Interbestuurlijk Experimentenprogramma Bevolkingsdaling 24 vernieuwende ideeën voor de aanpak van bevolkingsdaling
2
Interbestuurlijk Experimentenprogramma Bevolkingsdaling 24 vernieuwende ideeën voor de aanpak van bevolkingsdaling
3
Inhoudsopgave Voorwoord
7
Interbestuurlijk Experimentenprogramma Bevolkingsdaling
9
Experimenten wonen KLUS, Zeeuws Vlaanderen
10
Bomenbuurt Winschoten
11
Buurtaanpak Vrieheide de Stack
12
Marktonderzoek samenvoegen woningen, Zeeuws Vlaanderen
13
Krimp en Strategisch Woningvoorraadbeheer
14
Een toekomst voor beschermde dorpsgezichten Dongeradeel
16
Aanpak Rotte Kiezen Doarpswurk
18
Grensoverschrijdend wonen in Zeeuws Vlaanderen, Zuid Beveland en West Brabant
20
Ganzedijk bijvoorbeeld
21
Experimenten Zorg Experiment Drenthe: Zorgkracht in Krimpgebieden
22
Voor elkaar in Parkstad: [Samen voor elkaar]
24
Experimenten Onderwijs Scholenbouwmeester: “Scholen van het Noorderland”
26
Handboek Krimp voor het onderwijs
28
Herplanning scholenaanbod Zeeland
30
Xperience Parkstad
32
4
Experimenten Voorzieningen Nieuwe planningsmethodiek, Eemsdelta
33
Smart Rural Network Society (Dorpshuis Nieuwe Stijl)
34
Masterplan voorzieningen Zeeuws-Vlaanderen
36
Geïntegreerde Kindvoorzieningen op het Groninger Platteland
38
Experimenten Herschikking openbare ruimte Toolkit nieuwe open ruimte, Terneuzen
40
Groene Dynamiek in een krimpende regio, Heerlen
41
Experimenten Actief burgerschap Ontwikkeling van de gemeenschap door zelfsturing
42
Buurtschappen in het groen voor Delfzijl
44
Experimenten Arbeidsmarkt Venturi-project een samenwerkingsverband tussen ondernemers, onderwijs en overheid Van Meer naar Beter
45
46
5
6
Voorwoord Bevolkingsdaling vraagt om nieuwe ideeën en innovatieve oplossingen om de negatieve gevolgen van deze ontwikkeling tegen te gaan. Nieuwe vormen van samenwerking tussen overheden, maatschappelijke organisaties, bedrijven, kennisinstellingen en burgers horen daarbij. We moeten buiten de gebaande paden durven treden en ons niet laten weerhouden door bestaande tradities en regels. Om lokale partijen in krimp- en anticipeerregio’s te stimuleren bij het ontwikkelen en uitvoeren van nieuwe werkwijzen in de aanpak van bevolkingdaling heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het interbestuurlijke experimentenprogramma Bevolkingsdaling opgezet. In deze brochure presenteren de 24 experimenten van dit experimentenprogramma zich. Stuk voor stuk interessante projecten waarin verschillende partijen het aangedurfd hebben om nieuwe werkwijzen te ontwikkelen, die nieuwe inzichten geven in hoe om te gaan met de gevolgen van bevolkingsdaling. In deze brochure vindt u niet alleen informatie over de experimenten zelf, maar ook over de ondersteuning van het Rijk bij deze experimenten. Verschillende ministeries ondersteunen experimenten op hun beleidsterrein. Zo ondersteunt de SEV (Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting) bijvoorbeeld in opdracht van het ministerie van BZK de experimenten op het terrein van wonen en voorzieningen inhoudelijk met haar expertise op deze gebieden. Mochten experimenten tegen knelpunten in wet- en regelgeving aanlopen, dan neemt het Rijk de verantwoordelijkheid op zich om te onderzoeken of deze knelpunten kunnen worden weggenomen. Ook ondersteunen de provincies een aantal experimenten. De provincies dragen bij aan de experimenten als trekker, co-financierder en expert. Het ministerie van BZK wil met deze brochure reeds betrokken partijen stimuleren tot het delen van kennis uit de experimenten en andere partijen inspireren tot het ontwikkelen van nieuwe aanpakken. Daartoe zijn de contactgegevens van de experimenthouders opgenomen, zodat u voor nadere informatie de direct betrokkenen kunt benaderen. Ik hoop dat deze brochure u inspireert om met lokale partners en op creatieve wijze de aanpak van bevolkingsdaling verder te ontwikkelen. Inge Vossenaar Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Directeur Woon- en Leefomgeving
7
8
Interbestuurlijk experimentenprogramma Bevolkingsdaling Het experimentenprogramma Bevolkingsdaling is in volle gang! In 24 projecten wordt enthousiast gewerkt aan een creatieve aanpak van de bevolkingsdaling. En inmiddels is ook een aantal projecten al succesvol afgerond. Experimenten die zeer leerzaam zijn voor de aanpak door de krimpregio’s of regio’s die in de nabije toekomst met bevolkingsdaling te maken krijgen. Het ministerie van BZK en andere betrokken departementen bieden op verschillende manieren ondersteuning aan de experimenthouders. Ieder departement op haar beleidsterrein. Deze ondersteuning kan bestaan uit het beschikbaar stellen van kennis en kunde via financiering van experts en onderzoek. Ook zet het Rijk tijdelijke externe projectleiders in om experiment tijdelijk een duwtje in de rug te geven, indien dat nodig blijkt. Om de lessen uit de experimenten helder te krijgen laat BZK eind 2012/begin 2013 de 24 experimenten evalueren. Voor de effectiviteit en het succes van de experimenten is een goed werkend netwerk en een adequate kennisdeling van groot belang. Daarom faciliteert het ministerie van BZK het delen van kennis, onder andere middels deze brochure. Het ministerie zet ook in op de bekende digitale kanalen zoals www.vanmeernaarbeter.nl en nieuwsbrieven waarin ervaringen uit de verschillende projecten wordt gedeeld. Verder organiseert het ministerie bijeenkomsten waarin het delen van kennis over de experimenten centraal staat. Net als vorig jaar zal er eind 2012 een experimentenparade worden georganiseerd om het delen van kennis en ervaringen te stimuleren tussen experimenthouders en andere betrokkenen. Lokale partijen krijgen de komende tijd de gelegenheid nieuwe projecten aan te melden als experimenten, zodat die met ondersteuning van het Rijk kunnen worden uitgevoerd. Als u een idee heeft voor een experiment en meer wilt weten over de criteria voor toelating tot het experimentenprogramma kunt u met mij contact opnemen. Het ministerie van BZK blijft graag op de hoogte van nieuwe creatieve initiatieven. Wij denken met u mee! Pedro Campos Ponce Coördinator Interbestuurlijk Experimentenprogramma Bevolkingsdaling 070-3390358
[email protected]
9
KLUS, Zeeuws Vlaanderen Ook in Zeeuws Vlaanderen komen gemeenten in actie tegen rotte kiezen. Naar voorbeeld van de succesaanpak van Gemeente Franekeradeel en Stichting Doarpswurk, wordt hier de verloedering regionaal aangepakt. Het doel is een gezamenlijke aanpak te formuleren waarbij achterstallig onderhoud van particuliere woningen wordt aangepakt en voorkomen. Enerzijds wordt ingestoken op de 'stok' door woningeigenaren aan te schrijven op grond van de Woningwet. Anderzijds wordt de sociale problematiek achter de voordeur betrokken en bestaan er 'wortels' in de vorm van goedkope leningen voor de aanpak van het onderhoud. In veel gevallen zal de eigenaar na de aanschrijving besluiten om het noodzakelijk onderhoud te laten uitvoeren, voordat de gemeente het onderhoud pleegt op kosten van de eigenaar. Hulst heeft al ervaring met het aanschrijven van panden, Terneuzen en Sluis kennen een ‘piepsysteem’. De aanpak bestaat uit het opstellen van criteria waaraan verloederde panden moeten voldoen, een inventarisatie om een beeld te krijgen van de omvang van de problematiek en het inzetten van het 'wortel en stok' instrumentarium. De regionale aanschrijvingscriteria zijn nog niet opgesteld. De sociale aanpak gericht op de eigenaar die niet draagkrachtig genoeg blijkt om het onderhoud uit te voeren, moet ook nog worden afgerond. De eerste resultaten worden eind 2012 verwacht.
“Bij de aanpak van verloederd bezit gaan de kosten voor de baten uit en is een lange adem vereist, maar de dankbaarheid van de omgeving is oneindig groot!” Léon Kaagman, Beleids-medewerker Wonen/Demografie
Projectleider: Functie: Organisatie: Tel.: E-mail:
Léon Kaagman Beleidsmedewerker Wonen/demografie Provincie Zeeland 0118-631940
[email protected]
10
Bomenbuurt Winschoten ‘Gaan voor kwaliteit, maar wel minder’ is het uitgangspunt van de ontwikkeling van een integrale wijkaanpak om de Bomenbuurt krimpproof te maken. De kwaliteitsimpuls wordt gerealiseerd door een combinatie van sloop en/of herstructurering van de huur- en koopvoorraad, woningverbetering en woningdifferentiatie en door het aanpakken van de openbare ruimte. Op basis van een bewonersonderzoek en een marktanalyse van de woningvoorraad in opdracht van de SEV is een wijkvisie (RIGO en Bureau Middenin 2011) opgesteld, dat heeft gediend als onderlegger van een collegevoorstel. Dit voorstel, (zie www.gemeente-oldambt.nl), is opgebouwd uit twee mogelijke scenario’s: Scenario 1: sloop van een aantal woningen, toevoegen van groen en parkeervoorzieningen en stimuleren van particuliere woningverbetering door middel van een laagrentende lening. Scenario 2: stimuleren van particuliere woningverbetering middels een laagrentende lening. Eind vorig jaar spraken de bewoners zich al uit voor scenario 1. Ook de woningcorporatie Acantus is al actief in de buurt met het opknappen van de huurwoningen. De provincie financiert het fonds voor particuliere woningverbetering en is bereid om het geld dat de gemeente investeert in sloopplannen en de openbare ruimte te verdubbelen. Het college van B&W en de gemeenteraad hebben besloten om een
budget van 850.000 euro beschikbaar te stellen. Met deze maatregelen wil de gemeente de buurt ‘krimpproof’ maken voor de toekomst door de spanning terug te brengen op de woningmarkt en de leefbaarheid te verbeteren. De uitvoering gaat in de eerste helft van 2013 van start.
“Een Integrale aanpak leidt tot meer (duurzame) kwaliteit in de Bomenbuurt. De woningvoorraad verdunnen zal uiteindelijk leiden tot een leefbare Ali Dammer, projectleider Bomenbuurt die voor de toekomst gewaarborgd blijft.”
Projectleider: Functie: Organisatie: Tel.: E-mail:
Ali Dammer Projectleider Wonen, Dorps- en Wijkvernieuwing, Gemeente Oldambt 0597-482408
[email protected]
11
Buurtaanpak Vrieheide – De Stack Vrieheide in Heerlen: veel bewoners houden van de wijk en willen er blijven wonen. Maar er zijn ook problemen, bijvoorbeeld ten aanzien van de woningvoorraad, de openbare ruimten en de sociale problemen van mensen die het moeilijk hebben. Daarbij verandert de bevolking en zijn er meer ouderen en minder kinderen. Dit vraagt om minder of andere woningen. Dat de wijk hoofdzakelijk uit particulier eigendom bestaat maakt de opgave nog uitdagender, want geld om een deel van de woningen op te kopen is er gewoon niet. Samen met bewoners en partners, zoals woningcorporaties en banken, zoekt de gemeente Heerlen naar mogelijkheden om de problematiek in de buurt aan te pakken en de leefbaarheid te verbeteren. De aanpak bestaat uit elf proefprojecten. Met die projecten wordt een start gemaakt met het oplossen van de problemen. De projecten richten zich onder andere op het helpen van mensen met financiële problemen, door plekken in de wijk samen met de buurt op te knappen en het voorkomen van gedwongen verkopen. Andere deelprojecten en zijn het verduurzamen van de bestaande eengezinswoningen, het ontwerpen van concepten om de gebiedsontwikkeling te organiseren en de aankoop en herbestemming van de Christus Koningkerk.
“De creatieve aanpak voor Vrieheide betekent: met bewoners en partners om de tafel, met durf en experimenteerdrift oplossingen zoeken. Een aanpak die past bij deze unieke wijk met haar eigen sores en toekomst” Ria Waarle, procesmanager
Eén van de elf projecten gaat over participatie van eigenaren van woningen. Om inzicht te krijgen in hun situatie, de betrokkenheid bij de buurt en de rol die ze willen en kunnen spelen in de verbetering van de eigen woonomgeving worden 150 “keukentafelgesprekken” gevoerd. Dus: samen aan de slag in kleine projecten om te leren welke perspectieven er zijn voor de toekomst en hoe daarna grotere projecten kunnen worden opgestart.
Contact: Functie: Organisatie: Telefoon: E-mail:
Joost van Daalen Projectleider Herstructurering Gemeente Heerlen 045-5605040
[email protected]
Contact: Functie: Organisatie: Telefoon: E-mail:
Ria Waarle procesmanager, BMC BMC 033-4965200
[email protected]
12
Marktonderzoek samenvoegen woningen, Zeeuws-Vlaanderen Kan samenvoeging van particuliere woningen leegstand in Zeeuws Vlaanderen voorkomen? Dat is de vraag waar het om draait in het experiment "Marktonderzoek1.samenvoegen woningen". Een oplopend overschot van goedkope particuliere woningen dreigt. Particuliere eigenaren zullen niet besluiten om hun in slechte staat verkerende woning te slopen. Voor de overheid is opkopen en slopen onbetaalbaar. Samenvoegen is een goedkopere oplossing. Samenvoegen van woningen kan bovendien voor een kwaliteitsimpuls en meer diversiteit in het woningaanbod zorgen. Dat klinkt als een goede kans! Maar dan de praktijk. Het samenvoegen van woningen betekent ook waardevermindering. De waarde van één samengevoegde woning is minder dan de optelsom van de twee afzonderlijke woningen. En het samenvoegen van woningen vraagt een hoop procedurele rompslomp. Drie gemeenten in Zeeuws Vlaanderen (Hulst, Terneuzen en Sluis) hebben samen met de provincie Zeeland een onderzoek laten uitvoeren dat antwoord moest geven op de vragen: o Is er animo voor het samenvoegen van woningen? o Onder welke condities willen bewoners overgaan tot samenvoeging? o Welke ondersteuning vanuit de gemeente is hierbij nodig?
“Samenvoegen van woningen subsidiëren is nog altijd goedkoper dan aankopen en slopen! Bovendien biedt het de markt een nieuw segment.” Léon Kaagman, beleidsmedewerker
De animo om woningen samen te voegen lijkt op basis van het onderzoek niet groot. Toch wordt het als kans gezien om op beperkte schaal de kwaliteit van de woningvoorraad en de dynamiek op de woningmarkt te verbeteren. De drie gemeenten hebben besloten om de informatievoorziening over wat er allemaal bij komt kijken te stroomlijnen en hebben centrale contactpersonen aangewezen. Hierbij is er ook een link gemaakt met goedkope leningen om een woning op te knappen dan wel samen te voegen. De gemeente Sluis treft bovendien in het project Aantrekkelijk Oostburg voorbereidingen om het samenvoegen een extra financiële stimulans te geven.
Contact: Functie: Organisatie: Telefoon: E-mail:
1 http://www.sev.nl/rapporten/rapport.asp?code_pblc=1092
13
Léon Kaagman Beleidsmedewerker Wonen/ Demografie Provincie Zeeland 0118-631940
[email protected]
Krimp en Strategisch woningvoorraadbeheer Groene Hart Kun je de regio helpen in het accepteren van krimp door een actieve anticipatie daarop te ontwikkelen? Dat is de vraag die centraal stond in dit experiment in de Randstad waar de groeigedachte vaak nog overheerst. Inderdaad is de krimp binnen de Randstad nog beperkt. De opgave nu is daarom nog vooral het afbreken van een totaal tegengesteld verwachtingenpatroon. Anticiperen op krimp vergt dan ook een grote cultuur- en mentaliteitsomslag, maar is wel nodig. Bevolkingsdaling zal zich binnen afzienbare termijn niet alleen in het Groene Hart voordoen, maar in nagenoeg alle landelijke regio’s van Zuid-Holland. De aanpak van het experiment in de regio Alblasserwaard Vijfheerenlanden richtte zich vooral op het tot stand brengen van de bewustwording over de veranderende bevolkingsperspectieven door gelijktijdig te werken aan een ander toekomstbeeld voor de regio. In dat toekomstbeeld is kerndifferentiatie een belangrijk gegeven.
“Neem de tijd voor het verkrijgen van voldoende en breed aanvaarde bewustwording over Krimp. Forceren van de discussie leidt vaak tot Mark Reede, Projectleider verkrampte ontkenningsreacties.” De ervaringen in dit experiment laten zien dat het tot stand brengen van bewustwording over de demografische veranderingen alle inzet en energie van betrokken bestuurders vergt en tevens om de nodige tijd vraagt. Het proces van bewustwording bleek niet bevorderd te worden door gelijktijdig een nieuw beleidsperspectief te presenteren dat een ‘antwoord’ zou kunnen geven op die nieuwe demografische opgaven. Na een periode van circa twee jaar heeft de regio vastgelegd dat de verminderende demografische verwachtingen vertaald worden in een forse wijziging van het regionaal woonbeleid. Dat vormt dan weer de input voor de later vast te stellen Toekomstvisie Alblasserwaard Vijheerenlanden 2030. Na deze bewustwording op bestuurlijk niveau zal in de regio de dialoog hierover met de gemeenteraden en inwoners en het maatschappelijke middenveld worden gestart. Dit vindt plaats in het opstellen van de nieuwe regionale toekomstvisie Alblasserwaard Vijheerenlanden 2030.
14
Daarnaast is de Regio aan zet om de effecten van het gewijzigde regionaal woonbeleid in te vullen en de financieel-juridische consequenties ervan te verwerken De provincie Zuid-Holland heeft dit experiment actief ondersteund en zal ook in het vervolg actief blijven. Op grond van de in deze regio opgedane ervaringen wordt de discussie met de andere landelijke regio’s in de provincie gevoerd.
Contact: Functie: Telefoon: E-mail:
Mark Reede projectleider Provincie Zuid Holland 070-4416845
[email protected]
Contact: Functie:
Iemke Bruseker projectleider Regio Alblasserwaard Vijfheerenlanden Organisatie: Gemeente Gorinchem Tel.: 0183-659575 E-mail:
[email protected]
15
Een toekomst voor beschermende dorpsgezichten, Dongeradeel Holwerd, Ee, Metslawier en Paesens-Moddergat zijn kernen die binnen de gemeente Dongeradeel zijn aangemerkt als beschermd dorpsgezicht. Maar het zijn ook vier kernen die te maken hebben met bevolkingsdaling. De beperkte instroom van nieuwe inwoners maakt het moeilijk om woningen te verkopen. Het aantal woningen dat te koop staat groeit, evenals het aantal woningen met achterstallig onderhoud. Daarnaast is het met de huidige woningmarkt moeilijk concurreren met ruime, comfortabele woningen buiten de kernen.
De gemeente Dongeradeel wil de beschermde dorpskernen een nieuwe toekomst geven door: o de ruimtelijke kwaliteit in de dorpskernen te verbeteren; o nieuwe functies te zoeken voor woningen; o woningen zodanig aan te passen dat ze de concurrentieslag met nieuwere woningen aankunnen. Hoofddoel van het experiment is het behouden en versterken van de kwaliteiten in de beschermde dorpsgezichten en hun omgeving. Om deze kwaliteiten in kaart te brengen worden een cultuurhistorische en bouwhistorische verkenning en een dorpsverkenning opgesteld. In de dorpsverkenning kunnen de inwoners zelf hun visie geven op hun dorp. Deze drie ingrediënten vormen samen het kader voor plannen en projecten die in de dorpsgezichten opgestart kunnen worden. Bemiddelend orgaan wordt een dorpsontwikkelingsmaatschappij (De DOM) bestaande uit inwoners van het dorp. Naast plannen die zich richten op de (particuliere) woningen en de openbare ruimte is er ook plaats voor ideeën die zich richten op de sociale omgeving.
16
“Wij richten ons in Dongeradeel op onze kwaliteiten en de leefbaarheid in de dorpen in plaats van krampachtig de krimp proberen te bestrijden. Dat Sytske Raap, projectleider is onze kracht” “Het streven is om de verkenningen in de zomer van 2012 af te ronden, waarna we kunnen starten met uitvoering in de vier dorpen door allereerst de dorpsontwikkelingsmaatschappijen op te richten. Het experiment zal in eerste instantie lopen tot 2015, maar wij hopen natuurlijk dat het een succes wordt en het daarna een continu proces kan worden waarin burgers en overheid samenwerken om de leefomgeving op peil te houden.” Kortom: Dongeradeel kijkt naar de toekomst door zich te richten op de kwaliteiten en de leefbaarheid in de dorpen. Dongeradeel kiest er bewust voor om niet van bovenaf de krimp krampachtig te bestrijden, maar om de innerlijke kracht van de gemeenschappen aan te spreken door deze te faciliteren.
Contact: Functie:
Sytske Raap Projectleider Leefomgeving en Wonen Organisatie: Gemeente Dongeradeel Tel.: 0519-298761 E-mail:
[email protected]
17
Aanpak Rotte Kiezen Doarpswurk In Fryslân wordt gewerkt aan de ‘Aanpak Rotte Kiezen’. Dit is de aanpak van panden waarvan de particuliere eigenaar niet in staat is om voor noodzakelijk onderhoud of verbeteringen te zorgen. Deze verpauperde panden hebben een negatief effect op de leefbaarheid van het hele dorp. Tijd voor actie! Aanpak Rotte Kiezen richt zich op de reeds bestaande verpaupering, maar probeert ook nieuwe verpaupering, mede als gevolg van de bevolkings- daling, te voorkomen. Met een beperkte inzet van maatschappelijk geld zorgen voor duurzame verbetering van de leefbaarheid, dat is het doel.
In 2006/’07 is Doarpswurk samen met vier corporaties (Elkien, Thús Wonen, WoonFriesland en Wonen Noordwest Friesland) en de provincie Fryslân het project gestart. In de afgelopen jaren is vooral gewerkt aan bewustwording van de problematiek en van de verantwoordelijkheden die eenieder bij de oplossing heeft. Belangrijk hierbij is dat gemeenten actief handhaven. Als men de eigen welstandnota aanpast of een excessenregeling opstelt, kan men volgens de Woningwet 2007 handhaven op aspecten van welstand en leefbaarheid. Een gemeente hoeft dus niet meer te wachten tot er sprake is van direct gevaar. Franekeradeel is de eerste Friese gemeente die haar beleid op dit punt heeft aangepast en met succes eigenaren van rotte kiezen heeft aangeschreven. Begin 2012 is een onderzoeksrapport opgeleverd waarin de verschillende stappen van handhaving op verpaupering wordt beschreven, inclusief een voorbeeldbrief voor ieder van deze stappen, terug te vinden op www.sev.nl.
“Het verhogen van de fysiek en sociale kwaliteit is dé manier om ondanks krimp de leefbaarheid te versterken. Met Aanpak Rotte Kiezen werk ik daar graag aan mee!” Maeike Lok, projectleider
18
Eigenaren die welwillend zijn, maar vanwege financiële of bijvoorbeeld psychische omstandigheden niet in staat zijn hun woning op te knappen, worden via de maatwerkmethode van Aanpak Rotte Kiezen benaderd. In 2012 wordt deze methode in de praktijk gebracht. In Holwerd (gemeente Dongeradeel) wordt drie eigenaren van verpauperde panden hulp aangeboden bij het opknappen van de woningen. Per pand wordt gezocht naar de beste oplossing – van ondersteuning bij verkoop of opknappen tot sloop en herbestemming. De samenwerking van Doarpswurk met eigenaar, dorp, gemeente, provincie, corporatie Thús Wonen en ROC Friesland College moet ervoor zorgen dat de eigenaren en het dorp worden verlost van rotte kiezen. Meer informatie over de Aanpak Rotte Kiezen Doarpswurk is te vinden op de website www.aanpakrottekiezen.nl.
Projectleider: Functie: Organisatie: Tel.: E-mail:
Maeike Lok consulent en projectleider Doarpswurk 0566-625010
[email protected]
19
Grensoverschrijdend wonen in Zeeuws-Vlaanderen, Zuid-Beveland en West Brabant In Zeeuws-Vlaanderen is sprake van een dalende bevolking en een te ontspannen woningmarkt. In West-Brabant en ZuidBeveland kan dit ook ontstaan. De Belgische buurgemeenten kampen juist met stijgende woningprijzen en woningtekorten, vooral op het gebied van sociale huurwoningen. Dus waarom niet over de Belgische grens zoeken naar potentiële nieuwe inwoners? Uit een onderzoek naar grensoverschrijdend wonen, blijkt dat er maar weinig fiscaaljuridische belemmeringen zijn. Beeldvorming en culturele verschillen vormen wel barrières. Voor sociale huurwoningen lijken er kansen te liggen voor de Belgische bevolkingsgroep, die teveel verdient voor de Belgische sociale huurmarkt maar nog wel onder de Nederlandse €33.000,- grens valt. Op de korte termijn zijn deze kansen er nog niet zozeer, door oplopende wachtlijsten op de Nederlandse sociale huurmarkt, maar op termijn zeker wel. Voor de koopmarkt zijn de kansen nog groter, en dat is in 2011 ook in de praktijk gebleken: steeds meer Vlamingen zoeken een woning in Nederland door het oplopende prijsverschil. Op 1 maart 2012 is een campagne door makelaars en notarissen in Zeeuws-Vlaanderen begonnen om de nieuwe ontwikkelingen verder aan te jagen en om de nieuwe immigranten goed te begeleiden en informeren.
“De vraag is niet wat de Vlamingen tegenhoudt om in Nederland te wonen: ze komen namelijk al!” De vraag is: hoe stimuleren we die Léon Kaagman, beleidsmedewerker positieve ontwikkeling?” De aanpak van het experiment bestaat uit een onderzoek naar de kansen voor het grensoverschrijdend wonen en de aanpassingen aan zowel de woningen als de toewijzigingsprocedures. Er zijn diverse deelprojecten binnen dit experiment waaronder een quickscan van de woningmarkt in zuidwest Nederland, het ontwikkelen van een marketingstrategie en criteria voor het internationaal toewijzen van woningen en andere Projectleider: Leon Kaagman praktische procedures, zoals een Functie: Beleidsmedewerker inschrijfsysteem. Het experiment Wonen/demografie loopt nog door in 2012 om de Organisatie: Provincie Zeeland ontwikkelingen te monitoren en Tel.: 0118-631940 om verbreding naar de sociale E-mail:
[email protected] huurmarkt voor te bereiden.
http://www.sev.nl/rapporten/rapport.asp?code_pblc=1065 20
Ganzedijk bijvoorbeeld! Even was er sprake van dat het dorp Ganzedijk grotendeels tegen de vlakte zou gaan en teruggegeven zou worden aan de natuur. Een storm van protest brak los. Het Groningse dorp Ganzedijk werd symbool van de krimpregio’s in Nederland. De dorpelingen verenigden zich en Rijk, provincie Groningen en de gemeente Oldambt hebben de afgelopen jaren met succes geïnvesteerd in het dorp. Veertien woningen zijn gesloopt, er zijn woningen gerenoveerd, een speeltuin en vlindertuin zijn aangelegd. In de uitvoering kwamen de partijen tal van knelpunten tegen. Alle knelpunten zijn uiteindelijk naar tevredenheid met de betrokkenen opgelost. De ervaring uit dit project leert dat veel bereikt kan worden wanneer instanties samen gaan werken en in gesprek gaan met de bewoners. Belangrijke conclusie van de evaluatie van de aanpak is dat de aanpak uiteindelijk sociaal een succes is, maar dat de kosten zeer hoog zijn (2,2 miljoen euro). Daarmee is deze aanpak maar beperkt inzetbaar in andere krimpgebieden. Het evaluatierapport van het experiment Ganzedijk is beschikbaar op de website: van de SEV1.
“Het is een arbeidsintensief project geweest, maar het gaat om het uiteindelijke resultaat. De mensen zijn tevreden met de gekozen oplossingen en ook de herinrichting van de openbare ruimte is zeer positief door de Ali Dammer, Projectleider inwoners ontvangen.”
Projectleider: Functie: Organisatie: Tel.: E-mail:
Ali Dammer Projectleider Wonen, Dorps- en Wijkvernieuwing, Gemeente Oldambt 0597-482408
[email protected]
1
http://www.sev.nl/rapporten/raport.asp?code_pblc=1066
21
Experiment Drenthe: Zorgkracht in Krimpgebieden Een toenemende zorgvraag door de vergrijzing, maar minder handen aan het bed door de ontgroening: dat is de uitdaging waarmee krimpregio Oost-Drenthe de komende jaren te maken krijgt. Gemeenten hebben daarom het initiatief genomen tot een experiment. In een bijzondere vorm van samenwerking gaan (concurrerende) zorgaanbieders samen aan tafel om de zorgvraag van inwoners van het veenkoloniale gebied zo goed mogelijk op te pakken. Binnen het project zijn ook welzijnsorganisaties, woningcorporaties, vrijwilligers en mantelzorgers betrokken. Samen stellen zij zich garant voor goede zorg in het gebied. Achttien partijen hebben hun intenties in een convenant vastgelegd en voeren de komende twee jaren het zorgexperiment uit. Nu is het soms zo dat een thuiszorgaanbieder midden in de nacht voor één cliënt een rit van 20 kilometer moet maken, waarna een concurrerende aanbieder hetzelfde dorp aandoet voor een andere cliënt. Betere afstemming kan de zorg efficiënter maken, waardoor het langer rendabel blijft voor zorgaanbieders om actief te zijn in een dunbevolkt gebied. Daarnaast zoeken zij ook naar andere oplossingen voor de vragen van de toekomst: beter gebruik van de mogelijkheden van samenwerking.
“Krimpgebieden zijn bij uitstek de plek om alle zorgkracht in de samenleving te bundelen. Dat vraagt om ruimte en lef om nieuwe zorgconcepten voor de Fenna Bolding, Senior Adviseur Stamm toekomst te ontwikkelen.”
In het zorgexperiment in Drenthe staat de zorgvraag en de zorgkracht van bewoners centraal. Met ondersteuning vanuit het ministerie VWS zijn in het voorjaar van 2012 twintig keukentafelgesprekken gevoerd in alle dorpen in het experimentgebied. Deze gesprekken moeten een beter zicht opleveren op de behoefte aan hulp, ondersteuning en zorg op dit moment en voor de toekomst.
22
Daarnaast wordt uitgebreid gesproken over de zorgkracht van bewoners zelf. Welke hulp en zorg kunnen zij zelf of met steun van anderen organiseren, maar ook: zijn bewoners bereid hulp en steun aan elkaar te geven en van elkaar te accepteren? En wat is er nodig om dit ook in de toekomst te blijven doen? De uitkomsten van deze keukentafelgesprekken vormen de belangrijkste input voor het verder ontwikkelen en implementeren van een nieuw zorgconcept. Het ministerie van BZK heeft het mogelijk gemaakt dat andere partijen in het land het Drentse zorgexperiment kan volgen. Rond de zomer van 2012 verschijnt een E-book met de wordingsgeschiedenis en de vorderingen van het experiment.
Projectleider: Functie: Organisatie: Tel.: E-mail:
Fenna Bolding Senior Adviseur Stamm 06-12686160
[email protected]
23
Voor elkaar in Parkstad: [samen voor elkaar] In Limburg is - meer dan elders in Nederland - sprake van een sterke groei van het aantal ouderen. De capaciteit van het zorgsysteem is hier niet tegen bestand. Dit komt enerzijds omdat de te verwachten groei van de zorgvraag onbetaalbaar wordt en anderzijds vanwege de krapte op de arbeidsmarkt voor de zorg. Slimme oplossingen, zoals samenwerking, sociale en technologische innovatie, worden noodzakelijk om te voorkomen dat er problemen in de ouderenzorg gaan ontstaan. In de ideale situatie leiden ouderen zo lang mogelijk een zelfstandig bestaan in hun eigen omgeving. Dit draagt bij aan hun kwaliteit van leven en een langere en actievere participatie in de samenleving. Om deze ideale situatie mogelijk te maken is een meer samenhangende ondersteuningsstructuur nodig. Hiertoe zijn verschillende initiatieven genomen en werkwijzen ontwikkeld. De uitdaging voor de betrokken partijen is om ouderen in een kwetsbare positie op te sporen en op een dusdanige manier te ondersteunen dat zij zolang mogelijk zelfstandig in de eigen buurt kunnen blijven en actief kunnen participeren in de samenleving. Om dit te bereiken bundelen de betreffende partijen1 in Parkstad hun krachten in ‘Voor Elkaar in Parkstad’. Binnen dit initiatief staat het maatschappelijk belang meer centraal dan het belang van de afzonderlijke deelnemers. In Parkstad wordt de nieuwe aanpak op vier plaatsen ingezet. De gezamenlijke inspanning richt zich binnen elke gemeente op een ander aspect. De hier opgedane kennis en ervaringen worden vervolgens met elkaar gedeeld.
“Vermijd kramp over de krimp: van zilveren klacht naar zilveren kracht” Bert Hesdahl, programmamanager In Parkstad zijn de volgende experimenten in uitvoering: • Kerkrade-West: In de wijk Kerkrade-West ligt de focus op preventie en het tijdig inzetten van lichte voorzieningen. Uitgangspunt is een integrale kwalitatieve behandeling van de hulp- of zorgvraag volgens het Kerkraadse Wmo-model. • Heerlerheide: In het Heerlense stadsdeel Heerlerheide is defragmentatie en verbetering van de sociale cohesie een speerpunt. De gemeente biedt ruimte aan organisaties om nieuwe samenwerkingsvormen ”uit te proberen” gericht op integrale aanpak van (gezondheids)problemen bij burgers. • Brunssum: In Brunssum wordt aandacht geschonken aan de participatie van de burgers waarin zelfredzaamheid centraal staat. • Onderbanken: In Onderbanken wil men actief burgerschap verder uitbouwen en beschikbare of nieuwe voorzieningen met behulp van betrokkenheid en inspraak optimaliseren; zelfsturing in de gemeenschap.
24
Deze transitie is gestart in 2011 en heeft zijn beslag gekregen in een subsidie in het kader van het Nationaal Programma Ouderenzorg. Met de beschikbaar gestelde gelden wordt een effecten procesevaluatie uitgevoerd. Een maatschappelijke businesscase maakt onderdeel van het onderzoek.
De partijen hebben zich gecommitteerd aan een transformatie van wonen, zorg en welzijn waaraan iedereen vanuit reguliere middelen een bijdrage levert en die doorgaat na de NPO-subsidie. Het experiment ‘Voor elkaar in Parkstad’ beoogt levensloopbestendige buurten te realiseren waar ouderen langer in hun vertrouwde omgeving kunnen blijven wonen met adequate ondersteuning van zorg en welzijn en aanpassing van hun woning.
Projectleider: Functie: Organisatie: Tel.: E-mail:
Bert Hesdahl Programma manager Preventie en Curatie GGD Zuid Limburg 045-8506318
[email protected]
1
Partijen op het gebied van wonen, welzijn en zorg (gemeenten en zorgverzekeraar, thuiszorg, welzijn, ziekenhuis, GGZ, ouderenbonden, cliëntenbehartiging, publieke gezondheid; in concreto: CZ, Meander, Sevagram, Mondriaan, HOZL, Mee, Radar, Alcander, Robuust stichting Beyaert, Universiteit Maastricht, Huis voor de Zorg, Stichting Zorgconsumenten Limburg, Wonen Zuid, ANBO/KBO/PCOB, Atrium
25
Scholenbouwmeester: “Scholen van het Noorderland” In Noord- en Oost-Groningen neemt de groep 0 tot 12-jarigen enorm af. De afgelopen vijf jaar met één procent per jaar. Dat zijn concreet 270 leerlingen - al gauw 4 à 5 plattelandsscholen - per jaar minder. Dit heeft grote gevolgen voor het onderwijs. Wanneer er niets aan wordt gedaan zal de situatie van het onderwijs steeds meer gaan lijken op de situatie waarin het openbaar vervoer op het platteland verkeert: steeds legere bussen, die steeds minder frequent langs steeds minder haltes rijden. Voor het onderwijs dreigen steeds meer schoolgebouwen leger te worden en stuk voor stuk uit te vallen. Maar het basisonderwijs en de zorg voor de opvoeding van onze kinderen mag niet de weg op gaan van een opgeheven buslijn: Een strategie waarbij door extra subsidie een aantal onrendabele lijnen voorlopig kan blijven bestaan voldoet hier niet meer, maar leidt tot willekeur en doodbloeden. Om goed onderwijs voor de noordelijke plattelandsgebieden te behouden is het noodzakelijk de situatie opnieuw vorm te geven. Een bestendiger spreiding van voorzieningen zodat ook voor mensen op het platteland de toegang tot het basisonderwijs is geborgd!
“In plattelandsgebieden is een urgente situatie ten aanzien van voorzieningen ontstaan, die noopt tot een ‘herverkaveling’ van de voorzieningen op de zeer korte termijn. Dat lukt alleen als we samen werken, Hanneke van Brakel, projectleider ieder vanuit eigen kracht”
Binnen het onderzoeksprogramma: “Scholen van het Noorderland” willen gemeenten, schoolbesturen en instellingen voor zorg en welzijn gezamenlijk komen tot een nieuwe samenhangende aanpak. Hierbij wordt rekening gehouden met kwaliteit -van het onderwijs en de gebouwen- en de krimpbestendige spreiding van scholen. Dit heeft inmiddels onder andere geleid tot gedeelde uitgangspunten voor de vorming van een robuuste plattelandsschool, een procesaanpak en taakverdeling (zie schema) en het uitvoeringsgerichte idee van een ‘Schoolschap’. Dat laatste wordt voor de zomer in 2012 als experiment uitgewerkt voor de OostGroningse gemeente Bellingwedde. Ook andere gemeenten zoals de gemeente Emmen waar krimp van de leerlingenaantallen in de buitengebieden al voelbaar is, hebben zich inmiddels als belangstellende voor invoering van een Schoolschap gemeld. Alle onderzoeksresultaten zijn vrijelijk te verkrijgen via de website van de Scholenbouwmeester www.scholenbouwmeester.nl .
26
Het schema hiernaast toont een nieuwe verdeling van taken, bevoegdheden en is ontwikkeld in samenspraak met gemeenten, schoolbesturen, medewerkers van peuterspeelzalen en kinderopvang. Het Schoolschap is hierbij gedacht als een werkmaatschappij waarvan het bestuur wordt gevormd door gemeenten en schoolbesturen. Zij maken hun vergoeding over vanuit respectievelijk het gemeentefonds en de materiële instandhouding. Het Schoolschap verzorgt voor een beperkte regio de huisvesting. De “Schoolbank” zou een aparte investeringsmaatschappij kunnen zijn, maar ook bijvoorbeeld de Bank Nederlandse Gemeenten.
Projectleider: Functie: Organisatie: Tel.: E-mail:
Hanneke van Brakel Directeur en Projectleider St. bureau Scholenbouwmeester 06-12126329
[email protected]
27
Handboek Krimp voor het onderwijs In steeds meer regio’s hebben scholen en schoolbesturen te maken met een daling van het aantal leerlingen. In sommige regio’s is zelfs sprake van vijftien tot twintig procent krimp. Het aantal leerlingen daalt op dit moment vooral in het primair onderwijs. De gevolgen zijn groot. Ook bij leerlingendaling blijkt de overschakeling van groeidenken naar krimpdenken lastig. De provincie Limburg is een aantal jaren geleden gestart met het verzamelen van de ervaringen in en buiten haar regio en het delen van deze kennis. Op initiatief van de themagroep Krimp en Onderwijs van het Nationaal Netwerk Bevolkingsdaling (NNB) is vervolgens een tweetal expertmeetings georganiseerd en is gestart met het verder verzamelen van informatie voor een digitaal handboek. Expertmeetings: de themagroep Krimp en Onderwijs van het NNB heeft twee expertmeetings georganiseerd met als doel in kaart te brengen welke belemmeringen er zijn in wet- en regelgeving en wat de personele gevolgen zijn van de leerlingendaling. De resultaten van deze expertmeetings zijn vastgelegd in een rapport, dat te downloaden is op www.vanmeernaarbeter.nl.1
Casestudies: In opdracht van de provincie Limburg zijn vijf concrete cases bestudeerd, waarbij schoolbesturen geconfronteerd werden met leerlingenkrimp. Het rapport ‘Handboek Krimp en Onderwijs’ bevat een beschrijving van de ervaringen die in deze casussen zijn op gedaan. Tevens staan er strategieën en aandachtspunten benoemd voor een succesvolle aanpak van leerlingendaling. Het rapport is in te zien via www.limburg.nl2.
“Leerlingendaling komt niet alleen in de top krimpregio’s voor. Een lange termijn visie en het over de eigen (gemeente) grenzen heen durven kijken is essentieel” Tiny Rompen, Experimenthouder
28
Website: De website www.leerlingendaling.nl is een digitaal handboek dat informatie geeft over de gevolgen van de leerlingendaling en handvatten biedt om hiermee om te gaan. Het doel is het beschikbaar stellen van kennis en ervaringen, het ontwikkelen van strategieën voor een succesvolle aanpak en het inventariseren van de aandachtspunten die van belang zijn bij krimpmaatregelen in het onderwijs. Ook de casestudies kunt u hier vinden. Contact: Functie: Organisatie: Telefoon: E-mail:
Tiny Rompen Beleidsadviseur CAOP 070-3765921
[email protected]
1
Rapport ‘Knelpunten wet- en regelgeving, onderwijs en krimp’: http://www.vanmeernaarbeter.nl/bibliotheek/knelpunten-wet-en-regelgevingonderwijs-en-krimp Rapport ‘De personele gevolgen van krimp in het onderwijs’: http://www.vanmeernaarbeter.nl/bibliotheek/de-personele-gevolgen-van-krimp-inhet-onderwijs 2 Rapport ‘handboek Krimp en Onderwijs’: http://www.limburg.nl/beleid/onderwijs/Handboek_Krimp_en_Onderwijs
29
Herplanning scholenaanbod Zeeland Een basisschool in de eigen woonplaats, het lijkt zo vanzelfsprekend. Maar in Zeeland zal de dorpsschool in veel kernen in de toekomst gaan verdwijnen. Door bevolkingsdaling zal het aantal basisschoolleerlingen in de komende 10 jaar zeker met 5.000 dalen. Kleinschaligheid is een prominent kenmerk van het Zeeuwse basisonderwijs en wordt door velen gekoesterd. Vaak vanwege praktische motieven, zo is de afstand van huis naar school voor de ouders het belangrijkste motief voor de schoolkeuze.
Voor veel ouders is de schoolkeuze ook afhankelijk van het opvoedingsklimaat en de levensbeschouwing. De vrijheid van schoolkeuze garandeert al bijna een eeuw dat ouders de school kunnen kiezen die “bij hen past”. Het laten voortbestaan van veel kleine dorpsscholen komt onder druk te staan om kwalitatieve en financiële redenen. Er zijn daarmee drie probleemvelden voor het basisonderwijs in Zeeland te schetsen: o Hoe behouden we de onderwijskundige kwaliteit van het basisonderwijs? o Hoe houden we basisscholen bereikbaar? o Hoe gaan we om met de denominatieve diversiteit?
“Samenwerking en allianties zijn noodzakelijk om op een hoger schaalniveau kwaliteit te leveren én te garanderen. Ieder voor zich leidt Jan Ennik, directeur RPCZ tot niets.”
30
Het experiment “Herplanning scholenaanbod Zeeland” gaat de uitdaging aan om een divers scholenaanbod te handhaven door het ontwikkelen van creatieve schoolconcepten. Er zijn 4 scenario’s ontwikkeld. De mogelijkheden zijn bijvoorbeeld samenwerkingsscholen waar binnen één school onderwijs vanuit verschillende levensbeschouwingen van ouders wordt gegarandeerd. Maar ook het clusteren van verschillende voorzieningen als kinderopvang, voor- en naschoolse opvang op een regionaal bereikbare plaats in combinatie met goed georganiseerd vervoer kan een oplossing zijn. Zeeuwse schoolbesturen, overheden en andere stakeholders werken gericht aan het opstellen van een kwaliteits- en bereikbaarheidsplan voor het Zeeuwse Onderwijs. Daarbij worden ook nog verbindingen gelegd met andere aspecten van leefbaarheid en het niveau van voorzieningen.
Projectleider: Functie: Organisatie: Tel.: E-mail:
Jan Ennik Directeur RPCZ 0118-480800
[email protected]
31
Onderwijs Xperience Parkstad In 2009 besloten de besturen van het Arcus College, Zuyd Hogeschool, Open Universiteit en Stichting Voortgezet Onderwijs Parkstad Limburg onder de naam Xperience Parkstad intensief te gaan samenwerken. Per 1 januari 2011 sloot ook Stichting Limburgs Voortgezet Onderwijs aan. De gebouwen van de onderwijs-instellingen liggen zo dicht bij elkaar, dat medewerkers en leerlingen van de organisaties elkaar kunnen ontmoeten en samen gebruik kunnen maken van de faciliteiten. Zo kun je voor minder leerlingen toch een volwaardig en kwalitatief hoogwaardig onderwijsaanbod verzorgen in een krimpende regio. Xperience Parkstad wil de terreinen van de samenwerkingspartners ontwikkelen tot een gezamenlijke onderwijscampus, die een veilige, levendige en duurzame omgeving biedt voor alle 'bewoners'. Op de onderwijscampus is de menselijke maat van groot belang. Elke organisatie blijft er herkenbaar met haar eigen identiteit en cultuur. Voor onderwijsdeelnemers en medewerkers blijft de eigen instelling de vertrouwde thuisbasis. De overkoepelende onderwijscampus vormt een aanvullende omgeving, die het gemakkelijker maakt om voorzieningen voor onderwijs, onderzoek, vergaderingen, evenementen, sport en ontspanning samen te gebruiken. Hierdoor resulteren lopende leerlijnen in efficiëntere studieroutes en deze zijn een belangrijk instrument om het kwalificatieniveau van de regionale beroepsbevolking te verhogen. De campus is bovendien een plek waar uitwisseling van pedagogisch-didactische expertise tussen onderwijsinstellingen vanzelfsprekend is. De vijf onderwijsinstellingen zien grote kansen om samen een kwaliteitsimpuls te geven aan hun onderwijs, zelfs in tijden van bevolkingsdaling!
“Samenwerken is dé oplossing voor krimpregio’s met een veranderende bevolkingssamenstelling. Alleen ga je misschien sneller, maar samen kom je verder!” Sioe li Liem, Programmamanager
Projectleider: Functie: Organisatie: Tel.: E-mail:
Sioe li Liem Programmamanager Zuyd Hogeschool 045-4006158
[email protected]
32
Nieuwe Planningsmethodiek, Eemsdelta In Eemsdelta hebben de vier gemeenten (Delfzijl, Eemsmond, Appingedam en Loppersum) en de provincie een pact gesloten onder het motto “Samen sta je sterk!”. Dit is hard nodig omdat zij voor de complexe opgave staan om zowel de woningvoorraad als het voorzieningenaanbod in de regio aan te passen aan de krimpende bevolking. De reguliere planningsinstrumenten voor vastgoed en ruimtelijke ordening bieden hiervoor geen handvatten.
Daarom maken de gemeenten hun plannen concreet in een ‘woon- en leefbaarheidsplan’. Als onderdeel van dat woon- en leefbaarheidsplan willen de gemeenten een planningsmethodiek ontwikkelen die aansluit bij de krimpopgave. Deze methodiek gaat uit van: • het verbinden van regionale planning en lokale initiatieven en kracht; • afstemming, samenwerking en verevening; • een gezamenlijke financiële en vastgoedstrategie met andere partijen (woningcorporaties, zorginstellingen, marktpartijen, etc.). De methodiek wordt als vorm van een experiment ingezet bij het vormgeven van de integrale aanpak in de regio. Onderdelen van de methodiek zijn het uitvoeren van een aantal pionierprojecten in de regio, het opstellen van scenario’s, het aangeven van een robuuste ruimtelijke structuur van de regio en het betrekken van bewoners bij meerdere stappen in het planproces.
“Bevolkingsdaling vraagt om een nieuwe loyaliteit, namelijk één die gericht is regio” op het resultaat van onze acties op de kwaliteit van leven in onze regio, in plaats van gericht op het overeind blijven van alle instituties in de regio” Dhr. J.H. Bonnema, Secretaris
Contact: Functie: Organisatie Telefoon: E-mail:
De heer J.H. Bonnema Secretaris / Algemeen Directeur Gemeente Loppersum 0596-548200
[email protected]
33
Smart Rural Network Society (Dorpshuis Nieuwe Stijl) Het verdwijnen van een gemeentehuisloket, een filiaal van een bank, een aanspreekpunt voor openbaar vervoer en een huisarts in de buurt. Door bevolkingsdaling dreigen allerhande praktische en belangrijke voorzieningen voor burgers op afstand te raken. Dat vermindert de leefbaarheid en werkt verdere krimp in de hand. Een vicieuze cirkel dus! Binnen het experiment: ´Smart Rural Network Society´ probeert men daar wat aan te doen. Dit experiment wordt uitgevoerd in het Friese dorp Burum in de gemeente Kollumerland c.a.. De doelstelling is om met behulp van (innovatieve) ICT-toepassingen, voorzieningen en diensten beschikbaar te maken in Burum, die zijn verdwenen of dreigen te verdwijnen.
“Digitale voorzieningen geven een impuls aan leefbaarheid in krimpgebieden” Martijn Ledegang, Projectmanager
34
Door het aanbod van de diensten te behouden c.q. te herstellen blijft de leefbaarheid op peil. Ontwikkeling van een integraal concept, dat ook elders toegepast moet kunnen worden, staat hierbij centraal. Het experiment is een zogenaamd koepelproject waarbinnen verschillende deelprojecten worden uitgevoerd: ontwikkeling van een digitaal interactief platform, een virtueel loket in het dorpshuis en verschillende digitale diensten (zoals gemeentelijke diensten, zorgdiensten, financiële diensten en welzijnsdiensten).
Projectleider: Functie: Organisatie: Tel.: E-mail:
Martijn Ledegang Projectmanager Provincie Fryslân 058-2925947
[email protected]
35
Masterplan Voorzieningen Zeeuws-Vlaanderen Hoe gaat de regio Zeeuws-Vlaanderen in de toekomst om met haar voorzieningen? Met deze vraag is in september 2010 het project Masterplan Voorzieningen ZeeuwsVlaanderen gestart met het doel gemeenten en maatschappelijke instellingen een toetsingskader te geven. Dat kader dient voor het opstellen en uitvoeren van beleid met betrekking tot het voorzieningenniveau in Zeeuws-Vlaanderen. Het Masterplan is inmiddels klaar. Diverse scenario's en een bijbehorend advies zijn in juni 2011 aangeboden aan de drie gemeenteraden. In september 2011 is het Masterplan gepresenteerd in de drie raden. Hoe kwam het project tot stand? Directe aanleiding voor het project is dat het inwoneraantal van Zeeuws-Vlaanderen daalt en de bevolking vergrijst. Dat vraagt wellicht om een ander voorzieningenniveau dan het huidige. De eerste fase bestond uit het inventariseren van de bestaande voorzieningen in Zeeuws-Vlaanderen en vraag naar voorzieningen gezien de verwachte wijzigingen in de bevolkingssamenstelling en grootte. Maatschappelijke instellingen en inwoners van Zeeuws-Vlaanderen zijn in een tweede fase tijdens burgerparticipatiebijeenkomsten geïnformeerd. Tijdens de bijeenkomsten werden zij om hun mening gevraagd over hoe zij de toekomst van het Zeeuws-Vlaamse voorzieningenniveau voor zich zien. Via de website www.nu2021.nl konden inwoners van Zeeuws-Vlaanderen ook meepraten en discussiëren over het toekomstig voorzieningenniveau. De informatie is verzameld en verwerkt in het Masterplan. Vier scenario’s In het Masterplan zijn vier scenario's opgesteld die richting kunnen geven aan het toekomstig beleid met betrekking tot het voorzieningenniveau in Zeeuws-Vlaanderen. De scenario's zien er kort samengevat als volgt uit: Scenario 2: geclusterd
Scenario 1: elke kern voor zich
Scenario 1: Elke kern voor zich
Scenario 2: Geclusterd
Alles blijft bij het oude, er vinden geen
Voorzieningen worden meer bij elkaar en
veranderingen plaats in het huidige
multifunctioneel aangeboden. Er wordt meer
voorzieningenniveau.
samengewerkt op kernniveau en geclusterd binnen de gemeente.
36
Scenario 3: herschikt
Scenario 4: op de schop
Scenario 3: Herschikt
Scenario 4: Op de Schop
Elke gemeente beschikt over een eigen
Kernen en gemeenten beschikken in dit scenario
voorzieningenniveau dat past bij de omvang en het
niet langer over een 'eigen' voorzieningsaanbod
verzorgingsgebied. Beschikbaarheid en nabijheid zijn
maar het aanbod wordt meer op regionaal niveau
niet het leidend principe. Wel bereikbaarheid van
georganiseerd. Zeeuws-Vlaanderen beschikt over
voorzieningen. 'Kwantiteit gaat niet boven kwaliteit'.
een eigen voorzieningenaanbod dat nadrukkelijk is afgestemd op het overige aanbod in de omgeving.
De projectgroep heeft het advies gegeven aan de drie gemeenten om te kiezen voor scenario 3. De gemeenten Hulst en Sluis hebben zich inmiddels uitgesproken en kiezen voor de richting van scenario 3. De gemeente Terneuzen wil kiezen voor maatwerk en zich niet binden aan één scenario bij voorbaat. De drie gemeenteraden hebben vervolgens in februari 2012 een gezamenlijke procesaanpak vastgesteld. Onderdeel van de uitwerking is afstemming met maatschappelijke partijen die zich bezighouden met voorzieningen en waar mogelijk concrete pilots starten in een aantal sectoren.
Projectleider: Functie: Organisatie: Tel.: E-mail:
Martin van de Bovenkamp Beleidsmedewerker Leefbaarheid Provincie Zeeland 0118-631033
[email protected]
37
Geïntegreerde Kindvoorzieningen op het Groninger platteland Kinderopvang, peuterspeelzaalwerk én onderwijs van goede kwaliteit, betaalbaar en bereikbaar! Het lijkt vanzelfsprekend, maar in krimpregio’s is dat zeker niet het geval. Geïntegreerde kindvoorzieningen op het Groninger Platteland is eén van de experimenten die is opgenomen in het Provinciaal Actieplan Bevolkingsdaling Groningen. Eind 2010 is gestart met de uitvoering van het Plan van Aanpak dat is opgesteld 1 door de samenwerkende partijen . De doelstelling van het experiment is het onderzoeken op welke wijze en onder welke voorwaarden partijen kunnen komen tot een ontwerp van een integrale kindvoorziening, waarin alle partners organisatorisch en inhoudelijk samenwerken en waardoor de kinderen maximale ontwikkelingskansen hebben. Een goede kwaliteit van het onderwijs, de buitenschoolse opvang, de voorschoolse voorzieningen en een daarbij aansluitende zorgstructuur kan zo ook op termijn worden gegarandeerd.
“We spreken liever over het behouden van kwaliteit, dan over reageren op bevolkingsdaling.” Gemma Ottens, Beleidsmedewerker Onderwijs In het voorjaar van 2012 is een eindrapportage uitgebracht waarin de Bestuurlijke regiegroep de bevindingen heeft gepresenteerd. Het doel om voorzieningen te bundelen, efficiënter en effectiever te gaan werken en daardoor kwaliteit te behouden wordt op bestuurlijk niveau, maar ook door de belanghebbenden in de dorpen breed gedragen.
38
Dit is zeker op uitvoeringsniveau voor de leeftijdsgroep 0-12 jaar een vernieuwende visie. Er is tijdens het experiment bij alle betrokkenen meer kennis en kunde ontstaan over het thema. Er treedt nu een olievlekwerking op: participanten, die direct betrokken waren bij de pilots en het experiment, nodigen nu spontaan anderen in de regio uit om het gesprek over samenwerking en krachtenbundeling aan te gaan. Verschillende zaken zijn van invloed op het welslagen van de krachtenbundeling: de visie op samenwerking en de fase van ontwikkeling van het betreffende bestuur en de betrokken gemeente, de beschikbare middelen voor ondersteuning en facilitering van de initiatiefnemers en ten slotte de kennis, kunde en beschikbaarheid van de betrokkenen.
Projectleider: Functie: Organisatie: Tel.: E-mail:
Gemma Ottens Beleidsmedewerker Onderwijs Provincie Groningen 050-3164965
[email protected]
1
De gemeenten Appingedam, Delfzijl, Loppersum, Eemsmond, de Marne, Bedum en Winsum, de schoolbesturen Marenland, Noordkwartier, VCPO Noord Groningen en Lauwers en Eems, kinderopvangorganisatie Kids2b, Stichting Peuterspeelzalen Loppersum, Stichting peuterspeelzaalwerk De Marne, de Provincie Groningen en het ministerie van OCW
39
Toolkit nieuwe open ruimte Terneuzen Door de sloop van woningen en het uitstellen van bouwplannen, ontstaat nieuwe lege ruimte in Sas van Gent, gemeente Terneuzen. Om de leefbaarheid van het gebied met deze nieuwe lege ruimte te verbeteren, worden bewoners via dit experiment medeverantwoordelijk voor de inrichting en het onderhoud van hun omgeving. Hoe? Er is een aantal inspirerende inrichtingsscenario’s beschikbaar, ontleend aan de gebiedsstudies die mogelijk zijn gemaakt door de Regeling Belvedère van het stimuleringsfonds Architectuur, de gemeente Terneuzen en de stichting Woongoed Zeeuws-Vlaanderen.
De bewoners zijn al vroeg in het besluitvormingsproces betrokken door de zogenoemde ‘Tafels van Sas’. Hierin worden de scenario’s en ideeën uitgewisseld met de bewoners. Eén van die ideeën, ‘Het Bolwerk’ (het terugbrengen van de stadswal), wordt momenteel door deze tafel nader uitgewerkt. De huidige uitdaging en de succesfactor van dit experiment liggen bij het voortdurend betrekken van de inwoners en de lokale ondernemers. Daarbij hoort ook het dragen van medeverantwoordelijkheid voor mogelijk uitwerking en uitvoering van de suggesties.
“Ruimtelijke overmaat vraagt menselijk maatwerk.” Rolfo de Ruijter, beleidsmedewerker
Projectleider: Functie: Organisatie: Tel.: E-mail:
Rolfo de Ruijter beleidsmedewerker gemeente Terneuzen 0115 - 455 350
[email protected]
40
Groene Dynamiek in een krimpende regio Midden in een uniek landschap met bossen, heide, heuvels en beekdalen liggen Heerlerheide en Hoensbroek die gezamenlijk Heerlen Noord vormen. Door bevolkingsdaling komt in de komende jaren ruimte vrij, waardoor ook mogelijkheden ontstaan voor een nieuwe bestemming die bijdraagt aan de kwaliteit van de leefomgeving. Dit wordt uitgedragen in het ontwikkelingsplan “Groene Dynamiek in de krimpende omgeving (Gebrookerbos)”. Het plan omvat een gebied gelegen in Heerlen-Noord, waar de twee stadsdelen worden getroffen door bevolkingsdaling. De komende tien jaar komen hier circa 4.000 woningen leeg te staan. Hierdoor dreigen verloedering en verpaupering. Om dit te voorkomen wil de gemeente de woningen uit de markt nemen en slopen. De bedoeling is om dit stedelijke gebied om te vormen tot ruimte voor natuur, landbouw en recreatie. In plaats van een gecultiveerd stadspark en de bijkomende beheerkosten kiest Heerlen voor stadslandbouw en natuurontwikkeling die aansluit op de bestaande ecologische hoofdstructuur die in Nederland in ontwikkeling is. Daarnaast wil men met zogenaamde blauw-groene zones verbindingen leggen tussen het beekdal Geleen en Brunsummerheide. In de blauw-groene zones staan natuur, water en recreatie centraal. De gemeente wil graag dat private partijen en burgers participeren in de ontwikkeling, aanleg en beheer van de nieuwe blauw-groene zones, zodat het gebruik wordt vergroot en de kosten voor de gemeente beperkt blijven. Heerlen wil het gebied zo inrichten dat het zelf geld genereert waardoor een kostenneutrale inrichting van aanleg en beheer kan plaatsvinden. Voor het zover is, staat Heerlen voor een complex vraagstuk. Er moeten 4.000 woningen verdwijnen waarvan circa de helft particulier eigendom is. Hoe je dat zorgvuldig doet is ambtelijk en bestuurlijk een uitdaging en worsteling. In het kader van het Plan van Aanpak Vrieheide is de onderzoeksfase voor dit complexe vraagstuk inmiddels gestart.
Contact: Functie: Telefoon: E-mail:
Frans Hornesch Projectleider, Dienst Landelijk Gebied 06-52401395
[email protected]
41
Ontwikkeling van de gemeenschap door zelfsturing Een gemeenschap die verantwoordelijkheid neemt voor de gevolgen van bevolkingsdaling: droom of werkelijkheid? De gemeente Peel en Maas heeft een al lopend traject van zelfsturing getoetst aan de situatie van bevolkingsdaling, te weten ontgroening, sterke vergrijzing en een terugloop van het arbeidspotentieel. Daarmee is voortgebouwd op een langer lopend traject van succesvolle communicatieve zelfsturing in Peel en Maas en een start van communicatieve zelfsturing in Valkenburg aan de Geul.
Het experiment geeft antwoord op de vraag of de methodiek van communicatieve zelfsturing leidt tot het nemen van verantwoordelijkheden door de gemeenschap en de specifieke problematiek van krimp. Daarbij wordt gezocht naar nieuwe educatie -, welzijns- en zorgarrangementen waarbij verantwoordelijkheid door de gemeenschap wordt genomen. De gemeente heeft binnen het experiment uit de vele mogelijke voorbeelden van reeds door burgers gerealiseerde projecten tien deelprojecten gekozen om te ontwikkelen. Deze zijn beschreven in het boekje “krimpgroeien, krimp in aantal en groei in sociale vitaliteit”. Ook is er een informatieve korte film gemaakt over hoe burgers en gemeenschappen hun eigen verantwoordelijkheid nemen.
42
Daarmee levert het experiment het volgende op: • het biedt vanuit het perspectief van communicatieve zelfsturing, vernieuwende oplossingsrichtingen voor krimpvraagstukken; • het maakt de betrokken dorpsgemeenschappen en gemeentebesturen bewust van de mogelijke effecten van ontgroening, vergrijzing en bevolkingsdaling; • het bevat een (gefilmde) documentaire waarmee de verzamelde inzichten in het experiment kunnen worden overgedragen naar anderen; • het levert concrete projectvoorbeelden op de terreinen van wonen, welzijn, zorg en onderwijs. Bent u nieuwsgierig geworden lees dan verder over de projecten op: www.proeftuinzelfsturing.nl en http://www.peelenmaas.nl (diverse publicaties, zie onderdeel krimpgroeien)
Projectleider: Functie: Organisatie: Tel.: E-mail:
Geert Schmitz Strateeg Gemeente Peel en Maas 077-3066666
[email protected]
43
Buurtschappen in het groen voor Delfzijl Het aantal inwoners in de gemeente Delfzijl is gedaald van 31.000 in 1995 naar 26.500 begin 2012. Dit is vooral te zien in de wijk Delfzijl-Noord. Vanwege haar sterk krimpende bevolking wil de gemeente Delfzijl de woningvoorraad verminderen en de vrijkomende gronden samen met de inwoners een groene inrichting geven. Zo worden van de wijken ‘buurtschappen in het groen’ gemaakt. Daarbij wordt ondermeer gedacht aan vormen van stadslandbouw en volkstuinen. Dienst Landelijk Gebied (DLG) heeft samen met bewoners, beleidsmedewerkers, maatschappelijke organisaties en andere belangenbehartigers de mogelijkheden verkend voor de wijk Delfzijl-Noord. Dit gebeurde tijdens een werkatelier volgens de beproefde DLG “schetsschuit” methode. Tijdens de schetsschuit verdiepten de deelnemers zich in verschillende vormen van (groen)beheer en bewonersparticipatie. Het leverde een indrukwekkende oogst aan ideeën en denkrichtingen op en is daarmee ook een bruikbare aanzet voor een vervolgaanpak. Belangrijk is dat de gemeente ruimtelijk beleid ontwikkelt voor de buurtschappen in het groen. Tegelijkertijd kan worden gestart met een eerste project: pilot “Groen voor rood, schetsboek Delfzijl-Noord” op de braakliggende terreinen rond het nieuwe wijkcentrum. Belangrijk is de inzet van de wijkbewoners, zowel bij het maken van de plannen als bij de uitvoering van het groenbeheer. De wijkraad van Delfzijl-Noord buigt zich nu over het resultaat. Delfzijl-Noord vormt nu een pilotproject voor het ‘transitieproces’ van de gehele gemeente. Samen met Heerlen vervult Delfzijl als krimpgemeente bovendien een voorbeeldfunctie voor het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.
“De periode tussen zaaien en oogsten vraagt veel zorg, aandacht, ondersteuning van het wijkproces, lef en transparantie.” Frits Foekema, Projectleider
Bij de uitvoering zal verder veel aandacht worden geven aan burgerparticipatie. Het Schetsatelier heeft een nieuwe impuls gegeven waarbij partijen met elkaar in gesprek zijn geraakt, er zijn processtappen Contact: Frits Foekema aangegeven en er zijn vingeroefeningen Functie: Projectleider, gedaan met de mogelijke inrichting van Dienst Landelijk Gebied de braakliggende terreinen. Telefoon: E-mail:
06-52401131
[email protected]
44
Venturi-project een samenwerkingsverband tussen ondernemers, onderwijs en overheid Samenwerking tussen ondernemers, onderwijs en de overheid. Een driehoek die jongeren in Noordoost Friesland houdt, omdat het kansen biedt. Binnen dit experiment worden talentvolle toekomstige ondernemers gekoppeld aan oudere ondernemers, die op termijn een opvolger zoeken. Doel is dat er middels opvolging werk gecreëerd wordt in het krimpgebied zodat mensen worden aangetrokken om zich in het gebied te vestigen en/of te blijven wonen. Aan het project is een intensief coachingstraject gekoppeld. Een ander doel van het experiment is het ontwikkelen van een financieringsconcept om op den duur bedrijfsovername mogelijk te maken. Een fris aankomend talent kan ook de vernieuwer zijn voor het hele bedrijf, waardoor het bedrijf als aanjager werkt voor meer bedrijvigheid in het gebied.
“Venturi-project: Van SAMEN WERKEN naar SAMENWERKEN!!” Janet van der Wal, Projectleider
Naast de koppeling tussen jeugd en ondernemers komt er een methodiekbeschrijving waar andere regio's van kunnen profiteren. Die beschrijving geeft aan hoe een matching tot stand komt en hoe de financieringsconstructie eruit ziet. Deze financieringsconstructie maakt het mogelijk om ook zonder startkapitaal op den duur een bedrijf over te nemen. Het is eenvoudiger om een bestaande onderneming van nieuw bloed te voorzien, dan een onderneming vanaf de grond op te richten. Bedrijfsovername levert zowel de partij die het bedrijf van de hand doet, als de overnemende partij voordelen op.
Contact: Functie: Organisatie: Telefoon: E-mail:
Janet van der Wal Projectleider, Flexwurk Flexwurk 0513-626314
[email protected]
45
Van meer naar beter In dit boekje heeft u kort kennis kunnen maken met de 24 interbestuurlijke experimenten. Deze experimenten staan natuurlijk niet stil. Bovendien gebeurt er naast de experimenten uiteraard veel meer binnen het thema Bevolkingsdaling. De website www.vanmeernaarbeter.nl is het kennisplein waar partijen kennis en ervaringen ten aanzien van bevolkingsdaling, en dus ook over de experimenten, met elkaar kunnen delen. Het kennisplein heeft inmiddels ruim 700 leden. Een digitale versie van deze brochure wordt geplaatst op deze website. In deze digitale versie kunnen de experimenthouders de informatie over hun experiment up-to-date houden. Ook vanuit BZK zullen we hier aandacht voor houden. Op de website treft u onder andere ook een meldpunt knellende regelgeving aan, een bibliotheek, archief en een link naar de interactieve LinkedIn discussiegroep ‘Krimp, het nieuwe denken’. Via die LinkedIn-groep kunt u aan de hand van diverse thema’s discussiëren over stellingen en ingaan op vragen. Natuurlijk kunt u zelf ook een discussie starten. Daarnaast is momenteel de Landelijke Kennisfaciliteit Krimp (LKF) in ontwikkeling. Het doel van de kennisfaciliteit Krimp is een hoger niveau van ‘kennis en kunde’ te bereiken bij de bij krimpvraagstukken betrokken mensen en organisaties. Dit gebeurt enerzijds via kennisontsluiting, ofwel het bijeenbrengen van vraag en aanbod via een virtueel en bemenst kennisloket en anderzijds via kennisontwikkeling rondom een gezamenlijk vastgestelde kennisagenda. De LKF moet bestaande netwerken, initiatieven, onderzoeken en projecten op gebied van krimp bij elkaar brengen. De LKF is een samenwerkings-verband van regionale en nationale kennisinstituten, onder coördinatie van het KNNS (werknaam), de nieuwe kennisinstelling na fusie van NIROV, SEV, KEI en NICIS. Deelnemende regionale kennisinstituten zijn NEIMED (Limburg), KKNN (Noord-Nederland) en SCOOP (Zeeland), maar ook kennisinstituten uit anticipeerregio’s kunnen zich aansluiten. De Landelijke Kennisfaciliteit wordt gelanceerd tijdens een congres in Amersfoort op 3 oktober 2012. We nodigen u van harte uit om ook uw eigen kennis en ervaringen via bovenstaande media met anderen te delen!
46
Dit is een uitgave van: Agentschap NL Postbus 8242 | 3503 RE Utrecht www.agentschapnl.nl © Agentschap NL | juli 2012
Hoewel deze publicatie met de grootst mogelijke zorg is samengesteld kan Agentschap NL geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele fouten.
Dit is een publicatie van AgentschapNL in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. We nemen geen verantwoordelijkheid voor het gebruik van de informatie in deze publicatie, noch voor schade die voortvloeit uit of verband houdt met het gebruik van deze publicatie.
47