzamelen en samen te brengen. Het zou wel eens kunnen dat we op nieuwe conclusies en besluiten zullen aangewezen zijn. Welke nieuwe kosten zullen op
27
de rug van de gebruiker terecht komen?
Maximale ondersteuning voor de zwaarst zorgbehoevenden FOVIG pleit er voor dat voor de zwaarst zorgbehoevenden een ondersteuning van 5 dagen op 7 automatisch recht zou geven op ondersteuning gedurende 7 dagen op 7. Men wild dit niet zomaar overnemen en in de regelgeving voorzien. Men wil zeker geen recht op zorg gedurende 7 dagen op 7 erkennen. Men zegt ons dat het niet nodig is dit zo op te nemen in de regelgeving, dat de continuïteit verzekerd is, dat er steeds naar een menselijke oplossing zal gezocht worden, dat men effectief rekening zal houden met de werkelijke ondersteuningsnood. Men zegt dat men zal werken met vorken. Dit is een systeem dat speling mogelijk maakt. We worden dus gerustgesteld en men vraagt ons geen paniek te zaaien waar het niet nodig is. We raden onze gebruikers aan aandachtig te lezen wat op dit vlak in een eventueel nieuw protocol opgenomen wordt. We suggereren ook om niet zomaar blind alles te ondertekenen. Een moeder vertelde ons dat in het protocol dat haar ter ondertekening voorgelegd werd opgenomen was dat de ondersteuning minstens 5 nachten inhield. Dit was voor haar een geruststelling. Dit kon ze ondertekenen. Een verwittigd gebruiker is veel waard. Luc De Vos Secretaris
28
Infomomenten FAM en MFC in de overgang naarPVF FOVIG zal samen met het VAPH, het KVG en VFG in elke provincie infomomenten organiseren, 1 sessie 's middags, 1 sessie 's avonds (dezelfde dag) en dit inde periode half februari tot begin maart. Het inleidende luik Persoonsvolgende financiering wordt verzorgd door het VFG (een algemeen inleidende sessie). Daarna kunnen de deelnemers een keuze maken tussen 2 sessie's: 1 - CRZ, de wachtlijsten > gebracht door KVG 2 - bewoners in een voorziening en PAB > gebracht door FOVIG Afsluitend voor iedereen geeft VAPH uitleg over wat zij kunnen bieden aan /betekenen voor de persoon met handicap.
29
Recht op zorg Ouders voor recht op zorg voor personen met een handicap
Als u ook vindt dat:
het recht op zorg en ondersteuning voor alle personen met een erkende handicap wettelijk moet gewaarborgd worden de overheid hiervoor het nodige budget moet voorzien
Vul dan a.u.b. onze enquête in op onze website www.rechtopzorg.be
De actiegroep ‘Recht op zorg’ is een onafhankelijke vereniging die bestaat uit ouders met een zoon/dochter met een handicap.
30
Raad van Bestuur 1.
08/12/2015
FAM en MFC. Transitiewerkgroepen De eerste basisondersteuningsbudgetten die zullen toegekend worden zullen gegeven worden aan diegenen die tot nu toe niets hebben Alle vragen van de CRZ zullen moeten omgezet worden in budgetcategorieën. De contactpersonen krijgen hierin een belangrijke rol. Voor personen die verschillende zorgvragen hebben zal alleen de hoogste zorgvraag in rekening gebracht worden. Toekomstige zorgvragen zullen niet weerhouden worden end dus niet omgezet worden. De persoon met een handicap kan niet akkoord gaan en om herziening vragen. Men zal werken via inschalingen. Deze zullen grotendeels gebeuren via de voorzieningen. Niet iedereen zal opnieuw moeten ingeschaald worden. Voor de hoogste budgetcategorieën overweegt men dit wel te doen. Dit zou gebeuren via de MDT’s. Voor de anderen zou men steekproeven nemen via de inschalingen van de voorzieningen. Deze zou men dan omzetten in budgetcategorieën. Voor nieuwe zorgvragen zullen de inschalingen gebeuren door de MDT’s. Deze moeten in de toekomst drie uitspraken doen over: de handicap, de zorgindicatie, de prioritering. Dit is een verzwaring van hun opdracht. De MDT’s zijn hier geen vragende partij en zien dit met de huidige middelen niet zitten. De overheid zal de voorstellen van de MDT’s en de objectivering die hier gebeurt niet zomaar automatisch overnemen. Er blijft een controle via Pec en zorgregie (hertekend). De IMB vragen (individuele materiële bijstand) die blijven behandeld worden zoals vroeger. Hier verandert er helemaal niets. Hier blijft ook de huidige toegangspoort ongewijzigd haar rol vervullen. Bij velen leeft de bezorgdheid of de toegekende middelen wel voldoende hoog zullen zijn, of men voldoende gekwalificeerd personeel zal kunnen behouden, of men de inschalingen niet te veel zal willen overdoen en
31
veralgemenen. Het probleem van de huidjge 92 dagen tijdens dewelke men niet in de voorziening verblijft moet ook nog zijn oplossing krijgen. Dit moet op de één of andere manier verdisconteerd worden in het budget. In de toekomst zal men ook geleidelijk overschakelen naar woon- en leefkosten. Geleidelijk aan zal men niet anders kunnen. De vraag stelt zich wat hier het kostenplaatje wordt. Een lid geeft het voorbeeld van kosten voor ‘was’ die variëren van € 600 tot € 1350 per persoon op jaarbasis. Samengeteld met andere kosten (huur, kledij …) zijn we benieuwd tot welk totaalplaatje we hier zullen komen. 2.
Bijstandsorganisatie Er wordt gedacht aan de basisondersteuning van € 40000. De kandidaten voor erkenning vinden dit bedrag te laag. Marc Van Gestel laat weten dat hij tijdelijk afhaakt. Hij kan de verantwoordelijkheid voor de nieuwe organisatie niet opnemen. Fovig springt in de bres en mag de kans om als bijstandsorganisatie erkend te worden niet laten voorbijgaan. Eind december zou men best klaar zijn. De RVB besluit dan ook een bijstandsorganisatie op te richten. Nieuws volgt later.
3.
Algemene vergadering 2016 Datum: 19.03.2016 Plaats: Zonnestraal Lennik Thema: het nieuwe inschrijvingsdossier voor de toekenning van de persoonsvolgende financiering Spreker: Hanna Steenwegen We zullen dan vooral ook de nieuwe bijstandsorganisatie promoten.
32
4.
Werking FOVIG We krijgen een vraag van een lid om in de toekomst ons ledenblad ook digitaal te verspreiden. We bezinnen ons hierover best eens ten gronde. Heeft het nog zin het ledenblad op zoveel exemplaren gedrukt te blijven versturen? Ook dit zou een gespreksonderwerp kunnen zijn voor de volgende RVB. Verslag: Luc De Vos Secretaris
33
Het wenende kerstekind Kerstverhaal Het gebeurde onlangs, in een tijd toen de meeste mensen niet meer in sprookjes geloofden – de volwassenen althans niet. Het gebeurde op het einde van de twintigste eeuw, toen in het kader van de nakende eeuw- en milleniumwisseling de meest vreemde filosofiën de kop opstaken, toen de beurskoersen rare sprongen maakten. Het gebeurde in een tijd toen de mensen voor alles en nog wat verzekerd waren: voor leven en dood, aanrijding, brand, verlies en diefstal. Het was weer december, en weer vlogen onheilsberichten met de eindejaarskreeft op het bord van gegoede burgers. De arbeiders van Renault Vilvoorde bleven na hun verzet ontnuchterd achter. Nieuwe milieumaatregelen joegen de boeren op stang en conferenties voorspelden dat het slecht gaat met ons klimaat en ons milieu. Toch werden er weer kerstinkopen gedaan. Er waren naar verluidt zelfs meer prentbriefkaarten verstuurd dan vorig jaar. Reclames vertelden opdringerig wat je moest eten en hoe je de kersttafel moest versieren. In de straten klonken de vertrouwde kerstliederen. En hier en daar zag je een kerstmarkt of een inzameling voor het goede doel. Wat toen gebeurde was niet zomaar inbeelding van enkelen. Het speelde zich ook niet alleen af in de verbeelding van dromers en dichters. Het gebeurde zowat overal, bij die nuchtere mensen van het einde van de twintigste eeuw. Ik heb het uit vele monden gehoord, in vele toonaarden. Iemand vertelde dat in de nachtmis iets vreemds gebeurde.
34
De zang was ingezet. Aanvankelijk niets aan de hand, het Jezuskind lag rustig te slapen tussen Maria en Jozef in het vertrouwde gezelschap van os, ezel en enkele verwaaide herders. Engelen waren er genoeg (ze waren er weer bij in de kerstversiering van die dagen), de koningen moesten nog komen. Het Gloria weerklonk en het orgel ondersteunde de zang van een gevulde kerk. De meeste mensen zongen uit volle borst, andere ingetogen. Enkele die dicht bij de kribbe zaten, keken plots verwonderd op. Ze vergaten verder mee te zingen en fluisterden elkaar in het oor: “Kijk, het kindje weent!” Al vlug deed het nieuws de ronde. Iedereen kwam kijken; enkele sceptici zeiden: “Misschien heeft de koster het met een natte spons afgewassen of bij het begieten van de kerstrozen te overvloedig gesproeid.” De meest ongelovige Thomassen moesten toegeven dat de tranen parelden op de wangen van het gipsen beeldje. Dat was geen verbeelding. De tranen waren plots verschenen en verdwenen na één minuut zonder sporen achter te laten. Ja, hier gebeurde iets uitzonderlijks… Dat had zich niet alleen in de kerk voorgedaan. Uit de verhalen die de ronde deden, bleek dat het overal op hetzelfde moment en op dezelfde manier was gebeurd. Sommigen hadden, als was het bij toeval, op hun uurwerk gekeken. Het uur klopte en het duurde maar één minuut.
35
Er waren er die het in de kathedraal hadden meegemaakt. Ze hadden gezien hoe de kanunniken met de bisschop het Kerstekind na de mis van dichtbij kwamen bekijken en zich daarna zwijgend in de sacristie terugtrokken. Wie vroeger was gaan slapen had niets gemerkt, maar wie langer waren opgebleven – en dat deden velen in die Kerstnacht – hadden het thuis gezien onder de kerstboom. Ze hadden er de kinderen bij geroepen. Omdat het slechts één minuut duurde, hadden velen het ook gemist. Ze geloofden er dus niet in. Ze vergeleken het met de goedkope grapjes die op het jaareinde de ronde doen, zoals dat van de man met zoveel neuzen als er nog dagen in het jaar zijn. Nand, een oude bedelaar die langs kerken en pleinen rondslenterde en nieuwsgierig in de feestvierende huizen binnenloerde, had het ook gezien. Omstreeks middernacht was hij voorbij een straatkribbe gekomen en denkend aan zijn kinderjaren had hij er een weesgegroet gepreveld. Toen had hij dat grote gipsen kind in de kribbe zien wenen. Eerst had hij zijn ogen uitgewreven, dan even in zijn hand geblazen, want hij wist uiteraard hoeveel borrels hij reeds op had. Het was nochtans echt, hoewel hij het zich pas goed realiseerde toen het reeds voorbij was. Alle verhalen die de ronde deden, vertelden zowat hetzelfde. Overal te lande, in alle kribben had hetzelfde plaatsgehad, en altijd gedurende één minuut. Zelfs in die enkele etalages die nog een religieuze noot in de vorm van een kribbe tussen de kerstversiering hadden, was het Kerstekind beginnen wenen. Er werd heel wat heen en weer getelefoneerd. Over niets anders nog werd gesproken. Zoveel mensen ha dden het gezien. Gissen naar de betekenis hiervan was een drukke bezigheid geworden voor velen. Aangezien het overal was gebeurd, kon men moeilijk de theorie van een vochtige kerk blijven hanteren. Gezien het overal even lang en op hetzelfde moment had plaatsgehad, werd het wereldnieuws. Het gebeurde haalde de krantenkoppen. De kardinaal, die het ook van nabij had meegemaakt, kwam op het scherm. Er moest duidelijk stelling worden genomen. De prelaat kon slechts het 36
bovennatuurlijk karakter van de feiten benadrukken en bleef, zoals het hogere clerus past, uiterst voorzichtig. Wellicht was het Gods bedoeling te tonen hoe triest hij de wereld vond. Meer wou of kon de kardinaal niet zeggen. Zo draaide de wereld verder, nieuwjaar tegemoet. Op de zenders kwam af en toe een extra journaal waar een of andere kribbe in de belangstelling stond, met allerlei getuigen die het wonder hadden meegemaakt. Er werd natuurlijk veel bij gefantaseerd. Sommigen legden zelfs een rechtsreeks verband tussen dat wenende Kerstekind en enkele rampen die rond het jaareinde waren gebeurd. Toen de zenders traditioneel hun jaaroverzicht brachten, begonnen velen het teken zelf te interpreteren. Je kon er trouwens niet naast kijken. Horden kinderen op de dool in hongerlanden; oorlogsgezichtjes uitgemergeld nog voor ze volwassen waren; straatkinderen die lijm snuiven om hun honger te verdoven; kinderen ten prooi aan sekstoeristen; kinderen mishandeld in eigen land; uitgebuite, verhongerde, verwilderde, dolende en stervende kinderen overal ter wereld.
Veel verbeelding hadden de journalisten niet van doen om hun programma te maken. Miljoenen kinderen waren de echte spelers, niet eens figuranten voor dat jaarlijks ellendefestival. Ondanks de vele omhalingen, de benefietavonden, de gulle stortingen en de inspanningen van televisiezenders en wereldwijde organisaties, bleef de ellende toenemen. Misschien – en dat werd voor vele duidelijk – had het Kerstekind, nu overal aanwezig, uit solidariteit met alle kinderen geweend. Alsof hij voor zichzelf de 37
sleutel van het raadsel had gevonden, eindigde een journalist, hoe ironisch ook, zijn jaaroverzicht met het beeld van een Kerstekind lachend in de kribbe, zoals het na die ene minuut weer overal te bekijken was. Na het jaaroverzicht werd het even stil en bleven de rijkgevulde tafels van de grote dagen enkele ogenblikken onaangeroerd. Mensen voelden zich beschaamd en begonnen er met elkaar over te spreken. Anderen drukten verveeld de knop van hun televisie in, zodat het feest ongestoord verder kon gaan. Spoedig was er weer ander nieuws dat de headlines haalde. Hier een uitslaande brand, daar een dreiging van overstroming. Het wonder was vlug vergeten, nadat de kranten hadden geblokletterd: “Kerstekind weent om kinderellende”. De wereld draaide voort.
Is er sindsdien veel veranderd in het hart van de mensen? God alleen weet het. Eén ding is zeker: dit was geen verbeelding, het gebeurde echt. Het gebeurde in een tijd toen veel mensen alleen voor zichzelf leefden en toen niet genoeg werd gezorgd voor de tallozen, hulpbehoevende mensenkinderen. Michel Coune OSB
38
Federatie van Ouderverenigingen en gebruikersraden in Instellingen voor Personen met een Handicap v.z.w. Voorzitter en maatschappelijke zetel: Mevrouw Dekoning Nadia Rodenbachstraat 20 9470 Denderleeuw 053/680585
[email protected] www.fovig.be Secretariaat Luc De Vos Tweebekenstraat 4, 9052 Zwijnaarde Tel. 09/2211589 0479/337684
[email protected]
39
Bestuursleden en kandidaat*-bestuursleden Antwerpen Snyers Frans Van Cuyckstraat 27 2320 Hoogstraten 03/3146652
[email protected] Brabant Festraets Roger Den Bremt 18 3020 Herent. 016/200775. roger.festraets-sterz@ telenet.be Limburg Pauwels Armand Oude Lummenseweg 32 3580 Beringen 011/425471
[email protected]
Oost-Vlaanderen De Groote Alex Lenaers Lin Leeg Bracht 33 9860 Balegem 09/3624476
[email protected]
Schreuders Pierre Kleinrees 28 2640 Kasterlee 014/850230.
[email protected] ondervoorzitter
Verhoeven Hugo Zijpstraat 66 2570 Duffel. 015/317678.
[email protected]
Wouters André Barbarastraat 71 3120Tremelo 016/534111
[email protected]
* Vander Vennet Sofie Peutiesteenweg 84B 1830 Machelen 0476/308543 sofie.vandervennet@hotmail. com
Janssens-Vanoppen Simonne M. Scheperslaan 171 3550 Heusden-Zolder. 011/536823
[email protected]
* Jaenen Rita Engstegenseweg 78 3520 Zonhoven 011/813682 0475/402524
[email protected]
De Caesemaeker Michel Zwaluwlaan 20 9185 Wachtebeke 09/3459554 michel.decaesemaeker@ skynet.be
De Keyser Willy Steltloperstraat 19, 9000 Gent. 09/2229430.
[email protected] penningmeester
[email protected] West-Vlaanderen
Callewaert Toon H. Consciencelaan 3 8540 Deerlijk 056/327712
[email protected]
Devos Eric Marie Joséelaan 121 1200 Brussel 02/7341857:
[email protected]
* Devos Kurt A. Rodenbachlaan 7 B3 8530 Harelbeke 0476/417337
[email protected]
Van Gestel Marc Van Iseghemlaan 61 bus 13 8400 Oostende 011/649861 0495/525555
[email protected]
40