ORGANNON
NU’91 MAGAZINE - Mei 2013 - 22e jaargang - Nr.132
Internationale
Dag van de Verpleging
Dit is wat ik doe CAO niet volledig dichttimmeren Vizier op de inhoud ZORGANNONUMMER 132 - 1
Inhoud 6
CAO niet volledig dichttimmeren NU’91 zou haar leden meer ruimte willen geven om - waar het kan - zaken zelf te regelen.
Internationale Dag van de Verpleging
9
10
Dit is wat ik doe
Ambulantisering in de psychiatrie wordt steeds belangrijker; een ambulant verpleegkundige doet verslag van een werkdag.
ICN vraagt in het kader van de Internationale Dag van de Verpleging specifiek aandacht voor drie gezondheid gerelateerde millenniumdoelen.
14
Sociale inclusie versus stigmatisering
Om een goede ambulante zorg van de grond te krijgen, moeten alle betrokkenen hun verantwoordelijkheid nemen.
16
Vizier op de inhoud
Hoe een manager in de zorg vanuit passie voor het verpleegkundige vak haar werk doet.
ZORGANNONUMMER 132 - 2
Column
Continu in ontwikkeling ‘We zijn geen nonnen meer!’ Ruim twintig jaar geleden werd dit luid en duidelijk geroepen tijdens de demonstraties van de Witte Woede en Verpleging en Verzorging in opstand. Aan de vooravond van de Internationale Dag van de Verpleging vraag ik me af wat er sinds die tijd is veranderd. Ik constateer dat er beroepsinhoudelijk veel positieve ontwikkelingen zijn, maar de oproep vanuit Den Haag te komen tot een ‘vrijwillige’ nullijn voor de zorg, doet mij denken aan de tijden van weleer. Maar de gezondheidszorg staat niet stil en dat moet tot uitdrukking blijven komen in onder andere het salaris. In deze editie van ons magazine wordt die voortdurende ontwikkeling in de zorg duidelijk geïllustreerd. Bijvoorbeeld in het verslag van een werkdag van een ambulant psychiatrisch verpleegkundige, een functie in de GGz die in mijn tijd nog niet bestond. En in het artikel over een leidinggevende die haar vizier meer richt op de inhoud van het verpleegkundig vak dan op regels en procedures. Misschien niet nieuw, maar wel een manier van leidinggeven die opvalt omdat hij afwijkt van wat we in het huidige werkveld meestal tegenkomen. Gelukkig zijn er steeds meer jongeren actief binnen NU’91. Zij houden mij scherp als het gaat om de ontwikkeling van het vak. Op 10 april jongstleden mocht ik tijdens een gezellige bijeenkomst het NU’91 Jongerenplatform officieel installeren. Kennis delen, ontwikkelen en innoveren staan bovenaan het verlanglijstje van de jonge leden van NU’91. Als ik met hen praat, besef ik eens te meer dat verpleegkundigen geen nonnen meer zijn. Wat zou Florence Nightingale daarvan gevonden hebben? Ik wens in ieder geval alle huidige gezondheidszorgers een hele mooie 12 mei toe!
Monique Kempff Voorzitter NU’91
colofon
Zorg anno NU is het verenigingsblad van Nieuwe Unie ‘91, beroepsorganisatie van deverpleging en verzorging. Hoofdredactie en eindredactie: Yvonne Sturkenboom
Redactie: Sinanda Benjamins, Ruth Heiligers, Jos Kaldenhoven, Susan Konst, Redactieadres: Bernadottelaan 11, Postbus 6001, 3503 PA Utrecht, Tel. 030 - 296 41 44, Fax. 030 - 296 39 04,
[email protected] Bladmanager: Yvonne Sturkenboom. Vormgeving en productie: Meneer E. / illustratie & vormgeving - Amsterdam www.meneer-e.nl, Advertentie-exploitatie: NU’91, Utrecht, T 030-2964144,
[email protected]. Uitgever NU’91, Utrecht, ISSN 0927 - 4774. De redactie behoudt zich het recht voor ingezonden brieven en artikelen in te korten en te redigeren. De in Zorg anno NU verkondigde standpunten of meningen zijn niet noodzakelijk de standpunten
en menigen van NU’91. Hoofdkantoor NU’91 en regio’s: Postbus 6001, 3503 PA Utrecht. T 030-296 41 44, F 030-2963904, Groningen, Friesland, Drenthe: Richard Wisman, Overijssel, Gelderland: Gorrit Smit, Utrecht, Flevoland: Ymke Hylkema Noord-Holland: Esther Tibbe, Limburg, Noord-Brabant: Peer Meesters, Zeeland, Zuid-Holland: Mark Froklage Telefonische spreekuren Serviceloket NU’91: Maandag t/m woensdag van 9.00 - 17.00 uur, donderdag van 9.00 - 15.00 uur en vrijdag van 9.00 - 13.00 uur. Tel. 030 - 296 41 44 of
[email protected]. Graag lidmaatschapnummer vermelden. Zowel voor beroepsinhoudelijke als juridische zaken. NU’91 online: www.nu91.nl Opzegging van het NU’91 lidmaatschap kan halfjaarlijks. Dit dient schriftelijk te geschieden vóór 1 mei of vóór 1 november. Uw opzegging gaat respectievelijk per 1 juli of 1 januari in. U ontvangt een schriftelijke bevestiging van uw opzegging. NU’91 ledenadministratie, Postbus 6001, 3503 PA Utrecht.
ZORGANNONUMMER 132 - 3
NUinhet Nieuws! Dag van de Verpleging én Moederdag
Eén jaar combimagazine Een jaar geleden ontvingen onze leden voor de eerste keer Zorg anno NU in combinatie met Nursing. We hebben daar heel veel positieve reacties op gekregen. Enkele verzorgenden hebben ons echter laten weten dat veel artikelen in Nursing voor hen minder interessant zijn omdat ze niet echt aansluiten bij hun werkzaamheden. Wij kunnen ons voorstellen dat dat voor meer medewerkers in verpleeg- en verzorgingshuizen en de thuiszorg geldt. Als alternatief kunnen wij deze groep de combi Zorg anno NU en TvV (tijdschrift voor verzorgenden) aanbieden. Graag willen wij weten waar jouw voorkeur naar uitgaat. Ben jij verzorgende en wil je - samen met Zorg anno NU - in plaats van het tijdschrift Nursing graag TvV ontvangen, laat ons dat dat dan weten via
[email protected]. Vermeld ook je naam en lidnummer.
Mentaal welbevinden Dit jaar valt de Internationale Dag van de Verpleging - traditioneel op 12 mei - samen met Moederdag. Ga op deze dubbele feestdag naar de website van NU’91 en maak kans op vier 1e rangs kaarten (á € 62,50) voor Disney’s The Little Mermaid. Wij stellen 25 x 4 kaarten beschikbaar voor deze familiemusical, die de komende drie maanden nog te zien is in het Beatrix Theater in Utrecht. The Little Mermaid gaat over het volgen van je hart, de zoektocht naar een liefde die onmogelijk lijkt en het verwezenlijken van je grootste dromen. Jong en oud zal veel plezier beleven aan de spetterende onderwaterwereld, het tijdloze verhaal en de herkenbare hits! De namen van de winnaars worden 13 mei a.s. via nu91.nl bekend gemaakt. De winnaars ontvangen ook schriftelijk bericht én een Disney DVD. nu91.nl > actie Dag van de Verpleging
ZORGANNONUMMER 132 - 4
Naast het fysieke welbevinden, participatie en de woon- en leefomstandigheden is het mentale welbevinden van de cliënt een van de domeinen voor goede zorg uit het kwaliteitskader VV&T en het zorgleefplan. ‘Goed in je vel zitten’ heeft een positieve invloed op de lichamelijke gezondheid. Aandacht daarvoor past bij een visie op zorgverlening die oog heeft voor álle aspecten van het leven. Maar zorgmedewerkers weten niet altijd hoe ze kunnen bijdragen aan iemands mentaal welbevinden en hoe ze deze extra aandacht in hun drukke werkschema kunnen inpassen. Daarom ontwikkelde Vilans ter ondersteuning een originele en praktische methode, waarbij zorgmedewerkers hun cliënt als het waren meenemen op reis door het domein mentaal welbevinden.Door dit pakket te gebruiken wordt het onderwerp voor zorgmedewerkers concreter en dat maakt het makkelijker met cliënten in gesprek te gaan. download of bestel: vilans.nl > reispakket Mentaal Welbevinden
Omgaan met onrust
NU in het Nieuws
Betere
handhygiëne
Verpleegkundigen die ervoor kunnen zorgen dat richtlijnen goed worden toegepast, zijn goud waard. Uit onderzoek van Anita Huis blijkt dat wanneer een leidinggevende motiveert, coacht, controleert en teamleden wijst op hun verantwoordelijkheden, de handhygiëne in ziekenhuizen het meest verbetert. Huis vergeleek daarbij het effect van twee strategieën: een ziekenhuis brede campagne en een op de afzonderlijke teams gerichte strategie. De eerste campagne richtte zich op kennisoverdracht. Het personeel werd via posters en andere communicatiemiddelen herinnerd aan de richtlijnen. De afdelingen kregen vervolgens teruggekoppeld hoe goed of slecht ze de richtlijnen naleefden. De teamgerichte strategie zette fors in op het leiderschap, waarbij het team met elkaar een duidelijk en haalbaar streefpercentage vaststelde en werkte aan een cultuur waarin medewerkers elkaar kunnen aanspreken op slechte handhygiëne. Na de ziekenhuis brede campagne was de naleving van de richtlijnen voor handhygiëne verdubbeld: van gemiddeld 20 % naar gemiddeld 41%. Het invoeren van de teamstrategie leidde zelfs tot een verdriedubbeling van de naleving, naar gemiddeld 59%. nu91.nl > proefschrift Strategies to improve hand hygiene compliance in hospital care
Einde dialysevereniging Purus
Aan het begin van dit jaar is tijdens de algemene ledenvergadering unaniem besloten de dialysevereniging Purus op te heffen. Verschillende oorzaken liggen aan dit besluit ten grondslag: beschikbaar gestelde bestuursfuncties bleken niet meer ingevuld te kunnen worden, te weinig directe betrokkenheid van de leden en geen groei van het ledental. Purus is nog tot 1 juli van dit jaar verbonden met de beroepsorganisatie NU’91. Combileden - lid van Purus en van NU’91 - kunnen tot 1 juli 2014 profiteren van de korting op het lidmaatschapsgeld van NU’91. dialyseverenigingpurus.nl
SkillsLab scoort goed
Bezoekers van Zorgtotaal gaven de beurs het rapportcijfer 7. Van alle activiteiten bleek het NU’91 SkillsLab het meest in trek. Een vijfde van de ruim 20.000 bezoekers heeft de activiteiten van het Skillslab bekeken of eraan meegedaan. Belangstellenden konden bijvoorbeeld in virtual reality infuusprikken. Via een scherm werd direct zichtbaar of de infuusnaald op de goede manier werd ingebracht. Een foute aanpak veroorzaakte direct een duidelijke bloeduitstorting. Ook kon geoefend worden met katheteriseren en het inbrengen van een maagsonde. Veel belangstelling was er voor de simulatiepop waarmee een crisissituatie werd nagebootst. Onder deskundig toezicht van enkele verpleegkundigen van de spoedeisende hulp kregen bezoekers de kans de ‘patiënt’ te redden.
Over antipsychotica bestaan nog steeds veel misverstanden. Innovatiekring Dementie heeft op basis van de laatste wetenschappelijke inzichten een voorlichtingsfolder gemaakt. De folder geeft naast veel praktische tips antwoord op vragen als: Wat zijn antipsychotica? Welk effect hebben ze bij ouderen met dementie? Wanneer en hoe moet je ze gebruiken? Hoe kun je onrust en agitatie behandelen zonder deze medicijnen? De folder is geschreven voor zorgverleners, maar bevat ook nuttige informatie voor familieleden. innovatiekringdementie.nl > download folder: Antipsychotica en omgaan met onrust
ZORGANNONUMMER 132 - 5
CAO
CAO niet volledig
dichttimmeren
De komende maanden moeten een tweetal nieuwe CAO’s tot stand komen: voor de Academische Ziekenhuizen en voor de Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg (VVT). NU’91 is een van de vakbonden die namens hun achterban een plek aan de onderhandelingstafel hebben. Tekst en foto: Jos Kaldenhoven
‘Wat er zo leuk is aan mijn beroep?’ Rolf de Wilde (45), een van de cao-onderhandelaars van NU’91 moet daar toch even over nadenken. ‘Als ik het vergelijk met mijn vroegere werk als afdelingshoofd, dan is het toch vooral de vrijheid. Op de afdeling zit je meer vast in structuren. Ik heb nu alleen verantwoording af te leggen aan de leden. Dat geeft overigens niet alleen vrijheid, maar ook een bepaalde druk.’ De Wilde is opgeleid als B-verpleegkundige. ‘Na mijn diplomering in 1991 heb ik onder andere als leidinggevende in de thuiszorg en verpleeg- en verzorgingshuizen gewerkt. In 2005 ben ik bij NU’91 begonnen als belangenbehartiger in de academische ziekenhuizen. Ik ondersteunde de ondernemingsraden en hield me bezig met individuele belangenbehartiging. Daarna ben ik doorgestroomd naar de functie van cao-onderhandelaar.’ Hij reageert lachend op de vraag of je daar een opleiding voor nodig hebt: ‘Gezond verstand alleen is niet voldoende. Het gaat ook om je persoonlijke interesses. Er is geen opleiding vakbondsbestuurder, maar je kunt wel ondersteunende cursussen volgen.’ Zo heeft hij een tweedaagse cursus onderhandelen gevolgd in de commerciële sector. ‘Ik volgde die cursus samen met heren die handelden in gefrituurde uitjes. Het gaat niet zozeer om wát je verRolf de Wilde, cao-onderhandelaar van NU’91 ZORGANNONUMMER 132 - 6
CAO koopt, maar om de manier waarop je dat doet. Als cao-onderhandelaar moet je, om de belangen van de leden optimaal te kunnen behartigen, voors en tegens weten af te wegen.’
Inzet onderhandelingen Binnen NU’91 wordt de inzet bij de cao-onderhandeling in eerste instantie opgezet via de klankbordgroepen. Ook vanuit het serviceloket krijgen de onderhandelaars veel vragen over de cao doorgespeeld. ‘We zijn natuurlijk ook regelmatig in de instellingen en krijgen daar ook veel mee’, stelt de Wilde. ‘Vervolgens buigen de leden die werkzaam zijn in die sector, zich over het concept van de inzet. Als zij dit goedkeuren dan gaan we samen met de andere bonden kijken of we tot een gezamenlijke inzet kunnen komen. Dat praat wel zo gemakkelijk. Het onderhandelingsresultaat wordt vervolgens aan de leden voorgelegd.’ De voorgestelde nullijn - geldend voor de komende 2,5 jaar voor de salarissen in de zorg is een hot item in de lopende onderhandelingen. ‘Werkgevers zijn daar heel verdeeld in. Dat kan wat betreft de ziekenhuizen te maken hebben met het verschil waarop algemene ziekenhuizen en academische ziekenhuizen gefinancierd worden. Zo krijgen academische ziekenhuizen 70% van hun geld van de overheid, ziekenhuizen maar 25%. Op het moment dat de overheid bezuinigt, heeft dat bij de ene cao meer gevolgen dan bij de andere. Wij vinden het niet goed dat de werkgevers achterover leunen en wachten op wat de overheid gaat doen. Voor NU’91 is de nullijn onacceptabel; op de factor arbeid wordt wat ons betreft niet bezuinigd. Samenwerking Onderhandelen doet de Wilde nooit alleen: ‘Wij praten altijd met zijn tweeën. Jacqueline den Engelsman en ik vormen een duo. Jacqueline is hoofdonderhandelaar bij de GGz en de Gehandicaptenzorg, ik heb die rol bij de Algemene Ziekenhuizen, de Academische Ziekenhuizen, het CIZ en bij de onderhandelingen voor de cao VVT. Met zijn tweeën hoor je meer en kun je sparren over allerlei zaken.’ Samenwerking met andere bonden vindt de Wilde belangrijk. Maar soms wijken meningen te veel af. ‘Kijk naar de laatste cao-onderhandelingen voor de VVT. Wij geloven als NU’91 dat we onze leden in hun kracht neer moeten zetten en de ruimte moeten geven om - waar het kan - zaken zelf te regelen. De cao is dan meer een vangnet. Andere partijen waren er meer voor om de zaken in beton te gieten: zo moet en zal het zijn! Maar er zijn regionale verschillen, daar moet je op inspelen. Wat voor Groningen goed is, hoeft niet perse goed te zijn voor Limburg of Zuid-Holland. Op instellingsniveau is er zelfs steeds meer maatwerk nodig.’
Kracht ondernemingsraad De rol van de ondernemingsraad (OR) wordt steeds belangrijker. ‘De ondernemingsraad is geen verlengstuk van de vakbond’, vindt De
Wilde. ‘Je moet met elkaar in gesprek om te zien hoe je zaken op instellingsniveau kunt regelen. We spreken in de cao dingen af, waar een bepaalde gedachte achter zit. Het waarom landt vaak niet bij de OR. Door de OR daarover te informeren bereik je veel meer.’ De cao-onderhandelaren hebben een Arbeidsvoorwaardennota geschreven, gebaseerd op de Strategienota van de Ledenraad van NU’91. De Wilde: ‘Een van onze opdrachten vanuit de Strategienota is het versterken van de ondernemingsraden. In onze nota hebben we daar een aantal stappen voor beschreven. Jacqueline en ik pakken dit samen op.
‘Een van onze opdrachten vanuit de Strategienota is het versterken van de ondernemingsraden.’ We worden vaak uitgenodigd om het gesprek aan te gaan met een ondernemingsraad die met een specifiek probleem zit. We zijn ons nu ook aan het oriënteren op een externe partij die het technische deel kan verzorgen. Dan moet je denken aan de toepassing van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) en het trainen van effectief onderhandelen. Wij kunnen ons dan meer richten op de afspraken die in de cao zijn vastgelegd en wat je daar als ondernemingsraad mee kan. Wij hebben geen mening over wat een ondernemingsraad moet vinden, maar we willen wel meekijken of het juiste proces wordt gevolgd. Dat doen we door kritische vragen te stellen. Ik vind dat altijd hele leuke gesprekken, waarbij wij ook zelf tot goede inzichten komen.’
Balans in belangen Het lijkt een nogal saai gedoe, die cao-onderhandelingen. Daar is De Wilde het zeker niet mee eens: ’Soms is het zelfs enerverend. En we lachen ook heel wat af. Zeker tijdens schorsingen, want die komen regelmatig voor. Soms maar tien minuten, maar soms ook uren achtereen.’ Die schorsingen duren soms tot diep in de nacht, en dan kunnen er rare zaken passeren. De Wilde refereert aan een afrondingsoverleg: ‘De werkgevers waren de laatste voorstellen aan het schrijven. Ik verwachtte dat we snel konden tekenen. Maar toen bleek dat een van de deelnemende partijen - buiten de rest om - probeerde voor hun doelgroep nog nieuwe zaken te laten opnemen. De actie heeft hen uiteraard niets opgeleverd, maar je moet alert blijven.’ Voor Rolf de Wilde biedt de ideale cao een goede balans tussen het belang van de werkgever en het belang van de werknemer: ‘De cao als raamwerk bestaande uit een aantal afspraken die de grenzen bewaken, maar met ruimte voor maatwerk op individueel niveau. Eerlijk gezegd verwacht ik niet dat dat voor mijn pensioen gaat lukken!’
ZORGANNONUMMER 132 - 7
Puzzel
Horizontaal: 1 ouderling 6 regio 12 schildergerei 13 zwemvogel 15 takje 17 seconde 19 roem 20 bijbelse figuur 22 numero 23 rij 25 rondhout 26 afslagplaats bij golf 27 ijzeren bedekking 28 gevuld 29 boom 31 deel v.d. bijbel 32 landbouwwerktuig 34 en dergelijke 35 deel van Nederland 38 scheepsleuning 41 papegaai 42 ik 43 binnenkomst 46 droevig 49 gulden 50 met name 51 en omstreken 52 voorzetsel 54 tongstreling 55 draagdoek 57 kleine ruimte 58 deel v.d. bijbel 59 mist 60 tegenover 61 opschudding 63 Europeaan 64 vochtig 66 Europeaan 67 pl. in Limburg 69 schaakstuk 71 rust 72 onbepaald vnw.
Breng letters uit de puzzel over naar de hokjes met het corresponderende nummer.
uz pzel ZORGANNONUMMER 132 - 8
Verticaal: 2 een weinig 3 aan zee 4 paardje 5 sierlijk 7 danig 8 soort hert 9 voegwoord 10 pl. in Gelderland 11 interest 14 naaigerei 16 ijverig 18 jaargetijde 19 partij in een geding 21 bijtijds 24 luitenant 30 bontsoort 33 intiem 36 korenzeef 37 grappenmaker 39 steensoort 40 Ned. omroep 43 selecte groep 44 voortreffelijk 45 eenjarig dier 46 kweken 47 vleesgerecht 48 test 49 plantenwereld 53 ineens 56 en volgende 62 hoofddeksel 63 mager 65 mak 66 lidwoord 68 onmeetbaar getal 70 familielid.
Mail de oplossing van de puzzel vóór 1 juni 2013 naar
[email protected] Vermeld je naam en adres. Ook niet-leden kunnen meedoen. Inzenders van de juiste oplossing maken kans op een van de tien ladyshaves / scheerapparaten.
Internationaal
Internationale
Dag van de Verpleging
Wereldwijd zijn verpleegkundigen actief betrokken bij lokale, regionale en nationale initiatieven om de acht Millennium Development Goals (MDO’s) - in 2000 opgesteld door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties - dichterbij te brengen. De International Council of Nurses (ICN) vraagt ook dit jaar in het kader van de Internationale Dag van de Verpleging specifiek aandacht voor drie van deze ontwikkelingsdoelen: minder kindersterfte, verbetering van gezondheidszorg voor moeders en bestrijding van infectieziekten. Millenniumdoel 4 - Minder kindersterfte Veel kinderen overlijden aan ziektes die voorkómen of genezen hadden kunnen worden, zoals diarree, mazelen, longontsteking en malaria. Toegang tot medicijnen, vaccinaties, een goede hygiëne en een goede gezondheidszorg is noodzakelijk om deze ziekten te helpen bestrijden. In 1990 stierven wereldwijd nog 12,4 miljoen kinderen. Een flink aantal landen is er in geslaagd om kindersterfte terug te dringen, maar met name in de ontwikkelingsgebieden sub-Sahara Afrika en Zuid-Azië is die nog steeds onaanvaardbaar hoog. Ruim 80 % van de kindersterfte komt voor rekening van deze beide regio’s. Millenniumdoel 5 - Verbetering gezondheidzorg voor (aanstaande) moeders Jaarlijks overlijden honderdduizenden vrouwen aan de gevolgen van hun zwangerschap. Ruim driekwart van de sterfgevallen is te wijten aan complicaties die met basisverloskundige zorg te behandelen zijn. Bloedingen, infecties en een hoge bloeddruk kunnen met goede medische hulp en kraamzorg voorkomen worden. Ook het terugbrengen van het aantal zwangerschappen onder tienermeisjes draagt bij aan verlaging van zowel moeder- als kindersterfte. In 1990 overleed naar schatting nog meer dan een half miljoen vrouwen aan complicaties tijdens zwangerschap en geboorte. Net als de kindersterfte is moedersterfte het hoogst in sub-Sahara Afrika en Zuid-Azië. In deze regio’s is nog altijd bij meer dan de helft van alle geboorten geen arts of verpleegkundige aanwezig. Millenniumdoel 6 - Bestrijding van hiv/aids, malaria en andere dodelijke infectieziektes Sinds begin jaren ‘90 heeft aids miljoenen slachtoffers geëist, vooral in Afrika. Dankzij verbeterde preventieprogramma’s en een betere beschikbaarheid van aidsremmers lijkt de verdere opmars van aids op mondiaal niveau tot stilstand gebracht. Dat wil niet zeggen dat het aantal mensen dat leeft met hiv is afgenomen. Door betere behandeling leven deze mensen immers langer dan voorheen. Zuid Afrika staat hoog op de lijst van het aantal hiv-besmettingen; tien procent van de bevolking is drager van het virus. Een op de drie schoolmeisjes in Zuid Afrika is besmet met hiv. Bij de jongens is dit ‘slechts’ vier procent. Onder het motto Closing the gap werkt ICN met nationale organisaties van verpleegkundigen over de gehele wereld samen om de inzet van verpleegkundigen bij het behalen van de millenniumdoelen te vergroten. Elk jaar ontwikkelt ICN voor de Dag van de Verpleging de zogenaamde International Nurses’ Day Kit. Deze bevat diverse onderwijskundige en algemene informatie over de millenniumdoelen die dat jaar centraal staan. NU’91 stelt tien exemplaren van deze KIT beschikbaar. Wil jij daarvoor in aanmerking komen? Stuur een mailtje naar
[email protected] ZORGANNONUMMER 132 - 9
Van de werkvloer
Ambulant verpleegkundige in de psychiatrie
Dit is wat ik doe ZORGANNONUMMER 132 - 10
Van de werkvloer Persoonlijk
Ambulantisering in de psychiatrie wordt steeds belangrijker. Door het bieden van intensieve behandeling aan huis is opname van de psychiatrisch cliënt te voorkomen. Ook in de acute psychiatrie wint het thuis behandelen en begeleiden van cliënten steeds meer terrein.
Tekst: Emmy van den Berg
Ik werk als ambulant psychiatrisch verpleegkundige in een wijkteam van de divisie maatschappelijke psychiatrie. Hoewel er vaak gedacht wordt dat ambulantisering vooral vanuit bezuiniging wordt ingezet, ligt er bij onze instelling ook een duidelijke visie aan ten grondslag: herstellen doe je thuis. Dat het niet voor iedereen duidelijk is wat mijn werk inhoudt, blijkt wel uit de vragen die ik daarover met enige regelmaat krijg. De kans dat je in je antwoord verzandt in afkortingen en een langdradige uitleg van evidence based methodieken is groot. Maar met onderstaand verslag van een willekeurige werkdag hoop ik enig inzicht te geven in mijn werkzaamheden.
chiater, psycholoog, verpleegkundigen en ervaringswerker. Eens per maand woont ook een verpleegkundige vanuit de verslavingszorg en de forensische psychiatrie het overleg bij. Vanuit de eigen professionaliteit levert ieder zijn bijdrage om gezamenlijk te komen tot de juiste behandeling en interventies. Deze worden direct op het FACT-bord ingevuld. Zo weet iedereen wie wat en wanneer doet. Voor de continuïteit van de zorg is dit erg belangrijk. Want naast de afspraken vanuit je eigen caseload, is het mogelijk dat je die dag ook cliënten van collega’s gaat bezoeken. Na dit dagelijks overleg van een half uur gaan de verpleegkundigen op pad voor het eerste huisbezoek.
Ambulant team Als het gaat om ambulantisering in
9.30 uur - Ranjadie Mijn eerste cliënt is Ranjadie die net is bevallen van een dochtertje. Ze is getrouwd met een zeer zorgzame man en heeft al een dochtertje van drie jaar. Ze is vlak voor haar zwangerschap in behandeling gekomen met een psychotische stoornis. Beangstigende gedachten en enge beelden van mensen die haar kwaad willen doen, beheersen haar hele dag en dus haar functioneren. Door haar zwangerschap kan zij geen anti-psychotische medicatie gebruiken. Dit is voor haar dus een hele zware periode. Ter ondersteuning wordt zij begeleid door de zogenaamde POP poli (Psychiatrie, Obstetrie en Pediatrie), een gespecialiseerde poli voor zwangerschap en psychiatrie. Naast de begeleiding vanuit de POP poli, heeft zij ook gesprekken met onze psycholoog. Ik zie haar elke week. Tijdens mijn bezoek bespreken we de manieren om met haar angsten om te kunnen gaan. Ik ondersteun haar in alle aspecten rondom de geboorte van haar dochtertje. Hoe is de draaglast/draagkracht van het gezin? Hoe ontwikkelt zich de hechting van moeder met beide dochtertjes? Waar kan ik het gezin praktisch tot steun zijn?
de psychiatrie kun je niet heen om de FACT-methode. FACT staat voor functie assertive community treatment. Ik noem het kortweg wijkgericht werken met het oog op herstel. Het doel van deze methode is hoogwaardige behandeling en begeleiding te leveren aan cliënten ter ondersteuning van hun herstelproces. De hulp- en ondersteuningsvragen van cliënten zijn daarbij het uitgangspunt. Onze cliënten maken een eerste psychose door of zijn al langere tijd onder behandeling. Het behandelaanbod sluit aan bij het gewone leven en richt zich op wonen, werken, leren, vrijetijdsbesteding, sociale en intieme relaties en het familieleven. Elke verpleegkundige heeft een eigen caseload. Vanuit het behandelplan, dat samen met de cliënt - en soms ook met familieleden - wordt gemaakt, worden afspraken gemaakt over welke zorg nodig is. De ambulant verpleegkundige voorziet hier zelf in of coördineert de inzet ervan. Binnen een FACT-wijkteam is het gebruikelijk dat een verpleegkundige ook wordt ingezet om extra zorg te bieden bij cliënten van collega’s.
Een dag uit het leven…. De ochtend begint met een kort overleg aan de hand van het digitale FACT-bord, waarop de namen van de cliënten staan die intensievere zorg behoeven. Extra zorg kan nodig zijn vóór, tijdens of na een crisis. Ook een ingrijpende gebeurtenis kan een reden zijn tot zorgintensivering zoals een verhuizing, verlies van werk of het overlijden van een naaste. Aan het overleg nemen alle betrokken disciplines deel: psy-
10.45 uur - Jeffrey Mijn volgende afspraak is met Jeffrey, een cliënt van een collega. Jeffrey had aan het begin van de week zijn depot medicatie moeten halen. Een depot is medicatie dat intramusculair wordt toegediend met een gereguleerde afgifte van twee tot drie weken. Het is belangrijk dat hij dit depot op tijd krijgt, want het kan heel snel slechter met hem gaan. Lees verder op pagina 12 ZORGANNONUMMER 132 - 11
Van de werkvloer
Soms moet je in actie komen, soms moet je ‘op je handen zitten’ Hij kan dan door zijn extreme achterdocht zelfs zoveel overlast veroorzaken, dat hij gedwongen opgenomen moet worden. Natuurlijk wil je dit te allen tijde voorkomen. Dat is het uiteindelijke doel van het ambulante werk; een gedwongen opname is voor de cliënt per defenitie een ingrijpende gebeurtenis. Hoewel Jeffrey vrijwillig onder behandeling is, is hij medicatieontrouw. Het is daarom belangrijk dat wij hem opzoeken als hij zelf zijn depot niet komt halen. Ik heb medicatie en toebehoren bij me. Als ik hem thuis aantref kan ik hem ter plekke zijn depot toedienen. Hij is thuis en laat mij binnen. We praten over hoe het gaat. In eerste instantie over alledaagse dingen. Toch krijg ik daardoor veel informatie over zijn psychische toestand. Hij heeft weerstand tegen de medicatie. Het is moeilijk over te brengen dat er een verband is tussen het gebruik van medicatie en het verbleken van zijn psychose. Om een psychose te voorkomen is het belangrijk dat Jeffrey hier meer inzicht in krijgt, dit noemen wij psychoeducatie. Jeffrey wil uiteindelijk zijn depot wel hebben, maar voegt er aan toe dat hij er zo snel mogelijk weer mee wil stoppen. 12.15 uur - Kees Terug op het hoofdkantoor heb ik een zitting voor het verlengen van een voorwaardelijke machtiging. Een machtiging ZORGANNONUMMER 132 - 12
is een - door de rechter opgelegde - gedwongen behandeling, die maximaal voor een jaar afgegeven kan worden. Een dergelijke zitting vindt plaats in de aanwezigheid van de cliënt en zijn advocaat, de behandelaars, een rechter en een griffier. Het is mijn taak om voorafgaand hieraan al het papierwerk in orde te maken: recent behandelplan, staat van uitvoering (rapportage) en de voorwaarden waar de cliënt zich tijdens de behandeling aan moet houden. De rechter bevraagt alle partijen. Op basis daarvan doet hij een uitspraak. In dit geval wordt de machtiging verlengd, omdat er nog steeds een grote kans bestaat dat Kees zijn medicatie niet neemt en zichzelf zal verwaarlozen. De kans op vereenzaming is groot. De voorwaarden waar Kees zich aan moet houden zijn het nemen van zijn medicatie en het binnen laten van de hulpverleners. 13.30 uur Mevrouw Rietzanger Op verzoek van een collega rijd ik langs een cliënt die zorg mijdt, maar waarvan wel het vermoeden bestaat dat er sprake is van een psychiatrische stoornis. De bedoeling is om actief in contact te komen en zo de cliënt te motiveren voor behandeling. Mevrouw Rietzanger heeft al enige tijd geen contact meer met haar familie en er blijkt een huurachterstand te zijn. De buren ervaren overlast. Zij horen vaak geschreeuw en zien dat het huis ernstig vervuild is. Ik bel aan. Niets. Ik controleer
Van de werkvloer
FACT-methodiek De FACT-methodiek is gebaseerd op zes principes: * We zijn daar waar de cliënt wil slagen Dit is het leidende principe van de werkwijze. FACT wil aansluiten bij het herstelproces van de cliënten. Ook zij willen een gewoon leven leiden, met een eigen huis, een baan en wellicht een gezin. * Vinden en Binden Meedoen betekent inclusie. Bij inclusie gaat het met name om het samenwerken in de buurt en het opbouwen van maatschappelijke steunsystemen, waarbij gebruik gemaakt wordt van aanwezige voorzieningen in de samenleving. * Transmurale samenwerking binnen de GGz Om cliënten de mogelijkheid te geven ook echt mee te doen in de maatschappij streven FACT-wijkteams ernaar opname te voorkomen of te verkorten.
* Bieden van ACT zorg wanneer nodig Om een opname te voorkomen wordt de zorg indien nodig geïntensiveerd. Gemiddeld 20% van de cliënten staat op het FACT-bord en komt op grond van diverse criteria in aanmerking voor intensievere steun. * Behandeling volgens de multidisciplinaire richtlijn In multidisciplinaire richtlijnen wordt beschreven welke behandelingen en psychosociale interventies wetenschappelijk aangetoond effectief zijn. De multidisciplinaire FACT-wijkteams maken het mogelijk de verschillende interventies te implementeren en aan te bieden aan alle cliënten van het team. * Ondersteunen van rehabilitatie en herstel Herstel is een proces van de cliënt zelf. De FACT-wijkteams ondersteunen dit proces. Ervaringsdeskundigen, werkzaam in elk FACT-wijkteam en in de kliniek, spelen hierbij een belangrijke rol.
Bron: www.fact.nl
de brievenbus om te zien of de post wordt weggehaald. De brievenbus puilt uit. Ik kijk door de ramen. Staat er eten op tafel, brand er licht? Ik loop achterom en bekijk de rommelige, overvolle achtertuin. Mevrouw Rietzanger krijg ik echter niet te zien of te spreken. Ik geef de details door aan mijn collega, zodat hij de volgende keer kan zien of er iets is veranderd dat zou kunnen duiden op haar aanwezigheid. Binnen het overleg openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ) worden de bevindingen en aanpak verder besproken. Bij dit overleg zijn vertegenwoordigers van de politie, GGD, GGz en de woningstichting aanwezig. 14.30 uur - Lisanne De laatste afspraak van vandaag is bij Lisanne. Ik neem met haar een zogenaamde MANSA - Manchester Short Assessment of Quality of Life - door. Dit is een vragenlijst die kwaliteit van leven meet en waaruit nieuwe doelen worden geformuleerd met de cliënt. Ik kan deze vragenlijst, die jaarlijks wordt afgenomen, ter plekke invullen via het EPD op mijn I-pad. Zo kan ik ook samen met de cliënt de behandelplannen maken. Met Lisanne gaat het erg goed. Haar belangrijkste doel is terugkeren in het arbeidsproces. Binnenkort zal ze een gesprek hebben bij het UWV. Dit vindt ze erg spannend. We bereiden het voor en ik zal met haar meegaan naar de afspraak.
15.30 uur - Terug op kantoor Na het laatste huisbezoek is het tijd voor telefonische klusjes, rapporteren en mijn productie invoeren. Ik weet dat het in de zorg vreemd klinkt om het over productie te hebben. Het gaat immers om mensen. Toch is het binnen het ambulante werk belangrijk om alles te registreren. Is er geen productie aanwijsbaar, dan wordt er door het zorgkantoor ook niet betaald. Ik noteer dus alle afspraken nauwgezet in mijn agenda. Elke week worden deze afspraken gefactureerd. Teveel productie wordt niet uitbetaald. Mijn productie - alle face to face contacten - wordt ook gemeten. Dit moet gemiddeld minimaal 65 % van mijn gewerkte uren zijn. Mijn werk kent vele aspecten, meer dan ik nu kan beschrijven. Het ambulante werk is een uitdaging; geen dag is hetzelfde. Je hebt veel autonomie, maar het vrij solistische karakter van het werk vergt veel van je bij het maken van de juiste afwegingen. Soms moet je in actie komen, soms moet je ‘op je handen zitten’ om de cliënt de kans te geven zelf de regie te nemen. Het mooie is dat wat je ook doet, je samen met de cliënt werkt aan zijn herstel in zijn eigen omgeving.
ZORGANNONUMMER 132 - 13
GGz
De deuren open Kennisdag over ambulantisering in de GGZ
Sociale inclusie versus stigmatisering Tekst: Sinanda Benjamins
In het Bestuurlijk Akkoord GGz (juni 2012) hebben overheid, verzekeraars en GGz Nederland afspraken gemaakt over een drastische inkrimping van de intramurale zorg. Een belangrijke voorwaarde voor het terugbrengen van het aantal bedden is het stimuleren en uitbreiden van de ambulante zorg.
ZORGANNONUMMER 132 - 14
GGz
De gedachte dat ondersteuning van mensen met psychische aandoeningen in de eigen omgeving te prefereren is boven verblijf in een instelling, wordt tegenwoordig breed gedragen. Voor een goede ambulante zorg is het essentieel dat alle betrokkenen hun bijdrage leveren en dat iedereen bereid is de deuren open te gooien. Dat vraagt de nodige inzet van de ggz-instellingen, maar vooral ook van gemeenten, zorgverzekeraars en andere maatschappelijke instanties. Alle betrokkenen moeten hun verantwoordelijkheid nemen.
Samenwerking De GGz Kennisdag - georganiseerd door het Trimbos Instituut, ZonMW en GGz Nederland - stond dit jaar in het teken van de ambulantisering. Tijdens de lezingen en debatten gingen hulpverleners, cliënten, onderzoekers en bestuurders in op vragen als: Hoe organiseren we een stevige infrastructuur van ambulante zorg en hoe mobiliseren we maatschappelijke ondersteuning? en Wat vraagt deze transitie van ggz-instellingen en hun medewerkers? De lezingen, debatten en workshops waren onderverdeeld in drie deelprogramma’s: - ambulante zorg en maatschappelijke inclusie - eigen kracht en burgerschap - organisatie en beleid Binnen elk deelprogramma kwamen uiteenlopende aspecten aan de orde; een aantal worden hieronder belicht. Ambulante zorg en maatschappelijke inclusie Door de veranderingen met betrekking tot de AWBZ krijgen gemeenten in de komende jaren de verantwoordelijkheid voor de lichtere vormen van wat nu nog AWBZ-zorg is. Om ggz-cliënten en andere groepen die daarmee te maken krijgen optimaal te kunnen ondersteunen, is het noodzakelijk dat welzijn, ggz en andere zorgorganisaties niet alleen intensief met elkaar en de cliënten samenwerken, maar vooral ook met andere maatschappelijke organisaties. Dat betekent dat iedereen uit zijn comfortzone moet komen en bereid moet zijn elkaar te vertrouwen. Iedereen moet worden aangesproken op waar hij goed in is en elkaar de ruimte gunnen daarin te excelleren. Heilige huisjes en instellingsculturen zullen daarvoor moeten wijken. De eerste stappen vanuit het instituut naar ‘thuis’ zijn gezet. De laatste jaren ontstaan steeds meer multidisciplinaire outreach teams, zoals de FACT-teams (Functie Assertive Community Treatment) . Ze bieden 2e-lijns gespecialiseerde zorg: behandeling conform richtlijnen en herstelondersteuning. Ze kunnen indien nodig snel schakelen naar intensieve zorg thuis. Maar de doelstelling is breder. Het behandelaanbod moet goed aansluiten bij het gewone leven. Samen met cliënt en familie moet een maatschappelijk steunsysteem worden vormgeven. Er moet samenwerking gezocht worden met de buurt en met diverse maatschappelijke organisaties. De professionals zullen bereid moeten zijn zich daarin bescheiden op te stellen en bepaalde zekerheden los te laten. Maar
zij moeten ook in staat zijn actief in te grijpen bij dreigende overlast of gevaar. In het artikel Dit is wat ik doe in dit magazine vertelt een ambulant psychiatrisch verpleegkundige hoe een FACT-team in de dagelijkse praktijk functioneert. Eigen kracht en burgerschap Cultureel antropoloog Maarten Muis is van mening dat de rol van hulpverleners bij het versterken van de maatschappelijke positie van cliënten met een psychische aandoening vrij marginaal is. Muis is als zelfstandig projectleider actief binnen patiëntenvereniging Anoiksis en Cliëntenbelang Amsterdam. Zijn stelling tijdens het debat Sociale inclusie, empowerment en destigmatisering luidde: • ggz-medewerkers moeten zich tot hun core business (hulpverlenen/behandelen) beperken en zich daarbij uiteindelijk overbodig maken; • zij spelen geen of een ondergeschikte rol voor de cliënt wat betreft vermindering stigma en bevorderen empowerment; • de motoren voor verandering zijn (ex) cliënten die weer stevig in de maatschappij staan. De focus van Muis’ werk ligt op empowerment van psychiatrische patiënten door middel van participatieprojecten als WMO Ambassadeurs GGz en Jongerenambassadeurs, stimuleren van eigen regie - Keuzehulp Schizofrenie - en campagnes voor eerlijke beeldvorming. Voor zijn boek Meer dan dat… (2011) interviewde hij tien mensen met de diagnose schizofrenie, die vertellen wat dat label voor hen betekent. Mensen die laten zien dat het mogelijk is te herstellen van een psychose, maar dat het stigma schizofrenie herstel in de weg staat. Organisatie en beleid Het is een gegeven dat de GGz afscheid zal moeten nemen van een belangrijk deel van zijn klinische zorg. Deze ontwikkeling vraagt van zowel de ervaren als de beginnende professional een andere manier van werken. Aanvullende competenties zijn noodzakelijk om in deze nieuwe GGz goede zorg te kunnen bieden. In zijn workshop Competente ambulante zorgprofessional zette Edwin Nicasie (GGNet) ze op een rijtje: - permanente reflectie op eigen handelen - permanente professionele nieuwsgierigheid - loslaten van de alwetende expert - gezamenlijk keuzes kunnen maken. Met het verdwijnen van de afdelingen verdwijnt ook de impliciete deskundigheid van een team en de zekerheid van structuren en regels. Dit zullen de komende jaren belangrijke aandachtspunten moeten zijn voor zowel de HR-afdelingen van GGz-instellingen als voor de opleidingsinstituten van het initiële en het vervolgonderwijs. ZORGANNONUMMER 132 - 15
Uit de praktijk
Manager voelt zich nog volbloed verpleegkundige
Vizier op de inhoud
Marieke Clijsen, manager bedrijfsvoering, haalt veel
inspiratie voor haar werkwijze uit de visie van Matthieu Weggeman zoals beschreven in zijn boek Leidinggeven aan professionals? Niet doen! De kern van zijn betoog is dat managers professionals moeten faciliteren in plaats van hun werkprocessen voortdurend te willen plannen en controleren.
Tekst: Peter Tielemnan
De uitdaging voor een manager is te zorgen dat verpleegkundigen - maar ook andere zorgprofessionals - zich vooral met de inhoud van hun vak kunnen bezighouden. Zij moeten zo min mogelijk worden belast met allerlei productiecijfers en bedrijfsprocessen. Dat is de overtuiging van Marieke Clijsen: ‘Hoe meer je zorgprofessionals opzadelt met het rekenwerk, hoe minder cliënten zij kunnen behandelen en verplegen. Als verpleegkundigen plezier in hun werk hebben en ze de mogelijkheid krijgen om zich vooral te richten op de behandelprocessen, komt het met de productie vanzelf wel goed. Daar hoef je dan als manager niet meer achteraan.’ Clijsen werkt momenteel als manager bedrijfsvoering binnen het centrum voor senioren van de GGz Breburg, maar voelt zich nog steeds volbloed verpleegkundige. Zij werkte, na de voltooiing in 1995 van de B-opleiding, zo’n 14 jaar als verpleegkundige. In die periode volgde zij daarnaast de onlangs officieel erkende opleiding tot klinisch geriatrisch verpleegkundige. Vorig jaar rondde zij na een managementopleiding aan de Hogeschool van Arnhem/Nijmegen, de masteropleiding strategisch management aan de Hogeschool Avans in Breda af.
ZORGANNONUMMER 132 - 16
Vakmanschap In 2009 maakte Clijsen de overstap naar een managementpositie. ‘Vanuit deze rol kan ik verpleegkundigen coachen en stimuleren om zich te blijven ontwikkelen. Ik probeer hen zoveel mogelijk te faciliteren’. Zij hecht daarbij niet alleen veel waarde aan de inhoud van het vak maar ook aan de profilering van de beroepsgroep. ‘Echte vakmensen zijn altijd op zoek naar het beste en het nieuwste op hun vakgebied’, aldus Clijsen. ‘Ik stel dan ook alles in het werk om verpleegkundigen en verzorgenden zoveel mogelijk scholing en bijscholingen te laten volgen; deskundigheidsbevordering werkt aanstekelijk. Een verpleegkundige die er de kantjes van afloopt, spreek ik aan en probeer ik te motiveren weer echt aan het werk te gaan en het plezier in het werk te hervinden.’ ‘Wat iemand voor mij tot een goede verpleegkundige maakt, zijn basishoudingen als nabijheid, betrokkenheid en oprechte aandacht. Verpleegkundigen hebben veelal een frequenter en directer contact met een cliënt dan andere zorgprofessionals. Ze zijn de oren en ogen van andere behandelaars die vaak niet in deze unieke gelegenheid zijn. Het is een prachtig beroep dat ik zal ondersteunen zoveel en zolang als ik kan.’
Uit de praktijk Marieke Clijsen
Dienend leiderschap Mathieu Weggeman is bedrijfskundige en professor aan de Technische Universiteit Eindhoven. Hij houdt zich bezig met kennis- en innovatiemanagement en heeft veel onderzoek gedaan naar de wijze waarop organisaties zijn ingericht. Managers moeten, aldus Weggeman, niet te veel hangen aan regels, controle en protocollen: ‘Een professional heeft een innerlijke drive om zijn werk te doen zoals het moet. Als je mensen duwt in de richting die ze al gaan, gaan ze niet harder lopen maar juist tegen hangen.’ Hij is van mening dat de noodzakelijke coördinatie geregeld moet worden door te sturen op een collectieve ambitie. Weggeman pleit voor leiding geven vanuit kracht en niet vanuit macht, onder de noemer dienend leiderschap. In zijn boek Leidinggeven aan professionals ? Niet doen! houdt hij managers voor dat professionals al gemotiveerd zijn. ‘Ze hebben jaren gestudeerd om eindelijk te mogen doen waar ze zo enthousiast over zijn. Verpruts dat enthousiasme niet.’
Voor en door verpleegkundigen Sinds 2008 levert Clijsen regelmatig bijdragen aan boeken voor de verpleegkundige en de sociaal pedagogische beroepsgroep (SPH) zoals Leerboek Psychiatrie voor verpleegkundigen, Verpleegkundige diagnostiek in de psychiatrie en het vorig jaar verschenen Psychiatrie voor SPH. Clijsen: ‘Ik was van mening dat er te weinig boeken waren die goed aansloten bij de verpleegkundige praktijk, dus besloot ik daar iets aan te doen. Zo hebben we voor het Leerboek Psychiatrie voor verpleegkundigen diverse deskundigen uit het hele land bij elkaar gebracht, waaronder een aantal verpleegkundigen. Verpleegkundigen weten heel goed hoe hun werk in elkaar zit. Het is mijn bedoeling om verpleegkundigen zoveel mogelijk zelf over hun vak te laten schrijven in plaats van dit aan andere disciplines over te laten. Overigens met alle respect en waardering voor de belangrijke bijdragen vanuit deze disciplines. Ik verwacht dat als verpleegkundigen zelf meer over hun vak schrijven - een ontwikkeling die bij de Nederlandse vakbladen voor verpleegkundigen al langer gaande is - de studieboeken eerder uit de kast worden gehaald, omdat de behandelde
stof herkenbaarder is en daardoor sneller toepasbaar. Elke werkplek zou een kleine bibliotheek moeten hebben waar verpleegkundigen vakliteratuur kunnen vinden die niet alleen is geschreven voor maar ook door verpleegkundigen.’ Clijsen vindt het erg belangrijk dat verpleegkundigen methodisch en systematisch werken. Vanuit haar gedrevenheid en haar passie voor het vak zal zij haar bijdrage blijven leveren om hun kennis en vaardigheden up-to-date te houden.
Literatuur: Weggeman, M. Leidinggeven aan professionals ? Niet doen ! Over Kenniswerkers, Vakmanschap en Innovatie, Scriptum Schiedam, 2007 Clijsen M, Garenfeld W, Kuipers G, Loenen van E, Piere van M. Leerboek psychiatrie voor verpleegkundigen, Elsevier Gezondheidszorg, Maarssen, 2008 Townsend M.C, Verpleegkundige diagnostiek in de psychiatrie - Een handleiding voor het maken van een verpleegplan, Reed Business, Amsterdam, 2009. Blanken, C., redactie: Clijsen, M., Garenfeld, W., Paske te I., Pierre van M, Psychiatrie voor SPH, Reed Business, Amsterdam, 2012.
ZORGANNONUMMER 132 - 17
Maakt simualtie eenvoudiger Nursing Anne met SimPad Nursing Anne is een patiëntoefenpop voor het trainen van verzorgings- en behandelingsscenario’s met verschillende types patiënten. Nursing Anne is een doeltreffende, effectieve en flexibele patiëntoefenpop voor klinische trainingen van vrouwenconsultatie, verloskunde, postnatale verzorging, observatie en opvolging van de wond- en patiëntenzorg. In combinatie met de SimPad weet u zeker dat uw simulatietrainingen altijd snel en efficiënt worden uitgevoerd. Het grote, intuïtieve touchscreen van de SimPad creëert het “plug en play” gevoel, waarmee een zeer effectieve simulatietraining mogelijk wordt. Neem voor meer informatie contact met ons op op 0342-405800 of bezoek onze website: www.laerdal.com
www.laerdal.com
ZORGANNONUMMER 132 - 18
Bezoek onze website www.laerdal.com voor meer informatie over hoe SimPad simulatie ook voor u makkelijker kan maken.
Boeken
Culturele diversiteit in de gezondheidszorg Binnen de gezondheidzorg doen zich regelmatig misverstanden voor als gevolg van een steeds grotere diversiteit in de culturele en sociaaleconomische achtergrond van patiënten. Uitgangspunt is dat de zorg toegankelijk is voor iedereen; ongeacht afkomst, inkomen, ras, geslacht of religie. Het is dus van het grootste belang om factoren die de toegang tot de zorg belemmeren te kennen. Om vraaggerichte zorg te kunnen bieden is inzicht nodig in de diverse culturele achtergronden, Het is immers vrijwel onmogelijk om professioneel te handelen als je de vraag van de patiënt niet begrijpt. Culturele vaardigheden zijn daarvoor onmisbaar. Culturele diversiteit in de gezondheidszorg geeft inzicht in deze vaardigheden. Allereerst komen feiten en algemene principes in relatie tot cultuur en gezondheid aan de orde. Daarna wordt de problematiek besproken van specifieke doelgroepen en komen de rollen en verantwoordelijkheden van verschillende zorgprofessionals en intermediairs aan bod. Een zorgprofessional die ‘cultureel vaardig’ is, kan een zorgvraag beter begrijpen en daardoor veel misverstanden voorkomen en heeft bovendien inzicht in hoe de zorgvraag wordt beïnvloed door vooroordelen van zowel hemzelf als van de patiënt. titel: Culturele diversiteit in de gezondheidszorg - Kennis, attitude en vaardigheden auteurs: Wolffers, I; Van der Kwaak, A; Van Beelen, N. ISBN: 978 90 469 0328 5 prijs: € 39,50
NUfo
is de digitale nieuwsbrief van NU’91. Hierin vind je het laatste nieuws over NU’91 en over de ontwikkelingen binnen de zorg. Wil jij ook NUfo ontvangen? Ga dan naar www.nu91.nl en log in via Mijn NU’91 en pas Mijn gegevens aan.
Ikben
NUlid
Geef het ons op tijd door wanneer je van adres verandert of van werkgever. Vul de nieuwe gegevens in en stuur de bon -zonder postzegel - naar: NU’91 Ledenadministratie Antwoordnummer 9331 3500 ZC Utrecht Je kunt de wijzigingen natuurlijk ook per email doorgeven:
[email protected]
naam lidnr. email
Nieuw adres adres postcode tel. nr.
woonplaats
oude postcode
rekeningnr.
Nieuwe werkgever naam instelling adres postcode
plaats
ingangsdatum email werk ZORGANNONUMMER 132 - 19
Joop van den Ende Theaterproducties & Disney Theatrical Productions presenteren
.
.a Met o
2
ST
O
M NO AA G ND M EN AA TE R ZI EN
PT
!
Fotografie: Deen van Meer
© Disney
ErTië!l KaE ls A
HEEFT U GEEN KAARTEN GEWONNEN MET DE NU’91 ACTIE? BOEK NU MET EEN SPECIALE KORTING VOOR SLECHTS €25 PER KAART! 45 cpm
0900 -1353 o.v.v. Stopt