Inkomsten en uitgaven vmbo-b34 Auteur
VO-content
Laatst gewijzigd
22 March 2016
Licentie
CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie
Webadres
http://maken.wikiwijs.nl/73698
Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein. Wikiwijsleermiddelenplein is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, vergelijkt, maakt en deelt. Stel zo voor iedere onderwijssituatie de optimale leermiddelenmix samen.
Inhoudsopgave Vooraf Intro Leerdoelen Werkwijze
Aan de slag Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6 Stap 7 Stap 8 Samenvatting
Over dit lesmateriaal
Pagina 1
Inkomsten en uitgaven vmbo-b34
Vooraf Intro
Belasting betalen is niet leuk, maar wel nodig. Met het geld dat de overheid ophaalt, doet ze veel belangrijke dingen. Wat denk jij? Waarom vinden mensen belasting betalen niet leuk? Wat zou er niet meer gebeuren als de overheid geen belasting zou heffen? Wat vind jij: moet de belasting omhoog of juist omlaag? Bespreek je antwoorden met een klasgenoot.
Leerdoelen
Pagina 2
Inkomsten en uitgaven vmbo-b34
Aan het eind van deze opdracht kun je:
uitleggen wat inkomstenbelasting en BTW is. uitleggen waar de overheid haar geld aan uitgeeft. uitleggen wat een begrotingstekort is.
Werkwijze Activiteiten Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Alleen
Informatie lezen en vragen beantwoorden over de inkomsten van de overheid.
Stap 2
Alleen
Vragen over de BTW beantwoorden.
Stap 3
Alleen + samen
Stelling onderbouwen en bespreken met klasgenoot.
Stap 4
Alleen
Video bekijken, informatie verzamelen en opschrijven met behulp van de website van de belastingdienst.
Stap 5
Alleen
Informatie lezen en vragen beantwoorden over de uitgaven van de overheid.
Stap 6
Alleen
Vragen over de uitgaven van de overheid beantwoorden met behulp van een cirkeldiagram.
Stap 7
Alleen
Vragen over de overheidsinkomsten en uitgaven beantwoorden.
Stap 8
Alleen
Video bekijken en vragen beantwoorden over gezonde overheidsfinanciën.
Samenvatting
Alleen
Samenvattende sleepoefening maken.
Benodigdheden Voor deze opdracht heb je een rekenmachine nodig. Tijd Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.
Pagina 3
Inkomsten en uitgaven vmbo-b34
Pagina 4
Inkomsten en uitgaven vmbo-b34
Aan de slag Stap 1
Inkomsten overheid
Ga naar de kennisbank economie en bestudeer het volgende onderdeel: KB: Inkomsten overheid Beantwoord nu de volgende vragen. In het cirkeldiagram hiernaast zie je de inkomsten van de overheid in 2010 in miljarden euro’s. De totale inkomsten bedroegen 203,8 miljard euro. Uit het diagram kun je bijvoorbeeld aflezen dat de overheid 22,5 miljard aan vennootschapsbelasting binnenkreeg. Gebruik de gegevens uit het diagram om de volgende vragen te beantwoorden.
Inkomsten overheid kn.nu/90d6a
1 Belastingen kun je onderverdelen in directe belastingen en indirecte belastingen. De inkomstenbelasting is een voorbeeld van een ...
Pagina 5
Inkomsten en uitgaven vmbo-b34
a. directe belasting b. indirecte belasting
2 Belastingen kun je onderverdelen in directe belastingen en indirecte belastingen. De BTW is een voorbeeld van een ... a. indirecte belasting b. directe belasting
3 Belastingen kun je onderverdelen in directe belastingen en indirecte belastingen. Accijns is een voorbeeld van een ... a. directe belasting b. indirecte belasting
4 Belastingen kun je onderverdelen in directe belastingen en indirecte belastingen. Loonbelasting is een voorbeeld van een ... a. indirecte belasting b. directe belasting
5 De opbrengst uit aardgas is een belangrijke inkomstenbron voor de overheid. Deze inkomsten horen tot de ... a. kostprijsverhogende belastingen b. niet-belasting inkomsten
6 Als je in loondienst bent, wordt door je werkgever loonbelasting ingehouden. Wat klopt? a. nettoloon = brutoloon – loonbelasting b. brutoloon = nettoloon – loonbelasting
7 Wat is de grootste inkomstenbron van de overheid?
Pagina 6
Inkomsten en uitgaven vmbo-b34
a. Loon- en inkomstenbelasting b. BTW c. niet-belastinginkomsten
8 Hoeveel euro kreeg de overheid binnen uit de loon- en inkomstenbelasting? a. ongeveer 45 miljard euro b. ongeveer 22 miljard euro
9 Hoeveel procent van de totale inkomsten bestaat uit loon- en inkomstenbelasting? a. ongeveer 45% b. ongeveer 22%
10 Tot welke inkomenscategorie behoort de hondenbelasting? a. overige belastinginkomsten b. niet-belastinginkomsten
11 Tot welke inkomenscategorie behoort een boete voor te hard rijden? a. niet-belastinginkomsten b. overige belastinginkomsten
Stap 2
Inclusief of exclusief BTW Als je een product koopt, betaal je BTW. Voor de meeste producten is de BTW 21%. Met behulp van het schema hiernaast kun je prijzen zonder BTW omrekenen naar prijzen met 21% BTW en omgekeerd. 1. Een loodgieter rekent € 40,- per uur zonder 21% BTW. Hoeveel is de uurprijs met BTW? 2. Je koopt een trui. De trui ligt in de winkel voor € 69,-. Hoeveel is de prijs zonder 21% BTW? Hoeveel BTW moet de verkoper aan de overheid afdragen? Schilders mogen van de overheid 6% in plaats van 21% BTW rekenen. Op veel boeken zit ook geen 21%, maar 6% BTW.
Pagina 7
Inkomsten en uitgaven vmbo-b34
Maak nu zelf een schema waarmee je prijzen zonder BTW kunt omrekenen naar prijzen met 6% BTW en omgekeerd. 3. Een schilder rekent € 40,- per uur zonder 6% BTW. Hoeveel is de uurprijs met BTW?
Stap 3
Draagkrachtbeginsel
Iemand met een laag inkomen betaalt in Nederland niet veel belasting. Heb je een hoog inkomen dan betaal je meer belasting. Je noemt dat het draagkrachtbeginsel: "de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten". Erkan en Ismay zijn het niet met elkaar eens. Volgens Erkan zorgt het draagkrachtbeginsel ervoor dat de inkomensverschillen groter worden. Ismay denkt juist dat het draagkrachtbeginsel inkomensverschillen verkleint. Wie heeft er volgens jou gelijk? Bespreek je antwoord met een klasgenoot.
Stap 4
Pagina 8
Inkomsten en uitgaven vmbo-b34
De belastingdienst
Belasting betalen doe je via een belastingaangifte. De belastingen komen op het bureau van de belastinginspecteur. Die kijkt of je aangifte klopt. Bekijk het filmpje ‘Wat doet de belastingdienst?’ op de website van SchoolTV.
Kijk eventueel ook nog even op de website van de belastingdienst: www.belastingdienst.nl. Schrijf de belangrijkste activiteiten van de belastingdienst op een rijtje.
Stap 5
Uitgaven overheid
Ga naar de kennisbank economie en bestudeer het volgende onderdeel:
Pagina 9
Inkomsten en uitgaven vmbo-b34
KB: Uitgaven overheid Beantwoord nu de volgende vragen. Hieronder zie je twee kolommen met overheidsuitgaven. Huursubsidie
salaris van een leraar
Werkloosheidsuitkering
aanleg van een nieuwe spoorlijn
Kinderbijslag
bouw van een nieuw schoolgebouw
AOW-uitkering
aankoop van een gevechtsvliegtuig
1. Wat is het verschil tussen de overheidsuitgaven in de eerste kolom en overheidsuitgaven in de tweede kolom? 2. In welke kolom vind je alleen overheidsbestedingen? 3. En hoe noem je uitgaven in de andere kolom?
Uitgaven overheid kn.nu/efy79
1 Er is een verschil tussen overheidsbestedingen en overheidsoverdrachten. De aanleg van wegen behoort tot de ... a. overheidsbestedingen b. overheidsoverdrachten
2 Er is een verschil tussen overheidsbestedingen en overheidsoverdrachten. De salarissen van ambtenaren behoren tot de ... a. overheidsbestedingen b. overheidsoverdrachten
3 Er is een verschil tussen overheidsbestedingen en overheidsoverdrachten. De kinderbijslag behoort tot de ... a. overheidsoverdrachten b. overheidsbestedingen
4 Er is een verschil tussen overheidsbestedingen en overheidsoverdrachten. Een werkloosheidsuitkering behoort tot de ...
Pagina 10
Inkomsten en uitgaven vmbo-b34
a. overheidsbestedingen b. overheidsoverdrachten
5 Welk ministerie past bij de volgende overheidsuitgave? Onderhoud van een autosnelweg. a. ministerie van Binnenlandse Zaken b. ministerie van Infrastructuur en Milieu
6 Welk ministerie past bij de volgende overheidsuitgave? Het salaris van een rechter. a. ministerie van Binnenlandse zaken b. ministerie van Justitie
7 Welk ministerie past bij de volgende overheidsuitgave? Het uitzenden van militairen voor een vredesmissie. a. ministerie van Binnenlandse Zaken b. ministerie van Defensie
8 Welk ministerie past bij de volgende overheidsuitgave? Financiële bijdrage aan een radio- en televisieomroep. a. ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen b. ministerie van Binnenlandse Zaken
9 Welk ministerie past bij de volgende overheidsuitgave? De bouw van een nieuw schoolgebouw. a. ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen b. ministerie van Binnenlandse Zaken
10 Welk ministerie past bij de volgende overheidsuitgave? De bouw van een ziekenhuis.
Pagina 11
Inkomsten en uitgaven vmbo-b34
a. ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport b. ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
11 Welk ministerie past bij de volgende overheidsuitgave? Maatregelen tegen geluidsoverlast bij Schiphol. a. ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport b. ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Stap 6
Uitgaven overheid
In het cirkeldiagram zie je de uitgaven van de overheid aan Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OC&W). Beantwoord de volgende vragen. 1. Zoek op wie op dit moment de minster is van OC&W. 2. Wat is de grootste uitgavenpost van het ministerie van OC&W? 3. De totale uitgaven van het ministerie van OC&W zijn 34,1 miljard. Daarvan gaat 21% naar het voortgezet onderwijs. Hoeveel euro gaat er ongeveer naar het voortgezet onderwijs? 4. Bedenk drie zaken in het voortgezet onderwijs waar dit geld naartoe gaat. 5. Een leerling in het voortgezet onderwijs kost ongeveer € 8000,- per jaar. Hoeveel leerlingen volgen er ongeveer voortgezet onderwijs?
Stap 7
Pagina 12
Inkomsten en uitgaven vmbo-b34
Inkomsten en uitgaven vergeleken
Op Prinsjesdag 2012 werd de overheidsbegroting voor 2013 gepresenteerd. De verwachte overheidsinkomsten voor 2013 bedroegen € 247,4 miljard. De overheidsuitgaven voor 2013 werden geraamd op € 260,9 miljard. Als de overheid meer uitgeeft dan ze ontvangt is er een begrotingstekort. De overheid moet dan geld lenen. Er ontstaat een staatsschuld. 1. 2. 3. 4.
Op welke dag valt Prinsjesdag? Hoe noem je het overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven van het Rijk? Bereken het te verwachten begrotingstekort over 2013. Hoe kan de overheid meer geld uitgeven dan ze binnen krijgt?
Stap 8
Gezonde overheidsfinanciën
Als de overheid jaar na jaar meer uitgeeft dan ze binnenkrijgt, kan dat tot problemen leiden.
Pagina 13
Inkomsten en uitgaven vmbo-b34
Bekijk onderstaand filmpje maar eens. Beantwoord de volgende vragen. 1. Wat wordt genoemd als de oorzaak van het tekort op de begroting? 2. Waardoor wordt dit tekort de komende jaren eerder groter dan kleiner als de overheid niets doet? 3. Wat is het probleem als de staatsschuld steeds hoger wordt? 4. Noem twee maatregelen die het kabinet in 2010 heeft genomen? 5. Leg uit waarom de verhoging van de pensioenleeftijd kan leiden tot meer inkomsten en minder uitgaven voor de overheid.
Samenvatting
Samenvatting In de onderstaande zinnen ontbreekt nog een aantal woorden. Sleep de woorden hiernaast naar het juiste vak en controleer je antwoord. Wat heb je geleerd?
Samenvatting kn.nu/zlj3r
1 Samenvatting De grootste bron van inkomen van de overheid zijn de _______. Voorbeelden daarvan zijn: de _______: belasting die je betaalt als je een inkomen hebt. de _______: belasting die je betaalt als je producten koopt. Het geld dat de overheid uitgeeft, noem je de _______. De overheid geeft bijvoordeeld geld uit aan onderwijs, sociale zaken, _______ en justitie. Een overzicht van de inkomsten en uitgaven van de overheid noem je de _______. Als de overheid meer geld uitgeeft dan ze ontvangt is er een _______. De overheid moet dan geld lenen. Daardoor kan er een _______ ontstaan.
Pagina 14
Inkomsten en uitgaven vmbo-b34
Beschikbare keuzes: defensie, belastingen, inkomstenbelasting, overheidsuitgaven, BTW, begrotingstekort, staatsschuld, overheidsbegroting
Pagina 15
Inkomsten en uitgaven vmbo-b34
Antwoorden Antwoorden: Inkomsten overheid 1 Belastingen kun je onderverdelen in directe belastingen en indirecte belastingen. De inkomstenbelasting is een voorbeeld van een ... 1. directe belasting 2. indirecte belasting Aantal punten juist antwoord: 1
2 Belastingen kun je onderverdelen in directe belastingen en indirecte belastingen. De BTW is een voorbeeld van een ... 1. indirecte belasting 2. directe belasting Aantal punten juist antwoord: 1
3 Belastingen kun je onderverdelen in directe belastingen en indirecte belastingen. Accijns is een voorbeeld van een ... 1. directe belasting 2. indirecte belasting Aantal punten juist antwoord: 1
4 Belastingen kun je onderverdelen in directe belastingen en indirecte belastingen. Loonbelasting is een voorbeeld van een ... 1. indirecte belasting 2. directe belasting Aantal punten juist antwoord: 1
5 De opbrengst uit aardgas is een belangrijke inkomstenbron voor de overheid. Deze inkomsten horen tot de ...
Pagina 16
Inkomsten en uitgaven vmbo-b34
1. kostprijsverhogende belastingen 2. niet-belasting inkomsten Aantal punten juist antwoord: 1
6 Als je in loondienst bent, wordt door je werkgever loonbelasting ingehouden. Wat klopt? 1. nettoloon = brutoloon – loonbelasting 2. brutoloon = nettoloon – loonbelasting Aantal punten juist antwoord: 1
7 Wat is de grootste inkomstenbron van de overheid? 1. Loon- en inkomstenbelasting 2. BTW 3. niet-belastinginkomsten Aantal punten juist antwoord: 1
8 Hoeveel euro kreeg de overheid binnen uit de loon- en inkomstenbelasting? 1. ongeveer 45 miljard euro 2. ongeveer 22 miljard euro Aantal punten juist antwoord: 1
9 Hoeveel procent van de totale inkomsten bestaat uit loon- en inkomstenbelasting? 1. ongeveer 45% 2. ongeveer 22% Aantal punten juist antwoord: 1
10 Tot welke inkomenscategorie behoort de hondenbelasting? 1. overige belastinginkomsten 2. niet-belastinginkomsten
Pagina 17
Inkomsten en uitgaven vmbo-b34
Aantal punten juist antwoord: 1
11 Tot welke inkomenscategorie behoort een boete voor te hard rijden? 1. niet-belastinginkomsten 2. overige belastinginkomsten Aantal punten juist antwoord: 1
Antwoorden: Uitgaven overheid 1 Er is een verschil tussen overheidsbestedingen en overheidsoverdrachten. De aanleg van wegen behoort tot de ... 1. overheidsbestedingen 2. overheidsoverdrachten Aantal punten juist antwoord: 1
2 Er is een verschil tussen overheidsbestedingen en overheidsoverdrachten. De salarissen van ambtenaren behoren tot de ... 1. overheidsbestedingen 2. overheidsoverdrachten Aantal punten juist antwoord: 1
3 Er is een verschil tussen overheidsbestedingen en overheidsoverdrachten. De kinderbijslag behoort tot de ... 1. overheidsoverdrachten 2. overheidsbestedingen Aantal punten juist antwoord: 1
4 Er is een verschil tussen overheidsbestedingen en overheidsoverdrachten.
Pagina 18
Inkomsten en uitgaven vmbo-b34
Een werkloosheidsuitkering behoort tot de ... 1. overheidsbestedingen 2. overheidsoverdrachten Aantal punten juist antwoord: 1
5 Welk ministerie past bij de volgende overheidsuitgave? Onderhoud van een autosnelweg. 1. ministerie van Binnenlandse Zaken 2. ministerie van Infrastructuur en Milieu Aantal punten juist antwoord: 1
6 Welk ministerie past bij de volgende overheidsuitgave? Het salaris van een rechter. 1. ministerie van Binnenlandse zaken 2. ministerie van Justitie Aantal punten juist antwoord: 1
7 Welk ministerie past bij de volgende overheidsuitgave? Het uitzenden van militairen voor een vredesmissie. 1. ministerie van Binnenlandse Zaken 2. ministerie van Defensie Aantal punten juist antwoord: 1
8 Welk ministerie past bij de volgende overheidsuitgave? Financiële bijdrage aan een radio- en televisieomroep. 1. ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen 2. ministerie van Binnenlandse Zaken Aantal punten juist antwoord: 1
9
Pagina 19
Inkomsten en uitgaven vmbo-b34
Welk ministerie past bij de volgende overheidsuitgave? De bouw van een nieuw schoolgebouw. 1. ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen 2. ministerie van Binnenlandse Zaken Aantal punten juist antwoord: 1
10 Welk ministerie past bij de volgende overheidsuitgave? De bouw van een ziekenhuis. 1. ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 2. ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aantal punten juist antwoord: 1
11 Welk ministerie past bij de volgende overheidsuitgave? Maatregelen tegen geluidsoverlast bij Schiphol. 1. ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 2. ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aantal punten juist antwoord: 1
Antwoorden: Samenvatting 1 Samenvatting De grootste bron van inkomen van de overheid zijn de belastingen. Voorbeelden daarvan zijn: de inkomstenbelasting: belasting die je betaalt als je een inkomen hebt. de BTW: belasting die je betaalt als je producten koopt. Het geld dat de overheid uitgeeft, noem je de overheidsuitgaven. De overheid geeft bijvoordeeld geld uit aan onderwijs, sociale zaken, defensie en justitie. Een overzicht van de inkomsten en uitgaven van de overheid noem je de overheidsbegroting. Als de overheid meer geld uitgeeft dan ze ontvangt is er een begrotingstekort. De overheid moet dan geld lenen.
Pagina 20
Inkomsten en uitgaven vmbo-b34
Daardoor kan er een staatsschuld ontstaan. Aantal punten juist antwoord: 1
Pagina 21
Inkomsten en uitgaven vmbo-b34
Over dit lesmateriaal Colofon Auteur
VO-content
Laatst gewijzigd
22 March 2016 om 09:07
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Leerniveau
VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 4;
Leerinhoud en doelen Economie; Overheid en bestuur; Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Studiebelasting
2 uur en 0 minuten
Pagina 22
Inkomsten en uitgaven vmbo-b34