2 L E E S T E K S T
Is een boer zonder tractor zoiets als een café zonder bier ? Het belang van een tractor op een modern landbouwbedrijf. Het is duidelijk dat onze boeren vandaag de dag heel veel gebruik maken van de tractor. Dat was een 50-tal jaar geleden wel “effe” anders. Toen had elke boer één of meerdere paarden die hij gebruikte bij het werk op het land. Deze dieren moesten voornamelijk zware dingen voorttrekken: een ploeg, een volgeladen mestkar, een dorsslee,... Zij waren dan ook heel waardevol op de boerderij. Maar geleidelijk aan werd het trouwe paard verdrongen door de tractor. Ja, de boer die ook niet van gisteren was, kon niet naast de grote voordelen kijken die deze te bieden had. Immers: een tractor is veel sneller en vooral krachtiger ! De grote wielen van het “ding” zorgen er bovendien voor dat hij minder snel vast komt te zitten in de natte akker. Er komt extra tijd vrij voor de boer die geen rekening meer moet houden met voedertijden en rustperiodes. Op tijd en stond wat brandstof voor de tractor en die werkt desnoods dag en nacht. Zijn er dan geen beperkingen aan de tractor? Natuurlijk wel. Ook een machine heeft grenzen. Hoe krachtig hij ook is, zijn trekkracht is niet oneindig. En daarin verschillen de tractoren erg van elkaar, afhankelijk van wat de landbouwer van zijn trekker verlangt. Het spreekt voor zich dat landbouwers uit een streek met een zware kleibodem een krachtiger tractor nodig zullen hebben dan een landbouwer uit de Zandstreek. Die kracht wordt uitgedrukt in PK (paardekracht). Tractoren van 100 en meer PK zijn geen uitzondering meer. Al heel snel ontdekte men dat de tractor onze landbouwers een nog grotere dienst kon bewijzen. Naast het voorttrekken van de machines kon hij ze ook in beweging brengen (=aandrijven). Door een staaf (=aandrijfas) op de motor aan te sluiten kon men delen van de machines laten bewegen. Bij een kunstmeststrooier deed die aandrijfas een pijp heen en weer bewegen waarAkkerbouw 2.1
door de mestkorrels werden weggeslingerd. Bij een grasmaaier doet de aandrijfas dan weer messen ronddraaien. En dat is pas het begin: bij de opraappers zorgt de aandrijfas dat er ineens drie bewerkingen worden verricht: het stro oprapen, het samenpersen en vastbinden. En de ontwikkelingen gaan steeds maar verder. Zelfs vooraan op de tractor kan de boer nu allerlei gereedschap monteren en bewegen dank zij de sterke motor van de tractor. Maar met een tractor werken is niet vrij van gevaar. Als de zware vrachten achter de tractor niet goed gestapeld worden kan het wel eens voorkomen dat de tractor kantelt. Ook de draaiende delen kunnen gevaarlijk zijn. Je leest wel eens in de krant dat iemand met zijn kleren of zijn handen tussen die draaiende delen terechtgekomen is. Toch proberen de tractorbouwers die delen zoveel mogelijk af te schermen. Maar soms loopt het nog wel eens fout... Om de bestuurder bij het kantelen te beschermen zijn de tractoren uitgerust met een stevige cabine. Diezelfde cabine beschermt de landbouwer ook tegen regen, koude en stof. Wist je dat er zelfs tractoren zijn met airconditioning die steeds voor een aangename temperatuur in de cabine zorgt! Nu, een landbouwer brengt heel wat uren door in zijn tractor. Begrijpelijk dus dat men de tractoren steeds comfortabeler maakt. Denk daarbij maar aan de goed verende stoel met een degelijke rugleuning om de rug van de boer te beschermen. Niet zelden vind je ook een goede stereoinstallatie in de cabine.
2 L E E S T E K S T
wist je dat … … de modernste tractoren uitgerust zijn met airconditioning en boordcomputer ?
Als je dit allemaal gelezen hebt, begrijp je wel dat de meeste landbouwers hun tractor koesteren als een kostbaar bezit. Zo’n nuttig en vaak duur stuk gereedschap laat je toch niet aan zijn lot over.
Na een zware werkperiode neemt de akkerbouwer de tijd om zijn “paradepaardje” eens flink te vertroetelen. Alle slijk en vuil wordt verwijderd om roesten te voorkomen. Olie wordt ververst en de draaiende delen worden eens goed ingevet. En dan mag de tractor een tijdje van een welverdiende rust genieten in een loods, goed beschermd tegen weer en wind. Klaar voor alweer een volgende karwei. Is de titel je inmiddels duidelijk geworden ?
2.2 Akkerbouw
2 D O E - A C T I V I T E I T E N
Is een boer zonder tractor zoiets als een café zonder bier ? 1. Draaicirkel van een tractor 1 Laat de meester of de juf met zijn/haar fiets een zo klein mogelijk cirkel rijden. Doe dat zelf ook. 2 Wat heb je waargenomen ? De grote fiets heeft meer plaats nodig. 3 Welke oorzaak heeft dat ? 4 Welke conclusie kan je hieruit trekken? (Hoe dichter de wielen bij elkaar staan, hoe korter de draaicirkel) 5 Kan je het geleerde ook toepassen op de tractor ?
2. De aandrijfas van de tractor De aandrijfas van de tractor zorgt ervoor dat de tractor allerlei machines kan doen werken. Hoe werkt zo’n aandrijfas? Dit kan je gemakkelijk demonstreren met lego. Er zijn op de markt een aantal pakketjes waarin zo’n aandrijfas voorkomt. De leerlingen hebben er misschien wel eentje thuis. Laat ze dat meebrengen en demonstreren. Ideale opdracht trouwens voor het hoekenwerk.
4. Vorige opdrachten kunnen natuurlijk nog wat uitdagender gemaakt worden. Maak met lego, legotechnics, meccano of K’nex een tractor. Probeer ook een landbouwmachine te maken die door je tractor wordt aangedreven. Probeer nu aan je klasgenoten uit te leggen hoe de tractor die machine in beweging brengt. Je kunt de leerlingen hun lego’s of K’nex laten meebrengen. Bij lego bestaat ook de mogelijkheid om aparte stukjes te kopen.
5. Wat doen de landbouwmachines ? Hiernaast zie je een veld met maïs met daaronder de maïshakselaar. Teken hoe het veld eruit ziet nadat de machine haar werk gedaan heeft. Dan komt de ploeg op de proppen. Teken terug hoe het veld eruit ziet als de ploeg zijn werk gedaan heeft.
3. De draaicirkel ervaren met lego (hoekenwerk) Er is weinig materiaal nodig: - een bodem om de wielen op te plaatsen - twee stellen wielen Opdracht: Maak een voertuig met de grootste draaicirkel. Strijk de wielen in met verf, en rijd ermee over een blad papier. Maak daarna een voertuig met de kleinst mogelijke draaicirkel. Strijk de wielen in met verf, en rijd ermee over een blad papier. Vergelijk de draaicirkels. Wat beinvloedt de draaicirkel ?
Akkerbouw 2.3
2 D O E - A C T I V I T E I T E N
6. Ontwerp je eigen landbouwmachine Machines maken het werk veel lichter voor de landbouwers. Maar zo’n machine ontwerpen is niet niks. Daar komt heel wat denkwerk bij kijken ! Kan jij ook een landbouwmachine ontwerpen ? - Waar dient ze voor ? - Hoe ziet ze eruit ? (Maak er een tekening van, of knutsel ze in elkaar zodat je klasgenootjes ze kunnen zien !) - Hoe werkt ze ? (Schrijf een handleiding voor de gebruiker)
7. Levende landbouwmachines De leerlingen trachten, in kleine groepjes, de bewegingen na te bootsen van een denkbeeldige landbouwmachine. Dit gebeurt op basis van een bestaand muziekfragment (zie onderaan) met een toepasselijke opeenvolging van geluidsunits.
Stap 1 De leerkracht laat een muziekfragment horen (opdracht vooraf: aandachtig luisteren en vertellen hoeveel verschillende geluiden de leerlingen horen.) Opmerking: Er komt telkens één geluid bij.
Stap 2 Verdeling in vier of vijf groepjes (elke groep krijgt een geluid toegewezen, volgens de volgorde van het muziekstukje; best ook verdeling in de klasruimte volgens volgorde van bewegingen/geluiden)
Stap 4 Elke groep toont zijn beweging (vraag voor de rest: “Welke machine zouden ze uitbeelden ?”)
Stap 6 Herhaling van het geheel en evaluatie van de opdracht. Was het mogelijk ? Zou je graag met zo’n machine werken ? Wat is het voordeel van de machine ?
Stap 3 De leerkracht ‘zingt’ de verschillende geluiden even voor of laat ze nog eens horen. (intussen vragen: Is dit een hoge of een lage toon? Welke beweging past daarbij? Welke machine werkt hoog/laag bij de grond? Hoe doet ze dat?)
Stap 5 Inoefenen van het geheel (De cijfers geven de ‘maten’ van het muziekstuk aan.) 1-5 groep 1 beweegt 6-10 groep 1 + groep 2 11-15 groep 1 + groep 2 + groep 3 16-18 groep 1 + groep 2 + groep 3 + groep 4 (= drie maal hoge tonen) 19-23 groep 1 + groep 2 + groep 3 (elk lichte vertraging) 24 groep 4 of 5: geluid trrrrr 25-30 enkel groep 1 (progressieve vertraging tot de machine stilvalt)
Naar een idee van CREFI, Vlaamse Jeugddienst van de bond (BGJG) vzw (Geert de Paepe) Bron: CD “Koor iets anders”, koor Kalliope o.l.v. Sabine Haenebalcke (ref. nr. 1295306) ‘extract’ uit nr. 7 ‘The chocolate Factory” (Erika Budaï). Info: vzw Plattelandsklassen.
8. Stelopdrachten Laat de tractor zelf aan het woord over zijn leven.
2.4 Akkerbouw
2 W E R K B L A D
Is een boer zonder tractor zoiets als een café zonder bier ? 1. Som een aantal landbouwwerktuigen op en rangschik ze op de juiste plaats Rangschik ze in onderstaande tabel. (eventueel op een groot blad met afbeeldingen werken)
Landbouwwerktuigen voortgetrokken door een tractor Landbouwwerktuigen niet voortgetrokken door een tractor
Voortgetrokken en aangedreven door een tractor
Enkel voortgetrokken door een tractor
2. Welk woord zit hier verborgen ? -e
d=r
ca
pers raap
1.
2.
-h
v=dr
e b
3.
-d G
E
I
R
A 5.
4.
Akkerbouw 2.5
E N
G
W
Je kan het woord in wijzerzin lezen door telkens een letter over te slaan. Nu nog de beginletter vinden en … gebruik alle letters.
2 W E R K B L A D
3. Enkele spreekwoorden Verbind het spreekwoord met de juiste uitleg . Beeld daarna het spreekwoord uit vooraan in de klas. Kunnen je klasgenoten raden wat je uitbeeldt ?
1. Wat de boer niet kent, dat eet hij niet.
A. Er eens op uit gaan.
2. De boer op gaan.
B. Wie kwaad sticht, krijgt het vaak dubbel terug
3. Lachen als een boer die kiespijn heeft.
C. Men wantrouwt vaak nieuwe en onbekende dingen
4. Wie wind zaait, zal storm oogsten.
D. Hij lacht wel, maar niet van harte.
4. Vind je het juiste woord met deze ietwat rare omschrijving ? mestwagen
gierwagen
aandrijfas
airconditioning
opraappers
rotoreg
maaidorser tractor
ploeg
vrachtwagen
1 Een aanhangsel van een onmisbaar, rijdend landbouwwerktuig dat af en toe wel eens stinkt, maar onmisbaar is voor het vervoer van vloeibare afvalproducten. 2 Ik rijd nooit alleen, en ben gewoon om pakjes te maken. Geef me wat touw en wat gedroogd gras, en ik ga aan het werk. 3 Ik ben een lange staaf met aan beide uiteinden een scheef tandwiel. In de landbouw ben ik werkelijk onmisbaar. 4 Men gebruikt mij om tegendraads te zijn. ‘s Zomers zien mijn bazen bijna blauw van de kou, en ‘s winters stroomt het zweet van hun gelaat. 5 Ook al vervang ik wel honderd paarden, toch krijg ik nooit haver.
2.6 Akkerbouw