INHOUDSOPGAVE
redactioneel
Columns Redactioneel Voorwoord bestuur Onderwijscommissie
3 5 41
Terugkijken op het 1e semester
Labpraktijken
42
“Feit of fictie”
Studiereiservaringen
43
MDE Stuttgart & Dillingen KOers naar Stuttgart Dagverslagen Mercedes-Benz Museum Porsche Museum
Beste lezers,
15 16 20 24
Het was een bewogen najaar voor KOers, maar nu de lente is begonnen ziet alles er weer zeer goed uit. Zoals ze het ook zelf omschrijven “Beter laat dan nooit“, is er sinds februari een nieuw bestuur. Vier Limburgers met als voorzitter een vrouw van boven de rivieren vormen samen het KOersbestuur voor de rest van dit collegejaar. Zij stellen zich in deze KOersief voor en vertellen wat hen inspireert binnen ons vakgebied. Met het aantreden van dit nieuwe bestuur wordt dit mijn laatste KOersief waaraan ikzelf meewerk. Bastiaan zal als commissaris redactie het van mij overnemen en hij zal hierbij worden ondersteund door een gemotiveerde redactie. Hierbij wil ik in ieder geval iedereen bedanken die, samen met mij, heeft meegewerkt aan de afgelopen KOersieven.
Projecten Met gedrag van prefab gevelelementen
26
opgebouwd uit baksteen metselwerk en beton
U-check ≤ 1,0 milieubewust? Design of a transparent column in glass and steel Patch 22
28 30 38
Jeans met patches
Activiteiten & excursies KiD Nationale Staalbouwdag Mini-Symposium Lichte Draagconstructies
33 35 36
6 8
Veel leesplezier!
Agenda & sfeerimpressies
Beter laat dan nooit.... het 39ste bestuur stelt zich voor
Wie is het...? Tot slot
Om te zien wat er op de Technische Universiteit Eindhoven aan lichte draagconstructies wordt gedaan, werd er een mini-symposium georganiseerd. Op dit symposium vonden de eindpresentaties van het vak lichte draagconstructies plaats en hielden de afstudeerders een presentatie over hun projecten. Hierdoor waren alle aanwezigen weer op de hoogte en misschien deden enkele bezoekers nog ideeën op voor een mogelijk afstudeeronderwerp in de toekomst. Verder in deze KOersief weer enkele interessante afstudeerverslagen, de KiD en columns van de studiereiscommissie, onderwijscommissie en Hans Lamers.
en verder... Activiteiten
Ondanks alles heeft KOers niet stil gestaan. Zo is er een Meerdaagse Excursie georganiseerd naar Dillingen en Stuttgart. Vandaar dat deze KOersief deels in het teken staat van deze reis en haar hoogtepunten. Dillingen, stad van de DillingerHütte staalfabriek en Stuttgart, stad van Mercedes-Benz en Porsche. Deze twee laatste bedrijven hebben een museum neer laten zetten, waar naast de aansprekende modellen die geshowd worden, ook het gebouw zeer interessant is om een bezoek aan te brengen. Stuttgart is tevens de stad van Frei Otto en Jörg Schlaich, bekend om hun integratie tussen architectuur en constructie, vooral toegepast in lichte draagconstructies.
44 46
Wouter van der Sluis, Hoofdredacteur KOersief
3
voorwoord bestuur
Beste leden, sponsoren en relaties, Het is een roerig halfjaar geweest. Van een bijnageen-bestuur gingen we naar een interim-bestuur, om tot slot op 10 februari jl. een compleet enthousiast nieuw bestuur tijdens onze ledenvergadering aan u te presenteren. Een spannende periode, maar zeker één met een goede afloop. Op de volgende bladzijden zullen wij ons als nieuw bestuur uitgebreid voorstellen. Ondertussen is er een vliegende start gemaakt met verschillende grootse activiteiten waar wij ons de komende tijd voor in willen zetten. Zo staat er een nieuwe studiereis op het programma, welke een groots avontuur beloofd te worden. De lat is dit jaar weer hoog gelegd, maar de studiereiscommissie is vastbesloten alle beloften waar te maken. Ook zijn de voorbereidingen voor de BetonKanoRace in volle gang. Met onder andere deze activiteiten zullen wij onze leden komend halfjaar verruimen. Maar met het begin van een nieuwe periode sluiten we ook een andere periode af. Een bijzonder, maar vooral gezellig halfjaar heb ik mogen beleven met het 38ste bestuur. Een halfjaar waarin een succesvolle MeerDaagseExcursie heeft plaatsgevonden . Daarnaast is er een KOers Introductie Dag geweest, waarbij we een aantal nieuwere Koersleden kennis hebben laten maken met de gezelligheid van de vereniging en ook het mini-symposium over lichte draagconstructies mag in deze rij niet ontbreken. Al met al heeft dit voor mij een halfjaar opgeleverd waarin ik enorm veel heb geleerd. Mede dankzij mijn ervaren bestuursgenootjes Koen, Wouter en Robbert.
Adviesburo Snijders, jouw constructieve carrière binnen handbereik!
Nu we weer vooruit durven te kijken en de organisatiekoorts bij ons tot een kritiek hoogtepunt stijgt, staan er veel ideeën op de plank. We zullen ons uiterste best doen om jullie KOers-ervaringen de komende maanden uit te breiden en aan te vullen.
Op een voortvarende KOers!
Kijk voor actuele jobs op: www.adviesburo-snijders.nl Adviesburo Snijders B.V.
Adviesburo Snijders is een onafhankelijk adviesbureau gevestigd in Valkenswaard. Wij houden ons bezig met het geven van advies op het gebied van bouwconstructies.
Valkenierstraat 125 Onze werkgebieden:
en woningbouw.
Met vriendelijke groet, Namens het 38ste en 39ste bestuur van KOers, Lianne Tas (Voorzitter 38ste en 39ste bestuur)
Postbus 598
5550 AN Valkenswaard T 040 208 52 50
F 040 201 75 24
[email protected]
www.adviesburo-snijders.nl
5
activiteiten
Activiteiten
Agenda en sfeerimpressies
Agenda
(onder voorbehoud)
17 Maart - Sectiefeest ‘De schijf van Vloer 5’ Dit feest, georganiseerd door alle sectieverenigingen van vloer 5, zal plaatsvinden in café KIX!
25 Maart - Het grote Jungle Speed toernooi Wil jij dit jaar de eerste Koers Jungle Speed bokaal mee naar huis nemen? Schrijf je dan snel in op de KOers website!
11 April - Rotterdam-loop Deze activiteit zal plaatsvinden ter vervanging van de Batavierenrace.
MDE Dillingen - Stuttgart
4 - 6 Juni - BetonKanoRace Ieder jaar is KOers weer aanwezig bij dit evenment. Een weekend lang varen en één groot feest.
10 - 23 Juni - Buitenlandse studiereis: Westkust Verenigde Staten Elk jaar organiseert KOers een studiereis met een interessante en leerzame bestemming. De studiereis wordt midden juni gehouden en gaat naar de westkust van de VS!
Nieuwjaarsborrel
Gluhweinborrel
Website en K-mail Bezoek regelmatig onze site voor actuele nieuwsberichten en activiteiten. Tevens kun je je via de site opgeven voor de activiteiten. Via de site en de K-mail wordt nadere informatie verspreid over de inschrijftermijnen. Ook vind je op de site een fotoalbum met sfeerimpressies. ■
Het 39ste bestuur
dhv.nl
Duurzaam bouwen volgens Michiel “Duurzaam bouwen draagt bij aan een positieve invloed van gebouwen op mens en milieu, nu en in de toekomst. Dat vergt een innovatieve aanpak met het oog op de hele levenscyclus van een gebouw.” Michiel werkt continu aan verantwoorde keuzes waarbij de belangen van opdrachtgevers èn gebruikers centraal staan. Zo komt hij met zijn team tot slimme oplossingen met een optimale balans tussen de elementen energie, water, materialen, omgeving en binnenklimaat. Niet de makkelijkste oplossing, maar die met het beste resultaat. DHV, altijd een oplossing verder.
Bowlen op de KID
Van Lint sportweek Rolstoelbasketbal Advies- en ingenieursbureau
6
KOersief | Maart 2010 | nummer 80 | Stuttgart
bestuur
Beter laat dan nooit... Vier mannen geleid door een vrouwelijke voorzitter, zij gaan het aankomende halve jaar vol ambities en frisse moed tegemoet. Nadat KOers een halfjaar een interim bestuur heeft gehad, is het nu weer tijd voor een volledig nieuw bestuur. Het belangrijkste thema van hen zal het enthousiasmeren van nieuwe studenten zijn voor de Master Structural Design hiermee kan niet vroeg genoeg begonnen worden. Daarom starten ze al vroeg, bij de Bachelorstudenten. In deze introductie zullen de bestuursleden kort toelichten welke weg ze zelf gevolgd hebben en waarom ze voor dit mooie vakgebied hebben gekozen. Dat we maar mooie activiteiten van hen mogen verwachten!
Voorzitter - Lianne Tas Beste leden, Mijn naam is Lianne Tas, ik ben 22 jaar oud en woon in Eindhoven. Voor de meeste leden ben ik inmiddels wel bekend, onder andere als voorzitter van het 38ste bestuur van KOers. Nu sta ik hier eindelijk, als voorzitter van het 39ste bestuur, en ben ik trots om hier mezelf en mijn vier bestuursgenootjes aan jullie voor te stellen. Voor dit eerste gaan we even een stukje terug in de tijd. Met mijn geboorte in Zeeland, voor een deel opgegroeid in Brabant en de middelbare schooltijd doorgebracht in Capelle a/d IJssel, ben ik van alle windstreken wel thuis. Maar over het algemeen ben ik wel een echte Hollander. Op de middelbare school toonde ik met mijn profielkeuze al interesse voor de techniek. Bij de keuze voor mijn vervolgopleiding koos ik eerst voor een weinig-technische ontwerpopleiding in Wageningen, maar na een aantal maanden begon mijn wiskundedrang toch te jeuken en besloot ik na een jaar over te stappen naar de Technische Universiteit Eindhoven. Bouwkunde sprak mij erg aan, zeker omdat ik hierbij het ontwerpen met de techniek kon combineren. Al snel bleek die techniek mijn sterkste kant te zijn en specialiseerde ik me in het profiel Techniek en Management en later in de richting Structural Design. Nu ben ik vierdejaars, bijna klaar met de Bachelor en begonnen met de Masteropleiding Structural Design. Dit keerpunt in mijn studie is voor mij een mooie gelegenheid om me op andere vlakken te ontwikkelen. Alhoewel ik al een eindje op weg ben in mijn bestuursjaar leer ik nog elke dag en hoop ik ook nog heel veel te ontdekken. Mijn functie als voorzitter sluit hier het beste bij aan. Ik hoop dat ik jullie ook het komende halfjaar via de vereniging veel plezier mag bezorgen. Het meest fascinerende aan ons vakgebied vind ik het samenspel van architectuur en constructie en dan bedoel ik vooral hoe een constructief principe de architectuur kan versterken of zelfs kan maken. Als voorbeelden wil ik het Olympisch voetbalstadion in Beijing van Hertzog & de Meuron noemen en één van de vele werken van Santiago Calatrava, zoals de Turning Torso in Malmö. De laatste heb ik zelf bezocht in de zomer waarin ik besloot van studie te veranderen. Door het gebruik van de juiste materialen en de aanblik van de constructie krijgt het geheel een krachtige uitstraling. Het fascineert me enorm hoe zulke grote objecten zowel constructief als architectonisch in elkaar steken en hoe de processen rondom het ontwerp plaatsvinden. Uit dit soort projecten doe ik mijn inspiratie en motivatie op, waardoor ik bijna niet kan wachten om zelf deel uit te maken van zo’n groot en interessant project. Dat zal voorlopig nog even op zich laten wachten. Want voor dit jaar zetten wij ons in voor een voortvarende KOers! Groeten, Lianne Tas
Secretaris - Jean-Paul Frencken Beste KOers leden, Ik ben Jean-Paul Frencken, 21 jaar oud en woonachtig in Eindhoven. Ik ben opgegroeid in Maasbracht, het dorp waar ook voetballer Mark van Bommel vandaan komt. Het is een dorp met ongeveer zevenduizend inwoners en ligt vlakbij Roermond. Al op jonge leeftijd was ik geïnteresseerd in ‘het bouwen’. Als klein mannetje was ik ongeveer bij elke verbouwing en aanbouw in ons dorp te vinden. Op de middelbare school waren handtekenen, wiskunde en natuurkunde mijn favoriete, en ook beste vakken. Verrassend was dan ook niet dat ik na mijn VWO koos voor de studie Bouwkunde. Het gevarieerd creatief en technisch bezig zijn, dat de studie in Eindhoven bood, leek erg goed bij mijn interesses aan te sluiten. Inmiddels studeer ik alweer bijna vier jaar in Eindhoven. Dit jaar ben ik begonnen aan de master Structural Design. In het begin van de studie wilde ik, net zoals veel Bouwkunde studenten, nog heel graag architect worden. Na een aantal maanden P-atelier kwam hier echter verandering in. Ik merkte dat het architectonisch denken aan de TU/e op een heel ander niveau plaatsvond dan dat ik in gedachte had. Daarentegen merkte ik wel dat ik de technische kant van het bouwen steeds interessanter begon te vinden. Bovendien vond ik de hierbij behorende vakken zoals mechanica ook leuk om te volgen. In het tweede jaar koos ik daarom ook voor het TM-profiel. In dit profiel was het de constructieve richting waarin ik verder wilde gaan. Het vakgebied interesseerde me enorm en de combinatie van ontwerpen en technisch bezig zijn beviel me bovendien erg goed. In het derde jaar kwam ik op de KID-dag in aanraking met KOers. Na een aantal leuke en leerzame activiteiten werd me onlangs door mijn middelbare school klasgenoot Marco gevraagd of ik interesse had om, net zoals hij, ook een half jaar bestuur te gaan doen. Na drieënhalf jaar van projecten, vakken en tentamens, vond ik het wel tijd om me nu ook op een ander gebied te gaan ontplooien. Mede doordat ik al in de buitenlandse studiereiscommissie zat, en toch al had besloten om geen project te gaan volgen, heb ik daarom ja gezegd. Ik denk dat het een zeer leerzaam en leuk bestuurs(half)jaar wordt, waarbij ik onder andere de kans krijg de vereniging en de leden beter te leren kennen. Waar gaat mijn constructeurshart nu sneller van kloppen? Wat me nog vers in het geheugen ligt zijn de afgelopen Olympische zomer Spelen in Beijing. De Chinezen openden de Spelen met een ongekend mooie en indrukwekkende ceremonie. Net zo indrukwekkend vond ik het stadion waarin het zich allemaal afspeelde. De enorm complexe staalconstructie rondom het stadion vond ik buitengewoon mooi. Ik begreep alleen niet helemaal hoe het constructieve ontwerp in elkaar stak. De constructie van stalen buisprofielen leek op het eerste oog namelijk willekeurig om het stadion heen te krioelen. Echter schijn bedriegt. Na wat verder onderzoek en speurwerk kwam ik er achter dat de willekeurig ogende geometrie eigenlijk uit 24 gigantische vakwerkportalen bestaat die tangentiaal langs het ovale veld overspannen. Ingevuld met secundaire tube onderdelen ontstaat uiteindelijk het uiterst complex uitziende ‘Vogelnest’. Wat mij bijzonder boeit is hoe de ingenieurs(bureaus) tegenwoordig omgaan met de steeds complexer wordende architectonische ontwerpen, zoals dit stadion. Het is het vinden van logische en maakbare oplossingen, en constructieve ontwerpen die perfect aansluiten bij het oorspronkelijke concept van de architect, dat mij bijzonder intrigeert. Ik kan er alleen maar van dromen om later in mijn loopbaan aan een dergelijk bijzonder en fantastisch project te mogen werken. Vooralsnog is het nog lang niet zover. In het nieuwe bestuur heb ik de eer en taak om secretaris te zijn. Ondanks dat het een redelijk kort bestuurs(half)jaar wordt, willen we er vol voor gaan en veel leerzame en leuke dingen organiseren. Jullie secretaris, Jean-Paul Frencken
8
KOersief | Maart 2010 | nummer 80 | Stuttgart
9
Penningmeester - Marco Schmeitz Beste KOersleden, Ik heet Marco en zal in het 39ste bestuur de functies van Penningmeester en PRcommissaris op mij nemen. Ik ben net 22 jaartjes jong en woon in Eindhoven. Voordat ik naar Eindhoven verhuisd ben, woonde ik in het dorpje “Sint Joost” in het landelijke midden-Limburg. Hier heb ik het grootste gedeelte van mijn leven gewoond. Een grote uitzondering vormt echter de tijd vanaf mijn vijftiende jaar tot mijn achttiende, toen woonde ik namelijk in Duitsland. In deze periode heb ik ook mijn motor- en autorijbewijs gehaald.
Commissaris activiteiten - Sean Diederen Ook ik zal me via deze weg kort aan jullie voorstellen. Velen van jullie zullen mij waarschijnlijk (nog) niet kennen en geen idee hebben welk gezicht bij dit stukje tekst hoort. Een van mijn doelen is dan ook hierin verandering te brengen en mijn gezicht duidelijk te laten zien. Ik ben momenteel 21 jaar oud en woon nu al mijn vierde jaar in Eindhoven. Net als een aantal mede bestuursgenootjes, ben ook ik klaar met mijn Bachelor en reeds druk bezig met het doorlopen van o.a. de Master opleiding Structural Design. Gedurende mijn middelbare school periode, in Landgraaf (Zuid-Limburg), stond mijn keuze al geruime tijd vast. Ik wilde mijn studiecarrière beginnen in de Brabantse stad Eindhoven, om daar te starten aan de opleiding Bouwkunde. Mijn vizier was toentertijd slechts gericht op architectuur en ik wist verder niks van de overige opleidingen binnen Bouwkunde af. Eenmaal begonnen, kwam ik er al snel achter dat ik naast architectuur ook de constructieve kant erg interessant vond. Op de middelbare school had ik altijd al een grote voorkeur voor vakken als wiskunde en natuurkunde. Na het zien van een reeks prachtige bouwwerken, begon bij mij steeds meer de vraag te groeien hoe het nou mogelijk was om deze kunstwerken overeind te houden. Uiteindelijk heb ik ervoor gekozen om de affiniteit met zowel architectuur als constructie door te zetten in de Master. Momenteel volg ik een gecombineerde Masteropleiding Structural Design and Architecture, zodat ik uit beide disciplines mijn voldoening kan halen.
Ik ben rechtstreeks vanaf de middelbare school doorgestroomd naar bouwkunde, wat tevens mijn eerste keus was. In het eerste jaar heb ik gemerkt dat ik meer affiniteit heb met de technische en economische aspecten van het bouwen en dit heeft zich later toegespitst tot mijn keuze om gecombineerd Constructief Ontwerpen en Uitvoeringstechniek te gaan studeren. Ik heb nu officieel sinds juni 2009 een neveninschrijving als CO-masterstudent en verwacht in februari 2010 mijn Bachelordiploma te behalen. Wat KOers betreft kom ik eigenlijk pas net kijken. Ik heb tot nu toe alleen nog maar aan een vakexcursie en een KID-dag meegedaan. Dit betekent dat ik nog veel moet leren over de vereniging, maar ik zie dit met vol vertrouwen tegemoet. Ik hoop ook een klein voordeel te halen uit mijn minor die ik bij bedrijfskunde, hier aan de TU/e, gedaan heb. Hier heb ik o.a. les gehad in accounting en marketing, iets wat hopelijk bij mijn functies als Penningmeester en PR-commissaris van pas zal komen. Ik ben verder door de redactie van de KOersief gevraagd om naast een korte introductie van mezelf ook een stukje over een gebouw te schrijven. Het gebouw dat ik heb uitgekozen heet Sky City en zou volgens de plannen in Tokyo, Japan gebouwd moeten worden. Op dit moment is het nog niet meer dan een ontwerp, gemaakt in, jawel, 1989! De toren zou ongeveer een kilometer hoog worden en 400 meter breed zijn op begane grond niveau. Dit klinkt als pure fictie, maar met de bouw van de 828 meter hoge Burj Khalifa begint het voorstel van 21 jaar geleden opeens een stuk realistischer te lijken. Het doel van dit gebouw is het ontlasten van het enorm dichtbevolkte stedelijk gebied van Tokio. Het gebouw zou volgens de plannen zo’n 35.000 tot 36.000 mensen permanent huisvesten. Hiermee vormt de toren een soort van verticale stad in de stad, welke hele wijken zou kunnen vervangen. Wat ik vanuit constructief oogpunt zo bijzonder vindt aan dit gebouw zijn de verschillende constructieve uitdagingen die bouwen op deze schaal met zich meebrengt. Zo wordt de hoofdstructuur gevormd door een aantal megakolommen welke het gebouw staande houden. In deze kolommen zijn een soort schalen, space plateaus genoemd, opgehangen welke gevormd worden door een ring van flats met een atrium ertussen. In dit atrium wordt dan een buitenruimte gecreëerd voor de bewoners. Vanwege de windbelasting is ervoor gekozen om de basisvorm van de toren cirkelvormig te houden. Hierdoor zou de wind op een gunstigere manier langs het gebouw waaien. Als ik dit gebouw zie, dan zie ik vele uitdagingen welke door slimme constructies opgelost moeten worden. Zo kunnen de megakolommen bijvoorbeeld uitgevoerd worden door grote staalkokers welke vervolgens met beton gevuld worden. Voor de overspanningen kunnen enorme vakwerken worden toegepast, net zoals de vakwerken welke men kan vinden in de Taipei 101 toren in Taipei.
Om ervoor te kunnen zorgen dat jullie een beter beeld van mij krijgen en van mijn interesses binnen de bouwwereld, heb ik ervoor gekozen om één van mijn favoriete bouwsoorten hier kort toe te lichten. Eerlijkheid gebied te zeggen dat mijn interesse voor deze bouwkunsten nog erg vers is, en ik pas sinds kort in aanraking ben gekomen met deze werken. Doordat ik voor het vak Constructief Ontwerpen 5 gedoken ben in de wereld van dubbel gekromde vormen, kwam ik uiteindelijk (mede dankzij begeleiders en medestudenten) terecht bij ontwerpen van bouwkunstenaars als Felix Candela en Heinz Isler. Eén van deze ontwerpen staat hiernaast afgebeeld, namelijk het Restaurant Los Manantiales in Mexico van Candela. De manier waarop hier de (wiskundige) theorie en architectuur samenkomen, is voor mij het perfecte voorbeeld van optimalisatie. Aan de hand van wiskundige formules wist men in het verleden de optimale vorm (in constructief opzicht) vrij nauwkeurig te benaderen. De enorme prestaties uit het verleden fascineren mij dan ook heel erg. Natuurlijk moet hierbij niet alleen gedacht worden aan Candela en Isler, maar ook voorbeelden uit de tijd van de Romeinen etc. (denk bijvoorbeeld aan de bouw van het Pantheon, met een vrije overspanning van ruim 43m). Het is ongelooflijk hoe men steeds weer de grenzen weet te verleggen en nieuwe uiterste te bereiken, maar hoever kunnen we gaan? Welke overspanningen kunnen er maximaal bereikt worden in de toekomst? Hoe hoog kan er maximaal gebouwd gaan worden?
Als afsluiting van dit tekststuk wil ik alle lezers en KOersleden het beste wensen, jullie nieuwe penningmeester en PR-commissaris,
Natuurlijk zal de tijd het leren en vanzelfsprekend is het een geweldig streven om deel te mogen en kunnen zijn van die bedrijfstak. Op zoek kunnen gaan naar nieuwe uitdagingen en uiteindelijk zowel de constructieve, als de architectonische uitdaging te combineren tot een kloppend, geïntegreerd geheel. Naar mijn mening zijn het twee takken binnen de bouwkundewereld die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Door constructief te ontwerpen kan er veel meer uit de architectuur gehaald worden. Architectuur is een samenkomst van verschillende factoren waarbij men rekening dient te houden met zowel de functie als de omgeving, aan geen van beide mag afbreuk worden gedaan ten gevolge van het constructieve ontwerp. Hoe interessant is het dan nog om nog hoger, nog groter te kunnen bouwen, met als gevolg dat dit ten koste zal gaan van de functionele aspecten van een gebouw en zijn omgeving. Uiteindelijk gaat het steeds meer om het ‘kunnen overtreffen’, dan dat het daadwerkelijk een logische, functionele ontwikkeling is. Dit is één van de vele gedachtespinsels, welke mij regelmatig bezig houden.
Marco Schmeitz
Sean Diederen
Zonder een kundig constructeur is zo’n gebouw, met uitdagingen als extreme hoogbouw, grote overspanningen en aardbevingsrisico’s nooit te realiseren. Dit vind ik de kracht van het vak van constructeur. Deze is namelijk een cruciale schakel bij het ontwerp en de realisatie van zulke enorme en bijzondere projecten. Ik zou mijn vingers aflikken, mocht ik ooit aan zo’n gigantisch project deelnemen!
10
Door de keuze voor deze richting, is ook mijn interesse in KOers toegenomen. Al geruime tijd geleden heb ik uitgebreid met o.a. Koen van Uffelen (Voorzitter 37e bestuur van KOers) rond de tafel gezeten voor een mogelijke bestuursfunctie. Echter, omdat toen voor mij nog veel dingen onzeker waren (qua tijdsbesteding etc.) is deze keuze nu pas definitief geworden. Door middel van leuke, interessante maar vooral gezellige activiteiten te ondernemen, hoop ik velen van jullie het komende jaar te leren kennen.
KOersief | Maart 2010 | nummer 80 | Stuttgart
11
Inventiviteit Commissaris redactie - Bastiaan Göttgens Beste KOers leden, Mijn naam is Bastiaan Göttgens, 22 jaar, en ik ben in 2006 begonnen met de studie Bouwkunde aan de TU/e. Ik ben geboren en getogen in Heerlen, maar ik woon ondertussen al bijna 4 jaar op kamers in Eindhoven. Mijn bachelor is bijna afgerond en ik ben dan ook al begonnen met de master. In de bachelor heb ik met name AT projecten gevolgd, maar helaas ondervond ik dat de technische kant van het ontwerpen daarbij onderbelicht bleef. Dat heeft mij er toe gebracht om een minor TM te doen, waardoor mijn interesses wat meer richting het constructief ontwerpen schoven. De benadering van een ontwerp vanuit zowel de architectonische, als ook uit de constructieve kant vind ik mooi en belangrijk. Mijn mening is dat wanneer vanuit beide aspecten een gebouw wordt opgebouwd, het ontwerp aan kracht wint. Vandaar dan ook dat mijn master bestaat uit een combinatie tussen de richtingen Structural Design en Architecture. Toen ik in de Excursie-commissie van CHEOPS zat, zijn we twee dagen naar Frankfurt gegaan. Onderdeel van deze excursie was een bezoek aan een tentoonstelling over de top tien van The International Higrise Award 2008. Ik denk dat ik me daar pas goed ben gaan realiseren hoe een gebouw behalve letterlijk, ook figuurlijk staat of valt door de constructie. Zoals de Torre Espacio in Madrid, waarbij over de hele hoogte van 236m de constructie bestaat uit in het werk gestort beton. De vorm van het gebouw en daarmee ook de plattegronden, veranderen vanaf de voet tot aan de top. Door ervoor te kiezen om beton van een voldoende sterkteklasse naar boven te transporteren en daar direct door te blijven storten, ontstaat een geheel van vloeren en kolommen. Het is een moeilijke opgave om beton te storten op zulke hoogtes, doordat het verticaal getransporteerd moet worden. Het is hierdoor echter wel mogelijk om op een relatief goedkope manier iedere verdieping zijn unieke vorm te geven. Bijkomstigheid is dat nabij de glazen gevel en in de hoeken geen kolommen zijn geplaatst en dat er geen windverbanden zichtbaar zijn, waardoor het lijkt alsof je dwars door het gebouw heen kunt kijken. Maar wat gebeurt er als je met de windverbanden het gebouw gaat vormgeven? Het Hearst Headquarters in New York van Foster + Partners was de winnaar van de award. Het gigantische trussed frame waarmee de gevel meteen is vormgegeven, geeft het gebouw zijn unieke harmonica-achtige uitstraling. Het gebouw krijgt door het mooi gedetailleerde frame een galante en statige uitstraling. Het bijzondere aan deze toren is dat ze verrijst uit een Art Deco gebouw uit 1928. Dit gebouw was bedoeld om hoger dan 6 verdiepingen te worden, maar is door de grote depressie nooit hoger geworden. Hearst en Foster + Partners hebben dit gebouw nieuw leven ingeblazen door nagenoeg alles uit dit gebouw te slopen en alleen de gevel te laten staan. Vanuit dit binnenste steken gigantische kolommen de hoogte in om het trussed frame te dragen. De vormgeving van de begane grond, die even hoog is als de 6 verdiepingen, krijgt hierdoor een overweldigende uitstraling en geeft de toren een prachtige inleiding. De interesse in de combinatie tussen constructie en architectuur heeft me uiteindelijk naar KOers geleid. Komend half jaar ga ik deel uitmaken van het bestuur als Commissaris Redactie. Ik ben pas sinds dit jaar bekend geraakt met KOers via Koen van Uffelen, en na een aantal gesprekken, en lang overwegen, heb ik nu dan eindelijk besloten om onderdeel van de vereniging te gaan worden als bestuurslid. Door naast de studie op zo’n manier nog met de richting constructief ontwerpen om te gaan, hoop ik veel ervaring op te doen. En daarnaast, het lijkt me een ervaring die ik gewoon niet wil missen! Ik weet nog niet zoveel van de vereniging af en ik ken dus ook nog niet zoveel mensen, maar ik ben ervan overtuigd dat daar heel snel verandering in gaat komen. Komend half jaar wil ik me duidelijk gaan laten zien in de vereniging en ik ga ervoor om samen met de andere leden van het bestuur het komend half jaar onvergetelijk te maken! Bastiaan Göttgens
Creativiteit
en
Procesbeheersing
stellen ons in staat de ideeën van de opdrachtgever te vertalen naar de optimale constructie. Meer weten over onze organisatie, visie en projecten? Kijk op onze site www.smitwesterman.nl
Postbus 592, 2800 AN Gouda. T 0182-615 655 E
[email protected]
www.abt.eu
bouwen aan ambities
Iets moois willen maken. Of misschien gewoon de hoogste, de beste. En voor zo min mogelijk, zo veel mogelijk meters. Iedere opdrachtgever, iedere architect wil ‘iets’ – streeft, verlangt en vraagt. Wat hun wens ook is, de ingenieurs en adviseurs van ABT zorgen voor de technische uitwerking. Al meer dan 50 jaar. Geïntegreerde oplossingen, maakbaar en vooral haalbaar – hoe groot, klein, ingewikkeld of gewoon de vraag ook is. Grensverleggend waar nodig, maar altijd solide. Wat onmogelijk lijkt, toch mogelijk maken. Voor onze opdrachtgevers, voor onze medewerkers en voor een betere wereld. ABT bouwt aan ambities.
advies- en ingenieursbureau op het gebied van constructies, bouwkunde, bouwmanagement, civiele techniek en installaties
12
KOersief | Maart 2010 | nummer 80 | Stuttgart
MDE Stuttgart & Dillingen
KOers naar Stuttgart door: Wouter van der Sluis
1. KOers gaat jaarlijks op een Meerdaagse Excursie naar een stad binnen Europa. Nadat door het 36ste bestuur al contacten waren gelegd met de Dillinger Hütte staalfabriek, werd er besloten om die excursie uit te breiden tot een Meerdaagse Excursie. Hoewel Stuttgart zo’n 200 kilometer van Dillingen af ligt, was dit de meest interessante stad om naar af te reizen. Stuttgart is namelijk een hotspot voor technische innovaties, zo is het de thuisbasis van internationaal befaamde bedrijven, zoals Daimler Benz, Bosch en Porsche. Maar ook op het gebied van bouwkunde is Stuttgart een belangrijke plaats om te zijn, met een Technische Universiteit, het Institut für Leichtbau Entwerfen und Konstruieren (ILEK) en vooraanstaande ingenieursbureaus. Om zelf te zien hoe het daar eraan toegaat, vertrok KOers begin november richting het zuiden van Duitsland. Zoals ook te lezen is in het voorgaande artikel, waar alle nieuwe bestuursleden zich voorstellen, intrigeert het vele studenten Constructief Ontwerpen aan de Technische Universiteit als er een goed samenspel is tussen constructie en architectuur. Fritz Leonhardt (1909-1999), Frei Otto (1934) en Jörg Schlaich (1934) zijn juist bekend om hun werk dat draait om esthetiek en constructieve beleving. Door hun grote technische kennis en een hoog niveau van integratie van zowel architectuur als constructie was dit mogelijk. Tevens hadden zij allen het verlangen om lichte bouwconstructies te bouwen. Doordat zij zowel professor waren aan de Universiteit van Stuttgart als partners in vooraanstaande ingenieursbureaus, konden zij onderzoek doen naar innovatieve nieuwe ideeën en deze ook werkelijk toepassen in de praktijk. Een goed voorbeeld van hun kunnen is het Olympiastadion in München. Voorbeelden in Stuttgart zijn het gebouw van ILEK, waar Frei Otto tevens de oprichter van is, en de uitkijktoren op de Killesberg, door Schlaich Bergemann & Partners. In navolging van deze heren zijn nu enkele vroegere studenten van hen bezig naam te maken. Werner Sobek (1953) is er daar één van. Hij studeerde zowel constructief ontwerpen als architectuur aan de Universiteit van Stuttgart. Als constructeur werkt hij dan ook nauw samen met de architect, zoals bij het Mercedes Benz Museum in Stuttgart, ontworpen door Ben van Berkel. Tijdens de Meerdaagse Excursie hebben we kunnen rondkijken en de sfeer kunnen proeven bij de Universiteit, ILEK en Werner Sobek. Een schitterende mogelijkheid om eens te zien hoe ze daar constructie en architectuur met elkaar laten samensmelten. Tot slot, Bouwen met Staal bedankt voor het financieel mogelijk maken van deze geslaagde Meerdaagse Excursie. ■
2.
3. fig. 1: fig. 2: fig. 3:
Uitkijktoren op de Killesberg, Stuttgart Uitkijktoren op de Killesberg, Stuttgart ILEK, Stuttgart 15
MDE Stuttgart & Dillingen
6 november - door Joost de Meijer Dillinger Hütte.
Dagverslagen MDE Stuttgart & door: Lianne Tas, Joost de Meijer en Hein de Groot Dillingen
1.
5 november - door Lianne Tas Het vertrek, Werner Sobek, ILEK en een kerstmarkt. Het is donderdag 5 november, half 7 ’s ochtends en het is eindelijk zo ver. We gaan op MeerDaagse Excursie! Langzaam komen de soms nog halfslapende KOersleden bij elkaar onder het afdakje van Vertigo. Het is vroeg en koud en dat is goed te merken. Sommige actievelingen zijn verbazingwekkend wakker, anderen hebben zich al op een plekje in één van de busjes verschanst. Nadat iedereen in het donker de weg naar ons stekje heeft weten te vinden kunnen we op weg. Al snel blijkt dat elk busje zo zijn eigenaardigheid heeft. Zo is er een Hamza & Marko busje (later ook bekend als het gevaarlijke busje), de oude lullen bus (met de reeds vergevorderde al dan niet afgestudeerde KOersleden) en de vrouwenbus (need I say more?). Ik weet nog steeds niet precies wat of wie mij in eerste instantie bij de eerste categorie plaatste, maar ik was verheugd om me na dag één (en een aantal bijna dood ervaringen) bij de tweede categorie te voegen. Maar goed, ik dwaal af, we gingen op weg. Na een lange rit en een beetje file kwamen we uiteindelijk (met een uur vertraging) bij ons eerste bezoek aan, het bureau van Werner Sobek in Stuttgart. We kregen een bedrijfspresentatie die erg indrukwekkend was. Er kwamen projecten voorbij, zoals Bangkok Airport, waar gebruik is gemaakt van een staalconstructie met dubbele membranen en het Mercedes Benz museum, welke we later in het weekend zouden gaan bezoeken. Kortom, projecten over de hele wereld met erg interessante (constructieve) oplossingen. Daarna kregen we nog een rondleiding door het gebouw en tot onze vreugde een drankje en een pretzel. Vervolgens was het tijd om op weg te gaan naar ILEK, Das Institut für Leichtbau Entwerfen und Konstruieren aan de Universiteit van Stuttgart. Ook hier is Werner Sobek van de partij, aangezien hij zeer nauw bij het instituut betrokken is. Deze is gevestigd in het door Frei Otto ontworpen Duitse 16
KOersief | Maart 2010 | nummer 80 | Stuttgart
paviljoen voor de wereldexpositie in 1967. Het betreft een lichte draagconstructie bestaande uit stalen kolommen die een kabelnetwerk omhooghouden, waardoor een soort tentconstructie ontstaat. Hier worden we rondgeleid door een lieftallige dame, die door enkelen van ons interessanter werd gevonden dan bijvoorbeeld de adaptieve brug van Patrick Teuffel. De onderwerpen die tijdens deze rondleiding aan bod kwamen waren desalniettemin zeker niet oninteressant. Met een bellenblaas apparaat kon de meest zuivere kabel- of tentconstructievorm worden weergegeven tussen zelf te kiezen punten en buiten was er een onderzoek te zien naar zelfdragende glazen constructies. Maar ook aan deze vreugde kwam een eind en zo gingen we op weg naar onze volgende en laatste bestemming van deze dag. Het vinden van het hostel was niet zo’n probleem. Het vinden van de parkeerplaats vergde echter heel wat meer oefening. Na zeker vier rondjes te hebben gereden konden we dan eindelijk inchecken en onze kamers bezichtigen. De meesten moesten het doen met een vier- of vijfpersoons kamer, maar er waren een paar bofkonten die zich in het penthouse van het hostel mochten verschansen met keuken, eigen badkamer en een fantastisch uitzicht! Daarna werd het toch echt tijd om een avondmaaltijd te gaan zoeken en de groep splitste zich op in twee delen. De ene groep wist later te onthullen in een scheef Italiaans restaurant te hebben gegeten, de andere groep koos voor een fancy eetcafé. Hierna ontmoette het grootste deel van de groep elkaar weer in de Wintertraum. Die idyllische setting was compleet, met glühwein (tot afschuw van sommigen), een ijsbaan en een travestiet op schaatsen (ook tot afschuw van sommigen). Hoewel het buiten koud was werden we opgewarmd door deze geweldige droom en de wijn. Met de volgende dag in het vooruitzicht ging een deel van de groep een beetje op tijd slapen. Er stond weer een drukke dag voor de deur.
De 2e dag van deze excursie vertrokken we om half 7 richting de staalfabriek Dillinger Hütte. Sinds 1685 wordt hier staal geproduceerd en sinds 1961 worden hier werelds dikste staalplaten in een continu proces geproduceerd met afmetingen tot 400 bij 2200 mm. Na een wat hectische ontvangst begon de rondleiding met het uitdelen van schitterende overalls, helmen en headsets. Het terrein van de staalfabriek is zo groot dat we ons met onze busjes over het terrein verplaatsten. Het was heel erg indrukwekkend om dicht bij de 2 hoogovens met diameters van 11 en 12 meter te mogen komen. Hier was de temperatuur van 2000 °C in deze ovens goed te voelen. We konden zo dichtbij komen dat we het vloeibare ruwijzer uit de oven zagen stromen. Bij het tijdelijk afsluiten van de ovens ontstond een heftig vuurwerk. Door het verhitten van het ijzererts en toeslagmaterialen wordt in deze ovens ruwijzer en slak geproduceerd. Het gloeiende ruwijzer wordt door wagons vervoerd naar de volgende stap in het proces. De slak konden we buiten op een enorme hoop zien afkoelen om vervolgens afgevoerd te worden. De volgende stap in het proces is het verlagen van het koolstofgehalte in een oxystaalconvertor; door het toevoegen van zuivere zuurstof aan het smeltbad verbrandt de koolstof. De achtergebleven zuurstof wordt gebonden door het toevoegen van aluminium. Nu is het staal klaar om gegoten te worden. Het meeste staal wordt gebruikt voor een continu proces, maar er worden ook nog ‘ingots’ gemaakt; dit zijn blokken staal met afmetingen van 4 bij 4 bij 1 meter hoog. Dit is heel wat groter zoals ze in het basisboek ‘Overspannend staal’ staan. Bij continu gieten wordt het vloeibare staal verticaal door een langwerpige opening gegoten en met rollen begeleid naar een horizontale rollenband. Wegens tijdsgebrek en/ of bedrijfsgeheimen konden we dit helaas niet zien, wel zagen we de platen uit de fabriek rollen. Deze platen met homogene eigenschappen werden gesneden in ‘hanteerbare’ afmetingen en opgeslagen op een trasveld. In het laatste gebouw wat we hebben bezocht
2.
vindt het walsproces plaats. De platen worden eerst verwarmd tot 1200 °C in wederom enorme ovens. Hier komen ze gloeiend uit en gaan vervolgens door een serie van walsen met maximale breedtes van 5,5 meter en een koppel van 4950 kNm (ongeveer gelijk aan 20.000 auto’s). Dillinger Hütte levert platen met diktes van 5 tot 400 mm, breedtes van 900 tot 5500 mm en lengtes tot 22 m. Ook hier is een groot deel van het productieproces een bedrijfsgeheim. 1,2 kilometer verderop, maar nog steeds in hetzelfde gebouw, zijn de halffabricaten klaar om verder verwerkt te worden in machines, schepen, pijpleidingen en uiteraard de bouw. Hiermee was het ochtendprogramma afgesloten en konden we beginnen aan de terugreis naar Stuttgart. Een aantal van ons zijn nog naar een symposium geweest ter ere van de 75ste verjaardag van Jörg Schlaich, een bekende Duitse constructief ontwerper. Maar de meesten hebben zich klaargemaakt om Stuttgart onveilig te maken.
3. 17
4.
7 november - Hein de Groot Weissenhofsiedlung, Killesbergturm, Porsche, Mercedes-Benz en de terugreis. De dag begon met een ‘vrij programma’ waarvan iedereen dankbaar gebruik maakte. De meeste studenten hadden er de vorige dag dan ook een lange avond van gemaakt. Hierdoor werd iedereen toch met een lichte kater wakker. Sommigen maakten nog een rondwandeling in de stad. Het ontbijt bestond uit wat eten uit de supermarkt of de bakker en daarna was het alweer tijd om uit te checken. Om 12:00 uur stonden onze 3 busjes weer klaar om ons overal veilig heen te brengen. Eerste stop, het Höhenpark Killesberg / Weissenhofsiedlung waar we tot 14:00 uur verbleven. Het park bestond uit veel verschillende soorten bomen en planten. Maar waar het ons eigenlijk om ging was de Killesbergturm. Deze observatietoren van 43 meter is ontworpen in 2001 door Jörg Schlaich. In het midden van deze toren staat een grote pendelstaaf voor de drukkrachten en daaromheen is een kabelconstructie gemaakt voor de trek en deze zorgt voor de stabiliteit van de toren. Via een spiraalvormige trap kon je naar boven lopen. Boven in de toren voelde je ook duidelijk dat de toren met de wind op en neer beweegt. Duidelijk is zichtbaar dat het in Stuttgart voornamelijk om auto’s draait. En als het om auto’s gaat dan is er vaak ook veel geld mee gemoeid, dus in Stuttgart staan op elke hoek van de straat de grootste autogarages, rijden de duurste wagens rond op straat en natuurlijk staan er de mooiste automusea. Twee van deze musea hebben wij dan ook bezocht. Eerst het Porsche museum dat als een sculptuur uitsteekt tussen de autogarages. Daarna om 16:30 uur het Mercedes museum dat tussen het hoofdkantoor en de Mercedes Benz Arena van VFB Stuttgart staat. Beide zijn schitterende bouwwerken die voor de liefhebbers van architectuur en auto’s zeker de moeite waard zijn om te bezoeken. Om 18:00 uur ging het museum sluiten, dus werden we vriendelijk verzocht om onmiddellijk het museum te verlaten. ’s Avonds zouden we in het eerste wegrestaurant langs de snelweg gaan eten. Maar doordat er naast dit restaurant een veel goedkoper alternatief zat, en studenten nu eenmaal ook niet de rijkste mensen zijn, mondde het uit op fast food van de Burger King. De terugweg op de Duitse snelwegen was zo gebeurd door de navigatie aan te zetten en het gaspedaal onderin houden, zodat we zo snel mogelijk weer in Eindhoven aankwamen. Dit was wel pas om 1:00 uur ’s nachts, maar we kunnen terug kijken op een zeer geslaagde MeerDaagse Excursie! ■
18
KOersief | Maart 2010 | nummer 80 | Stuttgart
5. fig. 1: fig. 2: fig. 3: fig. 4: fig. 5:
Vloeibaar staal in Dillinger Hütte Groepsfoto bij Dillinger Hütte Het centrum van Stuttgart Detail Killesbergturm Killesbergturm
MDE Stuttgart & Dillingen
Mercedes-Benz Museum door: John Schneijderberg
2.
1.
Stuttgart, zaterdagmiddag 7 november, 16.32 uur - Juist als de laatste zonnestralen hun weg vinden over de toppen van de Killesberg en het rivierdal van de Neckar nog voor een laatste maal die dag verwarmen met hun diepgouden licht, de drukte en de haast uit de stad verdwijnt en de stilte wederkeert…., scheuren er drie bussen afgeladen met studenten uit Eindhoven over de Talstraße op weg naar het Mercedes-Benz-Museum. Zojuist hebben zij het Porsche Museum bezocht en haasten zich vol verwachting richting de nieuwe te bewonderen locatie. De zenuwen worden beloond zodra het gebouw aan de horizon verschijnt en de eerste glimpen van UN Studio’s recente topcreatie zijn op te vangen; het Mercedes-Benz Museum. Exterieur Het meesterwerk van United Net ‘UN’ Studio is gezeteld in een kunstmatige basement welke niet alleen zorgt voor de stedenbouwkundige integratie van het complex, maar ook een directe verbinding legt tussen de nieuwe toonzalen en het Mercedes-Benz centrum. Wanneer je je met een omtrekkende beweging door dit abstracte landschap rond het museum beweegt en alle zijden van het exterieur te zien krijgt, transformeert het gebouw dat zich van afstand voordoet als imposante massa van gestapelde volumes tot een gelaagde diamant waarvan de facetten eigenaardig in elkaar overlopen. De spekkoek van glas en aluminium vertegenwoordigt een continuïteit die vanuit de gevel doorgezet wordt naar zijn interieur. 20
KOersief | Maart 2010 | nummer 80 | Stuttgart
Dubbele Helix Het dynamische uiterlijk van het gebouw komt overeen met de indrukwekkende interne sequentie. De Louis Kahn-achtige centrale hal met kathedralesque kwaliteiten vormt zeer zeker de eerste eyecatcher wanneer je de automobieltempel betreedt. Vanuit deze, architectonisch gezien haast tijdloze ruimte, welke onder andere dienst doet als lanceerplatform voor liften die eerder het voorkomen hebben van een tijdcapsule, wordt je zicht vrijwel automatisch naar boven getrokken richting het betonnen zenit. Na een reis met één van de tijdcapsules land je in de nok van het gebouw en stap je uit in een ruimte die het idee van een tijdreis alleen maar versterkt. Materiaalgebruik, vormen-taal en een hemels wit licht geven deze ruimte een futuristisch karakter, wat je het idee geeft dat je in een Star-Trekaflevering terecht bent gekomen. Een opgezet wit paard draagt sterk bij aan deze surreële ervaring, maar markeert op hetzelfde moment met zijn enkelvoudige paardenkracht, zeer treffend het begin van een illustratieve reis door de rijke historie van de beroemde Duitse autofabrikant. Deze geschiedkundige route is echter niet de enige die gevolgd kan worden, er is ook nog de optie om te meanderen langs de thematische toonzalen. De eerstgenoemde reismogelijkheid leidt de bezoeker chronologisch door de ontstaansgeschiedenis van het toonaangevende automerk. De reis passeert verschillende era’s die ieder individueel ingeleid worden op een architectonisch doordachte wijze die zeer natuurlijk aanvoelt. Ieder tijdvak kent een eigen expositieruimte met een toepasse-
lijke materialisering en karakteristieke vormgeving van armatuur tot lettertype welke kenmerkend is voor die periode. Bij het betreden van een nieuwe epoche-toonzaal vindt men zichzelf op de drempel van een cirkelvormige hellingbaan die rond de machinerieën krult. Deze benaderingswijze brengt een eerste inleidend contact tot stand met de bezienswaardigheden, haast zoals een roofdier met zijn prooi doet, omcirkel je de voertuigen. Aan de buitenzijden van de gekromde afdaling wordt het verhaal van het betreffende tijdperk beschreven middels tekst en beeld. Naast deze tekens aan de wand en de tentoongestelde objecten wordt er ook nog verhalende informatie aangeboden via een draagbaar mediasysteem. Deze zogenoemde audioguide kan worden afgehaald bij de receptie ten tijde van de binnenkomst en vertelt op hoofdpunten over interessante zaken en kan bovendien worden geraadpleegd wanneer extra informatie gewenst is. Dit interactieve systeem biedt dezelfde diensten wanneer er voor gekozen is om de thematische route te volgen. In dit geval worden de museumgasten langs toonzalen gedirigeerd die ieder een eigen onderwerp vertegenwoordigen. Hierbij passeert men onder andere de zaal van de hulpdiensten en vrachtwagens, de expositie van verre reizen en een tentoonstelling van auto’s die toebehoorden aan helden en beroemdheden. Uiteindelijk sluiten beide routes af in de races & records room, met daarin een opstelling van de snelste bolides, waarna je weer in de centrale hal terechtkomt. Om deze twee aparte routes te cre-
eren in één gebouw heeft UN Studio zich gewend tot het concept van de dubbele helix. Drieledig klaverblad De plattegrond die vervolgens naar het concept van de dubbele helix gevormd is, heeft het karakteristieke voorkomen gekregen van een drieledig klaverblad. Deze keuze heeft er voor gezorgd dat het gebouw zijn kenmerkende footprint heeft gekregen, een soort driehoek met afgeronde hoeken. Er kan dus gesteld worden dat het museum van binnen naar buiten ontworpen is. Doordat de twee routes zich door deze speciale gebouw-layout naast elkaar kunnen bevinden, is het mogelijk om op iedere verdieping van route te wisselen. Enerzijds lijkt dit wellicht handig, maar het zorgt er ook voor dat de dubbele spiraal kortsluit, waardoor verwarring en doorbreking van het uitgestippelde traject kan ontstaan; keuzemomenten in musea blijken meer dan eens problematisch te zijn. Daarnaast lijkt de thematische route, ondanks haar ligging achter de transparante geveldelen, secundair te zijn. De verschillende vloeren worden op deze route met elkaar in contact gebracht middels smalle trappen die enigszins weggestopt lijken te zijn waardoor het continue karakter van het gebouw, zoals we die kennen van de royale hellingbanen in de historische route, doorbroken wordt. Dat men opnieuw de lift dient te nemen wanneer men na het volgen van de ene DNAstreng besluit ook de tweede te volgen, zwakt ook het idee van het oneindig flaneren af.
21
4.
3.
Betonnen tornado De constructie is uitgevoerd in beton en in principe fungeren de 9 bladeren van de drieklaverige plattegrond als vleugels welke gekoppeld zijn aan de semi-opengewerkte betonkern waarin zich het centrale atrium bevindt. De combinatie met de kolommen in de gevels, waarvan ieder exemplaar uniek is, zorgde voor een dermate complexe geometrie dat het ingenieursbureau van Werner Sobek het museum in 3D heeft moeten plannen en berekenen. Het beton is voor het overgrote deel in het werk gestort om de gewenste uitstraling te bewerkstelligen. Voor het type beton is gekozen voor de zogenoemde ‘Magic Mix’, een betonsoort die na de verharding, wat twee jaar duren kan, wit wordt.
22
en plafonds bestaan uit één oppervlak, waardoor de grenzen tussen horizontale en verticale vlakken totaal vervagen. Het waren niet alleen de dubbelgekromde vlakken die het constructieve ontwerp bemoeilijkten, een andere uitdaging hield zich schuil in de wens om de expositieruimten kolomvrij te houden. Dit terwijl de overspanningen tot 33 meter reikten en de belasting van tentoongestelde vrachtwagens moest worden opgevangen. Bijkomende complicatie was dat de meest complexe onderdelen gelijktijdig de meest essentiële componenten van de constructie vormden. Voor de meest gecompliceerde betonelementen werden daarom 1:1 mock-ups gemaakt.
De keuze en het ontwerp van het constructieve systeem sluit in zijn volledigheid aan bij het concept van de architect. Op dit punt toont het gebouw heel duidelijk de meerwaarde die een integrale werkmethode creëren kan. De integraliteit is tweeledig. Ten eerste is er nauw samengewerkt door de betrokken partijen om tot resultaten te komen die perfectie benaderen. Anderzijds hanteert UN Studio een ontwerpmethodiek waarbij alle onderdelen gelijktijdig tot stand komen.
Doordat bij het ontwerp op een vernieuwende manier te werk werd gegaan heeft het museum bovendien een plaats in het Guiness book of records veroverd. De speciale geometrie stelt het gebouw namelijk in staat ’s werelds grootste kunstmatige tornado op te wekken in het atrium welke vervolgens de rook in geval van brand af kan voeren. Hierdoor kon rookcompartimentering uitblijven; iets wat de continuïteit de das om zou hebben gedaan.
Door op dergelijke wijzen te werk te gaan is men door middel van innovatie in staat geweest de gewenste doelen te bereiken en het concept in stand te houden. Zo is er ten behoeve van de instandhouding van de continuïteit een ‘single surface approach’ gebruikt voor het ontwerp van de constructie. Dit houdt in dat de vloeren, wanden
Aan de gevel is het gebruik van beton niet direct af te lezen. De thematische route bevindt zich achter glazen puien terwijl het chronologische verhaal haar weg vindt achter aluminium beplating. De relatie met de kern van ‘Magic Mix’ lijkt afwezig. Enige uitzondering hierop wordt gevormd door de constructie die zichtbaar is door
KOersief | Maart 2010 | nummer 80 | Stuttgart
5.
de glazen geveldelen. Wellicht is er bij de gevel eerder sprake van een metaforische analogie met de voertuigen van Mercedes: een solide kern in een modern stijlvol jasje. Door de integratie van structurele eisen en programmatische wensen is een verfijnde geometrie ontstaan welke het museum tot architectonisch pronkstuk van Stuttgart heeft gepromoveerd. Kunst Voor het gebouw welke een complexe bouw- en ontwerpopgave vormde van ruim 35.000m² werden uiteindelijk gemiddeld voor iedere vierkante meter een werktekening gemaakt om te communiceren tussen de 200 betrokken partijen. De driejarige doorlooptijd van eerste schets tot oplevering valt dan ook zeer gering te noemen. Als de avond is gevallen en de hemel boven de Duitse autostad een diepe donkerblauwe kleur aanneemt welke louter door enkele heldere sterren doorbroken wordt, toont het interieur zich via de transparante delen naar haar omgeving en pronkt het museum met zijn bezittingen. Wanneer men na een bezoek aan het museum het pand verlaat en nog een laatste maal achterom kijkt, geeft dit een voldaan gevoel. Er is sprake van een zekere euforie doordat het museum niet alleen bezocht is maar dat het ook daadwerkelijk beleefd is. Op dat moment is het niet langer zeker of men meer onder de indruk dient te zijn van het gebouw of het materieel dat het occupeert. ■
fig. 1: Hoofdentree Mercedes Benz Museum fig. 2: Futuristisch landingsplatform in de nok van het museum fig. 3: Gekromde hellingbaan naar één van de toonzalen fig. 4: Zenit van de centrale hal fig. 5: Trap naar één van de toonzalen
23
MDE Stuttgart & Dillingen
Porsche Museum door: Chris Noteboom
3. fig. 1: fig. 2: fig. 3: fig. 4:
1. Context Porsche; een zeer exclusief automerk, waarbij het gros van de mens bij het horen van de naam één van de gestroomlijnde sportauto’s voor zich ziet. Bij de exclusiviteit van Porsche hoort een museum van een zelfde soort allure; een gebouw met uitstraling. Het nieuwe Porschemuseum in Stuttgart, ontworpen door het architectenbureau Delugan Meissl, voldoet aan deze eis. Zo is het museum niet alleen een icoon in de autobranche, maar met zijn moderne uitstraling en zijn goed vormgegeven routing ook een mooi stukje architectuur. In dit artikel staan de vormgeving en constructie van het Porschemuseum centraal. Helaas voor de autoliefhebber, dus niet de schitterende collectie aan auto’s, die het bezoek zeker waard zijn. Het Porschemuseum is gelegen in de wijk Zuffenhausen in het noorden van Stuttgart en is drie jaar later gebouwd dan het Mercedes-Benzmuseum dat in het oosten van de stad staat. Het internationale aanzien van het Mercedes-Benzmuseum zal zeker de iconografische eisen met betrekking tot het ontwerp van het Porschemuseum hebben aangescherpt aangezien niemand voor zijn concurrent wil onderdoen. Zeker niet in de overwegend mannelijke autobranche. Het Porschemuseum sluit qua vormgeving en constructie aan bij datgene waarom Stuttgart in de architectuur bekend staat; haar ‘moderne’ verleden. De Weissenhofsiedlung is hier namelijk in 1927 gerealiseerd wat het begin van de moderne architectuur inluidde. Deze moderne experimentele woonwijk, ontworpen door bekende architecten als Le Corbusier, Mies van der Rohe en Walter Gropius, wordt gezien als het eerste voorbeeld van ‘het Nieuwe Bouwen’. Dit begin van de moderne architectuur is voor de industriestad Stuttgart van grote architectonische waarde geweest. Zoals in 1927 de Weissenhofsiedlung voor haar tijd zeer vooruitstrevend was, is het Porschemuseum met haar continue architectuur in deze tijd vooruitstrevend. Met de musea van Mercedes-Benz en Porsche refereert de stad Stuttgart op een moderne manier naar haar band met de auto-industrie. Het Porschemuseum staat tegenover het door Cepezed in 2000 gerealiseerde Porschecentrum en vlakbij de Porschefabriek waar de eerste Porsches gemaakt werden. In dit gebied begon de historie van Porsche en door de plaatsing van het museum in deze context met een vooraf geschat bezoekersaantal van 200.000 per jaar zal het de wijk en de stad Stuttgart een nieuwe impuls geven. Aan de bouw werd be24
KOersief | Maart 2010 | nummer 80 | Stuttgart
2. gonnen in oktober 2005 en de oplevering vond plaats in december 2008. Met meer dan 500.000 bezoekers in het eerste jaar maakte het museum de hooggespannen verwachtingen waar en door de iconische architectuur zal een bezoek aan het museum de beleving van het merk Porsche zeker versterken. Het ontwerp In 2005 won het architectenbureau Delugan Meissl de prijsvraag voor het ontwerp van een museum voor Porsche. Gevraagd werd om een ontwerp te maken voor een museum dat de geschiedenis van het automerk Porsche, beginnend bij de eerste succesvolle Porsche in 1948 ten toon zou stellen in de geest van Porsche. In het ontwerpproces stond het spanningsveld tussen gebouw en gebruik centraal, dat blijkt uit de onderstaande quote van de architect Roman Delugan: „Das neue Porsche Museum verkörpert durchwegs unsere Auffassung von Architektur, die sich stets im Spannungsfeld zwischen Gebautem und seinen Benutzern bewegt.“ Uiteindelijk is het Porschemuseum een dynamisch gebouw geworden dat het gevoel van het merk Porsche, naar mijn mening goed representeert. De snelheid van de auto’s van Porsche is vertaald naar de statische dimensie van een gebouw, maar vervalt door haar vormgeving nooit tot een statische beleving van de ruimte. Bij aankomst valt meteen de schijnbaar zwevende
tentoonstellingsruimte van 5500m2 op dat met zijn futuristische en monolitische uitstraling de vormentaal van de binnenruimte nog voor het bezoek al duidelijk maakt. De onderkant van het ‘zwevende’ blok is bekleed met reflecterende tegels waardoor bij ondergaande zon een indrukwekkend kleurenspel ontstaat. Eenmaal binnen zijn er verschillende mogelijkheden: langs bij de koffiebar, het restaurant, de souvenirshop of de zesendertig meter lange roltrap te nemen naar de achttien meter hoger gelegen expositieruimte. Deze roltrap bundelt de stroom mensen en brengt ze in het hart van de tentoonstellingsruimte. Hier begint de route door de historie van Porsche langs al haar pronkstukken. De ruimte stuurt je loop- en kijkrichtingen en wordt tegelijkertijd ervaren als één groot monolitisch geheel. Dit wordt versterkt door de sublieme integratie van de trappen en diverse zit- en expositiemeubels. De continue ruimte met zijn witte kleur en vooral kunstmatige verlichting legt enerzijds de nadruk op de collectie auto’s, maar is anderzijds voor de architectuurliefhebber een lust voor het oog. De materialisering van het interieur smeedt de wanden, vloer en sokkels tot één geheel. Als technisch hoogstandje is er een sokkel met daarop twee Porsches volledig bedekt met LEDjes. Lichtgevende teksten schuiven onder de auto’s door en geven het geheel een futuristisch karakter.
Het exterieur van het museum De roltrap naar de expositie Het 3d constructiemodel De constructie tijdens de bouw
De constructie De constructie van dit gebouw volgt duidelijk het ontwerp en niet andersom. De onderbouw heeft een constructie van gewapend beton en de grote overspanningen en uitkragingen van de bovenbouw worden gesteund door een ruimtelijke staalconstructie. Drie kernen, gemaakt van staal en voorgespannen beton, verbinden de onder- met bovenconstructie, hier was 21.000m3 beton voor nodig. Alleen in de voorgevel wordt de staalconstructie van de bovenbouw letterlijk zichtbaar en voor de rest blijft de gigantische constructie van 5000 ton staal verborgen voor de toeschouwer. Dit wil echter niet zeggen dat het gevoel van de staalconstructie volledig verdwijnt. Wanneer men namelijk de roltrap naar de expositieruimte neemt, wordt men door een opening in een kruisend lijnenspel gevoerd. Dit lijnenspel wordt benadrukt door het licht dat hier tussendoor komt en geeft de bezoeker een vleug van het gevoel van de indrukwekkende staalconstructie. De lengte van de bovenbouw is 160 meter en heeft een breedte van 70 meter. De betonnen verticale steunpunten lopen als een soort grote takken vanuit de onderconstructie naar de ogenschijnlijk zwevende staalconstructie. De grote krachten die vanuit het staal het beton moeten worden ingeleid lopen geleidelijk via speciale verdiepingshoge stalen verbindingen en hoge sterkte beton. Door overspanningen van wel 60 meter tussen de kernen en uitkragingen tot 45 meter lopen de krachten in de kernen op tot circa 105 MN. De fundering onder de kernen bestaat hier dan ook uit een betonplaat van wel 3,75 meter dik en de totale fundering bestaat mede uit in totaal 1850 boorpalen met een doorsnede van 1,2 meter. De bovenbouw heeft een gewicht van ongeveer 35.000 ton dat scheef is gebouwd om de uiteindelijke maximale vervormingen te beperken. Om dit alles tijdens het ontwerp en uitvoeringsproces goed te kunnen sturen is onder andere gebruik gemaakt van parametrische computermodellen. Vanuit het perspectief van de constructeur gezien zou men kunnen zeggen dat het jammer is dat de constructie niet overal te zien is. Het gevoel van spanning dat deze ruimte echter in zich heeft, wordt mede veroorzaakt door het feit dat we weten dat er bijzondere constructieve kunststukjes voor nodig zijn geweest om het geheel te dragen maar dat deze verborgen zijn. Laat u juist door het mysterie prikkelen in de zoektocht naar 4. uitdagingen. ■ 25
afstudeerverslagen
Het gedrag van prefab gevelopgebouwd uit baksteen elementen door: Robbert Riep
metselwerk en beton
Door de alsmaar afnemende hoeveelheid vakmensen in de bouwwereld en de groter wordende drang om het gehele bouwproces te beheersen, neemt de prefab industrie een steeds belangrijkere positie op de markt in. Prefab beton wordt al jaren toegepast en heeft voor een ommekeer gezorgd in het traditionele bouwproces, ook heeft het een andere manier van denken ingeleid. In navolging van beton werden andere bouwmaterialen klaargestoomd voor de prefab industrie, zo ook baksteen metselwerk. De werking en eigenschappen van beide constructiematerialen in prefab toepassingen, evenals de voor- en nadelen hiervan, zijn inmiddels bekend. De constructieve samenwerking tussen baksteen metselwerk en beton in prefab toepassingen is echter een relatief nieuw fenomeen. De twee bouwmaterialen worden steeds vaker tezamen ingezet in de woning- en utiliteitsbouw. In de meeste gevallen betreft het de verticale elementen welke de gevel van een gebouw vorm geven. Ogenschijnlijk wordt weinig afgeweken van het traditionele uiterlijk van baksteen metselwerk wanneer gebruik is gemaakt van geprefabriceerde gevelelementen, opgebouwd uit baksteen metselwerk en beton. Een constructieve beschouwing van de elementen leert echter dat deze aanname onjuist is. De literatuur wijst uit dat opgelegde vervorming een belangrijk belastinggeval is voor een prefab gevelelement, opgebouwd uit baksteen metselwerk en beton. Het prefab gevelelement reageert op opgelegde vervormingen door temperatuurverschillen en krimpbelasting, welke beide afhankelijk zijn van de heersende klimatologische omstandigheden. De combinatie van het feit dat de doorsnede van de beoogde prefab gevelelementen uit meerdere materialen bestaat en dat de gevelelementen belast worden door opgelegde vervormingen heeft constructieve, uitvoeringstechnische en esthetische consequenties. Met behulp van diverse numerieke simulaties en experimenteel onderzoek wordt het gedrag van prefab gevelelementen, opgebouwd uit baksteen metselwerk en beton, doorgrond. Een enkelschalig gevelelement, bestaande uit een betonrug van 120 mm dik met daarop een laag metselwerk van baksteenstrips van 30 mm dik, heeft centraal gestaan tijdens numeriek en experimenteel onderzoek. Het experimenteel onderzoek is ingericht aan de hand van de bevindingen tijdens projectbezoeken en numeriek onderzoek. Het doel van het experimentele onderzoek is het valideren van de eerder verkregen numerieke resultaten. Numeriek onderzoek toont aan dat het aanbrengen van opgelegde vervormingen op een doorsnede die opgebouwd is uit verschillende materialen tot spanningen leidt indien vrije vervorming van een laag verhinderd wordt door de aangrenzende laag. Een enkelschalig gevelelement is opgebouwd uit een laag beton en een laag baksteen metselwerk welke beiden met elkaar verbonden zijn, een horizontale doorsnede is gemodelleerd in ANSYS. Uit analyses blijkt dat
1. 26
KOersief | Maart 2010 | nummer 80 | Stuttgart
2. thermische belasting spanningen in de doorsnede van het enkelschalige gevelelement veroorzaakt. De verschillende lineaire uitzettingscoëfficiënten die de materialen bezitten, leiden namelijk tot afwijkende vervorming bij een heersende temperatuur. Ter plaatse van de directe verbinding tussen de laag baksteen metselwerk en beton ontstaan dientengevolge spanningen. Thermische belasting in een zomersituatie veroorzaakt trekspanningen in de laag baksteen metselwerk en drukspanningen in de betonnen laag. Anders dan de thermische belasting resulteert de gemodelleerde krimpbelasting niet tot spanningen in de doorsnede. De krimpverkorting van de laag baksteen metselwerk wordt veroorzaakt door de betonnen voegen en is derhalve kleiner dan de krimpverkorting van beton. De lineair variërende krimpverkorting kan vrij optreden in de gehele doorsnede van het gemodelleerde, enkelschalige gevelelement zodat verhindering van vervorming niet optreedt. Tijdens projectbezoeken is niet waargenomen dat spanningen ter plaatse van het grensvlak tussen baksteen metselwerk en beton in een enkelschalig gevelelement heeft geleid tot schade aan één van de beide lagen. In tegenstelling tot het numeriek onderzoek is het experimenteel onderzoek gebaseerd op vervormingen van een enkelschalig gevelelement in plaats van spanningen in de doorsnede van een enkelschalig gevelelement. Het experimenteel onderzoek heeft een meetperiode van 50 dagen omvat. Tijdens deze meetperiode is een enkelschalig proefelement, omgeven door een omkasting, blootgesteld aan het buitenklimaat. Twaalf lineaire verplaatsingssensoren registreren de vervorming in en uit het vlak van het proefelement. Tegelijkertijd wordt de omgevingstemperatuur en
relatieve vochtigheid op diverse locaties gemeten. Middels dataloggers en data-acquisitie software zijn vervolgens verbanden tussen de vervorming van het proefelement en de heersende klimatologische omstandigheden aan het licht gebracht.
3.
Experimenteel onderzoek heeft uitgewezen dat het enkelschalige prefab gevelelement vervormt ten gevolge van zowel thermische belasting als krimpbelasting. Opgelegde vervormingen uiten zich dus, naast spanning in de doorsnede, in vervorming van het gevelelement. De meetresultaten van het experimenteel onderzoek tonen aan dat vervorming uit het vlak van het gevelelement, veroorzaakt door lineair variërende krimpbelasting, groter is dan de vervorming uit het vlak, veroorzaakt door temperatuurverschillen die in de doorsnede van het proefelement aanwezig zijn. Middels negen sensoren, geplaatst in een 3 x 3 matrix, is de vervorming uit het vlak van het proefelement continu geregistreerd in zowel hoogte- als lengterichting en vergeleken met de klimatologische omstandigheden die op datzelfde ogenblik heersten. Hygroscopische krimp veroorzaakt vervorming uit het vlak van het proefelement richting de zijde van de laag baksteen metselwerk, hetgeen een basiskromming teweegbrengt die toeneemt in de tijd. Een positief temperatuurverschil over de doorsnede, waar de temperatuur aan de buitenzijde hoger ligt dan aan de stortzijde van het proefelement, vergroot deze basiskromming. Een negatief temperatuurverschil over de doorsnede heft deze basiskromming daarentegen deels op. De optredende kromming van het proefelement, met een lengte en hoogte van respectievelijke 7980 en 3584 mm, is met het blote oog waar te nemen. De totale middenuitbuiging (punt 5 in afbeelding 5 en 6) bedraagt na 50 meetdagen maximaal 15 mm. Wanneer een volledige gevel van een gebouw vormgegeven is met dergelijke gevelelementen dan zou dit afbreuk doen aan de esthetica van de gevel. De ervaringsmaatregel om enkelschalige proefelementen te produceren in
4. mallen waarvan de malbodem tegen de uitbuigingsrichting in is getoogd, blijkt op basis van het experimenteel onderzoek gegrond. Experimenteel onderzoek wijst eveneens uit dat het metselwerk van baksteenstrips geen waarneembare invloed heeft op de optredende vervorming in het vlak. Gezien het geringe aandeel van het metselwerk in de doorsnede van het proefelement is dit een plausibel resultaat. De waargenomen thermische vervorming in het vlak van het proefelement resulteert in een lineaire uitzettingscoëfficiënt die overeenkomt met de waarde die voor beton geldt. Duidelijk is dat de krimpbelasting een groter effect heeft op de vervorming in het vlak dan temperatuurwisselingen. Een gangbare voegbreedte tussen twee gevelelementen is 16 mm. De vervorming in het vlak door temperatuurverschillen en krimpbelasting omvat in lengterichting circa 25% van de voegbreedte, in hoogterichting geldt een percentage van bijna 10%. De verbreding van de voeg is niet per definitie gelijk voor alle gevelelementen, hetgeen een negatieve uitwerking heeft op de esthetica van de gevel. Bijkomend probleem is dat het materiaal waarmee de voegen tussen de gevelelementen gevuld zijn, elastisch moet blijven over het gehele vervormingstraject om waterdichtheid van de voeg te garanderen. Naast dimensieverschillen door opgelegde vervormingen dienen de voegen eveneens maatafwijkingen op te vangen die veroorzaakt zijn door productie en montage. ■
6. fig. 1: fig. 2: fig. 3:
5.
fig. 4: fig. 5: fig. 6:
Verschillende thermische uitzetting van de lagen veroorzaakt spanningen in de samengestelde doorsnede Plaatsing van de gehele proefopstelling Vervorming uit het vlak van enkelschalig gevelelement door temperatuur in een zomer situatie Vervorming uit het vlak door krimp die varieert over de doorsnede van het enkelschalig gevelelement Locaties van de negen sensoren die de vervorming uit het vlak van het proefelement registreren Basiskromming door hygroscopische krimp en additionele kromming door temperatuurverschil over de doorsnede 27
afstudeerverslagen
U-check ≤ 1,0 Milieubewust? door: Bobbejaan Scholten
In 2009 is als afstudeeropdracht een casestudy uitgevoerd naar het optoppen van (bestaande) (hoog)bouw. Bestaande tussen haakjes: optoppen heeft doorgaans altijd betrekking op bestaande bouw. Hoogbouw tussen haakjes: wanneer wordt een gebouw als hoogbouw beschouwd? Toen in 1960 de toren aan de Westerlaan te Rotterdam werd gebouwd, was het voor Nederlandse begrippen in elk geval wel als hoogbouw te beschouwen. De casestudy betrof het optoppen van 60m naar 80m hoog. Op basis van het uitgevoerde varianten onderzoek is de keuze gevallen op een gevelbuisconstructie om de aanwezige stijfheid in voldoende mate te verhogen voor een gebouw van 80 meter hoog. Omdat de gevelbuis de gevelkolommen mobiliseert zouden deze één van de beperkende factoren voor het ontwerp kunnen zijn. In dit geval brachten de aanwezige wapeningstaven van rond 32mm uitkomst, de kolommen zouden wel volledig worden uitgenut. Een andere beperkende factor voor het ontwerp had de fundering kunnen zijn. Echter op basis van de nieuw bepaalde grensdraagkracht van de palen (methode Koppenjan) bleek voldoende overcapaciteit aanwezig te zijn. De geconstateerde zeer matige conusweerstanden in een zeker deelgebied vormden ook geen probleem. Bij recente sonderingen in dit gebied is nog eens duidelijk geworden wat het effect van heien op slappe lagen kan zijn. Dankzij de opgetreden heiverdichting is een complete slappe laag verdicht met beduidend hogere conusweerstanden tot gevolg. Zie afbeelding 3 voor de oude en nieuwe sondering.
1.
Het eindresultaat is een gebouw dat grofweg 4x zo goedkoop is dan complete nieuwbouw. (Als je de sloopkosten zou wegstrepen voor de bijkomende kosten om het optoppen mogelijk te maken) In dit voorbeeld gaf de bestaande constructie de mogelijkheid voor de extra 20 meter. Zijn die heiverdichting en die dikke wapeningstaven hiervan de echte reden? Of hebben we dit te danken gehad aan de ingenieur die het heeft ontworpen? Deels.
2. 28
KOersief | Maart 2010 | nummer 80 | Stuttgart
Allerlei gepubliceerde onderzoeken tonen aan dat de sterkteontwikkeling van beton (uiteraard) niet afvlakt na 28 dagen. Zie bijvoorbeeld [2] en [3]. Sterker nog, de kubusdruksterkte (of cilinderdruksterkte) kan na 10 jaar met 50% zijn toegenomen. In Cement 2002 nr 7 wordt bijvoorbeeld de Noordersluis in IJmuiden genoemd. De gemiddelde druksterkte van het hier toegepaste beton was toegenomen tot 50,4 N/mm2. Tijdens de bouw in 1927 kan men nooit zijn uitgegaan van een hogere druksterkte dan B15. Zie de grafiek in afbeelding 4.
Het gebouw waarop mijn casestudy is gebaseerd toont vergelijkbare eigenschappen. Tijdens de bouw in 1960 is er gerekend met B25. Uit recent onderzoek naar de hier aanwezige betonconstructie is gebleken dat dit is toegenomen tot minimaal B35. Is dat alles? Nee Ook ontwikkelingen in de norm hebben er voor gezorgd dat (oudere) bestaande constructies soelaas bieden voor nieuwe wensen en eisen. Met de in het verleden gehanteerde hogere belastingfactoren, zoals de 1,7 uit de NEN 3880 (daarvoor zelfs 1,8) voor zowel de veranderlijke als voor de permanente belasting geeft dit ten opzichte van de 1,2 en 1,5 een niet geringe reserve. De huidige materiaalfactoren verlagen dit overigens weer.
3.
Afhankelijk van de verhouding tussen de permanente en de veranderlijke belastingen varieert de overcapaciteit tussen de 5 en 15 % in relatie tot de NEN 3800. De mogelijkheid een kortere referentie periode te hanteren is hierbij buiten beschouwing gelaten. Ook vanuit de betonsamenstelling zit er “muziek” in de constructies: In 1963 werd 325 kg cement en een water/cement factor van maximaal 0,6 voorgeschreven. Met de huidige kennis van zaken geeft dit een karakteristieke betondruksterkte van meer dan 30N/mm2.
4.
Geeft de huidige norm ruimte om daar op in te spelen? JA. Er kan een lagere belastingfactor worden gehanteerd voor de veranderlijke belasting, namelijk 1,1 (behalve voor wind!) en er kan een lagere correctiefactor worden gehanteerd. Deze is afhankelijk van de referentieperiode die bij bestaande bouw minimaal 15 jaar dient te zijn. Hoe zit het dan over pakweg 50 jaar? De verdere sterkteontwikkeling van beton is voornamelijk de eigenschap van lagere betonsterkteklassen, de huidige hogere betonsterkteklassen vertonen dit gedrag niet of nauwelijks. Zie de grafiek in afbeelding 5. Kunnen de ingenieurs van de toekomst ook blij zijn dat wij nu van die “hoge” belastingfactoren van 1,2 en 1,5 toepassen? En dat ze daardoor ook weer op hun beurt allerlei mogelijkheden hebben met hun bestaande constructies? Gezien het feit dat de huidige constructieve veiligheid gebaseerd is op statistiek zou de conclusie kunnen worden getrokken dat er geen marge meer aanwezig is.
5. fig. 1: fig. 2: fig. 3:
Misschien is dat de beweegreden geweest om in de aankomende Eurocode de ingenieur geen mogelijkheid te geven om een lagere veiligheid te hanteren voor de (toekomstige) bestaande gebouwen?
fig. 4:
Misschien moeten we daarom nu maar gaan rekenen met een unity-check van maximaal 0,8. Welke opdrachtgever wil nou niet een dergelijk scherpe prijs voor een gebouw van 80 meter? Dan kan hij proberen zijn 80 meter hoge gebouw in de gebruikfase CO2 neutraal te laten functioneren. ■
[1]:
fig. 5:
[2]: [3]:
Afstudeerproject aan de Westerlaan te Rotterdam Het betreffende gebouw met de skyline van Rotterdam in 1960 Links: de recente sondering. Rechts: de sondering uit 1960. op -20m is de terugval in de conusweerstand geheel verdwenen. Toegepaste druksterktes uit gepubliceerde normen [2] Relatieve sterktetoename bij verschillende karakteristieke kubusdruksterktes [2] Lagendijk, P, Bouwbesluit Constructieve Veiligheid, NEN praktijkgids Betonniek oktober 2003: Sterkte op termijn Siemens, A.J.M., Onverwacht lage treksterktes in betonconstructies Cement 2002 nr. 7.
29
afstudeerverslagen
Design of a Transparent Column in Glass and Steel by: Frederik Roebroek Slender columns tend to fail due to loss of stability. Owing to the intrinsically brittle behaviour of glass, slender columns made of glass panes are considered as unsafe. Steel, by contrast, is a rather ductile material, thus providing a certain warning mechanism prior to failure. Still, slender steel columns are prone to buckling as well, as a result of which the ultimate load capacity is generally significantly lower than the fully plastic axial load capacity. This research was based on the assumption that a highly transparent and sufficiently safe column is only achievable in a combination of glass and steel, where the axially loaded slender steel column is laterally supported by glass panes. Moreover, the concept of the glass-steel column allows for the ultimate load capacity of the steel column to be increased substantially. The primary objectives of this research were to determine the global structural behaviour of a specifically designed glasssteel column through simple analytical approximations and full-scale experiments, as well as to calibrate a numerical model on experimental data. For the purpose of supporting a typical office building floor, the concept of the glass-steel column led to a design based on a cruciform crosssectional shape comprising a 50mm square solid steel section in the middle and 19mm single annealed float glass panes in each of the orthogonal directions. Along the 3700mm length of the steel column, steel strips were welded at 4 regular intervals on each side between which the glass panes were connected through an epoxy adhesive bond line of 0.5mm thickness. This specific design offers good possibilities for a significant residual load-bearing capacity upon breakage of one or more glass panes. Full-scale experiments were performed on three distinct specimens, though all of which consisting of a steel column that is laterally supported by glass panes in only one direction. The specimens varied in the defined in-plane initial outof-straightness of the steel column and the width of the glass panes. As the experiments were focussed on buckling of the steel column in the direction in which the column was laterally supported by glass panes, the test setup was deliberately designed such that buckling of the steel column in any other direction was prevented. Great care was taken with respect to the design of the end supports. In order to establish in-plane pin-ended conditions to the specimens, a sliding bearing was made of a half cylindrical PTFE-based plain bushing and a notched shaft of hardened steel, which effectively resulted in 1. very low rotational restraint. 30
KOersief | Maart 2010 | nummer 80 | Stuttgart
In general, the experiments were performed successfully, though experiment 1 and 2 were subject to some irregularities. The test specimen of experiment 1 consisted of an initially curved steel column, with a defined out-of-straightness of 16mm, and glass panes with a width of 550mm. Buckling occurred at the unsupported length closest to the load introduction. An ultimate load of 660kN was achieved, which is about 10 times larger than the ultimate load of a similar column without lateral support. The glass panes remained intact at a maximum tensile bending stress of 18.2 N/mm2, and damage to the glass panes was only found locally. The test specimen of experiment 2 consisted of a virtually straight steel column. The measured initial out-of-straightness was 2.3mm. Similar to experiment 1, glass panes with a width of 550mm were used. Again, buckling occurred at the unsupported length closest to the load introduction, yet at an ultimate load of 699kN. The maximum tensile bending stresses remained limited to about 7.7 N/mm2 and no glass damage was found. The test specimen of experiment 3 consisted of an initially curved steel column, with a defined outof-straightness of 16mm, and glass panes with a width of 350mm. In contrast to the other experiments, failure occurred suddenly and unexpectedly due to simultaneous and complete breakage of all glass panes, causing the steel column to buckle over its entire length. An ultimate load of 490kN was recorded at a tensile stress of 22N/ mm2, derived from measuring the strain at the edges of maximum bending of the glass panes. It is assumed that stresses were higher locally as a result of which the material capacity was exceeded and, consequently, stiffness was reduced. This may have led to a further increase of stresses and rapid crack propagation. Stills from a high speed camera seem to confirm this assumption. A two-dimensional FE model based on the commercially available DIANA code was developed for geometrical and material nonlinear analyses in order to simulate the experiments, as well as to corroborate and obtain additional understanding of the global structural behaviour of the glasssteel column. Results obtained from the full-scale
2. experiments were used for calibration of the FE model. The steel column was modelled by beam elements based on Bernoulli theory. As the results obtained from full-scale experiments showed loading of the steel column beyond the elastic range of the material, a nonlinear material law was modelled. The steel strips were represented by beam elements as well, whereas the glass panes were modelled by eight-node plane stress elements. Linear elastic behaviour of glass was assumed (E = 70000N/ mm2, v = 0.23), thus not allowing for the simulation of cracking of glass. A structural line interface element was selected to represent the adhesive bonded joint. The assigned stress-relative displacement relations were assumed linear elastic as the anticipated stresses in the adhesive bonded joint remained limited and well within the elastic range. The column end conditions were represented by a roller and pinned connection provided with rotational and translational springs to account for respectively friction in the bearings and deformation of the test rig.
stiffness of the specimen at about 350kN observed in experiments was not matched, probably due to the fact that residual stresses and assembly stresses were not incorporated in the FE model. Yet, for the FE models corresponding to experiment 1 and 2, the type and location of failure were in agreement with the respective experiments. In experiment 3, failure occurred unexpectedly due to complete and simultaneous breakage
3.
The parameters for calibration of the FE model included the experimentally determined stress-strain relation of the steel column, the rotational end restraint of the steel column due to friction and the stiffness of the test rig. In order to accurately represent the actual stress-strain relation obtained from tensile coupon testing, a multi-linear material-law was modelled through six stress-strain coordinates. The rotational end restraint due to friction was modelled by an elastic rotational spring in which the spring stiffness related to a restraint parameter ρ. Although the actual degree of restraint was shown to be dependent on the applied axial load, the restraint parameter was assumed to be constant, at a value that corresponded to the frictional behaviour of the bearings under relatively high axial loads (i.e., larger than 100kN).
4.
The calibrated FE model showed moderate to very good correspondence with experimental results. The load-deformation graphs corresponded moderately due to significant deviations in the lateral in-plane deformations of the steel column at an initial stage of loading. Furthermore, the reduced
5. 31
activiteiten & excursies of all glass panes. Naturally, this type of failure was not obtained from the FE analysis, as a linear elastic material law was assigned to the glass panes. The FE model overestimated the maximum tensile bending stresses in the glass panes obtained from all experiments by up to 15.6%, whereas the stresses at the surfaces of minimum and maximum bending of the steel column were underestimated within 13.0% and overestimated within 6.2%.
To conclude, the results of this research seem to provide strong indications to assume that a system of in-plane loaded glass panes is indeed able to provide lateral support to a slender steel column. This way, a significantly higher ultimate load capacity of the steel column can be achieved with minimum visual impact and sufficient structural safety. Hence, the concept of the glass-steel column seems to be perfectly feasible, yet a considerable amount of additional research is still required towards practical application. ■
KiD 2009 door: Harold Spies
Op woensdag 2 december 2009 was het weer zover, een nieuwe KiD. Dit keer gingen we niet aan het klussen, aangezien dit met gevaar voor eigen leven gebeurt, maar er was gekozen voor een veiligere variant om de nieuwe leden van KOers kennis te laten maken met de studievereniging. We gingen BOWLEN. fig. 1: fig 2: fig. 3: fig. 4: fig. 5:
6.
fig. 6:
Glass-steel column design Overview of the test rig and position of the specimen, measurement locations and numbering Typical test specimen Specimen with temporary supports during curing of the epoxy adhesive left: Buckling of the steel column section of specimen 1 occurred at midspan of the unsupported length closest to the load introduction; middle: Close-up of the buckled section, where the rolling scale is flaked off; right: Local damage to the glass pane near the adhesively bonded joint Impression of the glass-steel column positioned in De Zwarte Doos, Eindhoven.
Nadat alle colleges waren afgelopen verzamelden we op een regenachtige namiddag bij Vertigo, om met z’n allen, een groep van 20 man, naar het bowlingcentrum te fietsen. Omdat we op tijd weg moesten, werd door Koen gezegd dat iedereen er wel op tijd moest zijn. En op wie moesten we wachten …. Na een fietstochtje door de regen kwamen sommige mensen er achter dat het wel de bedoeling is om het fietspad vrij te houden als er met een grote groep mensen voor het stoplicht wordt gewacht. Gelukkig werd deze les ter harte genomen en kwamen we daarna geen kwade mensen meer tegen. Aangekomen bij het bowlinggebouw, lagen er vier banen op ons te wachten. Om een beetje competitie te zoeken, had ik al aangekondigd dat er minimaal 130 gegooid moest worden bij mij op de baan en dit zorgde er onder andere voor dat Jeroen bij mij kwam bowlen. Ook op de andere banen waren goede verdelingen gemaakt en zo konden de uurtjes bowlen beginnen. Na een aantal ballen te hebben gegooid en er wat bier en fris was gevloeid begonnen de strikes en spares eindelijk een beetje te komen, echter ging dit ook gepaard met een aantal voetfouten bij enkele dames en heren. Echt waar Jessica, je mag niet meer dan een meter de baan op met je voeten! Uiteindelijk resulteerde dit in een overwinning van Jeroen in de eerste ronde met een minimaal verschil op Menno en mijzelf. Aangezien Menno op een andere baan zat, was de competitie voor hem wat moeilijker te volgen, maar toch legde hij met de tweede ronde een goede basis om een gooi te doen naar de dagoverwinning en de topscore van de dag, hij gooide maar liefst 160 punten weg. Echter voelde ik er zelf ook wel wat voor om de dagoverwinning op te eisen. De eerste gooi ging niet helemaal zoals gewenst,
maar met een aantal strikes was het me toch gelukt om 172 punten op het scorebord te zetten. Dus niet alleen de topscore stond op mijn naam, maar ook de dagzege was binnen handbereik. Maar waar Menno zijn goede vorm wist vast te houden, ging ik met een debacle van 90 punten ten onder. Na twee uur op de bowlingbaan te hebben gestaan met hapjes en wat drank, werd er nog besloten door een groep wat te gaan eten. Een zeer geslaagde maaltijd die uiteindelijk werd afgesloten met de uitslag van het bowlen welke gepresenteerd werd door Koen. Voor de topscore en voor de dagzege was er beide een gratis drankje bij de eerst volgende borrel. Dus de spanning zat er zeer duidelijk in. Door mijn slechte laatste ronde ging uiteindelijk de overwinning naar Menno, met ruim 400 punten, en kon ik nog net mijn voorsprong behouden op Jeroen die uiteindelijk derde werd. Natuurlijk is er ook nog altijd de Kenny van Hummelprijs, en deze was voor Jessica. Maar helaas, hoe het ook zij, aan elke gezellige dag komt een einde, en zo ook bij deze dag. Maar gelukkig hebben we de foto’s nog!!! ■
33
activiteiten & excursies
Groei mee met Vebo! Prefab Beton Vebo B.V., gevestigd in Bunschoten, is een toonaangevende producent op de Nederlandse markt van geprefabriceerde betonproducten. Onze producten vinden hun weg naar voornamelijk de woning- en utiliteitsbouw. Vebo is een gezonde Nederlandse onderneming, waarbij kwaliteit hoog in het vaandel staat. Samen met onze onderneming Vebo Staal B.V. kunnen wij bouwend Nederland voorzien van een totaalpakket aan prefab betonproducten en ondersteunend gevel-staalwerk (stalen lateien, geveldragers etc.). De totale Vebo-organisatie telt ruim 300 medewerk(st)ers.
Nationale Staalbouwdag door: Floor van den Berg Vervolgens zetten we onze tocht voort richting Gorinchem. We waren nog net op tijd om de uitreiking van de Studenten Staalprijs mee te pikken. Elk jaar wordt voor studenten Civiele Techniek en Bouwkunde een prijs uitgereikt door Bouwen met Staal voor afstudeerprojecten in staal. De TU/e bleek succesvol; Mariëlle Rutten behaalde met haar afstudeerproject Pneu-Tensegrity de eerste prijs en bovendien de inventiviteitsprijs.
1.
K w w wijk op: . b i j v w er k en eb o . nl
Constructeur
U houdt zich bezig met o.a. constructief rekenwerk (waaronder statische berekeningen), ondersteuning en advisering aan in- en externe partijen, controle van berekeningen van collega’s en externe constructiebureaus, en ondersteuning en begeleiding van constructief tekenaars. Opleiding: minimaal hbo bouwkunde, bij voorkeur richting constructie.
Productontwikkelaar
U realiseert nieuwe producten en ontwikkelt bestaande producten door. U bent de initiator binnen onze productontwikkelteams. Ook maakt u analyses van experimenten, o.a. naar aanleiding van door u geïnitieerde en begeleide experimentele onderzoeken. Daarbij bent u ook vraagbaak op het gebied van producttoepassing. Academisch werk- en denkniveau, met bouwkundige ervaring.
De nationale staalbouwdag is een jaarlijks terugkerend evenement, waar bedrijven en studenten samensmelten en er genoten kan worden van een inspirerende dag vol lezingen en gesprekken. Na vele malen de uitnodiging slechts aangehoord te hebben, besloot ik dit jaar eens mee te gaan. Buiten dat was het voor mij gelijk de eerste ervaring met KOers. Tja, dan word je natuurlijk gestrikt voor een stukje in de KOersief. Een eer die je uiteraard met beide handen aangrijpt. De staalbouwdag startte voor ons (als studenten) met een bezoek aan de werkplaats van Smulders Staalwerken in Helmond. Een kopje koffie, die zeer welkom was op de vroege ochtend stond voor ons klaar, met heerlijke grote gevulde koeken. Met een korte presentatie, waarin ons duidelijk werd waar zo’n bedrijf zich mee bezig houdt, werd het bezoek geopend. Vol trots presenteerden ze een digitaal 3D-model van een project in Apeldoorn, waar ze nu mee bezig waren (wees gerust, SketchUp voldeed hier). De staalconstructie in dit project werd in twee delen opgebouwd, die elkaar in evenwicht moesten houden. De bouwvolgorde en detaillering is in zo’n project essentieel. De rol van een staalfabrikant hierin werd aan de hand van deze presentatie dan ook op een mooie en duidelijke wijze inzichtelijk gemaakt. Vervolgens kregen we een rondleiding door de werkplaats. Hier werd meteen duidelijk dat ze zich niet met de kleinste projecten bezig hielden. Zo liepen we hier en daar langs liggers van zo’n 2 meter hoog en ook gecompliceerdere stalen knopen konden we bezichtigen. Het is mooi om eens te zien hoe het er in de praktijk aan toe gaat in zo’n werkplaats.
Na een inspirerende dag konden we wel een borrel gebruiken en daar hebben we dan ook flink van genoten. Om de dag goed af te sluiten stond er tegen een uur of zes ook nog een flink buffet voor ons klaar met lekkere soepen, goed vlees, groente en een heerlijk dessertbuffet, met ijs, chocolaatjes, taartjes en fruit. Dat laat je als student natuurlijk niet aan je voorbij gaan. Zo konden we voldaan en goed gevuld terugkeren naar Eindhoven en kijk ik terug op een geslaagde eerste Staalbouwdag en KOers-ervaring. Er zullen er vast nog meerdere volgen. ■
Stageplek/afstudeeropdracht
Zoek je een lekker gevarieerde stageplek? Of een bedrijf dat jouw afstudeeropdracht écht serieus neemt? Bel dan ’s met Vebo Beton & Staal, dé specialist in totaaloplossingen voor gevelwerk. Waarom? Omdat we diverse mooie banen mét doorgroeimogelijkheden voor je hebben! Bel (033) 299 26 00. Prefabbeton, ondersteunend gevelstaalwerk en aluminiumproducten van Vebo Beton & Staal. We hebben het meest, we kunnen nog meer! De specialist in totaaloplossingen zoekt jóú! Waarom werken bij Vebo? Bij Vebo werken mensen met plezier. Het bewijs is een personeelsbestand met een bijzonder gering verloop. Vebo biedt een dynamische, stimulerende werkomgeving met plezierige sociale verhoudingen en veel individuele verantwoordelijkheid. Bij Vebo krijgen medewerkers alle kansen uit te blinken in hun vakgebied. En dat waarderen ze. En dan hebben we nog niet eens de prima
secundaire arbeidsvoorwaarden en de goede opleidings- en doorgroeimogelijkheden genoemd. Of het uitstekende salaris. Spreekt een van de vermelde functies u aan? Stuur dan een brief met c.v. naar Vebo, t.a.v. de heer J. Blom, Personeelszaken. Mailen mag natuurlijk ook:
[email protected]. Voor meer informatie bel (033) 299 26 54.
Hierna was er rustig de tijd om de nominaties te bekijken, even langs andere bedrijven te wandelen of om te genieten van een bakje koffie. Dit alles afgewisseld met interessante lezingen. Zoals onder andere één van Mark van Hemel, die de Guangzhou New TV Tower ontwierp. Hij vertelde vol trots over zijn project van 611m hoog. Vooral de ‘Chinese’ uitvoering is mij bij gebleven. Kleine Chinese bouwvakkers die zich in de enorme kolom lieten zakken om deze aan de binnenzijde aan elkaar te koppelen. Een heel ander soort project, dat me is bij gebleven, is het Centrum voor Levenswetenschappen in Groningen van Rudy Uytenhaak. Hier was de constructie niet leidend in het ontwerp, zoals bij de hoogte van de Guangzhou New TV Tower het geval was. Uytenhaak wist juist in zijn presentatie mooi de samenwerking tussen architectuur en constructie en de uitdagingen die daarbij komen weer te geven.
fig. 1: fig. 2: fig. 3:
2.
Centrum voor Levenswetenschappen Guangzhou New TV Tower Een groepsfoto tijdens de borrel
3. 35
activiteiten & excursies
Ruben Smittenaar, die afstudeert op hetzelfde onderwerp, sprak over zijn onderzoek naar de analytische eigenschappen van een systeem met onderdruk. In eerste instantie bevat dit project slechts een verkennend onderzoek naar de invloed van verschillende parameters op de capaciteit van het systeem, wat nog het best te vergelijken is met (voorgespannen) beton.
Mini-Symposium door: Ruben Smittenaar lichte draagconstructies
Hierop volgend vertelde afstudeerder Maartje Dijk over windbelasting op pneuconstructies. Statische windberekeningen, zoals we die op de TU/e eigenlijk alleen maar kennen, volstaan niet voor pneuconstructies, omdat deze veel minder stijf zijn dan conventionele constructies. Maartje onderzoekt, mede met behulp van dynamische EEM rekensoftware, hoe deze pneuconstructies dynamisch het best kunnen worden benaderd.
1. Afgelopen 14 januari heeft een bijeenkomst plaatsgevonden van de vakgroep lichte draagconstructies. Lichte draagconstructies heeft betrekking op het ontwerp van constructies met een minimaal gebruik van materiaal en energie voor zowel het transport als de uitvoering. Het onderzoek aan de TU/e richt zich met name op de toepassing van pneumatisch voorgespannen folies en weefsels, maar binnen de definitie kunnen alle materialen passen, zolang ze door de vorm optimaal belast worden door trek en/of druk. Binnen de vakgroep ‘General & Integration’ zijn met name Arjan Habraken en Gerald Lindner bezig met het vaak innovatieve onderwerp van lichte draagconstructies. Daarnaast is een promovendus en zijn enkele afstudeerders bezig met aan lichte draagconstructies verwante onderwerpen. Bij de verschillende onderzoekers was er echter weinig onderlinge kennis van de onderwerpen, problemen en oplossingen die men tegenkomt, terwijl dit juist het individuele onderzoek kan ondersteunen. Vanuit deze bevinding ontstond het idee om een werkoverleg te plannen die afgelopen 14 januari heeft plaatsgevonden, om elkaar op de hoogte te brengen van de projecten die in de groep spelen. Bovendien waren ook geïnteresseerde studenten uitgenodigd om deze lezingenreeks bij te wonen om wellicht ideeën op te doen voor hun afstuderen. De door studievereniging KOers klaargezette lunch werd om het middaguur door de ongeveer 22 studenten ingeschreven studenten en de sprekers genuttigd, waana de eindpresentaties werden gegeven van de ontwerpen die zijn gemaakt bij het vak ‘Lichte draagconstructies’. Het programma was daarna als volgt: Membraanbekistingen 13:45 – 14:00 Maurice Dominicus: Ontwerp en fabricage van botstructuren met membranen. 14:00 – 14:15 Rob Verhaegh: Betonnen schaal constructies.
36
KOersief | Maart 2010 | nummer 80 | Stuttgart
14:15 – 14:20 Frank Huijben: Mini inleiding Vacuumatics 14:20 – 14:30 Ruben Smittenaar: Rekenkundig modeleren van Vacuumatics. Pneu en membraanconstructies 14:45 – 15:00 Maartje Dijk: Windbelasting op pneuconstructies. 15:15 – 15:30 Jeroen ter Steege: Station Rotterdam. 15:30 – 15:45 Jeroen Potjer: Olympisch stadion. 16:00 – 16:15 Arjan Habraken & Gerald Lindner: Kort overzicht afgeronde (afstudeer)projecten 16:15 – 16:30 Patrick Teuffel: Dynamically stressed bridge structure.
2.
Als laatste sprak professor Patrick Teuffel van de Technische Universiteit Delft, uitgenodigd om ook de kennisoverdracht tussen de twee universiteiten aan te halen, over zijn promotieonderzoek die hij in Stuttgart heeft verricht. Tijdens zijn promotieonderzoek heeft hij gekeken naar de mogelijkheden van dynamische oplossingen voor dynamische problemen, zoals wind en licht. Zo ontwierp hij een bijzonder slanke brug die de vervormingen door een bewegende treinbelasting met dynamische opgelegde vervormingen compenseert afhankelijk van waar de trein zich op dat moment bevindt. De dag werd vervolgens afgesloten en onder het genot van nog een borrel werd er nog het één en ander nagepraat en contacten gelegd. ■
Rob Verhaegh, die met behulp van verschillende voorbeelden uit het verleden de voortgang en (huidige) problemen van vrije en dubbelgekromde betonconstructie beschreef. Met behulp van een casestudy gaat Rob onderzoeken hoe het beter kan. Achtereenvolgens vertelden Jeroen ter Steege en Jeroen Potjer over hun ontwerp van respectievelijk het nieuwe station Rotterdam en het Olympisch stadion voor de spelen in 2028, die Nederland binnen hoopt te halen. Uit beide projecten bleek de toegevoegde waarde van slimme lichte draagconstructies ten behoeve van bijzondere gebouwen met grote overspanningen. Na deze twee casestudys was het tijd voor wederom een korte pauze. Het programma werd daarna, onder genot van een biertje, voortgezet door Gerald Lindner en Arjan Habraken met een presentatie over de verschillende projecten die in het verleden en heden door de vakgroep lichte draagconstructies zijn uitgevoerd.
fig. 1&2: “Stuttgarter Träger” – an adaptive structure Integrated sensor-actuator components to control the deformations door Patrick Teuffel. Foto: Gabriela Metzger ILEK fig. 3: Vacuumatics door Frank Huijben fig. 4: Multifunctioneel stadion voor Olympische Spelen 2028 door Jeroen Potjer fig. 5: Onderzoek naar windbelasting op pneumatische constructies door Maartje Dijk
Maurice Dominicus startte het hoofdprogramma door te spreken over zijn onderzoek naar ontwerp en fabricage van vrij gevormde constructies in beton, met behulp van generatieve ontwerpmethodes.
4.
Frank Huijben, promovendus, kreeg slechts enkele minuten om een introductie te geven over zijn onderwerp, namelijk Vacuumatics. In tegenstelling tot membraanconstructies met overdruk, is er nog weinig onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van onderdruk in de constructieve wereld, terwijl het systeem enkele verrassende eigenschappen bezit, zoals vrije vormbaarheid.
5.
3. 37
projecten
Patch 22 door: ir. T. Franzen
2. Flexibele inbouw E en W installaties Het omleggen van electra en riolering als na een aantal jaren de functie of de indeling van een ruimte zal wijzigen is uiterst simpel door de omgekeerde Kerto houten vloerelementen als INFRA+ vloer te gebruiken.
“Jeans met patches” Wij hebben de Buiksloterham getypeerd als een versleten werkgebied, dat net zoals een mooi versleten jeans uitermate aantrekkelijk is. Ons gebouw zal een bijzondere “patch” op dit gebied worden, net zoals een mooie patch als kniestuk op een jeans. Het is een gebouw dat het goed doet als solitair object, maar ook in een later stadium een bijzonder onderdeel van een stedelijke gevelwand kan vormen. Geen Haute Couture, eerder RAW DENIM Ook het gebouw zelf heeft kwaliteiten die vergelijkbaar zijn met Jeans. Het gebouw is simpel, basic en gemaakt van materiaal dat mooi oud wordt. Het is een gebouw waarin er zowel gewerkt als gefeest kan worden, dat zowel zakelijk als casual is: De ruimtes zijn bruikbaar als functionele werkplaats en als hippe loft. Volledig in hout te bouwen (back to the future) Dat Lukt ! Behalve op de begane grond. In overleg met Pieters Bouwtechniek is gekozen voor een houten opbouw van 6 verdiepingen bovenop een betonnen “tafel”. Door met stalen trekkabels door de houten kolommen de opbouw aan de tafel vast te “sjorren” is het gemis aan eigen gewicht van de houtconstructie die noodzakelijk is voor de windbelasting te compenseren. Een oogstrelend gebouw dat zo slim in elkaar zit dat het je niet opvalt maar je het wel merkt in het jaarlijks gebruik Het gebouw ziet er niet High-Tech of “groen” uit. We hebben ervoor gekozen om de duurzame opzet van het gebouw niet in architectonische zin tot uitdrukking te brengen. Het ontwerp staat niet symbool voor de gebruikte technische innovaties maar is “gewoon” een bijzonder vormgegeven ontwerp, dat op allerlei manieren gebruikt zal kunnen gaan worden zonder dat dit effect heeft op het architectonische beeld. 38
KOersief | Maart 2010 | nummer 80 | Stuttgart
De energievraag wordt verminderd De energievraag (stap 1 van de Trias Energetica) is beperkt door wanden, vloeren en glas goed te isoleren en het licht door grote hoge ramen ver het gebouw door te laten dringen, terwijl de riante balkons op het zuiden fungeren als zonwerende overstekken die de koelingsvraag verminderen. Middels domotica met oa. bewegingsmelders in de verlichtingsystemen wordt de energievraag verder beperkt. De luchtbehandelingsinstallaties zijn per unit lokaal te installeren zodat het niet nodig is om grote hoeveelheden lucht door het gebouw te transporteren. Het parkeren is gewoon op maaiveld gesitueerd, waardoor er geen installaties nodig zijn om te voldoen aan de steeds zwaarder wordende ventilatie-eisen van parkeergarages.
1.
Er zal een gebouw staan dat specifiek voor zijn functie ontworpen is, maar in zijn maatvoering en bouwfysische behandeling andere functies niet onmogelijk maakt Wij ambiëren een gebouw te ontwikkelen waar op iedere plek in het gebouw de gebruiker zelf kan beslissen over de functionele invulling. Concreet betekent dat we een gebouw ontworpen hebben dat overal voldoet aan werkeisen maar met minimale en eenvoudig te realiseren uitbreidingen aan de individuele installaties voldoet aan wooneisen. We hebben een “work” gebouw ontworpen: geschikt om te wonen en te werken.
Innovatie Een houten constructie is niet innovatief, dit systeem perfectioneren zodat er een hoogbouw van zeven lagen mee gebouwd kan worden wel. Het Kerto-systeem is ook niet innovatief, het gebruik als INFRA+ vloer wel. Een echte innovatie is de ontwikkeling van modulaire “vloerverwarmingstegels” zodat energiezuinige en comfortabele vloerverwarming, waarvoor normaliter een gegoten betonvloer nodig is, nu als demontabel systeem gecombineerd kan worden met het INFRA+vloer principe. Door deze innovatie en de combinatie met modulaire houtbouw is het mogelijk een echt Industrieel Flexibel Bouwen principe te realiseren, waardoor ook het Cradle to Cradle principe voor een groot deel van de toe te passen materialen binnen handbereik komt.
Flexibiliteit Door de maatvoering en het ontsluitingsprincipe van het gebouw is het mogelijk dat iedere meter van het gebouw transformeert van werken naar wonen in zeer uiteenlopende woninggroottes, van superloft van 600 m2 tot studio van 65 m2. De enige beperking is de gemeentelijke regelgeving in de verhoudingen vrije sector-sociale sector in combinatie met de verhouding wonen-werken. Deze verhoudingen zullen de uiteindelijke aanwezigheid van types appartementen bepalen, maar het gebouw is zo flexibel dat ook veranderende toekomstige regelgeving op dit aspect zal kunnen leiden tot een andere functionele invulling van het gebouw. ■ Architect: FRANTZEN et al architecten BV Adviseur constructies: Pieters Bouwtechniek Te realiseren programma bij volledige werkbestemming: 5000 m2 bedrijfsruimte 40 parkeerplaatsen Voorgesteld programma bij woon-werkbestemming: 2200 m2 bedrijfsruimte (BG + 2 bouwlagen) 2800 m2 woon(-werk)ruimte, verdeeld in: 7 lofts ca. 290 m2 (3,5 laag, 7/10) NB: dit is het soort ruimte dat in Amsterdam niet te vinden is en juist hier kansen biedt ! 3-4 studios ca. 65-140 m2 (0,5 laag, 3/10) minimaal 28 parkeerplaatsen (hierdoor kan een groot gedeelte van het parkeerterrein worden ingericht als gezamenlijke binnentuin)
De energieopwekking wordt autarkisch De restvraag naar energie (stap 2 van de Trias Energetica) wordt opgewekt door zonnecollectoren en zonneboilers op het dak, die optimaal werken in de zomerse seizoenen, aangevuld met een BIO-brandstof Pelletkachel voor aanvulling in de winterse seizoenen. Hierdoor heeft het gebouw geen energiebehoefte aan eindige bronnen. (stap 3 van de Trias Energetica). Het overschot aan energie wordt teruggeleverd aan het net.
3.
fig. 1: Perspectief zuid-west fig. 2: Perspectief noord-west & west fig. 3: Detail achtergevel appartement 39
column
Terugkijken op het 1e semester met de onderwijscommissie... door: Harm Boel en Eeuwe Bloemberg Terugkijkend op het eerste semester blijkt dat velen de vragenuurtjes voor de vakken ‘Stability of structures’ en ‘Energy principles of structures’ als zeer prettig hebben ervaren. Door het vertrek van een mechanica docente waren de docenten genoodzaakt het één en ander efficiënter aan te pakken. Ook de deadlines die zijn gesteld voor de mondelinge tentamens heeft ertoe geleid dat menig student actief heeft deelgenomen aan de vakken met als resultaat een hoop verworven kennis. Het vertrek van inmiddels twee docenten heeft echter ook een keerzijde. De agenda’s van meerdere docenten zijn nu helemaal volgepland omdat zij hun werk hebben moeten overnemen. Het gevolg is dat studenten nu minder of zelfs helemaal geen begeleiding meer kunnen krijgen van sommige docenten. De posities van de docenten worden wel weer opgevuld door nieuwe docenten, maar het laat allemaal even op zich wachten. Het duurt allemaal wat lang omdat de visie (voor het jaar 2014) waar op dit moment hard aan gewerkt wordt, nog niet klaar is. Hierin wordt bepaald welke invulling de opleiding en het onderzoek aan de TU/e gaat krijgen. Één lichtpuntje is er wel: het contract van dhr. prof. ir. C.S. Kleinman is enkele weken
geleden verlengd voor de rest van het kalenderjaar. Zoals velen hebben opgemerkt is in de vorige KOersief een enquête bijgevoegd voor studenten over de keuzevakken van CO (SD). In totaal hebben 15 studenten de enquête ingevuld waarvoor onze hartelijke dank. De uitkomst wordt binnenkort naar de docenten gestuurd en op de website van KOers geplaatst. Nog even geduld dus. Wie geregeld de website van KOers bezoekt is het natuurlijk al opgevallen… er is een vraagbaak gelanceerd waarop men terecht kan voor studiegerelateerde vragen! De ideale manier om op ieder gewenst moment een vraag te stellen, of anderen te helpen door een vraag te beantwoorden. Daarnaast kan je adviseur worden in verschillende categorieën waarover jij de nodige kennis hebt. Je wordt dan per e-mail op de hoogte gesteld als er nieuwe vragen zijn gesteld. Zo kan jij je mede-studenten snel helpen bij vragen die zij stellen. Dus word adviseur en deel je kennis! Veel succes in het tweede semester, De onderwijscommissie, Eeuwe Bloemberg & Harm Boel
column
column
Labpraktijken door: Hans Lamers Net geen gouden schaatsplak bij de Olympische Winterspelen; net 0,02 seconde te kort na jaren van trainen. Gelukkig formuleert Dione de Graaff het zalvend als een ‘nationale’ moeder die haar volkskinderen een teleurstelling wil laten verwerken zonder dat ze er een trauma aan over houden. Fictie: was het wel gelukt als die ene bocht scherper was aangesneden? Geen blinkende plak, dat is een keihard feit. Een fraai staaltje Hollands klunen, zogezegd. Dit jaar valt carnaval en Valentijnsdag samen. Gewoon een feit! Zullen drank en de liefde ook samensmelten op die dag? Zal er in de zee van kolkend bier met een zachte ‘G’ en een harde ‘L’ iets moois opbloeien? Is het een fictie om het 06-je achter op het bierviltje te bellen van de gezellige jongedame die was verkleed als bont-paarse Milka koe met lichtgevende uiers voor de start van iets heel moois? Het kakelkabinet is gevallen op de kwestie Uruzgan. Je luistert als oplettende burger naar de interviews op Nova, Buitenhof en andere actualiteiten in het hart van Nederland. Het verhaal van Wouter B. en Jan-Peter B. (overigens geen familie) zijn niet gespeend van politieke kleur. Feiten worden geordend en met context versierd
“Feit of fictie” waarbij twee logische en consistente verhaallijnen op de TV-kijker worden afgevuurd. Moet de argeloze consument vervolgens zelf ‘feit en fictie’ ontrafelen? Het onvermijdelijke reclameblok, waarmee de discussie irritant wordt onderbroken, raadt een anti-klit-kuur aan, maar deze blijkt ook al niet werkzaam voor politieke wirwar. Staat onze faculteit Bouwkunde aan de afgrond? Is dat feit of fictie? Met een start van 19 eerstejaars ateliers lijkt er geen vuiltje aan de lucht. Rode cijfers doen weer anders vermoeden. Werkgroepen onderzoeken hoe dingen anders kunnen. Dat is toch al een teken aan de wand om bloed aan de paal te vermijden. In modern vakjargon heet dat ‘op zoek gaan naar een win-win-situatie’, whatever! Het is lastig alle dagelijkse impulsen die binnen komen te rangschikken naar feit of fictie. Zelfs een biertje werkt hierbij niet productief en te véél biertjes zelfs contraproductief. Mijn advies: blijf zo veel mogelijk bij de feiten. Zo houd ik stevig vast aan het feit dat we de allerbeste Technische Universiteit zijn van heel Brabant en Limburg. Gaaf en alaaf!
Studiereiservaringen door: Jean-Paul Frencken De economische crisis heeft een grote invloed op de bouw in Nederland. Zowel dit jaar als volgend jaar maakt de sector een sterke krimp door. Niet alleen in Nederland maar ook in andere landen heeft onze sector flink onder de huidige omstandigheden te lijden. Zelfs Dubai, waar de hoogbouw uit de grond leek te schieten, en waar KOers vorig jaar naartoe is geweest, dreigt zijn leningen niet meer te kunnen betalen Desalniettemin is de lat toch hoog gelegd en is er een prachtige locatie gevonden voor de buitenlandse studiereis van dit jaar. De plannen liggen klaar om een bezoek te brengen aan de westkust van de Verenigde Staten. De Verenigde Staten worden vaak gekenmerkt door de drie woorden: Big, Bigger, Biggest. Dit zien we ook terug in de gebouwde omgeving; de eerste wolkenkrabbers, de langste bruggen en de grootste waterbouwkundige kunstwerken verrezen in dit deel van de wereld. Tot op de dag van vandaag typeren deze bouwkundige mijlpalen het landschap van dit immense land. Hedendaags is deze trend nog steeds actueel, hetzij in andere dimensies. Innovaties zijn noodzakelijk om de extreme ideeën van deze tijd uitvoerbaar te houden. Bovendien vragen de steden als San Francisco, Los Angeles en Las Vegas door hun geografische- en de-
mografische omstandigheden om bijzondere constructieve oplossingen (bijvoorbeeld aardbevingsbestendig bouwen) die vaak leiden tot extreme bouwwerken. Met deze studiereis willen wij kijken hoe Amerika zich heeft ontplooid op bouwkundig gebied en wat de huidige stand van zaken is met betrekking tot algemene kennis, onderzoek en innovativiteit. Bovendien willen we onderzoeken of èn hoe deze zich hebben ontwikkeld door de tijd heen. Hiervoor zullen we ook projecten bezoeken welke als ‘historisch’ omschreven kunnen worden, zoals de Golden Gate Bridge en de Hoover Dam. Wij als commissie (Koen Kitslaar, Marco Schmeitz, Lianne Tas en ikzelf) zijn momenteel hard bezig met het regelen van de sponsoring en het indelen van het verdere programma. Houd daarom de site van KOers goed in de gaten voor het laatste nieuws! Groetjes Jean-Paul Frencken Voorzitter KOers Buitenlandse Studiereiscommissie
www.verhoeven-leenders.nl
Verhoeven en Leenders ingenieurs in bouwconstructies
wij zijn op zoek naar
Rudigerstraat 10 Postbus 167, 5400 AD Uden Tel.
0413 - 251 096
Fax
0413 - 256 502
E-mail
[email protected]
puzzel
Wie is het...? door: Wouter van der Sluis
Movares is mijn bedrijf “Omdat ik de ruimte krijg om te ontdekken waar mijn kracht ligt.” Elke Puts, Architect & Stedenbouwkundige
Uitleg Deze vijf heren hebben allemaal een bijdrage geleverd aan mooie en interessante bouwwerken over de hele wereld. Onder hen zie je één van die bouwwerken waar zij aan verbonden zijn als architect dan wel als constructeur. Weet jij wie het zijn? Voor elk goed antwoord zijn punten te verdienen. Degene met de meeste punten wint deze keer. Ze zijn overigens niet zomaar uitgekozen en in deze volgorde gezet. Zie jij waarom ze zo zijn geplaatst? Dan verdien je extra bonuspunten. De prijswinnaar en de goede antwoorden worden in de volgende KOersief en op de website bekend gemaakt. Tevens zullen dan alle inzendingen op de website geplaatst worden. adviesen ingenieursbureau
Prijs Stuur je oplossing voor 10 mei op via mail of post. Onder de juiste inzendingen wordt één gratis en exclusief KOersshirt verloot. Over deze uitslag kan niet worden gecorrespondeerd. Puzzel maken Vind je het leuk om zelf een puzzel te verzinnen? Neem dan contact op met de hoofdredacteur. En wellicht staat jouw eigen puzzel in de volgende KOersief!
Oplossing KOerspuzzel nr. 79 Er zijn drie inzendingen binnengekomen voor de KOerspuzzel van de afgelopen KOersief. De winnares van een gratis borrel, met alle antwoorden goed, is: Paulien Hanckmann. Hierbij toch ook een eervolle vermelding voor de inzending van Harm Boel en Ton Smulders.
44
KOersief | Maart 2010 | nummer 80 | Stuttgart
De goede antwoorden waren: 1 W-hal en hoofdgebouw, Eindhoven 2 Woontoren Porthos, Eindhoven 3 Philharmonie, Luxemburg 4 British Museum, London 5 Mercedes Benz Museum, Stuttgart 6 Parc Gulliver, Valencia
Advies- en ingenieursbureau Movares, actief op het gebied van mobiliteit, infrastructuur, vervoerssystemen en ruimtelijke inrichting, stimuleert mensen zichzelf te zijn. Wij geven je de ruimte om je leven in te richten op een manier die bij je past en die je capaciteiten tot hun recht laat komen. Bij ons geef je technisch inhoud aan maatschappelijk relevante projecten. Hierin heb je een eigen verantwoordelijkheid die we niet alleen met geld belonen, maar ook met vrije tijd, flexibiliteit en ontwikkelingsmogelijkheden. En in de mogelijkheid om medeeigenaar te worden. Is Movares ook jouw bedrijf? Praat eens met ons.
www.werkenbijmovares.nl
tot slot Thema van KOersief 81:
Aardbevingsbestendig bouwen Wist je dat... … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … …
ik erg benieuwd ben wanneer de volgende borrel is? wij dat allemaal wel willen weten? de wist-je-datjes niet bedoeld zijn voor beledigingen? ONM stopt en dat ik daar heeeel blij mee ben?! je met “Wie is het” thuisvoordeel kunt hebben? er op papier een veel lichtere kano te maken is, dan dat we ooit hebben gedaan? het bestuur benieuwd is wie deze enthousiaste kanobouwer is? KOen schimmels in zijn tas heeft groeien? je mee kan dingen voor de topscore door als eerste de prijsvraag goed te beantwoorden? Koen een plakvinger heeft? er gesjoemeld wordt met de prijsvraag? de prijsvraag invullen een snelheidssport lijkt die ervoor zorgt dat mensen niet meer met hun studie bezig zijn? ze bij AnArchi lijden aan de Mexicaanse griep? Bier niet goed van je behang af gaat? er kortingsbonnen onderaan de K-Mail staan? een prijsvraag geen forum is? de grootste attractie van Eindhoven een fietsenstalling is? het KOers kanoteam de finales heeft behaald? het KOers onderwaterhockey team afgedroogd werd terwijl zij nog in het water lagen? het KOers onderwaterhockey-team na deze afdroogpartij nóg niet droog was? er nu meerdere producten verkrijgbaar zijn op de producten pagina? enkele leden hun wensen aan de onderwijscommissie in de onderwijsbox hebben gedropt? Robbert en Matei voorlopig even niet meer meespelen met de prijsvraag, zodat anderen ook wat punten kunnen verdienen? er voortaan des middags kan worden ingesteld dat er de volgende ochtend verse koffie klaarstaat? je altijd al des middags kon instellen dat er de volgende ochtend verse koffie klaarstaat, door gebruik te maken van de timer? Carola praktisch blind is? sommige CO docenten ook tijdens het presenteren wel van een biertje houden? nu Frederik klaar is met zijn studie, hij al net zo veel praat als KOen? Koen heel lang iets met Jorissen heeft gehad? advocaten tegenwoordig ook constructies kunnen analyseren? het ongepast is om de problemen van onze faculteit te vergelijken met WOII? “Rimboe Rambo” lekkere boerenkool kan maken? een pdf-je niet uit de printer komt? je in deze onzekere tijden ook niet meer op een kopje koffie van KOers kunt rekenen? Harm en Matei samen uit de kast komen als ze zijn afgestudeerd?
Extra prijsvraag.... “Jrateleerd. Uur had de luusung va dis prisvraog jevonge.” “Dis prisvraog is evvel jans jemekliech vuur veer va de vunf mitjlieder.” Herken jij dit dialect en weet je ook wat er staat? Dan maak je kans op een mooie prijs. Stuur dan voor 10 mei je oplossing op per mail of post. Onder de inzendingen wordt een verrassing verloot. Over deze uitslag kan niet worden gecorrespondeerd. 46
KOersief | Maart 2010 | nummer 80 | Stuttgart
CO-lofon KOersief is een verenigingsblad dat drie keer per jaar wordt uitgegeven door KOers, sectievereniging Structural Design studievereniging CHEOPS en de unit Structural Design & Construction Technology van de faculteit Bouwkunde aan de Technische Universiteit Eindhoven.
Bouw mee aan de toekomst. Jouw toekomst!
KOers TU/e De Wielen Vertigo 09 Postbus 513 5600 MB Eindhoven tel. 040-2474647
Vestedatoren te Eindhoven
Fifty Two Degrees te Nijmegen
Walburg te Weert
Atos Origin te Eindhoven
De Strip te Eindhoven
Van Abbemuseum te Eindhoven
Dynamo te Eindhoven
Eindhovense School te Eindhoven
Kennedy Business Center te Eindhoven
Maasland Ziekenhuis te Sittard-Geleen
Piter Jelles Junior & de Brege te Leeuwarden
Boscotondo te Helmond
Bestuur KOers 2009-2010 Lianne Tas Jean-Paul Frencken Marco Schmeitz Bastiaan Göttgens Sean Diederen
voorzitter secretaris penningmeester com. redactie com. activiteiten
Redactie Hoofdredacteur: Wouter van der Sluis
[email protected] Chris Noteboom
[email protected] Lianne Visschers
[email protected] Bastiaan Göttgens
[email protected] Jean-Paul Frencken
[email protected]
Beeld omslag Mercedes Benz Museum, Stuttgart Robbert Lieven & Wouter van der Sluis
"%7*&4#63&"6
5*&-&."/4
# 0 6 8 $ 0 / 4 5 3 6 $ 5 * & 4 # 7 Adviesbureau Tielemans in Eindhoven is gespecialiseerd in het
Kopij
ontwerpen van bouwconstructies. Vanuit Eindhoven werken
Bij voorkeur Word-bestand zonder opmaak via e-mail. Illustraties apart meezenden (minimaal 800x800pixels). Kopij KOersief 81 inleveren vóór mei 2010.
35 ingenieurs met gerenommeerde nationale en internationale architecten aan innovatieve en in het oog springende projecten.
Werken bij Adviesbureau Tielemans betekent in een ontwerpteam streven naar de hoogst haalbare combinatie van vorm, constructie
Studentlidmaatschap Gratis voor Bachelorstudenten Bouwkunde en Masterstudenten SD. Aanmelden via: www.KOersTUe.nl
en functie. Dit betekent ook het nauwlettend volgen van technologische ontwikkelingen in het vakgebied, zodat deze direct kunnen bijdragen aan het uiteindelijke resultaat.
Oplage
Adviesbureau Tielemans is continu op zoek naar aanstormend
Circa 250 exemplaren, verspreid onder student- en fondsleden, sponsoren en relaties van KOers.
talent. Kijk voor meer informatie op www.tielemans.nl of bel voor een afspraak.
Drukker Drukkerij de Witte, Eindhoven
Insulindelaan 113, Postbus 651, 5600 AR, Eindhoven, Tel 040 281 44 55, Fax 040 281 50 75, www.tielemans.nl,
[email protected]