Inspectierapport Kindercentrum De Santekraam (BSO) Zwanebloemlaan 4 6832HG ARNHEM Registratienummer 569696331
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Arnhem 26-02-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 17-03-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 6 Ouderrecht ..................................................................................................................... 7 Inspectie-items ................................................................................................................... 8 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 10 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 11
2 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-02-2015 Kindercentrum De Santekraam te ARNHEM
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Tijdens dit onderzoek zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht (RGT). Op basis van het model risicoprofiel zijn de onderzoeksactiviteiten bepaald. Deze onderzoeksactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige onderzoeken. De toezichthouder is tijdens het onderzoek door de beroepskracht en de houder voorzien van documenten. Er is een vragenlijst verstuurd naar de oudercommissie, deze is ingevuld retour ontvangen. Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten van dit onderzoek. Na de feiten over het kindercentrum(en de inspectiegeschiedenis), volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt. Feiten over het kindercentrum: Kindercentrum De Santekraam is een buitenschoolse opvang gevestigd in basisschool de Parcivalschool te Arnhem. De BSO biedt op maandag, dinsdag en donderdag naschoolse opvang aan maximaal 40 kinderen in de leeftijd van 4 tot 13 jaar, verdeeld over 2 basisgroepen. Kindercentrum De Santekraam werkt vanuit dezelfde pedagogische visie als de Parcivalschool. Antroposofie is het uitgangspunt. Bevindingen op hoofdlijnen: Er heeft een observatie plaatsgevonden bij BSO De Santekraam eind van de middag. De volgende domeinen zijn getoetst; Pedagogisch Klimaat, Personeel en groepen en Veiligheid en Gezondheid en Ouderrecht. Op verzoek van de gemeente Arnhem is het domein grensoverschrijdend gedrag toegevoegd en beoordeeld, zie hiervoor de bijlage bij dit inspectierapport. Geconcludeerd kan worden dat men bij BSO De Santekraam aan alle getoetste voorwaarden van de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen voldoet. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-02-2015 Kindercentrum De Santekraam te ARNHEM
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: • emotionele veiligheid; • persoonlijke competentie; • sociale competentie; • overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk is gebruik gemaakt van het 'Veldinstrument observatie pedagogische praktijk' (versie januari 2015). De cursief gedrukte tekst onder het kopje 'pedagogische praktijk' is afkomstig uit dit document. Er is geobserveerd tijdens het tafelmoment en het buiten spelen van de kinderen.
Pedagogische praktijk Tijdens de observatie is gebruik gemaakt van zogenaamde veldinstrumenten. De hieronder cursief gedrukte teksten zijn citaten uit een veldinstrument. Emotionele veiligheid; "De beroepskrachten reageren (meestal) op een warme en ondersteunende manier op kinderen. Zij gaan op een ongedwongen manier om met de kinderen. De beroepskrachten sluiten (meestal) op een passende wijze aan op de interesse en emotie die individuele kinderen aangeven. Kinderen delen hun ervaringen en emoties graag met (één van) de beroepskrachten." De beroepskracht houdt een kind dat voor het eerst bij de BSO is extra in de gaten, ze zegt tegen hem; "het is ook spannend als je voor de eerste keer bent, maar je bent niet alleen en wij gaan je helpen." De conclusie uit bovenstaande is dat de houder zorg draagt dat de emotionele veiligheid wordt gewaarborgd. Ontwikkeling van persoonlijke competentie; "Kinderen gaan dagelijks een (vast) deel van de tijd naar buiten. In de buitenruimte is spelmateriaal aanwezig; kinderen worden aangezet tot individueel en gezamenlijk spel. De beroepskrachten maken gebruik van de omgeving om de leefwereld van kinderen te verbreden, in aansluiting op interesse of thematisch programma (park, winkel, boerderij, werkplaats, station)." Op het schoolplein heeft de beroepskracht 2 doeltjes neergezet zodat kinderen in 2 groepjes tegen elkaar kunnen voetballen. Iedereen mag mee doen, ongeacht leeftijd, jongen of meisje. De beroepskracht wijkt haar blik vrijwel geen moment van het spel en richt zich volledig op de kinderen. Ze heeft oog voor elk individu en past haar reactie/aanpak daarop aan. De kinderen worden afwisselend aangemoedigd, gestimuleerd tot samen spel en gecorrigeerd. De beroepskracht verteld dat zij dit doet om het spel op gang te houden. Zij verteld dat de groep hier baat bij heeft en dat ze het dan later in het spel wat meer los kan laten. De conclusie uit bovenstaande is dat de houder zorg draagt dat de ontwikkeling van de persoonlijke competenties wordt gewaarborgd. Ontwikkeling van sociale competentie; "De beroepskrachten betrekken de kinderen actief bij verzorgende en organisatorische taken zoals opruimen en dingen klaarzetten. De beroepskrachten geven de kinderen positieve feedback en waardering als zij zich actief betrokken en verantwoordelijk tonen." Wanneer er 1 jongen zich niet na schooltijd gelijk bij de BSO begeeft wordt een ander kind gevraagd om eens te gaan kijken of hij hem ziet. Deze jongen wil dit wel en stapt direct van tafel. De jongen gaat op zoek en komt al gauw met de andere jongen weer terug. De verantwoordelijkheid voor elkaar wordt zo ook op een luchtige manier bij de kinderen neergelegd. De conclusie uit bovenstaande is dat de houder zorg draagt dat de ontwikkeling van de sociale competenties wordt gewaarborgd. Overdracht van normen en waarden; 4 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-02-2015 Kindercentrum De Santekraam te ARNHEM
"De beroepskrachten zijn zich bewust van hun professionele voorbeeldrol (modeling). Zij gedragen zich volgens de waarden en normen die in het pedagogisch beleid. Zij proberen naar beste kunnen hiernaar te handelen en spreken elkaar hierop aan." BSO De Santekraam werkt net als de school vanuit een antroposofische visie. Dit uit zich bijvoorbeeld in het biologisch eten op de BSO. De beroepskrachten starten de BSO met het zeggen van een gezamenlijke spreuk gezegd. De conclusie uit bovenstaande is dat de houder zorgt draagt dat de overdracht van normen en waarden wordt gewaarborgd. Tijdens het inspectiebezoek is er geobserveerd, waarbij geconstateerd is dat er voldoende zorg wordt gedragen voor het waarborgen van de vier pedagogische basisdoelen. Gebruikte bronnen: • Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevr. Coppelmans) • Interview anderen (de vaste beroepskracht) • Observaties (de pedagogische praktijk) • Pedagogisch beleidsplan
5 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-02-2015 Kindercentrum De Santekraam te ARNHEM
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de pedagogisch medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd aan de hand van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Eveneens is binnen dit domein gekeken of de voorgeschreven voertaal wordt gebruikt.
Verklaring omtrent het gedrag Van 1 beroepskracht, een invalkracht en de houder, welke tevens beroepskracht is, zijn de verklaring omtrent het gedrag ingezien en in orde bevonden.
Passende beroepskwalificatie Van 1 beroepskracht, een invalkracht en de houder, welke tevens beroepskracht is, zijn de beroepskwalificaties ingezien en in orde bevonden.
Opvang in groepen De BSO biedt op maandag, dinsdag en donderdag naschoolse opvang aan maximaal 40 kinderen in de leeftijd van 4 tot 13 jaar, verdeeld over 2 basisgroepen. BSO De Santekraam voldoet wat betreft omvang en samenstelling van de groepen aan de wettelijke voorwaarden.
Beroepskracht-kindratio De beroepskracht-kindratio is de verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal beroepskracht-kindratio op deze locatie voldoet aan de eisen vanuit de Wet kinderopvang. Uit de aanwezigheidslijsten van de kinderen en de roosters van de beroepskrachten blijkt dat de beroepskracht-kindratio op deze locatie voldoet aan de eisen vanuit de Wet kinderopvang. Gebruikte bronnen: • Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevr. Coppelmans) • Interview anderen (de vaste beroepskracht) • Verklaringen omtrent het gedrag (afgiftedata; juni, juli en september 2013) Diploma's beroepskrachten (van de beroepskracht, invalkracht en houder) • • Presentielijsten (maand februari) • Personeelsrooster (maand februari)
6 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-02-2015 Kindercentrum De Santekraam te ARNHEM
Ouderrecht Bij dit domein is beoordeeld hoe de houder de ouders betrekt en informeert over het beleid.
Oudercommissie Er is een oudercommissie ingesteld bestaande uit 2 leden. De oudercommissie geeft middels de vragenlijst aan tevreden te zijn over de gang van zaken binnen het KDV. De toezichthouder constateert dat de houder voldoet aan de wettelijke eisen op het gebied van informatievoorziening en advieswinning van de oudercommissie Gebruikte bronnen: • Vragenlijst oudercommissie (ontvangen op 8 maart 2015)
7 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-02-2015 Kindercentrum De Santekraam te ARNHEM
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-02-2015 Kindercentrum De Santekraam te ARNHEM
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ouderrecht Oudercommissie De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. (art 1.60 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
9 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-02-2015 Kindercentrum De Santekraam te ARNHEM
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen
: Kindercentrum De Santekraam : http://www.kindercentrumdesantekraam.nl : 40
Gegevens houder Naam houder KvK nummer
: Johanna Hendrika Coppelmans : 56433514
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Arnhem : Postbus 9029 : 6800EL ARNHEM
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Postbus 5364 6802EJ ARNHEM 0800-8446000 Annemarie Bovenschen
26-02-2015 09-03-2015 Niet van toepassing 17-03-2015 17-03-2015
: 17-03-2015 : 24-03-2015
10 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-02-2015 Kindercentrum De Santekraam te ARNHEM
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
11 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-02-2015 Kindercentrum De Santekraam te ARNHEM
Grensoverschrijdend gedrag Intentieverklaring Kindercentrum De Santekraam heeft de intentieverklaring ondertekend.
Interne vertrouwenspersoon Er is een interne vertrouwenspersoon aangesteld, dit is de houder. Zij is in principe altijd aanwezig als de BSO geopend is.
Externe vertrouwenspersoon Er is een externe vertrouwenspersoon aangesteld. De naam en de contactgegevens staan vermeld in het protocol grensoverschrijdend gedrag. Dit protocol is in te zien op de website van Kindercentrum De Santekraam.
Beleid grensoverschrijdend gedrag Voor de ouders en de beroepskrachten is informatie over grensoverschrijdend gedrag te vinden op de website van het kindercentrum. In het pedagogisch beleidsplan is beschreven welke gedragsregels gelden binnen het kindercentrum. Het beleid omtrent grensoverschrijdend gedrag is vastgelegd in het ‘protocol grensoverschrijdend gedrag’, versie 26-10-2012.
In het protocol grensoverschrijdend gedrag wordt het volgende beschreven; “De gedragsregels zullen steeds opnieuw onder de aandacht worden gebracht bijvoorbeeld door regelmatig een thema centraal te stellen <…>. Medewerkers worden door opleiding en oefening getraind in het signaleren en aanpakken van overtredingen van de gedragsregels”. - Tijdens het inspectiebezoek is met de beroepskracht gesproken. De beroepskracht is op de hoogte van de geldende afspraken en is bekend met de meldcode kindermishandeling en het protocol grensoverschrijdend gedrag. Het beleid grensoverschrijdend gedrag wordt in combinatie met de meldcode besproken tijdens de werkoverleggen. Dit komt soms ter sprake omdat hiervoor een aanleiding is vanuit de praktijk. De beroepskrachten hebben sinds het ondertekenen van de intentieverklaring geen opleiding of training (intern en/of extern) over dit onderwerp gevolgd. -
Met de kinderen wordt over de gedragsregels gesproken op het moment dat hiervoor aanleiding is binnen de groep. Kinderen worden gewezen op de geldende regels bijvoorbeeld direct na een incident. Kinderen worden niet op een nog andere wijze bewust gemaakt van de geldende gedragsregels (bijvoorbeeld in de vorm van thema’s).
Met de beroepskracht is gesproken over het geven van feedback. De beroepskracht geeft aan dat zij haar collega (de houder) durft aan te spreken/bevragen op bepaald gedrag. Soms laat ze een situatie even bezinken en belt ze ’s avonds naar haar collega of tijdens het werk wanneer de situatie het toe laat.
Gebruikte bronnen: Interview houder Interview beroepskrachten Observatie op de groep Pedagogisch beleidsplan Protocol grensoverschrijdend gedrag