INHOUD M.E.G.A. - Max (Kennismaking) 1
Afspraak of ruzie........................................ 4
2
Mooi vanbinnen.......................................... 10
3
Goed? Beter? Best!................................... 12
4
Mijn Eigen Goed Antwoord....................... 14
5
Wanneer ga jij te ver?.............................. 20
6
Cool of foute boel?.................................. 24
7
Megaveilig................................................... 30
8
Reclame! Fabel of feit?............................. 38
9
Stress?!........................................................ 42
10
Dit is M.E.G.A. !........................................ 46
1
INTRODUCTIE M.E.G.A.-Max
Steek je hand op als je het woord wil, zodat iedereen op zijn beurt kan spreken.
Wees respectvol en positief ingesteld. Kleineren kan iemand kwetsen.
Kijk en gebruik het stille signaal.
Gebruik de woorden "iemand die ik ken" in plaats van de naam van een persoon. Noem geen namen als je een verhaal vertelt.
Beantwoord alleen een vraag als je jezelf er goed bij voelt.
2
Rechten
Betekenis
Ik heb het recht om gelukkig te zijn en om met zorg en begrip behandeld te worden.
Je mag je eigen ideeën uiten zonder dat er met je gelachen zal worden of zonder gekleineerd te worden.
Ik heb het recht om als persoon gerespecteerd te worden. Ik ben ook speciaal. Ik ben ook uniek.
Je moet eerlijk behandeld worden.
Ik heb recht op een veilig gevoel.
Niemand zal je lichamelijk kwetsen of kwetsen met woorden zodat je je niet lekker voelt in je vel.
Ik heb het recht om NEEN te zeggen.
Je hebt het recht om neen te zeggen tegen een leeftijdgenoot of een oudere wanneer deze je vraagt iets te doen wat fout of gevaarlijk is of wat je onjuist lijkt te zijn.
Ik heb het recht om op te komen voor mijn eigen mening en de mening van anderen te horen.
Je hebt het recht te spreken als het jouw beurt is en te kunnen luisteren wanneer anderen spreken.
Ik heb het recht om te leren.
Je mag gerust trots zijn op je eigen prestaties en je mag gerust hard werken om je te bewijzen en te verbeteren.
3
Afspraak of ruzie Mijn ideale klas
Wat ik leuk vind in onze klas
Misverstand? Meningsverschil?
Ruzie?
Wat ik zou willen veranderen
Denk eens na over een ruzie of ernstige discussie die je had met iemand van de klas. Hoe kwam dat? Wat gebeurde er?
Agressief ?! Agressief lijkt een moeilijk woord. Toch kennen we het allemaal: slaan, roepen, schoppen, snauwen… Soms is het moeilijk om jezelf tegen te houden als je boos wordt.
1 4
Bespreek deze antwoorden met je buur. Markeer dan één zinnetje bij leuk en één bij veranderen.
1 5
De schuldvraag
Hoe los ik een meningsverschil op ?
Naar jaarlijkse gewoonte is er ook nu weer het scholenvoetbaltornooi. Onze klas heeft, na een zwaar betwiste overwinning in de halve finale, de finale bereikt. Vóór de finale worden wij toegesproken door onze klasleraar. Hij hoopt de fel begeerde beker morgen in onze klas te kunnen zetten. Verder wenst hij ons een goede en vooral een sportieve wedstrijd. "Dat de beste moge winnen", zegt hij. Na ongeveer 10 minuten spelen komen wij op voorsprong door een mooi kopbaldoelpunt van spits Jeroen, onze beste speler. Iedereen van onze school, zowel supporters als spelers, schreeuwt het uit van plezier. Onze vreugde is echter van korte duur want bij de eerste tegenaanval wordt Bart, onze
Weet je nog wanneer jij een meningsverschil had?
keeper, gevloerd door een laag, hard schot in de hoek. Tot aan de rust blijft de stand 1 - 1.
1. Schrijf hieronder waarover je een meningsverschil had. 2. Beschrijf je gevoelens. 3. Zoek een mogelijk oplossing voor het probleem.
Tijdens de rust krijgen we nog aanwijzingen van onze klasleraar. Hij vraagt van iedereen inzet, maar wijst erop dat deelnemen belangrijker is dan winnen. De wedstrijd kent vervolgens een rustig verloop met enkele kansen aan beide zijden. Enkele minuten voor het einde hobbelt de bal naar het doel van Bart. Bart en Jeroen kijken elkaar aan, maar niemand reageert. Plots verdwijnt de bal in het doel: 1 - 2. Met nog enkele minuten te spelen gaan
1
Het meningsverschil
2
Mijn gevoelens
3
Mogelijke oplossingen
wij resoluut in de aanval, doch een doelpunt blijft uit zodat we de finale verliezen. Na het laatste fluitsignaal loopt Jeroen naar Bart en scheldt: "We hebben verloren door jouw schuld. Twee keer had je die bal moeten pakken. Met een goede keeper hadden wij gewonnen. Wij hadden beter een andere keeper genomen." "Wat? Mijn schuld? Had jij de kansen die je kreeg, benut, dan hadden wij inderdaad gewonnen. Het is jouw schuld dat we verloren” , roept Bart.
1
1
Welk is in dit verhaal het misverstand?
2
Welke gevoelens hebben Bart en Jeroen?
3 6
1
Welke zijn de mogelijke oplossingen?
7
STOP! STOP -teken: niet botsen! In het verkeer heb je zeker al wel rode STOP -tekens langs de weg gezien. Dan ben je verplicht om te stoppen, te kijken of alles ok is en dan verder te gaan. Ken je een ander woord voor STOP? Misschien gebruik je “Time out”? “Halt”, “rood licht” of iets anders? Een bepaald teken misschien?
STOP Als ik voel dat ik zo boos begin te worden dat ik ga slaan, duwen of roepen (agressief), stop ik even. PAUZEER EN DENK NA Wat ga ik doen als ik dadelijk weer verder ga? Ga ik iets zeggen? Wat dan? GA VERDER Ik doe of zeg wat ik zojuist heb bedacht.
1
1
Je kunt in een rollenspel eens proberen het oranje licht luidop te spelen. Zo kunnen de anderen horen wat je aan het bedenken bent.
8
9
MOOI VANBINNEN
Geef eens een complimentje
Nu mag je jezelf eens een complimentje maken Denk eraan: ‘ het zit vanbinnen’
Van
(mijn naam)
................................... voor Naam: Compliment:
Naam: Compliment:
Naam: Compliment:
Naam: Compliment:
Naam: Compliment:
Naam: Compliment:
Naam: Naam:
Compliment:
Compliment:
2
2 10
11
Goed? Beter? Best! Je kan op drie manieren reageren op een voorstel waarbij jij je niet goed voelt: onzeker, kwaad of zelfzeker. Wat zie je bij elke manier, zowel actief (woorden en daden) als passief (lichaamstaal)? De tekeningen kunnen je hierbij helpen.
ACTIEF
PASSIEF ONZEKER
Assertief antwoord Een goede manier om iets assertiefs te zeggen is je zin beginnen met “ik …”. Dat lijkt best moeilijk, maar het is vaak echt de beste oplossing. Probeer, na de twee slechte voorbeelden en het ene goede voorbeeld hieronder, zelf twee antwoorden voor zelf gekozen situaties op te schrijven die beginnen met “Ik…”. Slecht voorbeeld 1: “Jij bent een stomme sullekop en je liegt altijd!!!” Slecht voorbeeld 2: “Pfff, laat maar….” Goed voorbeeld: “Ik vind het niet normaal, fijn, prettig… dat jij niet wilt ophouden met uitschelden” “Ik…………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………… …………………………………….” “Ik…………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………… …………………………………….”
KWAAD - AGRESSIEF
Neen zeggen Ga met zijn tweeën bij elkaar zitten en verzin een verhaal waarin het woordje “Neen” voorkomt . Wat er gebeurt, moet duidelijk zijn door alleen de tekstballonnetjes te lezen. Een voorbeeldje:
Gaan we naar de winkel?
Om wat te doen? Gewoon snoep kopen!
Maar we moeten nog terug naar school! Dan brossen we gewoon!
OVERTUIGEND - ZELFZEKER - ASSERTIEF
Neen hoor, ik wil geen lessen zomaar missen. Leren is voor mij belangrijk. En ik moet nog iets zeggen tegen Veronique!
3
3 12
13
ZEG NEEN TEGEN...
vriendelijke/zachte druk Lees de titel goed! Bekijk de tekening. Wat gebeurt hier volgens jou?
Mijn eigen goed antwoord
Hoe zou jij op een goede manier antwoorden?
8 x N1
4 14
1
Zeg: "Nee, dank u”.
2
Geef de reden.
3
Negeer het aanbod.
4
Ga weg.
5
Verander van onderwerp.
6
Vermijd de situatie.
7
Maak een afwijzend gebaar.
8
Samen sterk!
4 15
ZEG NEEN TEGEN...
ZEG NEEN TEGEN...
uitdagende druk
onrechtstreekse druk
Lees de titel goed! Bekijk de tekening. Wat gebeurt hier volgens jou?
Lees de titel goed! Bekijk de tekening. Wat gebeurt hier volgens jou?
Hoe zou jij op een goede manier antwoorden?
Wat zou jij doen en waarom?
Wees geen bange kip, het is maar een sigaret!
4
4 16
17
ZEG NEEN TEGEN...
zware druk
Lees de titel goed! Bekijk de tekening. Wat gebeurt hier volgens jou? Wat zou jij doen en waarom?
Morgen wil ik 10 euro van je hebben of anders....
4
4 18
19
Wanneer ga jij te ver?
Een dag uit mijn leven Schrijf naast elk uur één ding dat je gisteren gedaan hebt. Als je klaar bent, overloop je aandachtig je dag en zet een rode R bij alles dat riskant zou kunnen geweest zijn. Met één woord schrijf je er ook bij wat het risico was: wat had er kunnen gebeuren?
Een schip dat veilig aan de kade blijft aangemeerd, loopt weinig risico. Maar het zal nooit boeiende avonturen op de wereldzeeën kunnen ervaren.
Een circusartiest kan heel goed risico ’s inschatten.
Als hij zijn kunstje nog niet zo goed kan, oefent hij op de grond of er vlak boven.
Stap voor stap zal hij steeds moeilijkere en gevaarlijkere oefeningen doen. Maar hij (of zij) let goed op dat de risico ’s niet te groot zijn.
Zo leert de circusartiest heel moeilijke en mooie kunsten. Hij heeft zijn grenzen beetje bij beetje verlegd.
5 20
5 21
Mijn tijdlijn
TIM
5 jaar geleden
Tim ving het gerucht op dat enkele jongens hem na school zouden opwachten om hem een rammeling te geven.
5 jaar later 1
Wat kan Tim doen?
2
Wat is te ver? Waarom?
Lichamelijke risico’ s Welke grenzen heb ik verlegd?
Welke grenzen zal ik verleggen?
ELLEN
Sociale risico’ s Welke grenzen in het omgaan met anderen heb ik verlegd?
5
Welke grenzen in het omgaan met anderen zal ik verleggen?
Op de terugweg van school komt Ellen haar vriend, Gunther, tegen. Gunther heeft de handen vol met graffiti-spuitbussen en wil ergens iets gaan spuiten. Gunther vraagt aan Ellen: “Ga je mee?”
1
Wat zou je doen als je Ellen was?
2
Waarom wel of waarom niet?
Volwassenen om je heen zijn voor je verantwoordelijk. Zij horen je te beschermen tegen risico ’s. Je ouders, leerkracht in de klas, monitor op het speelplein, politie op straat… zorgen ervoor dat je binnen veilige grenzen blijft. Maar zelf ben je ook verantwoordelijk, want de ouderen zijn er niet altijd. Hoe meer je voor jezelf instaat, hoe beter je je eigen risico ’s moet kunnen inschatten en beheersen. Je houden aan een grens die je zelf bepaalt, is belangrijk.
5
Huis- en thuiswerk: laat deze tijdlijn zien aan een volwassene thuis. Welke grens heb je volgens die volwassene nogal vroeg overschreden? Op welk moment was dat? Wat heb je toen gedaan? Hoe reageerde je?
22
23
Cool of foute boel?
Het verhaal van Lars Lees aandachtig volgende korte zinnen!
Heb je het woordje drugs al eens gehoord? Thuis misschien, op televisie of ergens op het internet? In de MEGA-sessies praten we over drugs, omdat je moet weten wat er gebeurt als iemand drugs neemt. Drugs zijn pilletjes, drankjes of poedertjes die je een bepaald gevoel geven als je ze inneemt. Door ze te eten, roken, drinken of op te snuiven komen ze in je bloed terecht. Zo gaat er een deeltje van de drugs naar je hersenen. En daar is het de bedoeling dat ze je rustiger, meer geconcentreerd of actiever maken. Maar tegelijk kunnen ze je ook angstig, verdoofd of draaierig maken. Er zijn nog meer risico’ s en gevaren aan druggebruik waar veel mensen niet goed over nadenken. Daar gaat deze les over. Alcohol, sigaretten, medicijnen & marihuana zijn voorbeelden van drugs. Gokken, gamen of internetten kunnen net als een drug worden: er raken ook jonge mensen aan verslaafd.
Tijdens familiebezoeken mocht Lars een glaasje meedrinken. Later op feesten en fuiven dronk hij al veel. Lars drinkt nu wel erg veel alcohol. Hij wil in aanwezigheid van andere jongeren de stoere bink zijn. De laatste tijd vinden de vrienden Lars niet meer fijn in de omgang. Een kater , hoofdpijn, voelt zich slecht, ruzies... Later hartziektes, leverkanker ... Hij gaat naar een contactgroep voor jongeren met een drankprobleem. Drinkt gezonde dranken zoals water , fruitsap...
• Geef zelf eens je mening over het gebruik van alcohol. (Oorzaken - gevolgen - hulp - ... )
6
6 24
25
Cool of foute boel?
Cool of foute boel?
Lees aandachtig de onderstaande zinnen!
Vul de onderstaande woorden in de juiste zinnen in! Zo krijg je het verhaal van Laura.
Het verhaal van Amber
Het verhaal van Laura
verveelt
Amber moest bijna altijd studeren.
drugs
Ze stond onder druk. Ze rookte regelmatig een sigaret,
haar persoonlijkheid
ook tijdens feestjes en samenkomsten. Dit vond ze erg stoer.
gezondheid
Amber rookt iedere dag meerdere sigaretten. Ook in groep rookt Amber regelmatig. Vriendinnen en vrienden
spijbelt
vinden het soms storend.
zelfhulpgroep
Haar adem en kleren stinken als een asbak. Gele tanden en gele vingers. Later hartziekten, longziekten... Ze sluit zich aan bij een groep jongeren die niet roken. Amber doet regelmatig aan sport.
Laura gaat de laatste tijd niet meer graag naar school. Ze ................................................. regelmatig. Ze heeft nergens nog zin in; ze ......................................... zich.
• Schrijf hieronder enkele korte zinnen over wat jij vindt over roken! (Oorzaken - gevolgen - hulp - ... )
Alleen als ze ....................... gebruikt, voelt ze zich goed. De klasleerkracht ziet duidelijk dat ............................................ verandert. Gelukkig stuurde men Laura naar een ........................................................... . Tijdens de bijeenkomsten rond verslaving leerde Laura
6
6
dat je .......................................... belangrijk is. 26
Ze is blij dat ze hulp heeft gevonden.
27
Schrijf onder elke opdracht de gevolgen van het gebruik van deze drugs. Kleur de bolletjes van de positieve gevolgen groen en van de negatieve gevolgen rood.
Gebruik van tabak O .................................... O .................................... O .....................................
Er zijn alternatieven voor het gebruik van alcohol, sigaretten of andere drugs.
VUL HIER IN WAT JE KUNT DOEN Beter dan drugs te nemen kun je … met vrienden in het park
Niet-gebruik van tabak O .................................... O ....................................
VUL HIER IN WAT JE KUNT VOELEN OF DENKEN Beter dan je te vervelen kun je
… op een feestje zonder volwassenen
O ..................................... … als je je alleen en eenzaam voelt
Niet-gebruik van alcohol O .................................... Gebruik van alcohol
O ....................................
O ....................................
O .....................................
Beter dan je slecht te blijven voelen kun je
O .................................... O ..................................... Slecht gebruik van medicatie O .................................... Gebruik van illegale drugs O ....................................
O .................................... O .....................................
O ....................................
Goed gebruik van medicatie
O .....................................
O .................................... O ....................................
Niet-gebruik van illegale drugs
MIJN VOORNEMEN Ik denk na over …..
en ga….
O .....................................
O .................................... O ....................................
omdat ….
O .....................................
6 28
6 29
M.E.G.A. -veilig
HET BEL 112-ROLLENSPEL! In je groepje van drie verdeel je deze rollen: de beller, de 112, een observator. De observator
VEILIGHEIDS-TIP-TIEN voor LEERLINGEN
zegt achteraf of je je goed aan de drie W’ s hebt gehouden. Wissel om tot je alledrie gebeld hebt.
Situaties
1
Zorg dat je ouders steeds weten waar je bent.
2
Ga je weg met vrienden, keer dan ook met hen terug naar huis. Samen uit, samen thuis.
1
gebeuren. Er zijn enkele gekwetsten.
Wat doe je? 2
3
Je komt per fiets naar school gereden. Op het kruispunt voor de school zie je een ongeval
Je bent alleen thuis. Je ziet een onbekend persoon rond de woning van de buren lopen. De onbekende gaat naar de achterdeur en begint hieraan te prutsen.
Ga je alleen weg, laat je dan brengen en ook ophalen.
Wat doe je?
4
Als je ergens bent en je wordt niet opgehaald, vraag dan om te telefoneren en vraag om te mogen blijven tot je wordt gehaald.
3
Je bent met je broer/zus thuis. Je broer of zus valt van de trap en breekt een been?
Wat doe je?
5 6 7 8
Ga niet met iemand mee die je niet of nauwelijks kent. (Liften heeft risico’ s. )
Ben je alleen thuis, zorg dan dat je weet waar je ouders zijn. Vraag een telefoonnummer zodat je hen kan bellen.
Waar je ook bent, zorg dat je steeds de hulpdiensten (112) kan verwittigen. Zorg ook dat je de plaats snel kan verlaten.
DE DRIE W’ S VOOR DE 112 Tijd is heel belangrijk, dus als je belt naar 112 denk dan aan de drie
Wie?
(Wie ben je?)
Wat?
(Wat heb je gezien?)
W’ s
:
Waar? (Waar is het gebeurd?) Word je opgebeld, zeg dan NOOIT dat je alleen thuis bent.
Nadat je het nummer 112 gebeld hebt, zeg je eerst wie je bent en vanwaar je belt, daarna zeg je wat er gebeurd is en vervolgens zeg je waar het gebeurd is.
9 7
10 30
Ben je alleen thuis, laat dan NOOIT onbekenden binnen.
7 Neem zeker NIETS aan van onbekenden. 31
M.E.G.A. -veilig
7
GEEN GEHEIMEN
8
AANRAKINGEN WEIGEREN
VEILIGHEIDS-TIP-TIEN voor OUDERS
1
VEILIG ZIJN
2
HET EIGEN LICHAAM BESCHERMEN
3
4
7 32
Vertel je kinderen dat ze het recht hebben veilig te zijn.
Kinderen moeten weten dat hun lichaam hun toebehoort, in het bijzonder de intieme lichaamsdelen.
9
NEEN ZEGGEN Leer je kinderen dat het OK is NEEN te zeggen als iemand hen pijn wil doen. Veel kinderen werd aangeleerd altijd te doen wat volwassenen hen zeggen.
VERWEER TEGEN AGRESSOR Agressors kiezen jonge kinderen uit als slachtoffer. Zeg je kinderen dat ze vrienden of volwassenen om hulp kunnen vragen. Leer hen af te staan hetgeen de agressor eist, bijvoorbeeld hun fiets, hun geld e.d. indien dit lichamelijk geweld kan vermijden. Maak hen duidelijk dat je niet boos zal zijn wanneer dit zou gebeuren.
5
PRATEN
6
GELOOFD WORDEN
10
Leer je kinderen dat sommige geheimen nooit bewaard zullen blijven, ook al denken ze dat.
Leer je kinderen dat ze NEEN kunnen zeggen tegen handtastelijkheden indien ze het niet willen. Als iemand hen aanraakt en zegt dit te verzwijgen, dan moeten ze het zeker vertellen.
NIET PRATEN MET ONBEKENDEN Leer je kinderen niet te praten met onbekenden als ze alleen zijn. Als ze worden aangesproken door een onbekende moeten ze je dat vertellen.
WETTEN OVERTREDEN Leer je kinderen dat ze wetten mogen overtreden omwille van hun eigen veiligheid. Ze mogen weglopen, schreeuwen, liegen of stampen om weg te komen uit een gevaarlijke situatie.
Handtekening ouders/voogd:
Leer je kinderen dat ze je steeds alles mogen vertellen wat er gebeurd is en dat je niet boos zal zijn op hen.
Indien je kind je hulp wenst, draai het niet de rug toe. Als ze je vertellen dat ze benaderd werden, geloof hen dan. Kinderen liegen zelden daaromtrent.
7 33
M.E.G.A. -veilig VEILIGHEIDS-TIP-TIEN voor de jonge internetter
7 34
1
Voor ik ga surfen, vraag ik aan mijn ouders me uit te leggen wat Internet is, hoe het werkt en wat ik er kan vinden.
2
Ik vertel mijn ouders wat ik beleef op het Internet.
3
Iemand die ik alleen via het Internet ken, geef ik mijn vertrouwen niet.
4
Mijn naam, adres, telefoonnummer en wachtwoord hou ik voor mezelf.
5
Ik stuur nooit mijn foto, die is makkelijk te trukeren en staat, voor ik het weet, voor altijd op het Net.
6
Met de webcam ben ik voorzichtig. Wie weet wat de ander me zal tonen of me vraagt te doen!
7
Als iemand me lastig valt of choqueert op het Net, verlaat ik de site en praat ik met een volwassene die ik vertrouw.
8
Afspraak via chat? Ik breng altijd een volwassene op de hoogte en ga nooit alleen.
9
Niet alles wat ik op het Internet vind, is waar!
10
Ik gedraag me verantwoordelijk op het Internet en toon respect voor anderen.
7 35
M.E.G.A. -veilig
VEILIGHEIDS-TIP-TIEN voor de OUDERS van jonge internetters
1
Installeer de computer op een gemeenschappelijke plaats. Laat je kind niet alleen op het Internet surfen.
2
Installeer filters en een “parental control” en gebruik een beveiligde zoekmachine.
3
Wakker de kritische geest van je kind aan en leg uit dat niet alles wat op het Internet staat, correct is.
4
Moedig je kind van bij het begin aan om met je te praten over wat hij/zij op het Internet ziet, aanstootgevend vindt of wat hem/haar in de war brengt.
5
Leg je kind uit welke dingen voor jou niet kunnen, rekening houdend met zijn/ haar leeftijd, en praat over choquerende sites (racisme, geweld, pornografie... ).
6
7
7
Informeer je kind over de gevaren die het verspreiden van persoonlijke gegevens inhoudt (naam, adres, telefoonnummer, leeftijd, school... ) om te vermijden dat deze misbruikt worden door mensen met slechte bedoelingen of commerciële doeleinden. Interesseer je voor de leefwereld en voor de chatvrienden van je kind. Waarschuw voor de risico’ s van een persoonlijke ontmoeting. Op het Internet is niet iedereen wie ze pretenderen te zijn.
8
Sensibiliseer je kind in verband met de risico’ s verbonden aan de verspreiding van persoonlijke beelden (foto’ s , webcam). Deze kunnen buiten hun weten om misbruikt en getrukeerd worden.
9
Weiger dat foto’ s van je kinderen op het Internet worden gepubliceerd. Dit is bovendien wettelijk verboden zonder toestemming van de ouders.
10
Het Internet is een publieke plaats waar er wetten gelden. Zorg ervoor dat je kind zich verantwoordelijk gedraagt, net zoals in het dagelijks leven.
Noodnummers die we moeten kennen Dringende hulp (politie, brandweer, ziekenwagen...) .................................................................... 112
Andere nuttige telefoonnummers Tele-onthaal (levensmoeilijkheden)................................................................................................... 106 Bij vergiftiging..................................................................................................................... 070 - 245 245 Kinder- en jongerentelefoon............................................................................................................ 102 Child Focus.................................................................................................................................... 116 000
Nuttig om weten Je leerkracht is: .......................................................................................................................................... Je kan haar/hem altijd bereiken: .............................................................................................................
Je M.E.G.A.-agent is: ................................................................................................................................. Je kan haar/hem altijd bereiken: .............................................................................................................
Je CLB-medewerker is: ............................................................................................................................. Je kan haar/hem altijd bereiken: .............................................................................................................
Voor gelezen, handtekening ouders/voogd:
36
37
RECLAME Fabel of feit
Ontmasker de reclame
Op deze plaatsen heb ik deze week reclame gezien:
Ik heb reclame gezien voor deze producten:
1
Welk product wordt aangeboden?
Welke woorden of zinnen kom je veel tegen in reclame?
2
Wat wil men je doen geloven?
3
Wat is de waarheid over dit product?
4
Herschrijf de advertentie en vertel de waarheid over dit product.
Hoe echt zijn de tekeningen die je ziet?
Probeer jezelf te verkopen via een advertentie in een prachtig tijdschrift. Gebruik felle kleuren en mooie beelden. Zorg dat dit erin staat: • prachtige woorden over je fantastische karakter; • een indrukwekkende beschrijving over wat je enorm goed kan; • overweldigende details over je mooiste lichamelijke kanten.
Formuleer de boodschap zo dat het een boodschap van openbaar nut wordt.
Welke minder goede dingen over jezelf heb je niet genoemd in je advertentie? Welke stukjes uit de advertenties zie je ook op televisie? Hoe voelde het om jezelf in die advertentie te ‘ verkopen’ ?
8
Welke stukjes uit de advertenties zijn echt en welke zijn een beetje overdreven?
38
8
Reclame: Blijf jezelf! Beoordeel zelf wat goed en fout is. 39
Fabel of feit Hieronder vind je enkele voorbeelden van reclameboodschappen die de mensen ertoe moeten aanzetten om een bepaald product te kopen. Bekijk de tekeningen aandachtig en schrijf eronder wat je ziet en wat men je wil doen geloven.
8
8 40
41
STRESS?! Mijn stressniveau: antwoord op de volgende vragen door het juiste bolletje te kleuren. Heb je de voorbije week in de volgende situaties stress gehad?
ja
1
Als je een toets moet maken?
2
Als je ruzie hebt gehad?
3
Als je ergens te laat bent gekomen?
4
Als je iets leuks hebt meegemaakt bijvoorbeeld op vakantie gaan, opgetreden...
5
Als je je alleen voelt?
6
Als je een spreekbeurt moest geven?
7
Als je een nieuwe persoon leerde kennen, bijvoorbeeld in de klas, bij de voetbal...
8
Als er iets gebeurde in je familie bijvoorbeeld ruzie, scheiding...
9
Als je een wedstrijd wilde winnen?
10
Als je moeilijkheden had met je huiswerk?
11
Als je een taak niet op tijd hebt kunnen afmaken?
12
Als je moest helpen bij de voorbereiding van een feestje?
13
Als je de eerste moest zijn om iets voor te doen bijvoorbeeld in de turnles?
14
Als je gepest werd?
15
Als je ergens niet goed in bent?
neen
totaal
IEDEREEN heeft stress. Het is echter belangrijk bewust om te gaan met de verschillende stresserende factoren. Weet dat er manieren zijn om deze nadelige factoren (stressors) te omzeilen.
9
0 - 5 6 - 10 11 - 15
laag stressniveau gemiddeld stressniveau hoog stressniveau
1. Vergelijk het aantal kruisjes in de JA-kolom met de schaalaanduiding en markeer jouw stressniveau. 2. Kleur nu de graden op de stressmeter van de tekening in, zodat je goed de hoogte van jouw stress kunt aflezen.
42
43
9
Stress is als een rugzak
Manieren om stress tegen te gaan
Stel je voor dat je op trektocht gaat, te voet! Op die boeiende tocht trek je dapper door, met een rugzak op je schouders. Jij bent de drager en de rugzak is de ‘ last’ die je meedraagt.
Kies twee situaties die je zelf beleefd hebt en waarbij je stress hebt ervaren. Schrijf ze op in de eerste kolom en noteer in de tweede kolom wat je eraan kan doen.
Soms voel je je sterk: je hebt goed geslapen en je bent flink uitgerust. Je voelt je keigoed en je kan ertegenaan. Op zo’ n moment heb je een grote draagkracht.
Stressfactor
Maar er is ook nog je rugzak: dat zijn alle grote en kleine zorgen
Wat kan je ertegen doen ?
die je meemaakt. Het is een draaglast. Voorbeeld Je maakt een proefwerk.
Voorbeeld
Je studeert en bereidt je erop voor.
1
1
2
2
Je bent een beetje gespannen voor de wiskundetoets. Je hebt flink gestudeerd en je kent de leerstof. Je vindt het best wel een beetje spannend, maar het zal wel lukken. Op zo’ n moment kun je de draaglast best wel aan en is er geen probleem. Je hebt immers kracht genoeg om ze te dragen. Maar er zijn ook soms momenten dat de draaglast groot wordt. Je hebt bijvoorbeeld een moeilijke toets de volgende dag en je hebt er nog niet voor gestudeerd. Je kleine broertje moet plots worden opgenomen in het ziekenhuis. Dan wordt je rugzak te zwaar. Dat is stress.
9
9 44
45
DIT IS MEGA! 1 2
1
De naam van het hoofdpersonage
2
Rijden zonder licht in het donker is...
3
Chatten op computer gaat via...
4
Een gevolg van overdreven gebruik van alcohol
5
Het niet met elkaar eens zijn noemen we...
6
De kleur van de tanden van een roker
7
Wat is er typisch aan de adem en de geur van een roker
8
Gebruik van drugs is je... in gevaar brengen
9
Foto’ s op het Internet kunnen gemakkelijk ... worden
10
Welke is onze grootste drug ?
11
Goed gebruik van medicatie leidt meestal tot...
12
Zwaarste druk
13
Zelfzeker
14
Opzettelijke vernieling
15
Synoniem voor spanning
16
Niet alles op Internet is...
17
Hiermee geef je iemand een goed gevoel
18
Hierover praten we eigenlijk veel te weinig
19
Fabel of feit
20
116 000
3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
10 46
Als je deze oefening goed invult, zie je in de gekleurde balk een zin verschijnen.
10 47
Wat ik van MEGA vond… Wat ik in de MEGA-sessies leerde
Wat ik nog beter zou willen leren
De gekste of leukste momenten in de MEGA-sessies waren
Wat ik moeilijk of niet zo leuk vond
Wie ik in MEGA beter heb leren kennen
48
49