DECEMBER 2011
In dit nummer: Introductiedagen eerstejaars Voorstellen mevrouw van de Cantina Reizen, projecten leerlingen Romereis voor (oud)ouders Erasmus en de school Wat is leerlingbemiddeling? Wie is de voorzitter van en de RGB eigenlijk? Wat doet de Medezeggenschapsraad? Vaste rubrieken: - Pubercorner: Pubers met ADHD - Interviews: Theo Toebosch en Marcel van Bruggen - Personeel - Oplossing zoekplaatje - Zoekplaatje Nieuwe vaste rubriek: - Uit het decanaat
Introductiedagen
brengen zij een bezoek aan de mediatheek. Aan het einde van de middag verzamelen alle klassen zich op het Forum. Hier wordt een klassenwedstrijd georganiseerd in de vorm van een woordspel. Onder leiding van de hulpmentoren moeten lastige woorden in de juiste volgorde geplaatst worden, de mentoren treden op als jury. Het woordspel is tevens het einde van de eerste dag. Vol indrukken en verhalen keren de leerlingen huiswaarts. Dinsdag 23 augustus om 9.00 uur, de eerste officiële mentorles. Ook deze les staat in het teken van het vertrouwd worden met het reilen en zeilen van de school. Onderwerpen als roosters, agenda en huisregels komen aan de orde. In een muziekworkshop streetdance en een sportactiviteit mogen de leerlingen zich uitleven. Na de gezellige lunch wordt in de Leopoldzaal, in een boeiende onemanshow, de evolutietheorie van Darwin uit de doeken gedaan. Een kennis- en wetenschapsquiz en verschillende wiskundige puzzels/vraagstukken moeten worden opgelost, gezamenlijk lukt dit, eureka!! Nog nooit een les Latijn gehad en toch het Bondslied (een must voor iedere Erasmiaan) kunnen zingen. Dat belooft iets voor de toekomst. Ter afsluiting organiseert de RGB zoals gebruikelijk, een spetterend eersteklasfeest, waar nog lang over nagepraat wordt.
Maandag 22 augustus 2011, 12.30 uur….. Ruim 200 eerstejaars in de aula, tikje gespannen, vol verwachting van wat er komen gaat. Zo lang naar uitgekeken: de eerste schooldag op het Erasmiaans Gymnasium. Wie zijn mijn klas- en jaargenoten, wie wordt mijn mentor, van welke docenten ga ik les krijgen, verdwaal ik niet in dit grote gebouw? Vragen genoeg. Nadat de klassenindeling bekend is gemaakt, gaan de leerlingen per klas, samen met de mentor en hulpmentoren, naar een lokaal om de kennismaking voort te zetten door middel van het namenspel. Hierna wordt met elkaar het klassenprofiel gemaakt. Een amusant geheel waardoor de kinderen al op de eerste dag met elkaar gaan samenwerken. De resultaten zien de ouders bij de ouderavond. Tevens krijgen de leerlingen een rondleiding door het schoolgebouw en
ACTA DIURNA ERASMIANA | december 2011
1
Het jaar is goed begonnen, het gevoel dat het een fantastisch jaar wordt, overheerst. Mw. Y.M. Melief, jaarleider leerjaar 1
mogelijk assortiment samen te stellen. Mevrouw Kerkhof: “Dat lukt aardig alhoewel de meesten niet echt op ‘gezond’ zitten te wachten. Maar we houden vol en je ziet vooral bij de wat oudere leerlingen dat ze steeds meer sandwiches, Optimel drankjes en verse fruitsalade kopen. Ik vraag elke keer wat ze lekker zouden vinden op de broodjes en maak het dan voor ze klaar. En morgen ga ik eierkoeken bakken volgens mijn eigen favoriete recept. Je zult zien dat het een succes wordt”. Nog iets te wensen? “Ik zou wel wat meer docenten in de Cantina willen zien, ze weten niet wat ze aan lekkers en gezelligheid missen”.
Shanghai International Sister Cities Youth Camp 2011
Nieuwe uitbater in de Cantina Met ingang van dit schooljaar wordt onze Cantina bestierd door RAS Catering & Services. De leerlingen zien behalve de eigenaar, de heer Ruud Slootweg, vooral mevrouw Sandra Kerkhof (zie foto). Zij is er elke dag, bereidt en verkoopt alle lekkernijen en heeft veel contact met de leerlingen. Mevrouw Kerkhof (zelf moeder van een 19-jarige zoon en 17-jarige dochter) is heel enthousiast, ook nog na vier maanden: “Leuke leerlingen, betrouwbaar en redelijk, heerlijk om met en voor ze te werken”. Dat is ook precies de reden dat ze na 12 jaar in een slagerij gewerkt te hebben, voor een school gekozen heeft. ”Heerlijk om met de jeugd om te gaan en de hele dag in de weer te zijn met lekkere hapjes”. Haar inschatting is dat van onze 1100 leerlingen er ongeveer 275 elke week een paar keer bij haar langskomen. “Valt niets tegen, als je weet dat er veel concurrentie op loopstand is: de supermarkten, de Boterham Express in het metrostation, de patatkraam bij de metro-uitgang en het pizzastalletje voor de deur.“ De nieuwe cateraar heeft van de school expliciet de boodschap meegekregen om een zo gezond en gevarieerd
2
ACTA DIURNA ERASMIANA | december 2011
In de zomervakantie vroeg in de morgen uit bed om op tijd voor een schoolproject te zijn? Een schrikbeeld. Maar 19 juli 2011 is de enige dag dat die zoiets waard was: op die dag stapten we namelijk op Schiphol in het vliegtuig naar Shanghai, waar we een van de twaalf delegaties waren die daar op bezoek kwam voor het Shanghai International Sister Cities Youth Camp 2011. Onze groep (onder leiding van mw. Vuong) bestond uit: Madeleine Fievez, Charlotte Viëtor, Laurence Meeuwis, Julian van Overdam, Martijn van de Velde en ondergetekende. Bij geen enkele reis is er ooit zo goed voor ons gezorgd: de Chinezen lieten ons slapen in hun campusgebouw; maaltijden, vervoerskosten en entreetickets werden overal betaald. We hebben in deze twee weken de hele stad gezien: we zijn de hoogste toren van Azië in geweest; we zijn naar het WK zwemmen gegaan; we hebben meegedaan aan een drakenbootrace en dat nog eens met mensen van over de hele wereld. Het was een onvergetelijke ervaring voor iedereen die er bij was. Als dit inderdaad het eerste zomerkamp van vele wordt, hoop ik zeker dat mensen van onze school opnieuw de mogelijkheid zullen krijgen naar Shanghai te gaan. Stefan Drinic, leerling
Bistro stijl, Franse charme, Oostenrijkse kwaliteit. ELEFANT, voor decennialang zitplezier. Noordelijke Dwarsweg 1a | 2761 GA Zevenhuizen | Telefoon: 06-533 73 125 |
[email protected] | www.elefantholland.nl
ACTA DIURNA ERASMIANA | december 2011
3
Klas 5 op het oudste gesteente van Nederland Bij het vak aardrijkskunde horen natuurlijk excursies en op donderdag 8 september was het zo ver voor klas 5. De 24 leerlingen waren al vroeg uit de veren om samen met twee begeleiders af te reizen naar het helaas niet zo zonnige Zuid-Limburg. Tijdens de lessen was al veel aandacht besteed aan de geologische processen in ons eigen stukje buitenland. Ter plekke hebben de leerlingen enkele gevolgen van deze processen met eigen ogen kunnen aanschouwen. Zo werd de eerste dag een wandeling langs het sterk meanderende riviertje de Geul gemaakt. Ook konden leerlingen het oudste gesteente dat aan het Nederlandse oppervlak ligt bekijken in de Heimansgroeve. In het Vijlenerbosch maakten zij vervolgens opdrachten over erosie en chemische verwering. Na een dikke Limburgse ijsco mochten de leerlingen ’s avonds Maastricht nog even verkennen. Op vrijdag werd de Sint-Pietersberg per fiets beklommen, om het kalkgesteente uit de ENCIgroeve te bekijken. Ook stonden het Natuur Historisch Museum (inclusief mosasaurus) en een fietstocht langs de Grensmaas op het programma. Ondanks het slechte weer en wat problemen met de fietsen, kunnen we terugkijken op een leerzame excursie met een heel gezellige groep leerlingen. Nelleke Wester, docente aardrijkskunde
EEPD Tijdens het tweede weekend van september was het voor de tweede keer dat het EEPD plaatsvond op het Erasmiaans Gymnasium. Zo’n zeventig leerlingen waren in hun vrije weekend hard in de weer met resoluties en speeches. De zeventig leerlingen waren niet allen Erasmiaan; er waren ook Britse, Ierse en Belgische leerlingen die deelnamen aan het project. Vooral de Angelsaksische leerlingen zijn goed in het debatteren. ‘Debating’ krijgen zij met de paplepel ingegoten. Onze leerlingen kunnen van de bevlogen Engelse manier van discussiëren nog veel leren. Vandaar dat de Britse en Ierse leerlingen waren ingevlogen. Donderdag kwamen ze aan in Rotterdam.
4
ACTA DIURNA ERASMIANA | december 2011
Er werd dus gedurende drie dagen voornamelijk Engels gesproken. Donderdagavond vond de openingsplechtigheid plaats.
De voorbereidingen op het EEPD waren echter al in de weken voor 8 september gestart. Via de nieuwe digitale wegen, zoals Facebook en MSN, hebben de leerlingen met elkaar overlegd over de mogelijke inhoud van hun resoluties. Op vrijdag verdiepten de leerlingen zich verder in hun onderwerp en werden conceptresoluties op papier gezet. De resoluties gaan over gevarieerde en ingewikkelde onderwerpen. Aan het eind van de middag was het tijd om experts uit de praktijk te ontmoeten; Meet the boss. Die ontmoeting werd gefaciliteerd door het bedrijf Vopak op vijftien minuten lopen van onze school. De grote mannen en vrouwen uit de bedrijfswereld waren onder de indruk van de conceptresoluties en het niveau van de 16- en 17-jarigen. Op zaterdag ging de school om 08.30 uur open en om 21.00 uur weer dicht. Die tijd was nodig voor het verwerken van het commentaar van de ontmoeting de
avond ervoor en natuurlijk voor het prepareren van de speeches. Zondag was er niets van uitslapen bij, want om 08.30 uur begon het debat over de eerste resolutie. De laatste resolutie werd om 15.00 uur behandeld. De afsluiting werd gedaan door de heren Tan en Dupon. Het was een zwaar, leerzaam en fantastisch weekend voor alle deelnemers. Nu op naar het EEYP in Braga.
Ervaringen RGB Ik wist het al weken, al maanden, eigenlijk wist ik het al jaren: als ik in de vierde klas van het Erasmiaans zou komen zou ik me kandidaat stellen voor de Rotterdamse Gymnasiasten Bond, kortweg ook wel gewoon ‘de bond’ genoemd. Ik zou de eer van de familie hooghouden, en dus stond ik in navolging van zowel mijn neef als mijn broer op 11 maart 2011 met gierende zenuwen bovenaan de trap te wachten op de bekendmaking van de volgende praeses. Het overdrachtsfeest is een feest dat ik nooit zal vergeten en de blijdschap een gevoel dat daarna zelden is geëvenaard. Aangenaam, ik ben Jord Schepel en ik ben de huidige praeses (voorzitter) van de RGB, de leerlingenvereniging van het Erasmiaans. De RGB is er om het voor de leerlingen op school aangenamer te maken buiten het schoolwerk om, door onder andere het organiseren van culturele activiteiten, sportieve activiteiten, uitjes en de alom bekende feesten van het Erasmiaans. Uiteraard voer ik deze taak niet alleen uit, ik sta aan het hoofd van een groep van zeven leerlingen uit de huidige vijfde klas, met ieder zijn eigen functie binnen het bestuur van de RGB. Samen zijn we door de leden gekozen voor een ambtstermijn van een jaar. We vormen een hechte, nauw samenwerkende en vooral enthousiaste groep. Voorbeelden van activiteiten die door de RGB georganiseerd worden zijn: de RGBios, waarbij we een film vertonen waar alle leden naar kunnen komen kijken; het RGB Fifa Toernooi, waarbij leden tegen elkaar Fifa konden spelen en wat nu net met succes is afgerond en we zijn bezig een sportclinic te organiseren. Dit is natuurlijk maar een kleine greep, maar geeft wel een goede indruk van de diversiteit waarmee de RGB zich bezig houdt.
iets dat zeker niet vergeten mag worden, dit houdt in het contact met de leden. Wij vertegenwoordigen de leden en zullen dus ook altijd goed naar hen luisteren, naar zowel hun klachten als ideeën. Maar wij hebben ook te maken met zaken die voor de meesten niet zo alledaags zijn, zoals de statuten van de vereniging beheren en vernieuwen, het organiseren van algemene ledenvergaderingen en het doorspitten van het archief, op zoek naar zo veel mogelijk informatie over hoe de RGB vanaf 1901 geregeld is. Wist u bijvoorbeeld dat de RGB vroeger haar eigen schietvereniging had en, met toestemming van het ministerie van defensie, om haar eigen munitie te kopen? Of dat niemand minder dan de heer Leopold een grote rol heeft gespeeld in de oprichting van de vereniging? Wat heeft de RGB voor mij persoonlijk betekend? Ik vind het een geweldige eer om in het bestuur te zitten en deze vereniging te leiden. Hier staat echter wel tegenover dat het ontzettend hard werken is. Er gaat geen week en meestal geen dag voorbij zonder dat ik nog even iets voor de bond heb moeten regelen. En dat is maar goed ook, het moet een orgaan zijn dat voortdurend in beweging is. Er wordt altijd wel gewerkt aan nieuwe ideeën, gekeken of alles realiseerbaar is en of de begroting dit alles wel toelaat. Maar dit harde werken is niet voor niets. Ik heb geleerd veel beter te spreken voor een grote groep, contact te onderhouden met zoveel mogelijk leden en het liefst nog zo persoonlijk mogelijk ook. Ik ben een straffe onderhandelaar geworden en ook het plannen van mijn schema is naar een hoger niveau getild. Het is voor mij een geweldige ervaring om op een feest rond te lopen en te zien dat iedereen het naar zijn zin heeft, of te spreken voor een grote groep ouders over waar hun kinderen zich eigenlijk bij aangesloten hebben. Het bestuur van de RGB is voor mij een herinnering die ik nooit zal vergeten, zowel vanwege de vriendschappen die ik heb gesloten, de ervaring die ik heb opgedaan, als de trots die zij mij heeft gegeven. “Vivat haec societas!” (eerste regel van het bondslied, vrij vertaald ‘leve deze groep vrienden’) Jord Schepel, 5D, praeses van de Rotterdamse Gymnasiasten Bond
Wat houdt het besturen van de RGB precies in? Het moge duidelijk zijn dat dit vooral inhoudt dat we onze leden tevreden proberen te stellen. Aan het begin van elk bondsjaar kunnen de leerlingen besluiten om lid te worden van de RGB. Hiertoe betalen zij contributie en krijgen in ruil daarvoor een bondspas. Dit is een bewijs van lidmaatschap. Hiermee is de toegang tot elk schoolfeest gratis en kan worden deelgenomen aan alle activiteiten. Het besturen van een vereniging houdt verder in dat er een nauwe samenwerking nodig is, en wel op verschillende niveaus. Zo is er ten eerste een goede interne samenwerking vereist binnen het bestuur zelf, maar ook op een hoger bestuurlijk niveau is een goede communicatie een vereiste. Zo wordt er nauw contact gehouden met zowel de schoolleiding als de ouderraad. Ten derde is de externe samenwerking
ACTA DIURNA ERASMIANA | december 2011
5
Stedenreizen 10/11 september LONDEN Vrijdag 9 september 2011 stonden 47 zesdeklassers en vijf docenten om half acht op Centraal Sation Rotterdam om de reis naar Londen te beginnen. Via Brussel Centraal, waar we op de Eurostar stapten, reisden we door de Kanaaltunnel (een belevenis op zich) naar St. Pancras Station in hartje Londen, waar we rond 13.00 uur arriveerden. Vandaar was het een klein stukje lopen naar het Clink Youth Hostel. We brachten onze bagage op de verschillende slaapzalen en namen de London Underground naar Trafalgar Square, onze eerste kennismaking met één van de highlights van Londen. In Cafe in the Crypt stond een high-tea voor ons klaar waarna de leerlingen een paar uurtjes vrij hadden om Londen zelf te ontdekken.
De middag was vrij en heeft voor veel leerlingen in het teken gestaan van shoppen in de grote winkelstraten. Na een Italiaanse maaltijd in het Spaghetti House stapten we in een echte Londense dubbeldekker (met open dak!) voor een uitgebreide tour door Londen, waarbij alle bekende gebouwen en plaatsen aangedaan werden. Op onze laatste dag in Londen liepen we met de hele groep naar het British Museum. Hier bewonderden we het prachtige gebouw met de beroemde Great Court en natuurlijk de Rosetta Stone en de Elgin Marbles. Na vervolgens de bagage te hebben opgehaald in het Youth Hostel sloegen wij allen nog wat laatste etenswaren in bij Marks en Spencer op St. Pancras en kon de reis terug naar Rotterdam beginnen, waar we rond 20.00 uur moe maar voldaan arriveerden.
We ontmoetten elkaar weer in het inmiddels donkere East End van Londen, waar twee ervaren gidsen ons langs de plekken leidden waar Jack the Ripper in de 19e eeuw zijn vrouwelijke slachtoffers maakte. De gruwelijke details werden ons hierbij niet bespaard. We eindigden de tour bij Liverpool Station van waaruit we gezamenlijk terugreisden naar het Youth Hostel. De volgende ochtend stond in het teken van museumbezoek. De keuze bestond uit Tate Modern, een alleen al vanwege het gebouw geweldig museum met een grote collectie moderne kunst, en het Natural History Museum, o.a bekend vanwege zijn levensechte dinosaurussen, de Creepy Crawlies afdeling en de nabootsing van een aardbeving.
Lond en
MADRID Van 8 tot en met 11 september ging klas 6 Spaans van de heer Esquivias, in gezelschap van mw. Lagoutte naar Madrid!! Het was een erg leuke trip met elke dag super lekker weer en een erg leuke sfeer. De stad is erg mooi en het eten is er lekker (tapas in Mercado de San Miguel).
Lond en
6
ACTA DIURNA ERASMIANA | december 2011
Maar behalve dat heeft Madrid ook een rijke cultuur! Dat hebben wij o.a. kunnen ervaren tijdens de bezoeken aan verscheidene musea: Museo del Prado (schilderijen van Goya, Velázquez en el Greco) en Museo Reina Sofía (Dalí en Picasso, bezoeken aan het koninklijke paleis ‘El Palacio Real’ en een stadswandeling door het oude centrum van de stad. We hebben ook met Spanjaarden gesproken om antwoorden te krijgen op verschillende opdrachten die voor ons waren voorbereid. ¡¡Viva Madrid!! y ¡¡De Madrid al cielo!! Preety Dhillon, 6A
Mad rid
Madrid
Geraldine Abrahamse, Preety Dhillon, Nandi Grijs, Boris Hadzisejdic, Marcelle van Hoekstra, Lisa Huygen, Eduard Jansen, Felisa Jurado, Emma Kabel, Annick der Klauw, Hylke Korf, Wiebe Korf, Oscar Langeslag, Joost Martens, Shannon Martosemito, Anne Meurs, Sushma Munshi, Nina van Stekelenburg, Francesca Wiersma, Julia Wunderink.
BERLIJN Op vrijdag 9 september stonden we in alle vroegte op het Rotterdamse “Hauptbahnhof” op onze trein te wachten die ons naar één van de meest diverse hoofdsteden van Europa bracht, om daar onze simpele geest te verrijken met de sfeer en cultuur van een stad die haar schoonheid te danken heeft aan haar bewogen geschiedenis: Berlijn. Al direct na aankomst werden we geconfronteerd met grootse, Duitse, architectuur: het Berliner Hauptbahnhof. Een betere entreehal dan dat kun je niet wensen. Uiteraard bleef het daar niet bij, ook de Brandenburger Tor, de Reichstag en het Pergamonmuseum - we zitten tenslotte op een gymnasium - ontkwamen niet aan ons bezoek. Ook ontbrak een stuk geschiedenis niet aan onze reis, een geschiedenis die Berlijn heeft gemaakt zoals we Berlijn nu kennen: de Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog. Daarom bezochten we de “Gedenkstätte Berliner Mauer” en het “Denkmal für die ermordeten Juden Europas”, iets wat veel indruk op ons heeft gemaakt. Natuurlijk bleef het niet alleen bij architectuur en geschiedenis, ook het Berlijnse uitgaansleven moest en zou uitgebreid onderzocht worden. Resultaat: Berlijn is een prima stad om in uit te gaan! ‘s Avonds is het overal levendig, er zijn overal wel leuke kroegjes te vinden en de metro (U-Bahn) en de voorstadstreinen (S-Bahn) rijden ‘s avonds nog zeer frequent, zodat je, waar je ook bent, altijd gemakkelijk én op tijd weer in het hostel terug bent. Ook als je geen uitgaanstype bent, is er ‘s avonds nog genoeg te doen, zoals de Fernsehturm of leuke galerieën. Al met al laat Berlijn een blijvende indruk op je achter en zodra je thuisgekomen bent, wou je dat je er nog langer kon blijven. Hoewel twee dagen in Berlijn natuurlijk véél te kort is, hebben we veel gezien maar vooral ook erg genoten van de stad. Kortom, als laatste schoolreis van onze middelbare schoolcarrière was het een zeer geslaagde reis. Alexander Warmelink
Berlijn
Berl ijn ACTA ACT A DIURNA ERASMIANA A | d december ecembe 2011
7
Pubers met ADHD Iedereen kent wel zo’n kind dat geen seconde stil kan zitten en niet lijkt te luisteren naar volwassenen. Het is een stuiterbal, zeggen de mensen dan over hem. Je zult maar zo’n kind zijn: je krijgt telkens op je kop; haalt vaak minder goede schoolresultaten. Je zult maar zo’n kind hebben: hij bepaalt in belangrijke mate de sfeer en het dagritme in je gezin en jij wordt ervan beschuldigd dat je je kind niet goed opvoedt. Misschien heeft je kind wel ADHD.
ADHD is de afkorting van Attention Deficit Hyperactivity Disorder. Het is - zoals de naam zegt - een stoornis die gekenmerkt wordt door een aandachtstekort (concentratieproblemen) en hyperactiviteit. In de volksmond wordt wel gezegd: ADHD betekent Alle Dagen Heel Druk. Toch klopt dit niet helemaal: ADHD-ers zijn niet alleen maar druk. Sommigen zijn zelfs helemaal niet bijzonder druk. Welke klachten kan een puber met ADHD hebben? Pubers met ADHD kunnen last hebben van verschillende problemen. Het lastige is hierbij, dat niet iedereen in dezelfde mate last heeft van dezelfde klachten. Bij de één ligt de nadruk meer op het ene probleem, bij de ander treedt iets anders meer op de voorgrond. • Concentratieproblemen. Hierbij kan sprake zijn van vergeetachtigheid, gemakkelijk afgeleid worden, moeite hebben met details, spullen kwijtraken, allerlei dingen tegelijk doen. Ook hebben ADHD-ers vaak moeite met het inschatten van de tijd; ze komen vaak te laat. • Impulsiviteit. Hieronder vallen zaken als: eerst doen, dan denken, dingen “eruit flappen”, niet op je beurt wachten, snel vriendschappen en relaties aangaan en weer verbreken, vreetbuien, impulsaankopen. • Hyperactiviteit. Hiermee wordt bedoeld: niet stil kunnen zitten, voortdurend friemelen, tikken met voeten of handen, steeds opstaan en rondlopen, continu praten zonder rem, onrustig en gespannen zijn - ook in de slaap.
8
ACTA DIURNA ERASMIANA | december 2011
Hoe wordt de diagnose gesteld? Het is niet eenvoudig om vast te stellen of een druk kind ook werkelijk ADHD heeft. Er is bijvoorbeeld geen bloedtest waarmee de diagnose gesteld kan worden. Voorlopig wordt de diagnose nog gesteld door middel van een vragenlijst. Omdat de verschijnselen van ADHD in bepaalde gevallen ook bij andere aandoeningen kunnen voorkomen - of samen met andere problemen kunnen optreden - moet dit onderzoek gedaan worden door een specialist; d.w.z. iemand die vaak met deze problematiek te maken heeft. Dat is de reden dat de diagnose moet worden gesteld door een (kinder)psychiater of een kinderarts. Welke behandelingen zijn er? • Medicijnen. Er zijn verschillende soorten medicijnen die de verschijnselen van ADHD kunnen onderdrukken. Geen enkel medicijn kan ADHD genezen. Het meest bekend is Ritalin (methylfenidaat). Dit is een opwekkend middel dat wonderlijk genoeg kinderen met ADHD rustig kan maken. Concerta is dezelfde stof in een vorm die slechts één maal per dag ingenomen hoeft te worden. Ideaal voor ADHD-ers uiteraard, want regelmatig aan medicijnen denken past niet goed bij deze aandoening. Een heel ander medicijn is Strattera (atomoxetine). Deze werkzame stof versterkt de werking van een stof in de hersenen, norepinefrine, die waarschijnlijk een rol speelt bij het kunnen vasthouden van de aandacht en concentratie. Het is belangrijk te weten, dat het soms even duurt voordat het beste medicijn voor een bepaalde persoon is gevonden. Medicijnen genezen ADHD niet en moeten dus wellicht levenslang worden ingenomen. Ook hebben medicijnen bijwerkingen. Vaak verstoren ze de eetlust en de slaap van kinderen. Ook kunnen sommige kinderen wat “robotachtig” overkomen door deze medicijnen. • Gedragstherapie. Als kinderen goed zijn ingesteld op medicijnen, kan het zin hebben om ze door middel van gedragstherapie inzicht te geven in hun problematiek, te overtuigen van het belang van therapietrouw en met hun probleem te leren omgaan. • Voeding. Sommige artsen en ouders melden spectaculaire resultaten van aanpassing van de voeding. Het gaat erom, dat natuurlijke voeding wordt gebruikt, zonder kunstmatige toevoegingen en vooral zonder geraffineerde suiker. Wat is ADD? Sommigen gebruiken de afkorting ADD voor de vorm van ADHD waar hyperactiviteit niet op de voorgrond staat. De behoefte aan een aparte term is begrijpelijk, omdat velen een soort schrikbeeld hebben van stuiterende kinderen die niet rustig te krijgen zijn. Ouders van kinderen met ADD willen graag duidelijk maken dat hun kind geen stuiterbal is, maar wel problemen heeft met de concentratie. De meeste deskundigen echter gebruiken in alle gevallen de term ADHD, juist omdat de verschijnselen van deze aandoening sterk kunnen verschillen van persoon tot persoon. Bovendien zijn meisjes vaak wat minder druk dan jongens.
Kan ADHD overgaan? ADHD is een aangeboren aandoening, die gedurende het hele leven aanwezig blijft. Zoals boven ook al vermeld, is het meestal wel zo, dat de hyperactiviteit in de loop van de jaren wat op de achtergrond raakt. Volwassen ADHD-ers hebben dan vooral nog last van concentratieproblemen en een zekere impulsiviteit. Wel is het zo dat men in de loop van de tijd kan leren met de ADHD om te gaan. Ook medicijnen kunnen de gevolgen beperken.
2B Practicum natuurkunde (dichtheidsbepaling)
Wat kunnen ouders doen voor hun kind met ADHD? Bij de begeleiding van kinderen met ADHD spelen ouders een belangrijke rol. Zo kunnen zij bijvoorbeeld zorgen voor: • Behandeling met medicijnen of andere bovengenoemde therapieën. Herinner je kind eraan de pillen in te nemen of de oefeningen te doen. • Contact houden met de school. Hierdoor kan op school meer begrip ontstaan voor de problemen van het kind, met als gevolg betere begeleiding en eventueel extra tijd bij toetsen. • Zorgen voor een regelmatig dagritme en goede voeding. Doordring pubers er ook van, dat alcoholgebruik met name slecht werkt op impulsiviteit. • Hulp bij de planning van het schoolwerk en andere taken. Controle en overhoring van het huiswerk. • Begrip en acceptatie. Het is voor ieder mens belangrijk althans thuis te mogen zijn zoals hij is. Ouders kunnen hun kind in liefde helpen te werken aan hun zwakke punten. drs. E. Helmich – de Jonge Ma Sen remedial teacher
ACTA DIURNA ERASMIANA | december 2011
9
Waterproject met Schweizerische Alpine Mittelschule Davos
Wij (docenten en deelnemers) zijn nog steeds erg enthousiast over het project. De komende jaren gaan we het project samen met de Zwitserse partnerschool en het Marnix Gymnasium uitvoeren.
Van 12 tot en met 16 september 2011 heeft het jaarlijkse waterproject weer plaatsgevonden. Met 23 Nederlandse en Zwitserse leerlingen hebben we de waterkwaliteit van de Bergse Plassen en de Kralingse Plas onderzocht. Op 11 september zijn de Zwitsers per vliegtuig - hun bagage vol flesjes zwavelzuur, fosforzuur, poeders en andere chemicaliën! - zonder problemen in Rotterdam gearriveerd en hebben daar hun eerste nacht doorgebracht in hotel Breitner. Maandag hebben de Zwitserse en Nederlandse leerlingen elkaar ontmoet en hebben ze voorbereidingen getroffen voor de meetdagen. Dinsdag en woensdag hebben we op het water doorgebracht. We zijn teruggekomen met 30 flessen water, van de Bergse Voorplas, de Bergse Achterplas, de rivier de Rotte en uit de wijk Schiebroek. Alle monsters moesten gefilterd worden en daarna geanalyseerd worden op: -type algen -nutriënten (fosfaat, nitraat) -zuurstofgehalte -chlorofyl -hardheid -geleidbaarheid -temperatuur -pH -doorzicht Na drie dagen voorbereiden, meten, verwerken en presenteren, hebben we op woensdagavond gezamenlijk gegeten in Brutus Beer en een haventocht gemaakt. Op donderdag zijn we de hele dag druk bezig geweest met rekenen, tabellen maken, grafieken maken maar vooral met overleggen over de betekenis van de getallen. Op vrijdag hebben we het project afgerond en zijn de Zwitsers naar huis gegaan. De komende weken leveren de Nederlandse leerlingen hun aandeel aan het verslag in bij de editor, één van de Nederlandse deelnemers. Hij gaat de komende weken contact onderhouden met de Zwitserse leerlingen en zo hopen we begin november een afgerond verslag te hebben.
10
ACTA DIURNA ERASMIANA | december 2011
MUN Hamburg Model United Nations of Hamburg is the grootste MUN waar onze school aan meedoet. Leerlingen uit Duitsland, Denemarken, Polen en Cyprus komen dan naar het Meiendorff Gymnasium om in verschillende commissies en raden resoluties op te stellen. We mochten met z’n achten twee landen vertegenwoordigen: de helft van onze mensen vormde dus de delegatie van Spanje; ze hebben de Duitse delegatie dan ook heel lief aangekeken. De helft waar ik ook bij hoorde had een iets grotere uitdaging: wij moesten met z’n vieren het charmante, constructieve, welgemanierde Noord-Korea vertegenwoordigen. Op geen enkele andere MUN heb ik zo’n lol gehad: als Noord-Korea mag je schelden, beledigen, zwaar communistische speeches houden en simpelweg de hele boel saboteren, en als je dat niet doet, speel je je rol verkeerd. (Bijna) iedereen begreep gelukkig dat het allemaal gespeeld was, en in elke pauze waren we meer broers dan vijanden en lachte iedereen samen met elkaar. Uiteindelijk ben ik heel blij hoe deze MUN is verlopen en het enige minpunt was dat we midden op de laatste dag weg moesten. MUNOH was het echter wel waard en als dit niet de zesde klas zou zijn, dan zou ik volgend jaar zo weer mee gaan: van alle MUNs waar ik heen ben geweest was dit de grootste, beste en leukste. Stefan Drinic, leerling
Leerlingbemiddeling: “Vooral luisteren en samenvatten” Sinds een aantal jaren leidt de school vierdeklassers op tot leerlingbemiddelaar. Zo ook afgelopen jaar toen er zo’n 20 vierdeklassers vier maanden lang, één uur per week, getraind werden door counselor en docent scheikunde, de heer Ten Hoor en jaarleider mw. Bovenberg. We spreken met twee van hen, Juliette van den Dorpel en Pieter Taselaar, inmiddels vijfdeklassers. Juliette vertelt enthousiast, zowel over de training als over het werk in de praktijk: “Leerling-bemiddelaars worden ingezet bij relatief kleine fricties tussen leerlingen. Het is soms minder bedreigend wanneer een andere (bovenbouw) leerling meehelpt het probleem op te lossen dan wanneer een mentor of jaarleider dat doet. Wij spreken hun taal, staan dicht bij ze en kunnen geen straf geven”. Wat heb je vooral geleerd in de training? Pieter: “De bemiddeling bestaat uit het volgen van een stappenplan. Elke week bespraken en oefenden we zo’n stap om ons de voornaamste basisvaardigheden eigen te maken: luisteren; dóórvragen; kijken of het probleem echt duidelijk is; samenvatten; het verhaal compleet krijgen en vooral neutraal blijven. Wanneer beide partijen het eens zijn over de analyse en over datgene waar ze het meest last van hebben, bedenken ze vaak zelf de oplossing.” Juliette: “Dan hebben we ons werk echt goed gedaan”. Juliette merkt ook buiten school dat ze veel profijt heeft van de training: “Bij de begeleiding van een juniorenkamp van de hockeyclub lukt het me inmiddels heel makkelijk om kleine irritaties op te lossen en daardoor te voorkomen dat er echt gedoe ontstaat. En bovendien staat zo’n opleiding goed op mijn CV”. Opleider de heer Ten Hoor: “Wanneer ouders thuis merken dat hun kind last heeft van andere leerlingen maar niet wil dat de school zich ermee bemoeit, kan het inzetten van leerling-bemiddeling vaak heel goed werken. Opgave kan door de ouders of het kind zelf, bij de mentor of de jaarleider.“
Vanuit het decanaat
Vanaf nu spreken we voor elk nummer van de Acta met een oud-leerling over zijn of haar studiekeuze en het verloop van de studie. Dit keer praten we met Gert-Jan Klapwijk (examenjaar 2007) over zijn studie rechten aan het Utrecht Law College (ULC). Was je op school al in rechten geïnteresseerd? Op het Erasmiaans had ik inderdaad al belangstelling voor rechten, al kende ik dat vakgebied toen vooral nog uit de krant. Ter oriëntatie heb ik een aantal open dagen bezocht en meegedaan aan “proefstuderen” in Leiden. Daarnaast heb ik mijn profielwerkstuk geschreven over een rechtsgerelateerd onderwerp. In de vijfde klas kon ik een aantal dagen vrij krijgen om een ministage te lopen bij een rechter. Dus toen ben je rechten gaan studeren? Inderdaad, maar ik was bang dat ik in de grote massa van 800 eerstejaars in Utrecht niet voldoende uitgedaagd zou worden. Ik zocht een opleiding waarbinnen de studenten net zo gemotiveerd waren als ik. De decaan wees mij op het bestaan van het ULC, een kleinschalige bacheloropleiding binnen de gewone studie rechten. Hoe meld je je aan voor het ULC? De procedure begon met het schrijven van een sollicitatiebrief en het insturen van een aanbevelingsbrief. Naar aanleiding hiervan ben ik uitgenodigd voor een gesprek en vervolgens aangenomen. Wat biedt het ULC meer dan de reguliere opleiding? Als student merk je vanaf dag één dat je in een gemotiveerde groep terechtgekomen bent. Bovendien biedt het ULC je de mogelijkheid veel extra activiteiten te ondernemen. Indirect heeft het studeren aan het ULC geleid tot een uitnodiging voor deelname aan een landelijke pleitwedstrijd, het Nederlands Studentenparlement, een stage bij een groot advocatenkantoor en vele studiereizen. Wat doe je op dit moment? Na het volgen van een master staats- en bestuursrecht ben ik werkzaam als jurist bij de Raad van State, afdeling bestuursrechtspraak. Niet alleen tijdens mijn studie, maar ook nu merk ik de voordelen van het gevolgd hebben van een dergelijk honours program. E.P. Vernij
ACTA DIURNA ERASMIANA | december 2011
11
Rome 2011 ROMA-NAPOLI 2011 Op 4 oktober was het weer zo ver: de Wytemaweg zo ongeveer afgesloten in verband met het vertrek naar Rome en Napels met vier (Royal Class) bussen. Dàt levert al problemen op voor het overige verkeer, maar wat dacht u van tientallen auto’s van uitzwaaiende ouders? De volgende ochtend om 8 uur waren twee bussen in Rome, de andere twee kwamen om 12 uur in Herculaneum aan, 15 kilometer ten zuiden van Napels. Iedereen stapte vrolijk en redelijk fit de bus uit en stortte zich meteen op programmapunt 1. Zo doen wij Rotterdammers dat. Om maar meteen met de deur in huis te vallen: het was een superreis. Je had eigenlijk nooit het gevoel met (2x) 80 leerlingen op pad te zijn en dat is heel bijzonder. Het programma was indrukwekkend en de dagen waren (soms meer dan) geheel gevuld, inclusief twee avondprogramma’s. Dan is het heerlijk om, na het bekijken van de fabuleuze tempels in Paestum, even een paar uurtjes te relaxen op het strand en in de zee. Mooi weer lijkt zo diep in Zuid Italië de normaalste zaak van de wereld. Napels was wederom een openbaring. Je waant je 50 jaar terug, zo tussen al die scootertjes en onder de hangende was. Overigens was in ieder geval het oude centrum van Napels schoner dan Rotterdam, dit tot verbazing van velen. En in het museum voor archeologie waren alle zalen open, kom daar eens om in niet nader te noemen musea in Amsterdam. Pompei was weer de plaats waar de referaten gehouden werden en net als ieder jaar is achteraf de tijd die je daar bent te kort. Dat krijg je met die (meestal) mooie referaten. Voor de groep die in Napels begon was er helaas geen Vesuvius-beklimming. Er stond te veel wind op de vulkaan. Een reden te meer om nog eens een keer “die kant op te gaan”.
Tja, en dan Rome Veel, zo niet alles is al over die stad geschreven, maar het is nooit genoeg: die stad blijft je verbazen, ook als je daar al heel vaak bent geweest. Het blijft fascinerend dat op een paar vierkante kilometers bijna 3000 jaar historie haar sporen heeft achtergelaten. Eigenlijk zijn vier volle dagen te kort om Rome te bezoeken, maar in ieder geval is het genoeg om veel leerlingen te doen besluiten later nog eens terug te gaan en soms zijn de leerlingen dan de gidsen van hun ouders. Een mooi beeld. Voor sommige ouders is dat niet nodig: zij zijn al met de ouderreis onder de bezielende leiding van Pieter Dupon naar Rome geweest. Zie het reisverslag elders in deze Acta. In de loop van de vrijdagmiddag kwamen de vier bussen weer bij school aan (Rome was wat later, of liever: Napels lag voor op het schema. Hoe dan ook, uit alle vier de bussen kwamen razend enthousiaste leerlingen en docenten. En dat is mooi. Namens de 14 begeleiders, Jankees Ouwerkerk
Rom e
EEN VERSLAG VAN DE ROMEREIS VOOR (OUD) OUDERS VAN ERASMIANEN.
Rom e
12
ACTA DIURNA ERASMIANA | december 2011
Forsgespierde en halfnaakte mannen lijken uit kolommen te voorschijn te komen terwijl blote obesitas-kindertjes zittend op wolkjes rond hun hoofd zweven; in draperieën gehulde apostelen zitten met één of beide benen bungelend op de randen van de architraven en kijken begerig omhoog naar de bleekblauwe lucht boven de van hun dak ontdane wit-met-gouden wanden; een enkele bleekzachte vrouwenborst piept steels vanonder een halfgesloten toga tevoorschijn; en te midden van dat alles rijst de in een vaalblauwe pij gestoken figuur van de Heilige Ignatius van Loyola als een traag opstijgend luchtvaartuig omhoog op weg naar zijn hemelse bestemming. En stilte. Ieder geluid is afwezig, jammerlijk
afwezig, want het moet een kakofonie zijn geweest van gilletjes en hulpgeroep van tuimelende vrouwen, gekrijs van kindertjes, onderdrukt gekreun van de mannen die zich moeizaam staande houden op enge randjes, en woest gefladder van de vele zwaanwitte vleugels van engelen en putti. Je verwacht een enkele neerdwarrelende veer te zullen zien terechtkomen op de stenen vloer onder je voeten, maar dat zwanenveertje komt niet. Want alles is nep, een visuele zinsbegoocheling, een subliem gezichtsbedrog, de ultieme trompe-l´oeuil. We staan onder het plafond van de Chiesa di Sant´Ignazio in Rome, een creatie van Andrea Pozzo, en verdraaien de nek tot het pijn doet. Dit is de barok, en je krijgt er een verdraaid stijve nek van. Het is een reis voor (oud)ouders, een fraai samengeraapt gezelschap dat in de herfst van 2010 met geschiedenisdocent Pieter Dupon een bezoek bracht aan Trier in het voetspoor van de leerlingen die daar ook waren, en nu in oktober 2011 Rome ‘doen’. Van de Porta Nigra naar het Colosseum, en van de SanktPaulin naar de Sant’Ignazio. En ja natuurlijk, ook van de Kartoffel naar de pasta en van de Riesling naar de Pinot Grigio, want de Romeinen hielden van lekker eten en drinken en je past je daaraan aan. De reis duurde vier dagen, waarbij dankzij een fijne dienstregeling van Transavia het grootste deel van zowel de eerste als de laatste dag in de Eeuwige Stad kon worden doorgebracht: ‘s morgens vroeg van Zestienhoven naar Rome en ‘s avonds laat weer terug. Met ‘meneer Dupon’ als onvermoeibare reisleider en voorzien van een paar stevige wandelschoenen liepen 22 quasi-Erasmianen als wannabe-Japanners langs Pantheon, Chiesa 1, 2 en 3, Colosseum, Forum, het Theater van Marcellus, tempel 1, 2 en 3, het ijswinkeltje op het Piazza Navona, renaissancepalazzi 1, 2 en 3, de ijswinkel voorbij de Trevi-fontein, de paus, de Laocoon, Bernini’s, Borromini’s, keizers, venussen, ruiterstandbeelden, afgeslagen marmerneuzen, zachtgepolijste borsten (waaronder die van de zuster van Bonaparte), afgehakte piemels, wulpse billen, stoer als plastron ingeblikte six-packs, en vele, vele trompel’oeuils. We liepen van de eerste eeuw naar de vierde naar de zestiende en weer terug en voelden ons als in een tijdmachine door de stad suizen. We kwamen Constantijn weer tegen, en zijn moeder, de vrome Helena. We zagen Bruno droef vanonder zijn kappa staren op de plek waar de brandstapel hem behoedde voor eeuwig branden in de hel. We liepen langs de oevers van de Tiber en troffen de struik waar het mandje met Remus en Romulus tegenaan tot stilstand kwam. En we ontsnapten maar ternauwernood aan betrokkenheid bij een van de grote anti-Berlusconi demonstraties, waarbij ME-busjes in rook opgingen en de pui van het hotel waar één onzer verbleef in gruzels ging. Er is altijd wat te beleven in Rome, ook voor wie niet persé alle 28 treden van de allerheiligste Heilige Trap op zijn knieën wil bestijgen. Wat nodig is om Rome goed te zien, is vooral Pieter Dupon als gids. Daarnaast is enig basaal uithoudingsvermogen vereist, en verder het geloof. Na anderhalve dag marcheren en slenteren deed mijn linkerenkel het niet meer – een oude sportblessure stak de kop op. Strompelend daalde ik de trappen af, van de
zestiende eeuw, naar de vierde eeuw, naar de eerste eeuw, in de krochten van de kerk van San Clemente, de heilige die met een anker aan zijn been in zee werd geworpen en daar twee jaar overleefde – het eerste jaar eenzaam in een luchtbel, het tweede jaar in gezelschap van een klein jongetje (en denk daar niets kwaads bij). Daar, onderin de Romeinse kelders zit een echte bron, die vers water uit de bergen rond Rome aanvoert, drinkbaar water. Ik nam een slok, en nog diezelfde avond deed mijn enkel geen pijn meer. De Romereis werd zo een onvergetelijke ervaring, met dank aan de reiscommissie, Sint Pieter en het water van San Clemente. De terugreis ging heel modern per vliegtuig en niet met zwanenvleugels op een wolk van Pozzo – dat houden we nog tegoed. Jelle Reumer (directeur van het Natuurhistorisch Museum, schrijver van o.a. ‘De ontplofte aap’ en ‘De mierenmens’ en vader van twee oud-Erasmianen)
Rome
Rom e ACTA DIURNA ERASMIAN ERASMIANA | d december b 2011
13
Oktober, maand van Erasmus op het Erasmiaans Het zal u niet ontgaan zijn, onze school is vernoemd naar de humanist Erasmus. Om die reden hebben we in de maanden oktober en november in de eerste en vierde klassen extra aandacht besteed aan onze naamgever, de tijd waarin hij leefde en zijn huidige betekenis voor de stad.
Op de geboortedag van Erasmus (29 oktober) gingen bijna al onze ruim 200 eersteklassers terug naar hun basisschool om over Erasmus te vertellen. In de mentorles en de lessen Nederlands en Latijn werden ze hierop voorbereid. Het door het Erasmushuis en Huis van Erasmus uitgegeven boekje Erasmus voor de klas kwam hierbij goed van pas. De meeste leerlingen maakten een powerpointpresentatie en vertoonden deze op de basisschool. We hebben nog niet alle verhalen teruggehoord maar de algemene indruk is dat zowel onze leerlingen als die van groep 8 het erg naar hun zin gehad hebben en dat het doel om als school een bijdrage te leveren aan het levend houden van het gedachtegoed van Erasmus ruimschoots gehaald is. Op 29 oktober vond er ’s avonds in de Laurenskerk een grote manifestatie plaats over Erasmus. Burgemeester Aboutaleb “gaf de Laurenstoren terug aan de stad” waarna er een avondvullend programma was met Erasmus in het middelpunt. Op bijgaande foto’s is te zien hoe een aantal van onze eersteklassers aan een volle Laurenskerk vertelde over hun belevenissen op de basisschool en hun kennis van Erasmus. Vele aanwezigen vertelden na afloop onder de indruk te zijn van het presentatietalent van onze leerlingen. Ook in de vierde klassen besteedden we ruim aandacht aan Erasmus. Vijfhonderd jaar Lof der Zotheid was het thema in vele lessen. Het project startte met een toneelvoorstelling van De Lof waarna in de lessen kunst, KCV, Latijn, Grieks, Nederlands, filosofie en geschiedenis twee weken lang aandacht besteed werd aan aspecten van het werk
14
ACTA DIURNA ERASMIANA | december 2011
van Erasmus. Het geheel mondde uit in een presentatie door de vierdeklassers aan hun ouders op vrijdag de elfde van de elfde. Er viel voor de ruim 300 aanwezigen veel te beleven en te genieten.
Colloquia Erasmiana In deze Acta komen weer traditioneel een oud-Erasmiaan en een Erasmiaan aan het woord. In dit nummer zijn dat: Theo Toebosch en Marcel van Bruggen. Theo heeft examen gedaan in 1981 en is wetenschappelijk journalist en schrijver. Marcel is sinds augustus 2008 leraar Nederlands bij ons op school.
Interview met Theo Toebosch, (examenjaar 1981, wetenschappelijk journalist, schrijver (w.o. Uitverkoren Zondebokken”, schrijft voor NRC en stond op de longlist voor de Libris geschiedenis).
Wanneer ben je geboren en waar? Hoe was je gezinssituatie? Heb je een fijne jeugd gehad en wat is je het meest bijgebleven? Ik ben geboren in 1963 in Rotterdam-IJsselmonde. Ik kom uit een gezin met vijf kinderen; ik ben het stralend middelpunt. Ik heb een fijne jeugd gehad met zorgzame, liefdevolle ouders. Verder was het iedere dag heerlijk voetballen in de gemeenschappelijke tuin. Toen leek die zo groot als een voetbalstadion. Onlangs was ik er weer eens, om mijn auto te parkeren voor de wedstrijd van Nederland-Moldavië in de nabijgelegen Kuip, en zag ik hoe klein het veldje eigenlijk is. Waarom heb je gekozen voor het Erasmiaans? Ik kwam van een Jenaplan-school. Hier kwam ik overigens pas jaren later achter toen ik een keer een stukje moest schrijven over onderwijs. We hadden geen cito-toets. Mijn ouders hebben voor mij gekozen. Ik kende alleen het katholieke Montfort College, waar de meesten van mijn lagere school naartoe gingen. Ik wilde daar perse niet heen, want ik zag de verplichte godsdienstles niet zitten. Latijn en Grieks leren leken me leuk, dus vond ik het best om naar het gymnasium te gaan. Ik ben met twee vrienden uit mijn straat naar het Erasmiaans gegaan. Wat vind je het grootste verschil tussen het Erasmiaans van toen en nu? In mijn tijd was het Erasmiaans wit en Kralings. Er zaten een enkele Chinees en Indiër op school. Naar de middelbare school gaan was voor mij een cultuurshock met al die vlotgebekte Kralingers om mij heen. Wat vond je het interessantste vak? Geschiedenis had al op de lagere school mijn belangstelling. Ik mocht van mijn ouders zelf kiezen welke richting ik uitging. Ik was zowel een alfa als een bèta. Ik koos voor alle talen en geschiedenis. Er werd raar naar me gekeken dat ik deze keuze had gemaakt. Ik vond de klassieke talen en Romeinse bouwkunst erg interessant. In de vierde wist ik al dat ik archeologie en klassieke talen wilde gaan studeren. Ik wilde geen docent worden maar ging klassieke talen doen omdat ik dat leuk vond. Ik kon altijd nog bij de Shell of voor Studio sport - heb ik gedaan - gaan werken. Als ik voor de bèta kant had gekozen, was ik bouwkunde gaan studeren. Hoe waren de schoolfeesten? Waren er toen ook problemen zoals alcoholmisbruik? We hadden feesten in Bikini, Bristol en Palace. Alcoholmisbruik was toen eigenlijk geen item. Er was niet zo’n scherpe grens van 16 jaar en ook geen alcoholbandjes. De Romereis was wel een enorme puinzooi met alcohol wat ik helemaal niet leuk vond. Was er indertijd beroepenvoorlichting? Een klein beetje, het was beginnend. Ik had er ook geen behoefte aan. Op welke leeftijd ben je je voor archeologie gaan interesseren en wanneer wist je dat je dit wilde studeren? Vanaf acht, negen jaar was de interesse er. Mijn vader was gymnasiast. Mijn moeder kwam uit de Jordaan, moest na de lagere school meteen geld verdienen en mocht dus niet doorleren. Zij wenste dit wel voor haar kinderen. Tijdens de vakanties zochten we al Romeinse plekken op.
Deed je veel naast school? Tijdens mijn schooltijd deed ik veel aan atletiek, midden-lange afstand. Door een blessure moest ik op mijn 19e er mee stoppen. Ook bleef ik vrijwel iedere dag voetballen met jongens uit de buurt. Daarnaast was ik dol op lezen, vandaar mijn bijnaam in de buurt: boekenwurm. Heb je ooit als archeoloog gewerkt in het veld? Is het niet de droom van elke archeoloog om iets historisch op te graven? Nee, ik ben zelfs nooit lid geweest van de NJGB. Archeologie was mijn hoofdvak bij de studie klassieke talen. Dat was heel kunsthistorisch, ik had af kunnen studeren zonder ooit gegraven te hebben. Ik heb wel een opgravingcursus gedaan en toen zelfs een potje met crematieresten gevonden. Dat geeft je wel een kick. Maar uiteindelijk vond ik graven een verkapte vorm van slavenarbeid. Nu schrijf je veel over archeologie; ga je (of zou je willen gaan) ook wel eens kijken ter plekke? Bv. naar zo’n schip dat in de Oostzee gevonden is? Veel stukken kan ik gewoon van achter mijn bureau schrijven. Maar ik kom ook regelmatig op opgravingssites. Ook in het buitenland. Niet alleen om opgravingen te bezoeken, maar ook om bekende buitenlandse archeologen over interessant onderzoek te interviewen. Bij zo’n schip in de Oostzee zal ik niet snel komen, want ik word makkelijk zeeziek. Je bent journalist, wie zou je zelf een keer willen interviewen en waarom? Ik heb geen wensenlijstje. Een van de bekendste mensen die ik heb geïnterviewd was Thor Heyerdahl, de ontdekkingsreiziger, bekend van zijn reis met het vlot de Kontiki. Dit gesprek viel een beetje tegen. Hij was iets te vaak geïnterviewd. Maar de bevriende archeoloog voor wie ik hem om zijn handtekening moest vragen was dolblij. Heb je een toekomstwens voor jezelf? Ik ben gelukkig getrouwd, heb twee schatten van kinderen (21 en 20); ik voel me een gezegend mens. Houen zo dus. Wat wens je professioneel nog te bereiken? Najaar 2013 hoop ik mijn volgende boek te publiceren. Hoe zie je de toekomst voor de archeologie? Het is geen studie meer die voor werkloosheid opleidt. De Nederlandse archeologie is commercieel geworden en er is werk genoeg. Alleen komt de academische archeologie, uiteindelijk de basis van alles, wel steeds meer onder druk te staan… Werk je nog voor andere bladen dan de NRC? Voor heel veel. Ik schrijf of heb geschreven voor onder meer Elsevier, Vrij Nederland, Het Parool, de Volkskrant, Archeologie Magazine, Museumtijdschrift, de VARA Gids, Panorama, Het Beste en Belgische, Amerikaanse, Britse en Zwitserse kranten en bladen. Meestal over historie, sport en archeologie, maar ook over het Surinaamse drankje Fernandes en een economisch verhaal over de handel in bloed. Daarnaast ben ik natuurlijk bezig met mijn boeken. Je boek: Uitverkoren Zondebokken is najaar 2010 uitgekomen. Hoe lang ben je daar mee bezig geweest? Heeft dit boek nog iets met archeologie te maken?
ACTA DIURNA ERASMIANA | december 2011
15
Is het aan te raden voor leerlingen van het Erasmiaans, vanaf welke leeftijd? Ik ben daar zes jaar mee bezig geweest. Het is literaire non-fictie en gaat over de joodse familie Josephus Jitta. Het is puur toeval dat het over een Joodse familie gaat. Ik wilde een artikel schrijven over archeologe Annie Zadoks-Josephus Jitta, die oudere gymnasiasten nog kennen van haar Antieke Cultuur in Beeld. Tijdens een gesprek met een familielid kwamen er zulke interessante familieverhalen boven water dat ik er een boek van heb gemaakt. Mijn kinderen zeggen dat ze het met veel plezier hebben gelezen. Voor de historisch geïnteresseerde bovenbouwers lijkt het me een prima boek. Je was genomineerd voor de longlist Libris Geschiedenisprijs 2011. Wat betekent dit voor je? Leuk. Ik zag het vooral als een gratis lot voor een loterij met een grotere winstkans dan de Staatsloterij. Je bent alweer aan een nieuw boek begonnen; wat voor soort boek wordt dat? Het gaat over de eerste wereldoorlog. Het wordt een soort reconstructie van één bepaalde gebeurtenis. Hiermee heb ik al een Franse krant gehaald. Hoe combineer je je werk met je privéleven? Als eigen baas kan ik mijn eigen tijd indelen. Dat was vroeger toen de kinderen klein waren makkelijk met naar school brengen, ophalen en zwemles. Als ik voor mijn werk of onderzoek voor mijn boek naar het buitenland moet, combineren we het nuttige met het aangename en probeert mijn vrouw het met haar werk zo te regelen dat ze mee kan. Boeken schrijven gebeurt in de avonduren. Maar er blijft genoeg tijd over voor gezin en vrienden. Bovendien heb ik nooit het idee dat ik aan het werk ben. Schrijven en dingen uitzoeken vind ik gewoon leuk. Wat zijn je hobby’s? Ga je graag uit en wat ga je dan meestal doen? Ik doe niet meer aan sport in verband met een blessure. Ik volg de sport, vooral atletiek en voetbal, nu ‘actief’ op televisie of in het stadion. Ik ga ook graag naar de bioscoop, naar jazzconcerten en musea. Maar ik houd ook van koken: vooral Italiaans en Surinaams. Met verjaardagen kook ik altijd voor 30, 40 mensen, daar rekent mijn Surinaamse schoonfamilie op.... Je woont in Amsterdam. Bevalt dat, of zou je graag teruggaan naar je eerdere woonplaats? Mijn vrouw wil hier niet weg en als zij niet wil dan wil ik ook niet. Grapje, ik ben een stadsmens en wil niet naar het platteland. Ik vind Amsterdam heel fijn. Als ik zou moeten kiezen dan kies ik dus voor Amsterdam. Ik ben ook al van kindsaf voor Ajax. Maar ik hou wel een zwak voor Rotterdam. Wil je de huidige Erasmianen nog iets meegeven? Doen wat je leuk vindt. Niet bang zijn om te kiezen want je kiest niet voor het leven. Er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden. Wat is je lievelingskleur? Ik heb geen lievelingskleur Ik val ook niet perse op blonde, roodharige of zwartharige vrouwen.
16
ACTA DIURNA ERASMIANA | december 2011
Interview met Marcel van Bruggen (leraar Nederlands op het Erasmiaans)
Wanneer ben je geboren en waar? Hoe was je gezinssituatie? Heb je een fijne jeugd gehad en wat is je het meest bijgebleven? Ik ben geboren in 1968 in Vlaardingen. Ik woonde met ouders en broer in een brave arbeiderswijk. De vaders werkten en de moeders waren thuis. Zoals het hoort dus. Mijn jeugd was een lange lentedag. Wat was het grootste verschil tussen jouw middelbare school en het Erasmiaans? Het grote verschil zit hem vooral in de grote stad, met al haar verschillende identiteiten en de tolerantie die daarvoor vereist is. Het libertijnse, verdraagzame karakter van het Erasmiaans ervaar ik als zeer prettig. Ik hou van de diversiteit en dynamiek van grote steden. Dat vind ik terug op het Erasmiaans. Wat vond je het interessantste vak? Waarom? Vakken die met verhalen, literatuur, film en filosofie te maken hebben, konden rekenen op mijn belangstelling, bijvoorbeeld talen, geschiedenis of maatschappijleer. Hoe was jij als leerling? Was je altijd braaf of hadden de docenten wel wat met je te stellen? Leraren hadden nooit problemen met me, alleen was ik meestal matig geïnteresseerd in de lesstof. Ik was altijd bezig met andere dingen. Ik heb een korte spanningsboog, ik ben snel afgeleid en in mijn hoofd verloopt het een en ander een tikkeltje chaotisch. Waarschijnlijk heb ik om die reden geen rijbewijs. Dat is te gevaarlijk. De fiets is traag genoeg om veilig voor mij te zijn. Heb je buiten de lessen nog andere dingen op school gedaan (b.v. voor schoolkrant geschreven of iets dergelijks)? Nee, school was voor mij eigenlijk een hinderlijke onderbreking van leuke dingen. De gedachte dat ik vrijwillig tijd op school zou doorbrengen was mij vreemd. Vooral de basisschool vond ik saai. Dit zie ik trouwens terug bij mijn dochter. Goh, wat moeten die kinderen vervelende opdrachten maken. Hoe waren de schoolfeesten? Waren er toen ook problemen zoals alcoholmisbruik? Dat weet ik niet. Daar ging ik niet heen. De muziek uit de jaren ‘80 sprak mij niet aan, veel te veel synthesizer. Ik hou van gitaren. Pas toen Nirvana en Pearl Jam doorbraken, was er weer iets te beleven in de muziek. Ongetwijfeld was er op de schoolfeesten sprake van alcoholmisbruik. Er werd vast wel meer gebruikt dan alcohol.
Wist je al snel welke studierichting je wilde gaan volgen? Waren er ook andere richtingen die je ook leuk vond? Ik wist al snel dat het een taal zou worden. De leraar Nederlands en Bint van Bordewijk gaven de doorslag. Ik had echter net zo goed voor Engelse taal- en letterkunde kunnen kiezen. Misschien had ik dat zelfs moeten doen: de Engelstalige literatuur is speelser en volgens mij daardoor interessanter. De Nederlandse literatuur lijdt veelal aan verzuring. Op de universiteit ben ik overigens vrij snel ook maatschappijwetenschappen gaan studeren. Ik heb zelfs mijn bevoegdheid voor leraar maatschappijleer gehaald. Waarom ben je docent geworden? En waarom op het Erasmiaans? Na de studie Nederlands zijn de beroepsmogelijkheden niet groot. Veiligheidshalve heb ik ervoor gezorgd dat ik voor de klas mocht staan. Ik heb mijn keuze nooit betreurd. Wel wilde ik graag op het gymnasium lesgeven vanwege de leerlingen. Deze leerlingen vinden veelal dezelfde dingen boeiend als ik. Ik heb eerst lesgegeven op het Vrijzinnig Christelijk Lyceum in Den Haag. Daarna ben ik twee jaar literair redacteur geweest. Toen ben ik teruggevlucht naar het onderwijs. Ik kwam door mijn belangstelling voor didactiek terecht op de PABO, maar dit niveau was lager dan ik verwachtte. Hierna ben ik les gaan geven op Gymnasium Juvenaat in Bergen op Zoom. De reis kostte me echter te veel tijd. Toen er een vacature op het Erasmiaans was, heb ik gesolliciteerd. Is er een groot verschil in de manier van lesgeven van toen en nu? Ik probeer de docent te zijn die ik zelf had willen hebben. Ik geef dus anders les. De leraren die ik mij herinner waren een tikkeltje braaf, zelfs saai. Maar dat zal tegenwoordig niet heel anders zijn, toch? Je houdt erg van film. Valt dit in de categorie literatuur? Of zou dit een heel nieuw onderdeel van je vak moeten zijn? Zou je dat nog verder in de lessen willen implementeren? Natuurlijk bestaan literaire films. Ik zou het liefst zien dat Film een nieuw vak wordt. Binnen het vak Nederlands kan je natuurlijk ook wel het een en ander kwijt. De analyse van een film is niet zo heel anders dan die van een boek, maar wat doe je met Engelstalige films? Ik vind het overigens onbegrijpelijk dat het onderwijs films negeert. Als de wereld vergaat, wil ik op school zijn; daar gebeurt alles altijd vijftig jaar later. Dat klinkt zuurder dan ik bedoel, maar het onderwijs maakt literatuur enorm belangrijk, terwijl film stiefmoederlijk behandeld wordt. Het is de vraag of dat terecht is. Hoe is je thuissituatie? We begrepen dat je een dochter had omdat je beschikte over een prinsessenjurk? Is een gezin goed te combineren met het doceren? Ik ben getrouwd en heb een schat van een dochter van zeven jaar, Raven, naar dat geweldige gedicht van Edgar Allen Poe. Mijn vrouw is mijn middelbare schoolliefje. Dat klinkt braaf, maar in de praktijk hebben wij een losse relatie. Zo los dat wij niet bij elkaar wonen. Eigenlijk zijn we ‘friends with benefits’. Mijn vrouw en ik stellen vrijheid erg op prijs. Dat zal wel te maken hebben met ons verleden als alto’s. Wel wonen we bij elkaar in de buurt en zien we elkaar regelmatig, soms een uurtje, soms de hele dag, soms de hele nacht.
Heb je een toekomstwens voor jezelf? Van mijn heimwee verlost worden. Verder ben ik een gelukkig mens. Ik zou nog wel eens een kijkje willen nemen in New York. De dynamiek van die stad lijkt mij geweldig. Wat wens je professioneel nog te bereiken; is er iets wat je b.v. binnen nu en laten we zeggen vier jaar graag wilt bereiken of wilt doen? Ik blijf docent, dat weet ik zeker, voor zover zekerheden bestaan. Of ik nog lang op het Erasmiaans blijf werken, is echter minder zeker. Ik heb een five year itch. Na vijf jaar verlang ik naar een nieuwe omgeving. Dit mijn vierde jaar, dus? Aan de andere kant is het Erasmiaans Gymnasium een fantastische school. Het Erasmiaans biedt zoveel mogelijkheden dat ik er vermoedelijk niet binnen een jaar ben uitgekeken. Bovendien wil ik ooit mijn dissertatie afmaken. Toen mijn dochter geboren werd, was dat het einde van mijn proefschrift. Dat was overigens geen slechte ruil. We begrepen dat je in een band speelt? Hoeveel tijd besteed je daaraan? Wat voor muziek maken jullie? Onze band heet Chica Cruz. Ik speel basgitaar, daar ben ik als student mee begonnen. We spelen stevige rock: Nirvana of Skunk Anansie of nog een beetje harder. We oefenen zo’n twee keer per week en treden een paar keer per jaar op. Gewoon een paar vrienden die niet kunnen erkennen dat zij de veertig inmiddels zijn gepasseerd. Wat zijn andere hobby?s? Lezen, film en muziek. Vroeger sportte ik heel veel. Ik deed aan wielrennen, op hoog niveau. Ik wilde zelfs beroepswielrenner worden. Het was een regenbui in mijn bestaan toen ik er op mijn zestiende achter kwam dat dit niet ging lukken. Ik zat bij de nationale selectie, maar op een gegeven moment kon ik de besten niet meer volgen: ik heb nooit 55 kilometer per uur kunnen rijden. Ga je graag uit en wat ga je dan meestal doen? Ik ben geen stapper. Ik houd wel van een etentje, film of concert. Woon je in Rotterdam? Wil je daar blijven? Ik woon in Schiedam en daar wil ik graag blijven. Van verhuizen word ik depressief. Ik heb niet alleen heimwee als ik in het buitenland ben. Wat is je levensmotto en geef je dit ook door aan je leerlingen? Hopelijk straal ik het motto: ‘Behoud de begeerte’ uit. Volgens sommige leerlingen lijd ik aan een Peter Pancomplex. Als zij daarmee bedoelen dat ik enthousiast, speels en creatief ben, vind ik dat een compliment. Er kwam bij het huiswerk van de kinderen zo’n leuk stukje voorbij: ‘nomen est omen’. Heb je dat zelf geschreven? En mogen we dat ook in de Acta publiceren? Ik schrijf teksten voor de proefwerken tekstverklaring altijd zelf. Dan kan ik mijn obsessies tenminste met een publiek delen. Ik baseer mijn teksten voornamelijk op krantenartikelen, films en boeken. Ik heb nooit de ambitie gehad schrijver te worden, maar ik vind het wel leuk om af en toe iets te schrijven. Natuurlijk mogen jullie de tekst in de Acta zetten. (red: elders in deze Acta geplaatst) We sluiten traditioneel weer af met de vraag: Wat is je lievelingskleur? Zwart als de nacht.
ACTA DIURNA ERASMIANA | december 2011
17
Personeel Het nieuwe schooljaar begon met een zestal nieuwe personeelsleden. We zijn blij met de komst van:
(van links naar rechts) Steven Ooms, docent klassieke talen; Maryse Huisman-Stam, docente wis- en natuurde; Catharine van Egmond, docente klassieke talen en KCV en Marianne Ganeto-Zuidmeer, toezichthouder in de mediatheek en receptioniste.
Wouter Rademaker, onze nieuwe TOA natuurkunde.
Terug van weggeweest Christel Menkhaus, docente Duits.
Helaas hebben we ook het trieste bericht dat na een lang ziekbed op 5 november jl. onze docent wis- en natuurkunde Kees Verhoeff is overleden. We zijn een unieke en onvergetelijke collega verloren. Özlem Shaw, onze docente Engels heeft een aanbod gekregen dat zij niet kon afslaan. Per 1 januari a.s. heeft zij een functie aanvaard bij de Hogeschool. We hebben inmiddels in Eva Gelsema een waardige opvolger gevonden. Eva start haar werkzaamheden bij ons na de kerstvakantie.
18
ACTA DIURNA ERASMIANA | december 2011
Wat doet de Medezeggenschapsraad De Medezeggenschapsraad (MR) van de school heeft instemmingsrecht of adviesrecht in een groot aantal beleidsvoornemens van de schoolleiding. Ook kan de MR vragen stellen, ongevraagd advies geven en initiatiefvoorstellen doen met betrekking tot het beleid van de school. De MR-leden worden gekozen door hun respectieve achterbannen (personeelsleden, leerlingen, ouders). Zij hebben echter ‘zonder last of ruggespraak’ zitting in de MR. Zij gaan uit van het algemeen belang van de school, maar hebben daarbij oog en oor voor de (deel)belangen van de achterban. Een belangrijke taak van de MR is daarom ook het informeren en eventueel raadplegen van de achterban. Dit betekent niet alleen het personeel, maar ook de ouders en leerlingen. De communicatie met vooral de ouders is momenteel niet voldoende. Wij zijn dan ook bezig om dit te verbeteren. We starten met het plaatsen van de agenda’s en een beknopte weergave van de verslagen van de MR vergaderingen op de website van de school; u kunt de MR informatie vinden onder het kopje - de school / MR. Ook kunt u daar het MR jaarverslag van schooljaar 2010-2011 vinden. Wij onderzoeken momenteel de mogelijkheden om in de toekomst de communicatie naar, maar ook interactie met de diverse geledingen van de achterban verder vorm te geven. Overigens: als een bepaald agendapunt uw belangstelling heeft, bent u altijd welkom het openbare deel van de MR vergadering bij te wonen.
de MR, kunt u contact opnemen met de voorzitter (adresgegevens in de schoolgids) of de secretaris van de MR,
[email protected]. De secretaris MR Ineke Leentfaar
3C Practicum natuurkunde (veerconstante)
Wij houden u van de vorderingen op de hoogte via de Acta en in de op de website geplaatste verslagen. Als u vragen heeft over het reilen en zeilen van
ACTA DIURNA ERASMIANA | december 2011
19
Zoekplaatje Waar op school is het fotofragment? De oplossing verschijnt uiteraard in de volgende editie van de Acta Diurna Erasmiana!
Oplossing zoekplaatje van de vorige Acta
Colofon Redactie:
Layout en publicatie: Illustraties: Oplage: Reageren en plaatsing advertenties:
20
ACTA DIURNA ERASMIANA | december 2011
Angèle Scheefers Marloes de Vleeschouwer Paul Scharff Ineke Leentfaar Elgersma Media Zevenhuizen Denn. Reinds 1150
[email protected]