Collum Care
Inleiding Op de Spoed Eisende Hulp (SEH) van het St. Anna Ziekenhuis is gebleken dat uw heup gebroken is. De orthopeed of chirurg heeft samen met u en/of uw familie besloten dat een operatie nodig is. Dit is geen kleinigheid. Ook de revalidatie vraagt veel wilskracht en inspanning van uzelf en/of uw familie. In deze brochure vindt u informatie over de gebroken heup, de opname in het ziekenhuis, de operatie, de revalidatieperiode en de nazorg. Wij raden u aan deze brochure goed te lezen, te bewaren en bij elk bezoek aan het ziekenhuis mee te nemen.
Een gebroken heup Een gebroken heup (heupfractuur) komt veel voor bij ouderen die gevallen zijn. U kunt overal vallen, maar vaak gebeurt het in en om huis. U heeft bijvoorbeeld een stoepje niet gezien, u bent uitgegleden over een matje of misschien bent u gevallen omdat u duizelig was.
Klachten en diagnose Een gebroken heup is erg pijnlijk. U kunt meestal niet meer lopen of op het aangedane been staan. Vaak ligt het been naar buiten gedraaid en lijkt het korter. Bij binnenkomst in het ziekenhuis worden röntgenfoto’s gemaakt van beide heupen. Hierop is te zien waar uw heup gebroken is. De heup kan op verschillende manieren breken. De meest voorkomende heupfracturen zijn:
2
Dijbeenhalsbreuk (collum-fractuur) Dit is een breuk van het bovenste deel van het dijbeen. De breuk ligt binnen het heupkapsel (zie plaatje hieronder). Hierdoor kan de bloedvoorziening naar de afgebroken heupkop in gevaar komen waardoor de heupkop kan afsterven.
Breuken in de verdikkingen van de heupkop (pertrochantaire fractuur) Bij deze breuk breekt de verdikking in de heupkop vaak in meerdere stukken (zie plaatje op volgende pagina). Nadat de breuk is genezen blijft dit deel van de heup vaak minder stevig.
3
Breuken onder de verdikkingen van de heupkop (subtrochantaire fracturen) Deze komen minder vaak voor (zie plaatje hieronder).
4
Waarom een operatie Als uw heup gebroken is, wordt in overleg met u en uw familie meestal besloten tot een operatie. Het is belangrijk dat deze operatie zo spoedig mogelijk, maar wel goed voorbereid plaatsvindt, zodat u zo snel mogelijk weer uit bed kunt. Als u snel uit bed komt, hebt u de meeste kans op herstel en de minste kans op complicaties. Ook al kunt u, in het begin, soms alleen maar in een stoel zitten. Daarom kiest de arts, ook als uw algemene conditie matig is, bijna altijd voor een operatie.
Opname in het ziekenhuis Nadat bij de SEH is vastgesteld dat uw heup gebroken is, wordt u opgenomen in het ziekenhuis. Wat heeft u nodig tijdens de opname Tijdens uw opname in het ziekenhuis heeft u nodig: - krukken of een rollator; - ondergoed en bedkleding; - gemakkelijk zittende kleding; - pantoffels; - toiletartikelen; - goede schoenen. Waardevolle bezittingen Het is raadzaam grotere geldbedragen, sieraden en andere kostbaarheden mee naar huis te geven. Het ziekenhuis is een openbaar gebouw waar diefstal niet kan worden uitgesloten. Het ziekenhuis kan niet aansprakelijk worden gesteld voor diefstal of zoekraken van uw eigendommen.
5
Gesprek met de verpleegkundige Op de opnamedag heeft u, samen met uw partner of familielid, een gesprek met een verpleegkundige op de afdeling waar u wordt opgenomen. De verpleegkundige legt u het één en ander uit over de gang van zaken rondom de operatie en het verblijf op de afdeling. Ook stelt zij u vragen over zaken die voor de verpleging belangrijk zijn om te weten, zoals: Medicijnen Het is belangrijk dat wij weten welke medicijnen u tot de opnamedag heeft gebruikt. Daarom vragen wij u deze medicijnen in de originele verpakking mee te brengen. De medicijnen die u tijdens uw verblijf in het ziekenhuis nodig heeft, ontvangt u van de ziekenhuisapotheek. Neem geen medicijnen in zonder hierover te overleggen. Een combinatie van geneesmiddelen kan gevaarlijk zijn bij ondeskundig gebruik zijn. Dieet Als u een dieet volgt, vragen wij u dit door te geven. Er wordt bekeken of wijzingen hierin noodzakelijk zijn. Allergie Als u weet dat u voor bepaalde stoffen allergisch overgevoelig) bent, is het belangrijk dit te melden. We kunnen er dan rekening mee houden bij uw behandeling en verpleging.
Voorbereiding op de operatie Medisch onderzoek Voor de operatie wordt uw algemene gezondheidstoestand onderzocht. De internist bespreekt uw gezondheidstoestand met u. De geriater, een arts die gespecialiseerd is in de ouderenzorg, kijkt mee als u 70 jaar of ouder bent.
6
Voordat u de operatie kunt ondergaan wordt er bloed afgenomen. Als u vijfenzestig jaar of ouder bent, wordt er ook een hartfilmpje gemaakt. Anesthesie In overleg met de anesthesist kunt u meestal kiezen welke vorm van anesthesie (verdoving) u wilt. Dit is echter ook vaak afhankelijk van uw medicijngebruik. De operatie zal plaatsvinden onder algehele of plaatselijke anesthesie. Algehele anesthesie Bij algehele anesthesie wordt uw hele lichaam verdoofd en bent u tijdelijk buiten bewustzijn. Via een infuus in uw arm, spuit de anesthesist de narcosemiddelen in. Dit kan even een koud of pijnlijk gevoel geven, maar binnen een halve minuut valt u in een diepe slaap. Na de narcose kunt u last hebben van: • Slaperigheid • Misselijkheid of overgeven. Als deze verschijnselen optreden, krijgt u van de verpleegkundige medicijnen om dit te verminderen. • Een zwaar of kriebelig gevoel achter in uw keel. Dat komt door het buisje dat tijdens de operatie in uw keel zit. • Pijn. Om te voorkomen dat u veel last heeft van pijn, krijgt u hiertegen medicijnen. Plaatselijke anesthesie (ruggenprik) Bij plaatselijke anesthesie wordt door middel van een ruggenprik de onderste lichaamshelft, van navel tot en met de voeten, gevoelloos gemaakt. Eerst wordt de huid van uw rug verdoofd, daarna breng de anesthesist met een dunne naald een verdovende vloeistof in uw wervelkanaal. De prik doet niet meer pijn dan een gewone injectie. U krijgt bovendien een slaapmiddel, zodat u in een lichte slaap bent en niets van de operatie merkt. Na een ruggenprik kunt u last hebben van: • Misselijkheid of overgeven. Als deze verschijnselen optreden geeft de 7
verpleegkundige medicijnen om dit te verminderen. • De eerste uren na de operatie kunt u uw onderlichaam niet goed bewegen. De mensen ervaren dit als een “verlamd gevoel”. Dit gevoel is tijdelijk, het gaat vanzelf over. • Pijn. Om te voorkomen dat u veel last heeft van pijn, krijgt u hiertegen medicijnen. Medicijnen - Bloedverdunners Als u jonger bent dan 85 jaar krijgt u na de operatie via een injectie bloedverdunnende middelen. Als u ouder bent dan 85 jaar dan krijgt u alleen bloedverdunners als u een totale heupprothese krijgt. Als u al bloedverdunners gebruikte dan hoort u van de specialist wanneer u hiermee weer kunt starten of dat u andere bloedverdunners krijgt. - Pijnstillers Voor de operatie krijgt u al pijnstillers. Deze bestrijden de pijn die de gebroken heup veroorzaakt. Ook werkt de pijnmedicatie na de operatie beter wanneer tijdig met pijnstillers wordt begonnen. Nuchter De operatie vindt onder anesthesie plaats. Daarom is het nodig dat u nuchter bent. Het is afhankelijk van het tijdstip waarop de operatie plaatsvindt of u nog een licht ontbijt mag hebben. Dit hoort u van de verpleegkundige op de verpleegafdeling.
8
Voorbereiding op de operatie Voor de operatie doet u eventuele sieraden af en gebitsprothese en contactlenzen uit. Op de spoedeisende hulp wordt een infuus in uw arm ingebracht. Hierdoor krijgt u voldoende vocht toegediend. Ook wordt een blaaskatheter bij u ingebracht; dit slangetje voert de urine af. U plast dus niet zelf. Op de verpleegafdelingafdeling krijgt u een operatiejasje aan dat u tijdens de operatie draagt. De verpleegkundige brengt u vóór de operatie naar de operatieafdeling. Daarna rijdt de operatieassistente u naar de operatiekamer, waar u op een smalle operatietafel komt te liggen. De anesthesist geeft u de anesthesie, die met u besproken is. U wordt aangesloten op bewakingsapparatuur. Hiermee worden lichaamsfuncties zoals bloeddruk, pols en ademhaling tijdens de operatie goed geobserveerd.
De operatie Tijdens de operatie ligt u op uw niet-aangedane zijde of op uw rug. Dit is afhankelijk van de soort operatie. Om bij het heupgewricht te kunnen komen, maakt de orthopedisch chirurg een snee aan de zijkant van uw bovenbeen. De heup kan op verschillende manieren worden hersteld. Dit hangt af van de soort breuk (zie volgende bladzijde).
9
Kophalsprothese: de heupkop wordt vervangen door een prothese. Na de operatie mag het been direct worden belast .
Platen en schroeven: de eigen heupkop blijft behouden. De heup wordt gerepareerd met behulp van platen en schroeven. Dit moet zo snel mogelijk gebeuren om de doorbloeding van de heupkop niet in gevaar te brengen.
Fixatie met schroeven
Fixatie met DHS 10
Fixatie met Gammanail
Totale heupprothese: hierbij worden de heupkop en de heupkom vervangen door een prothese.
11
Wonddrain Tijdens de operatie wordt een wonddrain achtergelaten. Dit is een slangetje dat de wond met een opvangzak verbindt. In de opvangzak worden overtollige wondvocht en bloed opgevangen.
Na de operatie Direct na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. Hier controleert de verpleegkundige regelmatig uw bloeddruk, polsslag en ademhaling. Als u goed wakker bent, gaat u terug naar de verpleegafdeling. Daar belt de verpleegkundige uw contactpersoon om te vertellen dat u terug bent op de afdeling en hoe de operatie is verlopen. Na de operatie kunt u pijn hebben en misselijk zijn. U krijgt speciale pijnbestrijding om de pijn zoveel mogelijk te verlichten, zodat u sneller van de operatie herstelt. Ook tegen misselijkheid krijgt u zo nodig medicijnen. Eten en drinken Als u algehele anesthesie heeft ondergaan, mag u ongeveer 2 uur nadat u terug bent op de kamer, beginnen met drinken van water. Als dit goed gaat mag u thee en beschuit hebben. Daarna kunt u het eten en drinken langzaam uitbreiden. Dit zal de verpleegkundige samen met u bepalen. Na plaatselijke anesthesie kunt u vrij snel na de operatie weer eten en drinken. Blaaskatheter, wonddrain en infuus De eerste dag na de operatie worden de blaaskatheter, de wonddrain en het infuus verwijderd, tenzij er redenen zijn om deze nog langer te laten zitten.
12
Pijnmeting Na de operatie kunt u last hebben van pijn. Veel mensen vinden het moeilijk om aan anderen uit te leggen hoeveel pijn ze precies hebben. Met behulp van de speciale pijnliniaal is dat eenvoudig.
U kunt het zwarte schuifje op de liniaal bewegen van ‘geen pijn’ naar ‘ergste denkbare pijn’. U kunt het nooit verkeerd aangeven, want het gaat om uw pijn!
Bijvoorbeeld: Het schuifje helemaal links betekent ‘geen pijn’.
Bijvoorbeeld: Het schuifje helemaal rechts betekent ‘ergste pijn’.
13
Aan de achterkant van de liniaal kan de verpleegkundige het cijfer aflezen dat hoort bij de stand van het schuifje. De verpleegkundige weet nu hoeveel pijn u ervaart. Als u medicijnen krijgt tegen de pijn, zal de verpleegkundige u na een tijdje opnieuw vragen om uw pijn aan te geven. De verpleegkundige kan zo beoordelen of het medicijn zijn werk doet. Pijnbestrijding Na de operatie aan de gebroken heup is de pijn grotendeels verdwenen. De eerste maanden blijft uw heup nog gevoelig, maar ook dat wordt geleidelijk steeds beter. Pijnstillers hoeven daarom meestal niet lang gebruikt te worden. Afhankelijk van de pijn is het aan te raden tot 10 dagen na de operatie Paracetamol te gebruiken, maximaal 4 maal per dag 2 tabletten van 500 mg. Röntgenfoto Op de 1e dag na de operatie wordt ter controle een röntgenfoto van uw heup gemaakt. Hechtingen De huid wordt gesloten met hechtingen of agraves. Dit zijn een soort nietjes, die na 2 weken verwijderd mogen worden. Dit kan via de huisarts of in het verpleeghuis/verzorgingstehuis gebeuren.
Revalideren U start zo snel mogelijk met revalideren. De dag na de operatie begint u, onder begeleiding van een fysiotherapeut, met oefeningen op bed en met u verplaatsen van bed naar stoel. Wanneer het mogelijk is, gaat u lopen met krukken. Krukken kunt u lenen op de afdeling zelf (voor max 90 dagen) of bij de thuiszorgwinkel. Als u thuis met een rollator liep, raden wij u aan om deze van huis mee te
14
laten brengen, zodat u er op de afdeling mee kunt lopen. Tijdens de loopoefeningen is het aan te raden om makkelijk zittende kleding en stevige schoenen te dragen.
Ontslag uit het ziekenhuis Na 4 dagen heeft u geen medische behandeling in het ziekenhuis meer nodig en wordt de revalidatie elders voortgezet. Dit is afhankelijk van uw situatie. Als het kan gaat u naar huis. U krijgt dan thuis de nodige zorg en fysiotherapie. Ook is het mogelijk dat u wordt opgenomen op de herstelafdeling van ons ziekenhuis of op de revalidatieafdeling van een verpleeg- of verzorgingshuis. Ook daar krijgt u de nodige zorg en fysiotherapie. Tijdens uw verblijf op de verpleegafdeling zal de verpleegkundige met u de thuissituatie inventariseren en zo nodig de transferverpleegkundige inschakelen om de nodige zorg te regelen.
Mogelijke complicaties Bij elke operatie, ook bij een gebroken-heupoperatie, kunnen complicaties optreden. De meest voorkomende complicaties zijn een infectie, trombose of nabloeding. Een complicatie die minder vaak voorkomt is een heupluxatie. • Infectie. De meest ernstige complicatie is een infectie. Een infectie kan tijdens het verblijf of na ontslag uit het ziekenhuis optreden rond de operatiewond of rondom de heupprothese. Wondinfecties worden meestal behandeld met antibiotica. • Trombose. Door een operatie en bedrust neemt de kans op het krijgen van trombose toe. Trombose is een bloedprop die een bloedvat in het been kan afsluiten. Na de operatie krijgt u bloedverdunnende injecties,
15
Fragmin, om trombose te voorkomen. Deze moet u zes weken gebruiken. Regelmatig bewegen van benen en voeten verkleint de kans op trombose. • Nabloeding. Bij forse wondlekkage of nabloeding moet u contact opnemen met de poli orthopedie, poli chirurgie of de afdeling. • Heupluxatie. Dit komt alleen voor bij een totale heupoperatie of kophalsprothese. Door het naar binnen draaien van het been kan de heupkop uit de kom schieten. Via de fysiotherapie en de verpleegkundige krijgt u uitgelegd welke bewegingen u veilig kunt maken om luxatie te voorkomen.
Liggen en slapen De eerste zes weken na de operatie waarbij u een kophals prothese of een totale heup prothese heeft gekregen moet u op uw rug slapen om het uit de kom schieten van de heup (een heupluxatie) te voorkomen. Na zes weken mag u op uw zij liggen met een kussen tussen uw benen.
Fysiotherapie Bij ontslag uit het ziekenhuis krijgt u een fysiotherapeutische overdracht mee voor de fysiotherapeut die u verder gaat behandelen.
16
Wanneer uw arts waarschuwen Het is belangrijk dat u in de volgende situaties contact opneemt: • als de operatiewond gaat lekken; • als het wondgebied erg gezwollen en rood blijft; • als u niet meer op het geopereerde been kunt staan, terwijl u dat eerst wel kon; • als u koorts heeft hoger dan 38.5º. U kunt contact opnemen met:
• •
de polikliniek orthopedie, telefoon: 040 - 286 4864 of polikliniek chirurgie, telefoon: 040-286 4872
Nacontrole Zes weken na de operatie heeft u een afspraak op de polikliniek orthopedie of polikliniek chirurgie. Vóór het bezoek aan de polikliniek wordt een röntgenfoto gemaakt. De orthopeed of chirurg beoordeelt deze tijdens uw polikliniekbezoek. Na een jaar wordt deze controle nog een keer herhaald. De afspraak zal plaatsvinden op ………………dag om …………… uur.
17
Heeft u nog vragen Deze folder is niet bedoeld als vervanging van de mondelinge informatie maar als aanvulling daarop. Hierdoor is het mogelijk om alles nog eens rustig na te lezen. Heeft u nog vragen, stel ze dan gerust aan de verpleegkundige of neem contact op met: Polikliniek orthopedie, telefoon: 040 - 286 4864 Polikliniek chirurgie, telefoon: 040-286 4872 Afdeling orthopedie/traumatologie,telefoon: 040-286 4840 www.orthopediegeldrop.nl
18
Notities Heeft u na het lezen van deze folder vragen? Wij raden u aan ze hier op te schrijven. Dan weet u zeker dat u ze niet vergeet. ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— ————————————————————————————————— —————————————————————————————————
19