Preek van Jan Zuidam d.d. 4 oktober 2010
Israël is Gods kanaal om de wereld te zegenen. In januari van dit jaar keek ik naar een tv uitzending van de herdenking van de bevrijding van het concentratie kamp Auschwitz-Birkenau. Precies 65 jaar geleden bevrijd door Russische troepen. Meer dan een miljoen mensen zijn daar vermoord, voor het grootste deel Joden. De meesten werden direct na aankomst vergast. Een oude Poolse Jood die het overleefde, vertelde tijdens de herdenking in Auschwitz: “Jongeren vragen aan mij:” “ Wat was nou het ergste in het kamp? “Honger?” “ Nee”. “ Mishandelingen?” “Nee.” “De vernederingen!” Je werd nog minder behandeld dan een beest. Je was een insect, een kakkerlak, alleen nog waard om vertrapt te worden”.
een luis,
Israël is bijna dagelijks in het nieuws. Helaas is er in toenemende mate veel kritiek op dit land. Als je wat doorpraat merk je dat ze flink beïnvloed zijn door de negatieve berichtgeving in de krant en de televisie Vanmorgen wil ik met u delen wat de Bijbel zegt over het volk Israël en het land Israël. Het onderwerp is: Israël is Gods kanaal om de wereld te zegenen. Abraham is de stamvader van het Joodse volk. Als God hem uit Ur der Chaldeeën roept, geeft Hij hem een grandioze belofte: …. met u zullen alle geslachten van de aardbodem gezegend worden. (Genesis 12:3) God heeft alle mensen op het oog. En Abraham wordt het kanaal waardoor Gods zegen tot alle mensen gaat komen. Dan zegt God tegen Abraham dat hij naar een bepaald land moet gaan – Kanaän. God kiest niet alleen een man, maar ook een land, om vandaar uit de wereld te zegenen. Later wordt die belofte herhaald aan Izaäk en aan Jacob. Die eerste verzen uit Genesis brengen daarmee ook een belangrijke sleutelgedachte naar voren, die ons de geschiedenis van Israël beter doet begrijpen: Als God uit alle volken Abraham roept en daarmee het Joodse volk uitkiest, het een land geeft, het uitermate zegent, dan is dat niet alleen om het volk zelf, maar opdat dit volk een kanaal tot zegen voor de wereld zal zijn. Met andere woorden: In al zijn handelen met Israël heeft God de hele wereld op het oog. Zoals Psalm 67 ook zegt: God zegent ons, opdat alle einden der aarde Hem vrezen”. God sluit een verbond met Abraham, dat Hij later vernieuwt met het hele volk Israël bij de berg Sinaï. Het was Gods bedoeling dat Israël een model zou zijn voor de wereld van de relatie die God met ieder wil hebben. Mozes zegt in Deuteronomium 28: “Als u God gehoorzaam bent in al zijn geboden, zal Hij u hoog boven alle andere volken op aarde verheffen”. Israël: een uitverkoren volk – een koninklijk priesterschap – een heilige natie. (Exodus 19) God geeft het volk de wet om het daarmee op te voeden tot de Messias gekomen is. Hij geeft het de offer- en priesterdienst, als een mogelijkheid om vergeving te ontvangen als iemand de wet overtreden heeft. Hij geeft het de tabernakel en later de tempel, zodat Hij zelf in hun midden kan wonen om hen alles te geven wat zij nodig hebben. Maar ondanks alles wat God geeft, komt Zijn bedoeling om Israël als kanaal van Zijn zegen voor de wereld te gebruiken er niet uit. Het volk danst om het gouden kalf dat Aäron gegoten heeft. (Ex. 32) Vlak vóór de intocht in het beloofde land, komen ze in het land Moab in aanraking met de Kanaänitische Baälsgodsdienst. Moabietische vrouwen nodigen de Israëlieten uit bij hun heidense offerfeesten. Ze zijn nog maar net uit de woestijn. Wie heeft er nou geen zin in een feestje? Al snel zitten ze volop in de problemen. De Baälverering gaat gepaard met vruchtbaarheidsrituelen, kwalijke seksuele praktijken en tempelprostitutie. Moabietische en Midjanitische meisjes bieden zich aan de Joodse mannen aan. Vele mannen vallen voor deze verleiding. De Here God ontsteekt in woede en zendt een plaag. 1
Een Israëliet durft zelfs een Midjanitische vrouw mee te nemen naar zijn tent tot vlak bij de tabernakel waar de God van Israël woont. De kleinzoon van Aäron ziet het gebeuren, rent de tent binnen en steekt beiden dood met zijn speer. Uiteindelijk sterven er 24000 mensen aan de plaag. Slechts twee mannen uit het hele volk, Jozua en Kaleb, geloven dat God hen zal helpen het beloofde land te veroveren. (Numeri 14) Al in Genesis 15 belooft God aan Abram dat zijn nageslacht het land Kanaän zal krijgen. De inwoners van Kanaän waren verdorven tot op het bot. Het land was vol beestachtigheid, wellust en losbandigheid. Zonen en dochters in de leeftijd van 3 tot 12 jaar werden aan de afgoden geofferd en in muren en drempels gemetseld om de afgoden voorspoed af te smeken. Ze raadpleegden tovenaars, waarzeggers en wichelaars. Doden werden opgeroepen. Ze hadden seks met dieren, er was overspel, incest, homoseksualiteit en travestie. Tempelprostitutie werd aangemoedigd als vorm van godsdienst. Door de vele geslachtsziekten, de lage moraal en het geweld was de levensverwachting slechts 30 jaar. De Kanaänieten kregen ruim 400 jaar om zich te bekeren. Toen was de maat voor de Here God vol en zou Hij hen met Zijn oordeel treffen. Het volk Israël moest bij de verovering van het land afrekenen met deze zondige volken. Na de dood van Jozua volvoeren ze deze opdracht grotendeels maar niet volledig, het volk is de strijd moe. Ze laten de Kanaänieten in leven, ze leven naast elkaar als buren en langzamerhand nemen ze de gruwelpraktijken over. In de laatste hoofdstukken van Richteren lezen we een openhartig schokkend verslag van de immoraliteit onder het volk Israël. Het gaat maar heel even goed: Onder het koningschap van David en Salomo komt het volk tot grote geestelijke en ook economische bloei. De roem van de voorspoed van Israël en vooral ook de wijsheid van Salomo gaat uit tot de hele toenmalige wereld. In 2 Kronieken 9 lezen we dat alle koningen der aarde er naar verlangen om Salomo te zien en zijn wijsheid te horen – In feite Gods wijsheid! Hier zien we dat de wijsheid en de zegen van God doorwerkt naar alle landen van de toenmalige wereld. In al Zijn handelen met Israël heeft de Here God immers de wereld op het oog? Maar de glans van het koninkrijk van Salomo duurt maar kort. Salomo vervalt in afgoderij en het volk volgt zijn voorbeeld. Na Salomo valt het land in twee stukken uiteen: Het 10 stammenrijk in het noorden en het 2 stammenrijk in het zuiden. God stuurt profeten die hartstochtelijk oproepen tot bekering. Ze dreigen het volk met oordeel. Maar het profeet zijn is een levensgevaarlijke zaak geworden. Op enkele perioden van opwekking na gaat het snel bergafwaarts. Vanwege afgoderij en andere zonden stuurt God het tien stammenrijk in ballingschap. Zo’n 150 jaar later wordt Juda door Babylonië verpletterend verslagen en ook in ballingschap gevoerd. Ongeveer 70 jaar later komt een kleine Joodse minderheid uit ballingschap terug naar Juda. Aangevoerd door Zerubbabel, Ezra en Nehemia herbouwen ze Jeruzalem en de tempel. De Joden wonen weer in eigen land. Ruim vierhonderd jaar horen we niet veel van het kleine landje, totdat we er over lezen in het begin van het Nieuwe Testament. De Romeinen zijn nu de baas in het land. En dan komt Jezus. In het begin reageert een grote groep van het volk enthousiast. Maar al snel keert het tij. Slechts een kleine minderheid blijft Hem trouw. We lezen in Johannes 1 : 11: “ Hij kwam tot het zijne, en de zijnen hebben Hem niet aangenomen”. Met de komst van Jezus komt Gods eindeloze liefde voor het volk tot een hoogtepunt. Eeuwenlang heeft Hij geprobeerd het halsstarrige volk dicht bij Zich te houden, het te zegenen en het tot zegen te stellen. Het grootste deel van de Joden wijst Jezus af en Hij wordt gekruisigd. In de dagen daarvoor kondigt Jezus met grote ontferming het oordeel aan. “ Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt en stenigt, wie naar haar toe zijn gestuurd!Hoe vaak heb Ik je kinderen niet bijeen willen brengen zoals een hen haar kuikens verzamelt onder haar vleugels, maar jullie hebben het niet gewild. Jullie stad wordt eenzaam aan haar lot overgelaten. Ik verzeker jullie vanaf nu zullen jullie Mij niet meer zien tot de tijd dat je zult zeggen: “Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer!” “Baruch haba ba Shem Adonai” (Mattheüs 23:37 – 39) Na een opstand van de Joden in het jaar 70 trekt een Romeins leger op naar Jeruzalem. Na een maandenlang beleg nemen de Romeinen de stad in. Alles wordt met de grond gelijk gemaakt. Een miljoen Joden worden gedood, ongeveer 900.000 Joden worden als slaven op de markt gebracht. Op de Egyptische slavenmarkten is het aanbod van Joden zo groot, dat er niet eens kopers voor zijn. 2
Een kleine groep overgebleven Joden komt onder leiding van Simon bar Kochba in 135 na Christus opnieuw tegen de Romeinen in opstand. Het gevolg is dat de Romeinen praktisch elke Jood uit het land verdrijven. Jeruzalem krijgt een andere naam. Geen Jood mag er binnenkomen. Hier begint de ontzettende lijdensweg van bijna 19 eeuwen verstrooiing onder de volken. God had hen daarvoor al gewaarschuwd in Leviticus 26 en Deuteronomium 27 – 30. Het past ons, om uitermate voorzichtig om te gaan met het diepe lijden van de Joden.“Troost, troost mijn volk, zegt uw God. Spreekt tot het hart van Jeruzalem, roept het toe dat zijn lijdenstijd volbracht is, dat zijn ongerechtigheid geboet is, dat het uit de hand des Heren dubbel ontvangen heeft voor al zijn zonden”. (Jesaja 40:1,2) In de wereldgeschiedenis is er géén volk zo vervolgd als de Joden. Meer dan 2000 jaar onophoudelijk antisemitisme tot op de dag van vandaag. De haat van de duivel is immens groot tegen de Joden die de Messias hebben voortgebracht. Er is één gebeurtenis die satan meer angst inboezemt dan wat dan ook: De wederkomst van Jezus in glorie en macht naar Jeruzalem om Zijn koninkrijk te vestigen. De wereldregering van Jezus vanuit Jeruzalem is de geestelijke oorzaak van de vele conflicten over het land Israël en de stad Jeruzalem. Na de verstrooiing van de Joden door de Romeinen in het jaar 70 verandert het land in de volgende eeuwen in een onvruchtbare woestenij waar bijna niemand wil wonen. Dan volgt de eeuwenlange zéér beschamende Jodenvervolging met name in het christelijke Europa. De joden worden op allerlei manieren vernederd, gediscrimineerd. Tweederangs burgers worden het. Opgejaagd van land naar land. De kruistochten kent speciale moordbendes die door Europa trekken. Wie zich niet wil laten dopen wordt vermoord. Vele duizenden Joden eindigen hun leven op de schavotten en in de folterkamers van christelijk Europa. Rond 1300 waart de pest rond in Europa en miljoenen sterven. De Joden krijgen de schuld, zij zouden de waterbronnen en putten hebben vergiftigd. In al die eeuwen zijn de Joden nergens veilig. In Polen en Rusland zijn hevige pogroms /vervolgingen. Tienduizenden Joden vluchten naar andere werelddelen. In Nazi- Duitsland worden 6 miljoen Joden op verbijsterend systematische wijze in meer dan 12 concentratiekampen afgrijselijk vermoord. Op dit moment is er een springvloed van antisemitisme in de islamitische wereld. Verstrooid onder de volken en overal vervolgd. Heeft God zijn volk voorgoed losgelaten, verstoten? Paulus legt het uit in Romeinen 11:“God heeft Zijn volk absoluut niet verstoten” Er is een tijdelijke verharding over Israël gekomen. God gaf hun een geest van diepe slaap. Door hun weigering om God te gehoorzamen is er nu redding voor de wereld gekomen. Ieder mens krijgt nu de gelegenheid om Jezus als verlosser aan te nemen. De gelovigen uit de volken worden bij Israël ingelijfd. Paulus gebruikt hier het beeld van het geënt worden op de stam van de edele olijf. De wereld heeft dus voordeel van hun ongehoorzaamheid. Als het ongeloof van een deel van Israël zulke positieve gevolgen heeft, wat voor heil zal dan niet aanbreken wanneer geheel Israël tot bekering komt. Het geestelijk herstel van Israël zal leiden tot een ongeëvenaarde zegen voor de gehele wereld. De volheid van de Joden, zo legt Paulus uit, wordt vergeleken met “leven uit de doden”. (Romeinen 11:15) In de meest letterlijke zin gebeurt dat bij de wederkomst van Jezus als Hij terugkeert naar de Olijfberg. De graven gaan open en alle reeds gestorven gelovigen zullen in een verheerlijkt lichaam opstaan. Ook de dan nog levende gelovigen krijgen een nieuw verheerlijkt lichaam. Wat is de toekomst van het nu nog ongelovige grootste deel van Israël? Het plan van God verloopt in twee fasen: De eerste fase is het nationaal herstel. God brengt het volk terug naar hun eigen land na 19 eeuwen verstrooiing. Vele profetieën gaan daarover. Ik kies er één: Jeremia 31:10 “Hoort het woord des Heren, o volken, verkondigt het in verre landen en zegt: Hij, die Israël verstrooide, zal het verzamelen en het behoeden als een herder zijn kudde”. De tweede fase is het geestelijk herstel: 3
Het volk Israël komt nog eenmaal in zeer grote nood: een gigantische legermacht van alle volken der aarde zal tegen Jeruzalem optrekken. In die tijd openbaart Jezus Zich aan de Joden waardoor zij Hem herkennen als Messias. Na het nationale herstel is nu het geestelijke herstel. De eerste fase zien we nu volop: Vanaf 1880 keren tienduizenden Joden keren terug naar hun land door pogroms in Polen en Rusland. Honderdduizenden ontvluchten de vijandige Arabische landen. Velen zijn teruggekeerd uit de hel van de tweede wereldoorlog. Ziek, berooid, geestelijk geslagen, verminkt door de Holocaust. In 1948 wordt de staat Israël uitgeroepen. Voortdurend moet het kleine landje oorlog voeren tegen de omringende moslimlanden om het bestaansrecht te verdedigen. De tweede fase – het geestelijk herstel - komt steeds dichterbij. Onze generatie is getuige van de immense gebeurtenissen die zich in de nabije toekomst gaan afspelen. Een tijd van grote benauwdheid voor Israël, waarin het vernietigd dreigt te worden. We zien nu al de toenemende druk van de volken tegen Israël. In Psalm 83 zeggen de vijanden van Israël: “Komt, laten wij hen als volk verdelgen, zodat aan de naam van Israël niet meer wordt gedacht”. We lezen in Joël 3 : 2 dat God zeer vertoornd is over de houding van de volken tegen Zijn land en Zijn volk Israël: “ Ik zal alle volken verzamelen en afvoeren naar het dal van Josafat, en Ik zal aldaar met hen in het gericht treden ter oorzake van mijn volk en mijn erfdeel Israël, dat zij onder de volken verstrooid hebben, terwijl zij mijn land verdeelden”. We lezen in Zacharia 12 dat de Heilige Geest op een bovennatuurlijke manier zal werken in de harten van het wanhopige Joodse volk, waardoor zij Jezus als Messias herkennen. Ze zijn intens bedroefd en hebben diep berouw omdat ze hun Messias afgewezen hebben. Massaal komen ze berouwvol tot bekering. En roepen uit: ‘Baruch haba ba Shem Adonai! Gezegend Hij, die komt in de naam des Heren (Psalm 118:26) Dezelfde woorden die Jezus sprak toen Hij met bewogenheid sprak over de ondergang van Jeruzalem. Omringd door ontelbare menigten van opgestane gelovigen en legioenen engelen zal Jezus neerdalen en Zijn voeten zullen staan op de Olijfberg. “Heft, poorten uw hoofden omhoog En verheft u, gij aloude ingangen, Opdat de Koning der ere inga. Wie is toch de Koning der ere? De Here, sterk en geweldig, De Here, geweldig in de strijd”. (Psalm 24:7,8) Jeruzalem zal een heilige stad zijn – niets onreins zal er meer zijn en de Here zal koning worden over de gehele aarde. Alle volkeren zullen naar Jeruzalem optrekken om daar de Here te zien en van Hem te leren. De Heer zal rechtspreken en hen rechtvaardig oordelen. De gelovige Joden en de gelovigen uit de heidenen mogen aan Jezus’ zijde meeregeren. ( 2 Tim. 2:12, Opb. 3:21, 20:6, 22:3-5) Alle volkeren zullen hun wapens omsmeden tot vreedzame werktuigen. Hier zien we Gods plan in vervulling komen dat door Israël heen de hele wereld de heerlijkheid van God zal leren kennen. Wat heeft deze boodschap ons te zeggen? Ten eerste: Gods toekomstplannen met de wereld zijn ten nauwste verbonden met Israël. God heeft hun dat land gegeven. Jezus keert terug naar Jeruzalem om van daaruit de wereld te regeren. Laten we biddend achter Israël staan en waar mogelijk ook praktisch hen ondersteunen. Ten tweede denk ik aan het ernstige woord van Paulus in 1 Korinthe 10. Wat Israël is overkomen moet voor ons een duidelijke waarschuwing zijn. Vanwege afgoderij, zedeloosheid en rebellie werden ze gestraft. God is ongelooflijk geduldig in Zijn liefde. Maar die liefde kan wel omslaan in toorn als je Zijn liefde voortdurend afwijst. We zien dat in het boek Openbaring. De aarde is ontwijd door haar bewoners, de maat is vol en verschrikkelijke rampen van de zeven zegels, zeven bazuinen en zeven schalen komen over de aarde God trekt Zijn beschermende hand terug. Voor ons is de opdracht : 4
Wees een getuige, trek de wereld in! De kerk moet de wereld beïnvloeden. Soms lijkt het net andersom dat de wereld de kerk beïnvloedt. Wij staan er in Nederland niet zo best voor: * Honderdduizenden zijn de afgelopen tientallen jaren afgehaakt van het christelijk geloof. * Elke week sluiten er twee kerken in Nederland. * Velen vallen voor pornografie. * De intense zedeloosheid en het geweld en vele andere zonden zijn dagelijks te zien op de TV. Ga niet onverschillig om met de genade van God. Hebreeën 12 zegt dat we God moeten dienen met eerbied en ontzag, want onze God is een verterend vuur. De opdracht van God voor Israël maar óók voor ons is: Weest heilig, want Ik ben heilig!”. Hoeveel tijd heeft u met Hem elke dag? Bent u gereed om Jezus te ontmoeten als Hij terugkomt? God wil een reine bruid. In Openbaring 12 staat: “Zij hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis, en zij hebben hun leven niet liefgehad tot in de dood” Hebben wij zo’n heilige passie?
5