NPK Kampeerwijzer
Inleiding
Het Noordelijk Pinksterkamp is van oudsher een instructie-/wedstrijdkamp, waar de leuke zaken, veelal in thema, natuurlijk niet vergeten worden. Bij de beoordeling van de diverse groepen speelt de kampeervaardigheid een grote rol. Wanneer een groep tijdens het NPK. goed kampeert wordt na afloop van het kamp de NPK.kampeerstandaard uitgereikt. Zie volgende pagina voor de eisen. Het goed en veilig op kamp gaan staat hierbij centraal. Het goed omgaan met het materiaal is niet alleen een behoud van je materiaal, maar draagt ook bij aan een goed opgebouwd kamp. Een kampterrein waar zowel de scouts als de leiding van een geslaagd kamp kunnen genieten. Dit boekje doet een aantal suggesties voor goed en verantwoord kamperen aan de hand; niet alleen praktische tips die bedoeld zijn voor het NPK., maar ook voor andere kampen. Wil je meer weten over bepaalde onderwerpen dan zijn er speciale bijlagen waarin nog veel extra informatie over kamperen wordt gegeven. Veel kampeerplezier! De Kampeervaardigheidscommissie, NPK Scoutsstaf April 2013
2
Eisen voor de NPK Kampeerstandaard voor scouts*. Troep/Vendel Scouts en leiding zorgen ervoor dat: De troep volgens het tijdschema van het NPK werkt en de nachtrust voldoende gehandhaafd wordt; Iedereen zich correct gedraagt en anderen geen overlast bezorgd; Het kampement en zijn directe omgeving steeds in keurige staat verkeert om veilig en hygiënisch te kunnen kamperen; Een vuur nooit onbewaakt is, en er voldoende bluswater en zand binnen handbereik is; Bijlen, zagen, tenthamer en andere materialen met zorg, en veilig worden behandeld en bewaard. De natuur geen geweld wordt aangedaan en dat er geen plaggen of zoden worden gestoken; Bij de kraan niet wordt (af)gewassen of chemische toiletten gespoeld Het chemische toilet voldoende stevig staat en dat de HUDO inclusief een wasgelegenheid hygiënisch is; Er voor persoonlijke hygiëne een aparte wasplaats buiten de keuken is; Het terrein bij het afbreken van het kamp in correcte staat wordt achtergelaten; Verder gekampeerd wordt volgens de kampregels van het laatst verschenen NPK mededelingenboekje en de eventuele aanwijzingen van de scoutsstaf.
Patrouille/Ronde De leden van de patrouille / ronde zorgen ervoor dat: Er in de patrouilletent veilig en hygiënisch geslapen kan worden ; De keuken een doelmatig keukenrek bevat, zodat er veilig en hygiënisch gekookt kan worden ; In de keuken en tafel- of kribvuur is opgebouwd en er voldoende bluswater en zand binnen handbereik is ; Er minimaal 3 keer op houtvuur wordt gekookt ; Er een stevige en afsluitbare constructie voor het verzamelen van afval op een geschikte plaats aanwezig is om op deze wijze zwerfvuil te voorkomen ; Er in de keuken een wasgelegenheid is die tijdens kookwerkzaamheden gebruikt kan worden door de kok;
*)Geldend voor het gehele verblijf van vrijdag tot en met dinsdag 3
De historie van het NPK Het Drentse landschap heeft steeds op de padvinderstroepen uit de Noordelijke districten een grote aantrekkingskracht uitgeoefend. Reeds in het begin van de padvindersbeweging trokken padvinders uit het vlakke Groninger land naar het zo bosrijke Drenthe, om daar hun kampen te houden. Tijdens deze kampen werd kennis gemaakt met padvinders troepen uit andere plaatsen, welke toevallig in dezelfde streek kampeerden. Deze contacten versterkten zich, doordat men afsprak het volgend jaar weer bij elkaar in de buurt te gaan kamperen. Zo gebeurde het tijdens Pinksteren 1922, dat de padvinders troepen uit Winschoten en Groningen gezamenlijk kampeerden in Rolde. Tegelijkertijd kampeerden in Hooghalen de padvinderstroepen uit Assen en Appingedam. Op zondagavond werd een kampvuur gehouden in Hooghalen en als gasten kwamen daar de in Rolde kamperende troepen uit Groningen en Winschoten. De leiders voelden, dat een nauwer contact tussen de troepen de ontwikkeling van het spel van verkennen ten goede zou komen. Voorts zou het de technieken verbeteren en de broederschapgedachte bevorderen. En zo groeide het idee voor het houden van een gezamenlijk Pinksterkamp van alle Noordelijke padvinderstroepen. Op 10 mei 1924 werden de definitieve plannen in een leidersbijeenkomst te Hooghalen besproken; het eerste Pinksterkamp van de Noordelijke Padvinderstroepen zou doorgaan. Meer dan 75 NPK's later De padvinderij is Scouting geworden, het uniform is veranderd, de deelnemers aan het NPK zijn misschien ook wel veranderd. Het NPK is "groot" geworden en na vele jaren in de plaats Anloo is het NPK nu te gast in de gemeente “De Marne”. Wat niet veranderd is de grondgedachte van het spel van verkennen. Ook nu leeft de broederschapgedachte nog steeds en uit zich ieder jaar met het gevoel:...ik ben maar eventjes weg geweest... Van Anloo naar de Marnewaard In 1997 werd het N.P.K. voor het laatst gehouden in het Kniphorstbosch te Anloo. Het ministerie van Defensie verkoopt het terrein aan Staatsbosbeheer. Deze instantie heeft andere plannen met het bos waardoor het NPK. genoodzaakt is een nieuw terrein te zoeken. Defensie biedt het NPK. een ander terrein aan: de Marnewaard. Een nieuw terrein met andere mogelijkheden waarmee we jaren vooruit kunnen.
4
Terrein-indeling Daar sta je dan met een berg bagage, tent- en foeragekisten midden in de Marnewaard. Hoe verder? Probeer je toegewezen terrein zo logisch mogelijk in te delen: Houd je aan de kampgrenzen. Het militair oefenterrein is voorzien van drainage (waterafvoer-systeem). Denk er bij het plaatsen van de diverse bouwwerken aan dat de palen niet dieper dan 50 cm de grond in gaan! Waar komt de hudo (overleg met je nederzettingsleider of kampeervaardigheidsbegeleider). Zet een tent op een daarvoor geschikte plaats, houd daarbij rekening met de grond (hard/ zacht), kuilen, looppaden etc. Houd bij het plaatsen van tafelvuren rekening met tenten, de windrichting en speelterreinen voor kinderen. Zorg voor een goede opstelling van patronde tenten/keuken t.o.v. de leiding (maak er een echt kamp van). Zorg dat je ook 's avonds/'s nachts geen been kan breken als je bijv. naar de hudo moet. De wasplaats komt centraal of voor iedere patronde apart. Denk eens na over een goed opbergsysteem voor fietsen. Even nadenken voor je begint bespaart vaak een hele hoop werk!
5
De tent Denk bij het plaatsen van de tent aan de volgende zaken: Hoe is de windrichting; de opening uit de wind! Waar komt de keuken; dit i.v.m. de rook van het tafelvuur. Waar staan de andere tenten van je groep; maak een "echt" kamp. Niet in een kuil i.v.m. mogelijke overstroming bij regen. Is de plek, waar de tent geplaatst wordt, vrij stenen of andere oneffenheden etc.? Dit om schade aan het grondzeil te voorkomen. Is de grond geschikt? Hard/zacht/nat/droog/stenen etc. Sta je toevallig op een looppad? Denk aan een goede versteviging en bevestiging van je tent i.v.m. de windkracht.
Tips: 's Avonds en bij regen of kans op regen de (katoenen) tent ontspannen, dit voorkomt scheuren. Zorg ook bij vochtig of regenachtig weer voor voldoende ventilatie in de tent. Als het regent kan een waslijntje in de tent tussen de tentstokken gespannen, erg gemakkelijk zijn. Heeft je tent geen noklat, zorg er dan voor dat je tent goed gespannen staat. Bij wateroverlast geen geulen graven! Een spade in de grond steken en even wrikken is veelal voldoende. Houd rekening met de wind; het kamperen in de polder is anders dan in een bos Overdag tijdens mooi weer de tent keurig spannen zonder vouwen, waarbij de tent-muurtjes opgehangen of luchtig opgerold kunnen worden. Bij de ingang van de tent een vegertje leggen waarmee de schoenen afgeveegd worden.
6
Het bewaren van foerage Dit vraagt op een kamp altijd veel aandacht. Bedenk dat je aan bederf onderhevige etenswaren maar korte tijd kunt bewaren. Houd hier voor het NPK al rekening mee bij het bedenken van het menu. Allerlei dieren zijn op zoek naar voedsel en dat uit jouw kamp is voor hen natuurlijk een traktatie. Zorg er daarom voor dat er geen dieren bij je voedsel kunnen komen.
Foeragekist In de regel wordt eten bewaard in een foeragekist, beter is een foerageshelter. Gebruik je toch een foeragekist, zorg er dan voor dat deze brandschoon is! Dus niet met zeep, petroleum, pannen en kooktoestellen volstoppen; geuren e.d. trekken in de etenswaren zodat deze niet meer geschikt zijn om te eten. Bewaar de etenswaren en de zogenaamde non-foodproducten als afwas middel, groene zeep, schuursponsjes altijd gescheiden van elkaar. Suiker, zout e.d. kunnen niet tegen vocht. Bewaar dit soort producten in goed afsluitbare bussen. Vlees, melk en andere zuivelproducten kun je niet lang bewaren. Probeer dergelijke dagverse producten zo veel mogelijk te vermeiden. Kies voor de houdbare variant. Denk ook bijvoorbeeld eens aan: Vochtige lakens. Een tent die je goed kan ventileren om de warmte weer uit de tent te krijgen Hoe je de foeragetent moet opzetten zodat het eten niet in het directe zonlicht komt te staan.
7
De kampkeuken Bouw je keuken bij voorkeur op een plaats die minder geschikt is voor een tent, houd natuurlijk weer rekening met de windrichting en de plaats van de keuken t.o.v. de tent. De kampkeuken bevat alle materialen die een patronde nodig heeft tijdens het kamp zelfstandig te werken. De patronde is geheel zelfvoorzienend.
Een goede kampkeuken bevat de volgende zaken: Een keukenrek met bergplaats voor pannen, bestek etc.. Een waterzakken/jerrycan rek. Een afvalverzamelplaats. Een wasplaats voor de kok. Tafelvuur. Materiaalopslag.
Wasplaats voor de kok Zorg er voor dat de kok de gelegenheid heeft om zijn/haar handen te wassen tijdens het koken. Afvalverzamelplaats Bouw hiervoor een stevige en afsluitbare constructie zodat het afval van de grond geplaatst is. Voor Klein Chemisch Afval, papier en glas kan een centrale verzamelplaats gemaakt worden om het daarna zelf mee naar huis te nemen.
Waterzakken / jerrycan rek Hier geldt: van de grond plaatsen. Er moet voldoende water voor de hele patronde zijn om te koken en te drinken. Als een waterzak snel te pakken is, geeft dit voordelen bij evt. brand.
Tips:
Ruim tijdens kampen direct je materialen op en zorg dat er niet van alles rondslingert waarover je kunt struikelen. Let op de looproutes. Zijn scheerlijnen geen struikeldraden geworden. Zorg dat het afgietplek geen valkuil is. Houd rekening met de opslag en afvoer van afval. Houd de afvaltijden in de gaten en gooi dagelijks je afval weg. 8
Het keukenrek Er zijn vele constructies mogelijk. Hieronder staan een aantal dingen waar je rekening mee kunt houden: Zorg dat het hygiënisch blijft. Gooi afval meteen weg en was direct na het eten af. Vergeet niet om de keukentafel dan ook schoon te maken. Een oprolbaar "blad" is erg handig. Al je materiaal en foerage van de grond bewaren. Een afdakje boven het keukenrek is handig bij regen en zon, denk bij het plaatsen van de scheerlijnen eraan dat het geen obstakels worden. Houd bij kamperen in de polder re-
Materiaal in de patronde Als het goed is heeft de patronde genoeg materiaal om op kamp zelfstandig te werken. Er hoeft dus niet geleend te worden bij leiding of andere patrondes. Dat wil zeggen dat er in de keuken genoeg middelen zijn om de drie maaltijden te kunnen bereiden en serveren. Ook bord, mok en bestek horen in de keuken.
Een aantal tips rond het patronde materiaal: Veel materiaal zal opgeslagen worden in een keukenkist; zorg er dus voor dat de leden de kans hebben deze netjes en schoon te houden. Zorg dat non-food (zeep en andere zaken die niets met eten te maken hebben) goed gescheiden is van zaken die bij het eten gebruikt worden. Als er eten in de keukenkist bewaard wordt, bedenk dan goed waar dat het beste kan staan. Als je een pannenrek maakt, plaats daar dan de pannen op. Dit scheelt veel ruimte in de keukenkist. Een tentvegertje en een tenthamer behoren ook tot het patronde materiaal.
9
Het tafelvuur Een goede en stevig constructie is erg belangrijk voor een veilig tafelvuur. Een vuurtafel moet (incl.zandbed en kookrek) zo laag zijn, dat de kok goed in de pannen kan kijken en voldoende groot voor 3 patronde-pannen. Nadat "de bak" klaar is, de grotere kieren tussen de paaltjes opvullen, goed nat maken en opvullen met zand. Het zandbed moet zo gemaakt zijn, dat het vuur er niet afrolt en het voldoende dik is (10 a 15 cm.), zodat het vuur er niet doorrolt. Het wegglijden van zand wordt voorkomen door aan de zijkant paaltjes te plaatsen. Windschermen zijn zeker aan te raden i.v.m. krachtige wind.
Vuur
Ga verstandig met tafelvuren en kampvuren om. Kies een stookplaats die vrij is van in de buurt liggende brandbare voorwerpen. Stook niet te dichtbij tenten. Het vuur is minimaal 50cm. van de grond. Stook je kampvuur in een ton of op een vuurtafel. Stook alleen schoon, droog hout. Stook alleen als er voldoende toezicht is door leiding en laat het vuur nooit onbeheerd achter.
Brandpreventie Tijdens elk vuur altijd voldoende bluswater/ zand bij de hand in voor jeugdleden hanteerbare hoeveelheden. Bluswater zit in een emmer of waterzak, met een jerrycan kun je niet plenzen. Zorg voor een vaste plek voor de blusmiddelen. Onderhoud Na gebruik controleren op doorbranden, eventueel repareren en zandbed nathouden. Kooltjes hoeven niet persé verwijderd te worden, deze kunnen na het kamp in de container.
Hakplaats De hakplaats is geen onderdeel van de keuken en wordt apart afgerasterd i.v.m. de veiligheid. Zorg voor een omheinde hakplaats, die voldoende groot is en waar verder niets aanwezig is. Maak hem zo groot dat tijdens het hakken een bijl niet "buiten" de hakplaats komt . Het hakblok wordt goed vastgezet (niet ingraven). Een opbergrekje voor bijlen en zaag lijkt netjes en is beter voor het materiaal. De houtvoorraad ligt van de grond af en wordt bij regen afgedekt. Veilig werken met een bijl, zaag of zakmes is alleen mogelijk als je weet hoe je met dit gereedschap omgaat. Gereedschap kan veranderen in een dodelijk wapen als het onkundig of onvoorzichtig wordt gebruikt. Tips:
Controleer voor je een bijl gebruikt of de kop goed vastzit. Is dit niet het geval, gebruik de bijl dan niet. Werk met scherp gereedschap. Een botte bijl ketst gemakkelijk af en is vaak nog wel zo scherp dat je jezelf ermee kunt verwonden. Maak afspraken met de scouts over het verantwoord gebruiken van bijl, zaag of zakmes. 10
Hygiëne - persoonlijk Tijdens een kamp is het leven geheel anders dan je thuis over het algemeen gewend bent. Je kookt op een kamp meestal zelf; niet op een gasfornuis, maar op een houtvuur. Je bent de hele dag bezig geweest en vuil geworden. Als je met je vuile handen dan door het eten graait, is dat vragen om ziekte. Let erop dat je tijdens het koken schone handen hebt. In je kampkeuken dient dan ook een wasgelegenheid voor de kok aanwezig te zijn. Een schone handdoek en zeep erbij is een vereiste. Schoon water erin maakt het compleet. Als je gaat koken was dan goed je handen en laat een ander het vuur stoken; de kok kookt en de stoker stookt!
Hygiëne is niet alleen belangrijk bij het koken. Je zult ook aandacht moeten besteden aan jezelf. Een kamp lang in hetzelfde ondergoed lopen is ronduit smerig. "Op kamp" betekent altijd wel iets primitiever leven dan thuis, maar een aantal zaken blijven gelden: Was jezelf regelmatig; niet alleen je handen maar je hele lichaam. Poets regelmatig je tanden. Doe regelmatig schone kleren aan. Doe dagelijks schoon ondergoed en sokken aan. Hang je slaap- en lakenzak en pyjama eens uit tijdens het kamp. Was je handen als je naar de Hudo of latrine bent geweest. Stop natte kleren niet in de bagage, maar laat deze drogen. Gebruik voor de afwas schone theedoeken en was af met heet water. (Vochtige doeken zijn een broeinest voor bacteriën. Wasplaats Je wast je natuurlijk niet in de keuken. Elke groep dient dan ook een eigen wasplaats te hebben Voor de patronde of voor de groep op een centrale plaats. Zorg dat deze bestaat uit een rek waarop elk lid zijn toiletspullen en wasbakje kan plaatsen. Denk erom dat je alle handdoeken en washandjes kunt uithangen. Laat de zeepbakjes ook open als je ze gebruikt hebt, zodat de zeep kan drogen. Anders wordt het een grote knoeiboel in het bakje. Zorg dat er steeds voldoende water aanwezig is bij de wasplaats.
11
HUDO (Houd Uw Darmen Open) Op militaire terreinen is alleen het gebruik van chemische toiletten toegestaan. Het graven van HUDO’s is in de Marne dus verboden. Het toilet, dat voortaan in de HUDO gebruikt wordt, heet een chemisch toilet, omdat de meeste toiletvloeistoffen die in de afvaltank worden gedaan chemicaliën zijn.
Algemeen: Bepaal zorgvuldig met de nederzettingsleider of kampeer vaardigheidsbegeleider de plaats van de HUDO. De HUDO moet goed geventileerd kunnen worden en vol doende groot om je kont te kunnen keren. Een bordje vrij/bezet en een nachtverlichting zijn uiteraard bij de ingang opgehangen. Een standaard voor een wasbakje met zeep en een handdoek en een toestelletje om het closetpapier droog te bewaren is voldoende. Let erop dat de HUDO tijdig/ dagelijks wordt schoongemaakt. Maken er meisjes gebruik van een HUDO, plaats dan een verbandemmer om evt. gebruikt maandverband goed ingepakt in te kunnen deponeren, en leeg deze tenminste 1X per dag.
Het chemisch toilet: Stabiel plaatsen. Tenminste 1X per dag legen en spoelen van de tank door de leiding op daarvoor bestemde plaats. NIET SPOELEN bij de kraan. Regelmatig reinigen van de bril met een weinig milieubelastend middel, zoals b.v. groene of zachte zeep, soda. Het gebruik van chemische vloeistoffen is tijdens het NPK niet zinvol. De vloeistof heeft onvoldoende tijd om werkzaam te zijn. 12
Milieu Tijdens het kamperen maken we gebruik van de natuur, maar tevens proberen we de belasting van de natuur zo klein mogelijk te houden. Houd rekening met de opslag en afvoer van afval. Houd de afvaltijden in de gaten en gooi dagelijks je afval weg. Belangrijk: Graaf geen kuilen en geulen (ook niet bij een wolkbreuk). Zorg voor het "luchten" van de bodem onder het grondzeil. Voorkom dat er petroleum/ benzine gemorst wordt. Gebruik een trechter en vang evt. gemorste vloeistof op. Gebruik bij voorkeur geen of biologische toiletvloeistof. Gebruik biologisch afbreekbare zeep en afwasmiddel. Probeer afvalwater eerst te filtreren (vaste delen en vet). Ruim zwerfafval op. Stort geen afval in de natuur. Stook alleen op een vuurtafel of in een ton waarbij het vuur minstens 50 cm boven de grond is. Gebruik voor een vuurtafel geen zand van de paden die rond het terrein liggen. Zorg dat er geen etensresten in de natuur terecht komen. Geen plastics verbranden (schadelijke verbrandingsgassen). Niet in levend hout hakken en niet sprokkelen.
13
EHBO EHBO staat voor Eerste Hulp Bij Ongevallen. Het is dus erger voorkomen in afwachting van definitieve hulp. Indien je er geen verstand van hebt, is het beter zo weinig mogelijk aan het slachtoffer te komen; blijf echter wel bij het slachtoffer en laat hulp halen . Tijdens het NPK kunnen de scouts behandeld worden bij de Aorta Stam. Als het letsel zo ernstig is dat de scout niet zelf naar de dokterstent kan gaan kan er via de scoutsstaf alarm geslagen worden.
Misschien kan de term beter vertaald worden met “Erg Handig Bij Ongemak”, want het betreft meer dan alleen hulp bij ongevallen. Bij dit onderdeel wordt vooral gekeken hoe een jeugdlid geholpen kan worden, zodat hij of zij lichamelijk optimaal kan functioneren. Hoofdpijn bestrijden en bescherming tegen zonlicht horen hier dus ook bij.
14
Groepsverbandtrommel Elke groep hoort een verbandtrommel te hebben om kleine ongevallen te verhelpen. Daarin hoort het volgende te zitten:
1 rol kleefpleister/ leukoplast 3 elastische hydrofiele zwachtel 10 steriele gaasjes 5 x 8,5 cm. Assortiment wondpleister 2 driekante doeken/driehoeksverband 2 ideaalzwachtel 5m. X 8 cm. Thermometer Handschoenen (latex) pincet
1 flesje desinfectans / sterilon 3 wondsnelverbanden 8 x 10 cm. Synthetische watten verbandschaar tekenverwijderset veiligheidsspelden verbandklemmetjes
Daarnaast voor de kleine ongemakken: - paracetamol (geschikt voor kinderen) - lippenbalsem - diarreeremmers - azaron - zonnebrandlotion - After sun - insectenafweermiddel
Patronde verbanddoosje Elke patronde heeft ook nog een verbandtrommeltje om mee te nemen op hike. Hierin is minimaal aanwezig: assortiment wondpleister 2 steriele gaasjes 1 rol kleefpleister/ leukoplast pincet 1 flesje desinfectans / sterilon verbandschaar elastische hydrofiele zwachtel 1 paar handschoenen 1 wondsnelverband Een aantal tips rond EHBO: Zorg voor een schone en rustige plek in het kamp. Geef deze plek duidelijk aan m.b.v. een bord zodat het voor iedereen duidelijk is waar hulp te krijgen is. Zorg dat de leiding goed zicht op deze plek heeft zodat degene die hulp nodig heeft snel opgemerkt kan worden. Bedenk goed wat je nodig hebt om iemand op het kampterrein goed te verzorgen. Te denken valt aan voldoende licht, water, een behandelstoel/bed enz. Medicijnen voor jeugdleden moeten buiten de verbandtrommel bewaard worden, bijvoorkeur in een speciaal kistje. In een klein laag tentje, is het overdag erg benauwd. Dit is dus geen plek voor iemand die niet fit is, ook al is het lekker rustig. Bij warm weer nodigt een drinkpost in het kampement jeugdleden uit om tussendoor te drinken, en voorkomt dus ziek worden door de warmte. Zorg bij warme dagen voor zonnebrandcrème en laat de scouts een hoofddeksel dragen. Controleer de houdbaarheidsdatum van de spullen in de verbanddoos voor vertrek. Koel brandwonden met water (eerst water, de rest komt later). Bij open brandwonden is het verstandig om een bezoek aan de arts te brengen. Ga zelf niet aan de slag met middeltjes. 15
Notities:
16