Colostoma Op advies van uw behandelend arts heeft u besloten een operatie aan de dikke darm te ondergaan. Daarbij wordt een tijdelijk of blijvend stoma aangelegd. Het krijgen van een stoma is een ingrijpende gebeurtenis. In deze folder vindt u informatie over de gang van zaken rond de operatie en de stoma. Daarnaast krijgt u adviezen over het leven met een colostoma.
Neem altijd uw vens verzekeringsgege wijs mee! en identiteitsbe
Inhoud Het spijsverteringskanaal
3
De stoma Soorten stoma’s Een colostoma
5 5 5
Het verblijf in het ziekenhuis Voor de operatie Na de operatie Ontslag en nazorg Mogelijke complicaties
5 5 6 7 8
Verzorging van de colostoma Het opvangsysteem Het verwisselen van het opvangsysteem Spoelen
9 9 9 11
Leven met een colostoma Tips
12 15
Meer informatie Stomaverpleegkundige Patiëntenorganisatie
16 16 16
2
Colostoma
Het spijsverteringskanaal Op de tekening ziet u het spijsverteringskanaal. Het spijsverteringskanaal loopt van mond tot anus en is nodig voor de vertering van de voeding. Via mond en slokdarm komt het voedsel in de maag, waar het door maagsappen vermengd wordt tot een dunne brij. Onderaan de maag zit een spier die ervoor zorgt dat het voedsel met kleine hoeveelheden in de dunne darm komt. In de dunne darm wordt het voedsel verder vermengd met andere spijsverteringssappen en begint de opname van de voedingsstoffen via de darmwand in het bloed. De spijsverteringssappen zorgen voor de afbraak van het voedsel. Als de voedselbrij de 4 à 5 meter dunne darm is gepasseerd, zijn alle stoffen die het lichaam nodig heeft, opgenomen via de darmwand. De voedselbrij komt nu in de dikke darm. De dikke darm dikt de voedselbrij in door vocht en ook zout aan de brij te onttrekken. Wat overblijft verzamelt zich in het onderste gedeelte van de dikke darm en verlaat via de anus ons lichaam in de vorm van ontlasting.
3
Na het aanleggen van de stoma komt de ontlasting niet meer op de natuurlijke manier zoals u gewend was. Het woord ‘stoma’ komt uit het Grieks en betekent mond of uitmonding. Een stoma is letterlijk een kunstmatige uitmonding op de buik. Bij een colostoma is de dikke darm door een opening in de buikwand in de huid vastgehecht. De stoma heeft geen kringspier. Dit betekent dat de ontlasting uit de stoma komt, zodra het daar is aangekomen. U heeft er dus geen controle over. Om de ontlasting op te vangen wordt er een zakje op de buik geplakt. Hoe de ontlasting er uit ziet, hangt af van de plaats waar de stoma in de dikke darm is aangelegd. De dikke darm zorgt voor het onttrekken van vocht uit de voedselresten. Als de stoma in het laatste deel van de dikke darm wordt aangelegd, zal de ontlasting over het algemeen ‘vast’ zijn. Wordt de stoma echter aan het begin van de dikke darm aangelegd, dan zal de ontlasting nog veel vocht bevatten en dus dunner zijn
4
Colostoma
De stoma Soorten stoma’s Er zijn drie soorten stoma’s. Een colostoma, een ileostoma en een urinestoma. Een colostoma is een kunstmatige uitgang van de dikke darm, een ileostoma is een kunstmatige uitgang van de dunne darm en een urinestoma is een kunstmatige uitgang voor urine. Een colostoma Een colostoma wordt meestal aangelegd wanneer het laatste gedeelte van de dikke darm is verwijderd. Het uiteinde van het gezonde stuk dikke darm wordt door de buikwand naar buiten geleid, omgestulpt en als stoma in de huid gehecht. Een stoma ziet er rood doorbloed uit, zoals de binnenkant van uw wang. De stoma zelf is gevoelloos. Bij het schoonmaken kan deze een beetje gaan bloeden, maar dat is niet erg.
Als het laatste deel van de dikke darm wordt verwijderd, wordt de stoma links op de onderbuik aangelegd. De darm zorgt er dan voor dat de ontlasting normaal wordt gevormd. Wanneer een groter deel van de dikke darm weggenomen is, kan de stoma rechts op de buik aangelegd zijn. In dat geval zal de ontlasting dunner zijn. Als het nodig is om een deel van de dikke darm tijdelijk buiten werking te stellen, wordt de stoma, afhankelijk van de plaats van de aandoening, rechts of links op de buik aangelegd
Het verblijf in het ziekenhuis Voor de operatie Voor de operatie komt de stomaverpleegkundige om de juiste plaats van
5
de stoma op de buik te bepalen. Zij houdt hierbij rekening met factoren als plooien en littekens op de buik, de kleding die u draagt en of u de plaats kunt zien. Als u rolstoelgebruiker bent of een orthopedisch corset of beugel draagt, is het wenselijk dat u die meeneemt naar het ziekenhuis. Dit is belangrijk om later uw leefpatroon te hervatten en problemen van lekkage en huidirritatie te voorkomen. De stomaverpleegkundige zal met behulp van een huidplak en eventueel een zakje bekijken wat de juiste plaats is. Met een watervaste stift markeert zij de plaats. Soms zet zij links en rechts een stip op de buik, omdat er meerdere plaatsen mogelijk zijn. De chirurg zal proberen tijdens de operatie de gemarkeerde plaats te gebruiken voor het aanleggen van de stoma. Na de operatie De eerste dagen na de operatie zijn niet gemakkelijk. U voelt zich ziek en afhankelijk. Bovendien moet u wennen aan de aanwezigheid van de stoma. Deze ziet er gezwollen uit en er kan bloederig vocht en lucht uit komen. Het kan ongeveer een week duren, voordat de stoma echt ontlasting produceert. Direct na de operatie zit er een stomazakje op uw buik. Dit bestaat uit een plak van huidvriendelijk materiaal met daaraan vast een doorzichtige zak. Zo kunnen de arts en de verpleegkundige de stoma goed bekijken zonder dat zij het stomazakje eraf moeten halen. Het stomazakje kan geleegd worden, maar moet wel dagelijks vervangen worden door een schoon stomazakje. Als de ontlasting op gang komt en de stoma goed doorbloed is, kunnen beige zakjes gebruikt gaan worden. De verpleegkundige laat u het materiaal zien en legt uit hoe het wordt gebruikt. Zo nodig kan de stomaverpleegkundige u ander materiaal adviseren. Daags na de operatie komt de stomaverpleegkundige bij u langs om te horen hoe de operatie is verlopen en om de stoma te bekijken. Indien afgesproken of nodig kunnen zij het stomamateriaal aanpassen. De eerste dagen na de operatie verzorgt een afdelingsverpleegkundige de stoma. Als er vragen of problemen zijn bij de stomazorg kunnen de afdelingsverpleegkundigen contact opnemen met de stomaverpleegkundige voor advies.
6
Colostoma
Als u enigszins hersteld bent, leert de afdelingsverpleegkundige hoe u de stoma zelf kunt verzorgen. Zij maken in overleg met u een afspraak met een naast familielid om de verzorging van de stoma uit te leggen. De eerste dagen na het ontslag uit het ziekenhuis voelt u zich nog niet zo zeker en dan is het handig als er iemand in de buurt is die ook eens gezien heeft hoe de stoma verzorgd wordt.
Ontslag en nazorg Als de ontslagdatum bekend is, bestelt de stomaverpleegkundige het materiaal dat u thuis nodig heeft bij een medisch speciaalzaak. Op de afgesproken datum wordt het bij u thuisbezorgd. De stomaverpleegkundige schrijft een machtiging voor vergoeding van het stomamateriaal. Uw medisch speciaalzaak regelt de vergoeding rechtstreeks met de zorgverzekeraar. De stomamaterialen gaan van de eigen bijdrage af. Voordat u uit het ziekenhuis wordt ontslagen komt de transferverpleegkundige bij u langs om te bespreken welke ondersteuning u thuis nodig heeft. Zij zal dit voor u zo nodig regelen bij de thuiszorg. Bij ontslag uit het ziekenhuis krijgt u een afspraak mee voor controle bij de behandelend arts en de stomaverpleegkundige. Ook krijgt u van de afdeling bij ontslag een stomaboek mee. Hierin staan gegevens over de operatie en welk materiaal u gebruikt. U kunt hier ook uw eigen vragen in opschrijven voor de stomaverpleegkundige. Het is aan te raden dit boekje bij elk bezoek aan de stomaverpleegkundige of specialist mee te nemen. Veranderingen in materiaal of eventuele verzorgingsadviezen kunnen dan worden opgeschreven voor uzelf, de thuiszorg medewerkers of medewerkers van verzorgingshuizen. Bij bezoek aan de stomapoli is het wenselijk dat u een stomazakje en bij een tweedelig systeem ook een huidplak meeneemt naar de poli. Het is niet nodig om van tevoren het stomamateriaal te wisselen (tenzij u lekkage heeft). Dit doet de stomaverpleegkundige op de poli.
7
Mogelijke complicaties Geen enkele ingreep is vrij van de kans op complicaties. Zo zijn er ook bij het aanleggen van een stoma de normale risico’s op complicaties van een operatie, zoals trombose, longontsteking, nabloeding, wondinfectie. Daarnaast zijn er nog de volgende specifieke complicaties mogelijk.: • Het darmdeel dat door de buikwand heen gevoerd is, kan problemen met bloeddoorstroming krijgen. De kleur van de stoma verandert dan, de stoma gaat dan donker/zwart kleuren. Als er stuwing optreedt, ziet de stoma er bleek en gezwollen uit. Dit is meestal na een paar dagen over. In een enkel geval, wanneer de bloeddoorstroming erg slecht wordt, moet de stoma opnieuw worden aangelegd. • Het slijmvlies van de darm is heel goed doorbloed en kwetsbaar. Het kan daarom vrij makkelijk bloeden. In het algemeen is dat niet verontrustend. • Het verwijderen van het laatste deel van de dikke darm kan gevolgen hebben voor uw seksuele leven. Door de operatie kunnen er zenuwen en bloedvaten worden beschadigd, wat bij de man kan leiden tot erectiestoornissen. Bij vrouwen kan dit tot gevolg hebben dat de vagina minder vochtig wordt, waardoor vrijen soms pijnlijk kan zijn. Ook het feit dat er een stomazakje op uw buik zit kan een belemmering zijn in uw seksuele beleving. • Door de opening in de buikwand kan er een verdikking naast de stoma ontstaan. Dat is dan mogelijk een buikwandbreuk (hernia). Het kan zijn dat de stomaverpleegkundige u adviseert een steunbandage of steunbroek te gaan dragen om het groter worden van de breuk tegen te gaan. Bij veel klachten en indien technisch mogelijk zal dat operatief hersteld moeten worden. Het kan zijn dat de stoma in enkele gevallen moet worden verplaatst. • Soms treedt er op langere termijn een vernauwing op van de stoma. Oprekken van de stoma kan nog wel eens helpen, maar een nieuwe operatie kan ook nodig zijn.
8
Colostoma
• Op de lange termijn kan de stoma groter worden en gaan hangen. Als het klachten geeft of verzorgingsproblemen , kan een steunband helpen of indien nodig operatief verholpen worden. • Door sterke gewichtstoename kan het zijn dat de stoma lager op de huid komt te liggen. Dit kan verzorgingsproblemen veroorzaken zoals huidirritatie of lekkages. Dan moet u met de stomaverpleegkundige overleggen of materiaalaanpassing nodig is. Heeft u vragen over een van deze complicaties, neem dan contact op met de stomaverpleegkundige.
Verzorging van de colostoma Het opvangsysteem Er zijn twee soorten opvangsystemen: een eendelig en een tweedelig opvangsysteem. Een eendelig opvangsysteem is een zakje met een kleeflaag, dat rechtstreeks op de huid rondom de stoma wordt geplakt. Een tweedelig systeem bestaat uit een huidplak en apart verwisselbare zakjes. De huidplak wordt op de huid rondom de stoma geplakt. Het zakje wordt op de huidplak bevestigd. Omdat de ontlasting in het begin nog dun is, wordt er een zakje gebruikt dat geleegd kan worden aan de onderkant. Dit voor zowel eendelig als tweedelig materiaal. Als de ontlasting vaster van vorm is, dan gebruikt men een zakje dat aan de onderkant gesloten is. Het verwisselen van het opvangsysteem Bij het eendelig opvangsysteem vervangt u het hele systeem als het voor een derde tot een half gevuld is met ontlasting en voor de nacht. Afhankelijk van de hoeveelheid ontlasting heeft u 2 á 3 zakjes per dag nodig. Bij het tweedelige opvangsysteem vervangt u het zakje als het voor een derde tot de helft gevuld is met ontlasting en voor de nacht. Afhankelijk van de hoeveelheid ontlasting heeft u 2 á 3 stomazakjes per dag nodig. De huidplak vervangt u in principe 2 á 3 maal per week.
9
Voor het verwisselen van het opvangsysteem heeft u de volgende materialen nodig: - een eendelig opvangsysteem of een tweedelig systeem bestaand uit een huidplak en opvangzakje; - malletje, schaar en pen (in geval de huidplak niet op maat is geleverd); - droge en natte gazen (zo nodig een paar wattenstokjes); - een afvalzakje. U kunt het opvangsysteem als volgt verwisselen: 1. Knip zo nodig de nieuwe huidplak met behulp van de malmaat 2. Bescherm uw huid en kleding met een handdoek of andere onderlegger. 3. Steun de huid op de plaats waar de huidplak wordt verwijderd. 4. Maak de huidplak voorzichtig van boven naar beneden los van de huid met behulp van een nat gaasje zonder aan de huid te trekken. 5. Dek de stoma, zodra deze zichtbaar is, af met een nat gaasje om eventuele ontlasting op te vangen. 6. Kijk naar de achterkant van de huidplaat. 7. Doe het materiaal meteen in de afvalzak om te voorkomen dat de geur zich blijft verspreiden. 8. Reinig de huid van buiten naar binnen met natte gazen of een washand. 9. Droog de huid rond de stoma deppend met een droog gaasje of een handdoek. 10. Verwijder het beschermpapier van de kleeflaag van de huidplak. 11. Trek met één hand de huid van uw buik strak. 12. Bij een eendelig opvangsysteem: vouw het zakje voor de helft naar buiten toe, hecht de plak aan de onderkant van de stoma en klap vervolgens de plak over de stoma heen. Bij een tweedelig opvangsysteem: plak de huidplak rond de stoma, druk alles goed aan, vooral rondom de stoma, en bevestig het zakje daarna op de huidplak. 13. Controleer of het opvangsysteem goed vast zit.
10
Colostoma
Wanneer u bij het tweedelig opvangsysteem alleen het opvangzakje wilt verwisselen, heeft u, naast een nieuw opvangzakje, droge en natte gazen en een afvalzakje nodig. In dat geval doet u het volgende:
1. 2. 3.
4.
Verwijder het zakje van de huidplak. Doe het materiaal in het afvalzakje. Dek de stoma af met een nat gaasje. Reinig de stoma en de ring op de huidplak met een nat gaasje en zo nodig met een wattenstokje. Let erop dat ook de buitenkant van de ring goed schoon is. Kijk naar de huidplaat of er verweking is en om te beoordelen of de huidplaat vervangen moet worden. Bevestig het zakje op de huidplak en controleer of het goed vast zit.
Spoelen Een techniek die alleen door colostomadragers kan worden toegepast, is het spoelen van de darm. Het voordeel hiervan is, dat u gedurende zo’n 24 uur geheel of vrijwel geheel vrij van ontlasting en dus continent bent. Spoelen is niet voor iedere colostomadrager mogelijk. Dit is onder andere afhankelijk van de operatie die is uitgevoerd. Overleg dit met uw specialist of stomaverpleegkundige.
11
Leven met een colostoma Praten over de stoma Probeer uw gevoelens over uw ziekte en de stoma te delen met uw familie of vrienden. Ook zij zullen met de situatie vertrouwd moeten raken. Dit gaat beter en sneller als u er over praat. Via de Stomavereniging kunt u in contact komen met lotgenoten. Kleding U kunt in principe de kleding dragen die u wilt. Een strakke riem ter hoogte van de stoma wordt afgeraden, omdat dit problemen zou kunnen geven. Bent u gewend een korset of corselet te dragen, dan kan deze zo nodig worden aangepast. Voeding Voor voedingsadviezen verwijzen we u naar de folder ‘Voeding bij een colostoma’ of stel uw vragen aan uw stomaverpleegkundige. In principe mag u met een colostoma alles eten en drinken. Dagelijkse verzorging U kunt met een stoma gewoon douchen of in bad. Doet u dit zonder opvangsysteem, dan dient u er rekening mee te houden dat er ontlasting uit de stoma kan komen. Houd in dat geval toiletpapier of gazen bij de hand. U hoeft niet bang te zijn dat er water in de stoma loopt. Gebruik geen zeep, lotion, zalf of babydoekjes bij de verzorging van de stoma. Deze zijn vaak te vet, waardoor de plakkracht van het opvangsysteem vermindert. Verwijder haren rond de stoma regelmatig met een wegwerpscheermesje. Houd ter bescherming een gaasje of een stukje toiletpapier op de stoma. Scheer van de stoma af. Vraag om advies bij u stomaverpleegkundige. De huidplak moet precies passen rond de stoma. Er mag geen huid vrij liggen om huidirritatie ten gevolge van ontlasting te voorkomen. Ook mag het niet te strak zitten rond de stoma om irritatie van het darmslijmvlies te voorkomen.
12
Colostoma
Geur De opvangzakjes horen geurloos te zijn. Toch kan er door lekkage of door een slechte hechting op de huid reuk ontstaan. Neem in dat geval contact op met de stomaverpleegkundige. Op de zakjes zit een filter. Dit filter kan gasvorming vanuit de darm reukloos laten ontsnappen, zodat het zakje niet bol gaat staan. Na acht tot twaalf uur is dit filter verzadigd. Bij weinig gasvorming kan het gebeuren dat het zakje vacuüm trekt en de ontlasting blijft hangen in het zakje. Als er stickers bij het opvangmateriaal geleverd zijn, plak dan het filter af met een sticker bij baden, douchen of zwemmen. Als het filter nat wordt, verliest het zijn werking. Dit kan voorkomen worden door het filter af te plakken met een sticker. Als er geen stickers zijn bijgeleverd, dan is het niet nodig om het filter af te plakken. Zwangerschap Een stoma heeft in het algemeen geen invloed op de vruchtbaarheid van de vrouw. Een zwangerschap is dan ook nog steeds mogelijk. Het gebruik van de anticonceptiepil heeft voor de vrouw met een colostoma geen speciale gevolgen. U kunt deze gewoon volgens de voorschriften op de bijsluiter gebruiken. Werk Een stoma hoeft geen belemmering te zijn voor het uitoefenen van een baan. Zware lichamelijke arbeid kan in sommige gevallen problemen opleveren. Ook is het belangrijk een juiste tiltechniek te hanteren. Soms adviseert de stomaverpleegkundige preventief een steunbandage. De preventieve steunbandages vallen buiten de verzekering. Bespreek met uw behandelend arts of en wanneer u uw werkzaamheden kunt voortzetten. Sport en hobby’s Er is meestal geen reden om na de operatie uw hobby’s of sport op te geven. Er is geen bezwaar om met een stoma te zwemmen. Als u een stomazakje met filter gebruikt en indien er stickers bijgeleverd zijn, kunt u voor het zwemmen
13
het filter met een sticker afplakken om lekkage van koolstof uit het filter te voorkomen. Het filter werkt niet meer als het in contact komt met water. In sommige gevallen is het aan te raden geen sporten met veel lichamelijk contact te beoefenen. Overleg hierover met uw stomaverpleegkundige of behandelend arts. Ook als u een blaasinstrument bespeelt, is overleg met stomaverpleegkundige of behandelend arts gewenst. Vakantie Bent u pas geopereerd en gaat u op vakantie naar het buitenland, bespreek uw vakantieplannen dan met uw behandelend arts en stomaverpleegkundige. U kunt ook advies aanvragen bij de stomaverpleegkundige. Er zijn een aantal voorzorgsmaatregelen te treffen voor een dergelijke vakantie: 1. Zorg voor voldoende opvangmateriaal. Op vertoon van een verklaring mag u bij veel luchtvaartmaatschappijen vijf kilo extra bagage meenemen. Informeer vooraf bij uw luchtvaartmaatschappij. 2. Noteer de artikelnummers van het materiaal dat u gebruikt. 3. Verdeel het opvangmateriaal als u gaat reizen over uw bagage, ook handbagage. Zo heeft u altijd materiaal, ook als een deel van uw bagage kwijt raakt. 4. In geval van veel vochtverlies door diarree of hoge temperaturen, helpt ORS-poeder (Oral Rehydration Salt) uitdroging voorkomen. U kunt dit bij de apotheek kopen en meenemen op reis. 5. Kijk goed uit met drinkwater, drink altijd water uit flessen. Indien u de stoma spoelt, gebruik dan ook altijd afgekookt water of drinkflessen.
Vergoedingen Het meeste stomamateriaal wordt vergoed door uw verzekering, buiten de eigen risico. Informeer hiernaar bij uw zorgverzekeraar.
14
Colostoma
Tips 1. De beste tijd om het materiaal te verwisselen is ‘s morgens voor het eten. De stoma is dan het minst productief. 2. Verwissel minimaal 2x per dag het zakje, ook als er geen ontlasting in zit. Het filter is namelijk na acht tot twaalf uur verzadigd. 3. Regelmatig eten bevordert een regelmatig ontlastingspatroon. 4. Drink 1,5 liter vocht per dag om de ontlasting te bevorderen. 5. Een stoma is niet steriel. U kunt de stoma verzorgen met kraanwater. 6. In plaats van gazen kunt u ook washandjes, tissues of zacht toiletpapier gebruiken. 7. Gebruik alleen barrièrecrème of spray als de stomaverpleegkundige u die voorgeschreven of aangeraden heeft . 8. Zorg dat u altijd opvangmateriaal bij u heeft, zelfs wanneer u maar een uurtje van huis bent. 9. Leer naam, merk en maat van het opvangmateriaal uit uw hoofd of schrijf dit op. Zorg altijd dat u voldoende opvangmateriaal in huis heeft. Bestel bij het aanbreken van de laatste doos een nieuwe voorraad. 11 Neem uw materiaal en stomaboek mee wanneer u naar uw behandelend arts of stomaverpleegkundige gaat. 12 Als u naar de stomaverpleegkundige gaat, hoeft u niet van tevoren uw materiaal te wisselen. Dit gebeurt op de poli bij de controle. Graag wel een zakje en huidplaat meenemen.
15
Meer informatie Stomaverpleegkundige Wanneer u vragen en problemen heeft, kunt u altijd contact opnemen met de stomaverpleegkundige. In Arnhem is de stomaverpleegkundige van maandag t/m vrijdag tijdens kantooruren bereikbaar op telefoonnummer: 088 - 005 6274. Ook voor het maken van een afspraak in Rijnstate Zevenaar kunt u contact opnemen via telefoonnummer 088-0056274. De stomaverpleegkundige heeft daar 1x in de 2 weken spreekuur. U kunt uw vragen ook mailen naar
[email protected]. Indien nodig of gewenst nemen wij contact met u op. Patiëntenorganisatie De Stomavereniging is de organisatie van en voor stomapatiënten. De vereniging stelt zich ten doel de lichamelijke en geestelijke positie van mensen met een stoma te verbeteren. Dit doel wordt bereikt door het stimuleren en aanreiken van lotgenotencontact, het geven van informatie via onder meer lezingen en brochures en belangenbehartiging.
[email protected] www.stomavereniging.nl
Bij Rijnstate kunt u telefonisch en voor de meeste specialismen via www.rijnstate.nl uw afspraak maken. Rijnstate, uw ziekenhuis in de regio Arnhem, Rheden en De Liemers. @rijnstate facebook.com/rijnstate
Rijnstate Postbus 9555 6800 TA Arnhem T 088 - 005 8888 E
[email protected] www.rijnstate.nl
006179/2015-04 Uitgave: Afdeling Marketing & Communicatie Rijnstate, 2015
Stomavereniging Bisonspoor 1230, 3605 KZ Maarssen 0346 – 262286