De ideeën van Erasmus oo
Erasmus vindt dat mensen zelf moeten denken en niet zomaar aannemen wat anderen vinden. Hij geeft goede raad, maar heeft ook vaak kritiek. Over al die ideeën en kritieken schrijft hij boeken en brieven die door heel veel mensen zijn gelezen. Van deze ideeën kun je in dit deel iets lezen. Ook vind je er vragen waarbij je moet bedenken en bespreken wat jij er zelf van vindt.
Inhoud Hoofdstuk 1 Boeken van Erasmus Lof der zotheid Colloquia
4 4 5 6
Hoofdstuk 2 Terug naar de bron Boeken verbranden en verbieden Onderwijs en opvoeding
7 7 7 9
Hoofdstuk 3 Verdraagzaamheid volgens Erasmus
13 13
Hoofdstuk 4 Erasmus over oorlog en vrede Hoe zag een oorlog in Erasmus’ tijd eruit? Waar komt het geweld vandaan?
17 17 18 20
Hoofdstuk 5 Erasmus en de oorlog met de Turken Smoezen?
22 22 24
Hoofdstuk 6 Vriendschap Nieuwe vrienden in Engeland
26 26 27
Hoofdstuk 7 Het goede zien in een ander en in jezelf Straf verdiend
30 30 31
Hoofdstuk 8 Erasmus en Columbus Erasmus ontmoet Ferdinand Columbus De rechten van alle mensen
35 35 36 36
De ideeën van Erasmus
Hoofdstuk 1
De ideeën van Erasmus
Vraag 1:
Wat zijn vleiers, en waarom moest Karel er voor oppassen? Wat vind je van de vijf andere adviezen van Erasmus aan Karel V?
Boeken van Erasmus Erasmus wilde al jong boeken schrijven. In zijn boeken wilde hij zijn mening geven over het geloof, over opvoeding, over oorlog en vrede, en over hoe mensen samen moesten leven. Daar is hij ook heel beroemd mee geworden, door zijn boeken weten we dat hij bestaan heeft en wat hij van dingen vond. Erasmus heeft in veel van zijn boeken vinnige kritiek, en daardoor krijgt hij ook vijanden. Hij heeft voor niemand ontzag. Wie niet deugt in zijn ogen wordt in zijn boeken aangevallen of bespot. Soms beseft hij zelf dat het gevaarlijk is. Dan laat hij een boek uitgeven zonder zijn naam erop, anoniem dus. Maar mensen die zijn boeken en schrijfstijl kennen, zien wel dat het van Erasmus is. Dat Erasmus wist hoe gevaarlijk het kon zijn zie je ook in ’Lof der Zotheid’. Daar schrijft Erasmus: ‘de theologen, aan wie ik misschien beter voorbij zou kunnen gaan, (..) anders zouden zij mij kunnen aanvallen met ontelbare conclusies en mij dwingen mijn woorden weer in te slikken, om me bij weigering onmiddellijk als ketter te bestempelen. En een ketter zijn was levensgevaarlijk. Als Erasmus in 1506 in Bologna is maakt hij daar de intocht van de krijgshaftige paus Julius II mee. Deze paus voert oorlogen en gedraagt zich helemaal niet als een vredelievende kerkvader. De paus voert een groot leger aan en wordt vergezeld door kerkelijke leiders. Erasmus weet niet wat hij meemaakt. Kort na de dood van deze paus komt er een boekje uit; “Julius buiten de hemelpoort” (Iulius exclusus) Hierin weigert Petrus de paus binnen te laten in de hemel. De slechtheid van Julius II op een grappige, spottende manier beschreven. Het boek is gericht tegen de oorlogszucht van deze paus. Erasmus heeft zelf altijd gezegd dat hij het niet heeft geschreven. Nu zijn de meeste geleerden zijn het er over eens dat Erasmus dit ontkende uit angst. Kritiek op de paus en de kerkleiders kon gevaarlijk voor hem zijn. Ook zijn boek ‘Anti barbari’ zit vol kritiek op geestelijken en geleerden. Maar Erasmus geeft niet alleen maar kritiek. Hij schreef ook studieboeken en boeken met goede raad. Zoals wel blijkt uit de titels ; ‘Leren studeren’, ‘De opvoeding’, ‘Goede manieren voor kinderen’, ‘Handboek voor briefschrijven’, ‘Waarschuwing tegen liegen en belasteren’, ‘Het samenstellen van een toespraak in acht onderdelen’ en ‘De juiste uitspraak van de Grieks en de Latijnse taal’. Een belangrijk boek vol goede raad is ‘De opvoeding van de christenvorst’ (ook wel Vorstenspiegel genoemd). Erasmus schrijft het voor de jonge Karel V. De vader van Karel overlijdt als Karel 6 is. Karel wordt dan Heer der Nederlanden. Zijn tante regeert voor hem tot hij zelf oud genoeg is. Op z’n 16e wordt hij ook koning van Spanje, en op zijn 19e ook nog keizer van het Duitse Rijk. Met dit boek probeert Erasmus van Karel V een goede, vreedzame vorst te maken. Als dat zou lukken komt er vrede en welvaart voor alle mensen in het grote rijk van Karel V. Erasmus doet er enorm zijn best op. Het staat vol met goede adviezen, zoals ‘oppassen voor vleiers’. Kies goede leiders. Vraag het volk weinig belasting en leg het niet teveel strenge regels op. Het gaat het volk het beste als je ze vrijheid van handelen en keuzes geeft. Voer alleen oorlog als het echt niet anders kan.
Erasmus wilde van Karel V zijn ideale vorst maken. Zo weten wij nu hoe Erasmus vond dat een land geregeerd moest worden. Helaas heeft Karel V nog veel oorlogen gevoerd. Hij heeft zich daarbij niet veel aangetrokken van de burgers die daar slachtoffer van werden. John Colet, een vriend van Erasmus, schrijft daarover in een brief: “Je deed er goed aan je Vorsten spiegel te schrijven. Brachten de christelijke vorsten deze goede regels maar in de praktijk! Alles wordt steeds door hun waanzin overhoop gehaald.” (1516) Lof der Zotheid Een ander beroemd boek van Erasmus is ‘De Lof der Zotheid’. In dit boek laat Erasmus ‘Vrouwe Zotheid’ allerlei mensen belachelijk maken. Pausen, koningen, geleerden, ruziënde staatsleiders, theologen. Ze worden bespot door Erasmus zonder dat ze hem er op kunnen aanvallen. Hij kan dan zeggen: ‘Ach dat heb ik niet gezegd, dat was Vrouwe Zotheid, die neemt u toch niet serieus?’ Op een slimme manier geeft Erasmus zo zijn mening en kritiek op alles en iedereen. Zijn kritiek gaat vooral over domheid, verwaandheid en slechtheid. Wat hij aanprijst is verdraagzaamheid, eerlijkheid, bescheidenheid en vredelievendheid . Dit boek was een enorm succes. Erasmus beleefde er veel plezier van, maar ook ellende. Het boek werd onderzocht op ‘ketterijen’ en op de lijst met verboden boeken gezet. De Franse vertaler werd als ketter verbrand. Net als de vertaler van een ander boek van Erasmus, ‘De klacht van de vrede’.
Vrouwe Zotheid daalt van de katheder af. Hans Holbein de Jonge.
Holbein in de ‘kanttekening’.
4
5
De ideeën van Erasmus
Uitspraken van Vrouwe Zotheid: Over geld: “overal waar je kijkt, bij pausen, vorsten, rechters, bestuurders, vriend en vijand, van hoog tot laag, alles draait om het grote geld”. Over oorlogen: “Wat is er zotter dan om welke redenen ook een strijd aan te gaan waar beide partijen er meer nadeel dan voordeel van ondervinden?” En over vorsten: “maar het oor der vorsten verafschuwt de waarheid, en ze gaan wijzen uit de weg omdat ze bang zijn dat er eentje te vrij wordt en iets durft te zeggen dat meer waar dan aangenaam is.” Colloquia Een ander boek van Erasmus, de ‘Colloquia’ is een verzameling gesprekken, die Erasmus gebruikt om zijn mening ergens over te geven. Als voorbeeld hier een stukje uit een gesprek uit ‘De abt en de geletterde vrouw’. Erasmus laat de abt Antronius belachelijk maken door de ontwikkelde en bijdehante Magdalia. Magdalia: Als u niet oppast, zal het gevolg zijn dat wij, vrouwen, in de theologische scholen de colleges zullen geven, in de kerken zullen preken en uw mijters zullen dragen. Antronius: God behoede ons daarvoor! Magdalia: Nee, het is uw eigen taak om dat te verhoeden. Als u zo doorgaat, zullen ganzen eerder preken dan dat de mensen genoegen nemen met u, stomme ganzenhoeders. Erasmus is een overtuigd christen, het geloof is heel belangrijk voor hem. Hij heeft er veel boeken over geschreven. Zoals: ‘Gebed tot Maria’, ‘Het christelijk huwelijk’, ‘Een manier om tot God te bidden’, ‘Beginselen voor de christelijke mens’, ‘De reis van de apostelen Petrus en Paulus’, ‘Het herstellen van eenheid in de kerk’ of ‘Gebed voor vrede in de kerk’.
1
Welk risico liep Erasmus door het schrijven van zijn boeken?
De ideeën van Erasmus
Hoofdstuk 2 Terug naar de bron Erasmus wil terug naar het ‘zuivere’ geloof, zoals het in het begin was, niet wat de Kerk en de pausen er later van gemaakt hebben. Daarom wil hij een verbeterde Latijnse vertaling van het tweede deel van de bijbel maken, het ‘Nieuwe Testament’. De vertaling die er is, de ‘Vulgaat’, klopt niet, vindt Erasmus. Hij wil de oude Griekse Bijbelboeken opnieuw vertalen: ‘terug naar de bron’. Met zijn kennis van het Oudgrieks maakt hij een hele nieuwe Latijnse vertaling. Hij krijgt de steun van belangrijke mensen, zoals geleerden, bisschoppen en de paus. Maar niet iedereen is er blij mee. In deze nieuwe vertaling zijn dingen soms heel anders geworden. In de Vulgaat stond bijvoorbeeld dat mensen boete moesten doen, in de vertaling van Erasmus staat dat ze berouw (spijt) moeten hebben. Dat was wel iets heel anders. Er breken studentenrellen uit in Leuven, er zijn geruchten dat Erasmus een ketter is. Maar Erasmus maakt zich nog geen zorgen. Latijnse uitgave van: Het nieuwe testament; EN NOVVM TESTA. Als je goed kijkt kun je de namen van de uitgever en drukker; Johannes Froben; yoannes frobenivs en de Schrijver Erasmus; erasmi roterodami lezen, in het Latijn natuurlijk.
2
3
6
Erasmus probeert op twee manieren mensen te beïnvloeden met zijn boeken. Wat voor soort boeken schrijft hij?
Wat wilde Erasmus bereiken met zijn boek ‘Opvoeding van de christenvorst’?
Boeken verbranden en verbieden Al eeuwenlang bestaat er bij de katholieke kerk een lijst met verboden boeken. Dat was ook een reactie op de boekdrukkunst. Ineens kon iedereen maar alles schrijven en lezen zonder dat er controle op was. Deze lijst heette de Index. De boeken van Maarten Luther stonden er op en die van Erasmus al snel na zijn dood. In 1948 stonden er ongeveer 4000 boeken op. De reden was dat deze boeken van ketters waren, of dat ze mensen op slechte ideeën konden brengen. Dit noem je ‘censuur’, als teksten of boeken verboden zijn.
7
De ideeën van Erasmus
De ideeën van Erasmus
Alle boeken en brieven van Erasmus zijn te bekijken in de Erasmuszaal van de Gemeentebibliotheek van Rotterdam, die de eigenaar is van honderden boeken uit de zestiende en zeventiende eeuw. Er worden ook 3.000 brieven van Erasmus bewaard. In de kluis van Rotterdamse bibliotheek bevindt zich de grootste verzameling originele werken van Erasmus ter wereld.
Erasmus gecensureerd. Links zie je dat er in het commentaar dat Erasmus schreef verboden stukken zijn gemarkeerd. Aan de rechterkant staat: auctor damnatus, veroordeeld schrijver. Rechts
Onderwijs en opvoeding
zie je een boek met bruine strepen. Je kunt goed zien hoe Erasmus’ tekst is bewerkt. Na het doorstrepen van de tekst zijn de pagina’s nog dichtgeplakt. (Erasmushuis Brussel.)
In delen van Amerika worden ook nu nog boeken uit de bibliotheek gestolen om te zorgen dat mensen ze niet kunnen lezen, zoals boeken over de evolutietheorie van Darwin. In ons land wilde iemand de Koran verbieden. Het boek van Hitler, ‘Mein Kampf’, is in ons land en Duitsland verboden.
Erasmus vindt dat ook een kind van gewone burgers recht heeft op een goede opvoeding en goed onderwijs: “Zijn kinderen van gewone burgers misschien minder dan prinsen? Moet een man dan niet evenveel van zijn zoon houden als was hij een koningskind? Wie van lagere afkomst is, heeft des te meer behoefte aan de steun van opvoeding (…)” Erasmus vindt dat ouders moeten zorgen voor een goede opvoeding en opleiding van hun kinderen. Ze moeten daar niet te lang mee wachten, want “afleren is immers moeilijker, veel moeilijker, dan leren. Daarom moet de opvoeding onmiddellijk beginnen, en met geregeld onderwijs moet een begin worden gemaakt zodra de kinderen een beetje kunnen praten. Er zit in de mens een hang naar het kwaad, en daarom is de vroege opvoeding beslissend.”
Vraag 3:
Leg uit wat Erasmus volgens jou bedoelt met ‘een hang naar het kwaad’?
Boekverbranding
De Index met verboden boeken.
De kluis in de Rotterdamse bibliotheek.
Boeken van hervormers zoals Luther werden in de tijd van Erasmus door de kerk verbrand. Boekverbrandingen zijn er in de eeuwen daarna ook nog geweest. Zoals in Nazi-Duitsland in 1933 en erna, maar ook in onze tijd. Het boek ‘De Duivelsverzen’ van Salman Rushdie werd door fundamentalistische moslims verbrand. ‘De Da Vinci Code’ van Dan Brown werd verbrand door fundamentalistische katholieken, de ‘Harry Potter’ boeken van J.K. Rowling werden verbrand door fundamentalistische Amerikaanse christenen
Vraag 2:
Denk jij dat boeken gevaarlijk kunnen zijn? Vind je dat een schrijver alles mag schrijven? Waar mogen mensen niet over schrijven vind jij? Zou jij boeken willen verbieden? Waarom wel /niet? Mag je in ons land overal over schrijven, zoek op wat hierover in de grondwet staat.
In zijn boek ‘De opvoeding van kinderen’ schrijft Erasmus: “neem van mij aan, mensen worden niet geboren maar gevormd. Oermensen die een los en ongeregeld leven leidden in de bossen, zonder wetten, zonder opvoeding, leken meer op beesten dan op mensen.”
8
9
De ideeën van Erasmus
De ideeën van Erasmus
Vraag 4:
Er zijn verhalen van kinderen die bij de dieren opgroeien. Het bekendste is dat van Mowgli, in Junglebook. Denk jij dat een kind dat als dier bij dieren opgroeit, een mens wordt of een dier? Leg uit waarom.
In hetzelfde boek schrijft Erasmus: “hoe wanhopig zijn ouders niet wanneer hun pasgeboren kind zwakzinnig en imbeciel blijkt te zijn. (...) Je verwijt de natuur dus dat ze je kind geen goed verstand gaf, terwijl je er door je eigen nalatigheid verantwoordelijk voor bent dat je zoon niet het karakter van een goed mens krijgt? Het is beter achterlijk te zijn dan verdorven of, sterker nog, het is beter een varken te zijn dan een mens zonder beschaving en geweten.”
Vraag 6:
Kinderen hebben plichten zoals eerlijkheid, betrouwbaarheid, voor elkaar opkomen, zorgen dat er vrede is, vriendelijkheid, redelijkheid en verdraagzaamheid op school. Geef van drie van deze plichten een voorbeeld. Welke plicht is voor jou heel belangrijk?
Vraag 7:
Waar heb jij recht op? Noem vijf dingen. Kijk ook eens op Internet naar de kinderrechten, ze gaan over verzorging, bescherming en respect.
Je kunt beter achterlijk zijn dan een slecht mens! Zo belangrijk vind Erasmus het dat je opgroeit tot een goed mens, het allerbelangrijkste! En over het leren van kinderen: “Dat lukt niet zonder een goede onderwijzer die hen daarbij helpt. Wat de kinderen al doende moeten krijgen is ook het inzicht waar het in het leven werkelijk om gaat.”
Vraag 5:
Erasmus wil dat kinderen ook snappen waar het in het leven echt om gaat. Waar vind jij dat het in het leven echt om gaat?
Dit staat er nu over onderwijs in de mensenrechten: “Het onderwijs zal het begrip, de verdraagzaamheid en de vriendschap onder alle naties, rassen of godsdienstige groepen bevorderen.” Dat gaat dus over hoe mensen en kinderen met elkaar om moeten leren gaan. Maar leren gaat ook over kennis – over dingen die je leert uit boeken of die de leerkracht je vertelt. Als je die dingen kunt begrijpen, onthouden en gebruiken, dan noem je dat ‘kennisverwerving’. Kennis gaat vaak over feiten, zoals: wáár ligt Frankrijk, hoe groot is het, en hoeveel mensen wonen er? Mensen leven niet alleen voor zichzelf, maar ook voor anderen. Er is een samenleving die de kinderen van nu straks nodig heeft om te kunnen blijven bestaan. Daarom zijn er rechten, maar in de eerste plaats plichten, zoals eerlijkheid, betrouwbaarheid, voor elkaar opkomen en zorgen dat er vrede is in de klas. Onderwijs moet ons ook leren om menselijk met elkaar om te gaan, goede mensen te worden. Erasmus vindt dat kinderen al jong kleine verantwoordelijkheden moeten krijgen, als voorbereiding op de grotere verantwoordelijkheden die ze later in de samenleving zullen hebben.
10
Over dat leren schrijft Erasmus in ‘De Lof de Zotheid’: “Er zijn twee bijzondere obstakels voor het verwerven van kennis; schaamte, die mist in je hoofd veroorzaakt, en angst, die je de risico’s laat zien en je daardoor ontmoedigd de dingen aan te pakken.” Je kunt in de klas bang zijn om af te gaan, een fout te maken. Dat kan zo erg zijn dat je het ook echt niet meer weet. Daarom is de sfeer in de groep heel belangrijk. Als je weet dat je wordt uitgelachen en gepest zul je extra onzeker zijn. Zo zie je dat vrede in de klas ook nodig is voor kennisverwerving.
11
De ideeën van Erasmus
1
In de oude Bijbelvertaling, de Vulgaat, stond dat mensen boete moesten doen, in de nieuwe vertaling van Erasmus staat dat ze berouw moeten hebben. Leg uit wat het verschil is.
De ideeën van Erasmus
Hoofdstuk 3 Verdraagzaamheid volgens Erasmus
2
Vertel wat de Index was, en wat het doel ervan?
Verdraagzaamheid of, met een Latijns woord, ‘tolerantie’ was voor Erasmus heel belangrijk. De mens heeft verstand om redelijk over dingen na te denken. Bij de redelijkheid hoort ook de tolerantie: je moet niet denken dat jij altijd gelijk hebt en dat de anderen dus wel ongelijk zullen hebben. Dan ben je ‘intolerant’. Bij tolerantie hoort dat de ander het recht heeft om anders te zijn. Tolerantie is je in de ander verplaatsen en zijn mening respecteren. Erasmus’ boeken tegen intolerantie waren heel belangrijk voor andere geleerden. Mensen zijn met elkaar verbonden doordat ze elkaar helpen en nodig hebben. Daarom zouden alle mensen met begrip voor elkaar moeten kunnen samenleven. Erasmus schrijft: “Wie de vrede werkelijk ter harte gaat, die grijpt alle gelegenheden aan om vrede te bewaren; die negeert alle moeilijkheden, of ruimt ze uit de weg.”
3
Erasmus denkt dat mensen dat ook prima kunnen, want “alleen mensen hebben de macht van het gezonde verstand, (..) de gave van het woord, zo bijzonder geschikt om een goede verstandhouding te scheppen. In alle mensen is de kiem gelegd van orde en deugd, hen is een zachte en vriendelijke inborst gegeven die hen welwillend doet zijn jegens elkaar. Hiervan is het misschien afkomstig dat men welwillendheid jegens elkaar ‘menselijkheid’ noemt.” Vertel waarom Erasmus opvoeding zo belangrijk vindt.
Erasmus stelt ook dat je niet over alles ruzie over moet maken. In ‘Klacht van de vrede’ staat: “als een kleine belediging een oorlog kan ontketenen, kan dan niet iedereen wel eens iets vinden om over te klagen?Sommige dingen moeten door de vingers gezien worden; welwillendheid zal welwillendheid uitlokken.” Erasmus heeft het ook over verdraagzaamheid, tolerantie, tussen man en vrouw: “Tussen man en vrouw valt wel eens iets voor, waarvoor zij beter de ogen kunnen sluiten, als zij niet willen dat de goede verstandhouding verstoord wordt.” En tussen vrienden of bekenden: “Waarom houdt men alleen datgene in het oog wat het gemoed verbittert? Wanneer u de vrede werkelijk lief hebt, denk dan zo eens; in dit geval heeft hij mij beledigd, maar in andere gevallen is hij mij dikwijls goedgezind geweest.”
4
Tegenwoordig hoor je vaak over ‘faalangst’. Ook in die tijd hadden leerlingen er al last van. Wat schrijft Erasmus daarover?
Zelfs een koning zou verdraagzaam moeten zijn. In ‘De opvoeding van de christenvorst’ schrijft Erasmus over het verschil tussen een tiran en een koning: “Een tiran let erop dat hij iedereen onderwerpt door wetten of verklikkers, terwijl een koning geniet van de vrijheid van zijn burgers. Een tiran wil gevreesd zijn, een koning geliefd.” Weer noemt Erasmus de vrijheid van de burgers! Het gaat het volk het beste als je ze vrijheid van handelen en keuzes geeft. Dat idee van Erasmus had toen nog geen effect, maar later was het van grote invloed op bijvoorbeeld Willem van Oranje en Hugo de Groot en, en op Nederland als land. De moeilijkheid is dat er ook grenzen aan vrijheid en tolerantie zijn, we kunnen niet alles van elkaar goedvinden. Je kunt niet bij alles wat anderen doen de andere kant uitkijken, en zeggen: “Wat kan mij dat schelen”. In de echte tolerantie zit een ook een stuk intolerantie: “Dat kan niet, dat kun je niet maken”. Dat is de grens van de tolerantie. Daar kun je een ander op aanspreken. Maar dan moet je wel in alle redelijkheid kunnen zeggen waaróm je dat niet kunt maken. Dat is een element van de ‘kennisverwerving’ op school: leren zien wat je kunt maken en wat niet – en waarom niet. Erasmus is in de Europese geschiedenis een van de grote voorbeelden van een tolerantie die geen onverschilligheid is. Tolerantie die rekening houdt met rechten en gevoelens van anderen.
12
13
De ideeën van Erasmus
De ideeën van Erasmus
Vraag 8:
Erasmus vindt dat je tolerant moet zijn als het kan, maar dat je ook grenzen moet stellen. Die grenzen maken mensen samen. Kun jij een voorbeeld geven van iets dat je écht niet kunt maken en een voorbeeld van iets dat iedereen zelf maar moet weten? Leg ook uit waarom je dat vindt.
Soms accepteren mensen elkaar niet omdat ze uit een ander land komen of een ander geloof hebben. In zijn boek; Klacht van de vrede’ schrijft Erasmus: ”De Engelsman haat de Fransman, alleen omdat hij Fransman is. De Brit is de Schot vijandig gezind, alleen vanwege het feit dat hij een Schot is. De Duitser leeft in onmin met de Fransman, de Spanjaard met beiden. Hoe verkeerd is dit alles, een onbeduidende plaatsnaam scheidt hen; waarom laten zij zich niet liever door zo vele andere dingen verzoenen? Engelsman, u verdraagt de Fransman slecht; waarom meent u het niet goed met hem, als een mens met een mens?” Erasmus weet ook dat mensen zich soms laten opstoken om anderen te haten, “zij zetten de Engelsen op tegen de Fransen, en de Fransen tegen de Engelsen”.
Vraag 10:
Zijn er nu ook nog groepen die tegen elkaar worden opgezet? Geef een voorbeeld. Heb jij weleens meegemaakt dat je tegen anderen werd opgestookt? Wat heb je toen gedaan?
Als Erasmus in Gouda woont komt hij vaak bij Bertha van Leyen thuis. Bij haar mochten arme monniken uit Steyn eten. Maar ze let op de dingen die aan tafel gezegd worden. Als het haar niet bevalt, zegt ze dat volgens Erasmus zo: “Ik smeek u, broeders, laat mij aan mijn tafel geen woorden uit uw mond vernemen waardoor een afwezige beledigd wordt! Spaar mij ook het overbrengen van zaken die derden niet tot eer strekken: dit bevalt mijn oren niet!” Ze wil niet dat er wordt geroddeld of kwaad gesproken over mensen die er niet bij zijn. Dat vindt ze niet kunnen, en ze tolereert het niet. Ze zegt niet; ‘dat moeten jullie zelf maar weten’. Erasmus schrijft daar met veel bewondering over.
Vraag 9:
Als er vervelende dingen over iemand worden verteld, wat doe jij dan? Doe je mee, loop je weg, of zeg je dat ze moeten stoppen? Waarom?
14
In ‘De klacht van de vrede’ schreef Erasmus over verdraagzaamheid tussen de verschillende groepen katholieken: “Wat valt er te verwachten, waar de ene godsdienst niet met de andere overeenstemt? (...) de Dominicanen verschillen van mening met de Franciscanen, de Benedictijnen met de Bernardijnen. Zoveel namen, gebruiken en ceremonieën zijn met opzet heel verschillend, opdat er nauwelijks overeenstemming zou zijn; ieder vindt slechts de zijne goed en veroordeeld en haat die van de ander.” Erasmus riep ook katholieken en protestanten op tot tolerantie voor elkaars denkbeelden. Katholieken en protestanten waren niet de enige gelovigen die met elkaar overhoop lagen. Vooral in Spanje en Portugal kregen joden het steeds moeilijker. Zij mochten niet joods zijn. Katholieke geestelijken verbranden hun boeken. Vaak werden al hun bezittingen afgepakt als zij zich niet tot christen lieten dopen, en werden zij met de dood bedreigd. Als ze zo waren gedwongen christelijk te worden werden ze ‘maranos’ genoemd. Veel joodse mensen vluchten in die tijd naar Turkije, naar Noord-Afrika, naar Duitsland en de Nederlanden. Erasmus is ervan overtuigd dat het christendom voor alle landen het enige juiste geloof is. Zo schreef hij in een brief dat Frankrijk het beste christelijke land was, want dat land was niet met ‘Joden en half joodse maranos besmet’. Maar Erasmus had kritiek op de fanatieke Jodenhaters, en merkte spottend op: “als het christelijk is de joden te haten, dan zijn wij allen maar al te goede christenen”. Hij bedoelde daarmee dat het haten van andere mensen beslist niet christelijk was! Erasmus vindt dat joden net als protestanten vrij moeten zijn om hun eigen geloof te hebben. Hij vindt dat joden niet gedwongen mogen worden christen te worden, dat zij het recht hebben om hun Hebreeuwse boeken te lezen en hun eigen gewoonten en erediensten te hebben. Joodse mensen werden vaak gedwongen in ‘ghetto’s’, afgesloten gemeenschappen, te wonen. Erasmus vindt dat ze moeten kunnen wonen waar ze willen, en beschermd moeten worden door de overheid. Toch zal het pas onder de wetgeving van Napoleon rond 1800 zijn dat joodse mensen in ons land een betere positie kregen. 15
De ideeën van Erasmus
De ideeën van Erasmus
Erasmus vindt dat katholieke en protestantse christenen, joden en moslims samen moeten kunnen leven. Met dat idee is hij zijn tijd ver vooruit. Pas na de tachtigjarige oorlog (1568-1648) zullen Willem van Oranje en Hugo de Groot de Nederlanden vrijmaken van de godsdienstdwang van de fanatieke Spaanse koning Phillips, de zoon van Karel de Vijfde. In 1619 komt er een nieuwe wetgeving van Hugo de Groot, gebaseerd op de inzichten van Erasmus. Ook Hugo de Groot werd om zijn ideeën vervolgd en gevangengezet.
Vraag 11:
Denk jij dat je mensen kunt dwingen om iets te geloven? Wat is volgens jou geloven eigenlijk?
Hoofdstuk 4 Erasmus over oorlog en vrede Niet alleen in Nederland maar in heel Europa waren er oorlogen. De rondreizende Erasmus maakte in zijn leven van dichtbij de gevolgen mee van oorlog en geweld. Niet alleen doden en gewonden, maar ook armoede, honger en zwervende vluchtelingen. Als Erasmus het in zijn eerste boeken over de verschrikkingen van de oorlog heeft weet hij dus waar hij het over heeft. Erasmus schrijft in de boeken ‘Zoet is de oorlog voor wie hem niet kennen’ en ‘de klacht van de vrede’, zijn ideeën over oorlog en vrede.
Dit staat er nu over godsdienstvrijheid in de mensenrechten; Op niemand mag dwang worden uitgeoefend die een belemmering zou betekenen van zijn vrijheid een door hemzelf gekozen godsdienst of levensovertuiging te hebben of te aanvaarden.
1
Vertel in je eigen woorden wat tolerantie en intolerantie is.
Scene van oorlog en vuur. Gillis Mostaert 1569.
In ‘De klacht van de vrede’ schrijft Erasmus: “als u wel eens de ruïnes van steden gezien hebt, vernielde dorpen, uitgebrande kerken, verlaten akkers, en dit schouwspel, zo treurig als het is, werkelijk gezien hebt, bedenk dan; dit zijn de vruchten van de oorlog”.
2
16
Wat zegt Erasmus over de verschillende gebruiken en ceremonieën bij verschillende groepen christenen.
Vraag 12:
’Zoet is de oorlog voor wie hem niet kennen’. Schrijf eens op wat je denkt dat Erasmus hiermee bedoelde?
17
De ideeën van Erasmus
De ideeën van Erasmus
Volgens Erasmus bereik je meer met verdraagzaamheid dan met wraak: “U ziet dat er tot nu toe niets bereikt is (…) door geweld, niets door zich te wreken. Stelt u nu tegenover dit gevaar, wat verdraagzaamheid en goedgunstigheid vermogen.” Niet alleen de leider, maar ook de mensen die hem volgen krijgen kritiek van Erasmus: “Roept de paus tot oorlog op, dan gehoorzaamt men, waarom gehoorzaamt men niet net zo als hij tot vrede oproept? Als zij werkelijk de vrede liever willen, waarom gehoorzaamden ze dan zo vrolijk paus Julius, toen hij de oorlog begon?”
Vraag 13:
Het gebeurt nog vaak. Meedoen aan iets verkeerds omdat je er zelf beter van wordt, of omdat je niet tegen anderen in durft te gaan. Kun jij daar een voorbeeld van geven?
Aan het einde van de middeleeuwen werd er gevochten met steeds modernere middelen zoals kanonnen. Terwijl Erasmus zijn boeken tegen oorlog en geweld schrijft is in Italië de beroemde Leonardo da Vinci bezig met het verbeteren van wapens zoals de kruisboog, en het uitvinden van nieuwe wapens zoals machinegeweren. Je zou kunnen zeggen dat ze allebei op hun eigen manier proberen de wereld veiliger te maken. Erasmus schrijft over wapens: ”als dieren vechten dan doen zij dat met de wapens die de natuur hen gegeven heeft, en meestal niet tot de dood erop volgt. De mensen echter die weerloos geboren zijn, vallen elkaar aan met helse kunstmatige werktuigen.”
Leonardo da Vinci, schets van een wapen
Soms ga je door met een ruzie of een gevecht omdat je vindt dat jij gelijk hebt. Je wilt geen vrede sluiten omdat je het dan niet eerlijk vindt. Dat is zo als je jong bent, maar ook bij volwassenen, tussen groepen of landen. Dit is wat Erasmus daarover zegt in ‘De klacht van de vrede: “Er is nauwelijks een vrede zo onrechtvaardig, dat hij niet te verkiezen is boven de rechtvaardigste oorlog.”
Vraag 14:
Erasmus heeft een eigen mening over geweld en oorlog. Wat vind jij daarvan? Wat vind jij een goede reden om geweld te gebruiken?
Artikel 20 van de mensenrechten zegt; Alle oorlogspropaganda wordt bij de wet verboden. Het propageren van op nationale afkomst, ras of godsdienst gebaseerde haatgevoelens die aanzetten tot discriminatie, vijandigheid of geweld, wordt bij de wet verboden.
Hoe zag een oorlog in Erasmus'tijd eruit? Geen veldslagen meer met ridders die tegen elkaar vochten. Er waren nu huurlegers, soldaten die je kon huren om voor je te vechten. Ze vochten niet voor hun land maar voor wie hun betaalde. Het waren vaak Zwitsers, Duitsers of Spanjaarden. Deze soldaten vochten niet alleen tegen elkaar. Als ze niet op tijd hun loon kregen trokken ze vaak rovend, stelend en moordend door het land. Vooral dorpjes, boeren en reizigers werden aangevallen. Er was dan eigenlijk geen verschil tussen boeven en soldaten. Je kunt dus zeggen dat Erasmus, die zoveel gereisd heeft, eigenlijk best wel moedig was.
18
19
De ideeën van Erasmus
Hoe Erasmus denkt over oorlogsvoering kun je in dit stukje in de ‘Colloquia’ lezen, waarin soldaten samen praten. A: “Ha, wat een voortreffelijke broodwinning is dat toch, huizen afbranden, kerken verwoesten, ’t arme volk plunderen, onschuldigen vermoorden!” X: “Slachters worden betaald om ossen te slachten, waarom wordt ons vak afgekeurd, terwijl we betaald worden om mensen te slachten?” A: “Hoe ga je zorgen dat je ‘t kwaad kunt herstellen?” X: “Ze zeggen dat ’t kwaad dat in de oorlog gedaan wordt niet hersteld hoeft te worden. Wat daar gebeurt, gebeurt met het volste recht.” A: “Dat is zeker het oorlogsrecht?” X: “Daar heb je het!
De ideeën van Erasmus
Vraag 15:
Erasmus vroeg zich af waar het geweld bij de mensen vandaan komt. Wat vind je van zijn idee daarover? Heb jij een eigen idee waarom mensen zulke dingen doen?
In het beroemde boek van Erasmus ‘De Lof der Zotheid’ laat hij ‘Vrouwe Zotheid’ er haar mening over geven. Zij vraagt: “Is er wel iets zotters (gekkers) te bedenken, dan om de een of andere reden een strijd te ondernemen, waar beide partijen altijd meer schade dan voordeel van hebben?” En in ‘Zoet is de oorlog’ schrijft Erasmus: “De meest redeloze dieren leven onder hun eigen soort eendrachtig en vreedzaam in een kudde bijeen en beschermen elkaar. Ook vechten niet alle beesten, maar alleen de wildste, zoals leeuwen, wolven en tijgers. En zelfs die vechten niet onder elkaar, zoals wij. De slang, ja zelfs de gifslang, leeft in vrede met haar soortgenoten. Maar voor de mens is geen dier gevaarlijker dan de mens. Wanneer dieren vechten, doen zij dit met hun eigen wapenen (klauwen, tanden, snavels) maar wij trainen mensen om andere mensen te doden met tegennatuurlijke, en door boze geesten verzonnen middelen. Ook vechten dieren niet zomaar, maar alleen als zij honger hebben of wanneer zij zich bedreigd voelen, of voor hun jongen vrezen. Ook vechten dieren één tegen één, en de strijd eindigt toch meestal doordat één van beiden gewond raakt en zich terugtrekt. Heeft men er ooit van gehoord dat – zoals bij mensen – honderdduizenden wilde beesten elkaar verscheuren?”
Waar komt het geweld vandaan? Erasmus vraagt zich in dit boek ook af hoe het zo ver heeft kunnen komen. Waarom is de mens zijn medemens gaan doden? Erasmus denkt dat dit heel geleidelijk zo is gekomen. Misschien begon het in de oertijd, toen wilde, gevaarlijke dieren de mens, zijn gezin en zijn dorp bedreigden. De mens die zo’n dier kon doden vond men een held, het doden was goed en dapper. Daarna zou de mens zelf wilde dieren zijn gaan opzoeken en doden, voor voedsel en huiden, de jacht! Erasmus ziet dat als eerste uitingen van doodslag en roof. En van het schadelijke wilde dier ging men over op het doden van onschuldig vee, om op te eten. Nu de mens eenmaal geoefend was in het doden kon hij zich ook tegen zijn medemens keren en hem doden. Eerst vijanden die zijn dorp of zijn gezin aanvielen of zijn vee wilden stelen, later ook dorpsgenoten, familieleden, ja zelfs broers.
1
2
3
Hoe komt het volgens Erasmus dat de mens ooit zijn medemens is gaan doden?
De tijd van de ridders was voorbij, vertel iets over de nieuwe manier van oorlog voeren die daarvoor in de plaats kwam.
Vertel in drie zinnen wat de mening van Erasmus over oorlogsvoering was.
We zijn gewend geraakt aan het geweld, in ‘de klacht van de vrede’ schrijft Erasmus ‘De gewoonte heeft bewerkt dat we ons niet alleen niet meer verwonderen over het kwade, maar het zelfs ook niet meer voelen’.
20
21
De ideeën van Erasmus
De ideeën van Erasmus
Hoofdstuk 5
Vraag 16:
Erasmus maakt verschil tussen vechten om je te verdedigen en vechten om aan te vallen. Wanneer vind jij dat je iemand mag aanvallen? Als een ander begonnen is, heb je dan het recht om hem/haar helemaal in elkaar te slaan? Waarom wel/niet?
Erasmus en de oorlog met de Turken In Erasmus’ tijd worden er allerlei oorlogen gevoerd tussen christelijke vorsten. Dan wordt Europa ook vanuit het Oosten door de Turken aangevallen. In 1530 staan de legers van het Ottomaanse rijk voor Wenen.. Erasmus vindt nu dat ‘de beschaving’ gered moet worden door de Turken terug te drijven. Maar hij heeft ook kritiek op de christelijke vorsten, omdat die zich vaak laten leiden door roofzucht en mateloos geweld. Hij vindt dat zij als christenen niet beter zijn dan de Turken. Hij is niet tegen de Turken omdat zij islamieten zijn, maar omdat zij met hun legers een gevaar vormen voor Europa.
De Turkenkrijg. Erasmus 1530
Veldtocht tegen de Turken in 1529, Michael Ostendorfer
In zijn boek ‘De Turkenkrijg’ schrijft Erasmus zijn mening over de strijd tegen de Turken. Erasmus staat met zijn advies voor een moeilijke keuze en dat weet hij heel goed. Moet hij de strijd tegen de Turken aanmoedigen, waardoor duizenden slachtoffers zullen vallen, of kiezen voor ‘redelijkheid’. Hij stelt dat je niet voor oorlog moet kiezen, “tenzij hij als allerlaatste mogelijkheid overblijft”. Deze strijd is echt nodig zei men toen. Erasmus schreef hierover :”noodzaak is een gevaarlijk wapen” en “van strijd komt strijd”. Erasmus is een pacifist, dat betekent dat hij tegen geweld en oorlog is. Maar hij vindt dat vechten wel mag om je te verdedigen. Veel pacifisten zijn dat niet met hem eens, zij vinden dat je nooit geweld mag gebruiken. Erasmus neemt de Turken bij tal van gelegenheden in bescherming tegen de volkswoede. Er was een gezegde dat een christen die Turken doodt, rechtstreeks naar het paradijs zal gaan. Erasmus schrijft daarover: “Denkt u werkelijk dat u christelijk handelt wanneer u, door een aantal goddelozen te vermoorden – maar die dan toch óók mensen zijn voor wier behoud Christus is gestorven – de duivel een welkom offer brengt en de aartsvijand dubbel verblijdt. Ten eerste omdat er een mens gedood wordt en ten tweede omdat het een christen was die hem doodde?” Als de Turkse legers steeds verder Europa in trekken en de stad Wenen belegeren, vindt Erasmus dat de legers van de christenkoningen wel het recht hebben om zichzelf te verdedigen.
22
Keizer Karel V van het Heilige Roomse Rijk en Sultan Süleyman van het Ottomaanse rijk vechten in deze oorlog tegen elkaar. Zij zijn op dat moment de twee machtigste mannen op aarde.
Karel V
Sultan Süleyman
23
De ideeën van Erasmus
De ideeën van Erasmus
Vraag 17:
Erasmus vindt dat de paus geen goede redenen heeft om een oorlog tegen de Turken te beginnen. Hoe weet je of iets een smoes is of juist een goede reden? Gebruik jij wel eens smoezen om iets goed te praten? En geloof je er dan zelf ook in?
Turkse soldaat op dromedaris, ca. 1530,
Lansknecht, ca. 1530, Erhard Schön
Sebald Beham
Zwitserse garde bij het pauselijk paleis. Rome 2010
Smoezen? Erasmus had eerder de oproepen voor een oorlog tegen de Turken van de hand gewezen. De paus had al vijftien jaar eerder opgeroepen tot oorlog tegen de Turken. In die oproep gebruikt de paus allerlei redenen, die volgens Erasmus nergens op sloegen. Wij zouden nu zeggen dat ze meer op’ smoezen’ lijken.
1
Vertel hoe Erasmus en Da Vinci allebei op een andere manier probeerden om de wereld te verbeteren. Worden deze manieren nog steeds gebruikt?
Erasmus schrijft hierover in ‘Zoet is de oorlog’ en ‘De Klacht van de vrede’: “We zijn gewend onze ondeugden achter fraaie argumenten te verbergen”. En hij geeft voorbeelden: “Ik loer op het bezit van de Turken, maar ik zeg dat ik de godsdienst verdedig”, “Ik doe het uit haat, en verschuil mij achter het recht van de kerk”. We zullen de argumenten, of de smoezen, van de paus en de vorsten eens bekijken met het commentaar van Erasmus eronder: Smoes 1: De Turken zijn misdadigers. De christenen plegen onder elkaar ernstiger misdaden.
2
Wat is de kritiek van Erasmus op de christenvorsten?
3
Hoe heten de heersers van de twee grootste en machtigste rijken in die tijd? Welke rijken waren dat?
Smoes 2: De vorsten beweren dat ze de godsdienst verdedigen. Ze willen de rijkdom van Istanboel. Smoes 3: Het doel van de oorlog is de godsdienst te verdedigen. Maar dan is oorlog al een heel slecht middel! Smoes 4: De oorlog is goed want de Turken zijn onmensen. Hen doden is ook onmenselijk en bovendien zijn zij ook mensen van het heilige boek. (Moslims hebben in de Koran immers grote stukken uit het Oude en Nieuwe Testament van de christelijke Bijbel en van de joodse Thora, LL) Smoes 5: We gaan op ‘kruistocht’ om ze het ‘ware’ geloof te brengen. Die reden wijst Erasmus helemaal af: “Het is heel slecht gesteld met de christelijke godsdienst als het voortbestaan van oorlogsvoering afhangt”. 24
25
De ideeën van Erasmus
Hoofdstuk 6
De ideeën van Erasmus
Deze tekening in zwart krijt gebruikte Dürer voor zijn beroemde kopergravure uit 1526.
Vriendschap Vriendschappen zijn voor Erasmus altijd heel belangrijk geweest, dat begon al met Willem, zijn vriend op school. Zijn latere vrienden waren boekdrukkers, kunstenaars, geleerden, humanisten, bisschoppen, bewonderaars, volwassen leerlingen en edelen. Zijn hele leven heeft hij vrienden gehad in heel Europa, die hij op zijn reizen bezocht, om mee praten over alles wat ze bezighield. In Antwerpen heeft Erasmus vrienden zoals de griffier en Antwerpse humanist Pieter Gilles, die de gewoonte heeft belangrijke denkers en kunstenaars bij hem thuis uit te nodigen. Zo konden ze elkaar spreken en ideeën uitwisselen.
Portret van Erasmus door Dürer ,1526
Op basis van deze houtskooltekening maakte Dürer zijn beroemde kopergravure uit 1526. Dürer maakte die tekening tijdens zijn eerste reis door de Nederlanden. Op die reis heeft hij Erasmus vier keer ontmoet. Vijf jaar later schrijft Erasmus in een brief aan Pirckheimer: “Ik zou graag door Dürer worden afgebeeld. Wie zou dat niet willen, door zo’n groot kunstenaar? Maar hoe kan het? Hij was indertijd in kool begonnen, maar hij moet mij allang vergeten zijn”. Ook Hans Holbein de Jonge was een bevriend kunstenaar. Hij maakte meerdere portretten van Erasmus. over het rechtse portret zei Erasmus: “Oho, als Erasmus er nog zó uitzag, zou hij meteen een vrouw kunnen vinden.”
Holbeins voorstudies van Erasmus’ handen uit 1523. Deze handen zijn voorstudies voor het schilderij van Erasmus uit 1523, waarbij Erasmus schrijvend aan zijn lessenaar zit. (Louvre, Parijs) Holbein overleed in 1543 in Londen aan de pest.
Hier zie je een dubbelportret van Erasmus en Gilles. Het is een cadeau voor hun vriend, de Engelse schrijver Thomas More. More en Erasmus hebben elkaar ook bij Gilles ontmoet. Erasmus heeft het in 1517 door de schilder Metsys laten maken. De schilder laat die vriendschap zien in dit schilderij. Gilles houdt een brief van More in zijn hand. Met zijn andere hand wijst hij op het door Erasmus geschreven boek ‘Antibarbari.’ Achter hen, in de kast, staan nog meer boeken van Erasmus. Thomas More was heel blij met het schilderij. Hij bedankte zijn vrienden uitvoerig per brief en schreef er twee Latijnse gedichten over. Daarin laat More duidelijk merken hoeveel hij de schilder Metsys en de twee geportretteerden bewondert. Erasmus leert in Antwerpen ook de beroemde kunstenaar Albrecht Dürer kennen, die één van de bekendste portretten van Erasmus maakt. Je ziet hem zitten achter zijn lessenaar, omringd door boeken. Zo heeft de kunstenaar niet alleen laten zien hoe Erasmus eruit zag maar ook wie hij was, wat belangrijk was in zijn leven en hoe hij beroemd was geworden.
26
Je denkt nu misschien dat Erasmus veel van kunst hield, maar dat was niet zo. Op zijn reizen had Erasmus meer oog voor de natuur en de mensen. De mens kan beter proberen mooi te zijn van binnen, goed te leven, in plaats van alles te versieren met kunst, kerken en paleizen. Het is zonde om zoveel geld uit te geven voor iets moois terwijl duizenden mensen in armoede leefden.
Nieuwe vrienden in Engeland Erasmus bezoekt Engeland voor het eerst in 1499. Hij is uitgenodigd door lord Mountjoy, een vriend en oudleerling. Daar ontmoet Erasmus de humanisten Thomas More en John Colet. De taal is geen probleem want ze spreken allemaal Latijn. More is rechtsgeleerde en gerespecteerd bestuurder van Londen, en raadsman van de jonge Hendrik VIII. Thomas More is misschien wel de beste vriend die Erasmus gehad heeft. 27
De ideeën van Erasmus
De ideeën van Erasmus
Erasmus had veel ideeën over hoe mensen zouden moeten leven, hoe ze met elkaar om moeten gaan, en over oorlog en vrede. Erasmus is niet de enige die daar mee bezig is. Zijn vriend, de belangrijke humanist Thomas More schrijft in 1516 het boek ‘Utopia’ over hoe de ideale samenleving eruit zou kunnen zien. Hij droeg het boek op aan zijn vriend Pieter Gilles.
Een andere vriend is bisschop John Fisher. Hij wil het onderwijs aan de universiteit verbeteren. Hij zorgt ervoor dat er weer onderwijs in Grieks en Hebreeuws gegeven wordt, met Erasmus als leraar. Erasmus krijgt dus ook hulp van vrienden, hij schrijft erover in ‘De klacht van de vrede’: “Zie op hoe veel manieren de natuur ons geleerd heeft eendrachtig te zijn! Maar zij is er niet tevreden mee ons de vrede aantrekkelijk voor te stellen. Zij heeft ook gewild dat vriendschap ons niet alleen aangenaam, maar ook noodzakelijk zou zijn. En daarom heeft zij zowel de gaven van het lichaam als die van de geest zo verdeeld, dat de ene mens het niet kan stellen zonder de hulp van de ander, hoe gering deze ook mag zijn.” Spreuken van Erasmus over vriendschap zijn: “Waar vrienden zijn, daar is overvloed” en “Houd, als je nieuwe vrienden maakt, de oude in ere.” Toch raakte Erasmus wel eens vrienden kwijt, soms omdat ze heel anders waren gaan denken. Dat gebeurde ook met Willem, zijn vriend van school. Ook aan zijn vriendschap met de kunstschilder Dürer komt een einde doordat ze verschillend denken over de reformatie van Maarten Luther. Dürer wil dat Erasmus Luther steunt en hij is erg teleurgesteld als Erasmus weigert. Aan het eind van zijn leven raakt Erasmus ook vrienden kwijt als ze worden gedood, omdat ze het niet eens zijn met de heersers van het land of omdat ze volgens de Kerk ketters zijn.
Hier zie je een houtsnede van Ambrosius Holbein, dat het eiland Utopia voorstelt. (Basel, 1518)
Vraag 18:
Groepsopdracht; Utopia was een verhaal van More, dat hij gebruikte om zijn ideale samenleving te laten zien. Maak in kleine groepjes een voorstel voor een ideale samenleving. Bespreek alle voorstellen daarna in de grote groep.
1
Vertel van drie goede vrienden van Erasmus wie ze waren, waar ze leefden en wat ze deden.
2
Welke drie kunstenaars hebben een portret van Erasmus gemaakt?
3
Hoe dacht Erasmus over kunst?
Lord Mountjoy zorgt dat Erasmus in Oxford les kan gaan geven. Erasmus rijdt in z’n eentje te paard door het onbekende land naar Oxford toe. Hij geniet van de Oxfordse sfeer, bijeenkomsten met vrolijke gesprekken. Daar ontmoet hij John Colet, die ook een vriend van Erasmus wordt. Net als Erasmus heeft hij kritiek op de Kerk. Colet roept in zijn kathedraal Hendrik VIII en alle christenen ter wereld op tot ‘de goede strijd’, niet in dienst van het kwaad, maar in dienst van werkelijke naastenliefde!
John Colet
Old St Paul’s
John Fisher. Portret van Hans Holbein
Colet vertaalt in 1496 het Nieuwe Testament vanuit het Grieks in het Engels. Eerst voor zijn studenten in Oxford, later ook voor diensten in de grote Saint Paul’s Cathedral in Londen. De mensen willen zo graag het ‘woord van God’ in hun eigen taal horen. Binnen zes maanden zit op zondag de kerk zo vol dat veel mensen buiten moeten blijven staan.
28
29
De ideeën van Erasmus
De ideeën van Erasmus
Hoofdstuk 7
Vraag 20:
Het is soms best moeilijk om tevreden te zijn over jezelf, toch is dat heel belangrijk. Geef jezelf ook eens een compliment. Noem vijf dingen waar jij goed in bent, of goede, leuke eigenschappen die je hebt.
Het goede zien in een ander en in jezelf Erasmus schrijft in ‘Zoet is de oorlog voor wie hem niet kennen’ hoe mensen door de natuur gemaakt zijn voor liefde en vriendschap: “De natuur schonk hem enerzijds de lach, teken der blijheid, anderzijds tranen, teken van zachtmoedigheid en medelijden. Zij gaf hem een stem, niet dreigend en vreeswekkend als bij wilde dieren, maar vriendelijk en vleiend. En daarmee nog niet tevreden heeft de natuur alleen de mens het gebruik van spraak en overleg gegeven. (…) Opdat elk in een ander iets zou kunnen vinden om lief te hebben.”
Vraag 19:
Iets goeds zien in ieder ander, het lijkt soms of we vooral letten op wat er niet goed is aan een ander. Wat doe jij als je ergens kritiek op hebt, houd je rekening met anderen of zeg je alles wat je wilt? Hoe vind je het om zelf kritiek te krijgen? Soms geef je iemand kritiek, soms geef je iemand een compliment. Wat doe jij vaker? Hoe vind je het om een compliment te krijgen?
Erasmus weet ook dat het niet zo eenvoudig is om altijd goede keuzes te maken en een goed mens te zijn. Soms is het ook ruzie in je hoofd. Je wilt naar buiten, maar ook een goed cijfer halen, dus zou je huiswerk moeten maken. Je wilt wel spelen met je kleine zusje, maar eigenlijk ook lekker rustig gamen. Je wilt het na een ruzie wel weer goed maken met je vriend/in, want het is saai in je eentje, maar eigenlijk ben je ook nog kwaad. Zo moet je steeds kiezen. Je hele leven. In ‘De klacht van de vrede’ schrijft Erasmus: “de mens is in strijd met zichzelf; het verstand voert oorlog met de neigingen van het gevoel en de ene neiging komt in conflict met de andere. Terwijl de vroomheid hierheen roept , trekt de begeerte daarheen; de hartstocht raadt dit aan, de woede weer iets anders, de eerzucht het één, de hebzucht het ander.”
Straf verdiend Erasmus gelooft dat goed onderwijs al veel misdaden zou voorkomen, maar hij weet ook dat ze er altijd zullen zijn. Als de mens dan een verkeerde keuze heeft gemaakt, kan straf het gevolg zijn. In de tijd van Erasmus waren die straffen vaak heel wreed. Ook de rechtspraak was niet mis, en vaak onrechtvaardig. Zo werden mensen gemarteld om ze te laten bekennen. Die martelingen waren zo gruwelijk dat je álles zou bekennen. Als je beschuldigd werd van iets, moest je zelf bewijzen dat je het niet had gedaan. Als je dat niet kon, dan was je schuld bewezen. Dit staat er nu over een eerlijk proces in de mensenrechten, artikel 11; Iedereen die wegens een strafbaar feit wordt vervolgd, heeft er recht op voor onschuldig gehouden te worden, totdat zijn schuld krachtens de wet bewezen wordt in een openbare rechtszitting, waarbij hem alle waarborgen, nodig voor zijn verdediging, zijn toegekend.
Erasmus vond dat je ook van jezelf moest houden, hij schreef hierover: “Kunt ge iets fraais, iets aardigs, iets bekoorlijks presteren, wanneer ge niet met uzelf bent ingenomen?” En ook: “Kan iemand die zichzelf haat, wel van een ander houden?”
30
Welke straf kon je toen krijgen? Onze rechters kunnen gevangenisstraf of boetes geven. Die straffen waren er toen ook al. Maar er waren ook veel straffen die wij niet meer hebben. Er waren straffen waardoor iedereen kon zien wat je gedaan had. Zoals de schandpaal: je werd dan vastgemaakt aan een paal. Vaak op een drukke marktdag. Zo stond je te kijk voor iedereen. Er stond vaak bij wat je gedaan had. Mensen konden je uitschelden en viezigheid naar je gooien. Een andere straf was het haar van een vrouw afscheren, wat een grote schande was. Zulke straffen waren een vernedering.
31
De ideeën van Erasmus
De ideeën van Erasmus
Vraag 21:
We zeggen nog wel eens: ‘Die staat voor paal’ als iemand voor gek staat en uitgelachen wordt. Wat vind jij van straffen waarbij je wordt vernederd? Heb jij wel eens zoiets gehad? Op internet kun je zelf mensen ‘voor paal zetten’ door rare foto’s of filmpjes op Hyves te zetten. Internet als soort ‘moderne schandpaal’. Wat vind jij daarvan?
Vraag 22:
Wat moet volgens jou het doel van straffen zijn? Gaat het om wraak, of er iets van leren? Welke straf werkt volgens jou het beste? Leg je antwoord uit.
Erasmus wil dat het strafrecht verandert en menselijker wordt. In zijn boek ‘De opvoeding van de christenvorst’ geeft hij adviezen aan de jonge prins Karel V. Over straffen zegt hij: “een goede vorst mag dus niemand angst aanjagen, behalve boosdoeners en misdadigers, maar wel op zo’n manier dat ook hier nog hoop rest op genade, als ze tenminste hun leven willen beteren”. Over vergeven: “mildheid nodigt mensen met een slecht geweten uit om zich voortaan beter te gedragen en toont aan anderen, die in het verleden misstappen hebben begaan, maar nu met een schone lei willen beginnen, dat ze mogen hopen op vergeving”. Over wetten: “het eerste doel van wetten is dat niemand onrecht zou worden aangedaan, arm of rijk, edelman of plebejer, slaaf of vrij man, ambtenaar of burger. Maar het recht moet meer overhellen naar de bescherming van de zwakken… laat de straf voor krenking van een arme zwaarder zijn dan die voor belediging van een rijke.”
Vraag 23:
Erasmus wilde het strafrecht veranderen. Wat denk je dat hij wil veranderen en waarom?
Je kon ook veroordeeld worden tot levering van stenen voor de bouw of reparatie van de stadsmuur, een soort boete. Een andere straf was verbannen worden. Dat betekende dat je de stad moest verlaten en niet meer terug mocht komen. En er waren lijfstraffen. Voor straf werd je heel lang met een stok of zweep geslagen. Als je gestolen had, kon als straf je hand afgehakt worden. Bij zakkenrollers werden soms hun oren afgesneden. Als zwaarste straf was er de doodstraf, door onthoofding of ophanging aan de galg, door verbranding of verdrinking. Die straffen werden ook op de markt uitgevoerd, zodat iedereen het zag en er iets van zou leren. De doodstraf werd gegeven voor misdaden als moord, doodslag, verkrachting, diefstal en valsemunterij . Dit staat er nu over het strafrecht in de mensenrechten: “Niemand zal onderworpen worden aan folteringen, noch aan een wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing.”
32
33
De ideeën van Erasmus
Niet alleen misdadigers konden zwaar gestraft worden. Ketters hadden een ander geloof en waren volgens de koning en de katholieke kerk hun vijanden. Ze werden eerst gemarteld en dan ter dood gebracht. In 1571 beval de stadhouder van Gelderland, om gevangen genomen ketters binnen 24 uur ter dood te brengen. Eerst moest men bij hen met ‘een gloeyend yzer het vooreinde hunner tong doen branden’. Vrouwen konden tot ‘heks’ worden uitgeroepen, en ter dood gebracht. Erasmus wilde dat niemand gestraft kon worden omdat hij of zij andere ideeën of een ander geloof had. Na Erasmus is ons strafrecht langzaam verder veranderd, en uiteindelijk geworden zoals het nu is. Hierbij is honderd jaar later ook een andere Nederlander heel belangrijk geweest, Coornhert. Ook hij moest niets hebben van de misstanden in de rooms-katholieke kerk. Maar net als Erasmus heeft hij de Kerk nooit officieel verlaten. Net als Erasmus kreeg hij kritiek van de katholieken en de protestanten. Op de vraag ‘Mag je dan geloven wat je zelf wilt?’, antwoordde Coornhert, ‘Ja natuurlijk, want anders moet je geloven wat iemand anders wil’. Dit staat er nu over de vrijheid van godsdienst in de mensenrechten: “Iedereen heeft recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst; en ook het recht om van godsdienst of overtuiging te veranderen.”
1
Wat is volgens Erasmus een goed middel om misdaden te voorkomen?
2
Vertel wat volgens Erasmus het doel van wetten is.
3
Wil Erasmus dat het recht voor elke burger gelijk wordt toegepast?
De ideeën van Erasmus
Hoofdstuk 8 Erasmus en Columbus Christoffel Columbus was ontdekkingsreiziger. Hij ontdekte in erasmus’ tijd voor Spanje nieuwe vaarroutes en nieuwe landen. Cristóbal Colón was zijn Spaanse naam. Hij is beroemd geworden als de ontdekker van Amerika (1492). Columbus dacht dat hij in India was en noemde de inwoners Indianen. Als ontdekkingsreiziger is Columbus vindingrijk, moedig en succesvol. Maar als hij lange tijd de baas is in het door hem ‘ontdekte’ eiland ‘Hispaniola’ gaat het mis. Hij laat jacht maken op de indianen. Hij laat ze voor hem werken of verkoopt ze als slaven. Steeds meer klachten over zijn wrede behandeling van de indianen bereiken het Spaanse Hof. De klacht van rooms-katholieke geestelijken, dat Columbus het dopen van indianen verbiedt telt het zwaarste. Door de doop werden de indianen christenen, en christenen mochten niet door andere christenen als slaven verkocht worden. Zo zou de slavenhandel, waar Columbus veel geld mee verdient, onmogelijk worden. Er komt een onderzoek. Columbus wordt als gevangene teruggebracht naar Spanje. Na zes weken gevangenis in Spanje, wordt Columbus ontvangen door het Hof. Hij vraagt eerherstel, maar dat verzoek wordt afgewezen.
Columbus verdedigt zich voor Isabella en Ferdinand. Emmanuel Leutze
Bartolomé de las Casas (1474–1566) was een Spaanse humanistische priester die naar de Nieuwe Wereld werd gestuurd. Hij was geschokt door wat hij daar meemaakte: “werkelijk ik spreek de waarheid - ik heb het zelf al die tijd met eigen ogen gezien - als ik zeg dat ze voor deze bewoners minder gevoel en respect tonen dan voor beesten.” 34
35
De ideeën van Erasmus
Erasmus heeft zijn eigen ideeën over het veroveren van andere landen: “Wat zal ik zeggen over hen die met hun vloot langs onbekende kusten varen, en steden veroveren en leegroven waarvan de bevolking niet was voorbereid op zulke vijandigheden? Dat soort heldendaden, op welke gronden viert men die? Men zegt dat het overwinningen zijn. Toch verdienen, zelfs bij de heidenen, dit soort overwinningen geen lof, want ze bestaan eruit dat willekeurig mensen worden vernietigd aan wie zelfs geen oorlog is verklaard.” En “men brengt uit de nieuw ontdekte landen goud en edelstenen mee, maar het zou beter geweest zijn als men daar de christelijke wijsheid had ingevoerd die kostbaarder is dan goud.”
Erasmus ontmoet Ferdinand Columbus
De ideeën van Erasmus
Erasmus dacht dus toen al over de mensenrechten na. Toch is het nodig dat we er nu nog steeds mee bezig zijn. Aandacht voor mensenrechten is niet alleen belangrijk voor landen in oorlog of in grote armoede. De kracht van mensenrechten is juist dat iedereen ze kent en ze overal gelden. Ook in Nederland worden de mensenrechten weleens geschonden. Dat gebeurt niet altijd expres, maar soms omdat mensen ze gewoon niet kennen. De mensenrechten zijn er ook om ervoor te zorgen dat we met elkaar in vrede kunnen leven. De beste bescherming tegen oorlog is een wereld van vrede en verdraagzaamheid te scheppen. Een wereld waar mensen respect hebben voor elkaar, en vertrouwen hebben in elkaar.
Vraag 24:
Zoek op Internet naar de ‘Universele Verklaring van de Rechten van de mens’. Wat vind jij de vijf belangrijkste rechten? Waarom?
De zoon van Columbus, Ferdinand Colon (Columbus) krijgt aan het hof van Isabella en Ferdinand van Spanje een humanistische opvoeding. Als hij veertien jaar is gaat hij mee op zijn vaders vierde reis naar ‘de nieuwe wereld’. Hij blijft twee jaar weg en maakt veel mee. Later schrijft hij het levensverhaal van zijn vader. Daarin maakt hij excuses voor wat zijn vader de indianen aangedaan heeft. Later reist Ferdinand als diplomaat voor de Spaanse vorst Ferdinand en zijn vrouw Isabella door heel Europa. Onderweg verzamelt hij prenten en boeken. Zo ontmoet hij de schilder Durer en de humanist en schrijver Erasmus. Erasmus praat met hem en schenkt hem één van zijn eigen boeken, de ’Antibarbari’. Erasmus schrijft er een opdracht in voor Ferdinand, half in het Spaans en half in het Latijn. ‘De schrijver zelf gaf mij dit boek, zoals blijkt op bladzijde acht’, ‘Erasmus Roterodamus gaf dit boek cadeau aan Don Ferdinand Colon. Leuven, op zondag oktober 7 1520.’ Erasmus heeft kritiek op ‘beschaafde christenen’ die slaven van mensen maken. In zijn boek ‘Opvoeding van de christenvorst’, schrijft Erasmus: “elke vorm van slavernij is meelijwekkend en schandelijk. (…) De natuur liet iedereen als vrij mens geboren worden; slavernij is buiten haar om ontstaan, iets wat zelfs de wetten van de heidenen erkennen” en “het kan toch niet dat u mensen als slaven beschouwd, die christus heeft vrijgekocht en voor wie hij dezelfde vrijheid heeft opgeëist als voor u”. Een slaaf is het bezit van een ander mens, en heeft geen vrije wil meer. Dit staat er nu over slavernij in de mensenrechten: “Niemand zal in slavernij (...) gehouden worden. Slavernij en slavenhandel in iedere vorm zijn verboden”.
De rechten van alle mensen Iedereen heeft bepaalde rechten, gewoon omdat hij of zij een mens is. Je hoeft niet hetzelfde te zijn. Iedereen heeft recht op gelijke behandeling, het maakt niet uit van welk ras of geloof en of je man of vrouw bent. Ieder mens heeft het recht in vrijheid eigen keuzes te maken. Je hebt in dit boek al een paar ‘mensenrechten’ kunnen lezen, over strafrecht, onderwijs, godsdienstvrijheid en slavernij. Erasmus had ook al ideeën over ‘mensenrechten’. Hij wilde bijvoorbeeld dat kinderen van arme ouders dezelfde kans op onderwijs krijgen als die van de rijken. En hij vond dat ook meisjes moesten kunnen studeren.
36
37
De ideeën van Erasmus
oo
Zijn ideeën leven nog Vraag 25:
Wat is er volgens jou in onze tijd nog steeds belangrijk van de dingen die Erasmus 500 jaar geleden vond?
38
1
Waardoor konden indianen soms niet meer als slaaf verhandeld worden?
2
Wie heersten in de tijd van Columbus over Spanje?
3
Vertel in je eigen woorden wat Erasmus vond van het veroveren van verre landen?