Inspectierapport Het Klavertje (BSO) Breezandpad 3a 6843JM ARNHEM Registratienummer 234940992
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Arnhem 25-11-2014 Jaarlijks onderzoek Definitief 06-01-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 5 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 5 Personeel en groepen ....................................................................................................... 7 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 8 Accommodatie en inrichting .............................................................................................. 9 Ouderrecht .................................................................................................................... 10 Inspectie-items .................................................................................................................. 12 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 18 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 18 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 19
2 van 19 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 25-11-2014 Het Klavertje te ARNHEM
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Op 25 november 2014 is een onaangekondigd jaarlijks inspectiebezoek gebracht aan kinderdagverblijf Het Klavertje te Arnhem. Tijdens dit onderzoek zijn alle voorwaarden die op deze locatie van toepassing zijn onderzocht. Beschouwing Feiten over het kindercentrum Buitenschoolse opvang (BSO)Klavertje te Arnhem is gevestigd in een lokaal van basisschool de Cosmicus te Arnhem. De locatie heeft 30 kindplaatsen. Het Klavertje heeft haar eigen ingang. Naast naschoolse opvang biedt Het Klavertje ook voorschoolse en vakantie opvang voor kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar. De kinderen komen van 4 basisscholen in de directe omgeving. Kinderen kunnen er terecht tot 18.00 uur. Inspectiegeschiedenis De afgelopen jaren hebben onaangekondigde inspecties plaatsgevonden op: • 28-07-2014; uitbreiding kindplaatsen. • 03-06-2014; herinspectie. Bij dit onderzoek zijn tekortkomingen geconstateerd bij: • risico-inventarisatie veiligheid en -gezondheid • 11-04-2014; reguliere inspectie. Bij dit onderzoek zijn tekortkomingen geconstateerd bij: • risico-inventarisatie veiligheid en -gezondheid • 30-12-2013; herinspectie. Bij dit onderzoek zijn tekortkomingen geconstateerd bij: • risico-inventarisatie veiligheid en -gezondheid • verklaring omtrent het gedrag Overleg en overreding Op het moment van de inspectie waren de verklaringen omtrent het gedrag (VOG's) van de beroepskrachten niet op de locatie in te zien. De toezichthouder heeft deze na overleg en overreding digitaal toegestuurd gekregen van de houder op 2 december 2014. Bevindingen op hoofdlijnen De toezichthouder heeft bij het huidige onderzoek tekortkomingen geconstateerd op het volgende gebied: • ouderrecht; informatie • oudercommissie • klachten Conclusie Geconcludeerd kan worden dat men bij BSO Het Klavertje niet aan alle voorwaarden van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen voldoet. De houder is welwillend om veranderingen aan te brengen. Op verzoek van de gemeente Arnhem is het domein grensoverschrijdend gedrag toegevoegd en beoordeeld, zie hiervoor de bijlage van dit inspectierapport. De inspectie is in een prettige sfeer verlopen waarbij de beroepskrachten de toezichthouder hebben voorzien van informatie. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. Aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: 5. Ouderrecht 3 van 19 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 25-11-2014 Het Klavertje te ARNHEM
5.1 Informatie De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. (art 1.54 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 5.2 Oudercommissie De houder en personen werkzaam bij het kindercentrum zijn geen lid. (art 1.58 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De leden worden gekozen uit en door de ouders. (art 1.58 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 5.3 Klachten De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD.) (art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector) De houder zendt het klachtenverslag oudercommissie voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
4 van 19 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 25-11-2014 Het Klavertje te ARNHEM
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: • emotionele veiligheid; • persoonlijke competentie; • sociale competentie; • overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk is gebruik gemaakt van het Veldinstrument Observatie Kindercentrum. De hieronder cursief gedrukte teksten zijn citaten uit het Veldinstrument. Tijdens de observatie in de praktijk waren er in intotaal 24 kinderen aanwezig in de groepen en 3 beroepskrachten. De kinderen komen zelfstandig de groepsruimte binnen en worden begroet door de beroepskrachten. Het eten wordt door de beroepskrachten bereid terwijl de kinderen vrij spelen in de ruimtes. Er wordt geknutseld samen met een beroepskracht of buiten gespeeld met een andere beroepskracht. Even later wordt er binnen opgeruimd en gaan de kinderen van buiten naar binnen. Elk kind krijgt eten en drinken en terwijl ze dit opeten wordt er naar een sinterklaasfilm gekeken bij de jongste groep en naar een andere film bij de oudste groep.
Pedagogisch beleid De houder heeft een nieuw pedagogisch beleidsplan (nov. 2014) waarin de voor dit kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. Ook beschrijft het plan in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe basisgroep waarin zij zullen worden opgevangen en het gebruik van opvang gedurende extra dagdelen. Dit plan voldoet aan de voorwaarden.
Pedagogische praktijk Tijdens de observatie en interview met de beroepskrachten blijkt dat zij voldoende op de hoogte zijn van het pedagogisch beleids- en werkplan. Dit kwam ook tot uiting tijdens de observatie op de groep. Hieronder enkele voorbeelden van observaties in de groepen. Emotionele veiligheid "Elk kind wordt begroet bij binnenkomst; beroepskrachten praten enthousiast en noemen alle kinderen bij hun naam." De kinderen komen druppelsgewijs de groepsruimte binnen. Elk kind wordt begroet door de beroepskracht die bij de deur staat. "Hallo x, ben je er weer? Fijn, kom gauw binnen." De kinderen voelen zich zichtbaar op hun gemak in de groep. Persoonlijke competentie "Er is een goede interactie tussen beroepskrachten en de kinderen." De beroepskrachten zijn zichtbaar betrokken bij de groep kinderen. De kinderen krijgen ruimte om te kiezen waarmee ze willen werken en/of spelen. De beroepskrachten motiveren de kinderen maar er is geen dwang om mee te doen aan een groepsactiviteit. De kinderen voelen zich gezien en begrepen. 5 van 19 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 25-11-2014 Het Klavertje te ARNHEM
Sociale competentie "De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren." Wanneer alle kinderen en de beroepskrachten aan twee groepstafels zitten krijgt iedereen de kans om iets te vertellen. Er is aandacht voor alle kinderen. De beroepskrachten maken grapjes net als de kinderen dat af en toe doen. Het is een positief, gezellig groepsgebeuren. Normen en waarden "Afspraken, regels en omgangsvormen worden besproken; er wordt uitgelegd waarom ze belangrijk zijn." Een kind gaat aan tafel zonder dat hij zijn handen heeft gewassen. Een beroepskracht ziet dat en spreekt hem hier op aan. Ze legt hem uit waarom dat belangrijk is. "Maar dat wist je wel, he?" De jongen knikt. Een kind rent door de groepsruimte. Hij wordt er op aangesproken; de afspraak is niet rennen. Een ander kind rent even later ook door de groep. De beroepskracht legt uit: wanneer kind x niet mag rennen, dan hij ook niet! Conclusie: Op de buitenschoolse opvang Het Klavertje is de pedagogische praktijk conform de wet kinderopvang.
Gebruikte bronnen: • Interview anderen (beroepskrachten) • Pedagogisch beleidsplan • Pedagogisch werkplan
6 van 19 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 25-11-2014 Het Klavertje te ARNHEM
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de pedagogisch medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd aan de hand van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Verklaring omtrent het gedrag Op het moment van de inspectie kon de toezichthouder de VOG's van de beroepskrachten niet inzien. Er is overleg en overreding toegepast en de VOG's zijn per omgaande digitaal ontvangen. De VOG's van de medewerkers bleken toch wel op locatie aanwezig te zijn. Deze voldoen aan de voorwaarden. Passende beroepskwalificatie De beroepskwalificaties van de vaste beroepskrachten zijn ingezien en deze voldoen aan de gestelde eisen. Opvang in groepen Een basisgroep bestaat uit een vaste groep kinderen. Basisgroepen op een buitenschoolse opvang (BSO) zijn niet gekoppeld aan een eigen groepsruimte. Kinderen maken gebruik van verschillende ruimtes. BSO Het Klavertje heeft 3 basisgroepen: • groep 1 maximaal 10 kinderen in de leeftijd van 8 tot 12 jaar • groep 2 maximaal 10 kinderen in de leeftijd van 4 tot 7 jaar • groep 3 maximaal 10 kinderen in de leeftijd van 7 tot 10 jaar Op dit moment zijn er meestal niet meer dan 25 kinderen aanwezig. Beroepskracht-kindratio De beroepskracht-kindratio is de verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal aanwezige kinderen in de kinderopvangorganisatie. Op het moment van de inspectie waren er in totaal 24 kinderen aanwezig en 3 beroepskrachten. Dit voldoet aan de voorwaarden. Uit de presentielijsten en de personeelsroosters blijkt dat er structureel voldoende beroepskrachten worden ingezet.
Gebruik van de voorgeschreven voertaal Er wordt te allen tijde Nederlands gesproken en alle documenten zijn geschreven in het Nederlands. Gebruikte bronnen: • Interview anderen (beroepskrachten) • Observaties • Verklaringen omtrent het gedrag • Diploma's beroepskrachten • Presentielijsten • Personeelsrooster
7 van 19 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 25-11-2014 Het Klavertje te ARNHEM
Veiligheid en gezondheid Binnen dit domein zijn de documenten betreffende de veiligheid en gezondheid beoordeeld op inhoud en uitvoering. Ook is binnen dit domein gekeken naar de meldcode kindermishandeling. In de praktijk is gekeken naar de kennis van de beroepskrachten met betrekking tot de meldcode en de mogelijkheid om kennis te kunnen nemen van de meldcode.
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een geldige risico-inventarisatie gezondheid en -veiligheid toegespitst op deze locatie. Deze zijn opgesteld op 25 september 2014. Er is van alle ruimtes geïnventariseerd welke risico's er zijn op het gebied van veiligheid en gezondheid. Er is vastgelegd welke maatregelen genomen worden om de risico's op het gebied van veiligheid en gezondheid zoveel mogelijk te voorkomen. De risico-inventarisatie wordt besproken tijdens teamoverleggen en de beroepskrachten kunnen de risico-inventarisaties te allen tijde op de locatie inzien.
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. Uit het interview met de beroepskrachten is gebleken dat ze op de hoogte zijn van de meldcode en de toepassing hiervan. Zij kunnen aangeven wat signalen en kenmerken van kindermishandeling zijn. Daarnaast weten zij welke stappen er genomen moeten worden na signalering. De meldcode bevat een ingevulde sociale kaart. De meldcode staat regelmatig op de agenda van het teamoverleg om kennis en gebruik van de meldcode regelmatig te bespreken. Gebruikte bronnen: • Interview anderen (beroepskrachten) • Observaties • Risico-inventarisatie veiligheid • Risico-inventarisatie gezondheid Actieplan veiligheid • • Actieplan gezondheid • Meldcode kindermishandeling (versie kuli 2013)
8 van 19 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 25-11-2014 Het Klavertje te ARNHEM
Accommodatie en inrichting Binnen dit domein zijn zowel de binnen- als de buitenruimte beoordeeld. Hierbij gaat het om het aantal vierkante meters beschikbaar per kind en de inrichting van de ruimten.
Binnenruimte De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Zo staat er in elke groep een grote groepstafel, is er een huishoek, een voetbaltafel, een tafel met sjoelbak en zitbanken. Ook is er een seizoenstafel met op dit moment spullen die te maken hebben met Sinterklaas. De ruimtes voelen licht en ruim aan en hebben voldoende vloeroppervlakte voor het aantal op te vangen kinderen.
Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte heeft voldoende vloeroppervlakte en is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Zo is er zand om te spelen, tegels om te fietsen en zijn er klimrekken. De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk en vast beschikbaar voor de buitenschoolse opvang. Gebruikte bronnen: • Observaties
9 van 19 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 25-11-2014 Het Klavertje te ARNHEM
Ouderrecht Bij dit domein is beoordeeld hoe de houder de ouders en oudercommissie betrekt en informeert over het beleid.
Informatie De houder verstrekt informatie aan ouders over het te voeren beleid via de website, reclame en folders, schriftelijk via de nieuwsbrief en mondeling. In het pedagogisch beleidsplan wordt hier tevens aandacht aan besteed. De inspectierapporten van de GGD zijn niet in te zien op de website zoals voorgeschreven. De houder is voornemens dit inspectierapport op de site te plaatsen. Nu is het zo dat ouders de rapporten alleen op de locatie in kunnen zien.
Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.
De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. (art 1.54 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Oudercommissie De houder heeft een reglement oudercommissie en de houder heeft een oudercommissie ingesteld. De vragenlijst die is verstuurd naar de oudercommissie is binnen de gestelde termijn op 8 december retour ontvangen. De oudercommissie bestaat uit 3 leden waarvan de houder ook lid is. Een houder mag echter geen lid zijn van de oudercommissie. De houder mag wel aanwezig zijn bij de vergaderingen, maar heeft geen zeggenschap in de oudercommissie. In het reglement oudercommissie Het Klavertje staat duidelijk omschreven dat de houder en personen werkzaam bij het kindercentrum, geen lid kunnen zijn. Dit voldoet niet aan de voorwaarden. De oudercommissie geeft aan over het algemeen tevreden te zijn over de samenwerking met de houder. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.
De houder en personen werkzaam bij het kindercentrum zijn geen lid. (art 1.58 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De leden worden gekozen uit en door de ouders. (art 1.58 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
10 van 19 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 25-11-2014 Het Klavertje te ARNHEM
Klachten Kindercentrum Het Klavertje is lid van de Provinciale Klachtencommissie Welzijn, Maatschappelijke Dienstverlening en Kinderopvang Gelderland en Overijssel. In 2013 zijn drie klachten ontvangen. Een klacht is ingetrokken. Twee klachten zijn in december ontvangen en zullen in 2014 afgehandeld. De houder heeft verzuimd het openbaar jaarverslag klachten 2013 en het klachtenverslag oudercommissie 2013 vóór 1 juni van dit jaar naar de GGD op te sturen. De toezichthouder heeft deze verslagen digitaal ontvangen van de houder na telefonisch contact hierover. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.
De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder zendt het klachtenverslag oudercommissie voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Gebruikte bronnen: • Vragenlijst oudercommissie • Interview anderen (beroepskrachten) • Reglement oudercommissie • Website (http://bso-hetklavertje.nl/) • Jaarverslag Wet klachtrecht cliënten zorgsector • Jaarverslag klachtenregeling oudercommissie
11 van 19 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 25-11-2014 Het Klavertje te ARNHEM
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun basisgroep verlaten. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe basisgroep waarin zij zullen worden opgevangen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
12 van 19 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 25-11-2014 Het Klavertje te ARNHEM
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Een kind kan in één andere basisgroep dan de vaste basisgroep worden opgevangen, indien de ouder hiertoe/daarvoor schriftelijk toestemming heeft gegeven voor een bepaalde periode. (art. 1.50 lid 2 Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art. 6 lid 11 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
13 van 19 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 25-11-2014 Het Klavertje te ARNHEM
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3, 4, 5 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Bij buitenschoolse opvang gedurende schooldagen kunnen ten hoogste een half uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Bij buitenschoolse opvang gedurende vrije dagen kunnen ten hoogste drie uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. Deze inzet betreft de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De afwijking op vrije dagen of tijdens schoolvakanties betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 1.55 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
14 van 19 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 25-11-2014 Het Klavertje te ARNHEM
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b en 1.51c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
15 van 19 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 25-11-2014 Het Klavertje te ARNHEM
Accommodatie en inrichting Binnenruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² passend ingerichte binnenspeelruimte beschikbaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is vast beschikbaar voor de buitenschoolse opvang. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. (art 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. (art 1.54 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Oudercommissie De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld. (art 1.59 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden. (art 1.59 lid 2 sub a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden. (art 1.59 lid 2 sub b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden. (art 1.59 lid 2 sub c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie. (art 1.59 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie. (art 1.59 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder heeft een oudercommissie ingesteld. (art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder en personen werkzaam bij het kindercentrum zijn geen lid. (art 1.58 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
16 van 19 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 25-11-2014 Het Klavertje te ARNHEM
De leden worden gekozen uit en door de ouders. (art 1.58 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen. (art 1.58 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. (art 1.60 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. (art 1.60 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet. (art 1.60 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement. (art 2 lid 3 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie. (art 2 lid 5 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder leeft geheimhoudingsplicht na. (art 2 lid 4 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van ouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (art 2 lid 7 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 1.60, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder brengt de klachtenregeling oudercommissie op passende wijze bij hen onder de aandacht. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder zorgt voor naleving van de klachtenregeling oudercommissie. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag oudercommissie wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder zendt het klachtenverslag oudercommissie voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
17 van 19 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 25-11-2014 Het Klavertje te ARNHEM
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Aantal kindplaatsen
: Het Klavertje : 30
Gegevens houder Naam houder KvK nummer
: Sandra Maria Natascha Kalteren : 09130910
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Arnhem : Postbus 9029 : 6800EL ARNHEM
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Postbus 5364 6802EJ ARNHEM 0800-8446000 Marja Baas
25-11-2014 16-12-2014 06-01-2015 06-01-2015 06-01-2015
: 06-01-2015 : 13-01-2015
18 van 19 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 25-11-2014 Het Klavertje te ARNHEM
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Geachte mevrouw Baas, Hierbij stuur ik u de zienswijze van het inspectie rapport 2014. In het rapport word beschreven dat de VOG van de groepsleidsters niet op de locatie aanwezig waren. Dat was niet juist want alles lag op de locatie. De rest van het inspectie rapport was mij duidelijk. Met vriendelijke groet, Sandra Kalteren Het Klavertje
19 van 19 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 25-11-2014 Het Klavertje te ARNHEM
25-11-2014 BSO Het Klavertje
Grensoverschrijdend gedrag Intentieverklaring Buitenschoolse opvang het Klavertje heeft de intentieverklaring “grensoverschrijdend gedrag” van de gemeente Arnhem getekend op 31 januari 2012. Interne vertrouwenspersoon Op Het Klavertje is Samantha Wilsterman de interne contactpersoon. Externe vertrouwenspersoon Ivona Blaauw is de externe vertrouwenspersoon. Beleid grensoverschrijdend gedrag Buitenschoolse opvang Het Klavertje heeft een protocol grensoverschrijdend gedrag opgesteld waarin onder andere informatie is opgenomen over het begrip grensoverschrijdend gedrag, de gedragscode, de stappen na signalering (incl. benadering interne of externe vertrouwenspersoon) en de verdeling van verantwoordelijkheden (directie/leidinggevende, in- en externe vertrouwenspersonen en externe klachtencommissie). Informeren beroepskrachten, ouders en kinderen De beroepskrachten zijn niet bekend met het begrip “intentieverklaring grensoverschrijdend gedrag.” De beroepskrachten kunnen wel voorbeelden noemen van wat zij onder grensoverschrijdend gedrag verstaan en geven aan dit meteen bespreekbaar te maken bij collega’s en/of manager.
Gebruikte bronnen: Interview locatieverantwoordelijke/houder Interview beroepskrachten Observatie op de groep