Gebroken heup U bent het ziekenhuis binnengekomen via de afdeling Spoedeisende Hulp. Daar is gebleken dat uw heup is gebroken. Samen met de medisch specialist heeft u en/of uw familie besloten dat u aan deze heup wordt geopereerd. In deze folder krijgt u informatie over deze operatie, uw opname en de herstelperiode.
Neem altijd uw vens verzekeringsgege wijs mee! en identiteitsbe
Inhoud Oorzaak en klachten gebroken heup
4
Diagnose en onderzoek
4
Het heupgewricht
4
Een gebroken heup
5
De opname
7
Voorbereiding op de operatie
9
De operatie
9
Na de operatie
9
Pijn
9
Mogelijke complicaties
10
Gesprek met u en/of uw familie
11
Osteoporose
11
Doorliggen
12
Voeding
12
In de war
13
2
Gebroken heup
Revalidatie
14
Transferbureau
15
Ontslag
16
Na ontslag uit het ziekenhuis
16
Adviezen en leefregels
18
Telefonisch spreekuur
19
Vragen
19
3
Oorzaak en klachten gebroken heup Bij oudere mensen die vallen komt een gebroken heup regelmatig voor. De oorzaak van het vallen kan verschillend zijn, zoals een stoepje dat niet is gezien of een mat waarover men uitglijdt. Ook duizeligheid kan een aanleiding zijn tot vallen. Oudere mensen hebben een grotere kans om bij het vallen iets te breken, omdat door botontkalking hun botten vaak brozer zijn. Als u door de val uw heup heeft gebroken, is bewegen van het been erg pijnlijk. Meestal kunt u niet meer lopen of staan. Vaak ligt het been naar buiten gedraaid en lijkt het korter. Rondom de heup kan zwelling ontstaan en later een blauwe plek.
Diagnose en onderzoek De meeste patiënten met een gebroken heup komen binnen via de Spoedeisende Hulp (SEH). De arts van de Spoedeisende Hulp onderzoekt u en laat röntgenfoto’s maken van het bekken en eventueel van het been. Op deze foto’s is meestal precies te zien of en waar het bot is gebroken. Op de SEH wordt ook uw bloed geprikt en op indicatie een foto van de longen gemaakt. Als u ouder bent dan 60 jaar of bekend bent met hartklachten wordt er een hartfilmpje gemaakt. Afhankelijk van de uitslag van de onderzoeken beoordelen andere specialisten (bijvoorbeeld een cardioloog of een internist) voor de operatie ook nog uw gezondheidstoestand.
Het heupgewricht Een gewricht vormt de beweeglijke verbinding tussen twee botten. Het is bekleed met een laagje glad en veerkrachtig kraakbeen en wordt gesmeerd door gewrichtsvocht. Dit zorgt ervoor dat de gewrichtsvlakken gemakkelijk langs elkaar glijden. Het heupgewricht is een kogelgewricht. Het ene deel van dit gewricht heeft de vorm van een kom en het andere de vorm van een kop. Deze past precies in de kom en verbindt zo het bovenste deel van het dijbeen
4
Gebroken heup
met het bekken. Door het heupgewricht kan het been naar alle kanten draaien. Banden, pezen en spieren zorgen voor stabiliteit van het heupgewricht. Zie figuur 1.
Figuur 1
Een gebroken heup Een heup kan op verschillende plaatsen breken. Zie figuur 2.
5
A. breuk in de hals onder de kop van het dijbeen (mediale heupfractuur) B.: breuk net boven de verdikking van het dijbeen (laterale heupfractuur) C.: breuk precies bij de verdikking van het dijbeen (pertrochantere fractuur) D. breuk net onder de verdikking van het dijbeen (subtrochantere fractuur) Figuur 2
Behandeling van een gebroken heup Een gebroken heup wordt meestal operatief behandeld. Bij een operatie kunnen de botstukken aan elkaar worden gezet met behulp van pennen, plaatjes of schroeven. Ook kan er gebruik worden gemaakt van een kophals- of heupprothese. Zie figuur 3. Dit is afhankelijk van waar de heup is gebroken, de leeftijd, de gezondheidstoestand van de patiënt en de sterkte van het bot.
6
Gebroken heup
Figuur 3 A Kophalsprothese D Gammanail B DHS (dynamische heupschroef ) E Totale heupprothese C 3 gecanuleerde schroeven Om complicaties te voorkomen streven wij ernaar uw operatie binnen 24 uur na opname uit te voeren. Dit is volgens de algemene landelijke richtlijn.
De opname Vanaf de Spoedeisende Hulp wordt meestal opgenomen op de Spoedafdeling of op de afdeling Traumatologie. Op deze afdeling blijft u tot aan de operatie. Een verpleegkundige geeft u informatie over de gang van zaken rond de operatie. Ook worden er vragen gesteld over uw gezondheid, voedingstoestand, medicijngebruik en uw thuissituatie. Een heupfractuur is altijd een spoedopname. U kunt zich niet op deze opname voorbereiden. Wij vragen uw familie thuis spullen voor u op te halen, die u in het ziekenhuis nodig heeft: • medicijnen die u gebruikt in de originele verpakkingen of een een actueel medicatieoverzicht) • toiletspullen • ochtendjas • hulpmiddelen en/of protheses, zoals bril en hoorapparaat • voldoende ondergoed en comfortabele (nacht)kleding, bij voorkeur wijde bovenkleding met voorsluiting • lectuur en dergelijke • goed ingelopen, stevige platte schoenen en pantoffels. • badstofsokken Wij raden u aan om sieraden en ander kostbaarheden mee te geven aan uw familie. Het ziekenhuis is niet aansprakelijk als u ze kwijtraakt. Preoperatief onderzoek en verdoving Voor de operatie beoordeelt de anesthesioloog uw gezondheidstoestand. Zo
7
kan worden ingeschat hoe eventuele risico’s ten gevolge van de anesthesie (verdoving) zoveel mogelijk kunnen worden beperkt. Een goede verdoving is bij een operatie immers erg belangrijk. Bij een operatie aan een gebroken heup kan de anesthesioloog kiezen voor een ruggenprik of algehele narcose. Welke verdoving u krijgt hangt af van uw voorkeur, leeftijd, uw algehele conditie en van de operaties die eventueel al eerder bij u hebben plaatsgevonden.
Voorbereiding op de operatie • Op de Spoedeisende Hulp krijgt u een infuus. Hiermee krijgt u vocht en medicijnen (pijnstilling, antibiotica en narcosemiddelen) rondom de operatie toegediend. • Als u dezelfde dag nog wordt geopereerd, mag u direct niets meer eten of drinken. Indien u de volgende dag wordt geopereerd mag u tot ‘s avonds 0.00 uur nog eten en drinken daarna moet u nuchter blijven. U mag alleen iets drinken als de verpleegkundige dit aangeeft. • Bij vrouwen wordt op de SEH al een urinekatheter ingebracht (bij mannen gebeurt dit op de operatiekamer). • Voor de operatie moet u uw horloge en sieraden afdoen en nagellak en make-up verwijderen. • Als u helemaal onder narcose gaat, moet u voor de operatie uw eventuele gebitsprothese en uw contactlenzen uitdoen. Op de afdeling krijgt u operatiekleding aan. • Het kan zijn dat u van de verpleegkundige medicijnen krijgt ter voorbereiding op de operatie.
De operatie De orthopedisch chirurg (in opleiding) of een chirurg (in opleiding) opereert u. Tijdens de operatie bent u onder voortdurende controle van de anesthesioloog en anesthesieassistent. Deze bewaken onder meer uw ademhaling, hartslag en bloeddruk.
8
Gebroken heup
Kophals- of totale heupprothese De arts maakt een snee aan de zijkant van uw bovenbeen en schuift de spieren opzij. Na opening van het gewrichtskapsel wordt de heupkop uit de kom gehaald en onder de botbreuk bij de verdikking van het dijbeen afgezaagd. Daarna bevestigt de arts de nieuwe heupkop met de steel in het dijbeen. Als u een totale heupprothese krijgt, plaatst de arts ook nog een heupkom in de kom van het bekken. De wond wordt gehecht met een soort nietjes (agrafes) die twee weken na de operatie verwijderd moeten worden. Gebruik van een DHS, Gammanail of gecanuleerde schroeven De arts maakt kleine sneetjes in de huid van het bovenbeen en aan de zijkant van de heup. Terwijl de arts uw gebroken heupbeen aan elkaar zet, worden er steeds röntgenfoto’s gemaakt om de stand van het materiaal en van de breukvlakken ten opzichte van elkaar te controleren. De wond wordt gehecht met hechtingen die vanzelf oplossen, of met draadhechtingen of nietjes (agrafen) die twee weken na de operatie verwijderd moeten worden.
Na de operatie Na de operatie ligt u nog een poosje op de uitslaapkamer totdat de verdoving is uitgewerkt. Via het infuus krijgt u extra vocht toegediend. Het is mogelijk dat u een drain heeft. Dit is een dun slangetje dat bij de wond naar buiten komt en het bloed en wondvocht afvoert. Vanaf de uitslaapkamer gaat u naar de verpleegafdeling. Als u gearriveerd bent op de verpleegafdeling belt de verpleegkundige uw contactpersoon. Het kan ook zijn dat u voor extra controle een nacht op de afdeling Medium Care blijft, de verpleegkundige van de afdeling zal u dan een folder postoperatieve zorg op de medium care geven met informatie over uw verblijf op de medium care. Als alles goed gaat, mag u de dag na de operatie naar de verpleegafdeling. Het been kan gezwollen en pijnlijk zijn. Dit komt ook omdat u gevallen bent waardoor het omliggende weefsel gekneusd is. Als u pijn heeft of misselijk bent, geef dit dan door aan de verpleegkundige. U krijgt hier dan iets voor. Om trombose te voorkomen krijgt u zes weken lang, dagelijks via een
9
onderhuidse injectie een bloedverdunnende middel. Als u daartoe in staat bent, mag u dit bij uzelf doen. De verpleegkundige zal u dit leren. Wanneer u voor de operatie al bloedverdunnende middelen gebruikte, mag u met deze spuitjes stoppen zo gauw de bloedverdunnende medicijnen weer goed zijn ingesteld. De arts zal dit met u bespreken. Als er een Kophals protheseof Totale heup-prothese is geplaatst, krijgt u meteen na de operatie een drukverband (spicaverband). Dit verband blijft drie dagen zitten.
Pijn U kunt na de operatie pijn hebben. Geef dit vooral door aan de arts of de verpleegkundige. Zij vinden het belangrijk dat u zo min mogelijk pijn heeft. U krijgt dan iets tegen de pijn. Elke dag wordt bijgehouden hoeveel pijn u nog heeft. In de folder pijnregistratie kunt u een en ander hierover doorlezen.
Mogelijke complicaties • Elke ingreep gaat gepaard met een verhoogd risico op complicaties, zoals trombose, longontsteking, nabloeding en wondinfectie. • Een infectie is een vervelende complicatie. Het kan weefselbeschadiging geven, waarvoor weer een operatie nodig is. Als u meer pijn krijgt, de huid zwelt en rood is en koorts krijgt, neem dan altijd contact met ons op. Doe dat ook als er vocht of pus uit de wond komt. • Omdat u tijdens en vlak na de operatie veel stil ligt in bed en na de operatie niet zo vlot ter been bent, kan er een verstopping van een bloedvat in het been (trombose) ontstaan. Wanneer dit niet behandeld wordt, kan er een stolsel naar de longvaten of hersenvaten schieten. Dit kan zeer ernstige gevolgen hebben. Om dit te voorkomen krijgt u zes weken lang elke dag een injectie met een bloedverdunnend medicijn. • Bij de operatie worden sneden in de huid gemaakt. Er kan daardoor een huidzenuw worden beschadigd. De huid eromheen kan daarna wat doof aanvoelen of juist extra gevoelig zijn. Meestal verdwijnen deze klachten in de loop van de tijd. • Als er een totale heupprothese of een kophalsprothese is geplaatst, komt
10
Gebroken heup
het soms voor dat de kop uit de kom van de heup schiet. Vooral de eerste zes weken na de operatie is de kans hierop groter. Dit komt omdat het gewrichtskapsel van de heup bij de operatie is opengemaakt en enige weken nodig heeft om te herstellen. U mag daarom de dagen dat u in het ziekenhuis ligt alleen op uw rug liggen. Ook wordt er een speciaal kussen tussen uw benen gelegd. Na uw verblijf in het ziekenhuis is het wel toegestaan om op uw zij te liggen. U mag dan op beide zijden liggen of slapen met een dik kussen (of een opgerolde deken) tussen de benen. De verpleegkundigen en de fysiotherapeut zullen uitleggen hoe u het uit de kom schieten van de heupkop kunt voorkomen. • Doordat de heup gebroken is, kan er een beenlengteverschil ontstaan. Het been kan korter worden aan de kant waarvan de heup gebroken is, omdat de uiteinden van de botstukken wat over elkaar kunnen schuiven. Wanneer het verschil meer dan één centimeter bedraagt en leidt tot klachten, adviseren we in veel gevallen een verhoogde schoenzool om het beenlengteverschil te corrigeren. We raden aan dit na zeven weken te doen, na een bezoek aan de verpleegkundig specialist of orthopedisch chirurg. Na het plaatsen van een totale heupprothese of een kophalsprothese kan het been langer worden. Om een betere passing van de heupprothese te krijgen is soms enige beenverlenging onontkoombaar. Meestal is het beenlengteverschil van tijdelijke aard door een disbalans van de heupspieren.
Gesprek met u en/of uw familie Op de eerste of tweede dag na de operatie zal de verpleegkundige met u en of uw familie een aantal zaken bespreken. Zo wordt er uitleg gegeven over de operatie, het revalidatieproces en de verblijfsduur in het ziekenhuis. Daarnaast krijgt u informatie over osteoporose (botontkalking), decubitus (doorliggen), voeding en delier (acute verwardheid). Hieronder worden deze onderwerpen kort toegelicht.
11
Osteoporose Bij mensen met osteoporose (botontkalking) is er na een val een verhoogde kans op botbreuken. Daarom krijgen patiënten tussen de 50 en 80 jaar die hun heup hebben gebroken een botdichtheidmeting (DEXA scan). Dit onderzoek vindt acht tot tien weken na de operatie plaats. Als er bij u osteoporose wordt vastgesteld, krijgt u een uitnodiging voor een gesprek met een verpleegkundig consulent en een internist op de osteoporosepoli. Zij vertellen u meer over de behandeling van osteoporose. In de folders “Osteoporose” en “Osteoporose en voeding” vindt u meer informatie over de behandeling.
Decubitus Decubitus (doorliggen) is een beschadiging van de huid die kan ontstaan wanneer men lang in één houding ligt. Als u langdurig zit of ligt, worden de kleine bloedvaatjes in uw huid dichtgedrukt. Hierdoor krijgen de cellen in de huid te weinig zuurstof en voedingsstoffen en raken de bloedvaatjes beschadigd. De huid ziet dan rood en kan stuk gaan. Vooral uw stuit, hielen en heupen kunnen gevoelig zijn voor decubitus. Als u ouder bent, is de kans op decubitus groter, omdat uw huid en bloedvaatjes minder veerkrachtig zijn dan die van jonge mensen. Het is daarom belangrijk dat u voldoende beweegt en genoeg eet en drinkt. De verpleegkundige zal u uitleg en instructies geven om decubitus te voorkomen. In de folder “Doorliggen voorkomen” vindt u meer informatie hierover.
Voeding Ongeveer één op de drie patiënten is ondervoed of loopt kans om tijdens de opname in het ziekenhuis ondervoed te raken. Het gevolg hiervan kan een verminderde lichamelijke conditie zijn en een trager herstel na de operatie. Het is daarom belangrijk dat ondervoeding zo snel mogelijk wordt herkend en behandeld.
12
Gebroken heup
Bij uw opnamegesprek stelt de verpleegkundige u vragen over uw gewicht, eetlust en over wat u eet. Wanneer hieruit blijkt dat er sprake is van ondervoeding komt de diëtist bij u langs om een en ander te bespreken. U zult het advies krijgen om tijdelijk voeding te gebruiken die extra calorieën en eiwitten bevat. Daarnaast krijgt u tussendoortjes die ervoor zorgen dat u sneller aansterkt. In de folder Energie- en eiwitrijk voeding staat dit uitgebreid uitgelegd (deze krijgt u van de diëtist). Ook als uw voedingstoestand goed is, is het voor uw herstel belangrijk dat u na de operatie voldoende eet en drinkt. Om in een goede voedingstoestand te blijven heeft u per dag het volgende nodig: 50-70 jaar
70 jaar en ouder
brood aardappelen of rijst/pasta groente fruit zuivel
4-6 sneden 3-4 aardappelen 3-4 opscheplepels 4 groentelepels 2 stuks 500ml melkproducten
vlees/vervanging halvarine/margarine vocht
1 plak kaas 100-120 gram 20-35 gram 1500 ml
3-4 sneden 2-3 aardappelen 2-3 opscheplepels 3 groentelepels 2 stuks 550 ml melkproducten 1 plak kaas 100-120 gram 25-35 gram 1700 ml
De kleinste hoeveelheden gelden voor vrouwen en de grootste voor mannen.
Delier Als u ouder bent dan 70 jaar, schat de verpleegkundige op de Spoedafdeling met behulp van vragenlijsten in hoe groot de kans is dat u tijdens of na de
13
operatie verward raakt. Deze vorm van acute verwardheid heet delier. Dit is wat anders dan dementie. Een delier gaat over het algemeen over. Ze treedt op doordat het hele lichaam ontregeld is. Als uit de uitkomsten van de vragenlijsten blijkt dat de kans op een delier verhoogd is, houden de verpleegkundigen de eerste drie tot vijf dagen een delier registratie bij. Om de kans op een delier zo klein mogelijk te houden, worden zo nodig speciale medische of verpleegkundige maatregelen getroffen. Ook wordt de geriater (ouderenspecialist) geraadpleegd. Ondanks al deze voorzorgsmaatregelen, kan na de operatie toch een delier optreden. Iemand met een delier is afwisselend onrustig of apathisch en reageert vreemd. De patiënt lijkt dromerig, kan zich niet concentreren en is vergeetachtig. Men weet vaak niet waar men is, kan niet logisch denken, herkent dierbare personen niet meer, spreekt wartaal en ziet dingen die er niet zijn (waanbeelden). Als u of uw familie merkt dat u geestelijk anders functioneert, is het verstandig dit bij de verpleegkundige te melden. Als er bij u sprake is van een delier, informeert de verpleegkundige u en uw familie wat dit inhoudt. Daarnaast krijgt u de folder “In de war”.
Revalidatie De fysiotherapeut komt doordeweeks iedere dag bij u langs om te oefenen. Afhankelijk van uw vorderingen krijgt u zo nodig ook in de weekenden en op feestdagen fysiotherapie. U begint met oefenen in bed, dan volgen oefeningen in de stoel. Als u daar aan toe bent oefent u het lopen met een looprekje. Vervolgens oefent u het lopen met een looprekje, rollator of elleboogkrukken. Iedereen herstelt in zijn eigen tempo. Misschien herstelt u snel of juist wat langzamer. Dat is geen probleem. Op de revalidatie-unit van het verpleeghuis gaan ze gewoon verder met de fysiotherapie. Als u na ontslag uit het ziekenhuis niet naar een revalidatie-unit gaat maar naar huis, krijgt u een verwijzing mee voor fysiotherapie.
14
Gebroken heup
Oefeningen die u zelf kunt doen (ook na ontslag uit het ziekenhuis) Tijdens uw ziekenhuisopname heeft de fysiotherapeut u oefeningen voor uw heup aangeleerd. Doe deze oefeningen drie keer per dag en herhaal iedere oefening 15 tot 20 keer. In rugligging 1. Knie strekken. 2. Knie optrekken. 3. Been gestrekt over de onderlaag naar buiten schuiven. 4. Bilspieren aanspannen. In zit 1. Knie strekken, waarbij het bovenbeen op de stoel blijft rusten . 2. Knie optrekken richting borst. Bij een kophalsprothese of totale heupprothese gaat u niet verder dan 90°, volgens de instructies van de fysiotherapeut. 3. Knieën zover mogelijk spreiden. In stand (houdt u met beide handen ergens aan vast) 1. Benen om beurten zijwaarts heffen 2. Benen om beurten achterwaarts heffen 3. Knieën om beurten voorwaarts heffen.
Ontslag Zeven dagen na opname zijn de meeste patiënten met een gebroken heup medisch gezien uitbehandeld. U moet nog wel verder revalideren. Afhankelijk van uw herstel en de vorderingen die u maakt, is het soms mogelijk dat u vanuit het ziekenhuis rechtstreeks naar huis gaat. Dit hangt af van uw thuissituatie en de hulp die u daar kunt krijgen. Het transferbureau in het ziekenhuis bekijkt samen met u, uw familie en de verpleegkundige welke zorg u nodig heeft.
15
Als u gaat revalideren in een verpleeghuis dan wordt u opgenomen op een speciale revalidatie-unit. Rijnstate werkt hiervoor nauw samen met de verpleeghuizen Regina Pacis, Pleyade Revalidatie, Oranje Nassau Oord, Liemerije en de Lingehof . Met deze verpleeghuizen zijn duidelijke afspraken gemaakt over het verdere revalidatietraject. Zo kunt u er zeker van zijn dat de kwaliteit van zorg en de revalidatie van het ziekenhuis, naadloos wordt voortgezet op de revalidatie-units van deze verpleeghuizen. Als u verward bent of tijdens uw opname een periode van acute verwardheid heeft doorgemaakt, kunt u meestal gaan revalideren in Pleyade Revalidatie. Hier vindt u de zorg die u nodig heeft. Meer informatie hierover vindt u in de folder Het DELREVA project. De opname in het ziekenhuis kan langer nodig zijn bij complicaties of als de arts anders beslist.
Transferbureau Op de derde dag na de operatie krijgt u bezoek van een medewerker van het transferbureau. Samen met u en/of uw familie bespreekt zij welke zorg na ontslag nodig is en hoe u deze zorg gaat krijgen. Zij zal u hier ook aanvullende folders over geven. U kunt een voorkeur voor één van de verpleeghuizen aangeven (dit geldt niet bij het DELREVA-project) Het transferbureau houdt rekening met uw voorkeur, maar kan u in verband met wachtlijsten niet garanderen dat u uiteindelijk ook in het verpleeghuis van uw keuze terecht kunt.
Na ontslag uit het ziekenhuis Afhankelijk van de ernst van de val, de uitgevoerde operatie en individuele factoren, heeft u na de operatie nog enige tijd last van het operatiegebied. De eerste tijd zullen uw been en het gebied rondom de wond wat opgezet zijn en warm aanvoelen. Dit wordt geleidelijk minder. Ook is het mogelijk dat u
16
Gebroken heup
bloeduitstortingen (blauwe plekken) heeft. Die kunnen naar beneden in de kuit en voet zakken, maar deze verdwijnen vanzelf. De eerste maanden zal uw heup nog gevoelig zijn, niet alleen door de operatie maar ook door de val. U zult daar geleidelijk aan steeds minder last van hebben. Toch kunt u wat last blijven houden van stijfheid, omdat de spieren rond de heup wat korter kunnen zijn geworden. Als de wond gehecht is met onoplosbare hechtingen of nietjes (afgraven) dan moeten deze twee weken na de operatie door een (huis)arts of verpleegkundige worden verwijderd. Voor het verwijderen van de nietjes krijgt u bij ontslag uit het ziekenhuis een tangetje mee. Controle afspraak bij de verpleegkundig specialist Gemiddeld zes tot acht weken na het ontslag uit het ziekenhuis komt u op controlebezoek bij de verpleegkundig specialist op de polikliniek orthopedie. Afhankelijk van het type operatie wordt er een röntgenfoto van de heup gemaakt. De verpleegkundig specialist onderzoekt hoe uw heup functioneert en geeft u advies over de te volgen leefregels, welke loophulpmiddelen u mag gebruiken en over uw verdere revalidatie.
Adviezen en leefregels • Om trombose te voorkomen krijgt u zes weken lang dagelijks via een onderhuidse injectie een bloedverdunnende middel toegediend. • Laat u de eerste weken helpen bij dagelijkse activiteiten zoals wassen, aankleden en eventuele huishoudelijke klusjes. • Doe de oefeningen die de fysiotherapeut in het ziekenhuis of verpleeghuis u heeft aangeleerd. Dit bevordert de genezing. • Het lopen met rollator of krukken: u blijft de rollator / krukken gebruiken op de manier die de fysiotherapeut van het ziekenhuis en/of van het verpleeghuis u heeft geleerd. • Traplopen (met krukken): bij het traplopen moet u altijd de leuning gebruiken en de krukken in de andere hand nemen. Bij het omhoog
17
gaan eerst het niet geopereerde been en dan het andere been en de kruk bijzetten. Bij het omlaag gaan eerst de kruk en het geopereerde been, daarna het andere been bijzetten. Autorijden en buiten fietsen mag u meestal weer zes weken na de operatie. De verpleegkundig specialist zal hierover adviezen geven als u bij haar op controle komt. Fietsen op de hometrainer mag al eerder. Voor de wondverzorging en pijnstilling: zie de folder ‘Na een opname bij orthopedie, chirurgie en traumatologie’. Speciale adviezen en leefregels voor de eerste zes weken na de operatie wanneer u een kophals- of totale heupprothese heeft gekregen: • U mag op beide zijden liggen maar plaats wel een kussen (of opgerolde deken) tussen uw benen. • Zet uw nachtkastje aan de kant van de heup waaraan u bent geopereerd en stap ook aan deze kant in en uit bed. • De hoek in de heupen mag bij voorkeur niet meer kleiner worden dan 90 graden. Zit op een hogere stoel, liefst met armleuningen en sla uw benen niet over elkaar. Ook mag u niet hurken. • Vermijd onverwachte bewegingen. Het gewrichtskapsel biedt nog onvoldoende stevigheid, zodat de de kop uit de kom kan schieten. • Gebruik zo nodig hulpmiddelen als een toiletverhoger, een lange schoenlepel, een ‘helping hand’, elastische veters en beugels in douche of toilet. Deze hulpmiddelen zijn verkrijgbaar bij een thuiszorgwinkel bij u in de buurt. Speciale adviezen en leefregels die u bij voorkeur altijd in acht moet nemen na een kophals- of heupprothese • Bij voorkeur niet meer hurken • Bij voorkeur niet met de knieën over elkaar zitten • De hoek in de heupen mag bij voorkeur niet meer kleiner worden dan 90 graden.
18
Gebroken heup
Telefonisch spreekuur Mocht u na ontslag uit het ziekenhuis nog vragen hebben dan kunt u de verpleegkundig specialist telefonisch bereiken. U kunt hiervoor een afspraak maken via de polikliniek Orthopedie via telefoonnummer 088 – 005 7744.
Vragen Wanneer u nog vragen heeft over de informatie in deze folder, beantwoorden wij die graag voor u. Neem gerust contact met ons op via de polikliniek Orthopedie. Polikliniek Orthopedie Rijnstate Arnhem : 088 - 005 77 44 Voor informatie over de verpleeghuizen kunt u telefonische contact opnemen met het betreffende verpleeghuis: Verpleeghuis Regina Pacis Velperweg 158 6824 MD Arnhem Telefoonnummer voor kennismaking: 0800 - 2883689 Pleyade Revalidatie
Slochterenweg 2 6835 CB Arnhem Revalidatieafdeling Dille Telefoonnummer: 026 - 751 7300 Verpleeghuis Oranje Nassau’s Oord Kortenburg 4 6871 NE Renkum Telefoonnummer voor kennismaking : 0317 - 319100 Verpleeghuis De Lingehof Gouden Appel 122
19
6681 WP Bemmel Telefoonnummer voor kennismaking: 0481 - 470700
Bij Rijnstate kunt u telefonisch en voor de meeste specialismen via www.rijnstate.nl uw afspraak maken. Rijnstate, uw ziekenhuis in de regio Arnhem, Rheden en De Liemers. @rijnstate facebook.com/rijnstate
Rijnstate Postbus 9555 6800 TA Arnhem T 088 - 005 8888 E
[email protected] www.rijnstate.nl
072860/2016-04 Uitgave: Afdeling Marketing & Communicatie Rijnstate, 2016
Verpleeghuis de Liemerije Hunneveldweg 12 6903 ZN Zevenaar Telefoonnummer voor kennismaking: 088 - 044 1988