Integraal handhavingsbeleid 2012‐2015 Gemeente Wageningen
Handhavingsbeleid Gemeente Wageningen 2012-2015
Inhoud Inhoud......................................................................................................................................... 1 1. Inleiding ................................................................................................................................. 3 1.1 Aanleiding ........................................................................................................................ 3 1.2 Leeswijzer ........................................................................................................................ 3 2. Wat is handhaving? ................................................................................................................ 4 2.1 Landelijk kader................................................................................................................. 4 2.1.1 Bouwbesluit 2012...................................................................................................... 4 2.1.2 Activiteitenbesluit (BARIM)..................................................................................... 5 2.1.3 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht............................................................... 5 2.1.4 Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’s) .................................................................. 5 2.2 Reikwijdte handhavingsbeleid ......................................................................................... 5 3. Kwalitatieve beschrijving huidige situatie ............................................................................. 7 3.1 Omgevingsanalyse ........................................................................................................... 7 3.2 Analyse milieuhandhavingspraktijk................................................................................. 7 3.3 Handhavingpraktijk gemeente Wageningen ................................................................... 8 3.3.1 Milieu ........................................................................................................................ 8 3.3.2 Ruimtelijke ordening................................................................................................. 9 3.3.3 Bouwen...................................................................................................................... 9 3.3.4 Openbare ruimte...................................................................................................... 10 3.3.5 Juridische handhaving ............................................................................................. 10 3.3.6 Brandweer ............................................................................................................... 10 3.3.7 Energieprestatienorm .............................................................................................. 11 3.3.8 De nieuwe Drank- en Horecawet ............................................................................ 11 3.4 Doel en visie................................................................................................................... 11 4. Beleidsuitgangspunten ......................................................................................................... 12 4.1 Aansluiting bij nieuwe wet en regelgeving .................................................................... 12 4.2 Planmatig handhaven en integraal handhaven ............................................................... 13 4.3 Doelgerichte handhaving op de werkelijke prioriteiten ................................................. 14 4.4 Handhaving is transparant.............................................................................................. 14 4.5 Uitvoering is gestandaardiseerd en vastgelegd .............................................................. 14 4.6 Gedogen ......................................................................................................................... 14 5. Handhavingstrategie............................................................................................................. 15 5.1 Spontane naleving .......................................................................................................... 15 5.2 Toezichtstrategie ............................................................................................................ 15 5.2.1. Vormen en niveaus van toezicht ............................................................................ 15 1
Handhavingsbeleid Gemeente Wageningen 2012-2015
5.2.2 Toepassing van toetsingsniveaus in de praktijk ...................................................... 16 5.3 Sanctiestrategie............................................................................................................... 17 5.3.1 Wijze van sanctioneren ........................................................................................... 17 5.3.2 Strafrechtelijk optreden ........................................................................................... 18 5.3.3 Handhavend optreden tegen de eigen organisatie ................................................... 18 5.3.4 Handhavend optreden tegen andere overheden....................................................... 18 5.4 Gedoogstrategie.............................................................................................................. 18 5.5 Aanvullende instrumenten............................................................................................. 19 6. Uitvoering............................................................................................................................. 20 6.1 Jaarlijks handhavingsprogramma................................................................................... 20 6.2 Capaciteitsplanning ........................................................................................................ 21 6.3 Interne en externe samenwerking................................................................................... 22 6.4 Beleidsevaluatie ............................................................................................................ 22 6.5 Tot slot............................................................................................................................ 22 Bijlage 1: Procesbeschrijving probleemanalyse....................................................................... 23 Bijlage 2: Handhavingstaken ................................................................................................... 28 Bijlage 3: Verantwoording gemaakte keuzes voor prioriteitstelling........................................ 32 Bijlage 4: Stroomschema sanctiestrategie gemeente Wageningen .......................................... 38
2
Handhavingsbeleid Gemeente Wageningen 2012-2015
1. Inleiding ‘De zorg van de overheid is gericht op de bewoonbaarheid van het land en de bescherming en verbetering van het leefmilieu’ (Grondwet, artikel 21) Op basis van dit artikel heeft de overheid een zorgplicht om te handhaven. Landelijk gezien was handhaving een bevoegdheid waar een bestuursorgaan binnen redelijke grenzen al dan niet gebruik van kon maken. Het had weinig prioriteit. Tegenwoordig is handhaving een beginselplicht waar slechts met een overtuigende onderbouwing van afgeweken mag worden. Handhaving is dus noodzakelijk. Het is daarmee echter niet zo dat de volledige verantwoordelijkheid bij de overheid ligt. Veilig en verantwoord ondernemen, wonen en leven begint bij de burger. Voor u ligt het Handhavingbeleidsplan Wageningen 2012-2015. Het beleid beschrijft de integrale visie op handhaving voor de komende 4 jaar. Het beleid spitst zich toe op het brede terrein van het omgevingsrecht en bevat de handhavingthema´s die vallen onder de Woningwet, de Wet op de ruimtelijke ordening, de Wet milieubeheer, de Algemene Plaatselijke Verordening en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Op het gebied van handhaving zoeken wij aansluiting bij de laatstgenoemde wet door het hanteren van een integrale benadering van de thema´s in de fysieke leefomgeving. Er is uitgegaan van maatwerk waarmee wordt bedoeld dat vooral gekeken is naar de feitelijke handhavingpraktijk in Wageningen. En deze handhavingpraktijk heeft geleid tot een prioritering die wordt afgezet tegen de bestaande handhavingcapaciteit. Opgemerkt moet worden dat er op dit moment gewerkt wordt aan de vorming van een Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) waarin naast Wageningen ook de gemeenten Ede, Barneveld, Nijkerk en Scherpenzeel voornemens zijn hun toezicht- en handhavingtaken onder te gaan brengen. Als het de verschillende gemeenten lukt om op onder andere het gebied van organisatie, financiën en ICT tot overeenstemming te komen dan is het voornemen om per 1 januari 2013 te starten met de RUD ‘De Vallei’. Dit onderliggende handhavingbeleidsplan kan dan prima ingebracht worden in de RUD.
1.1 Aanleiding Op 16 december 2005 heeft de Raad het Integraal Handhavingsbeleid Wageningen vastgesteld. De gestelde doelen zijn voortgevloeid uit het collegeakkoord 2002-2006 en de programmabegroting 2006-2009. De inwerkingtreding van de Wabo per 1 oktober 2010 is van invloed geweest op de uitvoering en organisatie van de handhaving van de vakgebieden binnen het omgevingsrecht.
1.2 Leeswijzer In het volgende hoofdstuk wordt kort beschreven wat handhaving inhoudt, welke landelijke kaders van toepassing zijn en wat de reikwijdte van het handhavingsbeleid is. Hoofdstuk drie bevat een omgevingsanalyse van Wageningen, beschrijft de huidige stand van zaken en wat de gemeente met handhaving wil bereiken. In het vierde hoofdstuk staan de beleidsuitgangspunten beschreven, waarna hoofdstuk 5 en 6 inzichtelijk maken op welke wijze de gemeente Wageningen planmatig en juridisch verantwoordelijk haar handhavingstaken de komende vier jaar gaat uitvoeren.
3
Handhavingsbeleid Gemeente Wageningen 2012-2015
2. Wat is handhaving? Handhaving is in brede zin op te vatten als het ‘doen naleven’. Het beoogt de naleving van wetten, regels, vergunningen en normen te bevorderen, zodat betrokkenen in de samenleving zich volgens een bepaalde norm gedragen. Dit kan goedschiks of kwaadschiks, met respectievelijk preventieve of repressieve maatregelen. Preventieve maatregelen, zoals voorlichting, overleg en subsidiering, zijn bedoeld als ‘educatie’ om mogelijke repressieve handhaving te voorkomen. Repressieve maatregelen, zoals strafrechtelijk optreden, toepassen van bestuursdwang, en opleggen van dwangsom, zijn op te vatten als een vorm van ‘afschrikken’. Een professionele handhavingorganisatie hanteert altijd een mix van maatregelen, die in de desbetreffende situatie het meest effectief en efficiënt zijn. Handhaving is strikt genomen inherent aan het bestaan van regels. Een overheid die regels en wetten maakt dient ook te zorgen voor de naleving ervan. De overheid nieuwe stijl kenmerkt zich echter door het zo veel mogelijk verplaatsen van verantwoordelijkheden naar de burger/ondernemer en tegelijkertijd door het afschaffen van overbodige regels. En zolang er sprake is van een doorzichtig, consequent en solide handhavingsbeleid laten burgers en bedrijven zich ook aanspreken op hun eigen verantwoordelijkheid. Het ministerie van I & M hanteert naast een brede definitie van handhaving (repressief én preventief) ook een ‘enge’ omschrijving. In de spreektaal wordt met handhaving de repressieve kant bedoeld. Voorafgaand aan de maatregelen zal een overheid altijd toezicht uitoefenen: controle, om vast te stellen of er sprake is van een overtreding. De rol van toezichthouder en handhaver kan hierbij vervuld worden door dezelfde persoon. Eén aanspreekpunt voorkomt ruis en miscommunicatie bij controles en de overtreder raakt bekend met de handhaver. In dit beleidstuk ligt de nadruk op de ‘enge’ versie; de acties en handelingen die worden uitgevoerd vanaf het moment dat de vergunningverlening heeft plaatsgevonden of die handelingen die worden uitgevoerd zonder daarvoor benodigde (omgevings)vergunning.
2.1 Landelijk kader Handhaving van wet- en regelgeving staat momenteel op landelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau hoog op de politieke agenda. Het beleid is erop gericht om de primaire verantwoordelijkheid veelal te leggen bij de burgers en bedrijven, waarbij achteraf nagegaan wordt of zij zich houden aan de voorschriften. Dit leidt ertoe dat voor een aantal activiteiten niet langer vooraf een vergunning vereist is (Activiteitenbesluit en Gebruiksbesluit). Dit beperkt de administratieve last van burgers, bedrijven en overheid, maar vergroot de taken voor handhaving.
2.1.1 Bouwbesluit 2012 Sinds 1 november 2008 gold dat voor gebouwen die uit het oogpunt van brandveiligheid risicovol zijn, wettelijke regels waren vastgelegd in het 'Besluit brandveilig gebruik bouwwerken' (Gebruiksbesluit), voorheen de bouwverordening. Onlangs, per 1 april 4
Handhavingsbeleid Gemeente Wageningen 2012-2015
2012, zijn de betreffende wettelijke regels direct opgenomen en uitgewerkt in het Bouwbesluit 2012.
2.1.2 Activiteitenbesluit (BARIM) In het Activiteitenbesluit zijn tien 8.40 AMvB’s, het ‘Besluit voorzieningen en installaties’ en het ‘Besluit opslaan in ondergrondse tanks’ samengevoegd. Hierdoor hoeven burgers en bedrijven in minder gevallen een vergunning aan te vragen, maar moeten zij bij de realisatie van de activiteit wel aan bepaalde eisen voldoen. Dit heeft gevolgen voor de uitvoeringsorganisaties. Enerzijds zullen er minder aanvragen behandeld hoeven te worden, anderzijds dient de handhaving hier op enigerlei wijze op aan te sluiten.
2.1.3 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) introduceert de omgevingsvergunning 1 . Op grond van verschillende wetten is voor de activiteiten rondom (ver)bouw, aanleg, oprichting, gebruik en sloop toestemming/vergunning vereist. In de omgevingsvergunning worden deze benodigde besluiten voor een bepaald fysiek project gebundeld. Een logisch gevolg van de omgevingsvergunning is dat er ook meer samenhang wenselijk is in toezicht en handhaving door het bevoegd gezag. Op basis van de artikelen 5.3 t/m 5.9 Wabo zijn in het Besluit omgevingsrecht (Bor) regels gesteld inzake programmatische en onderling afgestemde handhaving. GS zorgen voor de coördinatie van handhaving. Waar het gaat om meer dan provinciaal belang coördineert de Minister van VROM de handhaving. Belangrijke instrumenten zijn uitwisseling van gegevens, handhavingoverleg en in de nabije toekomst regionale uitvoeringsdiensten. Hoe vaak integrale handhaving- in de zin van handhaving die betrekking heeft op meer dan een aspect of activiteit- voor zal komen is mede afhankelijk van het totaal aantal vergunde situaties waarbij sprake is van een samenloop van deelactiviteiten (bijvoorbeeld bouwen en milieu). Volgens de vraagbaak Wabo en omgevingsvergunning komt integrale handhaving in circa 5 tot 15% van de gevallen voor. 2 Dit betekent dat in het merendeel van de gevallen enkelvoudige handhaving plaatsvindt.
2.1.4 Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’s) Vanaf 1 januari 2013 moet er een landsdekkend stelsel van uitvoeringsdiensten bestaan voor de uitvoering van op z’n minst de milieutaken. Daarnaast bestaat de mogelijkheid voor de verschillende gemeenten om alle milieutaken in te brengen samen met de aan bedrijven gerelateerde Wabotaken en als derde mogelijkheid de inbreng van alle Wabotaken. Deze RUD’s moeten de uitvoering van handhaving en toezicht van gemeenten en provincies overnemen. De volledige organisatie van de RUD staat op dit moment nog niet vast. Voor wat betreft de situatie voor de gemeente Wageningen het volgende. Zowel op bestuurlijk als ambtelijk niveau is uitgesproken om mee te werken aan de vorming per 1 januari 2013 van de Regionale Uitvoeringsdienst ‘De Vallei’. Er is besloten om onder voorwaarden in te stemmen met inbrengen van alle Wabo-taken in de RUD.
2.2 Reikwijdte handhavingsbeleid
1
De Wabo is op 1 oktober 2010 in werking getreden. Afkomstig uit ‘De Wabo in de praktijk; juridische leidraad bij de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht’, Ministerie van VROM 2009
2
5
Handhavingsbeleid Gemeente Wageningen 2012-2015
Naast het kunnen afgeven van één vergunning voor de toestemmingen die in de Wabo zijn geïntegreerd, is het belangrijk om tevens gecoördineerd toezicht te organiseren. Dit beleidskader richt zich op de handhaving van de milieuregelgeving, de bouw- en ruimtelijke regelgeving, de openbare orde en (brand)veiligheid. Samengevat is de reikwijdte gericht op de feitelijke leefomgeving van de burgers van Wageningen. Het onderhavige handhavingsbeleid vormt het strategische beleidskader. Hierin zijn de visie, het doel, de beleidsuitgangspunten en de nalevingstrategie op hoofdlijnen geformuleerd. Dit kader vormt de basis voor een (gedetailleerd) uitvoeringsprogramma waarbinnen de risicoanalyse en de prioriteitenstelling staan verwoord. Onderdeel van het programma vormen tevens prestatiedoelen, de afspraken over de protocollen en de capaciteitsplanning. Dit uitvoeringsprogramma moet jaarlijks door het college worden vastgesteld . De jaarlijkse evaluatie moet uitwijzen of de prioriteiten bijgesteld moeten worden. Dit uitvoeringsprogramma zal spoedig ter goedkeuring aan het college worden voorgelegd.
6
Handhavingsbeleid Gemeente Wageningen 2012-2015
3. Kwalitatieve beschrijving huidige situatie 3.1 Omgevingsanalyse De gemeente Wageningen, gelegen in de provincie Gelderland, telt ca. 36.000 inwoners. De stad presenteert zich als ‘The city of Life Sciences’ en kenmerkt zich als een echte universiteitstad. Dit uit zich onder meer in de aanwezige kennisintensieve bedrijvigheid en de ruime vertegenwoordiging van horecagelegenheden. De kennisintensieve bedrijven concentreren zich voornamelijk op het Wageningen Agro business- en Science Park, het bedrijvencentrum Compotex en op de WUR-complexen. De overige bedrijfsactiviteiten bevinden zich voornamelijk op het Nudepark. Op het moment vindt een herhuisvesting van het Wageningen Universiteit en Researchcentrum (WUR) plaats. Met haar ligging aan de Neder-Rijn vervullen de Rijnhaven en de stad daarnaast een belangrijke overslag- en transportfunctie voor grondstoffen en producten naar de intensieve veehouderij in de gehele Gelderse Vallei. Het buitengebied van de gemeente is weliswaar relatief klein, slechts 9 km², maar zeer waardevol. Wageningen wordt aan drie zijden omgeven door kerngebieden van de Ecologische hoofdstructuur: de uiterwaarden langs de Neder-Rijn, de Utrechtse Heuvelrug en het Centraal Veluws natuurgebied. Op het Wageningse grondgebied bevindt zich tevens een deel van het stiltegebied Bennekommer Meent en een grondwaterwingebied de Wageningse Berg. Op sociaal-maatschappelijk vlak drukt de viering van 5 mei een belangrijk stempel op Wageningen.
3.2 Analyse milieuhandhavingspraktijk In juni 2009 heeft de provincie Gelderland de Wageningse organisatie van de milieuhandhaving doorgelicht. Hieruit blijkt dat de kwaliteitseisen in het kader van de professionalisering van de handhaving niet optimaal worden gerealiseerd. Uit het onderzoek van de provincie kunnen een aantal algemene conclusies worden getrokken: Het handhavingproces is nog onvoldoende cyclisch. Er zijn weliswaar uitvoeringsprogramma’s en er wordt geëvalueerd, maar in de praktijk wordt onvoldoende gewerkt volgens de documenten, het is te vrijblijvend (Zijn er concrete doelstellingen en zijn deze gehaald?) Inputdoel vs. outputdoel. Er vindt onvoldoende evaluatie plaats van de uitvoering en resultaten. Hierdoor ontbreken eventuele verbetermaatregelen. Doordat de probleemanalyse niet voldoet aan de kwaliteitscriteria, voldoen het uitvoeringsprogramma en de evaluatie hier niet aan. De relatie tussen de probleem- en prioriteitenstelling en de personele en financiële middelen is niet voldoende inzichtelijk. Door dit inzichtelijk te maken is het mogelijk een capaciteitsplanning te maken en te onderbouwen waarom bepaalde handhavingstaken wel of niet (volledig) worden opgepakt. De vaststelling van de prioriteiten dient beter onderbouwd te worden, evenals de gekoppelde toezichtfrequentie. In de praktijk wordt gewerkt met meerdere (handhaving)beleidsstukken met elk een eigen methode, prioritering en programma. Zo is het milieuprogramma losgekoppeld van het handhavingsprogramma. Hierdoor ontbreekt een eenduidige structuur. Deze conclusies gelden in de praktijk voor het hele handhavingsveld, niet alleen voor de milieutaken.
7
Handhavingsbeleid Gemeente Wageningen 2012-2015
3.3 Handhavingpraktijk gemeente Wageningen Kijkend naar de inhoud dan is er binnen team Handhaving in de meeste gevallen voldoende kennis en ervaring aanwezig op het gebied van handhaving. Ontbreekt de kennis dan wordt contact gezocht met grotere gemeenten en in incidentele gevallen (BRZO inrichting, the North Sea Group) wordt de kennis extern ingehuurd. Er ligt wel heel duidelijk een capaciteitsvraagstuk. Dit geldt feitelijk voor alle beleidsvelden. Continu moet door de medewerkers een afweging worden gemaakt tussen prioriteit en capaciteit. Deze afweging wordt nog lastiger nu de wetgever van de gemeentelijke overheden juist verlangd om steeds meer de nadruk te leggen op hun toezichthoudende taken. Dat is verankerd in het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor), twee wetten die integraal onder deel uitmaken van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. In de beide wetten zijn kwaliteitscriteria neergelegd voor de rechtshandhaving. Om het nog complexer te maken. Diezelfde wetgever heeft ervoor gekozen de bestaande wet- en regelgeving vergaand te dereguleren dan wel de uitvoering van die betreffende wetgeving neer te gaan leggen bij de gemeenten. Deze verschuiving heeft tot gevolg dat in steeds meer gevallen niet meer handhavend kan worden opgetreden wegens gebrek aan capaciteit. Dit zal op den duur leiden tot een kwaliteitsdaling van de wijze waarop wordt gehandhaafd. Om inzicht te geven in de feitelijke handhavingpraktijk wordt hieronder kort beschreven wat de stand van zaken is op het gebied van handhaving voor de verschillende beleidsvelden.
3.3.1 Milieu Jaarlijks worden een handhavingprogramma en een milieuprogramma opgesteld. Na het handhavingprogramma volgt ook elk jaar het jaarverslag. Hierin is inzichtelijk gemaakt welke resultaten zijn gehaald na de uitgevoerde handhavingactiviteiten. Er is inzicht in alle milieu-inrichtingen binnen de gemeente. De gehanteerde systematiek tijdens de probleemanalyse van 2007 is beperkt juist gebleken. Het advies van de provincie is om de probleemanalyse over te doen voor inrichting gebonden en niet inrichting gebonden toezicht. In de praktijk blijkt dat er geen koppeling is tussen het milieuprogramma en het handhavingprogramma. Daarbij is het jaarprogramma te vrijblijvend, het wordt niet vastgesteld. De resultaten (borging kengetallen in Excel) geven geen inzicht in het naleefgedrag. In het verleden vond er regelmatig een Lokaal Handhavingsoverleg (LHO) plaats met de politie, brandweer, BWT en de Boa’s. Afstemming was dus aanwezig, maar de afgelopen drie jaar is hier de klad in gekomen. Dit is een gemis. Juist het gemis van de afstemming leidt tot onduidelijkheid over de integrale aanpak en te volgen handhavingstrategie in voorkomende gevallen. Daarom zullen in het handhavingprogramma 2012 extra uren gereserveerd worden om het Lokaal Handhavingoverleg nieuw leven in te blazen. Ook op regionaal niveau vindt met enige regelmaat overleg plaats met 5 andere gemeenten . Dit Regionaal Ambtelijk Overleg (RAO) levert de laatste jaren steeds minder input op voor ons handhavingprogramma. Ook de bestaande beperkte capaciteit geeft ons nauwelijks de ruimte om deel te nemen aan regionale projecten. Daarom zal bij gelegenheid bekeken worden of het wenselijk is om aan te sluiten. Een voorbeeld waarbij dit wel is gebeurd is het project ‘implementatie van energiezuinige koelapparaten in supermarkten’. De eerder gememoreerde beperkte capaciteit heeft voor de controles op milieugebied tot gevolg dat wij keuzes hebben moeten maken. De milieucategorie 4 bedrijven, drie WUR-complexen, drie vuurwerkverkooppunten, een LPG-tankstation en een BRZO-inrichting, worden jaarlijks gecontroleerd. De 8
Handhavingsbeleid Gemeente Wageningen 2012-2015
milieutechnisch minder zware inrichtingen, de zogenaamde milieucategorie 3 bedrijven worden in de regel 3 jaarlijks gecontroleerd waarbij de inrichtingen met een propaantank eens in de 6 jaar worden gecontroleerd. De beide inrichtingen milieucategorie 1 en 2 hebben een vele lagere prioriteit en worden respectievelijk elke 10 jaar en elke 5 jaar gecontroleerd.
3.3.2 Ruimtelijke ordening Handhaving op het gebied van ruimtelijke ordening geschiedt vraag gestuurd, op basis van een concreet handhavingverzoek of legalisatievraagstuk. Het beeld wat de laatste jaren is ontstaan laat zien dat er steeds vaker verzoeken om handhaving worden ingediend. Bij een dergelijk verzoek worden moet op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen 8 weken een besluit op dat verzoek worden genomen en indien nodig binnen dezelfde termijn een sanctiebesluit worden opgelegd aan de overtreder. Wordt hier niet aan voldaan dan kan een ingebrekestelling volgen met daarbij de mogelijkheid dat wij een dwangsom moeten betalen (Wet Dwangsom). Feitelijk betekent dit dat wanneer een verzoek om handhaving binnenkomt er direct actie op ondernomen zal moeten worden. Dit verhoogt de werkdruk. Deze tendens moet worden gestopt omdat het een extreme wissel trekt op de bestaande capaciteit. Voorgesteld wordt om nuances aan te brengen in de wijze waarop omgegaan zal worden met verzoeken om handhaving. In hoofdstuk 5 wordt nader ingegaan op bovenstaande problematiek. Naast de verzoeken om handhaving lopen er meerdere handhavingzaken als gevolg van gehouden inventarisaties in het kader van herzieningsprocedures van bestaande bestemmingsplannen die voor 1 juli 2013 moeten zijn afgerond. Deze handhavingzaken worden naar prioriteit afgehandeld. Echter omdat het aantal zo groot is, en het op grond van de bestaande capaciteit nog jaren zal duren voordat alle zaken kunnen worden afgerond, moeten wederom keuzes gemaakt worden. Dit zal tot uiting komen in het nog vast te stellen uitvoeringsprogramma.
3.3.3 Bouwen In 2008 is er een bouwbeleidsplan vastgesteld. Hierin is uiteengezet wat de taken zijn op het gebied van bouw- en woningtoezicht, wat de middelen zijn voor de uitvoering van de taken en welke beleidsuitgangspunten en prioriteiten worden gesteld bij het bouw- en woningtoezicht in de gemeente Wageningen. Overige taakvelden vallen buiten dit plan. In het bouwbeleidsplan staat voorts beschreven hoe en in welke mate toezicht op de bouwregelgeving plaatsvindt. In de handhavingpraktijk leidt dit niet tot schokkende situaties. Geconstateerd wordt dat de controles van bestaande omgevingsvergunningen voor bouwen en de nieuw te verlenen omgevingsvergunningen voor bouwen op basis van de bestaande capaciteit kunnen worden uitgevoerd. Het knelpunt in deze is ook weer het behoorlijke aantal handhavingzaken die voortkomen uit de onverwachte verzoeken om handhaving en de extra controles die gedaan moeten worden in het kader van herzieningsprocedures van bestemmingsplannen. Intern vindt wekelijks het Integraal Vergunningen Overleg (IVO) plaats tussen Vergunningen, Handhaving en Brandweer. Er wordt informatie uitgewisseld over onder meer ingediende vergunningaanvragen en handhavingzaken. In het verleden werd bovenlokaal nauw samengewerkt tijdens de Gelderse Handhavingweek. Toezichthouders van gemeenten, provincie Gelderland, waterschappen, AID, politie, Rijkswaterstaat, de belastingdienst, natuurlandschapsbeheerders en de douane gaan met elkaar op pad om controles uit te voeren. Het is jammer dat hieraan niet meer wordt deelgenomen. Dat is een gemis. Het doel wordt om deze jaarlijks terugkerende handhavingweek weer op de agenda te krijgen.
9
Handhavingsbeleid Gemeente Wageningen 2012-2015
Er zijn protocollen opgesteld en via de BAG heeft de toezichthouder inzicht in de adressen en vergunningplichtige gebouwen. Controles worden bijgehouden en verwerkt in Squit XO waarin ook de milieuhandhaving geregistreerd wordt.
3.3.4 Openbare ruimte De handhaving op het gebied van Openbare ruimte en APV is op zich goed georganiseerd. Men werkt met een duidelijke targetstelling en prioriteitstelling. Dit is ook vertaald in uren en capaciteit. De meeste uren worden gestoken in het controleren op huishoudelijk afval, de overlast van honden en de parkeerexcessen. Twee keer per jaar wordt gericht gecontroleerd op weesfietsen en fietswrakken. De grondslag hiervoor is gelegen in de APV. Gewerkt wordt aan een aanpassing van de APV om nog scherper aan te geven binnen welke gebieden fietsen gestald mogen worden. Gelet op de enorme groei van het aantal studenten in Wageningen is dat onontbeerlijk. Als gevolg van het feit dat met het uitvoeren van bovenstaande controles bijna de volledige bestaande capaciteit wordt benut, wordt niet toegekomen aan de overige zaken die binnen de openbare ruimte een hoge prioriteit hebben. Hierdoor blijven bijvoorbeeld het controleren en handhaven op de herplantplicht na illegale kap liggen.
3.3.5 Juridische handhaving Het team Handhaving beschikt over juridische ondersteuning. De juristen verzorgen de repressieve bestuursrechtelijke handhaving van alle vakgebieden. Binnen de voorraad lopende en nieuwe handhavingzaken zijn prioriteiten gesteld. Ook hier komt de bestaande prioritering steeds meer onder druk te staan door toename van ingekomen verzoeken om handhaving en de vele overtredingen als gevolg van de verschillende inventarisaties in het kader van herzieningsprocedures van bestaande bestemmingsplannen.
3.3.6 Brandweer De verantwoordelijkheid voor het voorkomen en beperken van brand wordt uitgevoerd door de afdeling Brandweer en Veiligheid. De Brandweer adviseert in het geval van handhaving op bouwkundig en ruimtelijk vlak. Voor de controle van brandveilig gebruik van bouwwerken wordt nauw samengewerkt met team Handhaving. Er zijn concrete afspraken gemaakt over de wijze waarop invulling gegeven wordt aan controles waarbij zowel brandtechnische als bouwkundige gebreken aan het licht komen. Het risicoprofiel van Wageningen en de balans tussen de taken en de formatie worden inzichtelijk gemaakt in het activiteitenplan brandpreventie. Op het gebied van brandveiligheid kan enkel uitvoering gegeven worden aan de minimale wettelijke taken. Daarnaast werkt de Brandweer volgens het door de landelijke Brandweer (de NVBR) ontwikkelde visie inzake de naleving van brandveiligheidsregels. Ten aanzien van deze naleving heeft de regionale Brandweer een beleidsnotitie opgesteld waarin de volgende werkmethodieken zijn vastgelegd: 1. Prioritering via de PREVAP methodiek, is nu al gebruikelijk in Wageningen; 2. Werkplannen verfijnen (hoog risico = vaker controleren), ons nieuwe Controleplan 2011-2013 heeft dat al in zich en 3. Nalevingsgedrag meenemen in controlestrategie (slechte naleving = intensiever controleren) waarbij het nalevinggedrag wordt bijgehouden.
10
Handhavingsbeleid Gemeente Wageningen 2012-2015
3.3.7 Energieprestatienorm In het kader van ons klimaatbeleid is er voor gekozen om bij de realisatie van nieuwbouw (woningen en kantoren) de nadruk te leggen op energiezuinig bouwen. Het Bouwbesluit stelt eisen aan de energiezuinigheid van nieuwbouw van kantoren en woningen. De maat voor energiezuinigheid wordt uitgedrukt in een Energie Prestatie Coefficient (EPC). De bepaling van de EPC is vastgelegd in Energie Prestatie Normen (EPN). De huidige EPC-eis voor woningen is 0,6. De EPC voor utiliteitsgebouwen hangt af van de gebruiksfunctie. In het verleden was er vanuit handhaving relatief weinig aandacht voor energiezuinig bouwen. Mede op grond van ons klimaatbeleid is er niet alleen voor gekozen om bij nieuwbouw te gaan controleren op energie-aspecten maar wordt er met ingang van 2011 tevens jaarlijks budget vrijgemaakt om de ingediende EPC-berekeningen bij aanvragen te toetsen. Hiermee wordt getracht de bouwers te stimuleren en bewust te maken van het gegeven dat energiezuinig bouwen werkt.
3.3.8 De nieuwe Drank- en Horecawet Toezicht en handhaving in het kader van de Drank- en Horecawet wordt op dit moment nog uitgevoerd door de Voedings- en Warenautoriteit. Er is echter nieuwe wetgeving op komst die de toezichthoudende taken neerlegt bij de gemeenten. Het ligt in de planning om de nieuwe wetgeving in te laten gaan per 1 januari 2013 maar door de val van de regering Rutte is dat nog maar de vraag. Momenteel wordt onderzocht wat deze wetswijziging betekent voor het huidige takenpakket en hoe deze extra werkzaamheden kunnen worden opgevangen.
Samenvattend
Er zal de komende jaren vooral inzicht verkregen moeten worden in de haalbaarheid van de kwaliteitscriteria zoals deze zijn verwoord in de Bor en de Mor. Een helder integraal en richtinggevend beleidskader met een uitvoeringsprogramma en capaciteitsplanning, moeten deze inzichten kunnen verschaffen. In het volgende hoofdstuk worden uitgangspunten geformuleerd om de eerstvolgende jaren aan deze behoefte tegemoet te komen.
3.4 Doel en visie Het handhavingsbeleid van Wageningen heeft als doel een professionaliseringsslag te maken in de uitvoering van de handhavingstaken teneinde een prettig leefklimaat na te streven waarin sprake is van een gezonde en veilige omgeving. Om dit te bereiken worden maatregelen genomen waarmee op efficiënte en effectieve wijze integrale handhaving plaatsvindt. In onze visie is handhaving daarbij niet alleen een zaak van toezicht, controle en sancties. Handhaving verschaft ook duidelijkheid, versterkt de geloofwaardigheid van het bevoegd gezag en vergroot het gevoel van veiligheid bij de burger en de leefbaarheid van de stad. Duidelijkheid over waar de grens ligt ontstaat doordat regels en afspraken worden gehandhaafd. In lijn met deze visie is het van belang dat de gemeente zich actief, open en integer toont in haar optreden. Hiermee bereiken wij dat van handhaving een preventieve werking uitgaat en het naleefgedrag vergroot wordt.
11
Handhavingsbeleid Gemeente Wageningen 2012-2015
4. Beleidsuitgangspunten Op basis van het algemene beleidsdoel, het maken van een (integrale) professionaliseringsslag, kunnen nu een aantal uitgangspunten van beleid worden geformuleerd, oftewel ‘wat willen we bereiken?’ Uitgangspunten Æ Aansluiting bij nieuwe wet- en regelgeving Æ Planmatig en integraal handhaven Æ Doelgerichte handhaving op de belangrijke en risicovolle zaken Æ Transparant Æ Gestandaardiseerde uitvoering Æ Gedoogbeleid opstellen Tabel 1. Beleiduitgangspunten
4.1 Aansluiting bij nieuwe wet en regelgeving Het handhavingsbeleid is opgesteld aan de hand van de kwaliteitscriteria van het ministerie van I&M. De criteria hebben betrekking op de doelen en condities, het strategisch kader en de
werkwijzen/protocollen, de uitvoering en evaluatie (dubbele regelkring, zie figuur 2). Adequate handhaving wordt bereikt door een aantal samenhangende processtappen consequent uit te voeren. Het strategisch kader bevat de prioriteiten en de handhavingstrategie en is tot stand gekomen op basis van inzichtelijke keuzes. De uitvoering richt zich op de vooraf afgesproken resultaten. Hoofdzaak is dat de gemeente beschikt over een beleidskader en daaraan gekoppeld een uitvoeringsprogramma. Vervolgens dient handhaving volgens de vastgestelde strategieën uitgevoerd te worden en dient de kwaliteit gewaarborgd te worden.
Figuur 2 Beleidscyclus programmatisch handhaven
12
Handhavingsbeleid Gemeente Wageningen 2012-2015
4.2 Planmatig handhaven en integraal handhaven Bij integraal handhaven draait het om samenwerken, afstemmen en het uitwisselen van relevante informatie. Om professionele handhaving te organiseren en de handhavingorganisatie Wabo-proof te maken behoren zaken integraal aangepakt te worden. Signaaltoezicht is daarbij een belangrijk aspect maar uiteindelijk dienen planmatige en projectmatige controles plaats te vinden, waarbij acties gecombineerd worden. De wijze waarop wij de handhaving integraal benaderen wordt in de jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s verder uitgewerkt. Op deze manier kan ingespeeld worden op de actuele situatie van dat moment, met inachtneming van de wettelijke ontwikkelingen. Om de kwaliteit van de samenwerking in de toekomst te verbeteren dient gezocht te worden naar gezamenlijke prioriteiten. Door het formuleren van een gezamenlijke visie, doelstellingen en prioriteiten kan het integrale handhavingsproces versterkt worden. Hierbij moet helderheid ontstaan over de vraag ‘Wat noemen we integraal handhaven? Voor de praktische vormgeving van het integraal toezicht bestaat geen blauwdruk. Integraal toezicht betekent, dat het toezicht betrekking heeft op meer dan één aspect of activiteit. In essentie zijn er vier visies op de wijze waarop een integrale controle kan worden ingevuld: – Met elkaar controleren: vanuit bouw, milieu en eventuele andere aandachtspunten gezamenlijk een controle uitvoeren. Dit is vooral van belang in complexere situaties waar milieu, bouw én andere aandachtspunten meerdere specialismen vragen voor een goede beoordeling van de situatie. – Na elkaar controleren: de controle wordt niet gezien als één inspectie maar als een aantal inspectiemomenten binnen een kort tijdsbestek. Dit maakt het mogelijk over de planning met degenen die gecontroleerd worden, afspraken te maken. Bijkomend voordeel is wellicht een sterkere preventieve werking dan in de eerste variant. – Voor elkaar controleren: integrale controle voor bouw, milieu en andere aandachtspunten door één toezichthouder. Dit werkt vooral in relatief eenvoudige situaties waarin geen bijzondere of specialistische kennis van bouwen, milieu of andere facetten is vereist. Denk hierbij bijvoorbeeld aan lichte bouwvergunningen en gebruiksvergunningen. – Voor elkaar signaleren: facetcontrole door één toezichthouder. Op hoofdpunten kijkt deze ook naar andere facetten en meldt bijzonderheden aan collega’s. Dit werkt vooral in situaties waar óf bouwen óf milieu (óf een ander facet) specialistische kennis vergt. En waar de overige facetten op basis van meer generieke kennis en vaardigheden kunnen worden gecontroleerd. Elke visie van integrale handhaving heeft haar voor- en nadelen naast haar mogelijkheden en onmogelijkheden. De manier die het best past bij een uitvoeringsorganisatie is afhankelijk van verschillende factoren. Een belangrijke factor is echter, dat moet worden voldaan aan de kwaliteitseisen in het Besluit omgevingsrecht (Bor). Naast de verplichte criteria waaraan integrale handhaving moet voldoen, spelen ook de middelen en de ambitie van de organisatie een rol 3 . De mogelijke komst van Regionale omgevingsdiensten bepaalt mede het ambitieniveau op dit moment. De omvang en het ambitieniveau dwingen om keuzes te maken in de wijze van toezicht. In beginsel gaan wij uit van het principe ‘Voor elkaar signaleren’. De medewerkers nemen tijdens de inspectie bepaalde aandachtspunten van andere vakgebieden mee. In de huidige praktijk is dat al het geval. Het streven is om de komende jaren een ontwikkeling in gang te zetten waarin de toezichthouders enerzijds op hoofdlijnen op de hoogte zijn van elkaars vakgebied. Anderzijds zijn zij in staat hierop globaal te kunnen toetsen. Het volgen van opleidingen en het vormen van een werkgroep helpen hierbij.
3
Bron: Wabo in de praktijk, Ministerie van VROM 2009
13
Handhavingsbeleid Gemeente Wageningen 2012-2015
Op het moment dat de intensiteit van een overtreding (naar verwachting) toeneemt, schakelen de inspecteurs over op het principe ‘Met elkaar controleren’. In die gevallen wordt een integrale controle gepland en uitgevoerd. Toezicht op gecombineerde omgevingsvergunningen wordt volgens het ‘Met elkaar controleren' principe uitgevoerd. De juridische ondersteuning is altijd geconcentreerd bij een jurist. Hij/zij houdt het overzicht over de overtredingen en verzorgt de bestuurlijke handhaving. In de capaciteitsplanning is (variabele) tijd gereserveerd voor gezamenlijke projecten. Door intensiever overleg tussen de verschillende disciplines wordt relevante informatie uitgewisseld en worden gezamenlijke problemen eerder gesignaleerd. Op die manier ontstaat inzicht in elkaars werkzaamheden en dit werkt bewustwording in de hand.
4.3 Doelgerichte handhaving op de werkelijke prioriteiten Wij stellen prioriteiten ten aanzien van de objecten, bedrijven en terreinen. Dit betekent niet dat terreinen die als minder urgent worden beschouwd overgeslagen worden. Door een risicoanalyse uit te voeren wordt inzichtelijk gemaakt waar de prioriteit ligt en kan een keuze gemaakt worden ten aanzien van de te controleren onderwerpen. In de universiteitsstad c.q. studentenstad Wageningen is kennisintensieve bedrijvigheid aanwezig. Daarbij heeft de stad momenteel te maken met leegstand wegens verplaatsing van het Wageningen Universiteit en Researchcentrum (WUR) naar Wageningen Campus. Horeca is onlosmakelijk verbonden met een studentenstad als Wageningen. Professionele handhaving is noodzakelijk om deze zaken in goede harmonie te houden. Het programma wordt samengesteld op basis van de prioriteiten. De zaken die aan bod komen zijn de zaken die risico’s met zich meebrengen. Op basis van de prioriteiten kunnen dan doelgerichte controles worden uitgevoerd en kunnen belangrijke handhavingzaken worden opgepakt. In bijlage 1 is het resultaat van de bestuurlijke prioriteitstelling opgenomen. De handhavingstaken zijn uitgeschreven in de tweede bijlage. De verantwoording van gemaakte keuzes in de probleemanalyse is verwoord in bijlage 4.
4.4 Handhaving is transparant Middelen als communicatie en voorlichting worden ingezet om handhaving door de gemeente Wageningen voor de burger transparant te maken: ‘wij zijn Wageningen, hier staan we voor, dit is ons programma!’ Helderheid vergroot de transparantie en werkt indirect naleving van de regelgeving in de hand.
4.5 Uitvoering is gestandaardiseerd en vastgelegd Ten behoeve van de uitvoering van de handhavingstaak worden veel operationele taken beschreven in handhavingprotocollen. Deze protocollen maken deel uit van het programma. Met deze maatregel wordt de behoefte aan uniformering en standaardisering vervuld.
4.6 Gedogen Hoewel handhaven het uitgangspunt is, kan de gemeente overtredingen binnen de kaders van het in dit beleidskader uitgeschreven gedoogstrategie gedogen (zie hoofdstuk 5.4) . Kort gesteld: wanneer een overtreding geconstateerd is, wordt bezien of de overtreding legaliseerbaar is. Alleen in uitzonderingsgevallen waarin concreet zicht is op legalisatie, is gedogen te overwegen. De BAG bepaalt dat een illegaliteit een half jaar ‘in onderzoek’ mag staan, daarna moet actief gedoogd worden of handhavend worden opgetreden. 14
Handhavingsbeleid Gemeente Wageningen 2012-2015
5. Handhavingstrategie De handhavingstrategie bestaat uit alle activiteiten die er op gericht zijn om er voor te zorgen dat regels worden nageleefd. De toezicht- en sanctiestrategie beperkt zich in dit document tot de strategische keuzes. De invulling op detailniveau vindt plaats in de jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s. De handhavingstrategie bevat de volgende elementen: 1. Spontane naleving 2. Toezichtstrategie 3. Sanctiestrategie 4. Gedoogstrategie 5. Aanvullende instrumenten.
5.1 Spontane naleving Een belangrijk instrument om de naleving te vergroten is effectieve communicatie. Bekendheid met en duidelijkheid van de regelgeving bepaalt de mate waarin men (onbedoeld) de regels zal overtreden. Een belangrijke taak voor de toezichthouder/handhaver ligt dan ook in het voorlichten van de doelgroep en het wijzen op de (im)materiële voor- en nadelen van overtreding of naleving van de regelgeving. Zowel in de planvormingsfase (haalbaarheid) van een project als de realisatiefase (daadwerkelijk realiseren) worden wet- en regelgeving gecommuniceerd. De gemeente Wageningen kiest ervoor om handhaving in te zetten als middel, niet als doel op zich. Dit betekent dat het voorkomen van overtredingen die tot handhavend optreden leiden, een belangrijk onderdeel van het takenpakket van het team Handhaving omvat. Dit gebeurt aan de hand van duidelijke informatie en communicatie met burgers en bedrijven.
5.2 Toezichtstrategie Een handhavingstrategie bestaat uit drie onderdelen: toezicht, sancties en gedogen. Een gezamenlijk gedragen en vastgestelde strategie is nodig om consequent en transparant handhaven mogelijk te maken. Toezicht wordt in dit verband gezien als het controleren in hoeverre regels worden nageleefd. Dit hoofdstuk beschrijft op hoofdlijnen hoe de gemeente Wageningen naleving van regelgeving wil bereiken. Daarbij gaat het om de verschillende methodes voor toezicht, de wijze waarop overtredingen worden aangepakt en hoe wordt omgegaan met gedoogsituaties.
5.2.1. Vormen en niveaus van toezicht Er kunnen drie vormen van toezicht worden onderscheiden:
Regulier- of planmatig toezicht Regulier toezicht is toezicht dat voortvloeit uit de wettelijke handhavingstaken die de gemeente Wageningen heeft. Feitelijk omvat dit het toezicht dat direct samenhangt met bijvoorbeeld vergunningverlening.
Incidenteel toezicht Onder incidenteel toezicht wordt het toezicht verstaan dat naast het reguliere toezicht plaatsvindt. Dit kan bijvoorbeeld zijn naar aanleiding van klachten en/of meldingen van burgers, externe partijen en/of interne afdelingen. Incidenteel toezicht hangt dus niet noodzakelijkerwijs samen met de verlening van vergunningen en/of ontheffingen. 15
Handhavingsbeleid Gemeente Wageningen 2012-2015
Projectmatig toezicht. Onder projectmatig toezicht worden de speciale gebieds- of themagerichte handhavingsacties verstaan. Deze acties kunnen zowel door de gemeente worden geïnitieerd als vanuit de provincie of rijksoverheid.
Behalve de drie vormen van het toezicht kunnen ook verschillende niveaus van toetsing worden onderscheiden (intensiteit). Door het hanteren van verschillende toetsniveaus kan de beschikbare handhavingcapaciteit binnen de gestelde prioriteiten zo efficiënt mogelijk worden ingezet. Deze niveaus worden gevormd door 3 onderdelen: 1. Frequentie: Hoe vaak en op welk moment wordt gecontroleerd? 2. Breedte: Worden alle aspecten gecontroleerd of slechts een aantal aspecten? 3. Diepte: Wordt ieder aspect tot in detail gecontroleerd of via een scan op hoofdlijnen? De vijf te onderscheiden toetsingsniveaus zijn:
Niveau ´0´: Er wordt niet gecontroleerd (Gevolgen voor gezondheid en veiligheid nihil)
Niveau A: Sneltoets Snelle controle van de betrokken regel. Bijvoorbeeld alleen controle op de aanwezigheid van tekeningen en berekeningen, of in geval van milieu-inrichtingen een gevelcontrole.
Niveau B: Visueel De betrokken regel wordt bij dit toetsingsniveau beperkt in de breedte en beperkt in de diepte getoetst. Voorbeeld toetsniveau: steekproefsgewijs gebouwen controleren op aanwezigheid van brandblusser en steekproefsgewijs controleren van certificaat.
Niveau C: Representatief De betrokken regel wordt in de volle breedte en beperkt in de diepte gecontroleerd. Voorbeeld toetsniveau: alle gebouwen controleren op aanwezigheid van brandblusser en steekproefsgewijs controleren op certificaat.
Niveau D: Integraal De betrokken regel wordt in de volle breedte en diepte getoetst. Voorbeeld toetsniveau: alle gebouwen controleren op aanwezigheid van brandblusser en op certificaat.
5.2.2 Toepassing van toetsingsniveaus in de praktijk Hoofdregel is dat bij handhavingstaken met een hoge prioriteit (prioriteit 1 en 2) in de regel een hoog toetsingsniveau wordt gehanteerd (C of D). Bij handhavingstaken met een gemiddelde prioriteit (prioriteit 3) wordt een gemiddeld toetsingsniveau (B) en bij een lage prioriteit (prioriteit 4) wordt een laag toetsingsniveau (A of ‘0’) gehanteerd. Door de koppeling te leggen tussen de mate van prioriteit en het toetsingsniveau wordt zoveel mogelijk recht gedaan aan de prioriteitstelling binnen de beschikbare capaciteit. Op de hiervoor genoemde hoofdregel worden soms uitzonderingen gemaakt. In het uitvoeringsprogramma wordt per beleidsveld in zijn algemeenheid aangegeven op welke wijze wordt omgegaan met toepassing van toetsingsvormen, niveaus en frequenties in de praktijk; zo wordt voor het aantal toezichtsmomenten (frequentie en breedte/diepte) bij bouwwerken rechtstreeks verwezen naar het bouwbeleidsplan 2008 en is bij controle van milieu-inrichtingen de bovenstaande indeling niet altijd toepasbaar. In het 16
Handhavingsbeleid Gemeente Wageningen 2012-2015
uitvoeringsprogramma zullen de frequentie en het toetsniveau per beleidsveld nader worden bepaald. Sommige handhavingstaken omvatten een grote hoeveelheid en diversiteit aan regels en normstellingen. Het kan daarom nodig zijn dat binnen één handhavingstaak in afwijking van de hiervoor beschreven hoofdregel, verschillende toetsingsniveaus worden gehanteerd.
5.3 Sanctiestrategie In deze paragraaf wordt een beschrijving gegeven van de wijze waarop de bestuursrechtelijke handhavinginstrumenten worden gebruikt tegen geconstateerde illegale situaties en overtredingen. Het primaat van de handhaving ligt bij het college van burgemeester en wethouders. Uitgangspunt is een zo kort mogelijke duur van overtredingen door een voortvarend optreden.
5.3.1 Wijze van sanctioneren 4 Bij het toepassen van sancties wordt er onderscheid gemaakt in overtredingen die om onmiddellijk optreden vragen, overtreding van zogenaamde ‘kernbepalingen’ en andere overtredingen. Een kernbepaling is een bepaling die de kern vormt van de bescherming van de belangen waartoe een regeling of vergunning strekt. Anders gezegd, een kernbepaling is een essentiële norm die gehandhaafd moet worden. Andere overtredingen zijn overtredingen waarbij er geen sprake is van acuut gevaar en ook geen kernbepaling wordt overtreden. Als uitgangspunt geldt dat naarmate het toetsingsniveau hoger is (integraal of representatief), er bij overtreding eerder sprake zal zijn van kernbepalingen. Afhankelijk van de overtreding kan er een situatie ontstaan die om onmiddellijk optreden vraagt. Er vindt verzwaring en versnelling van sancties plaats als er sprake is van opzet, controlebelemmering, recidive of wanneer legalisatie niet mogelijk is. De ernst van de overtreding is daarbij vaak bepalend voor de snelheid van het bestuursrechtelijk traject. De hiervoor beschreven sanctiestrategie als onderdeel van de handhavingstrategie is een afgeleide van de landelijk vastgestelde strategie voor de milieuhandhaving en is tevens voor de bouw- en handhaving Openbare Ruimte toepasbaar. Dit betekent niet dat er volledige uniformiteit ontstaat, gemotiveerd afwijken kan immers altijd. Dit moet altijd schriftelijk worden vastgelegd. De sanctiestrategie gaat over alle nu algemeen geldende vormen van reactie of interventie die volgen op een constatering van een overtreding, van waarschuwing tot optreden, van proces verbaal tot bestuurlijke sanctiebeschikking. Deze sanctiestrategie gaat niet in op zaken als bevoegdhedenverdeling, mandatering, informatieverstrekking en processen en werkwijzen. Deze zaken worden of zijn vastgelegd in afzonderlijke door het college vast te stellen protocollen. Vervat in een stappenplan ziet de strategie er als volgt uit: Overtreding geconstateerd: 1. Bepalen of er sprake is van een overtreding met acuut gevaar (zoals explosiegevaar, instortingsgevaar, gevaar voor de gezondheid etc.); 2. Zo niet, beoordelen of er sprake is van overtreding: a. van een kernbepaling (Amvb) b. van een kernbepaling zijnde doelbewust, geen kennelijk incident of niet gering van omvang. 3. Zo niet, nagaan of de overtreding: a. doelbewust, incidenteel of gering van omvang is; b. leidt tot directe aantasting van milieu of openbare orde; c. leidt tot aantasting van de geloofwaardigheid van de overheid; d. leidt tot belemmering van overheidscontrole; e. een calculerende of malafide instelling betreft. 4
Dit model is gebaseerd op de uitgewerkte sanctiestrategie van de gemeenten Hellendoorn, Oldenzaal, In bijlage 4 is het stappenplan schematisch weergegeven. Per stap is aangegeven hoe opgetreden wordt. In het Tubbergen en Twenterand. plan zijn geen termijnen voor acties opgenomen. Acties volgen zo snel mogelijk op de constatering van een 17 overtreding.
Handhavingsbeleid Gemeente Wageningen 2012-2015
5.3.2 Strafrechtelijk optreden Het Openbaar Ministerie heeft een eigen verantwoordelijkheid en bevoegdheid. Een beslissing van de gemeente om bijvoorbeeld niet te handhaven, ontneemt het Openbaar Ministerie niet het recht om tot strafvervolging over te gaan. Voor het beleidsveld milieu is in juli 1999 door het Openbaar Ministerie het document ‘Strategie Milieu’ uitgebracht. In deze strategie geeft zij aan wat in haar ogen de rol is van het OM en wat het strafrecht inhoudt bij de opsporing en vervolging van milieudelicten. Het OM wil hiermee bereiken dat zij de juiste zaken binnen krijgt en kan relateren aan eventueel andere, bij het OM bekende informatie en deze zaken op een goede wijze kan afdoen. Er is dan ook een onderscheid gemaakt tussen overtredingen van kernbepalingen en overtredingen van overige bepalingen. De lijst met kernbepalingen geeft de strafbare handelingen weer, welke volgens het OM bij constatering in principe in aanmerking komen voor het opmaken van proces-verbaal tegen de overtreder. Bij constatering van een overtreding van een kernbepaling wordt direct proces-verbaal opgemaakt, tenzij de overtreding niet doelbewust is begaan, het kennelijk een incident betreft of het gevolg gering van omvang is. Het is de Officier van Justitie, die bepaalt of deze omstandigheden van toepassing zijn.
5.3.3 Handhavend optreden tegen de eigen organisatie Ook eigen organisatieonderdelen hebben of krijgen te maken wet- en regelgeving. De eigen organisatie moet de wettelijke voorschriften ook naleven. In het geval dat (een) overtreding(en) word(t)en geconstateerd waarvoor de eigen organisatie verantwoordelijk is, dan moet daar ten minste op vergelijkbare wijze op worden gereageerd als op overtredingen die door burgers of bedrijven worden begaan. De overheid dient immers uit het oogpunt van geloofwaardigheid het goede voorbeeld te geven. Gelet hierop is het van belang om snel en adequaat om te gaan met overtreding van de voorschriften door de eigen organisatie. Aanpak van deze overtredingen heeft hoge prioriteit. Het beleid met betrekking tot de aanpak van overtreding door de eigen organisatie is vastgelegd in een protocol dat is opgesteld in het kader van het project ‘professionalisering van de milieuhandhaving’. Dit protocol wordt ook zoveel mogelijk toegepast voor de overige hier aan de orde zijnde beleidsterreinen.
5.3.4 Handhavend optreden tegen andere overheden Het optreden tegen overtredingen van (andere) overheden zich niet van het optreden tegen burgers of bedrijven. Ook hiervoor is een protocol opgesteld in het kader van het project ‘professionalisering van de milieuhandhaving’. Dit protocol wordt ook zoveel mogelijk toegepast voor de overige hier aan de orde zijnde beleidsterreinen.
5.4 Gedoogstrategie Met de gedoogstrategie wordt bepaald wanneer en op welke wijze geen gebruik wordt gemaakt van de sanctiebevoegdheden. Gedogen wordt opgevat als tijdelijk afzien van handhaving in een concreet geval. Gedogen kan alleen in uitzonderingssituaties. Voor de gemeente Wageningen houdt dit in dat uitsluitend wordt gedoogd in: - geval van overmacht; - het geval er zwaarder wegende belangen in het spel zijn dan het belang van handhaving; - het geval een beleids- of wetswijziging aanstaande is waarbinnen de overtreding past. 18
Handhavingsbeleid Gemeente Wageningen 2012-2015
Belangrijk is dat gedogen expliciet via een gedoogbesluit plaats vindt en dat dit besluit aan alle gebruikelijke eisen van de Algemene wet bestuursrecht moet voldoen. De procedure-eisen zijn in protocollen vastgelegd. Ook bij de andere beleidsterreinen wordt het gedoogprotocol toegepast.
Figuur 4. Gedoogstrategie
5.5 Aanvullende instrumenten De regels die de gemeente zelf vaststelt, zijn beïnvloedbaar. Gedacht moet worden aan verordeningen, beleid, bestemmingsplannen en vergunningvoorschriften. Regels zijn handhaafbaar als ze voldoen aan een aantal criteria: • Actueel: op basis van geldende wetgeving en beleid; passend bij de actuele maatschappelijke situatie • Eenduidig: op één manier uit te leggen en niet tegenstrijdig • Controleerbaar: gebaseerd op zichtbare en/of meetbare feiten. Bovendien moeten regels consequent worden toegepast. Gebeurt dit niet dan is de geloofwaardigheid van de gemeente in het geding. Afwijken van regels of beleid is slechts in absolute uitzonderingsgevallen mogelijk. 19
Handhavingsbeleid Gemeente Wageningen 2012-2015
6. Uitvoering De volgende maatregelen worden getroffen om het beleid verder vorm te geven:
Jaarlijks handhavingprogramma op basis van risicoanalyse/prioriteitstelling Capaciteitsplanning Interne en externe samenwerking Beleidsevaluatie en monitoren
6.1 Jaarlijks handhavingsprogramma Door het opstellen van een jaarlijks handhavingprogramma wordt per vakgebied vastgelegd welke handhavingstaken worden uitgevoerd en op welke wijze. Door een handhavingprogramma op te stellen op basis van risicogerichte prioriteiten, wordt gewaarborgd dat er effectief en efficiënt gehandhaafd wordt, toegepast op de praktijk. Onderdelen van het programma zijn onder meer;
Risicomatrix en prioriteitenstelling De VROM-inspectie gebruikt in de nalevingsstrategie een matrix (zie bijlage 1). De taken met de hoogste risico’s en het grootste naleeftekort krijgen de hoogste prioriteit. Taken met een laag risico en goede naleving worden verder niet actief geprogrammeerd. Zoals al vermeld worden in Wageningen niet automatisch alle terreinen die als minder urgent worden beschouwd, overgeslagen. Wel zullen er concessies gedaan worden voor wat betreft het toetsingsniveau/de controlefrequentie. Met risico’s wordt bedoeld: Welke risico’s zijn er als niet wordt gehandhaafd? De zwaarte van het risico wordt bepaald door twee aspecten met elkaar te verbinden: de omvang van het effect op de leefomgeving en de kans dat het effect zich voor zal doen. Met naleving wordt bedoeld: In welke mate worden de regels nageleefd? Indien blijkt dat een regel in de praktijk niet goed wordt nageleefd is er sprake van een naleeftekort (of een slecht naleefgedrag). De regel behoeft in dat geval meer aandacht. In bijlage 1 zijn zowel de resultaten van de prioriteitstelling als de procesbeschrijving opgenomen. De handhavingstaken zijn uitgeschreven in de 2e bijlage. De verantwoording van de gemaakte keuzes t.a.v. de verschillende taakvelden is terug te lezen in de vierde bijlage.
Doelen Op basis van de prioriteiten zijn algemene doelstellingen geformuleerd voor de beleidseffecten die de gemeente Wageningen wil bereiken. Deze doelen zijn, gelet op de huidige situatie, met gepaste ambitie ingestoken (zie bijlage 1). In het uitvoeringsprogramma wordt per handhavingstaak een concreet prestatiedoel gesteld. Voorbeeld prestatiedoel: In het buitengebied surveilleren we minimaal 1x per maand.
Stapsgewijs Bij aanvang van het proces waarin wij werken aan effectief programmatisch handhaven is het zaak om stapsgewijs te werk te gaan. Na afloop van een jaar vindt evaluatie plaats. Deze evaluaties leveren telkens de input voor de volgende cycli programmatisch handhaven. 20
Handhavingsbeleid Gemeente Wageningen 2012-2015
Voor alle handhavingszaken gelden bovendien als extra aandachtspunt: Bestuurlijke relevantie Nieuwe handhavingsactiviteiten dienen altijd getoetst te worden op bestuurlijke relevantie of –gevoeligheid. De hoofdregel is dat de uitgangspunten van het handhavingsbeleid en het handhavingsprogramma te allen tijde gevolgd worden. Daarbij moeten de directe en indirecte gevolgen voor het bestuur altijd afgewogen worden. Zaken die mogelijk bestuurlijke gevolgen hebben, worden besproken in het portefeuillehouderoverleg of zo nodig preventief aan het college voorgelegd.
Signalen van burgers In gevallen waarbij burgers een signaal geven over onrechtmatigheden, dient de melding altijd onderzocht te worden. Dit betekent niet dat tegen een mogelijke overtreding altijd wordt opgetreden. Bij een verzoek om handhaving ligt dat anders. Indien er sprake is van een overtreding dan geldt de beginselplicht op handhaving en zal er binnen 8 weken een besluit moeten volgen.
Kraak Op 1 oktober 2010 is de Wet kraken en leegstand in werking getreden. Deze wet voorziet in het strafbaar stellen van het kraken van leegstaande panden. De gemeenteraad heeft op 28 juni 2010 een motie aangenomen die voorziet in het terughoudend optreden tegen handhaven van kraak. Het handhaven van het feitelijke kraken is een bevoegdheid van het Openbaar ministerie en de politie. In het tegengaan van het vervolgen van krakers, nadat de wet van kracht is geworden heeft het college geen rol. Alleen indien samenhang bestaat met het gemeentelijke beleidsterreinen kan actief handhavend worden optreden. Dat gebeurt in de regel alleen indien er sprake is van ernstig brandonveilig gebruik of gebruik in strijd met voorschriften voor hygiëne of indien de openbare orde ernstig in het geding is. Op het moment dat een pand gekraakt wordt, zonder dat er sprake is van ernstig gevaar of hinder, zal van gemeentewege geen actief handhavingsbeleid worden gevoerd. Hiermee wordt aangesloten op de bestaande praktijk, waarbij alleen in excessieve situaties handhavend wordt opgetreden tegen kraak.
6.2 Capaciteitsplanning Om de inzet te bepalen wordt onderzocht hoe de huidige beschikbare capaciteit zich verhoudt tot de optimaal benodigde capaciteit. Het uitvoeringsprogramma is gebaseerd op een beredenering van de benodigde capaciteit. Hierbij is gebruik gemaakt van ervaringscijfers van het Team Handhaving en kengetallen uit de landelijke praktijk. Mocht op basis van de capaciteitsanalyse blijken dat er een tekort is ten opzichte van de beschikbare capaciteit, betekent dit dat bij gelijkblijvend budget heldere prioriteit gesteld moet worden waar het gaat om de uit te voeren taken. Immers, niet alle taken zijn volledig te handhaven. In dit geval wordt tevens antwoord gezocht op de vraag hoe efficiënter te handhaven. Financiën en middelen: De werkelijke inzet van capaciteit op prioriteiten en doelstellingen kunnen van invloed zijn op de benodigde middelen. De financiële dekking van handhaving komt grotendeels voort uit andere beleidsvelden. Het toezicht op de bouw wordt gedekt door de bouwleges, het parkeertoezicht uit de middelen voor parkeerbelasting en de opbrengsten van beschikkingen. Milieutoezicht dient uit eigen middelen te worden voldaan omdat hier geen inkomsten tegenover staan. 21
Handhavingsbeleid Gemeente Wageningen 2012-2015
Repressieve handhaving kost daarom altijd geld. Dit beleidskader gaat uit van de bestaande omvang van het team handhaving in relatie tot handhavingsvoorraad. Indien handhaving op een bepaald taakveld meer aandacht moet krijgen, zullen hiervoor ook meer middelen ter beschikking moeten worden gesteld.
6.3 Interne en externe samenwerking Intern wordt vastgelegd wie welke verantwoordelijkheid draagt voor de verschillende handhavingstaken. Het uitvoeringsplan moet uitwijzen waar en hoe de verschillende vakgebieden verbonden worden en hoe integraal optreden mogelijk wordt.
6.4 Beleidsevaluatie Jaarlijks wordt een uitvoeringsprogramma door het college vastgesteld. Hierbij komen de volgende onderdelen in ieder geval aan de orde: -
actualisatie risicoanalyse actualisatie handhavingprioriteiten, inclusief projectmatige handhavingacties knelpunten handhavingpraktijk voorstellen voor beleidsaanpassingen.
Evalueren en beheren is van belang om resultaten inzichtelijk te maken. De gemeente Wageningen registreert en beheert gegevens zoals het aantal controles, de tijdsbesteding per actie en het aantal sancties. Vervolgens is het mogelijk om gegevens jaarlijks af te zetten tegen de nulmeting om de voortgang te meten. In de werkprocessen wordt de invoerwijze opgenomen, zodat alles zorgvuldig wordt geregistreerd en niets wordt overgeslagen. Met de registratieapplicatie Squit XO kunnen procedures beheerd en afgehandeld worden, variërend van eenvoudige deelvergunningen tot complexe omgevingsvergunningen en de toezicht en handhaving hiervan.
6.5 Tot slot Met het voorliggende strategische beleidskader is richting gegeven aan een cyclisch handhavingproces. De huidige handhavingpraktijk van de gemeente Wageningen is geïnventariseerd, waaruit knel- en verbeterpunten naar voren zijn gekomen. Vervolgens is een nieuwe risicoanalyse uitgevoerd, waaruit de prioriteiten van handhaving vloeien. Aan de prioriteiten zijn doelen gekoppeld. Deze dienen als basis voor het opstellen van de handhavingstrategie. Met de toezichtstrategie en sanctiestrategie wordt getracht de naleving waar nodig te verbeteren. Het beleidskader wordt geoperationaliseerd in jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s. Hierin worden werkwijzen/protocollen en prestatiedoelen geformuleerd en vastgelegd.
22
Handhavingsbeleid Gemeente Wageningen 2012-2015
Bijlage 1: Procesbeschrijving probleemanalyse Voor de totstandkoming van de integrale probleemanalyse is gebruik gemaakt van een aantal bijeenkomsten met experts van de verschillende betrokken teams. De bijeenkomsten hebben enerzijds tot doel gehad de concrete handhavingtaken te inventariseren en anderzijds een prioriteitstelling binnen deze handhavingtaken aan te brengen door middel van een risico-inventarisatie. Nadat de problemen zijn geanalyseerd zijn de risico’s benoemd. Er heeft een integrale sessie plaatsgevonden onder vergunningverleners, toezichthouders, beleids- en juridische medewerkers. Hierin is gediscussieerd over algemene handhavingtaken binnen de verschillende taakvelden. Gezamenlijk hebben de experts scores bepaald van de betreffende variabelen per thema. Op basis van de prioriteiten hebben betrokken deskundigen op detailniveau invulling gegeven aan het risicomodel. De uitkomsten hiervan worden vertaald in het uitvoeringsprogramma. Risicomodel Voor het opstellen van de risicoanalyse is het risicomodel van het ministerie van Justitie gehanteerd. Het model werkt op basis van het principe ‘Risico= kans x effect’. Deze formule is een internationaal geaccepteerde en veelgebruikte methode om een adequate inschatting te kunnen maken van de prioriteit van (onder andere) handhavingtaken.
De risicoanalyse is een instrument voor het beleidsmatig vaststellen van prioriteiten. De matrix helpt bij het rationaliseren van de keuze, maar het blijft subjectief. De matrix doet feitelijk niet meer dan het vaststellen van een rangorde binnen verschillende handhavingthema’s.
Deze risico-inventarisatie brengt per beleidsveld de risico’s in beeld en helpt in de keuze die er gemaakt gaat worden. Een lage prioriteit impliceert overigens niet automatisch dat het bestuursorgaan niets aan het betreffende onderwerp doet. Wel zal het toetsingsniveau, gekoppeld aan het betreffende thema, van een lager niveau zijn. De risicomatrix bevat zes elementen die het risico bepalen, aan elk negatief effect een wegingsfactor toegekend. Op deze manier kan het gewicht van de wegingsfactor aan de gemeentelijke wensen worden vergroot of verminderd. Wegingsfactor Fysieke veiligheid
2
Sociale kwaliteit
1
Financieel-economische gevolgen
0,5
Natuur en milieu
1,5
Volksgezondheid
2
Bestuurlijk imago
2
Risico Welke risico’s zijn er als niet zou worden gehandhaafd? Per thema is bepaald welke risico’s voor veiligheid, sociale kwaliteit, financieeleconomische schade, natuurschoon, gezondheid en bestuurlijk imago aanwezig zijn. (Risico: groter dan 30= hoog, kleiner of gelijk aan 30=laag). Hierbij is telkens beredeneerd wat het ernstigste geloofwaardige incident is dat zich voor zou kunnen doen als iemand de regel niet naleeft. De zwaarte van het risico is bepaald door twee aspecten met elkaar te verbinden: het effect op bovengenoemde aspecten en de kans dat dit effect zich voor zal doen. Bij de inschatting van de kans is er vanuit gegaan dat de 23
Handhavingsbeleid Gemeente Wageningen 2012-2015
gemeente geen toezicht houdt en niet handhavend optreedt. (Kans: 1= klein, 2=gemiddeld, 3= groot). Fysieke veiligheid: In welke mate zou, door activiteiten binnen dit thema, de fysieke veiligheid kunnen worden aangetast wanneer niet voldaan wordt aan de wet- en regelgeving? (Negatieve effecten: 1=klein, 2=gemiddeld, 3=groot) Volksgezondheid: In welke mate zou, door activiteiten binnen dit thema, de gezondheid kunnen worden aangetast wanneer niet voldaan wordt aan de wet- en regelgeving? Kwaliteit sociale leefomgeving: In welke mate zou, door activiteiten binnen dit thema, de sociale kwaliteit van het leven kunnen worden aangetast wanneer niet voldaan wordt aan de wet- en regelgeving? woon- en leefmilieu (natuurschoon): In welke mate zou, door activiteiten binnen dit thema, het natuurschoon kunnen worden aangetast wanneer niet voldaan wordt aan de wet- en regelgeving? Financieel-economisch: In welke mate heeft het niet voldoen aan de wet- en regelgeving binnen dit thema financieel-economische gevolgen? Imago: Hoe groot is de politiek-bestuurlijke afbreuk als de voorschriften uit dit thema onvoldoende worden nageleefd? Nalevingtekort Wat is de omvang van het nalevingtekort? Per thema is globaal nagegaan in welke mate regels worden nageleefd. Aan regels die goed worden nageleefd, hoeft uiteindelijk minder aandacht besteed te worden. Wordt een regel niet nageleefd dan heeft deze meer aandacht nodig. Voor een inschatting van het nalevingtekort is gebruik gemaakt van de aanwezige kennis en ervaring van de betrokken deskundigen. Prioriteit Welke thema’s hebben prioriteit? Door het risico en het nalevingstekort per thema samen te voegen ontstaat een prioritering. schematische weergave:
24
Handhavingsbeleid Gemeente Wageningen 2012-2015
Dit levert de volgende prioriteiten op: Prioriteit 1: Hoog risico en hoog nalevingtekort Prioriteit 2: Hoog risico en laag nalevingtekort Prioriteit 3: Laag risico en hoog nalevingtekort Prioriteit 4: Laag risico en laag nalevingtekort Onderstaande tabel bevat de uitkomsten van de probleemanalyse. In bijlage 4 worden de gemaakte keuzes nader toegelicht. Handhavingtaak
Naleeftekort
Prioriteit
Hoog risico RO, bouwen en brandveiligheid bouwen utiliteitsbouw: bestaand/verbouw
Hoog
1
Omgevingvergunning (brandveilig)gebruik
Hoog
1
strijdig gebruik bedrijfsgebouwen
Hoog
1
illegale bewoning
Hoog
1
Bouwen overig: bestaand/verbouw
Laag
2
bouwen woongebouwen: bestaand/verbouw
Laag
2
Bouwen utiliteitsbouw: nieuw
Laag
2
Bouwen overig: nieuw
Laag
2
Slopen
Laag
2
Bodemverontreiniging en sanering
Laag
2
Bedrijfsafval
Laag
2
Milieu-inrichtingen categorie 4
Laag
2
Evenementenvergunningen
Laag
2
betaald parkeren
Hoog
1
Milieu-inrichtingen categorie 3
Laag
2
Besluit bodemkwaliteit en puinbreekinstallaties
Laag
2
Zwerfvuil
Hoog
1
Huishoudelijk afval
Hoog
1
illegaal gebruik openbaar groen
Laag
2
(Fiets)parkeren in de Hoogstraat
Hoog
1
(illegaal) gebruik van de openbare ruimte bijvoorbeeld winkeluitstellingen, bebordingen
Hoog
1
Hondenbeleid
Hoog
1
Vergunning parkeren
Hoog
1
fietsen in de Hoogstraat
Hoog
1
Aanleg
Laag
4
strijdig gebruik woningen
Hoog
3
bouwen zonder of in afwijking van omgevingsvergunning
Hoog
3
Bouwen woongebouwen: nieuw
Laag
4
Milieu
APV
Laag risico RO, bouwen en brandveiligheid
25
Handhavingsbeleid Gemeente Wageningen 2012-2015
slopen zonder of in afwijking vergunning
Laag
4
Water (o.a. aansluiting riolering)
Laag
4
strijdig gebruik overig
Laag
4
bouwen woningen: nieuw
Laag
4
bouwen woningen: bestaand/verbouw
Laag
4
vergunningvrij bouwen
Laag
4
Monumenten
Hoog
3
Reclame
Laag
4
Milieu-inrichtingen categorie 1
Laag
4
Milieu-inrichtingen categorie 2
Laag
4
Verwijderen fietswrakken
Hoog
3
Aanhangwagens/kampeermiddelen openbare ruimte
Laag
4
Horeca: terrasvergunningen
Laag
4
Verblijfsontzeggingen
Laag
4
parkeren buiten de vakken
Hoog
3
Kap
Laag
4
Milieu
APV
Tabel 2. Uitkomsten prioriteitstelling
Doelstellingen Op basis van de prioriteiten worden doelstellingen geformuleerd voor de beleidseffecten die wij willen bereiken. Prioriteit 1 (Hoog risico, hoog nalevingtekort) Inputdoel: De taken en thema’s met prioriteit 1 worden frequent (minstens 1x per jaar) en volledig (integraal) uitgevoerd (niveau D). Naleefdoel: De eigenaar is na controle op de hoogte is van de wet en regelgeving die voor hem geldt en houdt zich in de periode 2012-2015 aan de gestelde regels. Prioriteit 2 (Hoog risico, laag nalevingtekort) Inputdoel: De taken en de thema’s met prioriteit 2 worden frequent (minimaal om de 6 jaar) uitgevoerd met minimaal toetsingsniveau B. Naleefdoel: Het huidige lage nalevingtekort in stand houden: 80% van de gecontroleerde bedrijven en instellingen voldoet in de periode 2012-2015 nog steeds aan de regelgeving. Prioriteit 3 (Laag risico, hoog nalevingtekort) Inputdoel: In de periode 2012-2015 wordt jaarlijks een maximaal aantal uur besteed aan taken en thema’s met prioriteit 3. Prioriteit 4 (Laag risico, laag nalevingtekort) Inputdoel: In de periode 2012-2015 op een beperkte, en jaarlijks in afnemende mate, tijd en inzet besteden aan de taken en thema’s met prioriteit 4. Zoals uit het voorgaande blijkt steken wij de doelstellingen algemeen en globaal in. Zo is het naleefdoel niet verder geconcretiseerd. Hiervoor is uitgebreide evaluatie van het nalevingniveau noodzakelijk. De kosten van een dergelijk systeem staan niet in verhouding tot de totaal beschikbare handhavingcapaciteit. Voor de inschatting van het naleeftekort is, daar waar voorhanden, gebruik gemaakt van beschikbare (statistische) gegevens. Voor het overige is de beschikbare kennis en ervaring aangesproken om een 26
Handhavingsbeleid Gemeente Wageningen 2012-2015
inschatting te maken van het naleefgedrag. Ter evaluatie zullen regelmatig dezelfde of vergelijkbare bronnen geraadpleegd worden. Op deze manier wordt inzicht verkregen in de ontwikkeling van het naleefgedrag en de effecten van het handhavingsbeleid. In het uitvoeringsprogramma zijn prestatiedoelen opgenomen.
RO, Bouwen en Brandveiligheid
Milieu
Prioriteit 1
Prioriteit 2
Omgevingvergunning (brandveilig)gebruik
Milieu-inrichtingen categorie 3 Milieu-inrichtingen categorie 4
strijdig gebruik bedrijfsgebouwen
Prioriteit 3
illegale bewoning
Bodemverontreiniging en sanering
Bouwen utiliteitsbouw: bestaand/verbouw
Besluit bodemkwaliteit en puinbreekinstallaties
Prioriteit 2
Bedrijfsafval
Bouwen overig: bestaand/verbouw
Prioriteit 4
Bouwen woongebouwen: bestaand/verbouw
Milieu-inrichtingen: categorie 1
Bouwen overig: nieuw
Milieu-inrichtingen categorie 2
Slopen Bouwen utiliteitsbouw: nieuw
Prioriteit 3
APV
RO, bouwen en brandveiligheid
Prioriteit 1
strijdig gebruik woningen
Huishoudelijk afval
bouwen zonder of in afwijking van omgevingsvergunning
Hondenbeleid (Fiets)parkeren in de Hoogstraat
Monumenten
fietsen in de Hoogstraat
Prioriteit 4
Betaald parkeren
Bouwen woongebouwen: nieuw
Vergunning parkeren
Slopen zonder of in afwijking vergunning
Illegaal gebruik openbare ruimte
Water (o.a. aansluiting riolering)
Zwerfvuil
Strijdig gebruik overig
Prioriteit 2
Bouwen woningen: nieuw
Evenementenvergunningen
Bouwen woningen: bestaand/verbouw
illegaal gebruik openbaar groen
vergunningvrij bouwen reclame
Prioriteit 3
Aanleg
Verwijderen fietswrakken parkeren buiten de vakken
Prioriteit 4 Kap Aanhangwagens/kampeermiddelen openbare ruimte Horeca: terrasvergunningen Verblijfsontzeggingen
Tabel 3 Resultaat bestuurlijke prioritering
27
Handhavingsbeleid Gemeente Wageningen 2012-2015
Bijlage 2: Handhavingstaken Tijdens de verschillende bijeenkomsten zijn voor de gemeente Wageningen de handhavingthema’s/taken geïnventariseerd. De thema’s en omschrijving met de daarbij behorende belangrijkste handhavingstaken zijn in tabel 3 opgenomen. Hierbij is een splitsing gemaakt tussen de verschillende beleidsvelden.
Thema
Omschrijving
Taken
Omgevingsvergunningen utiliteitsbouw (bestaand/nieuw) brandveiligheid constructie overig
Toezicht en handhaving op naleving van de voorschriften voor alle bouwwerken die geen woonbestemming hebben zoals winkels, nutsvoorzieningen en recreatievoorzieningen. Onderscheid bestaande bouw/verbouw en nieuwbouw
Controle omgevingsvergunning; brandveiligheid, constructieve veiligheid en overig (Pijlers Bouwbesluit 2012, bouwverordening, welstand, bouwbeleidsplan)
Omgevingsvergunningen woningen (bestaand/nieuw) brandveiligheid constructie overig
Toezicht en handhaving op naleving van de voorschriften voor woningen. Onderscheid bestaande bouw/verbouw en nieuwbouw
Controle omgevingsvergunning: brandveiligheid, constructieve veiligheid en overig (Pijlers Bouwbesluit 2012, Woningwet, bouwverordening, welstand, bouwbeleidsplan)
Omgevingsvergunningen woongebouwen (bestaand/nieuw) brandveiligheid constructie overig
Toezicht en handhaving op naleving van de voorschriften voor woongebouwen, zoals appartementencomplexen en flatgebouwen. Onderscheid bestaande bouw/verbouw en nieuwbouw
Controle omgevingsvergunning: brandveiligheid, constructieve veiligheid en overig (Pijlers Bouwbesluit 2012, Woningwet, bouwverordening, welstand, bouwbeleidsplan)
Omgevingsvergunningen overig (bestaand/nieuw) brandveiligheid constructie overig
Toezicht en handhaving op naleving voorschriften overige bouwwerken, zoals dakkapellen, bijgebouwen en overkappingen. Onderscheid bestaande bouw/verbouw en nieuwbouw
Controle omgevingsvergunning: brandveiligheid, constructieve veiligheid en overig (Pijlers Bouwbesluit 2012, welstand, bouwbeleidsplan)
Omgevingsvergunningen woningen en woongebouwen (nieuw) Energie Prestatie Norm
Toezicht en handhaving op naleving van de voorschriften tijdens bouwproces.
Controle omgevingsvergunning: EPN komt voort uit Bouwbesluit.
Monumenten
Toezicht en handhaving beschermde monumenten
Controle monumenten in combinatie met omgevingsvergunning
Vergunningvrij bouwen brandveiligheid constructie overig
Toezicht en handhaving vergunningvrije bouwwerken zoals erfafscheidingen en bepaalde kleine bouwwerken
Toetsing aan bestemmingsplan, redelijke eisen welstand en bouwbesluit
Bouwen in afwijking omgevingsvergunning
Toezicht en handhaving het bouwen conform de omgevingsvergunning.
Controle verleende omgevingsvergunning voor bouwwerk/indien niet legaliseerbaar handhaving
Slopen
Toezicht en handhaving op naleving van de voorschriften voor het slopen.
Controle of er volgens de voorschriften is/wordt gesloopt (bouwverordening, asbestlocaties meerdere controles)
Bouwen zonder omgevingsvergunning
Toezicht en handhaving aspecten die gerelateerd zijn aan illegale bouwactiviteiten
Gebiedsgericht opsporen bouwwerken zonder vergunning, opsporen illegale (ver)bouw/ illegale asbestverwijdering -sloop
RO, Bouwen en Brandveiligheid
28
Handhavingsbeleid Gemeente Wageningen 2012-2015
Illegale bewoning
Toezicht en handhaving permanent wonen in recreatiewoningen, (bij)gebouwen of bedrijfspanden in strijd met bestemmingsplanvoorschriften
Gebiedsgerichte controle/ Planmatige aanpak (aard activiteiten checken met bestemmingsplan)
Strijdig gebruik bedrijfsgebouwen
Toezicht en handhaving op het strijdig gebruik van (leegstaande) bedrijfspanden bijvoorbeeld voor kraakdoeleinden of opslag/stalling
Controle strijdige activiteiten (aard activiteiten checken met bestemmingsplan en omgevingsvergunning)
Strijdig gebruik woningen
Toezicht en handhaving op het strijdig gebruik van panden met woonbestemming zoals bed and breakfast, kantoor, kapsalon etc.
Controle strijdige activiteiten (aard activiteiten checken met bestemmingsplan en omgevingsvergunning)
Strijdig gebruik overig
Toezicht en handhaving op het strijdig gebruik van overige zaken zoals gebruik kantoorpanden voor woondoeleinden, gebruik van ligplaats in haven
Controle strijdig gebruik (aard activiteiten checken bestemmingsplan en omgevingsvergunning)
Aanleg
Toezicht en handhaving aanleg vergunningsplichtige werkzaamheden vooral in kwetsbare gebieden, zoals vijvers, verhardingen, beplantingen
Controle vergunning aanwezig
Omgevingsvergunningen gebruik/meldingen gebruiksbesluit
Toezicht en handhaving gebruiksvergunningplichtige bouwwerken
Technische controle gebruiksvergunning gebruiksvergunningplichtige bouwwerken (brandweer)
Categorie 1 inrichtingen
Toezicht en handhaving op het Activiteitenbesluit (en overige van toepassing zijnde Besluiten i.h.k.v. de Wet milieubeheer) bij de minst milieubelastende inrichtingen
Controle op naleving milieuvoorschriften m.b.t. bodem, lucht, water, geluid, afval, opslag, (externe) veiligheid, duurzaamheid….
Categorie 2 inrichtingen
Toezicht en handhaving op milieuvergunningen en de diverse Besluiten i.h.k.v de Wet milieubeheer (bijvoorbeeld het Activiteitenbesluit en het Besluit Landbouw)
Controle op naleving milieuvoorschriften m.b.t. bodem, lucht, water, geluid, afval, opslag, (externe) veiligheid, duurzaamheid….
Categorie 3 inrichtingen
Toezicht en handhaving op milieuvergunningen en de diverse Besluiten i.h.k.v de Wet milieubeheer (bijvoorbeeld het Activiteitenbesluit)
Controle op naleving milieuvoorschriften m.b.t. bodem, lucht, water, geluid, afval, opslag, (externe) veiligheid, duurzaamheid….
Categorie 4 inrichtingen
Toezicht en handhaving op de zwaardere milieuvergunningen en het vuurwerkbesluit.
Controle op naleving milieuvoorschriften m.b.t. bodem, lucht, water, geluid, afval, opslag, (externe) veiligheid, duurzaamheid….
Bodemverontreiniging en sanering
Toezicht en handhaving bodemverontreiniging (indien rapportage onvoldoende is of als in geval van bedrijfsbeëindiging geen eindsituatie bodemonderzoek plaatsvindt)
Controle Bodemkwaliteitsvoorschriften aanen afvoer van grond
Besluit bodemkwaliteit en puinbreekinstallaties
Toezicht en handhaving gebruik steenachtige stoffen die in contact komen met grond/oppervlaktewater + mobiele puinbreekinstallaties
Controle voorschriften/ partijkeuringen
Toezicht en handhaving
Controle op aanbieden
Milieu
APV Bedrijfsafval
29
Handhavingsbeleid Gemeente Wageningen 2012-2015
bedrijfsgebonden afvalaspecten
bedrijfsafval. Overtreders opsporen en bekeuren (afvalverordening, WM, APV)
Zwerfvuil
Toezicht en handhaving overig afval en zwerfvuil
Controle op illegale dumping van overig afval en zwerfvuil. Overtreders opsporen. Afval mee met afvalcombinatie of verwijderen
Verwijderen fietswrakken
Toezicht en handhaving gevonden fietswrakken
Structurele controle per half jaar, gebiedsgericht
Horeca: terrasvergunningen
Toezicht en handhaving terrasvergunningen
Steekproefsgewijze controle terrassen
Water
Toezicht en handhaving aansluiting riolering/ lozingen afvalwater
Inspectierondes
Evenementenvergunningen
Toezicht en handhaving op de naleving van de eisen, gesteld aan elk voor publiek toegankelijk (relatief) kortdurende verrichting van vermaak, weekmarkten, festiviteiten etc.
APV, geluidshinder, standplaatsvergunning, gebruiksvergunning, evenementenvergunning, tijdelijke verkeersmaatregelen
Hondenbeleid
Toezicht en handhaving overlast door honden
Permanente controles op uren dat in de regel honden worden uitgelaten/meldingen hondenoverlast (APV)
Kap
Toezicht en handhaving op illegale velling
Controle door signalering als melding meenemen (APV)
Illegaal gebruik openbaar groen
Toezicht en handhaving op particuliere ingebruikname openbaar groen
Wijkgerichte controles/actualisatie inventarisaties (APV)
Illegaal gebruik openbare ruimte
Toezicht en handhaving voorschriften m.b.t. winkeluitstallingen, bebording en reclames
Structurele controles gebiedsgericht/meldingen (APV)
Reclame
Toezicht en handhaving op vergunning aanbrengen reclameuitingen
Structurele controle aangebrachte reclame: wel of niet toegestaan? Via meldingen politie of burgers.
Verblijfsontzeggingen
Toezicht en handhaving structurele overlast veroorzakers
Meldingen, proces verbaal, gebiedsontzeggingen (APV)
Betaald parkeren
Toezicht en handhaving of betaald wordt voor het parkeren daar waar het verplicht is
Controle Boa, bestuurlijke boetes, buitengerechtelijke afdoening, fiscale afdoening
Parkeren buiten de vakken
Toezicht en handhaving parkeren buiten het parkeervak
Signaleren en optreden
Vergunning parkeren
Toezicht en handhaving pakeren zonder vergunning waar parkeren vergunninghouders geldt
Vergunningparkeerplaatsen controleren. Optreden waar noodzakelijk
Fietsen in de Hoofdstraat
Toezicht en handhaving of er gefietst wordt in de hoofdstraat wat verboden is
Structurele signaalrondes door de hoofdstraat, optreden waar nodig
(Fiets) parkeren in de Hoofdstraat
Toezicht en handhaving of er voertuigen geparkeerd staan of fietsen gestald zijn
Structurele controles door de hoofdstraat
Aanhangwagens + kampeermiddelen openbare ruimte
Toezicht en handhaving op stallen aanhangwagens en kampeermiddelen in openbare ruimte of parkeerplaatsen
Signalering/Controle en handhaving op basis van handhavingsverzoek
Tabel 4 Thema’s, omschrijving en belangrijkste taken
30
Handhavingsbeleid Gemeente Wageningen 2012-2015
Het belang van de verschillende thema’s komt naar voren in de prioriteitstelling (zie tabel 3). De daadwerkelijke inspanningen worden uiteindelijk bepaald door het ambitieniveau van het thema. In het uitvoeringsprogramma staat vermeld op welke wijze invulling gegeven wordt aan bovengenoemde handhavingstaken, zowel qua werkwijze als qua capaciteit.
31
Handhavingsbeleid Gemeente Wageningen 2012-2015
Bijlage 3: Verantwoording gemaakte keuzes voor prioriteitstelling Om de inzet te kunnen leveren waar deze het meest noodzakelijk is, zijn prioriteiten gesteld op basis van een probleemanalyse. Deze bijlage bevat tekst en uitleg over de geïnventariseerde handhavingthema’s. Er is bewust gekozen voor een relatief beperkte uitsplitsing van handhavingstaken. De beperkte schaal/omvang van de gemeente Wageningen leent zich niet goed voor een uitputtende analyse per branche/object. De gekozen selectie van handhavingstaken geeft overzicht in de integrale analyse. Risicomodule Bouwen en Ruimtelijke Ordening In de ambtelijke sessie zijn de problemen geanalyseerd van de diverse handhavingstaken. De taken vloeien voort uit wettelijke voorschriften. De selectie van thema’s is voornamelijk gebaseerd op het Vergunning- en meldingsstelsel Woningwet en illegale situaties. Het is de taak van de gemeente erop toe te zien dat de bouwwerken veilig, gezond, bruikbaar en energiezuinig worden gebouwd. Door de deelnemers is bepaald dat brandveiligheid en constructieve veiligheid absolute voorrang heeft bij de controle van omgevingsvergunningen. Er worden op dat vlak geen concessies gedaan, vooral gelet op de hoge risico’s. Daarom wordt altijd op deze voorschriften gehandhaafd en in principe steeds het nieuwbouwniveau geëist. Dit zowel bij grote, kostbare bouwwerken als bij kleinere bouwwerken.
Tabel 9: Risicoanalyse, uitsnede bouwen/RO
Bovenstaande tabel bevat de uitwerking van de risicoanalyse. Per handhavingobject is geanalyseerd in welke mate er negatieve effecten zouden kunnen optreden wanneer niet voldaan wordt aan de wet- en regelgeving en is een inschatting gemaakt van het nalevingtekort.
32
Handhavingsbeleid Gemeente Wageningen 2012-2015
Risicomodule Brandweer De voornaamste taak van de brandweer is het controleren van gebruiksvergunningen en het behandelen van meldingen. De brandweer is verantwoordelijk voor de technische controles van gebruiksvergunningen. Met de inwerkingtreding van het Gebruiksbesluit (dat nu is opgenomen in het Bouwbesluit 2012) is het aantal gebruiksvergunningplichtige bouwwerken fors gereduceerd. Het gevolg is dat de nadruk meer is komen te liggen op repressief toezicht. Het behandelen van meldingen vergt veel tijd. In het uitvoeringsprogramma worden de handhavende taken afgestemd op de beschikbare capaciteit.
Tabel 10. Risicoanalyse, uitsnede brandweertaken
Geconstateerd is dat gebruiksvergunningen/meldingen een hoog risico met zich meebrengen. Dit is vooral te verklaren door de mogelijke negatieve effecten op fysieke veiligheid, sociale kwaliteit en bestuurlijke imago; - Fysieke veiligheid: Wanneer de brandveiligheid in een pand niet in orde is bestaat het risico van ongevallen met dodelijke afloop. - Sociale kwaliteit: Leven met het idee dat een pand brandgevaarlijk is zorgt voor een toename van onveiligheidsgevoelens. - Bestuurlijk imago: Burgers kijken vaak het bestuur aan waar het brandveiligheid betreft. Risicomodule Milieu In de loop der tijd zijn veel voorbeelden de revue gepasseerd waarbij getracht is de wijze waarop de milieubelasting wordt bepaald te verfijnen. Dit vereist echter een zeer gedetailleerde, haast wetenschappelijke benadering en doorlichting van alle inrichtingen en bedrijven. Gezien de soorten bedrijven en inrichtingen die in Wageningen gevestigd zijn en de conclusie dat er de afgelopen jaren nauwelijks excessen hebben plaatsgevonden is een meer gekozen voor een pragmatische benadering waarbij gekeken is naar de feitelijke situatie in Wageningen zonder afbreuk te willen doen aan het kwaliteitscriterium 1.1 van het professionaliseringstraject: ‘De handhavingorganisatie handelt op grond van een analyse van de milieuproblemen, de effecten van niet-naleving en de kansen op niet-naleving, teneinde sturing te kunnen geven aan haar handhavinginspanningen’. De ervaring van de afgelopen jaren is dat er geen grote of specifieke handhavingproblemen zijn met betrekking tot de naleving van de milieuwetgeving bij inrichtingen. Daarom hebben wij besloten een indeling op milieucategorie te (blijven) gebruiken. De inrichtingen zijn onderling verdeeld in vier categorieën, gebaseerd op de hoogte van het nadelig milieueffect. De uiteindelijke categorieën zijn tevens 33
Handhavingsbeleid Gemeente Wageningen 2012-2015
meegenomen in de integrale probleemanalyse om het risico en het naleefgedrag ten opzichte van andere handhavingstaken in beeld te brengen. Uitgangspunten voor de indeling van het bedrijvenbestand in categorieën Met behulp van tabel 11 kan worden bepaald op grond van welke activiteiten, voorzieningen of eigenschappen een inrichting wordt ingedeeld in een categorie. Daarnaast is ook de verhouding van de categorie-indeling t.o.v. het activiteitenbesluit weergegeven. Hierbij dient vermeld te worden dat de lijst niet uitputtend is, maar dynamisch. Indien zich een nieuwe inrichting in Wageningen vestigt die niet direct binnen de lijst past, zal deze geanalyseerd en gewogen moeten worden. De tabellen corresponderen met de huidige situatie en overzien het huidige inrichtingenbestand in Wageningen. Met deze lijst is getracht om op een eenduidige maar beknopte en overzichtelijke manier tot een verantwoorde indeling van milieucategorieën te komen. Categorie 1 Milieutechnisch gezien de eenvoudigste inrichtingen waarbij onder normale omstandigheden geen of slechts een beperkte milieubelasting is. Het betreft inrichtingen die vallen onder de categorie A van het Activiteitenbesluit en waarvoor geen specifieke voorschriften of maatwerkvoorschriften van toepassing zijn. Voorbeelden: kleine detailhandel, basisscholen, kerken en kleine kantoren. Categorie 1 inrichtingen hebben in de probleemanalyse een lage prioriteit gekregen. De inrichtingen worden met een quick-scan (gevelcontrole) gecontroleerd. Categorie 2 Milieutechnisch gezien inrichtingen waarbij onder normale omstandigheden een beperkte milieubelasting is. Bij het niet naleven van de voorschriften ontstaan geen onomkeerbare milieugevolgen voor het milieu maar (controle op) naleving van de voorschriften is wel nodig. Milieuaspecten die relevant zijn/worden: geluidoverlast, geurhinder, energiebesparing, verstopping riolering, onjuist aanbieden en scheiden van (gevaarlijk) afval. Het betreft inrichtingen die vallen onder de categorie A van het Activiteitenbesluit en waarvoor specifieke (maatwerk) voorschriften van toepassing zijn. Hierbij kan gedacht worden aan het van toepassing worden van voorschriften m.b.t. het hebben van een vetafscheider, energie, een geluidonderzoek, een beperkte opslag van gevaarlijke stoffen of voorschriften voor verkeer en vervoer. Daarnaast betreft het ook de lichtere inrichtingen die vallen onder categorie B van het Activiteitenbesluit. Ook betreft het de agrarische inrichtingen die vallen onder categorie C van het activiteitenbesluit. Voorbeelden: verpleegtehuizen, horeca, supermarkten, tandartsen, detailhandel met (beperkte) opslag van gevaarlijke stoffen, installatiebedrijven, bouwbedrijven, agrariërs. De categorie 2 inrichtingen hebben een lage prioriteit en worden 5-jaarlijks gecontroleerd. Categorie 3 Milieutechnisch gezien zwaardere inrichtingen waarbij bij het niet naleven van de voorschriften milieuschade, ernstige overlast of gevaar voor de omgeving kan ontstaan. Milieuaspecten die relevant zijn/worden: bodemverontreiniging, opslag gevaarlijke stoffen, lozen van gevaarlijke afvalstoffen, 34
Handhavingsbeleid Gemeente Wageningen 2012-2015
Het betreft de zwaardere inrichtingen die vallen onder de categorie B van het Activiteitenbesluit. Daarnaast betreft het de “lichtere” vergunningplichtige inrichtingen (categorie C van het activiteitenbesluit). Voorbeelden: garagebedrijven, tankstations, spuiterijen, laboratoria, drukkerijen… De ‘reguliere’ categorie 3 inrichtingen worden 3 jaarlijks gecontroleerd, categorie 3 inrichtingen (propaan) 6-jaarlijks. Categorie 4 Milieutechnisch gezien de zwaarste inrichtingen. Het zijn inrichtingen welke (potentieel) als gevolg van de aard en omvang grote en “onomkeerbare” gevolgen voor de (directe) omgeving kunnen hebben. Het betreft alleen de zwaardere vergunningplichtige inrichtingen (categorie C van het activiteitenbesluit) en inrichtingen die onder het vuurwerkbesluit vallen. In Wageningen betreft het acht inrichtingen: drie WUR-complexen, drie vuurwerkverkooppunten, één LPG-tankstation en één BRZO-bedrijf. Alle categorie 4 inrichtingen worden jaarlijks gecontroleerd.
Tabel 11. Wageningse categorie-indeling inrichtingen Wet milieubeheer
35
Handhavingsbeleid Gemeente Wageningen 2012-2015
Tabel 12. Inrichtingenbestand Wageningen, naar branche. De lijst omvat ca 95% van het inrichtingenbestand
Tabel 12 is een lijst die globaal weergeeft tot welke categorieën de verschillende branches van het inrichtingenbestand van Wageningen behoren. Tabel 12 beslaat circa 95% van het inrichtingbestand. Deze lijst dient niet als selectiecriterium maar is er slechts om een globale indruk te krijgen van de categorie-indeling.
36
Handhavingsbeleid Gemeente Wageningen 2012-2015
Tabel 13 Risicoanalyse, uitsnede milieu inrichtinggebonden - niet inrichtinggebonden
Risicomodule APV en bijzondere wetten Op het gebied van openbare orde en veiligheid/APV ligt de prioriteit bij de thema’s hondenbeleid, afval, (fiets)parkeren en gebruik openbare ruimte. Naast de reguliere APV taken bestaat een breed scala aan overige werkzaamheden op het gebied van APV en bijzondere wetten. Te denken valt aan toezicht i.v.m. optochten, betogingen, braderieën, exploiteren terrassen en kleinschalige sportevenementen. In het uitvoeringsprogramma zijn de resultaten van de gedetailleerde risicoanalyse vertaald.
37
Handhavingsbeleid Gemeente Wageningen 2012-2015
Tabel 14 Risicoanalyse, uitsnede APV en bijzondere wetten
Bijlage 4: Stroomschema sanctiestrategie gemeente Wageningen 1. Na eerste bezoek: • Handhavingbeschikking (meestal bestuursdwang) direct van kracht en uitvoeren • Opmaken proces-verbaal en eventueel voorlopige maatregel
Overtreding met acuut gevaar* geconstateerd (instorting, explosie, gezondheid etc.)
Overtreding van een kernbepaling** geconstateerd; doelbewust, geen kennelijk incident of niet gering van omvang
2. Na eerste bezoek: • (Handhavingwaarschuwing zonder hersteltermijn/alleen voor zienswijze) • Handhavingbeschikking conform Awb-procedure met hierin opgenomen de begunstigingstermijn • Opmaken proces-verbaal Na tweede bezoek: • Handhavingbeschikking feitelijk uitvoeren
Overtreding, zijnde kernbepaling, maar niet doelbewust, incidenteel of gering van omvang
3. Na eerste bezoek: Handhavingwaarschuwing met hierin opgenomen de hersteltermijn Kopie waarschuwing aan OM zenden OM stuurt flankerende brief Na tweede bezoek: - Handhavingbeschikking met hierin opgenomen de begunstigingstermijn Opmaken proces-verbaal Kopie beschikking aan OM zenden Na derde bezoek: − Handhavingbeschikking feitelijk uitvoeren
Overtreding, zijnde geen kernbepaling, maar met directe aantasting milieu, gezondheid, brandveiligheid, R.O., openbare orde, aantasting geloofwaardigheid overheid, eerlijke concurrentie, belemmering overheidscontrole, of calculerende of malafide instelling?
4. Na eerste bezoek: • Handhavingwaarschuwing met hierin opgenomen de hersteltermijn • Proces-verbaal opmaken Na tweede bezoek: • Handhavingbeschikking met hierin opgenomen de begunstigingstermijn Na derde bezoek: • Handhavingbeschikking feitelijk uitvoeren
Overige overtredingen
38
5. Na eerste bezoek: • Bezoekrapport of brief met hierin opgenomen de hersteltermijn Na tweede bezoek: • Handhavingwaarschuwing met hersteltermijn • Kopie waarschuwing aan OM zenden • OM stuurt flankerende brief Na derde bezoek: • Handhavingbeschikking met hierin opgenomen de begunstigingstermijn • Opmaken proces-verbaal • Kopie beschikking naar OM Na vierde bezoek: • Handhavingbeschikking feitelijk uitvoeren
Handhavingsbeleid Gemeente Wageningen 2012-2015
*Acuut gevaar: Het kan hier bijvoorbeeld gaan om instortingsgevaar, explosiegevaar, gevaar voor volksgezondheid, veiligheid en openbare orde en flora en fauna. **Kernbepalingen: Indien er geen sprake is van acuut gevaar dient de vraag gesteld te worden of een kernbepaling wordt overtreden: Gaat het om een bepaling die, binnen de regeling of vergunning waarvan zij deel uitmaakt, de kern vormt van de bescherming van de belangen waartoe de vergunning of regeling strekt? Welk soort overtredingen per beleidsveld het label ‘acuut gevaar’ dan wel ‘kernbepaling’ krijgt valt nooit geheel te objectiveren. Kennis en expertise van betrokken toezichthouders en handhavers blijven in deze belangrijk. De jaarlijkse evaluatie van het handhavingtraject leidt tot een nadere uniformering.
39