Inspectierapport Gastouderbureau De Kleine Kroon (GOB) Keizersgracht 429 1017 DJ AMSTERDAM Registratienummer: 192578960
Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: 13-11-2014 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 07-01-2015
Gastouderbureau De Kleine Kroon - Jaarlijks onderzoek 13-11-2014
1/21
Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Gastouderbureau in de zin van de wet Pedagogisch beleid Personeel Veiligheid en gezondheid Ouderrecht Kwaliteit gastouderbureau Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht
Gastouderbureau De Kleine Kroon - Jaarlijks onderzoek 13-11-2014
2/21
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is op 13 november 2014 uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een aangekondigd regulier onderzoek. Dit reguliere jaarlijks inspectiebezoek is tevens onderdeel van het landelijk project 'Verbetering gastouderbureaus' door SZW, VNG, GGD GHOR Nederland en de Belastingdienst. Het inspectiebezoek is derhalve uitgevoerd door de toezichthouder kinderopvang in aanwezigheid van een toezichthouder van Belastingdienst/Toeslagen.
Beschouwing Organisatie De rechtsvorm van Gastouderbureau De Kleine Kroon is een eenmanszaak. De exploitatie van het gastouderbureau is gestart op 19 oktober 2012. De houder heeft geen pedagogische achtergrond, maar heeft een HBO-studie in de richting communicatie afgerond. De houder verklaart dat hij tot augustus 2014 bij de begeleiding en bemiddeling is ondersteund door een vrijwilliger. Deze vrijwilliger heeft een pedagogische opleiding afgerond. Op het moment van het inspectieonderzoek is de houder, tevens de enige bemiddelingsmedewerker van het gastouderbureau verantwoordelijk voor de begeleiding en bemiddeling van 30 actieve gastouders en 41 vraagouders. Het gastouderbureau opereert landelijk, maar biedt op dit moment vooral gastouderopvang in Amsterdam en de omliggende regio's. Er is geen klachtencoördinator aangesteld, de vraagouders kunnen met klachten terecht bij de externe klachtencommissie. De houder bekleedt de functies van vertrouwenspersoon en aandachtsfunctionaris. Deze functies zijn niet schriftelijk vastgelegd. Administratie Tijdens het onderzoek is gebleken dat de administratie niet compleet is. Niet alle intakegesprekken met de gastouders vinden plaats op de gastouderlocatie. Omdat de bemiddelingsmedewerker niet bij ieder koppelingsgeprek aanwezig is, vindt er in sommige gevallen geen koppelingsgesprek plaats. Resultaten onderzoek De toezichthouder heeft steekproefsgewijs de dossiers van negen gastouders onderzocht om te beoordelen of de administratie van de houder aan de gestelde eisen voldoet. Uit onderzoek is gebleken dat de administratie niet compleet is.
Advies aan college van B&W De toezichthouder adviseert om op de geconstateerde overtredingen handhavend op te treden conform het handhavingsbeleid van de gemeente.
Gastouderbureau De Kleine Kroon - Jaarlijks onderzoek 13-11-2014
3/21
Observaties en bevindingen Gastouderbureau in de zin van de wet Gastouderbureau in de zin van de wet Het gastouderbureau is een organisatie die gastouderopvang tot stand brengt en begeleidt en door tussenkomst van wie de betalingen van ouders aan gastouders geschiedt. De toezichthouder heeft een pedagogisch beleidsplan ontvangen, waarin beschreven staat dat de organisatie een adviserende, bemiddelende en ondersteunende rol heeft bij het tot stand brengen van de gastouderopvang. Bovendien staat in het beleidsplan de kassiersfunctie van het gastouderbureau duidelijk beschreven: 'De facturatie en betaling van de kosten voor de gastouderopvang moet op grond van de wet via het gastouderbureau verlopen, in dit geval Gastouderbureau De Kleine Kroon.' In de 'Overeenkomst gastouderbureau en ouders(s) staat in artikel 9 beschreven: 'De ouder(s) is (zijn) op de hoogte van de wettelijk verplichte kassiersfunctie van het GOB en zijn met de gastouders overeengekomen dat de betalingen van de in artikel 7 genoemde vergoedingen voor de kinderopvang wordt gedaan door tussenkomst van het GOB die ook zorg draadt voor de werkzaamheden verbonden aan de inning van de vergoedingen.' In de 'Overeenkomst van bemiddeling vraagouder Gastouderbureau De Kleine Kroon' staat in artikel 6 beschreven: 'De facturatie en betaling van de kosten voor de gastouderopvang moet op grond van de wet via het gastouderbureau verlopen, in dit geval Gastouderbureau De Kleine Kroon. De vraagouder mag de gastouder daarom niet rechtstreeks betalen.' Bovendien staat beschreven in artikel 10 lid 1 van de 'Algemene Voorwaarden' 'Bureaukosten, betalings- en incassoprocedure' punt 1: 'De facturatie en betaling van de kosten voor de gastouderopvang moeten op grond van de wet via “De Kleine Kroon” verlopen. De vraagouder mag de gastouder daarom niet rechtstreeks betalen. Als de vraagouder dit wel doet, dan is de gastouder verplicht het betreffende bedrag aan de vraagouder terug te betalen, zodat de vraagouder het alsnog aan “De Kleine Kroon” kan betalen. “De Kleine Kroon” behoudt het recht om bedragen die zij van de vraagouder moet ontvangen, te verrekenen met bedragen die de vraagouder al aan de gastouder heeft betaald.' Gebruikte bronnen: - Pedagogisch beleidsplan Gastouderbureau De Kleine Kroon (geen versie-nummer, geen versie-datum), ontvangen per e-mail op 4 november 2014 - Bemiddelingsovereenkomst gastouderbureau en ouders(s), ontvangen per e-mail op 4 november 2014 - Overeenkomst van bemiddeling vraagouder gastouderbureau Kleine Kroon, ontvangen per e-mail op 21 november 2014 - Algemene Voorwaarden Gastouderbureau De Kleine Kroon, ingezien op de website van GOB De Kleine Kroon op 21 november 2014 - Gesprek met de houder
Gastouderbureau De Kleine Kroon - Jaarlijks onderzoek 13-11-2014
4/21
Pedagogisch beleid Pedagogisch beleidsplan De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat gastouderbureau kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijk observeerbare termen beschreven hoe de emotionele veiligheid van de kinderen wordt gewaarborgd (waarbij duidelijk onderscheid is gemaakt tussen de verschillende leeftijdscatogorieën), wat de mogelijkheden zijn om tot de ontwikkeling van de persoonlijke en sociale competenties te komen en hoe de overdracht van normen en waarden aan de kinderen plaatsvindt. In het pedagogisch beleidsplan dient volgend jaar aandacht besteed te worden aan: het verschil in pedagogisch handelen en werkwijze bij verschillende gastouders, hoe om te gaan met de gastouderopvang bij ziekte en vakantie en met ondersteuning en inzet van vrijwilligers en stagiaires. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de leeftijdsopbouw en de aantallen van kinderen die door een gastouder mogen worden opgevangen. Bovendien worden de eisen die aan het opvangadres worden gesteld in duidelijke en observeerbare termen beschreven. Pedagogische praktijk Het gastouderbureau draagt er onvoldoende zorg voor dat de gastouders die zijn aangesloten bij het gastouderbureau het pedagogisch beleid uitvoeren. Tijdens het inspectiebezoek verklaart de houder tevens bemiddelingsmedewerker, dat tijdens het intakegesprek met de gastouder, aan de gastouder wordt uitgelegd dat het pedagogisch beleidsplan te vinden is op de website van het gastouderbureau. Deze verklaring heeft de houder ook gedaan op de ingevulde vragenlijst die de houder aan de toezichthouder heeft toegestuurd. Bovendien verklaart de houder dat het pedagogisch beleidsplan wordt besproken tijdens de twee jaarlijkse bezoeken. Bij de uitvoering van de risico-inventarisatie en het evaluatiegesprek met de gastouder. Uit onderzoek bij de gastouders en uit de steekproef blijkt dat er slechts één jaarlijks bezoek heeft plaatsgevonden. Tijdens deze bezoeken zijn slechts de risico-inventarisaties uitgevoerd. Tevens hebben toezichthouders van de GGD Amsterdam bij een aantal gastouders die gekoppeld zijn aan het gastouderbureau De Kleine Kroon inspectiebezoeken uitgevoerd. Tijdens deze inspectiebezoeken verklaren een aantal gastouders het pedagogisch beleidsplan niet te hebben besproken met de bemiddelingsmedewerker van het gastouderbureau, maar slechts te horen hebben gekregen waar het beleid te vinden is op de website. De houder heeft geen pedagogisch gekwalificeerde beroepskwalificatie en heeft op het moment van het inspectieonderzoek geen bemiddelingsmedewerker in dienst die de houder hierbij kan ondersteunen en aansturen. De houder verklaart tijdens het inspectieonderzoek dat er het afgelopen jaar geen trainingen en cursussen aan de gastouders zijn aangeboden. De houder neemt wel in overweging om in het komende jaar bij voldoende aanmeldingen EHBO-cursussen en e-learning-pakketten aan te gaan bieden. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder draagt er zorg voor dat alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders het pedagogisch beleid uitvoeren. (art 1.56 lid 1 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen.)
Gebruikte bronnen: - Pedagogisch beleidsplan Gastouderbureau De Kleine Kroon (geen versie-nummer, geen versie-datum), ontvangen per e-mail op 4 november 2014 - Schriftelijke vragenlijst houder, ontvangen per e-mail op 13 november 2014 - Administratie gastouderbureau, ontvangen per e-mail op 21 november 2014 - Verklaringen van toezichthouders van de GGD Amsterdam - Gesprek met de houder
Gastouderbureau De Kleine Kroon - Jaarlijks onderzoek 13-11-2014
5/21
Personeel Verklaring omtrent het gedrag De houder beschikt over een geldige verklaring omtrent het gedrag. De verklaring omtrent het gedrag is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. Personeelsformatie per gastouder De houder van het gastouderbureau draagt er onvoldoende zorg voor dat er per aangesloten gastouder op jaarbasis ten minste 16 uur wordt besteed aan begeleiding en bemiddeling. De houder werd tot augustus 2014 bijgestaan door een vriendin bij het uitvoeren van de risico-inventarisaties bij de gastouders. Aangezien de vriendin op vrijwillige basis is ingezet kan deze persoon niet aangemerkt worden als bemiddelingsmedewerker. Alle werkzaamheden die deze medewerker heeft verricht kunnen niet worden meegerekend in de uren die besteed zijn aan begeleiding en bemiddeling omdat conform de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen artikel 1.1 lid 1 een bemiddelingsmedewerker een persoon dient te zijn van 18 jaar of ouder die werkzaam is bij een gastouderbureau, bezoldigd is en belast is met het tot stand brengen en begeleiden van gastouderopvang. De houder verklaart dat er het afgelopen jaar geen cursussen, trainingen en informatieavonden hebben plaatsgevonden. Toezichthouders van de Inspectie Kinderopvang GGD Amsterdam hebben bij diverse inspectiebezoeken na aanvraag bij gastouders die gekoppeld zijn aan gastouderbureau De Kleine Kroon geconstateerd dat de er geen bemiddelingsmedewerker aanwezig is geweest bij intake- en koppelingsgesprekken. Tijdens de bezoeken verklaren de gastouders dat het intake- en koppelingsgesprek heeft plaatsgevonden zonder dat daar een bemiddelingsmedewerker van het gastouderbureau bij aanwezig was. De intakegesprekken zouden telefonisch plaatsvinden. Bij de koppelingsgesprekken zouden alleen de vraagouder en gastouder aanwezig zijn geweest. De houder verklaart tijdens het inspectiebezoek niet altijd aanwezig te zijn bij een koppelingsgesprek. Gezien bovenstaande bevindingen concludeert de toezichthouder dat de houder van het gastouderbureau onvoldoende zorg draagt voor de begeleiding en bemiddeling van ten minste 16 uur per gastouder die gekoppeld is aan het gastouderbureau. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder van het gastouderbureau draagt er zorg voor dat er per aangesloten gastouder op jaarbasis tenminste 16 uur wordt besteed aan begeleiding en bemiddeling. (art 1.56 lid 7 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 9 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11b lid 2 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Gebruikte bronnen: - Schriftelijke vragenlijst houder, ontvangen per e-mail op 13 november 2014 - Informatie toezichthouders van de GGD Amsterdam - Gesprek met de houder
Gastouderbureau De Kleine Kroon - Jaarlijks onderzoek 13-11-2014
6/21
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Uit een steekproef onder negen gastouders constateert de toezichthouder dat bij vijf gastouders de risicoinventarisatie niet uitgevoerd is door een bemiddelingsmedewerker, maar door de vrijwilliger (die tot afgelopen zomer werkzaamheden heeft verricht bij de gastouders). De risico-inventarisaties dienen echter uitgevoerd te worden door de bemiddelingsmedewerker van het gastouderbureau. De vrijwilliger is niet bevoegd om deze werkzaamheden uit te voeren. Drie risico-inventarisaties zijn uitvoerd door de houder en van één gastouder heeft de toezichthouder geen risico-inventarisatie ontvangen. De houder heeft gezien bovenstaande constatering niet op elk opvangadres en voor aanvang van de opvang samen met de gastouder een risico-inventarisatie uitgevoerd en vastgelegd. De risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid worden uitgevoerd aan de hand van het model dat is opgesteld door de MO-groep. Dit model dateert van 2007 en wordt niet meer jaarlijks geactualiseerd omdat het inmiddels is vervangen door de digitale risicomonitor. In het model kan per risico worden beschreven welke maatregelen genomen dienen te worden om de risico's te verkleinen. De risico-inventarisaties dienen voor aanvang van de opvang te worden ingevuld. Locatiespecifieke risico's waarbij de maatregel bestaat uit een eenmalige actie zoals aanpassingen aan ruimtes waar kinderen komen, staan beschreven in de risico-inventarisatie. Binnen welke termijn de maatregel genomen moet worden, wordt niet vermeld in de risico-inventarisatie. De houder verklaart tijdens het inspectiebezoek dat van de acties die nog moeten worden uitgevoerd, niet meer wordt gecheckt of deze ook daadwerkelijk zijn uitgevoerd. Gedragsmaatregelen voortkomend uit de risico-inventarisatie worden niet beschreven. Hierdoor worden niet alle geïnventariseerde risico's verkleind middels genomen maatregelen en draagt de houder er onvoldoende zorg voor dat de gastouder die is aangesloten bij het gastouderbureau handelt conform de opgestelde risico-inventarisatie. De houder verklaart tijdens het inspectiebezoek dat de risico-inventarisatie samen met de gastouder wordt uitgevoerd, meestal is de vraagouder hier ook bij aanwezig. Toezichthouders van de Inspectie Kinderopvang GGD Amsterdam hebben bij diverse inspectiebezoeken na aanvraag tot registratie bij gastouders die gekoppeld zijn aan het gastouderbureau De Kleine Kroon geconstateerd dat er bij de uitvoering van de risico-inventarisatie geen bemiddelingsmedewerker aanwezig is geweest. Tijdens deze inspectiebezoeken verklaren een aantal gastouders dat zij een vastgelegde risico-inventarisatie per e-mail hebben ontvangen en niet aanwezig waren bij de uitvoering van de risico-inventarisatie. De houder dient samen met de gastouder de risico-inventarisatie uit te voeren op de locatie waar de gastouderopvang plaatsvindt. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder op elk opvangadres in elke voor de op te vangen kinderen toegankelijke ruimte de veiligheidsrisico’s in een risico-inventarisatie vastgelegd worden. (art 1.51 art 1.56 lid 1 lid 2 art 1.56b lid 2 sub a W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 1 lid 2 lid 6 sub a sub b Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 3 sub a sub b sub c Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
De houder draagt zorg voor een inventarisatie van de veiligheidsrisico’s door een bemiddelingsmedewerker van het bureau vóór aanvang van de opvang en daarna jaarlijks voor elke woning waar gastouderopvang plaatsvindt. (art 1.51 art 1.56 lid 1 lid 2 art 1.56b lid 2 sub a W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 2 lid 6 sub a sub b Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 3 sub a sub b sub c Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalw erk.)
De houder draagt er zorg voor dat in het plan van aanpak wordt aangegeven welke maatregelen binnen welke termijn zijn respectievelijk worden genomen in verband met de beschreven risico’s. (art 1.51 art 1.56 lid 1 lid 2 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 5 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
De houder draagt er zorg voor dat alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders handelen volgens de opgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.56 lid 1 art 1.56b lid 1 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen.)
De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder op elk opvangadres in elke voor de op te vangen kinderen toegankelijke ruimte de gezondheidsrisico’s in een risico-inventarisatie vastgelegd worden. (art 1.51 art 1.56 lid 1 lid 2 art 1.56b lid 2 sub a W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 2 lid 6 sub a Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 3 sub a sub b Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
De houder draagt zorg voor een inventarisatie van de gezondheidsrisico’s door een bemiddelingsmedewerker van het bureau vóór aanvang van de opvang en daarna jaarlijks voor elke woning waar gastouderopvang plaatsvindt. (art 1.51 art 1.56 lid 1 lid 2 art 1.56b lid 2 sub a W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 2 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalw erk.)
De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder in het plan van aanpak wordt aangegeven welke maatregelen binnen welke termijn zijn respectievelijk worden genomen in verband met de beschreven risico’s. (art 1.51 art 1.56 lid 1 lid 2 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 5 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
De houder draagt er zorg voor dat alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders handelen volgens de opgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.56 lid 1 art 1.56b lid 1 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen.)
Gastouderbureau De Kleine Kroon - Jaarlijks onderzoek 13-11-2014
7/21
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een 'Protocol Kindermishandeling Gastouderbureau De Kleine Kroon'. Dit protocol is tot stand gekomen in samenwerking met de MOgroep en de Branchevereniging voor Ondernemers in de Kinderopvang. Hierin is de definitie van kindermishandeling, de signalenlijst van 0 tot 4 jaar en 4 tot en met 12 jaar, de meldplichten en de privacywetgeving opgenomen. De uitsplitsing van verantwoordelijkheden per organisatielaag en het stappenplan zijn niet op de locatie toegespitst. In het document staat beschreven dat de directie de bemiddelingsmedewerker ondersteunt. Bij het gastouderbureau is de houder tevens de bemiddelingsmedewerker en is er geen directie aanwezig. De stappenplannen kunnen niet worden toegepast op het gastouderbureau. In de stappenplannen staat onder andere beschreven dat 'De pedagogisch medewerker bespreekt het onderbouwde vermoeden in een overleggroep'. Voor het gastouderbureau is er geen overleggroep ingesteld, waarin vermoedens besproken kunnen worden. De houder verklaart tijdens het inspectiebezoek dat de gastouder het protocol per e-mail ontvangt voorafgaand aan de opvang en dat het protocol op de persoonlijke web-pagina van de gastouder is geplaatst. Tijdens het intakegesprek en het jaarlijks huisbezoek (bij het uitvoeren van de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid) wordt het protocol met de gastouder besproken en krijgt de gastouder de mogelijkheid vragen te stellen. De houder verklaart het afgelopen jaar geen vermoedens van kindermishandeling te hebben gehad. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a lid 1 lid 5 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 8 lid 1 lid 2 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Gebruikte bronnen: - Risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid afgenomen bij de gastouders uit de steekproef - Verklaringen van toezichthouders van de GGD Amsterdam - 'Protocol Kindermishandeling Gastouderbureau De Kleine Kroon' (versie nummer, geen datum), ontvangen per e-mail ontvangen op 4 november 2014 - Gesprek met de houder
Gastouderbureau De Kleine Kroon - Jaarlijks onderzoek 13-11-2014
8/21
Ouderrecht Informatie Op de website staan de contactgegevens vermeld van het gastouderbureau. Bovendien is het meest recente inspectierapport op de website geplaatst. De schriftelijk overeenkomst tussen gastouderbureau en vraagouder 'Overeenkomst gastouderbureau en ouder(s)' voldoet niet aan de gestelde eisen. In deze overeenkomst wordt het deel van het betaalde bedrag dat naar de gastouder gaat ,niet beschreven. In artikel 7 wordt verwezen naar 'de overeenkomst van overdracht tussen gastouder en de vraagouder', waarin de overeengekomen vergoeding aan de gastouder is opgenomen. Dit bedrag dient echter te worden opgenomen in de schriftelijke overeenkomst tussen gastouderbureau en vraagouder of bij een verwijzing dient het document waarnaar wordt verwezen als bijlage te worden opgenomen in de overeenkomst tussen gastouderbureau en vraagouder. Bovendien worden de naam, de geboortedatum en het adres van het kind en het aantal uren opvang per kind per jaar niet beschreven in de overeenkomst. In de schriftelijke overeenkomst zijn wel de maandelijkse bureaukosten en het bedrag dat tweemaal per jaar in rekening wordt gebracht aan de vraagouder (voor een inspectie en de evaluatie van de opvang) opgenomen. Het gastouderbureau informeert de ouders over het te voeren beleid door middel van de website www.gobdekleinekroon.nl, het pedagogisch beleidsplan, het intake gesprek, en e-mailberichten. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder van het gastouderbureau laat in de schriftelijke overeenkomst met de vraagouder duidelijk zien welk deel van het betaalde bedrag naar het gastouderbureau gaat (uitvoeringskosten) en welk deel van het betaalde bedrag naar de gastouder gaat. (art 1.56 lid 4 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 11b Regeling w et kinderopvang.)
Oudercommissie De houder heeft een oudercommissiereglement vastgesteld dat onder andere regels omvat omtrent het aantal leden (minimaal 2 en maximaal 7 leden) en omtrent de zittingsduur van de leden. De houder verklaart een oudercommissie te hebben ingesteld die bestaat uit twee leden. Er heeft nog geen oudercommissieoverleg plaatsgevonden omdat de oudercommissie in oktober 2014 is gestart. De oudercommissie heeft in de korte periode dat ze zijn ingesteld nog geen advies kunnen uitbrengen. Klachten De houder beschikt over een klachtenregeling. De houder is aangesloten bij een onafhankelijke klachtencommissie, namelijk de sKK. Ouders worden op passende wijze op de hoogte gebracht van de klachtenregeling, namelijk door middel van de website van het gastouderbureau. De regeling geeft duidelijk weer dat een ouder zich te allen tijde tot de onafhankelijke klachtencommissie kan richten. In het jaarverslag klachten 2013 zijn de minimaal verplichte onderwerpen opgenomen. Het jaarverslag is op 4 november 2014 door de toezichthouder ontvangen. Ook voor de oudercommissie is er een klachtenregeling vastgesteld. Hiervoor wordt gebruikgemaakt van het standaardreglement van de Klachtenkamer Kinderopvang. Dit reglement voldoet aan de gestelde eisen. Op de schriftelijke vragenlijst heeft de oudercommissie vermeld dat ze op hoogte zijn van de klachtenregeling. In het jaarverslag klachten 2013 zijn de minimaal verplichte onderwerpen opgenomen. Het jaarverslag is op 4 november 2014 door de toezichthouder ontvangen. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder zendt het klachtenverslag van vraagouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 2 lid 9 W et klachtenrecht cliënten zorgsector.)
Gebruikte bronnen: - 'Overeenkomst gastouderbureau en ouder(s)', ontvangen per e-mail op 3 november 2014 - Website www.gobdekleinekroon.nl - Pedagogisch beleidsplan Gastouderbureau De Kleine Kroon (geen versie-nummer, geen versie-datum), ontvangen per e-mail op 4 november 2014 - Oudercomissiereglement, ontvangen per e-mail op 4 november 2014 - Vragenlijst oudercommissie, ontvangen per e-mail op 4 november 2014 - Klachtenregeling, ontvangen per e-mail ontvangen op 4 november 2014 - Jaarverslagen klachten, ontvangen per e-mail ontvangen op 4 november 2014 - Gesprek met de houder Gastouderbureau De Kleine Kroon - Jaarlijks onderzoek 13-11-2014
9/21
Gastouderbureau De Kleine Kroon - Jaarlijks onderzoek 13-11-2014
10/21
Kwaliteit gastouderbureau Kwaliteitscriteria De houder verklaart tijdens het inspectieonderzoek dat de bezettingslijst en het dagrooster van de gastouder worden opgevraagd. In dit overzicht zijn ook de kinderen opgenomen die niet zijn gekoppeld aan gastouderbureau De Kleine Kroon maar aan een ander gastouderbureau. Hierdoor is te beoordelen hoeveel kinderen er in totaal op het opvangadres zullen worden opgevangen. De houder draagt er onvoldoende zorg voor dat er een intakegesprek met de gastouders plaatsvindt op het opvangadres. In de regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 11a, eerste lid, sub a) is opgenomen: 'De houder van een gastouderbureau draagt er zorg voor dat een intakegesprek met de gastouder plaatsvindt bij de voorgenomen voorziening voor gastouderopvang.' Tijdens het inspectieonderzoek verklaart de houder dat de werkwijze van het gastouderbureau anders is. Gastouders melden zich aan middels een telefoongesprek of door middel van een intakeformulier op de website. Het intakegesprek met de gastouder vindt pas plaats op het moment dat er een mogelijke koppeling is met een vraagouder. De houder verklaart dat het intakegesprek niet altijd plaatsvindt op het opvangadres, maar dit kan ook plaatsvinden op kantoor of door middel van een telefoongesprek. De toezichthouder constateert dat het intakegesprek met de gastouder niet altijd plaatsvindt op de voorgenomen voorziening voor gastouderopvang. Het intakegesprek met de vraagouder vindt plaats middels een telefoongesprek of doormiddel van een intakeformulier op de website. De houder draagt onvoldoende zorg voor de koppelingsgesprekken bij elke nieuwe koppeling tussen vraag- en gastouder. In de regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 11a, eerste lid, sub c) is opgenomen: 'een koppelingsgesprek plaatsvindt bij een koppeling tussen een vraagouder en de gastouder. Het koppelingsgesprek vindt plaats bij de voorziening van gastouderopvang'. De houder verklaart tijdens het inspectiebezoek dat de houder, tevens bemiddelingsmedewerker, niet bij ieder koppelingsgesprek aanwezig is. Het kan voorkomen dat het ondertekende contract tussen vraagouder en gastouder na een koppelingsgesprek, waarbij het gastouderbureau niet aanwezig was, wordt opgestuurd naar het gastouderbureau. Het contract tussen gastouderbureau en vraagouder wordt vervolgens ook door de vraagouder ondertekend opgestuurd aan het gastouderbureau. De houder maakt gebruik van een software-systeem waarbij alle 'contactmomenten' worden vastgelegd. De toezichthouder heeft een overzicht van de houder ontvangen, waarin de huisbezoeken van de gastouders uit de steekproef staan vermeld. In dit overzicht staat dat de gastouders dit jaar één keer zijn bezocht . Bij drie van de negen gastouders is de gastouderopvang gestart na augustus 2014. Bij de andere gastouders is de gastouderopvang gestart in 2013 of begin 2014. Bij deze gastouders dient de houder zorg te dragen voor minimaal twee huisbezoeken per jaar. De houder verklaart tijdens het inspectiebezoek dat er nog geen evaluatiegesprekken met de vraagouders hebben plaatsgevonden. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder draagt zorg voor een intakegesprek met de gastouder. (art 1.56 lid 2 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 9 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11a lid 1 sub a Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
De houder draagt zorg voor een koppelingsgesprek voor elke nieuwe koppeling tussen vraag- en gastouder in de woning waar de opvang plaats vindt. (art 1.56 lid 2 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 9 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11a lid 1 sub c Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
De houder draagt er zorg voor dat ieder opvangadres minstens twee maal per jaar wordt bezocht, waarbij het jaarlijkse voortgangsgesprek met de gastouder een onderdeel is van één van deze bezoeken. (art 1.56 lid 2 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 9 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11a lid 1 sub d sub f Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
De houder evalueert jaarlijks mondeling de gastouderopvang met de vraagouders en legt deze schriftelijk vast. (art 1.56 lid 2 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 9 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11a lid 1 sub e Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Administratie gastouderbureau Uit een steekproef onder negen gastouders is gebleken dat het gastouderbureau er zorg voor draagt dat een aantal punten in de administratie op orde is. Zo bevat de administratie de volgende verplichte onderdelen: - een contract per vraagouder; - er zijn kopieën van de verklaringen omtrent het gedrag van de gastouders en andere personen zoals huisgenoten van 18 jaar en ouder, die op hetzelfde adres hun hoofdverblijf hebben; - een origineel van de door de gastouder en bemiddelingsmedewerker ondertekende versie van iedere risicoinventarisatie en bijbehorende plan van aanpak; Gastouderbureau De Kleine Kroon - Jaarlijks onderzoek 13-11-2014
11/21
- de betaling van de vraagouders aan het gastouderbureau is inzichtelijk; - een overzicht van de omvang en de samenstelling van de oudercommissie; - een overzicht van alle door het gastouderbureau bemiddelde kinderen; en - een overzicht van alle bij het gastouderbureau aangesloten gastouders. Op 21 november 2014 heeft de toezichthouder de betalingsbewijzen ontvangen, bestaande uit bankafschriften en facturen aan de vraagouder over de periode september 2014 en een overzichtslijst van betalingen vraag- en gastouders. De bankafschriften geven inzicht in de betalingen van vraagouders aan het gastouderbureau. De geldstroom van het gastouderbureau naar de gastouder is echter niet inzichtelijk. Op de bankafschriften worden de betalingen in een 'batch' (met het aantal opdrachten) weergeven, hieruit is niet op te maken welke gastouder onder deze 'batch' valt en welk bedrag is uitbetaald aan een bepaalde gastouder. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: In de administratie van het gastouderbureau is de betaling van het gastouderbureau aan de gastouder inzichtelijk. (art 1.56 lid 6 sub a sub b W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 3 sub e Regeling w et kinderopvang.)
Gebruikte bronnen: - Administratie gastouderbureau, ontvangen per e-mail op 21 november 2014 - Overzicht van betalingsbewijzen, ontvangen per e-mail op 21 november 2014 - Overzichten van alle gastouders - Gesprek met de houder
Gastouderbureau De Kleine Kroon - Jaarlijks onderzoek 13-11-2014
12/21
Inspectie-items Gastouderbureau in de zin van de wet Gastouderbureau in de zin van de wet Het gastouderbureau is een organisatie die gastouderopvang tot stand brengt en begeleidt en door tussenkomst van wie de betaling van ouders aan gastouders geschiedt.
Pedagogisch beleid Pedagogisch beleidsplan De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat gastouderbureau kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de leeftijdsopbouw en aantallen van de kinderen die door een gastouder worden opgevangen. Het pedagogisch plan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de eisen die gesteld worden aan de adressen waar opvang plaatsvindt. Pedagogische praktijk De houder draagt er zorg voor dat alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders het pedagogisch beleid uitvoeren.
Personeel Verklaring omtrent het gedrag De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot registratie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. Een verklaring omtrent het gedrag van personen werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden aan de houder van het gastouderbureau overgelegd. De verklaring omtrent het gedrag van personen werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. Personeelsformatie per gastouder De houder van het gastouderbureau draagt er zorg voor dat er per aangesloten gastouder op jaarbasis tenminste 16 uur wordt besteed aan begeleiding en bemiddeling.
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder op elk opvangadres in elke voor de op te vangen kinderen toegankelijke ruimte de veiligheidsrisico’s in een risico-inventarisatie vastgelegd worden. De houder draagt zorg voor een inventarisatie van de veiligheidsrisico’s door een bemiddelingsmedewerker van het bureau vóór aanvang van de opvang en daarna jaarlijks voor elke woning waar gastouderopvang plaatsvindt. De houder draagt er zorg voor dat de risico-inventarisatie de veiligheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt, beschrijft op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. De houder draagt er zorg voor dat in het plan van aanpak wordt aangegeven welke maatregelen binnen welke termijn zijn respectievelijk worden genomen in verband met de beschreven risico’s. De houder draagt er zorg voor dat de risico-inventarisatie veiligheid inzichtelijk is voor de vraagouders. De houder draagt er zorg voor dat alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders handelen volgens de opgestelde risico-inventarisatie veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder op elk opvangadres in elke voor de op te vangen kinderen toegankelijke ruimte de gezondheidsrisico’s in een risico-inventarisatie vastgelegd worden. De houder draagt zorg voor een inventarisatie van de gezondheidsrisico’s door een bemiddelingsmedewerker van het bureau vóór aanvang van de opvang en daarna jaarlijks voor elke woning waar gastouderopvang plaatsvindt. De houder draagt er zorg voor dat de risico-inventarisatie de gezondheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt, beschrijft op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder in het plan van aanpak wordt aangegeven welke maatregelen binnen welke termijn zijn respectievelijk worden genomen in verband met de beschreven risico’s. Gastouderbureau De Kleine Kroon - Jaarlijks onderzoek 13-11-2014
13/21
De houder draagt er zorg voor dat de risico-inventarisatie gezondheid inzichtelijk is voor de vraagouders. De houder draagt er zorg voor dat alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders handelen volgens de opgestelde risico-inventarisatie gezondheid. Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. De houder handelt naar de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan.
Ouderrecht Informatie De houder van het gastouderbureau laat in de schriftelijke overeenkomst met de vraagouder duidelijk zien welk deel van het betaalde bedrag naar het gastouderbureau gaat (uitvoeringskosten) en welk deel van het betaalde bedrag naar de gastouder gaat. De houder informeert de vraagouders over het te voeren beleid. De houder van het gastouderbureau draagt zorg voor een goede bereikbaarheid van het gastouderbureau voor de vraagouder en de gastouder en informeert de vraagouders en gastouders hierover. De houder informeert vraagouders, gastouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is, legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor vraagouders, gastouders en personeel toegankelijke plaats. Oudercommissie De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld. Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden. Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie. De houder heeft een oudercommissie ingesteld. De houder en personen werkzaam bij het gastouderbureau zijn geen lid. De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen. Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van vraagouders die voldoet aan de beschreven eisen. De houder brengt de klachtenregeling voor vraagouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. Een houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor vraagouders werkt met een reglement. De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van vraagouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. De houder zendt het klachtenverslag van vraagouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 60, eerste lid, die voldoet aan de beschreven eisen. De houder brengt de klachtenregeling oudercommissie op passende wijze bij hen onder de aandacht. De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag oudercommissie wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven.
Kwaliteit gastouderbureau Kwaliteitscriteria De houder draagt er zorg voor dat per adres waar opvang plaatsvindt beoordeeld wordt hoeveel kinderen en van welke leeftijd verantwoord opgevangen kunnen worden. De houder draagt er zorg voor dat alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders tijdens de opvang de voorschreven voertaal spreken. De houder draagt zorg voor een intakegesprek met de gastouder. De houder draagt zorg voor een intakegesprek met de vraagouder. De houder draagt zorg voor een koppelingsgesprek voor elke nieuwe koppeling tussen vraag- en gastouder in de woning waar de opvang plaats vindt. De houder draagt er zorg voor dat ieder opvangadres minstens twee maal per jaar wordt bezocht, waarbij het jaarlijkse voortgangsgesprek met de gastouder een onderdeel is van één van deze bezoeken. De houder evalueert jaarlijks mondeling de gastouderopvang met de vraagouders en legt deze schriftelijk vast. Administratie gastouderbureau Gastouderbureau De Kleine Kroon - Jaarlijks onderzoek 13-11-2014
14/21
De administratie van het gastouderbureau bevat een contract per vraagouder. De administratie van het gastouderbureau bevat kopieën van de verklaringen omtrent gedrag van de gastouders en andere personen zoals huisgenoten van 18 jaar en ouder die op hetzelfde adres hun hoofdverblijf hebben, vrijwilligers en stagiar(e)s. In de administratie van het gastouderbureau is de betaling van de vraagouders aan het gastouderbureau inzichtelijk. In de administratie van het gastouderbureau is de betaling van het gastouderbureau aan de gastouder inzichtelijk. De administratie van het gastouderbureau bevat een origineel van de door de gastouder en bemiddelingsmedewerker ondertekende versie van iedere risico-inventarisatie en bijbehorende plan van aanpak. De administratie van het gastouderbureau bevat een overzicht van de omvang en de samenstelling van de oudercommissie. De administratie van het gastouderbureau bevat een overzicht van alle door het gastouderbureau bemiddelde kinderen. De administratie van het gastouderbureau bevat een overzicht van alle bij dat gastouderbureau aangesloten gastouders.
Gastouderbureau De Kleine Kroon - Jaarlijks onderzoek 13-11-2014
15/21
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang
: : : : :
Gastouderbureau De Kleine Kroon 000024569828 http://www.gobdekleinekroon.nl 0 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website
: : : : :
Lou Kluun Overtoom 409 2 1054 JP AMSTERDAM 54847850
: : : : :
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mw. I. Dol
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats
: Gemeente Amsterdam : Amstel 1 : 1011 PN AMSTERDAM
Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
13-11-2014 22-12-2014 05-01-2015 07-01-2015 07-01-2015
: 07-01-2015 :
Gastouderbureau De Kleine Kroon - Jaarlijks onderzoek 13-11-2014
16/21
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze jaarlijks onderzoek 13-11-2014 Pedagogische praktijk Zienswijze Gastouderbureau De Kleine Kroon Aan de volgende voorwaarde zou niet zijn voldaan; ● De houder draagt er zorg voor dat alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders het pedagogisch beleid uitoefenen. Dit zou zijn op grond van; 1. een verklaring van de houder dat tijdens het intakegesprek met de gastouder, aan de gastouder wordt uitgelegd dat het pedagogisch beleidsplan terug te vinden is op de website; 2. dat de houder deze verklaring ook heeft gedaan op de ingevulde vragenlijst die de houder aan de toezichthouder heeft verstuurd; 3. dat de houder verklaart dat het pedagogisch beleidsplan wordt besproken tijdens de 2 jaarlijkse bezoeken namelijk het RI, - en evaluatiegesprek. 4. dat de toezichthouders van de GGD Amsterdam van een aantal gastouders, die gekoppeld zijn aan het gastouderbureau, een verklaring hebben gekregen dat het pedagogisch beleidsplan niet is besproken maar dat zij slechts te horen hebben gekregen waar het beleidsplan is terug te vinden op de website. 5. dat de houder geen pedagogisch gekwalificeerde beroepskwalificatie heeft en op moment van het inspectiebezoek geen bemiddelingsmedewerker in dienst die de houder hierbij kan ondersteunen. 6. dat de houder verklaart dat er het afgelopen jaar geen trainingen en cursussen aan de gastouders zijn aangeboden. Antwoord I. Het pedagogisch beleidsplan staat bij GOB De Kleine Kroon hoog in het vaandel. Het beeld dat wordt geschetst waarbij het Pedagogisch beleidsplan (PGBP) enkel op de website is te vinden en dat daarmee niet wordt toegezien op de uitvoering van het PGBP is eenzijdig en beperkt omschreven. Het PGBP is bij GOB de Kleine Kroon terug te vinden op de website, de persoonlijke inlogpagina van alle gastouders en bevind zich in de locatiemap die op alle opvanglocaties aanwezig is. De houder heeft nooit verklaard dat het PGBP slechts op de website is te vinden. II. De houder heeft op de ingevulde vragenlijst aangegeven dat het PGBP is terug te vinden op de website, de persoonlijke inlogpagina van alle gastouders en de locatie map. De houder heeft nooit verklaard dat het PGBP slechts op de website is te vinden. III. Het PGBP wordt besproken tijdens de risico inventarisatie (RI) en in contactmomenten voorafgaand aan de RI en zal worden meegenomen in de voortgangsgesprekken. IV. Voor al onze actieve contracten en daaraan verbonden gastouders geldt dat de uitvoering het PGBP wordt bewerkstelligt door div. gesprekken, per mail, telefonisch en op locatie, maar ook door het PGP openbaar en gemakkelijk bereikbaar te maken. Daarnaast zal de pedagogische praktijk worden geëvalueerd tijdens de voortgangsgesprekken. V. Dat de houder geen pedagogisch achtergrond heeft doet verder niets af de mogelijkheden die een houder (in het algemeen) heeft om ervoor zorg te dragen dat het PGBP wordt uitgevoerd en zegt ook niets over datgene wat een houder (in het algemeen) doet om de pedagogische praktijk te bewaken. VI. De houder heeft aangegeven te overwegen om via e-learning o.a. het pedagogisch beleid van het gastouderbureau onder de aandacht te brengen. Dit zou een verbetering zijn daar waar het gaat om maatwerk maar zegt niets over de wijze waarop momenteel wordt zorggedragen voor de uitvoering van het PGBP.
Conclusie van antwoord Bij het indienen van een aanvraag voor ‘exploitatie gastouderopvang’ vinden diverse gespreken met gastouders plaats waarbij de uitvoering van het PGBP aan de orde komt. De uitvoering van het PGB komt eveneens aan de orde tijdens het jaarlijks contactmoment RI en zal worden besproken tijdens het voortgangsgesprek. Het PGBP is verder vindbaar in de locatie map, de persoonlijke pagina van alle gastouders en op de website. Het pedagogisch werkplan zal aankomend jaar worden ingezet om het PGBP meer concreet en observeerbaar te maken. Er wordt in overweging genomen om met e-learning meer maatwerk te creëren op de opvanglocatie. Bij deze overweging zal ook worden meegenomen dat gastouders aangesloten bij meerdere gastouderbureaus, met meerdere pedagogisch beleidsplannen te maken hebben (in het slechtste geval 6). Dit komt de uitvoerbaarheid niet ten goede. Personeel Zienswijze Gastouderbureau De Kleine Kroon Aan de volgende voorwaarde zou niet zijn voldaan; ● De houder van het gastouderbureau draagt er zorg voor dat er per aangesloten gastouder op jaarbasis tenminste 16 uur wordt besteed aan begeleiding en bemiddeling. Dit zou zijn op grond van; 1. dat de bemiddelingsmedewerker de werkzaamheden heeft verricht op vrijwillige basis; 2. dat het afgelopen jaar geen cursussen , trainingen en thema avonden hebben plaatsgevonden; Gastouderbureau De Kleine Kroon - Jaarlijks onderzoek 13-11-2014
17/21
3. verklaring van gastouders waaruit zou blijken dat het intake en koppelingsgesprek heeft plaatsgevonden zonder een bemiddelingsmedewerker van het GOB. Antwoord I. De houder is bij de interpretatie van de Beleidsregels Kwaliteit Kinderopvang en Peuterspeelzalen (BKK&P) en de Wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzalen uitgegaan van; -de eis dat de bemiddelingsmedewerker voor augustus 2014 (18-08-2014) een pedagogische achtergrond heeft op minimaal MBO niveau; -en, de definitie bemiddelingsmedewerker die stelt dat hij/zij een medewerker is belast met de taken zoals omschreven in de BKK&P. Een medewerker kan volgens houder naast iemand met een arbeidsovereenkomst ook iemand zijn met een detacheringsovereenkomst of een uitzendkracht, extern ingehuurde, stagiaire of vrijwilliger. Het was aan de houder om de pedagogische beroepskwalificatie te waarborgen totdat deze in het beleid kwam te vervallen. II. De houder heeft tijdens de inspectie aangegeven dat het in overweging neemt om met e-learning diverse thema’s uit de pedagogische praktijk te behandelen. Deze overweging wordt gemaakt op grond van de meerwaarde voor de pedagogische praktijk van de gastouder en de kosten die dit voor onze vraag,- en/of gastouders tot gevolg heeft. Deze overweging wordt niet gemaakt om aan de 16 uur eis te voldoen. III. De houder heeft aangegeven dat onder de actieve contracten enkel vraag,- en gastouders zijn die als bestaand koppel zich bij GOB De Kleine Kroon hebben aangemeld. Het intakegesprek is telefonisch ingeleid en vervolgens afgenomen, net als het koppelingsgesprek en tevens ook ‘het contractmoment’, op de opvanglocatie. Conclusie van antwoord Houder is bij de beoordeling van zijn bemiddelingsmedewerker uitgegaan van toenmalige opleidingseisen en de definitie ‘bemiddelingsmedewerker’ zoals gesteld in de beleidsregels kwaliteit kinderopvang. Voor alle actieve contracten geldt dat naast het intakegesprek, koppelingsgesprek en de risico-inventarisatie vervolgens kan worden gesteld dat de geregistreerde contactmomenten (begeleiding en bemiddeling) verder bestaan uit; telefonisch contact, contact per email (vraagbaak), maandelijkse administratie, werving van de gastouder en informatievoorziening. Daarmee wordt voldaan aan de 16 uur eis. Veiligheid en gezondheid Zienswijze Gastouderbureau De Kleine Kroon Aan de volgende voorwaarde zou niet zijn voldaan; ● de houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder op elk opvangadres in elke voor de kinderen toegankelijke ruimte, de veiligheidsrisico’s in een RI worden vastgelegd; ● de houder draagt zorg voor een inventarisatie van de veiligheidsrisico’s door een bemiddelingsmedewerker van het bureau voor aanvang van de opvang en daarna jaarlijks voor elke woning waar gastouderopvang plaatsvind; ● de houder draagt er zorg voor dat in het plan van aanpak wordt aangegeven welke maatregelen binnen welke termijn worden genomen in verband met de beschreven risico’s; ● de houder draagt er zorg voor dat alle bij het GOB aangesloten gastouder handelen conform de opgestelde RI. Dit zou zijn op grond van; 1. de vrijwilliger die niet bevoegd is om het werk als bemiddelingsmedewerker uit te voeren; 2. de termijn waarbinnen maatregelen uit het actieplan genomen moeten worden staat niet beschreven; 3. een verklaring van de houder waaruit blijkt dat niet meer wordt gecontroleerd of de punten uit het actieplan zijn uitgevoerd; 4. verklaringen van gastouders dat die aangeven een vastgestelde RI per email te hebben ontvangen en niet aanwezig waren bij de uitvoering van de risico inventarisatie. Antwoord I. De houder heeft aangegeven dat een bemiddelingsmedewerker overeenkomstig de BKK&P naast iemand met een arbeidsovereenkomst ook iemand, met een detacheringsovereenkomst of een uitzendkracht, extern ingehuurde, stagiaire of vrijwilliger kan zijn. In het algemeen kan worden gesteld dat voor alle actieve contracten uit 2013 er inmiddels een 2de RI is uitgevoerd, (conform de jaarlijkse RI) voor de overige actieve contracten geldt dat in het 1e en 2e kwartaal 2015 en nieuwe risico inventarisatie op de agenda staat. II. De houder heeft na de inspectie de RI-lijst aangepast zodat deze meer aansluit op de richtlijnen. Zo is er meer ruimte om actiepunten te omschrijven en gemaakte afspraken te notuleren. De termijn die werd gesteld aan de uitvoering van een actiepunt was een termijn binnen de algemene termijn die voor een aanvraag gastouderopvang als regel kan worden aangenomen (10 weken). Momenteel wordt deze termijn als datum bij het actieplan omschreven. III. Er is geen ingediende aanvraag geweest die op grond van de risico inventarisatie buiten behandeling is gesteld. Dat geeft volgens de houder aan dat de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van eventuele punten uit het actieplan heel goed bij de vraag,- en gastouder kunnen worden neergelegd. In de bedoelde RI (MO groep 2007) wordt ook duidelijk aangegeven waar op dit punt de verantwoordelijkheid ligt. Bij het maken van het actieplan wordt naast de termijn ook de verantwoordelijke genoteerd. IV. Gob De Kleine Kroon maakt geen gebruik van vooraf ingevulde RI-lijsten. Voor alle nieuw ingediende aanvragen geldt dat een RI uitgevoerd op de opvanglocatie door het GOB De Kleine Kroon is bijgevoegd.
Conclusie van antwoord Voor alle actieve contracten geldt dat door GOB De Kleine Kroon een RI is uitgevoerd. Voor contracten uit 2013 geldt dat inmiddels een 2de RI is uitgevoerd. Contracthouders uit begin 2014 zullen het 1e kwartaal 2015 Gastouderbureau De Kleine Kroon - Jaarlijks onderzoek 13-11-2014
18/21
worden benaderd voor een RI afspraak. Houder is bij de beoordeling van zijn bemiddelingsmedewerker uitgegaan van toenmalige opleidingseisen en de definitie ‘bemiddelingsmedewerker’ zoals gesteld in de beleidsregels kwaliteit kinderopvang. De RI-lijsten zijn aangepast waardoor er meer ruimte is voor het omschrijven van actiepunten en notuleren van afspraken. Aan elk actiepunt zal een ‘harde’ termijn worden gehangen er zal tijdens de voortgangsgesprekken en jaarlijksopvolgende RI, extra aandacht aan de uitvoering van het actieplan worden besteed. Meldcode Kindermishandeling Zienswijze Gastouderbureau De Kleine Kroon Aan de volgende voorwaarde zou niet zijn voldaan; ● de houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. Dit zou zo zijn op grond van; 1. dat in het document staat beschreven dat de directie de bemiddelingsmedewerker ondersteunt, maar dat houder tevens bemiddelingsmedewerker is waardoor er geen directie aanwezig is; 2. dat in het stappenplan staat beschreven dat de pedagogisch medewerker het vermoeden bespreekt in een overleggroep, maar dat voor het gastouderbureau geen overleggroep is ingesteld waarin vermoedens besproken kunnen worden. Antwoord Ten tijden van het inspectiebezoek is de houder van GOB De Kleine Kroon tevens de bemiddelingsmedewerker. Dat betekend dat houder zich ervan bewust moet zijn dat zijn rol als houder tevens een rol als, eigenaar, gezagsdrager en leidinggevende is, ook in zijn rol als bemiddelingsmedewerker. De houder opereert in alle organisatielagen en heeft daar alle taken en bevoegdheden. Als leidinggevende is de houder direct de eindverantwoordelijke voor de uitvoering van het protocol kindermishandeling (PKM). Dat houdt ook in dat het stappenplan zoals in het PKM omschreven door de leidinggevende zal moeten worden opgevolgd. Het feit dat in meervouden wordt gesproken als; directie (nl. meerdere directieleden vormen een directie) en overleggroep is wellicht wat groots omschreven maar algemeen mag worden aangenomen dat zowel de houder, als in dit geval de gastouders, op de hoogte zijn van het stappenplan dat er redelijkerwijs aan bijdraagt dat snel en adequaat hulp kan worden geboden indien nodig. Daarmee wordt aangegeven dat het stappenplan kan worden toegepast op de (kleinschalige) organisatie. In het aankomend jaar is het de verwachting dat een bemiddelingsmedewerker in dienst zal treden. Op dat moment zullen zaken als directie en overleggroep meer grondslag krijgen op de organisatie. Ouderrecht Zienswijze Gastouderbureau De Kleine Kroon Aan de volgende voorwaarde zou niet zijn voldaan; ● de houder van het gastouderbureau laat in de schriftelijke overeenkomst met de vraagouder duidelijk zien welk deel van het betaalde bedrag naar het gastouderbureau gaat en welk deel van het betaalde bedrag naar de gastouder gaat. Dit zou zo zijn op grond van; 1. dat het deel van het betaalde bedrag dat naar de gastouder gaat, niet in de overeenkomst gastouderbureau – vraagouder staat beschreven; 2. dat de naam, geb. datum, adres van het kind en het aantal uren opvang per kind per jaar niet in de overeenkomst gastouderbureau – vraagouder staat beschreven; Antwoord De houder heeft na het inspectiebezoek de koppelingsovereenkomst als bijlage ondergebracht bij de overeenkomst tussen het gastouderbureau en de vraagouder. In de koppelingsovereenkomst, de zgn. overeenkomst van opdracht tussen vraag ,- en gastouder worden niet alleen de bedragen maar ook zaken als; naam, geb. datum, adres van het kind en het aantal uren opvang per kind per jaar, omschreven. De houder en vraagouder ondertekenen nu beide de overeenkomst gastouderbureau – vraagouder waar (als bijlage) nu ook de koppelingsovereenkomst onder valt. Klachten Zienswijze Gastouderbureau De Kleine Kroon Aan de volgende voorwaarde zou niet zijn voldaan; ● de houder zend het klachtenverslag van vraagouders voor 1 juni van het daarop volgende kalenderjaar aan de GGD. Dit zou zo zijn op grond van; 1. het jaarverslag is op 4 november 2014 ontvangen. Antwoord Het aanleveren van het klachtenverslag is overeenkomst de overige gevraagde documenten voor het inspectiebezoek aan de GGD verzonden. Het GOB De Kleine Kroon heeft voor het volgend en de daarop volgende kalender jaren het versturen van het klachtenverslag geagendeerd vóór de datum van 1 juni. Gastouderbureau De Kleine Kroon - Jaarlijks onderzoek 13-11-2014
19/21
Kwaliteitscriteria Zienswijze Gastouderbureau De Kleine Kroon Aan de volgende voorwaarde zou niet zijn voldaan; ● de houder draagt zorg voor een intake gesprek; ● de houder draagt zorg voor een koppelingsgesprek voor elke nieuwe koppeling tussen vraag, - en gastouder in de woning waar de opvang plaatst vindt; ● de houder draagt er zorg voor dat ieder opvangadres minstens 2 maal per jaar wordt bezocht, waarbij het jaarlijks voorgangsgesprek met de gastouder een onderdeel is van 1 van deze bezoeken; ● de houder evalueert jaarlijks mondeling de gastouderopvang met de vraagouder en legt deze schriftelijk vast. Dit zou zo zijn op grond van; 1. een verklaring van de houder dat de gastouders zich aanmelden via een telefoongesprek of d.m.v. een intakeformulier op de website; 2. dat het intakegesprek pas plaats vind op het moment dat er een mogelijke koppeling is met de vraagouder; 3. een verklaring van de houder dat het intakegesprek niet altijd plaats vindt op het opvangadres, maar ook op kantoor of d.m.v. een telefoongesprek; 4. een verklaring van de houder dat de houder, tevens bemiddelingsmedewerker, niet bij ieder koppelingsgesprek aanwezig is; 5. dat het kan voorkomen dat een contract tussen vraag en gastouder wordt opgestuurd na een koppelingsgesprek, waarbij het gastouderbureau niet aanwezig was. 6. de toezichthouder een overzicht van de houder heeft ontvangen waarin de huisbezoeken van de gastouders uit de steekproef staan vermeld, en waarbij voor 6 gastouders geldt dat dat de opvang is gestart in 2013 of begin 2014. Antwoord I. Met alle gastouders die zich bij GOB De Kleine kroon aanmelden wordt een intakegesprek afgelegd. Wat de houder tijdens het inspectiebezoek heeft uitgelegd is dat elke gastouder of toekomstig gastouder zich bij GOB De Kleine Kroon kan inschrijven via de website. De houder kan vervolgens telefonisch contact opnemen om tal van zaken die tot het intakegesprek zouden behoren toe te lichten. II. Ten tijde van het inspectiebezoek kan worden gesteld dat alle aanvragen die GOB De Kleine Kroon heeft ingediend zijn gedaan voor gastouders die zich samen met hun vraagouder hebben aangemeld. Er kan dus worden gesteld dat er hier altijd sprake is van een bestaande koppeling en niet van een mogelijke koppeling. III. Het intakegesprek en koppelingsgesprek met alle gastouders, wat voorafgaand telefonisch en per email wordt ingeleid, vindt plaatst op de opvanglocatie. In het geval waarbij een gastouder nog zoekende is naar zijn of haar vraagouder en er van het GOB De Kleine Kroon een bemiddelende rol mag worden verwacht, komt het voor dat een afspraak plaatst vind op kantoor. In die gevallen is de toekomstige opvanglocatie dan ook nog verre van bekend en kan niet op de opvanglocatie worden afgesproken. IV. Het koppelingsgesprek wordt door GOB De Kleine Kroon gezien als het ’contract’ moment. De houder heeft aangegeven bij elke nieuw ingediende aanvraag, op de opvanglocatie, een koppelingsgesprek te voeren waarbij o.a. de inhoud van de contracten wordt besproken. V. Zowel de vraag,- als gastouder ontvangen in het eerste contact de contracten en voorwaarden. Dat wordt zo gedaan omdat de inhoud van deze contracten en voorwaarden aan de basis staan voor een toekomstige samenwerking maar ook om gaandeweg partijen de tijd te geven zich in de overeenkomsten te verdiepen. Of een contract tussentijds getekend wordt teruggestuurd aan het GOB zegt niets over het wel of niet aanwezig zijn bij een koppelingsgesprek. VI. De houder heeft ter voorbereiding op het inspectiebezoek o.a. het jaaroverzicht per vraagouder opgestuurd. Daaruit blijkt dat GOB De Kleine Kroon in 2013 in totaal 7 actieve contracten had. Ten tijde van het inspectiebezoek gold dat 2 daarvan in de tussenliggende periode zijn opgezegd en uitgeschreven. Met de overige 5 actieve contracten en bijbehorende partijen zijn of worden na 13-11-2014 afspraken gemaakt voor het voortgangsgesprek. In het volgend jaar zal het GOB elk half jaar respectievelijk een voortgangsgesprek en risico inventarisatie uitvoeren. Conclusie van antwoord Het intakegesprek wordt telefonisch of per email ingeleid maar vind vervolgens altijd plaatst op de opvanglocatie. Daarbij moet worden meegenomen dat alle actieve contracten van GOB De Kleine Kroon bestaan uit bestaande koppelingen. Het koppelingsgesprek is voor het GOB het ‘contract´ moment en wordt eveneens op de opvanglocatie gehouden. Met 5 actieve contracthouders uit 2013 zijn of worden afspraken gemaakt voor een evaluatiegesprek. Aan de eis om 2 jaarlijks de opvanglocatie te bezichtigen zal worden voldaan indien de voorgangsgesprekken met de gastouders zijn uitgevoerd. Er zal vanaf heden om het half jaar respectievelijk een voortgangsgesprek en RI bezoek op de opvanglocatie plaatsvinden. Het tekenen van de contracten zal op de opvanglocatie plaatsvinden.
Administratie gastouderbureau Zienswijze Gastouderbureau De Kleine Kroon Aan de volgende voorwaarde zou niet zijn voldaan; ● In de administratie van het gastouderbureau is de betaling van het gastouderbureau aan de gastouder inzichtelijk. Dit zou zijn op grond van; 1. door de toezichthouder ontvangen betalingsbewijzen bestaande uit, bankafschriften, facturen en een Gastouderbureau De Kleine Kroon - Jaarlijks onderzoek 13-11-2014
20/21
overzichtslijst betalingen aan vraag,- en gastouder, waar de geldstroom naar de gastouders niet uit zou blijken; Antwoord De houder heeft tijdens het inspectiebezoek aangegeven hoe de financiële administratie is georganiseerd. De houder heeft aangegeven dat waar het gaat om inzicht in de betalingen van vraagouders en uitbetalingen aan gastouders kan worden gekeken in het daarvoor ingerichte bedrijfssoftware programma. Binnenkomende en uitgaande gelden staan hier keurig geadministreerd. De houder heeft aangegeven dat uitbetalingen aan gastouders via een ABN AMRO betalingsbatch verlopen. De ABN AMRO geeft op het bankafschrift het batchnummer en het aantal opdrachten weer. Deze zgn. bankmutaties bestaande uit alle uitbetalingen aan gastouders worden nadien gespecificeerd opgenomen in het bedrijfssoftware programma. Daarmee wordt in 1 oogopslag de betaling van het gastouderbureau aan de individuele gastouder inzichtelijk.
Gastouderbureau De Kleine Kroon - Jaarlijks onderzoek 13-11-2014
21/21