INLEIDING
Gemeenten hebben op basis van de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid de taak de gezondheid van hun inwoners te beschermen, te bewaken en te bevorderen. Hiertoe dienen ze een gemeentelijke gezondheidsdienst (GGD) in stand te houden. Ook zijn gemeenten volgens de genoemde wet sinds 2003 verplicht iedere vier jaar een nota lokaal gezondheidsbeleid te maken met daarin ambities, keuzes en prioriteiten op het gebied van volksgezondheid en preventie. De gemeenteraad van Losser heeft haar eerste nota lokaal gezondheidsbeleid getiteld ‘Oonz’n grootsten riekdom dee wi’j hebt, is oonze gezondheid’ vastgesteld op 1 juli 2004. De nieuwe nota had 2007 gereed moeten zijn maar is, in overleg met de Inspectie Volksgezondheid, binnen de regio Twente uitgesteld naar 2008. Op 25 maart 2008 heeft het College van burgemeester en wethouders besloten - in de nota lokaal gezondheidsbeleid het preventieve gezondheidsbeleid t.a.v. de doelgroep ouderen mee te nemen. Aan deze wens van het College denken wij impliciet te voldoen door ons te conformeren aan de regionale nota (zie verder). Overigens wordt er nu landelijk een nieuwe wet voorbereid, de Wet Publieke gezondheid, waarin o.a. een nieuwe taak rond ouderengezondheidszorg is opgenomen. - wat betreft de vorm van de nota lokaal gezondheidsbeleid nauw aan te sluiten bij de regionale gezondheidsnota ‘Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid’ die de 14 Twentse gemeenten samen met de GGD én preventieinstellingen hebben gemaakt. In de Losserse nota lokaal gezondheidsbeleid is, vanwege de leesbaarheid, een bewerkte samenvatting van de regionale nota opgenomen in hoofdstuk 2. De gehele regionale nota is uiteraard beschikbaar en op te vragen bij afdeling Welzijn of te downloaden van de gemeentelijke website onder gezondheid => nota’s gezondheidsbeleid. Door de regionale gezondheidsnota als leidraad te nemen wordt automatisch gekozen voor vier landelijke preventiethema’s waar de meeste gezondheidswinst uit te halen is, namelijk overmatig alcoholgebruik, roken, overgewicht en depressie. - bij de uitvoering van de nota lokaal gezondheidsbeleid prioriteit te geven aan het thema depressie. Dit is een relatief nieuw preventie-thema dat gestoeld is op een voortschrijdende problematiek in de bevolking. Met name onder ouderen is het een gemaskeerd ziektebeeld. De regionale nota zal in principe budgettair neutraal moeten worden gefinancierd. Er wordt gezocht naar externe financieringsbronnen. Ook de lokale nota moet budgettair neutraal uitgevoerd worden. In deze nota wordt bij de doelgroep ouderen een wisselende leeftijdsgrens aangehouden: 55 jaar waar het algemeen ouderenbeleid betreft; bij specifieke projecten vaak een hogere leeftijd al naar gelang het doel. De leefsituatie van 55 jarigen en hoogbejaarden is immers té verschillend om van één homogene groep te kunnen spreken. Samenvattend bevat deze nota in hoofdstuk 1 een evaluatie van de nota lokaal gezondheidsbeleid 2004 én enkele relevante actiepunten uit de ouderennota 2003. Hoofdstuk 2 bestaat uit de bewerkte samengevatte regionale nota, die in hoofdstuk 3 wordt vertaald naar de Losserse situatie. Hoofdstuk 4 beschrijft de actiepunten en de financiering ervan.
1
HOOFDSTUK 1
Evaluatie nota lokaal gezondheidsbeleid 2004 Bij de totstandkoming van de eerste nota lokaal gezondheidsbeleid is burgerparticipatie uitgebreid aan bod geweest. Dat leverde een stroom aan informatie op wat leidde tot een groot aantal actiepunten. Hierdoor was het een tijdrovende klus. We hebben hieruit geleerd dat we als kleine gemeente met beperkte personele en financiële middelen beter enkele thema's goed, dan vele thema's half kunnen oppakken. Vandaar dat bij de tweede nota is gekozen voor een soberder werkwijze, temeer omdat we ondertussen beschikken over adviesraden die de stem van de burger vertolken. Op 2 april 2008 is met de Seniorenraad Losser en Welzijn Ouderen van Stichting Cluster de oude nota lokaal gezondheidsbeleid geëvalueerd. Ook de Wmo-adviesraad was hiervoor gevraagd, maar deze wilde zich alleen beperken tot het uitbrengen van een advies te zijner tijd. Omdat bijna alle actiepunten binnen de nota lokaal gezondheidsbeleid uit 2004 relatie hadden met ouderenbeleid is de evaluatie met de Seniorenraad en Welzijn Ouderen erg zinvol gebleken. Ook kon een link gelegd worden met de preventiethema’s binnen de nota Ouderenbeleid uit 2003, die op die punten eveneens werd geëvalueerd. Over het algemeen bleek de nota lokaal gezondheidsbeleid 2004 leesbaar en begrijpelijk. Afkortingen moeten echter zoveel mogelijk worden voorkomen. Vooral de concrete benoeming van knelpunten, oplossingen en actiepunten werd gewaardeerd. De evaluatie van de negen actiepunten uit de nota lokaal gezondheidsbeleid 2004 leverde het volgende op:
1) De mogelijkheid van inzet van buurtconciërges onderzoeken Stand van zaken => N.a.v. de Woonvisie 2004-2007zijn met de toenmalige woningcorporatie prestatieafspraken gemaakt o.a. over ouderenhuisvesting en gemaksdiensten. De huidige woningcorporatie Domijn heeft sociaal beleid hoog in het vaandel staan. Zo is er onlangs een buurtbeheerder door Domijn aangesteld voor de Irisstraat in Losser. In de Woonvisie van 2008 is aandacht voor woonkwaliteit van senioren. Conclusie => er is momenteel voldoende aandacht voor woningbeleid; actiepunt afvoeren. 2) Aanbod Algemeen Maatschappelijk Werk bij ouderen onder de aandacht brengen Stand van zaken => Algemeen Maatschappelijk Werk heeft met Cluster afspraken gemaakt over verwijzing. Conclusie => Het blijft moeizaam om deze vorm van hulpverlening bij ouderen te krijgen; actiepunt handhaven en straks koppelen aan de doorverwijzing vanuit het Seniorenconsultatiebureau. Komt in de nieuwe Ouderennota terug. 3) Lokale partijen bijeen brengen om eenzaamheidsproblematiek in kaart te brengen Stand van zaken => Vrijwilligersverband Welzijn 2005 in het leven geroepen om afstemming te verbeteren tussen organisaties die kwetsbare mensen bezoeken. Conclusie => Vooral de Vrijwillige Seniorenvoorlichters kunnen eenzamen opsporen; actiepunt handhaven en relateren aan 75+ huisbezoeken. Komt in nieuwe Ouderennota terug.
2
4) Knelpunten vrijwilligerswerk t.b.v. ouderen in kaart brengen Stand van zaken => In Vrijwilligersverband Welzijn worden knelpunten inzichtelijk. Conclusie => bij het algemeen vrijwilligersbeleid dat in Noordoost Twente-verband volop in ontwikkeling is (zie pagina 14), wordt eveneens aan dit actiepunt gewerkt. Vrijwilligerswerk komt straks ook terug in de Ouderennota. 5) Lokale partijen bijeen brengen om mantelzorgondersteuning te verbeteren Stand van zaken => In kader Wmo is de samenwerking verbeterd (Platform Welzijn & Wonen) Conclusie => actiepunt afvoeren. 6) Onderzoek instellen naar preventie-mogelijkheden t.b.v. WAO-ers Stand van zaken => nadere analyse gaf aan dat aantal WAO-ers in gemeente Losser juist lager was dan elders in Twente (i.v.m. Wajong/Losserhof scheefgetrokken beeld). Conclusie => actiepunt afvoeren. 7) In facetbeleid effecten milieuomstandigheden op gezondheid bewaken Stand van zaken => facetbeleid vereist integraal werken op het gemeentehuis; dit is een werkmethode die in ontwikkeling is; incidenteel wordt onderzoek verricht bij vermeend gezondheidsgevaar. Conclusie => actiepunt handhaven. 8) Mogelijkheden HOED bezien Stand van zaken => Huisartsen Onder Een Dak is gerealiseerd in de kern Losser (Systole bij Zorggroep Sint Maarten). Conclusie => actiepunt afvoeren. 9) Gezondheidsvoorlichting lokaal meer vorm geven Stand van zaken => Ouderenbonden hebben in 2004 het aanbod van de GGD gekregen om voorlichting te komen geven op de Soos-middag; er werd geen gebruik van gemaakt. Sommige ouderenbonden organiseren echter af en toe eigen bijeenkomsten die over gezondheidsthema’s gaan. Conclusie => actiepunt handhaven en aansluiting zoeken bij Dorpsraden en Regionaal Opleidingscentrum.
Zoals eerder beschreven werden ook díe actiepunten uit de nota Ouderenbeleid 2003 geëvalueerd die een relatie hebben met gezondheidsbeleid en dit leidde tot de hieronder beschreven conclusies.
a) Het financieel blijven ondersteunen van het Meer Bewegen voor Ouderen en onderzoeken in welke vorm de coördinatie ervan het meest adequaat is. Stand van zaken => MbvO-groepen die voorheen vanuit de gemeente gecoördineerd werden zijn per 2006 overgedragen aan Zorggroep Sint Maarten. Ook de financiële middelen voor MbvO worden jaarlijks aan de zorginstelling toegekend. Conclusie => dit actiepunt afvoeren maar omdat bewegen als gezondheidsmethode erg van belang is moet gestreefd worden naar meer afstemming tussen de bewegingsactiviteiten. Eén gezamenlijke Beweegwijzer zou een uitkomst zijn (zie blz 12). b) Het inventariseren van de behoefte van ouderenbonden aan accommodaties teneinde de ontmoetingsfunctie te optimaliseren Stand van zaken => behoefte werd niet breed gedragen door alle ouderenbonden. Conclusie => actiepunt afvoeren.
3
c) Het stimuleren van een samenwerking tussen de ouderenbonden ten aanzien van de organisatie van themabijeenkomsten Stand van zaken => is geprobeerd, maar er was weinig animo voor omdat de ouderenbonden hun jaarprogramma in eigen hand willen houden. Conclusie => actiepunt afvoeren. (N.B.: uiteraard kunnen er onder regie van de gemeente algemene voorlichtingsbijeenkomsten worden georganiseerd i.s.m. ouderenbonden of Seniorenraad) d) Het ondersteunen van de seniorenvoorlichting met als doel via huisbezoek 75+ de kennis over het gebruik van (financiële) regelingen en voorzieningen te vergroten en behoeften te traceren Stand van zaken => huisbezoek 75+ loopt nog steeds bij Cluster; op verzoek wordt aan seniorenvoorlichters vanuit de gemeente groepsvoorlichting gegeven over nieuwe regelingen en wetten zoals Wmo. Met GGD is overleg om huisbezoek 75+ in relatie te brengen tot het Ouderenonderzoek 2005. Conclusie => Op de vragenlijst die leidraad is bij het huisbezoek 75+ zijn onlangs items toegevoegd over eenzaamheid en gezondheid (voeding en medicijngebruik); actiepunt handhaven. e) Het onderzoeken wat de aanbevelingen en conclusies uit de eerste ronde huisbezoekprojecten 75+ hebben opgeleverd . Stand van zaken => elke ronde wordt geëvalueerd met Cluster. Conclusie => actiepunt (in relatie met vorige actiepunt) handhaven.
Samengevat: de actiepunten 2, 3, 7 en 9 uit de nota lokaal gezondheidsbeleid 2004 blijven gehandhaafd evenals de actiepunten d en e uit de ouderennota 2003. Evaluatie doelen en uitgangspunten: In de nota lokaal gezondheidsbeleid 2004 is de volgende doelstelling verwoord: “Ons doel is het behalen van gezondheidswinst: het verlengen van een gezonde levensverwachting, het voorkomen van vermijdbare sterfte en verhogen van de kwaliteit van leven”. De volgende algemene uitgangspunten werden toentertijd in de oude nota benoemd: 1)
gelijke kansen op gezondheid voor alle Losserse burgers. Groepen die gezondheidsrisico's lopen en/ of waarbij sprake is van gezondheidsachterstand rechtvaardigen een extra inzet.
2)
iedere burger is verantwoordelijk voor zijn eigen gezondheid, voor zover het in zijn/haar macht ligt.
3)
meer aandacht voor preventie c.q. het bevorderen van een gezond( er) leven. Hiervoor is de betrokkenheid van de Losserse burgers bij de zorg voor de eigen gezondheid van groot belang.
4)
de zorg in de gemeente is kwalitatief en kwantitatief op peil. Hiervoor is verbetering van de samenhang en afstemming tussen de verschillende partijen die werkzaam zijn op het gebied van de volksgezondheid en de zorg onontbeerlijk.
5)
een duidelijke (regie-)rol van de gemeente op het gebied van het lokale gezondheidsbeleid waardoor de sturingsmogelijkheid van de gemeente optimaal is.
4
6)
het gezondheidsbeleid wordt interactief en in samenspraak met belanghebbenden vorm gegeven.
7)
daar waar mogelijk zal worden bekeken of toekomstig beleid grensoverschrijdende samenwerking mogelijk maakt en wat het gekozen beleid betekent voor de leefbaarheid van de kleine kernen.
Deze uitgangspunten zijn nog steeds actueel. Ook lopen ze in de pas met de huidige subsidiediscussie van de raadswerkgroep. Binnen de lokale nota komt uitgangspunt 1 o.a. terug in één van de projecten van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen (zie pagina 12) of het Centrum Jeugd en Gezin (zie pagina 14) Uitgangspunt 2 en 3 zijn o.a. vervat in Fittest 55+ (zie pagina 11 en 12) en Seniorenconsultatiebureau (zie pagina 11) Het derde uitgangspunt is op bijna elk voorgesteld project van toepassing. Uitgangspunt 4 komt b.v. tot uiting in afstemmingsprojecten rond bewegingsaanbod voor chronisch zieken (zie pagina 12) of het via het Regionaal Educatieve Agenda afstemmen van preventieaanbod voor de jeugd (zie pagina 12). De regierol waar uitgangspunt 5 over gaat wordt o.a. genomen in het Vrijwilligersverband Welzijn (zie pagina 11). Uitgangspunt 6 komt het meest naar voren in de evaluatie met en raadpleging van adviesraden. Het laatste uitgangspunt rond grensoverschrijding is niet aan de orde, maar spreiding van projecten over de kernen heeft wel aandacht gekregen (Fittest nu in Overdinkel, zie pagina 12).
5
HOOFDSTUK 2 Bewerkte samenvatting regionale nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid'
De totale Nota en het Uitvoeringsprogramma zijn via de gemeentelijke website te downloaden onder gezondheid=> nota’s gezondheidsbeleid. Inleiding Een goede gezondheid is waardevol voor het individu en de samenleving. Mensen met een goede gezondheid kunnen zich optimaal ontwikkelen en zo lang mogelijk actief deelnemen aan de maatschappij. Door te investeren in een goede openbare gezondheidszorg wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan het behoud en de bevordering van de gezondheid van burgers. De openbare gezondheidszorg richt zich op het versterken van de keuze van mensen om gezond te blijven, het wegnemen van risico's op ziekte en het voorkomen dat specifieke aandoeningen ontstaan. Voorkomen is immers nog steeds beter dan genezen. Een goede gezondheid en het behoud daarvan, wordt door meer factoren bepaald dan enkel de afwezigheid van ziekte. Naast de genetische aanleg, leefstijl en beschikbaarheid van voorzieningen hebben ook omgevingsfactoren als de woonomgeving, onderwijs, sociale samenhang of veiligheid invloed op de gezondheid. In het lokale gezondheidsbeleid van gemeenten komen al deze facetten aan bod om de gezondheid van burgers te behouden en te bevorderen. Het lokale gezondheidsbeleid vormt een belangrijke pijler in de openbare gezondheidszorg. Ontwikkeltraject regionale/Twentse nota De Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid stelt als eis dat gemeenten om de vier jaar een nota lokaal gezondheidsbeleid vaststellen. Omdat in gemeenten vaak vergelijkbare gezondheidsproblemen aan de orde zijn, heeft de Bestuurscommissie Openbare Gezondheidszorg van de Regio Twente besloten om in Twents verband inhoud te geven aan het lokale gezondheidsbeleid voor de periode 2008-2011. Daarvoor is de Werkgroep Lokaal Gezondheidsbeleid in het leven geroepen waar vertegenwoordigers van gemeenten en de GGD Regio Twente zitting in hebben. Deze werkgroep heeft het ontwikkeltraject 'Twente kiest voor gezondheid en werkt aan gezond leven' opgezet. Kenmerkend voor dit traject is dat vanaf het begin alle partijen worden betrokken bij de beleidsontwikkeling. Omdat een goede samenwerking tussen partijen in Twente als een belangrijke voorwaarde wordt gezien voor een succesvol gezondheidsbeleid. Het ontwikkeltraject leidde uiteindelijk tot de regionale nota lokaal gezondheidsbeleid. Er is vooral nagedacht welke gezondheidsthema's prioriteit moeten krijgen in de regionale nota lokaal gezondheidsbeleid. Daarvoor is een werkconferentie georganiseerd voor gemeenten en relevante organisaties op het gebied van preventie. Hier is besloten om van de landelijk voorgestelde thema’s in de regionale nota lokaal gezondheidsbeleid 2008-2011 het accent te leggen op de volgende gezondheidsthema's: - alcohol - roken - overgewicht - depressie.
6
Adviezen per gezondheidsthema De resultaten van de tweede fase zijn gepresenteerd in de nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid. Fase 2'. Op basis van een inventarisatie is gebleken dat op dit moment al vele activiteiten verspreid over de regio worden uitgevoerd. Het advies van de themawerkgroepen luidt om deze (project)activiteiten te continueren en gebruik te maken van de ervaring onder het motto 'Dat wat werkt, dat werkt'. Wel dient continu aandacht te zijn voor het voorkomen van versnippering van het preventiebeleid. De inventarisatie heeft ook duidelijk gemaakt dat het huidige preventiebeleid op onderdelen verbetering dan wel een aanvulling behoeft. De themawerkgroepen hebben aan de hand van de leeflijn bekeken welke preventieactiviteiten zinvol zijn voor welke leeftijdscategorieën. Het voorstel van de themawerkgroepen is om het beleid op de volgende aspecten te intensiveren: — Alcohol Doelstelling: De komende vier jaar wordt het aantal jongeren onder de 12 jaar dat alcohol drinkt met 50% teruggebracht en het aantal jongeren tussen 12 en 16 jaar dat alcohol drinkt met 25% . Het problematisch alcoholgebruik onder volwassenen wordt teruggebracht. Geef de komende vier jaar uitvoering aan het projectplan 'Happie fris?' onder aansturing van de stuurgroep Jeugd en Alcohol. Dit project beoogt het alcoholgebruik onder jongeren terug te dringen door een combinatie van maatregelen gericht op de omgeving (voorschriften en voorzieningen) en op het individu (voorlichting). Tevens dienen ouders te worden geïnformeerd over de wijze waarop zij het alcoholgebruik van hun kinderen kunnen beperken. Vanaf 2010 moet meer aandacht komen voor het alcoholgebruik onder ouderen. — Roken Doelstelling: Gezondheidswinst behalen door afname van het aantal rokers Voorkom dat jongeren beginnen met roken met behulp van de interventieprojecten 'Rookvrije scholen' en 'Actie Tegengif'. In deze projecten wordt ingezet op gezondheidsbevordering (voorlichting), het beïnvloeden van de sociale omgeving (de groep) en de fysieke omgeving (gezond binnenmilieu). Daarnaast moet de verbinding worden gelegd met andere preventieve gezondheidsactiviteiten (die bijvoorbeeld zijn gericht op alcoholgebruik). Verder is het van belang dat er meer samenhang komt in de wijze waarop professionals mensen ondersteunen bij het stoppen met roken. — Overgewicht Doelstelling: Voorkomen van het ontstaan van overgewicht bij jongeren en het terugdringen van bestaand overgewicht door het bevorderen van gezonde voeding en het tegengaan van bewegingsarmoede Ontwikkel een integraal aanbod voor de jeugd van 4–19 jaar met behulp van de Gezonde School methode. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van de bewezen effectieve projecten 'Lekker fit in je vel' en 'Kiezen voor hart en sport'. Vanaf 2010 moeten activiteiten worden opgezet om op de werkplek van volwassenen het overgewicht aan te pakken.
7
— Depressie Doelstelling: Terugdringen van ernstige vormen van depressie door bevorderen vroegtijdig onderkennen en interveniëren Zet in op acties om burgers en intermediairs te informeren hoe zij vroegtijdig depressieve klachten bij henzelf of anderen kunnen herkennen. Bewustwording en vroegsignalering zijn in dit kader sleutelbegrippen. Het accent ligt daarbij op zelfstandig wonende 65-plussers. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van bewezen effectieve interventies. Tevens moeten de verschillende professionals meer afstemmen dan wel samenwerken als het gaat om de wijze van doorverwijzing en het gebruik van 'best practices'. Adviezen voor een effectief gezondheidsbeleid Op basis van de resultaten van de vier themawerkgroepen is duidelijk geworden dat een aantal adviezen voor alle gezondheidsthema's relevant zijn. Voor een effectief en efficiënt lokaal gezondheidsbeleid moet aandacht zijn voor de volgende aspecten: — Stel een integraal gezondheidsbeleid op Juist gemeenten hebben de mogelijkheid om vanuit verschillende beleidsdomeinen de gezondheid van de burgers gunstig te beïnvloeden. Er zijn methodes beschikbaar om dit integrale beleid tot stand te brengen. — Zorg voor afstemming tussen de verschillende interventies per gezondheidsthema Uit onderzoek is gebleken dat verschillende gezondheidsproblemen vaak samengaan. Zo gaat overmatig alcoholgebruik vaak samen met roken. Vooral op lokaal niveau moeten gemeenten verbindingen leggen tussen de verschillende interventies om risicogroepen te motiveren mee te doen aan activiteiten. — Zorg voor afstemming tussen de uitvoerders in de keten van preventie en zorg Op deze wijze wordt een samenhangend en effectief gezondheidsbeleid gerealiseerd. De gemeente heeft hierbij de regie. In samenwerking met hun GGD zullen zij verbindingen tot stand moeten brengen tussen de verschillende partijen. De vier multidisciplinaire themagroepen uit het ontwikkeltraject kunnen in dit kader een aanjaagfunctie vervullen. Tevens kan binnen het Preventie Platform Twente de nodige afstemming tussen partijen tot stand komen. — Voer een duidelijke regie op de middelen voor preventie Met de komst van de Wmo en de aanpassingen in de ziektekostenverzekeringen, zijn de gelden voor preventie in beweging. Dit levert kansen op, maar ook bedreigingen. Middelen kunnen versnipperd raken over de verschillende onderwerpen. Zeker wanneer de preventie door verschillende bronnen wordt gefinancierd. Daarnaast liggen nog mogelijkheden open om nieuwe financieringsbronnen aan te boren. Een regionale subsidieverwerver kan namens de gemeenten daar veel in betekenen. Van belang is dat gemeenten duidelijk de regie in handen hebben als het gaat om de inhoudelijke én financiële aansturing van het preventiebeleid. — Focus de aandacht op gezondheidsverschillen Ongezond gedrag komt voor in alle lagen van de bevolking. Bepaalde ongezonde gedragingen zijn echter oververtegenwoordigd bij bepaalde bevolkingsgroepen. Het gezondheidsbeleid is er voor iedereen, maar een extra inspanning moet worden geleverd voor de kwetsbare groepen in de regio.
8
— Monitor het proces en de effecten van activiteiten Om de effectiviteit van preventie te kunnen bepalen, is monitoring nodig. Deze monitor richt zich op het proces (wordt het uitgevoerd zoals bedoeld) en het effect (wordt datgene bereikt wat is beoogd). Op basis van deze informatie kan een traject worden bijgesteld of aangepast. De epidemiologen van de GGD Regio Twente doen onderzoek naar de gezondheidssituatie van de Twentse bevolking. Het advies is om de onderzoeksactiviteiten af te stemmen op de doelen en activiteiten uit het regionale gezondheidsbeleid. Financiën Om de regionale nota LGB te kunnen uitvoeren, is natuurlijk geld nodig. De Twentse gemeenten hebben aangegeven dat in beginsel deze activiteiten binnen de beschikbare middelen moeten worden uitgevoerd (budgetneutraal). Op dit moment wordt naarstig gezocht naar vormen van externe financiering om onderdelen van de nota te kunnen realiseren. Mocht echter extra financiering nodig zijn, dan worden deze voorstellen aan de Bestuurscommissie Openbare Gezondheidszorg voorgelegd. Uitvoering De actiepunten die werden benoemd zijn in acht uitvoerings-programma’s uitgewerkt. Het gaat ten eerste om een gedetaileerde uitwerking van de vier gekozen gezondheidsthema's alcohol, roken, overgewicht en depressie. Daarnaast zijn er actiepunten beschreven op de vier deelaspecten − regionale ontwikkeling en uitvoering van lokaal gezondheidsbeleid − financiering van het lokale gezondheidsbeleid − integraal gezondheidsbeleid binnen gemeenten − epidemiologie (=het verzamelen van informatie over gezondheid en leefstijl) en monitoren Qua uitgewerkte planning heeft de regionale werkgroep zich voorlopig alleen gericht op 2008 en 2009. Veel uitvoeringsorganisaties kunnen zich namelijk moeilijk vastleggen voor vier jaar. Ook kan er zodoende nog worden ingespeeld op actuele ontwikkelingen. De komende 2 jaar richten activiteiten rond de thema’s alcohol, roken en overgewicht zich vooral op kinderen/jongeren. In 2010 en 2011 krijgen ouderen rond deze thema’s de primaire aandacht. Voor het thema depressie is het juist andersom: 2008 en 2009 ligt de focus bij ouderen, 2010 en 2011 bij jeugd.
9
HOOFDSTUK 3 Vertaling regionale nota naar lokale situatie gemeente Losser Losserse gezondheidsgegevens per preventiethema Door de GGD is per preventiethema een zogenaamde feitenblad uitgebracht, waarin b.v. de gezondheidsgevolgen zijn beschreven. Hier staan de landelijke en Twentse cijfers in over het vóórkomen van depressie, overgewicht, rookgedrag en alcoholgebruik. De feitenbladen (factsheets) zijn te downloaden vanaf de gemeentelijke website onder gezondheid => nota’s gezondheidsbeleid. Daarnaast heeft de GGD de Losserse gezondheids- en leefstijlsituatie geanalyseerd. De gezondheidsmonitor is in bijlage 1 te raadplegen. Hieronder worden de opvallendste zaken opgesomd. - De Losserse gezondheidscijfers in vergelijking met Twente en Nederland laten over het algemeen geen grote afwijkingen zien, d.w.z. het vóórkomen van hart-en vaatziekten, kanker en psychische stoornissen is ook hier aanzienlijk. Mannen blijken in Losser wat vaker te sterven aan hart-en vaatziekten dan elders in Twente. Ook het aantal beroerten en bepaalde hartaandoeningen komt hier frequenter voor dan in geheel Twente. Verder hebben Losserse ouderen vaker dan andere Twentse senioren last van één of meer mobiliteitsbeperkingen. (N.B.: Dat vinden we terug in de relatief hoge Wmo-aanspraken.) Verder voelen zich relatief veel ouderen in Losser eenzaam. - De sociaal economische status, m.n. in Overdinkel en Glane blijkt aan de lage kant, wat meestal gepaard gaat met een gezondheidsachterstand. Toch scoort Losser op een gezondheidsbeschermend aspect juist weer gunstiger: de burgerlijke status (minder eenpersoonshuishoudens) en de huishoudsamenstelling (hoger gemiddeld aantal personen per huishouding). - Qua leefstijl (roken, alcoholgebruik, overgewicht, drugsgebruik) springt de hoge alcoholconsumptie van de Losserse jeugd in het oog, maar ook het overgewicht onder kinderen in onze gemeente baart zorgen. Positief is juist weer dat er in Losser meer jongeren lid zijn van een sportvereniging en meer bewegen dan elders in Twente. Advies GGD: De GGD heeft n.a.v. de Losserse gezondheidsgegevens een advies afgegeven. Deze zijn hieronder verwoord. Pér adviesregel geven we gearceerd aan welke actie afdeling Welzijn hierop gaat inzetten of welk staand beleid al van toepassing is. 1) Door de Losserse bevolkingsopbouw met te verwachten vergrijzing en dubbele vergrijzing zal het aantal aandoeningen en beperkingen meestijgen en daarmee de zorgvraag. Mede in het kader van de Wmo verdient de gezondheid van ouderen daarom aandacht. Actie: - Rond het thema ‘overgewicht’ gaat de gemeente Losser in het kader van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen diverse preventieprojecten opzetten (zie verder pagina 12) - Binnen de regionale nota wordt vanaf 2010 ingezoomd op de doelgroep ouderen voor wat betreft alcohol, roken en overgewicht.
10
- Rond het thema ‘depressie’ ligt de focus al primair op ouderen. - Bestaand beleid rond ‘valpreventie’ of ‘preventief huisbezoek 75 plussers’ continueren. Omdat ‘valpreventie’ als tijdelijk project werd gestart is door Stichting Cluster subsidie gevraagd voor het structureel maken van het inmiddels succesvolle project. Zie actiepunt 4 op pagina 15. - Het Seniorenconsultatiebureau in Losser opent november 2008. Het unieke hiervan is dat náást gezondheid ook welzijn nadrukkelijk aandacht krijgt in de adviezen aan de deelnemende ouderen. 2) Met preventie op het gebied van hart en vaatziekten is in Losser veel gezondheidswinst te behalen. Actie: - Er bestaan in Losser diverse bewegingsactiviteiten voor alle doelgroepen via gesubsidieerde verenigingen en commerciële sportscholen. - Via de Losserse huisartsen bestaan methodes om mensen te helpen met stoppen met roken en/of afvallen. - Door aan te sluiten bij de regionale nota denken we goede aanknopingspunten te hebben in de strijd tegen hart-en vaatziekten. 3) Door aandacht te besteden aan de leefstijlfactoren die bij het ontstaan van kanker een rol spelen kan de ziektelast teruggedrongen worden. Actie: - De GGD verzorgt regelmatig gezondheidsinfo met algemene leefstijladviezen b.v. over voeding in de dagbladen. - De seniorenvoorlichters die bij 75 plussers op bezoek gaan kaarten sinds kort ook thema’s aan als voeding, medicijngebruik en eenzaamheid. - De Fittest voor jonge ouderen (met persoonlijke lijfstijladviezen) gehouden in 2008 was een groot succes; deze wordt in 2009 herhaald (zie pagina 12). 4) Aangezien psychische aandoeningen veel voorkomen en gepaard gaan met een hoge ziektelast wordt aanbevolen aandacht te besteden aan dit onderwerp. Actie: - Zoals gezegd krijgt het thema ‘depressie’ bij ouderen alle aandacht binnen de regionale én lokale nota. - Doordat depressie gerelateerd is aan eenzaamheid moet op deze plek ook het vele werk van de merendeels gesubsidieerde vrijwilligersorganisaties worden genoemd in onze gemeente. In het ‘Vrijwilligersverband welzijn’ stemmen de 12 organisaties onder regie van de gemeente hun beleid op elkaar af. 5) Hoewel Losser op gebied van roken positief afsteekt bij Twente wordt aangeraden aandacht te houden voor het verder terugdringen van roken omdat dit een grote gezondheidswinst ten gevolge heeft.
11
Actie: - Hierin liften we mee met de regionale nota (uitvoeringsprogramma 6). 6) Er wordt aanbevolen om het terugdringen van alcoholgebruik een prominente plek te geven in deze nota lokaal gezondheidsbeleid. Actie: - het project Happy Fris is in noord-oost Twente in volle gang => Tactus gaat voorlichtingsactiviteiten verzorgen op alle basisscholen onder de noemer ‘Op tijd voorbereid’; er is een projectcoördinator aangetrokken; er komt een IVA-training (individuele verantwoordelijkheid alcoholgebruik) waarbij kantinebeheerders van non-profitinstellingen worden geschoold; er is een nok-nok-project geweest voor ouders; het jongerenbeleid besteedt aandacht aan alcoholgebruik via het schooladoptieplan met politie en Tactus; het netwerk jeugdhulpverlening probeert uitwassen tegen te gaan; het keten-en hokkenbeleid zal ter hand worden genomen. 7) Aangezien het vóórkomen van overgewicht zo hoog is en met name ernstig overgewicht (obesitas) samen hangt met tal van chronische aandoeningen, wordt aanbevolen aandacht te geven aan het terugdringen van overgewicht. Actie: - In het kader van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen kiezen we voor Losser projecten uit die bestaande activiteiten ondersteunen of versterken. De projecten richten zich op vier doelgroepen: jeugd, mensen met lage sociaal economische status, ouderen en chronisch zieken. Zo wordt de succesvolle Fittest 55+ dit keer in Overdinkel gehouden en wordt er een Beweegwijzer voor Ouderen ontwikkeld. (o.a. te gebruiken binnen het Consultatiebureau voor Ouderen). Voor de jeugd is vanaf 2007 de duale vakleerkracht ingezet bij 3, later 6 basisscholen om het bewegingsonderwijs te stimuleren en de contacten te bevorderen met de plaatselijke sportverenigingen. Andere ideeën die leven zijn om hangjongeren toe te leiden naar sport en om een afstemmingsproject op te zetten om te komen tot een sluitend aanbod aan sport-en beweegmogelijkheden voor bepaalde patiëntgroepen. - Via de Regionaal Educatieve Agenda waar in samenwerking met de directeuren van de basisscholen het onderwijsachterstandenbeleid handen en voeten wordt gegeven kunnen gezondheidsthema’s worden opgevoerd. - Het is zinvol om te bekijken of het grote project ‘ Twente in balans’, dat via de GGD in gang is gezet en in zes gemeenten proefdraaide, voor Losser haalbaar is. Dit project zou met name de samenhang tussen de diverse beweegactiviteiten moeten vergroten. Verder heeft de GGD nog een algemeen advies gegeven over de ruwe versie van de Losserse conceptnota lokaal gezondheidsbeleid. - Zo wijst de GGD op de relatie tussen eenzaamheid en depressie: werken aan voorkomen/verminderen van depressie is tevens eenzaamheidsverlagend. - Gezien de hoge Wmo-kosten in Losser zou er meer nadruk gelegd kunnen worden op risicogroepen en mensen met beginnende gezondheidsproblemen. - De GGD is bezorgd over de beperkte urencapaciteit voor volksgezondheid in de gemeente Losser waardoor het maken van optimale verbindingen met het regionale uitvoeringsprogramma in het gedrang kan komen.
12
Aanvullende gegevens uit Fittest 55-65 jarigen Op 17 mei 2008 is er een Fittest gehouden onder jonge senioren. Er deden 379 mensen aan mee. Door registratie van scores en verzamelde vragenlijsten is er zodoende extra informatie beschikbaar over deze groep. Hierbij moet nadrukkelijk worden aangegeven dat het een selecte groep betreft: deelnemers aan dergelijke tests zijn vaak al bewuster bezig met gezondheidszaken. -
-
De gegevens van deze bewuste groep laten desondanks een wat zorgelijk resultaat zien wat betreft cholesterol, gewicht, diabetesrisico, lenigheid en uithoudingsvermogen. De gegevens over leefstijlaspecten laten zien dat ruim een derde niet aan sport doet of niet voldoende lichaamsbeweging neemt. Het aantal rokers en drinkers in deze bewuste groep is weliswaar lager dan binnen de totale volwassenengroep in Losser, maar is toch altijd nog 14,3 % respectievelijk 7,9%. De psychische gezondheid scoort in deze groep wat hoger dan bij de totale volwassenengroep, maar zo heeft toch 11,6% b.v. een sombere stemming.
De rapportage is onder bijlage 2 te vinden. Samenhang met ander beleid Zoals hiervoor vaker is gezegd heeft gezondheidsbeleid veel invloed op andere beleidsterreinen en omgekeerd. Hieronder laten we zien wat er op dit vlak gebeurt of gaat gebeuren. De bestaande en nieuwe acties zijn weer grijs gemarkeerd. −
Algemeen:
Binnen de gemeentelijke diensten wordt integraal werken als methode steeds meer ingevoerd. Bij plannen van afdeling ruimtelijke ordening schuift afdeling welzijn b.v. steeds vaker aan. Volksgezondheid (en Wmo-beleid) als facetbeleid kan zodoende steeds beter waargemaakt worden. Onderwijs, Sport, Jeugdbeleid en educatie zijn beleidsterreinen die raken aan volksgezondheid. Ook hierbij stemmen de beleidsmedewerkers zoveel mogelijk hun beleid af. Extern krijgt integraal gezondheidsbeleid gestalte door ambtelijke deelname aan netwerken en in contact met 1e en 2e lijns-en andere maatschappelijke instellingen. Door het in de toekomst op de agenda’s zetten van gezondheidsbeleid tijdens het structureel overleg van de gemeente met de Dorpsraden en Ouderenbonden en bij de vergaderingen met het Platform Welzijn & Wonen en het Vrijwilligersverband Welzijn kan er meer samenhang worden bereikt en zal het draagvlak groter worden. Een van de uitvoeringsprogramma’s in de regionale nota richt zich specifiek op het integrale beleid binnen gemeenten. Zo organiseert de GGD een cursus ‘Integraal Gezondheidsbeleid’ waar Losserse beleidsmedewerkers voor worden uitgenodigd. −
Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo):
Collectieve preventie is een van de taken binnen de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid. Doel is het voorkomen van ziekten en beperkingen of verergering hiervan. Binnen de Wmo moeten voorzieningen worden aangeboden ter compensatie van beperkingen die een persoon ondervindt in zijn zelfstandigheid en maatschappelijke participatie. Adequaat volksgezondheidsbeleid zorgt ervoor dat burgers mee kunnen (blijven) doen in de maatschappij. Zo ondersteunt lokaal gezondheidsbeleid het Wmo-beleid. Om te
13
voorkomen dat veel inwoners een beroep doen op de Wmo voorzieningen, is het van belang dat de gemeente investeert in preventietaken. Bestaand Wmo-beleid versterkt op zijn beurt het volksgezondheidsbeleid. Zo voorkomt goede mantelzorgondersteuning gezondheidsondermijnende uitputting bij mantelzorgers. Jeugdgezondheidsbeleid is eveneens een taak binnen de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid en hangt nauw samen met prestatieveld 2 van de Wmo (opvoedingsondersteuning en ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien). De ontwikkeling van het Centrum Jeugd en Gezin is sterk gericht op preventie. Deze voorziening sluit dan ook naadloos aan op lokaal gezondheidsbeleid. Ook het beleid van de Centrumgemeente op gebied van maatschappelijke opvang (dak-en thuislozen), huiselijk geweld en verslavingszorg, de prestatievelden 7,8 en 9 van de Wmo, raakt aan het lokaal gezondheidsbeleid. Maatregelen op deze terreinen beïnvloeden de volksgezondheid en omgekeerd. Zoals beschreven op pagina 3 onder punt 4 wordt er samen met Oldenzaal en Dinkelland vrijwilligersbeleid ontwikkeld te meer om de nieuwe functie rond de maatschappelijke stage goed te kunnen organiseren. Zo wordt er een Vrijwilligerssteunpunt opgezet.
−
Ouderenbeleid:
Nu de Welzijnswet is opgegaan in de Wmo valt Ouderenbeleid in wezen onder de Wmo, al is het niet zo benoemd. Alle bestaande Losserse voorzieningen voor ouderen dragen bij aan de doelstelling van de Wmo, namelijk meedoen. Lokaal gezondheidsbeleid is ook hierbij weer ondersteunend: de in hoofdstuk 2 beschreven preventieve activiteiten dragen namelijk bij aan een langer leven met minder beperkingen. Preventieve projecten als huisbezoek 75+, valpreventie en het Seniorenconsultatiebureau passen prima in het Losserse lokale gezondheidsbeleid.
14
HOOFDSTUK 4
Concrete actiepunten voor de periode 2008 t/m 2011
In de voorafgaande paragrafen hebben we, in gearceerde blokken, laten zien wat er op gezondheidsgebied al wordt gedaan. Soms werd daar nieuw beleid in meegenomen. Hieronder volgt nu een totaaloverzicht van de te ondernemen acties. Deze zijn, voor zover mogelijk, in een tijdsplan gezet. Ook de samenwerkingspartners zijn benoemd.
1) prioriteit geven aan het preventieve gezondheidsbeleid t.a.v. de doelgroep ouderen en wel rond het thema ‘depressie’. Uitvoering: najaar 2008 Partner: Mediant 2) verder werken aan de actiepunten uit de oude nota lokaal gezondheidsbeleid die na evaluatie met de Seniorenraad gehandhaafd bleven Uitvoering: doorlopend Partners: diverse 3) projecten binnen 'Nationaal Actieplan Sport en Bewegen’ opzetten en uitvoeren Uitvoering: vanaf najaar 2008 tot en met 2010 Partners: beleidsmedewerker Sport; Sportraad; Gelderse Sportraad; uitvoerende partij 4) valpreventieproject bij welzijnswerk ouderen van Cluster als voorziening verder inbedden in lokaal aanbod Uitvoering: 2009 Partner: welzijnswerk ouderen 5) gezondheidsthema’s gericht op jeugd via Regionaal Educatieve Agenda aankaarten en relevante preventieproducten hiervoor inkopen Uitvoering: 2010 Partners: beleidsmedewerker Onderwijs; directeuren basisscholen; GGD; uitvoerende partijen 6) mogelijkheden nagaan om project ‘Twente in balans’ in Losser uit te voeren Uitvoering: 2011 Partners: GGD en diverse andere partijen 7) voor zover mogelijk meewerken aan de uitvoering van de regionale nota gezondheidsbeleid Uitvoering: 2008-2011 Partners: GGD en verdere partijen
15
Financiële paragraaf De meeste doelstellingen binnen de regionale nota worden gefinancierd binnen de reguliere begroting van de GGD en/of andere preventiepartners. Daarnaast zullen er vanuit de GGD maatwerkproducten ingekocht kunnen worden. Welke door onze gemeente concreet gekozen worden hangt af van samenwerkingsmogelijkheden, benodigde ambtelijke inzet en kosten. Omdat nieuw beleid in 2009 in ieder geval niet mogelijk is, zal de nota lokaal gezondheidsbeleid budgettair neutraal gefinancierd moeten worden. - Voor het thema ‘overgewicht’ kan (een deel van) het budget worden aangewend uit het project ‘Nationaal Actieplan Sport en Bewegen’. - Voor de thema’s ‘alcohol’ en ‘roken’ wordt binnen de reguliere begroting een deel van het werkbudget voor ‘projecten collectieve preventie’ d.w.z. € 6.000 structureel gemaakt voor gezondheidsbeleid. - Rond het thema ‘depressie’ heeft het College bepaald dat dit prioriteit heeft. Begin 2008 is hier in de subsidiebeschikking aan Mediant al rekening mee gehouden. Er is € 12.074 structureel beschikbaar om dit thema goed uit te werken. Evaluatie Het is goed halverwege én op het eind van de rit de vorderingen binnen de actiepunten te evalueren met de adviesraden en mogelijk andere partijen. De looptijd van de nota is 2008 t/m 2011, dat betekent dat eind 2009 de tussenevaluatie wordt gepland. Tenslotte.. Door samenwerking en afstemming rond preventie, zowel regionaal als lokaal, kan veel worden bereikt. Wanneer er daarnaast nieuwe, bewezen effectieve interventies worden ingezet waarbij er verbindingen worden gelegd tussen de vier preventiethema’s, is er recht gedaan aan het motto ‘Losser kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid’.
16