Inspectierapport BSO Be - Quick (BSO) Stadionplein 25 8025CP ZWOLLE Registratienummer 213726592
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD IJsselland Zwolle 29-06-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 13-07-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen....................................................................................................... 6 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 7 Inspectie-items ................................................................................................................... 8 Gegevens voorziening .........................................................................................................11 Gegevens toezicht ..............................................................................................................11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .............................................................................12
2 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 29-06-2015 BSO Be - Quick te ZWOLLE
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. In dit onderzoek is op grond van de bevindingen bij voorgaande inspecties, een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht. Dat zijn de volgende: de eisen aan het personeel; de beroepskracht-kindratio; de opvang in groepen; de pedagogische kwaliteit; de risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid; de meldcode kindermishandeling. Naast dit inspectierapport heeft de toezichthouder ook nog een apart nader onderzoeksrapport opgesteld met betrekking tot het instellen van een oudercommissie. Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over het kindercentrum en de inspectiegeschiedenis, volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt. Feiten over buitenschoolse opvang Be - Quick Buitenschoolse opvang Be - Quick is onderdeel van de overkoepelende organisatie Landstede die meerdere kinderopvanglocaties heeft binnen de regio IJsselland. De buitenschoolse opvang is gevestigd in het clubgebouw van de voetbalvereniging Be - Quick. De ruimte op de begane grond (de bestuurskamer) wordt gebruikt als groepsruimte en de sportvelden kunnen gebruikt worden voor de buitenactiviteiten. De locatie staat in het landelijk register geregistreerd met 30 kindplaatsen. Er worden kinderen opgevangen in de leeftijd van 8-12 jaar. Op BSO Geert Groteschool vindt de opvang plaats voor de kinderen van 4-7 jaar. De houder ziet deze twee locaties samen als één opvanglocatie. Inspectiegeschiedenis 11-02-2013 jaarlijks onderzoek: er zijn overtredingen geconstateerd met betrekking tot de beroepskracht-kindratio en het instellen van een oudercommissie. 30-05-2013 nader onderzoek: de eerder geconstateerde overtreding met betrekking tot de beroepskracht-kindratio (11-02-2013) is hersteld. 08-12-2014 jaarlijks onderzoek: de getoetste voorwaarden voldoen aan de Wet kinderopvang. Bevindingen op hoofdlijnen Tijdens dit jaarlijks onderzoek voldoen alle onderzochte items aan de Wet kinderopvang. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 29-06-2015 BSO Be - Quick te ZWOLLE
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk Inleiding Tijdens het inspectiebezoek is de pedagogische praktijk getoetst in theorie en in de praktijk. Bij de observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (januari 2015). Daarin staan specifieke aspecten waarop wordt geobserveerd. Het observatie-instrument bevat voor elke voorwaarde indicatoren. Hieronder staan enkele observaties beschreven. Emotionele veiligheid Indicator: 'De beroepskrachten communiceren met de kinderen.' Observatie: De beroepskrachten hebben gesprekjes met kinderen waarbij beiden bijdragen aan de voortgang en inhoud van het gesprek. Zo gaat de beroepskracht bij de kinderen zitten tijdens het eet/drinkmoment. 'Wie gaat er al snel op vakantie?' vraagt de beroepskracht. De kinderen reageren hierop door te vertellen wat de vakantieplannen zijn. Even later geeft de beroepskracht aan dat zij deze week voor het laatst is op de BSO. Ze heeft tijdelijk ingevallen en dat zit er nu op. Indicator: 'De beroepskrachten hebben een vertrouwde relatie met de kinderen.' Observatie: De beroepskrachten reageren op een warme en ondersteunende manier op kinderen. Zij gaan op een ongedwongen manier om met ieder kind. Zo heeft één van de beroepskrachten aandacht voor een kind die bij haar komt zitten. 'Ben je moe?' vraagt de beroepskracht waarop 'ja' wordt geantwoord. Ze maakt even een praatje met hem. Vervolgens vraagt de beroepskracht of hij wil helpen met afwassen. 'Je mag het eerlijk zeggen hoor. Het hoeft niet.' Hij wil dat wel. 'Wil je afwassen of afdrogen?' vervolgt de beroepskracht. 'Afdrogen.' Onder het afwassen praten ze verder. Ontwikkeling van de persoonlijke competentie Indicator: 'Kinderen hebben de mogelijkheid om (leer)ervaringen op te doen dankzij de groep, spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting.' Observatie: Het spelmateriaal is zichtbaar en bereikbaar voor kinderen. De kinderen mogen zelf weten wat ze willen doen. Zo wordt er binnen aan tafel geverfd, zijn er kinderen aan het bouwen en wordt er buiten, vanwege het mooie weer, met water gespeeld. Overdracht van normen en waarden Indicator: 'Afspraken, regels en omgangsvormen zijn herkenbaar aanwezig en worden toegepast.' Observatie: Tijdens de observatie worden verschillende afspraken duidelijk en weten de kinderen ook wat er van hun verwacht wordt. Als de kinderen op de BSO komen, leggen ze de hesjes op een tafel neer. De zonnebrand staat klaar en de kinderen beginnen zich hiermee in te smeren. De handen worden gewassen. De beroepskracht checkt dit ook nog even bij de kinderen. 'Lieve jongens en meisjes, hebben jullie de handen gewassen?' Conclusie Op buitenschoolse opvang Be-Quick is de pedagogische praktijk conform de Wet kinderopvang. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Beroepskrachten) 4 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 29-06-2015 BSO Be - Quick te ZWOLLE
Observaties (Pedagogische praktijk) Pedagogisch werkplan (versie 2015)
5 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 29-06-2015 BSO Be - Quick te ZWOLLE
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag Tijdens de inspectie heeft de toezichthouder steekproefsgewijs de Verklaringen omtrent het gedrag (VOG's) van de beroepskrachten beoordeeld. Van één van de beroepskrachten was de VOG niet op de locatie aanwezig. De toezichthouder heeft de locatieverantwoordelijke de mogelijkheid geboden deze VOG nog na te zenden. Op 30 juni 2015 heeft de toezichthouder de betreffende VOG ontvangen en wordt aan de gestelde voorwaarden voldaan. Passende beroepskwalificatie Tijdens de inspectie heeft de toezichthouder steekproefsgewijs de diploma's van de beroepskrachten beoordeeld. Van één van de beroepskrachten was het diploma niet op de locatie aanwezig. De toezichthouder heeft de locatieverantwoordelijke de mogelijkheid geboden dit diploma nog na te zenden. Op 30 juni 2015 heeft de toezichthouder het betreffende diploma ontvangen en wordt aan de gestelde voorwaarde voldaan. Opvang in groepen Er is op deze locatie één basisgroep voor maximaal 30 kinderen in de leeftijd van 8-12 jaar. Beroepskracht-kindratio De personeelsroosters en de aanwezigheidslijsten zijn steekproefsgewijs gecontroleerd door de toezichthouder. Uit deze steekproef blijkt dat er wordt voldaan aan de beroepskracht-kindratio. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Beroepskrachten) Verklaringen omtrent het gedrag (Steekproef) Diploma's beroepskrachten (Steekproef) Presentielijsten Personeelsrooster
6 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 29-06-2015 BSO Be - Quick te ZWOLLE
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid zijn in oktober 2014 door de assistent leidinggevende uitgevoerd. De beroepskracht geeft aan dat ze momenteel bezig zijn met de digitale versie. Er vindt regelmatig overleg met de beroepskrachten plaats met betrekking tot deze inventarisaties. Op de locatie kon de beroepskracht het formulier van de ongevallenregistratie laten zien. Meldcode kindermishandeling De houder (Landstede) gebruikt een meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld die voldoet aan de gestelde eisen. De beroepskrachten zijn op de hoogte van deze meldcode en het gebruik hiervan. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Beroepskrachten) Risico-inventarisatie veiligheid (versie oktober 2014) Risico-inventarisatie gezondheid (versie oktober 2014) Ongevallenregistratie Meldcode kindermishandeling (versie juli 2013)
7 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 29-06-2015 BSO Be - Quick te ZWOLLE
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 29-06-2015 BSO Be - Quick te ZWOLLE
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 29-06-2015 BSO Be - Quick te ZWOLLE
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 onder f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b en 1.51c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
10 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 29-06-2015 BSO Be - Quick te ZWOLLE
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen
: BSO Be - Quick : http://www.landstedekinderopvang.nl : 30
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Stichting Landstede Kinderopvang Rechterland 1 8024AH ZWOLLE www.landstede.nl 41025466
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD IJsselland Postbus 1453 8001BL ZWOLLE 038-4 281 686 J de Lange
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Zwolle : Postbus 10007 : 8000GA ZWOLLE
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
29-06-2015 06-07-2015 08-07-2015 13-07-2015 14-07-2015 14-07-2015
: 28-07-2015
11 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 29-06-2015 BSO Be - Quick te ZWOLLE
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
12 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 29-06-2015 BSO Be - Quick te ZWOLLE