Inspectierapport Gastouderbureau De Hooijbergh (GOB) Tin BA BARSINGERHORN Registratienummer

Inspectierapport Gastouderbureau De Hooijbergh (GOB) Tin 6 1768 BA BARSINGERHORN Registratienummer 165209057

Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:

GGD Hollands Noorden HOLLANDS KROON 22 mei 2014 Regulier onderzoek Definitief 26 juni 2014

Inhoudsopgave Het onderzoek ................................................................................................................ 3 Observaties en bevindingen............................................................................................... 4 Gastouderbureau in de zin van de Wet kinderopvang ......................................................... 4 Pedagogisch beleid ....................................................................................................... 5 Personeel ................................................................................................................... 6 Veiligheid en gezondheid ............................................................................................... 7 Ouderrecht ................................................................................................................. 9 Kwaliteit gastouderbureau ........................................................................................... 11 Inspectie-items ............................................................................................................. 12 Gegevens voorziening .................................................................................................... 18 Gegevens toezicht ......................................................................................................... 18 Bijlage: Zienswijze houder gastouderbureau ...................................................................... 19

2 van 21 Definitief inspectierapport gastouderbureau regulier onderzoek 22-05-2014

Gastouderbureau De Hooijbergh te BARSINGERHORN

Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een aangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing Algemeen: Gastouderbureau De Hooijbergh valt onder Stichting Kinderopvang De Hooijbergh. Het gastouderbureau is gevestigd in Basingerhorn, gemeente Hollands Kroon. Er zijn twee parttime medewerkers actief (beiden in dienst voor totaal ongeveer 30 uur per week). Eén van de medewerkers doet voornamelijk coördinerende en beleidsmatige taken. Het gastouderbureau is maandag tot en met donderdag bereikbaar via kantoor, op vrijdag is het overkoepelende kantoor van de organisatie de achterwacht. Inspectiegeschiedenis: Tijdens de inspectie van 2013 zijn geen tekortkomingen geconstateerd. De inspectie: Sinds 1 januari 2014 is een wetswijziging van kracht. Met de herschikking van domeinen zijn verschillende inspectie-items samengevoegd. Dit resulteert in een nieuwe opmaak van het inspectierapport. Ongeacht een enkele tekstuele aanpassing, is de strekking van de voorwaarden onveranderd gebleven. Achterin het inspectierapport staan de verschillende inspectie-items en voorwaarden genoemd, met daarbij de verwijzing naar het betreffende wetsartikel. De toezichthouder heeft door middel van een steekproef verschillende papieren dossiers ingezien van gastouders en vraagouders. Ook zijn veel verslagen en de risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid digitaal ingezien. De toezichthouder heeft urendeclaraties en betalingsoverzichten in kunnen zien en deze waren op orde. Conclusie: Wat duidelijk naar voren is gekomen, is dat de bemiddelingsmedewerker wil voldoen aan de gestelde eisen en de kwaliteit van de gastouderopvang wil waarborgen. De controle en evaluatie van de toepassing van beleid in de praktijk is een aandachtspunt, doordat nog niet volledig aan alle voorwaarden wordt voldaan, zie de toelichting in het rapport. De bemiddelingsmedewerker gaat dit aspect voorleggen aan de houder om na te gaan hoe dit eenduidig en inzichtelijk vorm gegeven kan worden.

Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. Gastouderbureau De Hooijbergh heeft op dit moment twee van de benodigde 3 oudercommissie leden. De houder werft leden tijdens intakegesprekken en via de website. De toezichthouder adviseert om die reden om hierop niet te handhaven



Observaties en bevindingen Gastouderbureau in de zin van de Wet kinderopvang

Gastouderbureau en naleving weten regelgeving Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang tegen de onderneming van de houder. Gastouderbureau in de zin van de wet Het gastouderbureau incasseert de opvangkosten maandelijks van de vraagouders en verzorgt de uitbetaling aan de gastouders.



Pedagogisch beleid Binnen dit domein zijn de volgende competenties beoordeeld: • emotionele veiligheid; • persoonlijke competentie; • sociale competentie; • overdracht van normen en waarden. Om een helder beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk is het beleidsplan gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Het GOB stuurt gemiddeld twee keer per jaar een nieuwsbrief naar de ouders. Hierin worden wetenswaardigheden benoemd, maar wordt ook iedere keer een gericht onderwerp belicht.

Pedagogisch beleidsplan Tijdens het koppelingsgesprek en tijdens huisbezoeken wordt de pedagogische visie besproken met de ouders. Alle gastouders hebben een map met daarin onder andere het pedagogisch beleidsplan. Het welbevinden wordt ook tijdens de jaarlijkse huisbezoeken besproken. De intentie is om gastouders een locatiespecifiek plan te laten schrijven over hun werkwijze. Pedagogische praktijk Naast het algemene pedagogisch beleidsplan van de organisatie zijn de gastouders gestart met de invulling van hun eigen pedagogisch werkplan. Het gastouderbureau heeft de gastouders van te voren via de nieuwsbrieven geïnformeerd. Tijdens de afgelopen huisbezoeken is een introductie met betrekking tot dit onderwerp besproken, zoals het uitschrijven van de vier pedagogische doelen: emotionele veiligheid, persoonlijke- en sociale competentie en waarden en normen. Het gastouderbureau heeft voor de gastouders een vragenlijst gemaakt per pedagogisch doel, zodat gastouders een leidraad hebben. De eerste competentie, emotionele veiligheid, wordt tijdens de huidige huisbezoeken besproken. Mocht er behoefte zijn om over het werkplan met andere gastouders te praten dan kunnen gastouders onderling ervaringen uit wisselen. Gebruikte bronnen: • Interview houder gastouderbureau (Coördinator mevrouw A. Russer) • Interview anderen (Bemiddelings medewerker mevrouw T. Keijzer) • Pedagogisch beleidsplan • Pedagogisch werkplan



Personeel Binnen dit domein zijn beroepskrachten steekproefsgewijs gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Recent heeft de Overheid besloten dat alle mensen, werkzaam in de kinderopvang of peuterspeelzaalwerk, continu moeten worden gescreend op functieaspecten passende bij hun functie. Wanneer aan de functieaspecten wordt voldaan, wordt een verklaring omtrent het gedrag afgegeven. De continue screening is ingegaan vanaf 1 maart 2013. Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft op basis van een steekproef de Verklaringen omtrent gedrag (VOG) van personen werkzaam bij het gastouderbureau beoordeeld. Iedereen in die steekproef was in bezit van een VOG. Voor de gastouders die aangesloten zijn bij GOB De Hooijbergh heeft de houder, in het kader van de continue screening, nieuwe verklaringen omtrent gedrag aangevraagd. Personeelsformatie per gastouder De gastouders hebben tijdens de inspecties van 2013/2014 aangegeven dat het GOB minimaal 16 uur begeleiding biedt. Beide medewerkers werken 14 uur per week. Qua berekening voldoet gastouderbureau De Hooijbergh aan de eis van minimaal 16 uur begeleiding per jaar.

Gebruikte bronnen: • Interview houder gastouderbureau (Coördinator mevrouw A. Russer) • Verklaringen omtrent het gedrag



Veiligheid en gezondheid Binnen dit domein is de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Onder andere is gekeken naar de datum van inventarisatie en of de inhoud de actuele situatie betreft. In de praktijk wordt gekeken naar de kennis van de gastouders met betrekking tot de risico-inventarisaties en de mogelijkheden die worden geboden om ervan kennis te kunnen nemen. De houder heeft geen digitale registratie van wanneer de risico- inventarisatie moet worden uitgevoerd, dit gebeurt nu nog handmatig. De houder geeft aan dit jaar te willen overgaan op een digitaal systeem. De risico- inventarisaties worden bij de gastouders nu allemaal gedaan in de maanden april en mei. De houder geeft aan de voorkeur te hebben dat dit door het jaar heen kan gebeuren. Ook is binnen dit domein gekeken naar de meldcode kindermishandeling. In de praktijk is gekeken naar de kennis van de gastouders met betrekking tot de meldcode en de mogelijkheid om kennis te kunnen nemen van de meldcode. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De risico-inventarisatie (RI&E) wordt samen met de gastouder ingevuld. Aan de hand van de inventarisatie wordt een actielijst opgesteld. Elk jaar wordt de inventarisatie uitgevoerd en eventueel tussendoor, bijvoorbeeld als een verbouwing heeft plaatsgevonden. Zowel de gastouder als de medewerker van het gastouderbureau ondertekenen de inventarisatie. Na de termijn waarbinnen de acties uitgevoerd dienen te worden, komt een medewerker van het gastouderbureau om de acties te checken. Aan de vraagouder wordt gemeld dat de RI&E ter inzage bij de gastouder aanwezig is. De houder biedt twee avonden per jaar gastouders de mogelijkheid om hun EHBO certificaat te verlengen. Dit is een verplichte cursus avond in de maand juni. Uit de risico-inventarisaties komen actiepunten naar voren. De gedragsregels worden tijdens de risico-inventarisatie besproken. Nu worden werkafspraken opgenomen in evaluatie gesprekken, deze moeten concreet gemaakt worden in het plan van aanpak. Onderhoud en controle van technische maatregelen zijn niet beschreven. Binnen welke termijnen de gastouder de gedragregels (om risico's te beperken) overbrengt op de kinderen en herhaalt, komt niet terug in het plan van aanpak. Met de houder is besproken dat het overdragen en up to date houden van kennis met betrekking tot werkinstructies en protocollen van Gastouderbureau De Hooijbergh binnen gestelde termijnen wordt aangegeven in het plan van aanpak.

Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder in het plan van aanpak wordt aangegeven welke maatregelen binnen welke termijn zijn respectievelijk worden genomen in verband met de beschreven veiligheidsrisico's. (art 1.51 en 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 5 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder in een plan van aanpak wordt aangegeven welke maatregelen binnen welke termijn zijn respectievelijk worden genomen in verband met de beschreven gezondheidsrisico's. (art 1.51 en art 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 5 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)



Meldcode kindermishandeling Gastouders hebben de meest recente versie van de meldcode in hun eigen map. Een online cursus via 'The Next Page'. is voor gastouders beschikbaar. De cursus heet 'Omgaan met vermoedens van kindermishandeling voor de gastouderopvang'. De gastouders hebben in 2013 allemaal de cursus gevolgd. De houder heeft de Meldcode Handleiding horende bij de Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling GOB naast de officiële Meldcode. De vertrouwensinspecteur van Inspectie van onderwijs is aan de sociale kaart toegevoegd. Met de houder is de meldcode besproken, zij geeft aan dat in stappenplan 2; "Als een collega de dader is", in plaats van een collega, (die de gastouder niet heeft) de volwassen huisgenoot van de gastouder toe te voegen en dit naar de gastouders te communiceren. Gebruikte bronnen: Interview houder gastouderbureau (Coördinator mevrouw A. Russer) • • Interview anderen (Bemiddelings medewerker mevrouw T. Keijzer) • Risico-inventarisatie veiligheid • Risico-inventarisatie gezondheid • Actieplan veiligheid • Actieplan gezondheid • Ongevallenregistratie • Huisregels/groepsregels • Meldcode kindermishandeling



Ouderrecht Ouders dienen in de gelegenheid te worden gesteld medezeggenschap te kunnen uitoefenen. GOB De Hooijbergh beschikt niet over een oudercommissie. De houders van het GOB hebben ondanks de inspanningen geen leden kunnen werven voor de oudercommissie. Ouders moeten goed geïnformeerd zijn over de gang van zaken op een GOB. In het geval van tegengestelde belangen tussen de houder en ouders dienen de ouders een beroep te kunnen doen op een onafhankelijke klachtencommissie.

Informatie Op de offerte die voor de vraagouder gemaakt wordt, is inzichtelijk welk deel voor het GOB en welk deel naar de GO gaat. Informatie wordt verstrekt via www.hooijbergh.nl, mondeling tijdens het intakegesprek, telefonisch, via mail, tijdens informatieavonden en via de nieuwsbrief. De informatie met betrekking tot het GOB op de website is summier. Zo staat het pedagogisch beleidsplan van het GOB niet op de website, terwijl het pedagogisch beleidsplan van het kinderdagverblijf en de buitenschoolse opvang wel inzichtelijk zijn. Het kinderdagverblijf fungeert als achterwacht. De telefonische bereikbaarheid van het GOB is onvoldoende. De inspecteur heeft telefonisch geprobeerd een afspraak met het GOB te maken, maar werd door afwezigheid van de medewerkers doorverbonden met het kinderdagverblijf. De beroepskrachten van het kinderdagverblijf waren niet op de hoogte hoe in contact te komen met het GOB. De houder geeft tijdens de inspectie aan dat dit verbeterd moet worden.

Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder draagt zorg voor een goede bereikbaarheid van het gastouderbureau voor de vraagouder en de gastouder en informeert de vraagouders en gastouders hierover. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11b lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Oudercommissie De oudercommissie bestond uit drie leden. Recent heeft één oudercommissielid opgezegd en is nog niet vervangen. De houder doet aantoonbare moeite een oudercommissie te bewerkstelligen, onder andere tijdens het intakegesprek, tijdens evaluatiegesprekken en via de nieuwsbrief. Tot op heden is dit niet gelukt. In een telefonisch gesprek met de toezichthouder heeft de oudercommissie aangegeven dat de communicatie en de telefonische bereikbaarheid van het GOB aandachtspunten zijn. De oudercommissie geeft aan met het reglement oudercommissie te werken. De oudercommissie geeft aan het afgelopen jaar advies te hebben uitgebracht over de minimaal af te nemen uren. Het af nemen van deze minimale uren is voor de naschoolse opvang een probleem. Het advies is door de houder niet opgevolgd. Er is geen overeenstemming bereikt.

Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder heeft een oudercommissie ingesteld. (art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)



Klachten Gastouderbureau De Hooijbergh is aangesloten bij de stichting Klachtenkamer Kinderopvang (sKK). Op moment van inspectie is geen document aanwezig waarin de klachtenregeling voor de oudercommissie wordt omschreven. Op de website staat een klachtenregeling die van toepassing is voor de kinderopvang. De bemiddelingsmedewerker geeft aan dat deze klachtenregeling ook voor het GOB geldt. De inhoud van de klachtenregeling is niet van toepassing voor een vraagouder. Bij het onder de aandacht brengen van de klachtenregeling moet duidelijk zijn dat een klant zich te allen tijde rechtstreeks en zonder tussenkomst van de houder tot de klachtencommissie kan richten. De houder mag niet de indruk wekken dat een ouder eerst de interne procedure moet doorlopen, eer de klager de klacht extern kan deponeren. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van vraagouders die voldoet aan de beschreven eisen. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

De houder brengt de klachtenregeling voor vraagouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

Gebruikte bronnen: • Interview houder gastouderbureau (Coördinator mevrouw A. Russer) • Interview anderen (Bemiddelings medewerker mevrouw T. Keijzer) • Informatiemateriaal voor ouders • Website • Nieuwsbrieven • Klachtenregeling • Jaarverslag Wet klachtrecht cliënten zorgsector • Klachtenregeling oudercommissie • Jaarverslag klachtenregeling oudercommissie



Kwaliteit gastouderbureau Bij de start van het gastouderschap krijgen de gastouders een intakegesprek en schriftelijke documenten zoals het pedagogisch beleid ter informatie aangeboden. De overdracht van de visie van het gastouderbureau komt tijdens het intakegesprek aan bod, de toepassing door de gastouders in de praktijk, is een vast gesprekspunt tijdens de evaluatiemomenten. Deskundigheidsbevordering vindt plaats middels thema-avonden en het aanbieden van (digitaal) studiemateriaal. Het GOB werkt met 25 gastouders. Tijdens het inspectiebezoek zijn vier dossiers van gastouders met de dossiers van de gekoppelde vraagouders ingezien en op alle voorwaarden gecontroleerd. De houder werkt met een papieren systeem, maar heeft daarnaast ook een digitale dossiervorming.

Kwaliteitscriteria De houder heeft een formulier "verklaring niet onder toezicht staan van eigen kinderen gastouder". De gastouder tekent dit formulier tijdens het intake gesprek. Handmatig wordt een verslaglegging gedaan over het huisbezoek bij een gastouder. Een totale overzichtslijst van gastouders ontbreekt. De houder geeft aan dat hiermee zal worden gewerkt bij een groeiend aantal gastouders. De verslaglegging gebeurt nu in het dossier van de gastouder en vraagouder. De houder heeft telefonisch een evaluatie met de vraagouder, dit gesprek wordt vastgelegd en dient door de vraagouder getekend te worden. Tijdens het huisbezoek met de gastouder vindt jaarlijks een evaluatie plaats. In de verslaglegging komen de besproken punten niet terug. Het vastleggen en op elkaar afstemmen van de evaluaties is een aandachtspunt. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder evalueert jaarlijks mondeling de gastouderopvang met de vraagouders en legt deze schriftelijk vast. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 9 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11a lid 1 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Administratie gastouderbureau De uren administratie wordt nog handmatig uitgerekend. De vraagouder krijgt de factuur met daarop staan de totale incasso kosten en wat de gastouder uitbetaald krijgt. De houder plaatst dit in een Excell bestand en aan de hand hiervan vindt de uitbetaling plaats naar de gastouder. Het termijn van betalen tussen incasso bij vraagouder naar uitbetaling gastouder is 5 dagen. Tijdens de steekproef is gebleken dat de risico- inventarisatie van gastouder B. (3-10-2013) niet getekend is.

Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De administratie van het gastouderbureau bevat een door de gastouder en bemiddelingsmedewerker ondertekende versie van iedere risico-inventarisatie. (art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 3 en 2 sub c Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Gebruikte bronnen: • Interview houder gastouderbureau (Coördinator mevrouw A. Russer) • Interview anderen (Bemiddelings medewerker mevrouw T. Keijzer)



Inspectie-items Gastouderbureau in de zin van de Wet kinderopvang Gastouderbureau en naleving weten regelgeving Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de vestiging(en) van de houder. (art 1.49 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 3 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)

De houder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in zijn vestiging(en) te voorkomen. (art 1.49 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 3 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)

Gastouderbureau in de zin van de wet Het gastouderbureau is een organisatie die gastouderopvang tot stand brengt en begeleidt en door tussenkomst van wie de betaling van ouders aan gastouders geschiedt. (art 1.1 en 1.49 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Pedagogisch beleid Pedagogisch beleidsplan De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat gastouderbureau kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 12a lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de leeftijdsopbouw en aantallen van de kinderen die door een gastouder worden opgevangen. (art 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 12a lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Het pedagogisch plan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de eisen die gesteld worden aan de adressen waar opvang plaatsvindt. (art 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 12a lid 1 sub c en lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Pedagogische praktijk De houder draagt er zorg voor dat alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders het pedagogisch beleid uitvoeren. (art 1.56 lid 1 en 1.56b lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Personeel Verklaring omtrent het gedrag De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.56 lid 3 en 1.50 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)



De houder en personen werkzaam bij een onderneming waarmee de houder het gastouderbureau exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. (art 1.56 lid 3 en 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaring omtrent het gedrag van personen werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden aan de houder van het gastouderbureau overgelegd. (art 1.56 lid 3 en 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaring omtrent het gedrag van personen werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.56 lid 3 en 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Personeelsformatie per gastouder De houder draagt er zorg voor dat er per aangesloten gastouder op jaarbasis tenminste 16 uur wordt besteed aan begeleiding en bemiddeling. (art 1.56 lid 7 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; artikel 11b lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder op elk opvangadres in elke voor de op te vangen kinderen toegankelijke ruimte de veiligheidsrisico’s in een risico-inventarisatie vastgelegd worden. (art 1.51, 1.56 lid 1 en 2 en 1.56b lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 2 en 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor een inventarisatie van de veiligheidsrisico’s door een bemiddelingsmedewerker van het bureau vóór aanvang van de opvang en daarna jaarlijks voor elke woning waar gastouderopvang plaatsvindt. (art 1.51, 1.56 lid 1 en 2 en 1.56b lid 6 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen, art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

De houder draagt er zorg voor dat de risico-inventarisatie de veiligheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt, beschrijft op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.51 en 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 2, 3 en 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 3 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder in het plan van aanpak wordt aangegeven welke maatregelen binnen welke termijn zijn respectievelijk worden genomen in verband met de beschreven veiligheidsrisico's. (art 1.51 en 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 5 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de risico-inventarisatie veiligheid inzichtelijk is voor de vraagouders. (art 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders rekening houden met de opgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.56 lid 1 en art 1.56b lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder op elk opvangadres in elke voor de op te vangen kinderen toegankelijke ruimte de gezondheidsrisico’s in een risico-inventarisatie vastgelegd worden. (art 1.51, 1.56 lid 1 en 2 en 1,56b lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 2 en 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)



De houder draagt zorg voor een inventarisatie van de gezondheidsrisico’s door een bemiddelingsmedewerker van het bureau vóór aanvang van de opvang en daarna jaarlijks voor elke woning waar gastouderopvang plaatsvindt. (art 1.51, 1.56 lid 1 en 2, 1.56b lid 6 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen, art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

De houder draagt er zorg voor dat de risico-inventarisatie de gezondheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt, bijschrijft op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.51 en 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 2, 3 en 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 3 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder in een plan van aanpak wordt aangegeven welke maatregelen binnen welke termijn zijn respectievelijk worden genomen in verband met de beschreven gezondheidsrisico's. (art 1.51 en art 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 5 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de risico-inventarisatie gezondheid inzichtelijk is voor de vraagouders. (art 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders rekening houden met de opgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.56 lid 1 en art 1.56b lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a lid 1 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 8 lid 1 en 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode bij het personeel. (art 1.51a lid 1 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode bij alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders. (art 1.51a lid 1 en 4 en art 1.56 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Ouderrecht Informatie De houder laat in de schriftelijke overeenkomst met de vraagouder duidelijk zien welk deel van het betaalde bedrag naar het gastouderbureau gaat (uitvoeringskosten) en welk deel van het betaalde bedrag naar de gastouder gaat. (art 1.56 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11b Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder informeert de vraagouders over het te voeren beleid. (art 1.54a lid 1 en 1.56 lid 6 sub c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 6 en art 11 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 12a lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor een goede bereikbaarheid van het gastouderbureau voor de vraagouder en de gastouder en informeert de vraagouders en gastouders hierover. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11b lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder informeert vraagouders, gastouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is, legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor vraagouders, gastouders en personeel toegankelijke plaats. (art 1.54a lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)



Oudercommissie De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld. (art 1.59 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden. (art 1.59 lid 2 sub a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden. (art 1.59 lid 2 sub b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden. (art 1.59 lid 2 sub c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie. (art 1.59 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie. (art 1.59 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder heeft een oudercommissie ingesteld. (art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder en personen werkzaam bij het gastouderbureau zijn geen lid. (art 1.58 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De leden worden gekozen uit en door de vraagouders. (art 1.58 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen. (art 1.58 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. (art 1.60 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. (art 1.60 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet. (art 1.60 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van vraagouders die voldoet aan de beschreven eisen. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

De houder brengt de klachtenregeling voor vraagouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

Een houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor vraagouders werkt met een reglement. (art 2 lid 3 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie. (art 2 lid 5 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

De houder leeft geheimhoudingsplicht na. (art 2 lid 4 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van vraagouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (art 2 lid 7 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

De houder zendt het klachtenverslag van vraagouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)



De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 1.60, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder brengt de klachtenregeling oudercommissie op passende wijze bij hen onder de aandacht. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder zorgt voor naleving van de klachtenregeling oudercommissie. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag oudercommissie wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder zendt het klachtenverslag oudercommissie voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Kwaliteit gastouderbureau Kwaliteitscriteria De houder draagt er zorg voor dat per adres waar opvang plaatsvindt beoordeeld wordt hoeveel kinderen en van welke leeftijd verantwoord opgevangen kunnen worden. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 14 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11b lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders tijdens de opvang de voorgeschreven voertaal spreken (art 1.56 lid 1, 1.56b lid 6 en 1.55 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor een intakegesprek met de gastouder. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 9 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11a lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor een intakegesprek met de vraagouder. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 9 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11a lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor een koppelingsgesprek voor elke nieuwe koppeling tussen vraag- en gastouder in de woning waar de opvang plaats vindt. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 9 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11a lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat ieder opvangadres minstens twee maal per jaar wordt bezocht, waarbij het jaarlijkse voortgangsgesprek met de gastouder een onderdeel is van één van deze bezoeken. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 9 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11a lid 1 sub d en f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder evalueert jaarlijks mondeling de gastouderopvang met de vraagouders en legt deze schriftelijk vast. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 9 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11a lid 1 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Administratie gastouderbureau De administratie van het gastouderbureau bevat een overeenkomst per vraagouder. (art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 3 sub c Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De administratie van het gastouderbureau bevat kopieën van de verklaringen omtrent gedrag van de gastouders. (art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 3 sub b Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)



In de administratie van het gastouderbureau is de betaling van de vraagouders aan het gastouderbureau inzichtelijk. (art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 3 sub d Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

In de administratie van het gastouderbureau is de betaling van het gastouderbureau aan de gastouder inzichtelijk. (art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 3 sub e Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De administratie van het gastouderbureau bevat een door de gastouder en bemiddelingsmedewerker ondertekende versie van iedere risico-inventarisatie. (art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 3 en 2 sub c Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De administratie van het gastouderbureau bevat een overzicht van de omvang en de samenstelling van de oudercommissie. (art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 2 sub d Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De administratie van het gastouderbureau bevat een overzicht van alle bij dat gastouderbureau werkzame beroepskrachten. (art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 2 sub a Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De administratie van het gastouderbureau bevat een overzicht van alle door het gastouderbureau bemiddelde kinderen. (art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 2 sub f Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De administratie van het gastouderbureau bevat een overzicht van alle bij dat gastouderbureau aangesloten gastouders. (art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 3 sub a Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)



Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen

: Gastouderbureau De Hooijbergh : http://www.hooijbergh.nl :

Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer

: : : : :

Stichting Kinderopvang De Hooijbergh Tin 6 1768 BA BARSINGERHORN www.skniedorp.nl 41238580

Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door

: : : : :

GGD Hollands Noorden Postbus 324 1740 AH SCHAGEN 0224-720620 Mevrouw E. Horvath

Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats

: HOLLANDS KROON : Postbus 8 : 1760 AA ANNA PAULOWNA

Gegevens toezicht

Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Hoor en wederhoor Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport

: : : : : :

22-05-2014 26-06-2014 10-07-2014 10-07-2014 26-06-2014 26-06-2014

: 26-06-2014 : 27-06-2014



Bijlage: Zienswijze houder gastouderbureau De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Barsingerhorn, 11 juni 2014

Betreft: zienswijze Gastouderbureau De Hooijbergh

Beste mevrouw Horvath, 22 Mei jl. heeft u een inspectie uitgevoerd bij Gastouderbureau De Hooijbergh te Barsingerhorn. Naar aanleiding van uw inspectie ontving ik uw inspectierapport. In dit rapport worden een aantal zaken genoemd waar ik graag mijn zienswijze op geef. Onze indruk is dat de inspectie goed is verlopen, en dat de gemaakte op- en aanmerkingen en tips in het rapport slechts puntjes van aandacht zijn. Onderstaand een toelichting op deze aandachtspunten. Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld De inspectrice geeft aan dat het, gezien het feit dat er veel verdenkingen in het nieuws waren richting de huisgenoten, belangrijk is dat de gastouder in de Meldcode het stappenplan onder hoofdstuk 4: “Route bij mogelijk geweld- of zedendelict door een collega / huisgenoot” weet te vinden. Tijdens de huisbezoeken aan de gastouders brengen wij onder de aandacht welk stappenplan de gastouder dient te gebruiken indien zij een huisgenoot verdenkt (we worden hierop niet negatief beoordeeld). VOG de heer M. Bakker Ten tijde van de inspectie was de VOG van de heer Bakker niet vindbaar. De VOG is donderdag 29 mei jl. gemaild naar mevrouw E. Horvath. Risico Inventarisatie en Evaluatie Tijdens de inspectie van een aantal inventarisaties geeft de inspectrice aan dat zij “het plan van aanpak” mist. De uitgevoerde inventarisaties zijn allemaal in orde conform de gestelde eisen en bevatten geen actiepunten; dus in onze optiek voldoen deze locaties aan de gestelde kwaliteitseisen, en is een plan van aanpak niet aan de orde. Volgens de inspectrice zijn er in principe altijd actiepunten. Te denken valt aan besproken protocollen en gedragsregels. Deze dienen te worden beschreven in een plan van aanpak, die bij de RIE als bijlage wordt gevoegd (gastouder krijgt natuurlijk ook een exemplaar). De evaluatie moet ook beschreven worden in het plan van aanpak. Belangrijk is dat je aan kunt tonen waar je de evaluatie inzichtelijk hebt gemaakt. Onze komende risico inventarisaties zullen voortaan voorzien zijn van een plan van aanpak. Tevens maken wij een overzichtslijst met daarop onze protocollen. Tijdens het huisbezoek kan afgevinkt worden welke protocollen besproken zijn. Zo werken wij nu: Alle gastouders hebben een gastoudermap ontvangen waarin zich de protocollen bevinden. Tijdens het huisbezoek wordt gevraagd of ze op de hoogte zijn van de diverse protocollen. Wij bespreken de protocollen en vragen of er (gedrags)afspraken zijn gemaakt met de kinderen. In het dossier van de gastouder wordt het contactmoment (huisbezoek) vastgelegd. In het dossier van gastouder Manon Bakker ontbreekt het ondertekende formulier “verslaglegging en opvolging”. Omdat de risico inventarisatie pas uitgevoerd is, ligt dit formulier nog bij de gastouder ter ondertekening. - Wij hebben het ondertekende exemplaar ontvangen van betreffende gastouder, en is donderdag 29 mei jl. gemaild naar de inspectrice. Ongevallenregistratieformulier TIP van de inspectrice: op de ongevallenregistratieformulier voegen wij een punt toe, nl. het tijdstip van vallen. Datum staat wel vermeld. 19 van 21 Definitief inspectierapport gastouderbureau regulier onderzoek 22-05-2014


Bereikbaarheid Het kantoor op de 1steetage fungeert als achterwacht voor het gastouderbureau. Als het kantoor onbemand is wordt de telefoon overgezet naar het kinderdagverblijf. Zo is het gastouderbureau altijd telefonisch bereikbaar. De inspectrice is op één dag twee maal doorgeschakeld naar het kinderdagverblijf. De eerste keer wist betreffende medewerker niet hoe door te schakelen, en wist ook niet of het gastouderbureau wel bereikbaar was. De tweede keer werd haar verzocht de volgende dag om half tien terug te bellen. - We geven toe dat dit niet klantvriendelijk overkomt, en dat hier actie op genomen dient te worden. Er is inmiddels een vergadering geweest met de leidsters van het kinderdagverblijf. Besproken is hoe op te treden als achterwacht voor het gastouderbureau en kantoor. Klachtenvrijbrief De inspectrice heeft via haar collega de klachtenvrijbrief van Kinderopvangorganisatie De Hooijbergh ontvangen. De inspectrice geeft aan dat het goed is om op passende wijze deze brief onder de aandacht van de ouders te brengen. - We zullen hier aandacht aan besteden in onze eerstvolgende nieuwsbrief. Oudercommissie Het gastouderbureau heeft niet de bijlagen zoals de inspectrice omschrijft ontvangen. De inspectrice gaat daarom zelf contact opnemen met de twee leden van de oudercommissie. Het derde lid is een maand geleden uit de oudercommissie gestapt. Het gastouderbureau is op zoek naar een derde lid voor de oudercommissie. Volgens de inspectrice is het wettelijk geregeld dat een oudercommissie ook uit twee leden mag bestaan. Als de huidige oudercommissieleden ermee akkoord gaan, kan het reglement aangepast worden naar 2 leden. - We wachten de zoektocht naar nieuwe leden nog even af, en anders leggen we het verzoek bij de oudercommissie neer om het reglement aan te passen. Jaarverslag klachtenregeling oudercommissie De oudercommissie dient voor 1 juni het jaarverslag klachten oudercommissie in te dienen. De huidige oudercommissie is pas in oktober 2013 geïnstalleerd. - De oudercommissie heeft het jaarverslag klachten oudercommissie opgesteld en het is donderdag 29 mei jl. gemaild naar de inspectrice. Vraag inspectrice: Waar inzichtelijk hoeveel kinderen een gastouder mag opvangen? - In ons pedagogisch beleid staat onder hoofdstuk 3 vermeld hoeveel kinderen een gastouder mag opvangen volgens de Wet Kinderopvang. Waar inzichtelijk dat de gastouders tenminste twee maal per jaar bezocht worden? Het gastouderbureau werkt (nog) niet met een automatiseringssysteem. Het gastouderbureau werkt vnl. met “Word” documenten. De contactmomenten worden vastgelegd in de digitale dossiers van de gastouders. In het contactmoment is te lezen dat de gastouder in april/mei een huisbezoek heeft in het kader van de risico inventarisatie en in oktober/november in het kader van het welbevinden. De bemiddelingsmedewerker maakt van te voren voor iedere gastouder een checklist met daarop de bespreekpunten. Zo weten we zeker dat alle gastouders worden bezocht. We verschillen hierover van mening, maar de inspectrice stelt voor om een overzichtlijst te maken van de gastouders met daarop de te bezoeken gastouders. Door na ieder bezoek af te vinken weet je dat alle gastouders bezocht zijn. De afgelegde bezoeken zijn zo inzichtelijk gemaakt. - Wij zullen voor de komende bezoekafspraken een overzichtslijst maken. Ondertekend evaluatieformulier van de ouder in het dossier Omdat het niet duidelijk staat omschreven in de toetsingskaders, gaat de inspectrice nakijken of het evaluatieformulier inderdaad voorzien moet zijn van een handtekening van de ouder. - Het gastouderbureau heeft van de ouders een ondertekende evaluatie in de dossiers. Vastlegging tussentijdse evaluatie tussen gastouder en ouder De inspectrice vindt dat de terugkoppeling van vraag en antwoord tussen gastouder en ouder niet overal zichtbaar is in de digitale dossiers (zie contactmomenten). Er moet goed uitgewisseld worden wat er tussen de ouder en de gastouder gebeurd en besproken is. De terugkoppeling wordt door het gastouderbureau meestal wel vastgelegd in de “contactmomenten”, maar toch niet altijd even consequent. 20 van 21 Definitief inspectierapport gastouderbureau regulier onderzoek 22-05-2014


- We spreken af dat we vanaf nu ervoor zorgen dat de vastlegging goed aan elkaar gekoppeld gaat worden. Website De inspectrice merkt op dat de op de website vermelde klachtenregeling de indruk wekt dat in geval van een klacht eerst het interne traject doorlopen moet worden, voordat men naar het externe traject mag. Dat is dus niet zo! - Op de website staat dat de ouder in geval van een klacht “in eerste instantie” contact opneemt met de leidster c.q. directie. Wij vinden het belangrijk dat de ouder deze eerste stap zet, maar dat is geheel aan de ouder. De ouder mag net zo goed het externe traject gaan bewandelen. Wij besluiten dan ook om de tekst op de website niet te veranderen. Verder merkt de inspectrice op dat de klachtenregeling vermeld staat onder werkwijze van de Hooijbergh, terwijl het een reglement is. - De klachtenregeling staat op de website onder de noemer: “werkwijze en regels”. De klachtenregeling valt dus onder een regel! Op de website staat dat de oudercommissie vier maal per jaar bijeen komt. De inspectrice geeft aan dat het lijkt of het gastouderbureau dit bepaald, terwijl de oudercommissie daar vrij in is. - Het gastouderbureau heeft aangegeven dat zij dat absoluut niet bepaald. De oudercommissie heeft dit zelf in het huishoudelijk reglement opgenomen. Het valt de inspectrice op dat het pedagogisch beleid niet op de website staat. - Het pedagogisch beleid is reeds op de website geplaatst. Gastouderbureau De Hooijbergh wil de kwaliteit behouden en heeft hier kwaliteitsregels aan verbonden. Minimale afname is 5 uur per week. Naast het feit dat deze 5 uur per week een vaste bron van inkomsten is voor de gastouder, zijn deze 5 uur ook heel belangrijk voor de hechting van gastouder en kind. En daarbij komt ook nog dat het gastouderbureau deze 5 uur nodig heeft om uit de kosten te komen.

Met hartelijke groet, Stichting Kinderopvang De Hooijbergh Ans Russer



Inspectierapport Gastouderbureau De Hooijbergh (GOB) Tin BA BARSINGERHORN Registratienummer

Recommend Documents