Inspectierapport Kids2Ellens (BSO) Reviusstraat 1 3 2026SJ HAARLEM Registratienummer 234457727
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status:
GGD Kennemerland HAARLEM 06-11-2014 Regulier onderzoek Definitief
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 6 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 7 Inspectie-items ................................................................................................................... 8 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 11 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 12
2 van 12 Inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 06-11-2014 Kids2Ellens te HAARLEM
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van de Wet kinderopvang. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing Op 6 november 2014 heeft er in opdracht van de gemeente Haarlem een reguliere inspectie plaats gevonden bij buitenschoolse opvang Kids2ellens locatie Reviusstraat. Tijdens dit reguliere risicogestuurde inspectiebezoek is de Wet Kinderopvang getoetst. Kids2ellens locatie Reviusstraat is een naschoolse opvang in Haarlem voor kinderen van 4 tot 13 jaar en staat geregistreerd met 39 kindplaatsen. De naast elkaar gelegen groepsruimtes zijn ruim. De ene ruimte wordt ook gebruikt door de school waardoor deze vooral is ingericht met (klas)meubilair. De andere ruimte is ingericht voor de BSO en voorzien van speel-, spel- en knutselmateriaal. Kids2ellens heeft nog een BSO in Haarlem, locatie Eemstraat. Op dit moment voldoet de BSO niet volledig aan de Wet Kinderopvang: De stagiaire wordt formatief ingezet terwijl onduidelijk is of er een akkoord vanuit school is. De Meldcode kindermishandeling voldoet niet volledig en is onvoldoende geïmplementeerd. Het pedagogisch beleid voldoet inhoudelijk niet aan alle punten. Zie voor verdere uitleg de betreffende items.
Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid.
3 van 12 Inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 06-11-2014 Kids2Ellens te HAARLEM
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Tijdens deze inspectie is het pedagogisch beleid en de pedagogische praktijk getoetst. Pedagogisch beleid Het pedagogisch beleid op de locatie en op de website van de school betreft een verouderde versie. De later toegestuurde aangepaste versie voldoet nog niet volledig aan alle eisen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft niet in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. Ook is een aantal voorwaarden beschreven waarvan het wenselijk is deze concreter in observeerbare termen te beschrijven. Dit betreft: - De wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt - De werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroepen. - Hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is; in dit geval bij calamiteiten wanneer tweede beroepskracht onverwacht afwezig is. - Het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. Deze onderdelen kunnen duidelijker geformuleerd maar zijn als voldoende beoordeeld. Aan de overige items wordt voldaan: De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe basisgroep waarin zij zullen worden opgevangen. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk Er heeft een observatie plaatsgevonden op de groep na het buitenspelen, tijdens het vrij spel en het ophalen van de kinderen. Het pedagogisch beleidsplan is geen 'levend' document en is niet structureel onderwerp van aandacht. De beroepkracht geeft aan dat er wel dagelijks tijd is om praktische zaken en onderwerpen van pedagogische aard met elkaar te bespreken tijdens de voorbespreking van de dag. Emotionele veiligheid Vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes om zich heen. Doordat er sprake is van kleinschalige kinderopvang met vaste beroepskrachten en twee basisgroepen, leeftijdsgroepen, kennen de kinderen elkaar en de beroepskrachten goed. Dit is een stabiele basis. Informatie overdracht Er is informatie overdacht tussen ouders en beroepskrachten. Vanaf 16.30 uur worden de kinderen opgehaald. Ouders hebben een gesprek met de beroepskracht over praktische zaken en over bijzonderheden van de dag. Er is wederzijds tijd en aandacht voor de overdracht. Als ouders binnen komen worden zij vriendelijk begroet en als zij met hun kind weg gaan, is hier ook aandacht voor: "dag, fijne avond, tot morgen". 4 van 12 Inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 06-11-2014 Kids2Ellens te HAARLEM
Persoonlijke competentie Ondersteunen en stimuleren Een paar meisjes zijn aan het knutselen; de beroepskracht gaat erbij zitten en vraagt wat ze willen maken. Ze maken een sneeuwpop. "Ik heb een gaatjesprikker nodig" zegt een van de meisjes. Ze bedoelt een perforator, maar dit woord wordt niet door de beroepskracht benoemd. Af en toe laten de kinderen trots hun kunstwerk zien: "kijk eens juf!". "Heel mooi" complimenteert de beroepskracht. De andere bereopskracht doet een spel (Mikado) met een jongen. Als er 'meningsverschillen' zijn over het feit of een van de stokjes bewogen heeft, gaat de beroepskracht hier soepel mee om en geeft glimlachend toe. Eigen ervaring opdoen Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal en inrichting. Een van de ruimtes (aula) is ingericht met twee kleine opstellingen met hoektafels. kasten met materiaal en een bank. Het andere lokaal heeft een klassikale opstelling met tafels en banken. Er kan buiten gespeeld worden en op de gang. De aula is sfeervol ingericht met o.a. een thematafel (herfst) en raamdecoraties. Op het moment van de inspectie heeben de kinderen net buiten gespeeld. Als de kinderen binnen komen, wordt er wat gedronken op de twee groepen. Daarna gaat een aantal kinderen met een medewerker TV kijken. Een van de beroepskrachten ondersteunt twee meisjes bij het knutselen. De andere beroepskracht speelt een spel met een van de kinderen. De beroepskracht vertelt dat ze soms ook met een thema werken zoals 'Serious Request'. Voor dit goede doel hebben ze armbandjes gemaakt en verkocht en gaan ze binnenkort pannenkoeken bakken. De ouders mogen komen eten en de kinderen bedienen met zelfgemaakte koksmutsen. Sociale competentie Ondersteuning Interactie De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in de interactie tussen kinderen onderling. Tijdens het drinken wordt er gesproken over Sint Maarten. De beroepskracht betrekt alle kinderen en vraagt hen met wie zij gaan lopen. "Geen flauw idee" zegt een jongen. Een ander kind weet het wel: "met de hele klas". De andere kinderen vertellen dat ze met een vriendinnetje, vriendje of broertje, zusje gaan lopen. Deel uitmaken van groepsgebeuren De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren. Er zijn duidelijke groepsmomenten naast de momenten van individueel spel en vrije keuze. Dit blijkt uit de tafelmomenten (eten en drinken) en het gezamenlijk buiten spelen. Overdracht van normen en waarden Afspraken, regels en omgangsvormen zijn aanwezig: - "neem je de bal mee in je handen?" - "we gaan niet ballen in de aula" - "ga je in de gang hockeyen?' - "ruim je het op in de kast?" Goede voorbeeld De beroepskrachten geven zelf in hun spreken en handelen het goede voorbeeld. Ze zijn vriendelijk en respectvol naar de kinderen en ouders. Er wordt op rustige toon gecommuniceerd. Als bij vertrek een beroepskracht niet hoort dat zij gedag gezegd wordt, zegt haar collega dat het kind naar huis gaat en gedag zegt. "Fijne avond" zegt de beroepskracht alsnog.
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (beroepskracht) Observaties Pedagogisch beleidsplan
5 van 12 Inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 06-11-2014 Kids2Ellens te HAARLEM
Personeel en groepen Buitenschoolse opvang Kids2Ellens Reviusstraat heeft twee groepen met maximaal 39 kinderen in de leeftijd van 4 tot 13 jaar. Momenteel zijn er maximaal 30 kinderen met maximaal drie vaste beroepskrachten per dag, afhankelijk van het kindaantal. De eigenaar werkt zelf ook op de groep. Een van de medewerkers is een stagiaire die ook intallig wordt ingezet. Er is verder een medewerker ter ondersteuning, 'helpend handje'. Deze medewerker is niet werkzaam op het moment van de inspectie. Verklaring omtrent het gedrag De toetsing van de verklaringen omtrent het gedrag zijn gebaseerd op een steekproef. Alle medewerkers uit de steekproef beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie De toetsing van de beroepskwalificatie zijn gebaseerd op een steekproef. Een van de medewerkers uit de steekproef beschikt niet over een passende beroepskwalificatie. Er is een tweedjaars BBL stagiaire die 3 dagen per week (9 uur) wordt ingezet op de BSO. De praktijkbegeleider heeft weliswaar een positieve beoordeling gegeven en de benodigde competenties als voldoende beoordeeld om haar intallig in te zetten, toch is er nog geen akkoord vanuit school gegeven en is het competentieverslag niet door alle betrokken partijen ter goedkeuring ondertekend. Omdat de stagiaire pas na goedkeuring school en ondertekening formatief mag worden ingezet, wordt dit onderdeel als onvoldoende beoordeeld. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in basisgroepen. Er is een basisgroep met jongere kinderen en een basisgroep met kinderen vanaf groep 4 van de basisschool. Zij zitten apart tijdens tafelmomenten maar kunnen daarvoor en daarna gebruik maken van alle ruimtes en deelnemen aan verschillende activiteiten (open deuren beleid). Beroepskracht-kindratio Op de dag van de inspectie wordt aan de eisen wordt voldaan. De toetsing heeft plaats gevonden tussen de tafelmomenten, tijdens het vrij spel. Er is vanwege het moment kindercentrumbreed getoetst. Er zijn 19 kinderen met twee beroepskrachten en een stagiaire. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (beroepskracht) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten BBL-contracten Opleidingsplan BBL
6 van 12 Inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 06-11-2014 Kids2Ellens te HAARLEM
Veiligheid en gezondheid Tijdens deze inspectie is de meldcode getoetst. Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke niet meer voldoet aan de eisen. De wetswijzigingen (zomer 2013) zijn niet verwerkt. De houder heeft aangegeven deze aan te passen. Het betreft de meldplicht indien het vermoeden een medewerker of de houder betreft en de sociale kaart. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode en de meldplicht onvoldoende. Er is hier geen structurele aandacht voor; dit zou minimaal jaarlijks wenselijk zijn. Zorgen over kinderen worden wel met elkaar gedeeld en er is een goede samenwerking met de school. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b en 1.51c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (beroepskracht) Meldcode kindermishandeling
7 van 12 Inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 06-11-2014 Kids2Ellens te HAARLEM
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe basisgroep waarin zij zullen worden opgevangen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 12 Inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 06-11-2014 Kids2Ellens te HAARLEM
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 12 Inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 06-11-2014 Kids2Ellens te HAARLEM
Veiligheid en gezondheid Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b en 1.51c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
10 van 12 Inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 06-11-2014 Kids2Ellens te HAARLEM
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Aantal kindplaatsen
: Kids2Ellens : 39
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer
: : : :
Kids2Ellens Eemstraat 4 2025RE HAARLEM 34224798
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Kennemerland Postbus 5514 2000GM HAARLEM 023-7891613 L. den Ouden
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: HAARLEM : Postbus 511 : 2003PB HAARLEM
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
06-11-2014 12-11-2014 17-11-2014 17-11-2014 17-11-2014
: 17-11-2014
11 van 12 Inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 06-11-2014 Kids2Ellens te HAARLEM
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
Zienswijze Kids2Ellens 17/11/2014.
Pedagogisch beleidsplan: Wij zijn er nu mee bezig om ons pedagogisch beleidsplan te herschrijven. Hierin worden o.a. ook de 4 competenties beschreven, hoe wij hier mee omgaan.
Ons doel is om deze eind december 2014 af te hebben en ook op onze eigen website te kunnen posten.
Beroeps kwalificatie stagiaires: Er ontbreekt nu nog een handtekening van school op het competentie formulier. Deze wordt zo spoedig mogelijk toegevoegd. (ivm langdurig ziekte van mentor school, loopt school hiermee achter.) Kids2Ellens en stagiaire hebben wel getekend voor behaalde competenties.
Meldcode huishoudelijk geweld en kindermishandeling: Protocol nieuwe versie (juli 2013) ingevoerd. Bijbehorende sociale kaart is aangepast met alle adressen en telefoonnummers. Beide uit geprint en op locaties toegevoegd. Medewerkers het protocol toegestuurd om te kunnen lezen en bespreken.
Met vriendelijke groeten, Kids2Ellens / Ellen Jansen & Ellen Spanjaart
12 van 12 Inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 06-11-2014 Kids2Ellens te HAARLEM