jaar 2014
VERSLAG
2 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
INHOUD A - VERSLAG RAAD VAN BESTUUR
5
1. overzicht haventrafiek 2. toelichting cijfers 3. 5 Marktsegmenten
B - ACTIVITEITENVERSLAG
6 7 9
11 13 17
1. INVESteringen in haveninfrastructuur 2. ACTIVITEIT PER SEGEMENT 2.1. roro 2.2. cruise 2.3. bulk / general cargo 2.4. offshore wind (+ gebouwen)
33
3. NETWERKING & events 3.1. bedrijven 3.2. onderwijs & opleiding 3.3. groot publiek
C - ONDERNEMINGSPLAN
53
inleiding I thuishaven voor de Off Shore en blue Energy II Ambitie voor het aantrekken van Scheepvaartbedrijven III Oostende is de thuishaven voor vloot en voor de diensten van de vlaamse Overheid IV innovatie, onderzoek en ontwikkeling V intensieve internationale samenwerking Vi ferryhaven VII passagierstrafiek en cruises viii bulk & general cargo Iv Investeringen nodig voor dit ondermeningsplan
55 59 67 69 71 73 77 79 81 85
D - structuur haven oostende
87
E - jaarrekening
91 INHOUD | 3
4 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
A|
VERSLAG
van de RAAD van bestuur A. VERSLAG RAAD VAN BESTUUR | 5
1. Algemeen overzicht van de haventrafiek
2013
2014
Aantal passagiers: ferry’s (enkel 2013) + cruise
27 709
11 690
Aantal toeristische auto's: ferry’s
1 313
/
440 425
/
16
17
(5 turnarounds)
(10 turnarounds)
1 376 774
1 431 450
3 663
3 359
1 818 512
1 431 450
4 358
3 779
Roro-vracht (ton)
Cruises
General Cargo (ton)
Service vessels offshore wind (aantal)
Algemeen totaal
Aantal schepen (invaarten)
6 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
2. Toelichting cijfers
offshore wind blijft speerpunt In 2014 lag de focus van Haven Oostende op de verdere ontwikkeling van de ‘blue energy business’. De dienstverlening aan deze offshore wind industrie is de voornaamste activiteit geworden van de haven. Daarnaast hielden de segmenten bulk, general cargo en de cruises stevig stand. De offshore wind sector kende net als in 2013 ook in 2014 een gestage groei. Het Belgisch windmolenpark Northwind is sinds eind mei 2014 volledig operationeel. Dit wil zeggen dat alle 72 windturbines in zee draaien en groene stroom produceren voor 230.000 gezinnen. Parkwind baat het Northwind-park uit en Vestas onderhoudt de windmolens die er draaien. Beide bedrijven openden in 2014 een nieuwe vestiging in de Haven van Oostende. Naast het Northwind-park, wordt ook het operationele Belwind-park door Parkwind vanuit Oostende beheerd. Samen met het C-Powerpark staan er in totaal 182 windmolens in het Belgisch deel van de Noordzee. Hun geproduceerde energie wordt verkocht aan verschillende energieleveranciers. Voor het onderhoud van de windmolens hebben die firma’s heel wat toeleveranciers nodig. Dat wordt bewezen door o.a. de nieuwe vestigingen van Falck Safety Services, Cofely, e-bo enterprises en GEOxyz. Dit zijn bedrijven die hun bestaand aanbod heroriënteerden naar de nieuwe offshore wind markt. De schepen die voor de offshore ingezet worden vormen het gros van de scheepsbewegingen in de haven, met 3359 uitvaarten in 2014. Bulk en general cargo klokten af op 1.431.450 ton, een stijging van 4 % t.o.v. 2013. De beweging naar een servicehaven wil niet zeggen dat de general cargo in de binnenhaven, aan de Diepwaterkaai in de voorhaven en ook in Plassendale 1 hiervoor plaats moet ruimen. Dit segment houdt stevig stand dankzij investeringen van bestaande spelers in opslagfaciliteiten. Er waren 17 cruise aanlopen, waarvan 10 “turn-arounds” waar de passagiers in Oostende in- en ontscheepten. Voor de toeristische sector van de Stad Oostende is dit een belangrijke ontwikkeling.
A. VERSLAG RAAD VAN BESTUUR | 7
8 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
3. haven oostende
5 marktsegmenten - 5 marktbenaderingen De haven concentreert zich op 4 marksegmenten die zich onafhankelijk van elkaar ontwikkelen: - RORO waarom Haven Oostende? - snelle maritieme aanloop - roro infrastructuur aanwezig - onmiddellijke & snelle congestievrije toegang tot het hinterland - CRUISES waarom Haven Oostende? - aankomst in toeristische zone met veel onthaalfaciliteiten - aankomst aan de achterkant van het station, rechtstreekse verbindingen met verschillende toeristische Vlaamse Steden - BULK & GENERAL CARGO waarom Haven Oostende? - snelle maritieme aanloop - iedereen wordt er gelijk behandeld, gepersonaliseerde service - aanwezigheid van opslagfaciliteiten - OFFSHORE WIND waarom Haven Oostende? - ideale geografische locatie t.o.v. de offshore windparken in de Noordzee - directe toegang tot open zee - 28 ha beschikbaar voor hernieuwbare energieactiviteiten in de voorhaven - aangepaste haveninfrastructuur aanwezig: zwaarlastkades, verstevigde kaaimuren en grindbed, ... - INDUSTRIEGEBIED PLASSENDALE waarom Haven Oostende? - 100 ha beschikbaar - milieubelastende industrie is toegelaten - de 4 transport modi zijn aanwezig (spoorvervoer, wegvervoer, luchtvervoer, zeevervoer)
A. VERSLAG RAAD VAN BESTUUR | 9
10 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
B| ACTIVITEITENVERSLAG
B. ACTIVITEITENVERSLAG | 11
lichtenlijn
DAB Vloot verhuist naar kaai 101 12 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
1. INVesteringen in haveninfrastructuur STREKDAMMEN (afgewerkt)
De doorgang aan de koppen van de nieuwe havendammen is 130 m (-8.5 TAW). Dit project was van cruciaal belang voor de haven van Oostende, zowel voor de scheepvaart als voor het ganse offshore gebeuren. Niet alleen grotere schepen, maar ook bredere objecten zoals geassembleerde rotorbladen aan een rotorkop kunnen de haven binnen en buiten varen.
ZWAAICIRKEL (afgewerkt + in voorbereiding)
Een zwaaicirkel van 300 m laat toe dat schepen tot 200 m onze haven kunnen aandoen en er manoeuvreren. Om alles optimaal te laten verlopen dient er echter nog een talud over een breedte van 50 m, gelegen in de aanvaarroute, verwijderd te worden. Deze investeringswerken vormen het sluitstuk van de aanleg van de nieuwe strekdammen. Daarbij wordt een veilige toegang gecreëerd waarbij de lichtenlijn tot aan de zwaaicirkel kan gevolgd worden.
RADARTOREN (in uitvoering)
De radartoren die in de haven op de top van de Halve Maandijk staat, zal worden afgebroken en vervangen door een nieuwe constructie op het uiteinde van de oostelijke strekdam. In 2013 werd de toren gebouwd, in 2014 werden alle nutsleidingen gelegd naar het vasteland en in de loop van 2015 wordt de radarsensor geplaatst zodat de nieuwe radartoren in gebruik kan worden genomen. De nieuwe radartoren op de Oostdam wordt gebouwd door de afdeling Maritieme Toegang in opdracht van de afdeling Scheepvaartbegeleiding van de Vlaamse overheid. De nieuwe radartoren wordt een schakel van de Schelderadarketen. De voet van de radartoren is gebouwd op de kop van de oostelijke havendam. De betonnen toren is 58.8 m (TAW-hoogte radar) meter hoog, de antenne zelf steekt er nog eens drie meter boven uit. Wetende dat de strekdam 8 meter hoog is dan zal de radartoren op zijn hoogste punt 56 meter boven laag water uitsteken. Door de nieuwe hoogte wordt een groter radarbereik op zee verkregen, wat de veiligheid ten goede komt.
Kaai-101 (in voorbereiding)
De studievoorbereiding voor de renovatie van kaai 101 is achter de rug. De aanbesteding gebeurt naar verluidt in de eerste helft van 2015 met toewijzing in de herfst van dit jaar. De bouw is voorzien voor 2016. De kaai paalt aan het hoofdgebouw van Afdeling Vloot en na renovatie zijn de kaaien 101 & 102 de aanlegplaatsen van de Vloot. De ruime terreinen erachter bieden plaats voor het stockeren van de boeien en andere technische activiteiten van DAB Vloot, die dan de huidige plaats aan kaaien 606 & 607 verlaat. Deze verhuis komt de efficiëntie van de uitbating van VLOOT ten goede. De kaaien 606 en 607 worden door de Haven nadien uitgerust voor de verdere uitbouw van de O&M activiteiten voor de toekomstige windmolenparken. B. ACTIVITEITENVERSLAG | 13
kaai 503
4 pontons voor service vessels
14 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
Kaai-503 (Afgewerkt)
De verstevigde kaaimuur van kaai 503 laat toe dat grote installatieschepen tot tegen de kaaimuur kunnen aanmeren. Op de zeebodem vlak voor de kade is een grindbed aanwezig. Daardoor kunnen de installatieschepen zich ‘opjacken’ en hun ‘spuds’ in het grindbed plaatsen. Indien bepaalde offshore projecten dat nodig hebben, is het mogelijk dat er extra kaaien worden uitgerust met een grindbed. Deze investeringen zijn door de nv Rebo gedragen.
visserijdok
Het visserijdok is sinds 14 december 2013 onder de bevoegdheid van AGHO gekomen. Vorig jaar werden er stappen ondernomen om dit dok volledig te integreren met de andere delen van de haven onder de bevoegdheid van AGHO. Bovendien werden de nieuwe plannen voor de vismijn geïntroduceerd. In de loop van 2015 zal er meer duidelijkheid komen i.v.m. de uitvoering hiervan.
pontons voor offshore onderhoudsboten met nutsvoorziening (in uitvoering)
Nu zijn er vier pontons voor werkboten geïnstalleerd. In totaal komen er 8 pontons; 1 ponton voor elk offshorepark voor de Belgische kust. Eind 2014 is gestart met de aanleg van nutsvoorzieningen voor elk individueel ponton. In de loop van 2015 zullen de uitbaters van de windmolenparken ook een kraan voorzien voor elk ponton. Dit zal de efficiëntie van de O&M ten goede komen. Alle andere investeringen zijn ten koste van AGHO.
investeringen in accomodatie voor de bedrijven actief in offshore wind (afgewerkt)
Parkwind & Vestas > investering van Rebo Falck Safety Services, Cofely > investering van Haven
B. ACTIVITEITENVERSLAG | 15
Seca-zone
Eurovoyager
16 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
2. activiteit per segment 2.1. RORO Eén van de topprioriteiten is en blijft om een nieuwe roro-lijn te kunnen opstarten. De voorbije 1.5 jaar werden hiervoor heel wat inspanningen geleverd, voorlopig zonder gevolg. Er zijn immers een aantal factoren waarmee rekening moet worden gehouden en dat maakt de zaak niet eenvoudig. 1| Sinds 1 januari 2015 moeten schepen voldoen aan de nieuwe normen voor SOx (zwaveloxiden)en NOx (stikstofoxiden) emissies in de Seca-zone (de zone Noord-Europa vertrekkend vanaf Cherbourg, exclusief de Ierse Zee, zie kaart). In de aanloop naar de lancering van deze nieuwe norm werden reeds heel wat bestaande lijnen geschrapt omdat de extra investeringen niet opwogen tegen de verhoogde ticketprijs. Hierdoor nemen de bestaande rederijen een afwachtende houding aan. 2|Op de korte route naar het Verenigd Koninkrijk (route onder de Thamesrivier) zijn er slechts verbindingen vanuit Calais en Duinkerke. Dit bestaat voor 90% uit begeleide traffiek (chauffeur gaat mee over met zijn trailer). De tarieven zijn moordend concurrentieel. Nochtans zijn we er van overtuigd dat er genoeg potentieel is voor zo’n route. Deze route is steeds de traditionele verbinding vanuit Oostende geweest. 3|Een meer noordelijke route op het Verenigd Koninkrijk lijkt meer mogelijkheden te bieden; hoofdzakelijk onbemande vracht komt in aanmerking. De opstart ervan biedt echter tot nu toe onoverkomenlijke moeilijkheden van kapitaalinzet en prijszetting. CONSLUSIE Het feit dat er geen lijn is, zegt niets over de inspanningen die geleverd worden, maar wel over de huidige marktsituatie.
B. ACTIVITEITENVERSLAG | 17
cruiseschip Delphin (boven) en L’Austral (onder) lagen op 6 mei samen Haven Oostende © Robert Pirotte
18 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
2.2. CRUISE Het cruiseseizoen startte op 1 april 2014, met de aankomst van de Azores. De Haven organiseert een warm onthaal voor de passagiers en voorziet: begeleidend personeel naar de boot, een orkestje, bewaking ‘s nachts. Op zaterdag 26 juli ontving de haven 2 mooie cruiseschepen. Om 8 uur ’s morgens arriveerde de Saga Pearl II, ze meerde aan de Wandelaarkaai aan. Het schip had een lengte van 164.4 meter en 402 passagiers aan boord. Dit was meteen het langste cruiseschip dat de haven bezocht dit jaar. Om 23 uur voer ze terug uit richting Antwerpen. Omstreeks 11 uur diezelfde dag, legde het cruiseschip Voyager aan de cruisekaai aan. Aan boord zaten 404 passagiers die in Oostende vertrokken waren op zondag 13 juli. Na een cruise van twee weken naar de Noordse Fjorden, met als laatste stop Kopenhagen, ontscheepten de passagiers terug in Oostende. Om 18 uur vertrok de Voyager naar Portland met 377 nieuwe passagiers aan boord, om op 6 augustus terug aan te meren in Oostende. Een reportageploeg van Focus televisie legde het in- en ontschepen van de passagiers op de Voyager vast op beeld. De reportage werd uitgezonden op 5 augustus in ‘Coupe Maison’. De Haven verwelkomde in totaal 17 cruiseschepen, waarvan 10 turn around cruises. Op maandag 22 september sloot het cruiseseizoen af met de komst van het binnenvaart cruiseschip Victor Hugo.
B. ACTIVITEITENVERSLAG | 19
2. activiteit per segment
zandbergen met directe toegang tot open zee Paula Anna
20 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
2.3. BULK / GENERAL CARGO een stijgende diversiteit
Het aantal behandelde tonnage in de Oostendse haven voor general cargo bedraagt al jaren zo’n 1,5 miljoen ton. In 2014 werd een stijging van 4 % genoteerd t.o.v. 2013. Dit segment houdt stevig stand dankzij recente investeringen van bestaande spelers in opslagfaciliteiten. Deze trafieksoort wordt hoofdzakelijk overgeslagen in en rond de binnenhaven, inclusief diepwater kaaien die zich aan de buitenzijde, voor de sluis, bevinden. Ondanks een vrij stabiel verhandeld volume over de jaren heen, zien we dat er meer een meer diversificatie van de soorten goederen optreedt.
1. Zand en grind
Er zijn drie spelers actief in onze haven, met name NHM, Sagrex (Interbeton) en DBM. Ze bezitten allen een terminal vóór de sluis wat een unicum is voor een Belgische haven. Dit is een gigantisch voordeel voor de ‘zandboeren’: de schepen zijn slechts een minimum van tijd in de haven – alleen voor het lossen – en kunnen zeer flexibel werken.
2. Ferrosilicium
Dit erts is afkomstig van Scandinavië en dan nog hoofdzakelijk uit Noorwegen. Dit product wordt veel gebruikt als additief in de staalnijverheid. Oostende fungeert als een hub voor dit product: het wordt hier gekalibreerd, gebroken, opgezakt en in containers gestuft om zo verzonden te worden naar de eindklanten over de hele wereld.
3. Zout
Sinds 3 jaar is er een loods in de binnenhaven waar uitsluitend zout wordt gestockeerd. Dit zout wordt hoofdzakelijk aangevoerd via binnenschepen, maar af en toe komt er een groter pakket toe via een zeeschip. De doorlooptijd van dit product is afhankelijk van de strengheid van de winters, wat tegenviel in 2014.
4. Hout
Regelmatig worden boomstammen aangevoerd, vooral afkomstig van de Baltische Staten. Deze worden verder doorgevoerd naar spaanderplaatfabrieken gelegen binnen een straal van 300 km van Oostende. We proberen dit nog verder uit te breiden maar we zijn hier sterk afhankelijk van de houtsector die de nodige ups- en downs kent.
5. Pellets
Sinds begin 2014 is er ook begonnen met de aanvoer van pellets. Door de zachte winter is deze markt echter gestagneerd. Toch zijn de partijen vast van plan om Oostende verder te gebruiken als aanvoerhaven. De verwachting is dan ook dat in de tweede jaarhelft de import van dit product zal toenemen. B. ACTIVITEITENVERSLAG | 21
Go Electra - © Robert Pirotte Feronia - © Bram Provost
22 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
6. Sepeoliet
De aanvoer van dit product gebeurt reeds meer dan 16 jaar via de Oostendse haven. Dit wordt gebruikt voor kattenbakvulling. De opzakking gebeurt in de haven en wordt van hieruit gedistribueerd naar alle grootwarenhuizen in de Benelux.
7. Veevoeder
Sinds meer dan 1 jaar heeft Verhelst Logistics een loods speciaal ingericht, met de nodige certificaten, om te voldoen aan de voorwaarden voor het stockeren van veevoeder. Af en toe worden er zeeschepen ontvangen met dergelijk product.
8. Steenkool
In het Verenigd Koninkrijk zijn er nog steenkoolmijnen operationeel. Eenmaal per maand wordt hier een schip gelost. De steenkool wordt hier opgezakt in zakken van 5 en 10 kg en hoofdzakelijk weggevoerd naar Noord-Frankrijk waar er zich nog veel huishoudens met steenkool verwarmen.
9. Orthoxyleen
Eénmaal per maand wordt er een schip met orthoxyleen gelost voor het chemisch bedrijf Proviron. Dit product wordt gebruikt voor het aanmaken van fijn-chemicaliën, waarin Proviron gespecialiseerd is.
10. Waterglass
Dit product wordt aangevoerd vanuit Finland en Polen voor het chemisch bedrijf Hüber. Hieruit worden de silicaten gedistilleerd die o.a. gebruikt worden als vulmiddel in tandpasta en als weerstandverlagend product in autobanden.
11. Gasolie
Sinds het najaar van 2013 heeft het bedrijf GFS 3 tanks van elk 33.000 ton in gebruik genomen voor de strategische Belgische opslag van gasolie. Minstens jaarlijks moet de gasolie in de 3 tanks hernieuwd worden. Jammer genoeg gebeurt de aan – en afvoer via de binnenvaart en niet via zeeschepen.
12. machineonderdelen
Dit segment heeft de laatste jaren een stijging gekend door de aanvoer van de verschillende onderdelen van de offshore windmolens. In 2014 liep dit terug door de voorlopige stop in de bouw van nieuwe offshore windparken, maar tegen 2016 zou er opnieuw aanvoer moeten zijn.
B. ACTIVITEITENVERSLAG | 23
windmolenparken in het Belgisch deel van de Noordzee Stevin verbinding
24 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
2.4. OFFSHORE WIND
De offshore industrie bloeide in 2014 verder open en kreeg in de 3e semester een boost dankzij de positieve beslissing in het Stevin-dossier.
STEVIN PROJECT
Stevin maakt de aansluiting mogelijk van de toekomstige windturbineparken op zee, de uitbouw van de decentrale energieproductie in de kustregio én de interconnectie met het hoogspanningsnet van Groot-Brittannië (Nemo-project: inen uitvoer van elektriciteit). Het project zal ook een positieve stimulans geven aan de verdere economische ontwikkeling in West-en Oost-Vlaanderen. Het Stevin-traject loopt 37 km boven én 10 km ondergronds van Zeebrugge naar Zomergem. Dit tracé is in juli 2012 vastgesteld door de Vlaamse regering en opgenomen in een Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (GRUP). Dit is gebeurd op basis van een positieve beoordeling van het plan-milieu-effectenrapport (planMER) dat de milieu-impact op de directe omgeving onderzoekt. Op 26 september 2014 kwam het goede nieuws dat Elia een akkoord gerealiseerd had met de verschillende particuliere partijen en lokale besturen, die een beroep hadden ingesteld tegen het GRUP (Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan) voor Stevin. De Raad van State werd op de hoogte gebracht van de dadingsovereenkomsten en heeft de afstand van vordering van de verschillende partijen vastgesteld. Gezien er geen juridische procedures meer hangende zijn tegen het Stevin-project en de stedenbouwkundige (04-06-2014) en milieuvergunning (27-05-2014) voor de 3 hoogspanningsstations reeds verkregen werden, kunnen de werken starten begin 2015. De verschillende lokale betrokkenen zullen over het project en de geplande werken via een uitgebreide campagne geïnformeerd worden.
REACTIE VAN DE OFFSHORE SECTOR
Na deze beslissing schoot de sector onmiddellijk in actie. De concessiehouders van de 5 toekomstige windmolenparken voor onze kust startten alvast met de voorbereidingsfases voor het bouwen van deze nieuwe parken. Om de concessiehouders van de nieuwe parken duidelijk te maken dat er reeds een kritische massa omtrent de offshore industrie aanwezig is in Oostende, namen een aantal bedrijven het initiatief voor de 1e editie van Belgian Offshore Day. In afwachting van de nieuwe jobs die op midden lange termijn gecreëerd zullen worden (2016 - 2017) werd alvast de opleiding ‘inleiding voor technici in de on en offshore windsector” voorbereid die in april 2015 van start gaat.
B. ACTIVITEITENVERSLAG | 25
C-Power repair nieuw gebouw voor MHI Vesas - gerenoveerd gebouw Alstom
gerenoveerd gebouw Falck Safety Services
26 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
boat landing Falck Safety Service op Maritiem Plein
c-power repair
In 2013 kreeg 1 turbine (D4) van het C-Power windmolenpark fase 1 (5 MW geïnstalleerd in 2008) nieuwe wieken. Andere wieken worden nog nagezien. In 2014 werd turbine D1 van nieuwe wieken voorzien en in 2015 zullen de wieken van turbine D6 vervangen worden. Van de turbines D2, D3 en D5 moeten de wieken ook nog vervangen worden.
Alstom, Parkwind & Vestas: ingebruikname gebouwen
Het nieuwe gebouw voor Vestas op het Zeewezendok werd op 1 februari 2014 opgeleverd. Het Vestas-gebouw is 1310 m². Van daaruit worden de 72 windmolens van Northwind, op de Lodewijkbank, en de 56 turbines van Belwind, op de Blighbank, onderhouden. Momenteel worden 4 onderhoudsboten ingezet die dagelijks naar zee gaan. De uitbater van beide windmolenparken (Northwind & Belwind) is Parkwind. Parkwind is gevestigd in het Rebo-gebouw. Dat gebouw werd verbouwd tot kantoor- en opslagruimte. Sinds 1 maart 2014 monitort en beheert Parkwind er de windmolens. Er werken momenteel 11 mensen. Op het gelijksvloers van hetzelfde gebouw zit Alstom dat instaat voor het onderhoud van de Haliade 150 6MW.
Falck gebouw
Aan de overkant van de baan, op het terrein van de technische dienst Multitech, transformeerde het oude militaire OBH gebouw tot een strak gebouw met een grote toren. Het grootste deel van het gebouw wordt sinds 1 juli 2014 ingenomen door Falck Safety Services. Dat internationaal bedrijf, met hoofdzetel in Denemarken is gespecialiseerd in veiligheidstrainingen. In het trainingscenter is onder andere een klimladder en een trainingsbad met stormsimulator aanwezig.
fire training ground
Naast het Falck gebouw bevindt zich de ‘fire training ground’. Op deze plaats van bijna 1000 m² worden brandbestrijdingsoefeningen gedaan in open en gesloten ruimte. Deze oefenplek zal niet enkel mensen opleiden voor brandbestrijding op zee, maar ook brandweermannen aan land kunnen binnenkort hier terecht voor hun opleiding.
TRAININGSINSTALLATIE FALCK SAFETY SERVICES
Op het Maritiem Plein bevindt zich het oefenterrein voor Falck Safety Services. Er zijn verschillende landingsplatformen en er werden ‘fenders’ tegen de kaaimuur geïnstalleerd, zodat de ‘boat landing’ getraind kan worden. Op het Maritiem Plein vindt het praktijkgedeelte van de opleiding ‘offshore workers & life boats’ plaats. Dit houdt o.a. in het te water laten van reddingsboten en het op en afstappen op windmolenladders onder reële omstandigheden. Er zijn ook douches en een leslokaal geïnstalleerd. B. ACTIVITEITENVERSLAG | 27
slotconferentie - architectenbureau MOP stelt de studie van het masterplan voor
masterplan Haven Oostende
28 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
MASTERPLAN eco-vriendelijke gebouwencluster
Op 25 maart 2014 werden de resultaten van de studie ‘visieontwikkeling en masterplan voor een eco-vriendelijke gebouwencluster’ officieel voorgesteld in GreenBridge. Door onze deelname aan het Europees project ‘Duurzame Zeehavens’, kon Haven Oostende een studie laten uitvoeren die onderzocht hoe je een duurzame gebouwencluster ontwikkelt, rekening houdend met de ecologische, economische en sociale aspecten van het zeehavengebied. Doel van deze studie was: een antwoord vinden op de groeiende toestroom aan bedrijven. Er werd een duidelijke visie en een concreet plan van aanpak ontwikkeld zodat er een duurzame gebouwencluster kan ontstaan met bijhorende diensten. Gebruik van duurzame materialen en hernieuwbare energie staan hierbij centraal. De wervenzone van 2013 evolueerde naar een bedrijvenzone die volgende ambities nastreeft: - Een overkoepelend veiligheidsplan waardoor alle gebouwen op de site als eerstelijns kunnen aanzien worden ten opzichte van de kade en waardoor werknemers en bezoekers zich op een veilige manier over de site kunnen bewegen. - Een leesbare organisatie van gebouwen gebaseerd op enkele visuele assen en macroblokken waarrond de wegenis is gestructureerd. - Een mobiliteitsplan gebaseerd op het campusmodel: gebundeld parkeren aan de toegang van het terrein en interne loop- en fietspaden die de gebouwen met elkaar verbinden. Wegenlussen voor zwaar verkeer en speciale transporten. - Een kostenefficiënt afvalbeheer met een centraal ophaalpunt. - Prestatiecriteria voor energie-efficiënte gebouwen en duurzame bouwmaterialen. Deze criteria zijn ambitieus maar zowel budgettair als technisch afgetoetst op hun haalbaarheid.
B. ACTIVITEITENVERSLAG | 29
Laminaria boei wordt te water gelaten in het Zeewezendok
30 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
laminaria Op 20 oktober liet Laminaria een installatie te water om elektriciteit uit golven te halen. ‘Oceaanenergie staat nog in zijn kinderschoenen. Maar net daarom liggen er nog kansen voor Belgische bedrijven. We moeten nu op de trein springen.’ De installatie van 2,5 op 2,5 meter is de eerste grote test voor het West-Vlaamse Laminaria, dat elektriciteit uit de oceaan wil halen. Ook elders in Europa, voor de kusten van bijvoorbeeld Portugal, Denemarken en Schotland worden allerlei golfenergieconvertoren momenteel getest, gaande van onderwaterturbines tot drijvende slangconstructies en golfenergieboeien zoals die van Flansea, een Vlaams consortium met DEME erbij. ‘De markt voor golfenergie zit nog volop in testfase’, zegt Jeroen De Maeyer (UGent), die betrokken is bij de meest recente, Belgische innovaties in energietechnologie. ‘Het is nog helemaal niet duidelijk welke technologie de beste is en welke het zal halen. Dat betekent dat er in de oceaan nog veel kansen liggen voor Belgische bedrijven. Maar we moeten nu op de trein springen als we hier een producent willen creëren en in het zog leveranciers van onderdelen willen meetrekken.’
B. ACTIVITEITENVERSLAG | 31
lancering Fabriek voor de Toekomst
32 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
3. NETWERKING & events
Verschillende instellingen werken mee aan de uitbouw van het economisch havennetwerk.
lancering fabriek voor de toekomst blue energy 20-03-2014 | organisatie: POM | locatie: casino Kursaal Oostende
De POM West-Vlaanderen lanceerde op 20 maart 2014 officieel de “Fabriek voor de Toekomst Blue Energy” in Oostende. Er werden 300 genodigden ontvangen. Met de Fabrieken voor de Toekomst concretiseert de Provincie West-Vlaanderen via de POM West-Vlaanderen het Nieuw Industrieel Beleid van de Vlaamse Regering op maat van de West-Vlaamse KMO’s. Fabrieken voor de Toekomst zijn unieke samenwerkingsverbanden tussen overheid, kennis- en wetenschapsinstellingen, hoger onderwijs en bedrijfsleven, zowel op provinciaal als op Vlaams niveau. Concrete acties ondersteunen de KMO’s in hun toekomstgerichte en duurzame ontwikkeling. De acties gaan van open testinfrastructuren waarvan de bedrijven gebruik kunnen maken, over gerichte dienstverlening en branding tot innovatief onderzoek en aangepaste opleidingen. In een eerste fase wordt dit traject uitgewerkt voor de drie clusters waarin West-Vlaanderen op internationaal niveau excelleert: nieuwe materialen, voeding en blue energy (offshore wind, golf- en getijdenenergie). De ontwikkeling van de offshore windsector biedt kansen aan lokale ondernemers en is gebaat bij een sterk lokaal netwerk. Onder impuls van de POM en de Provincie West-Vlaanderen zetten zowel Flanders’ Maritime Cluster, Voka en Unizo in op het bereiken van KMO’s om aansluiting te vinden met deze nieuwe sector, die hiervoor trouwens vragende partij is. De B2B, georganiseerd door Flanders’ Maritime Cluster, die voorafgaand aan de lancering plaatsvond, bewijst dat heel wat lokale bedrijven dit als een opportuniteit zien. Meer dan 50 bedrijven nemen deel aan een speeddate op zoek naar nieuwe klanten/leveranciers en opportuniteiten tot samenwerking. De website werd ook officieel gelanceerd en geeft onder andere een overzicht van het opleidingsaanbod voor de offshore wind business: www.fabriekenvoordetoekomst. be/opleidingen
B. ACTIVITEITENVERSLAG | 33
slotevent Duurzame Zeehavens
34 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
Na de lancering van de Fabriek voor de Toekomst Blue Energy organiseerde de POM verschillende vervolgacties: - Cotransformatietrajecten van Voka en Unizo: initiatieven om West-Vlaamse bedrijven aansluiting te doen vinden met de offshore sector. Een aantal van deze sessies vonden plaats in de haven. Zo werd o.a. een boottocht naar de Thorntonbank georganiseerd op 28 augustus met 50 ondernemers. - Ter gelegenheid van Open Bedrijvendag op zondag 5 oktober 2014 stelde GreenBridge in Oostende de deuren open voor een unieke kijk achter de schermen. De projecten en acties van de POM West-Vlaanderen in het kader van de Fabriek voor de Toekomst Blue Energy, Cleantech en Duurzaam Ondernemen stonden op deze dag mee in de kijker. - In het kader van het grensoverschrijdende project AlliaTra en de Fabriek voor de Toekomst Blue Energy bezochten een 12-tal ondernemers op maandag 6 oktober de beurs Windustry France in Rijsel. Deze conferentie bood een unieke kans om aansluiting te vinden met de Franse markt van offshore windenergie.
SLOTEVENT DUURZAME ZEEHAVENS 25-03-2014 | organisatie: Haven Oostende | locatie: GreenBridge
Op dinsdag 25 maart kwamen een 50-tal genodigden naar de uiteenzetting luisteren van het masterplan (zie ook pagina 29). Het programma zag er als volgt uit: - toelichting Europees project ‘Duurzame Zeehavens’; Paul Gérard - toelichting Masterplan eco-vriendelijke gebouwencluster in Energy Port Oostende; Philip Moyersoen - toelichting ‘GreenBridge Wetenschapspark’; Marianne Martens - toelichting ‘duurzaamheidskader bedrijventerrein Rieme-Noord’ - Haven Gent; Thomas Desnijder - slotwoord Vlaams minister van Mobiliteit & Openbare Werken; Hilde Crevits (vervangen door kabinetsmedewerker Nathalie Balcaen) Ondertussen werd reeds een groot deel van het masterplan uitgevoerd. Er kwam één gebouw bij (MHI Vestas) en 3 andere werden vernieuwd naar de nieuwe normen ... (Senvion, Parkwind - Alstom, Falck). Er is nog plaats voor 4 nieuwe gebouwen. De geplande verkeersstromen werden in de praktijk gezet en voorzien van duidelijke signalisatie. Werfverkeer is gescheiden van woon-werkverkeer en bezoekersverkeer. Er zijn aparte zones voor de zachte weggebruikers en er is een fietsenstalling. Uit feedback van de spelers ter plaatse blijkt dat deze nieuwe situatie duidelijkheid schept. B. ACTIVITEITENVERSLAG | 35
opening E-Cube
36 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
Energieopslag en Smart Grids – een visie op het net van morgen GREENBRIDGE 04-05/09/2014 | organisatie: GreenBridge | locatie: GreenBridge
Op donderdag 4 en vrijdag 5 september organiseerden GreenBridge en Smart Grids Flanders een tweedaags event gevuld met boeiende voordrachten waarin smart grids en energieopslag centraal stonden. Energieopslag en smart grids zijn noodzakelijk om een grotere integratie van hernieuwbare energie te bekomen. Studiedag met bedrijfscases Op 4 september werden er een achttal presentaties verzorgd waarbij zowel bedrijfscases als relevante academische cases aan bod kwamen. Sprekers van toonaangevende bedrijven en kennisinstellingen gingen dieper in op het centrale thema van energieopslag en smart grids. Bezoek aan Thorntonbank & Proviron Op vrijdag 5 september liet Raf Jacxsens (ceo, Proviron) de deelnemers achter de schermen kijken van zijn bedrijf. Daarna gaf Frank Verschraegen (DEME) een toelichting over het energie-atol voor onze kust. In de namiddag werd een bezoek gebracht aan de windmolens op de Thorntonbank. Tijdens de vaart naar de windmolens gaf C-Power uitleg over de werking van hun windmolenpark.
opening E-cube 09-09-2014 | organisatie: GreenBridge | locatie: GreenBridge
Op 9 september werd in GreenBridge de E-Cube officieel geopend. De E-Cube is een nul-energiewoning, die als proefgebouw dient bij onderzoek naar energiezuinig bouwen door de Universiteit Gent. De E-Cube werd als testcase opgenomen binnen het Europees project ‘Interdisciplinaire clusters als opstap naar een kennis gedreven economie’. Dit project wordt geleid door de POM West-Vlaanderen. Met eigen fondsen en steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Agentschap Ondernemen, de provincie West-Vlaanderen en het Bijzonder Onderzoeksfonds van de UGent werd de E-Cube opgebouwd naast het GreenBridge incubatorgebouw in Oostende. Dit kadert, o.a. samen met de toekomstplannen voor het wetenschapspark in 2015, in de uitbreiding van onderzoeksinfrastructuur nabij de incubator om de link tussen startende ondernemingen en kennisinstellingen te bevorderen.
B. ACTIVITEITENVERSLAG | 37
bezoek met de partners aan Falck Safety Services
slotconferentie Lopind
38 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
slotconferentie lopinod 10-10-2014 | organisatie: Haven Oostende | locatie: Casino Kursaal Oostende
Op vrijdag 10 oktober vond in het casino van Oostende de slotconferentie van het Europees project, LO-PINOD plaats. LO-PINOD staat voor: Logistics Optimisation for Ports Intermodality: Network, Opportunities, Development. Het is een Europese samenwerking van verschillende havens, waarin op zoek gegaan wordt naar duurzame alternatieven voor de traditionele distributiekanalen. LoPinod levert een bijdrage aan het sociaal en economische klimaat van de gemeenschappen en bedrijven in de hele Noordzeeregio (NSR) door actief te zijn op volgende domeinen: - het verbeteren van ‘shortsea’ routes, - multi-modale verbindingen opzetten tussen regionale havens en hun hinterland, - het stimuleren van een gediversifieerd gebruik van havengebied en - het optimaliseren van operationele modellen. Op de slotconferentie van dit Europees project brachten de regionale havens uit Noorwegen, Zweden, Denemarken, Schotland, Engeland, Duitsland, Nederland en Vlaanderen er de resultaten van hun transnationale samenwerking. Volgende thema’s werden grondig toegelicht: - integratie van regionale havens in de internationale logistieke infrastructuur. - de economische waarde van regionale havens, en de samenwerking met de regionale transportbedrijven - diversificatie van de economische activiteiten van de regionale havens: shortsea, cruises, blauwe energie en industriële nichewerking - de uitbouw van de regionale havens en de zoektocht naar financiering De conferentie werd afgerond met een debat met de vertegenwoordigers van de Europese Commissie, DG MOVE en ESPO, de Europese havenfederatie. De vertegenwoordigers worden geïnterpelleerd over het gebrek aan erkenning van het belang van de regionale havens in het Europese Beleid.
B. ACTIVITEITENVERSLAG | 39
lancering Seanergy Ports
40 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
lancering seanergy ports 10-10-2014 | organisatie: Haven Oostende | locatie: Casino Kursaal Oostende
Op vrijdag 10 oktober, als afsluiter van de Lopinod slotconferentie, werd een Letter of Intent ondertekend tussen volgende 5 havens: Port of Ramsgate (harbour master, Robert Brown), Port of Newhaven (managing director capt François Jean), Rendsburg Port and Brunsbüttel Ports (assistant to managing director, Carsten Lorleberg) en Haven Oostende (managing director Paul Gerard), op de foto van links naar rechts. De internationale samenwerking Seanergy Ports heeft als doel kleine en middelgrote zeehavens competitief te laten zijn op relatief nieuwe markten zoals de internationale offshore wind business. In een wereld van harde concurrentie en overregulering, worden kleine en middelgrote havens geconfronteerd met heel wat belangrijke en veelzijdige uitdagingen. Om competitief te kunnen blijven, hebben ze nood aan: innovatieve havenfinanciering, efficiënte bedrijfsvoering, moderne infrastructuur, nieuwe technologische oplossingen en bekwaam en veelzijdig personeel. Sommige havens hebben de kans om in te spelen op nieuwe markten zoals de blue energy business, of om zich te specialiseren in nichemarkten. Kleine en middelgrote havens kunnen hun beperkingen zoals kleinschaligheid overwinnen door gezamenlijk transnationale samenwerkingsschema’s op te stellen, gezamenlijke dienstverlening aan te bieden en informatie en expertise te clusteren om zo internationaal efficiënter te werken. De partners focussen zich op de ontwikkeling en implementatie van de ‘blue energy sector’, de sector waarbij energie opgewekt wordt uit wind (windenergie) en water (golf- en getijdenenergie). Seanergy Ports levert zo een grote bijdrage om de Europese 2030 energie doelstellingen te halen. Er zijn 3 belangrijke doelstellingen: - Ten eerste is Seanergy Ports een internationaal informatieplatform waar potentiële klanten alle relevante informatie vinden voor hun projecten of activiteiten in een specifieke haven of havencluster. - Ten tweede is Seanergy Ports een internationaal expertise forum waar havenmanagers kennis kunnen uitwisselen op gebied van behandeling en organisatie van grote logistieke en economische projecten op zee of op land. - Ten derde is Seanergy Ports een stem naar de lokale en internationale overheden om gemeenschappelijke kwaliteitsstandaarden en methodes te ontwikkelen. Haven van Oostende en Rebo nv nemen de leiding bij dit initiatief. In 2015 wordt het Seanergy Ports netwerk verder uitgebreid. B. ACTIVITEITENVERSLAG | 41
slotconferentie PAC2
cover 2 seas magazine, samengesteld door AGHO in engels, frans en nederlands ÉDITION FRANÇAISE
SPECIAL FOCUS
NOVEMBER 2014
A cluster initiative:
SMALL AND MEDIUM SIZED PORTS AS HUBS FOR SMART GROWTH AND SUSTAINABLE CONNECTIVITY
42 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
DOSSIER SPÉCIAL
NOVEMBRE 2014
Initiative de cluster :
LES PORTS DE PETITE ET MOYENNE TAILLE COMME PÔLES DE CROISSANCE INTELLIGENTE ET DE CONNECTIVITÉ DURABLE
NEdERlaNdSE EditiE
SpEcialE EditiE
NOVEMBER 2014
clusterinitiatief pac2:
KLEINE EN MIDDELGROTE HAVENS ALS HUBS VAN SLIMME GROEI EN DUURZAME CONNECTIVITEIT
pac2 Slotconferentie 06-11-2014 | POM & haven Oostende | site Oud Sint-Jan Brugge
Op 6 november 2014 vond in Brugge het clusterevent plaats van PAC2. PAC2 is een onderdeel van het Europees programma 2 Zeeën Interreg A. POM en Haven Oostende sloegen de handen in elkaar voor de organisatie van dit internationaal event gericht op kleine en middelgrote havens, ook KMO-haven genoemd. Er werden 140 gasten ontvangen. PAC2 brengt PATCH (Ports Adapting To CHange) & C2C (Connect to Compete) samen om de ervaringen en het ontwikkelingspotentieel van de multimodale connectiviteit in de 2 Zeeën regio tussen de kleine en middelgrote havens te versterken. PAC2 beoogt de identificatie van follow-up activiteiten die de bereikbaarheid van de havens aan landzijde & aan zeezijde verbeteren, waardoor de interne markt in het programmagebied versterkt wordt. Een kleine of middelgrote haven moet slim zijn. Hij moet beter doen dan een haven met een gemiddeld volume, moet klanten vinden die bereid zijn en zich even slim moeten tonen om hun bedrijfsactiviteit te ontwikkelen in het hinterland van de grensgebieden. De samenwerking tussen de havenautoriteiten en de maritieme clusters in de haven is een sleutelfactor. Ook al is de samenwerking tussen de havens onderling van primordiaal belang, wie slim wil zijn moet nog een stap verder gaan. We moeten onze denkwijze veranderen, ideëen uitwisselen en in overleg gaan zodat de samenwerking resultaten oplevert. De PAC2-cluster (strategische alliantie van PATCH-C2C), gefinancierd door het Interreg IVA Programma is hiervan een perfect voorbeeld. PAC2 belichtte enkele voorbeelden waarin de KMO-havens blijk geven van een slimme, duurzame en inclusieve aanpak. Met fierheid werden de successen voorgesteld van de vroegere projecten PATCH en C2C die reeds nieuwe deuren openden voor de partners. Speciaal voor dit event stelde AGHO een brochure samen in 3 talen.
B. ACTIVITEITENVERSLAG | 43
2 nieuwe schepen voor GEOxyz
44 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
2 nieuwe vaartuigen geoxyz 02-12-2014 | GEOxyz |Haven Oostende
Op dinsdag 2 december werden in de haven van Oostende twee schepen ingehuldigd. De firma GEOxyz stelde met grote trots Geosurveyor X en Geo Ocean II voor. Beide schepen worden ingezet voor diverse meet- en ondersteunende opdrachten op zee. Het feestelijk programma werd ingeleid door Patrick Reyntjens, ceo van GEOxyz en West-Vlaams Gouverneur, Carl Decaluwé. Bart Tommelein, staatsecretaris van de Noordzee lichtte daarna kort zijn visie en plannen toe. Hij wil vooral inzetten op “blue growth” door de verdubbeling van de windmolencapaciteit en de realisatie van een energieatol op zee. Mevrouw Ann Cousée, echtgenote van de heer Carl Decaluwé is doopmeter van het nieuwe meetvaartuig Geosurveyor X. Na de plechtigheid werden Geosurveyor X en Geo Ocean II opengesteld voor de 120 gasten. GEOxyz met hoofdzetel in Zwevegem legde zich aanvankelijk toe op topografische en hydrografische metingen in het binnenland. De jongste jaren kende GEOxyz echter een serieuze groei, door in te zetten op de steeds meer belangrijke offshore windenergie en het uitvoeren van meetwerkzaamheden op zee. Om deze reden opende de firma in 2013 een vestiging in de achterhaven Oostende. Vanuit Oostende is GEOxyz actief over gans Europa met een vloot van 15 vaartuigen.
B. ACTIVITEITENVERSLAG | 45
bezoek minister Weyts
v.l.n.r.: Paul Gerard - Jean Vandecasteele - Ben Weyts Jaak Rutten (C-Power) - Jan Goemaere (MOW) Peter Van Cauwenberghe (Falck Safety Services)
46 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
captains of industry
bezoek minister weyts 08-12-2014 | organisatie: Haven Oostende
Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken, Ben Weyts, bracht op maandag 8 december een bezoek aan Haven Oostende. Het ministerieel bezoek startte in het MRCC (Maritime Rescue and Coordination Centre). De minister kreeg er een toelichting over de zeewering en de havendammen. Daarna volgden de vragen van Haven Oostende naar de uitvoering van de toekomstige infrastructuurprojecten zoals de werkzaamheden aan de Halve Maandijk, de vernieuwing van kaai 101 en de ontwikkeling van de golfbak en sleeptank in de achterhaven. De aanleg van de nieuwe havendammen was cruciaal voor de ontwikkeling van Haven Oostende naar een service haven. De dammen laten toe dat schepen tot 200 meter de haven kunnen binnenvaren. Offshore wind installatieschepen zoals Neptune en Bold Tern konden onder andere dankzij deze aanwezige infrastructuur opereren vanuit Haven Oostende. Deze activiteiten zorgden er voor dat ook de O&M fase (operationeel houden en onderhouden) van de windmolenparken zich in Oostende ontwikkelde. Ondertussen zijn er een 30-tal bedrijven actief in de offshore wind business, samen goed voor een tewerkstelling van meer dan 180 mensen. Eenmaal de geplande werkzaamheden uitgevoerd zijn, zullen de verschillende diensten zoals DAB Vloot nog efficiënter kunnen werken én is er ruimte voor de offshore wind business om zich nog verder te ontwikkelen. Naast de offshore wind business, is de golf-en getijdetechnologie in volle ontwikkeling. Op de site van GreenBridge in de achterhaven, het wetenschapspark van Universiteit Gent, zijn er plannen om een golfbak en sleeptank te bouwen. Het betreft een samenwerking van UGent, KU Leuven en het waterbouwkundig Laboratorium. Deze onderzoeksinfrastructuur zal de kans bieden aan bedrijven en overheidsinstellingen om innovatieve ontwerpen te ontwikkelen voor energiewinning op zee of kustverdediging voor de verwachte stijging van het waterpeil. Daarna werd een bezoek gebracht aan het gloednieuwe trainingscentrum van Falck Safety Services. Het trainingscentrum beschikt onder meer over een zwembad met golfslaginstallatie aangevuld met regen- en wind simulatoren zodat de opleidingen zo dicht als mogelijk aansluiten bij de realiteit op zee. De indoor klimtoren voor de opleidingen ‘werken op hoogte’ is uniek en laat toe kandidaten te trainen zonder rekening te moeten houden met de weersomstandigheden of andere externe factoren. De brandsite is volledig uitgerust om in de meest veilige omstandigheden alle mogelijke opleidingen te geven rond gas- en vloeistofbranden of branden van vaste stoffen. De minister volgde met grote belangstelling de verschillende trainingsoefeningen. Aansluitend hadden de ‘captains of industry’ een ‘meet and greet’ met de minister. Jaak Rutten, ceo van C-Power, vertegenwoordigde de windenergiecluster in Oostende en lichtte kort de stand van zaken in de windenergie sector toe. B. ACTIVITEITENVERSLAG | 47
Belgian Offshore Day
“De Belgian Offshore Day wil een platform bieden om innovatie verder te blijven stimuleren en de Belgische bedrijven definitief op de kaart te zetten als pioniers, ” lichtte Christophe Dhaene van e-BO toe.
48 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
belgian offshore day 10-12-2014 | organisatie: Haven Oostende i.s.m. bedrijven | locatie: Rebo-site
Op woensdag 10 december vond op de Rebo-site in de haven van Oostende de eerste editie van de Belgian Offshore Day plaats. De Belgian Offshore Day is een business event dat, zoals de naam het zegt, volledig in het kader van de offshore wind business staat. Alle regionale spelers actief in deze sector waren aanwezig en kregen de gelegenheid om hun kennis en werkmethode in de kijker te zetten. Het hoogtepunt van de dag was de demonstratie met een helikopter van Noordzee Helikopters Vlaanderen en een serviceboot (Geosurveyor X) van GEOxyz. De helikopter dropte 2 passagiers op het dek van de boot. Het landingsoppervlak was nauwelijks 25 m². Beide bedrijven zijn een mooi voorbeeld van hoe een KMO haar aanbod kan aanpassen naar een nieuwe markt. De Offshore Wind Business kende een bloeiende start met de ontwikkeling en de bouw van windmolenpark C-Power. De bouw van 4 andere parken liep vertraging op door het uitblijven van de Stevinverbinding. Nu de goedkeuring voor deze hoogspanningsverbinding is gegeven kan de bloeiende offshore windindustrie aan een tweede periode van groei en innovatie beginnen. Staatssecretaris van de Noordzee, Bart Tommelein, kwam zijn visie over de toekomst van de Belgische offshore wind industrie toelichten: ‘Grootschalige elektriciteitsproductie op zee is onmisbaar in de hernieuwbare energiemix. De komende jaren staat de Belgische offshore windsector voor grote investeringen die een antwoord bieden op de uitdagingen voor onze toekomst.’ Aan de hand van een panelgesprek werd vooruit geblikt op de volgende fase voor de Belgische offshore windindustrie waar de focus niet langer ligt op het bouwen van de windmolenparken maar op de uitdagingen die bij het succesvol uitbaten van zo’n park komen kijken. De Belgian Offshore Day is een mooi bewijs dat ondernemers geloven in de strategische beslissing van het havenbestuur om Haven Oostende uit te bouwen als service haven. Het belangrijkste doel van deze Belgian Offshore Day was om de concessiehouders van de nieuwe parken duidelijk te maken dat er reeds een kritische massa omtrent de offshore industrie aanwezig is op de Rebo-site. Er kan met andere woorden heel wat toegevoegde waarde gecreëerd worden door lokale toeleveranciers. Dit resulteert dan weer in lokale tewerkstelling.
B. ACTIVITEITENVERSLAG | 49
slotsessie Fabrieken van de toekomst
50 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
SLOTSESSIE FABRIEKEN VAN DE TOEKOMST 10-12-2014 | organisatie: POM & FMC | locatie: GreenBridge
De POM West-Vlaanderen wil met de ‘Fabriek voor de Toekomst Blue Energy’ zijn pijlen richten op innovatieve, toekomstgerichte en duurzame ontwikkeling van de offshore wind-, golf- en getijdenenergie. Binnen dit kader bracht de Offshore Fabriek maandelijks een 15-tal bedrijven samen om de offshore markt in al zijn aspecten te ontdekken en te verkennen. Een unieke mix van huidige keyplayers van de offshore sector met potentiële toeleveranciers die dieper in gingen op de geheimen, valkuilen en opportuniteiten van de offshore markt. Op 10 december werd ter gelegenheid van de laatste sessie een avondprogramma met netwerking georganiseerd waarbij de gelanceerde ideeën, pistes, oplossingen, opportuniteiten, ... voorgesteld worden aan een breder publiek. Tevens werd dieper ingegaan op de impact van het Stevin-project van Elia.
B. ACTIVITEITENVERSLAG | 51
52 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
C|
ONDERNEMINGSPLAN
C. ONDERNEMINGSPLAN | 53
54 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
inleiding
Voor iedere onderneming is het belangrijk de juiste strategische keuzes te maken. Dat is niet altijd evident. Voor havens en in het bijzonder kleinere havens is dat nog meer het geval. Veel kleinere havens kampen structureel met een beperkte ruimte. Ze worden daarom sowieso gedwongen hun klantenaantal te beperken, wat bijzonder risicovol kan zijn. De kleinere havens hebben niet de luxe van over een groot aantal verbindingen te beschikken waarbij geldt “if you lose one, you gain one”. Dat heeft de haven van Oostende maar al te goed ondervonden. Toen Cobelfret in 2009 letterlijk en figuurlijk de deur sloot voor verdere roro trafieken en alles concentreerde op de véél grotere terminal in Zeebrugge, hing de haven van Oostende nog af van één klant, Transeuropa Ferries. Vijf jaar later bleek ook deze niet verder rendabel. Gelukkig was inmiddels een duidelijke strategische keuze gemaakt om Oostende te positioneren, niet als overslaghaven maar als servicehaven voor de windindustrie op zee en bij extensie voor alle constructies op of in de zee. Deze keuze leidde in een eerste fase tot een sterke groei van de tewerkstelling in de voorhaven. Maar een jarenlange juridische discussie over het Stevinproject (aanleg hoogspanningskabel) zorgde voor een erg vervelende stand still. Uiteindelijk werd eind september 2014 een akkoord bereikt met de partijen die bij de Raad van State bezwaar hadden ingediend en kon het project van start gaan. Spijtig genoeg is wel een vertraging van twee jaar het gevolg geweest. Positief is dan weer dat de deblokkering er heeft voor gezorgd dat de concrete voorbereiding van een aantal projecten (o.a. Belwind II (Nobelwind), Norther en Rentel) heropgestart is. Alleen de concrete voorwaarden voor de financiering kunnen nog roet in het eten gooien. Ook de procedure voor de toewijzing van het energieatol gaat verder. Hoe dan ook produceren op vandaag 182 windmolens op zee elektriciteit. Het management, het onderhoud en de service ervan gebeurt vanuit Oostende waar een echte wind-energiecluster zich volop ontwikkelt. Dit betekent niet dat er voor gekozen wordt alles op één activiteit te zetten. Innovatie en onderzoek, bulk goederen, cruises en uiteraard RORO zijn belangrijke activiteiten voor de haven. Sommige van deze deelterreinen zijn beperkt en bieden weinig ruimte voor expansie, sommige zijn klaar en duidelijk in een crisis, maar ze zijn allemaal onderdeel van dit ondernemingsplan.
C. ONDERNEMINGSPLAN | 55
56 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
Voor alle duidelijkheid wordt opgemerkt dat de visserij niet tot de bevoegdheid van de haven behoort en derhalve ook geen onderdeel van dit ondernemingsplan is.
C. ONDERNEMINGSPLAN | 57
nieuw C-Power gebouw - © Architectuurstudio Bold Tern tussen de nieuwe havendammen
2°55'
56'
R
Q.R VHF 65 O6 Traffic centre Wandelaar
51°14,62'N
5
2°56,52'E
Fl(3)G.10s OH7 Q.G O5
3° 14
G
Wk 2
1 G
Q.R OH2
Fl.G.5s OH
Q.R OH6
8m F.G.14m10M Bell4s
5
G
2
0
2
G
R
Fl.G.5s OH1 R
(VHF 09 Port Control)
0
G
3
Q.R OH8
0
Radar Tr Surveillance Station SS (Traffic) Q.Y
0
2
R
Vuurtorendok 3,7m
m 3,1
Fl(3)10s65m27M 8m Q.Y
m
-
Merca
(VHF
F
14'
ijn m Vis
5,5
51° 3,7m
en k ez ew Ze ok d
4 F.G
2,6m
ydok omer
F.R
8m
do Tij
cd
) nota (zie ) te ten iep ee no ed erd ths (s agg ep Geb dged d Dre
5,7m
Obs
tg Mon
14'
k do
51°
ij er
3,1
m
s Vis
5,1m
uis Visserijsl ) (VHF 20 Port Control 1m , 2 Tide gauge MRCC Q.Y
5,1m
14)
torslu
Iso.4s38m4M
is
5,
4m
8m
n kke
Vo or ha v 9,9 en m
m 7,4
do
r
M
to ca er
Iso.4s48m4M
2
5,1 m
6,2m
9,9
1,1
58 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
m
k
51°13,37'N
2°55'
2,6m
5,1
o td
2°54,72'E
250 m
Vlo
0
6,5m 8m
4,2m
1:15000 (51°20') 250 m
m
ey m De is 0) slu F 1 H (V
OOSTENDE
56'
m
I. thuishaven voor de Off shore en blue Energy
Oostende wil een veilige koesterende thuishaven worden voor de verschillende aspecten van de offshore activiteiten en van de blue energy zoals we ze nu kennen en ze zich in de toekomst zullen voordoen. De finale ambitie is zoveel mogelijk activiteiten van beheer, onderhoud en van dienstverlening in de Oostendse voorhaven te lokaliseren en op die manier het aantal jobs te verhogen. Op vandaag zijn 200 mensen actief in deze sector. Dit cijfer verhogen tot 500 zou een groot succes betekenen.
Een thuishaven voor de concessionarissen-uitbaters van windmolenparken De opvolging en controle van technische en economische parameters bij de uitbating van windmolenparken is een complexe activiteit en van groot belang voor de rentabiliteit van het park. Er is een dagdagelijkse interactie met de subcontractors waarvan de voornaamste de onderhoudsafdeling van de turbineleverancier is. Parkwind (uitbater van Belwind en Northwind) en C-power hebben hun centrum in Oostende uitgebouwd. In 2014 startte C-power met een uitbreiding van hun huidige vestiging op de Halve Maan. Otary (uitbater van o.a. Rentel) en Norther hebben toegezegd hun hoofdkwartier in Oostende uit te bouwen. Daartoe zal de nodige accommodatie moeten worden gebouwd.
Een thuishaven voor de installatie van structuren op zee De bouw van een windmolenpark is een veelomvattende bezigheid waarbij de behandeling van zeer zware onderdelen een hoofdrol speelt. Wie herinnert zich niet de eerste betonfunderingen, gebouwd op de Halve Maan, met een gewicht van 2700 T per stuk, waarschijnlijk het grootste stukgewicht dat ooit in Oostende zal behandeld zijn. Om een efficiënte behandeling van zware onderdelen mogelijk te maken, moet de infrastructuur van de haven worden aangepast. Aan de nautische zijde moet de toegang mogelijk zijn voor de – steeds groter wordende – installatieschepen of installatieplatforms. De constructie van de havendammen en daarmede het verbreden van de haventoegang was een cruciale stap zonder dewelke van enige installatie-activiteit geen sprake kon zijn. Het verbreden van de toegang dient nu verder afgewerkt te worden door de glooiing aan de Halve Maandijk weg te nemen zodat een 50 m wordt toegevoegd en daarmee de voor de scheepvaart onveilige vernauwing wordt verholpen en de binnenvarende schepen de aangeduide lichtenlijn veilig kunnen volgen. Deze projecten behoren tot de bevoegdheid van de afdeling Maritieme Toegang van het ministerie van openbare werken (Vlaams Gewest). C. ONDERNEMINGSPLAN | 59
bedrijven actief in de blue energy business met een vestiging in de haven
60 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
Zware lasten op de kaaien vergen … zwaarlastkaaien. Het behelst hier geheel nietgesubsidieerde investeringen. Om dit te kunnen financieren is de nv Renewable Energy Base Oostende (Rebo) gecreëerd. Het investeringsprogramma van de nv Rebo bedraagt 15 mio euro waarvan 5 mio uitgevoerd. Van zodra de verdere uitbouw van de windmolenparken verdere investering noodzaakt, worden de additionele investeringen uitgevoerd. De nv Rebo heeft daartoe de concessie op de terreinen aan het Zeewezendok die ze verder onderconcedeert aan de gebruikers. Naar gelang het project wordt de terminal gebruikt door gespecialiseerde logistieke bedrijven. De Belgische ondernemingen Sarens en Rollit Cargo hebben er al heel wat ervaring opgebouwd.
Een thuishaven voor de O&M bedrijven Operations & Maintenance is het verzamelwoord voor het in bedrijf houden van de windmolens met garantie op maximaal rendement. Voor de windmolenparken die nu in uitbating zijn, betreft het de O&M afdelingen van de turbineleveranciers: Senvion en Vestas. Uiteraard hebben die huisvesting nodig voor werkplaatsen, stockage, werknemersaccommodatie en burelen. Ten behoeve van Senvion werd door AGHO het vroegere MOST gebouw van de Marine volledig heringericht. Ten behoeve van Vestas is een volledig nieuw gebouw opgetrokken ter hoogte van kaai 605 door Rebo. Ook voor Alstom is ruimte ingericht in een bestaand gebouw. Beide laatsten zijn in 2014 in gebruik genomen. Voor allen geldt een langdurige bezettingsovereenkomst.
C. ONDERNEMINGSPLAN | 61
Falck Safety Services gebouw - Opleidingscentum
‘s morgens om 7.45 u - de techniekers laden de service vessels met de kraan
62 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
Een thuishaven voor de toeleveranciers (subcontractors) De aanwezigheid van subcontractors is belangrijk voor de tot standkoming van de cluster. Daardoor wordt een hecht geheel gevormd, dat nu in ontwikkeling is. Voorop staat de veiligheid van de werknemers. Dat start met een gepaste opleiding en certificatie. Ten behoeve van Falck Safety Services bouwde AGHO het tot nu grootste en modernste opleidingscentrum voor de offshore- en andere veiligheidstrainingen. Het werd in het najaar 2014 in gebruik genomen. Verder vinden ook de bedrijven als Cofely-Fabricom, CMI, MultiTech, Technum, e– coast, e-Bo, CG, G4S er een vaste stek.
Meedenken over Blue energy AGHO is intensief betrokken in onderzoeksprojecten in verband met golf- en getijde energie, als actieve partner in o.a. de projecten Flansea, Laminaria en Nemos. AGHO blijft hier aan meewerken als toekomstgerichte energiebronnen al dan niet binnen de windmolenparken.
Jobs De Haven moet er alles aan doen om de bedrijven, actief in de Offshore en de Blue Energy de meest geschikte accommodatie en het meest geschikte ondernemingsklimaat te bieden met als doelstelling de tewerkstelling die ermee gepaard gaat, in de haven te verankeren. De gangbare norm in de industrie is een directe tewerkstelling van 2 à 2,5 FTE per windmolen. De tewerkstelling is daarbij zeer divers: van de offshore windtechniekers zelf, tot de technici aan de wal, scheepsbemanningen, beheerders van magazijnen en intern transport, stafleden in de administraties en ondersteunende diensten, studiebureaus en opleidingscentra, etc. Voor het grootste deel zeer kwalitatieve jobs die continu opleiding en bijscholing vereisen. Uiteraard is alle tewerkstelling die uit de windmolenparken resulteert niet enkel tot de Oostendse site beperkt. De huidige cijfers tonen wel aan dat dit wel voor meer dan de helft het geval is. Voor de toekomst staan daarenboven andere projecten op stapel zoals het energieatol en stopcontact op zee. Gedurende de uitvoering van een project komen daarbij nog honderden jobs die specifiek te maken hebben met de constructie en alles wat daarbij komt kijken. Een mix van lokale tewerkstelling en buitenlandse specialisten. Die buitenlandse C. ONDERNEMINGSPLAN | 63
503
50
1
50
2
2
60 3
60 4
60
INSTALLATION AREA 5
60
FUTURE
O&M AREA FUTURE FUTURE FUTURE
masterplan
64 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
technici verblijven voor de duur van het project in Oostende wat de horeca inmiddels niet ontgaan is… Op eind 2014 waren er in de offshore cluster zo’n 200 jobs gecreëerd, terwijl de voorhaven werk bood aan iets meer dan 900 mensen.
Een masterplan voor de inplanting van de bedrijven Het masterplan voor de uitbouw van de offshore wind(energiecluster) geeft de visie op de site weer met een tijdshorizon 2020 à 2025, de tijd waarop alle windmolenparken in de Belgische zone operationeel zouden moeten zijn. De gebouwen op de eerste lijn, na een vrije veiligheidskaaizone van ongeveer 30 m zijn voorbehouden voor deze bedrijven die dagelijks toegang tot de zee nodig hebben. Dit zijn de hoofdcontractors van de O&M, zij die instaan om de maximale beschikbaarheid van de windmolens te garanderen. In de huidige constellatie zijn dit de turbineleveranciers (Senvion, Vestas, Alstom) maar dat kunnen ook derde bedrijven zijn of filialen van de nutsvoorzieningsmaatschappijen zelf. Aan de kaaien zelf wordt per windmolenpark een goed uitgeruste ponton ter beschikking gesteld zodat het aan- en afmeren, laden en lossen van de crew transfer vessels en workboats snel, efficiënt en veilig kan gebeuren. Op de tweede lijn, achter de gebouwen met rechtstreekse toegang tot de kaaien, wordt de accommodatie voorzien voor de toeleveranciers, subcontractors en centrale opslagloodsen voor materiaal en vervangingsonderdelen. Verder is daar ook plaats voorzien voor de parkuitbaters zelf, studiebureaus, IT bedrijven en dergelijke. Niet te vergeten eveneens alles wat met het (groeiende) personeelsbestand te maken heeft: resto- en ontspanningslokalen, mogelijkheden voor opleiding en bijscholing. Het huidige Falck Safety Services Centre is hier al een “schoolvoorbeeld” van.
C. ONDERNEMINGSPLAN | 65
GEOxyz gevestigd in het zwaaidok
66 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
II. Ambitie voor het aantrekken van scheepvaartbedrijven
Het ligt niet voor de hand dat reders een thuishaven kiezen om zich te vestigen naar gelang de scheepvaart die ze er realiseren. Toch kozen er een aantal specifiek voor Oostende. Geosea, uitbater van de grote installatieschepen (Deme groep) heeft een vestiging in het Rebo gebouw, OWA (Offshore Wind Assistance) en Windcat zijn eveneens in de cluster gevestigd. GEOxyz, specialist in surveys op zee (ondertussen wereldwijd) vestigde zich op de vroegere Beliard site vanwaar hij het beheer en onderhoud doet van de vloot van ondertussen 17 schepen. Alles laat voorzien dat de vloot van installatieschepen en zeker van de offshore serviceschepen nog sterk zal stijgen. Voor het aan- en afmeren, het veilig laden en lossen van de service schepen (crew transfer vessels) zijn door AGHO volledig uitgeruste pontons gebouwd, één (24 m lang) per windmolenpark. Op heden zijn 4 pontons in gebruik, de andere worden voorzien te bouwen naargelang de windmolenparken in operatie gaan. Voor het onderhoud van deze schepen is in Oostende op dit ogenblik IDP een belangrijke speler. Deze werf kende een duidelijke groei de voorbije jaren en werkt bijvoorbeeld ook voor de Britse projecten. In de toekomst is het een –wat vermetele- ambitie om ook in de sector van de scheepswerven extra capaciteit en dus extra jobs aan te trekken. De Beliardsite is daarvoor de meest aangewezen lokatie.
C. ONDERNEMINGSPLAN | 67
het boeienplein van de afdeling VLOOT
MRCC
68 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
III. Oostende is de thuishaven voor Vloot en voor de diensten van de Vlaamse overheid De afdeling VLOOT, reder van de Vlaamse Overheid heeft zijn hoofdvestiging in Oostende (Winston Churchillkaai). Met meer dan 300 personeelsleden is VLOOT de grootste werkgever in de haven. VLOOT heeft naast zijn hoofdzetel een terrein ter beschikking aan kaai 606-607 waar werkplaatsen, magazijnen, technische diensten en het boeienplein zich bevinden. In 2015 is de aanbesteding te verwachten van de vernieuwbouw van kaai 101 ter hoogte van het huidige hoofdgebouw van VLOOT. Daarmee ontstaat een terrein van zo’n 7 000 m2 door nieuw gewonnen terrein aan de nieuwe kaai samen met de vroegere fast-ferry terminal. Het is de bedoeling dat de installaties die zich nu op kaai 606 bevinden, overgeplaatst worden naar kaai 101-102 waardoor een concentratie van alle activiteiten plaats vindt en een efficiëntere uitbating mogelijk wordt. Oostende is ook de vestigingsplaats van het MRCC – Maritime Rescue & Coordination Centre. Samen met de diensten van afdeling Scheepvaartbegeleiding zijn ze gevestigd in het vroegere bestuursgebouw van de vismijn, door AGHO verbouwd. In het administratief centrum (Hazegras) bevinden zich verder de diensten van MDKKust en afdeling Maritieme Toegang.
C. ONDERNEMINGSPLAN | 69
VLIZ
publicaties VLIZ
GreenBridge
golfbad in Nantes
business catalogue Flanders Maritime Cluster
70 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
Iv. Innovatie, onderzoek en ontwikkeling
De basis voor een duurzame ontwikkeling steunt op innovatie, gedragen door onderzoek en ontwikkeling. In de domeinen gebruik van de zee en duurzame energie, speerpunten van de ontwikkeling van de haven, is al heel wat gerealiseerd. Het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) heeft ondertussen een wereldwijde reputatie in de documentatie en coördinatie van wetenschappelijk onderzoek op zee. Daarnaast heeft het VLIZ de bijzondere opdracht om de huisvesting en ondersteuning van het UNESCO/IOC Project Office for IODE de verzorgen. Het succes zette andere internationale organisaties aan de ondersteuning van VLIZ in Oostende op te zoeken: JPI Oceans, European Marine Board en het Europees Mariene Observatie en Datanetwerk (EMOD net). VLIZ is gevestigd in gerenoveerde pakhuizen van de Vismijn, waarvoor een plan is ingediend voor afbraak en nieuwbouw door de Vlaamse Visveiling. In die optie dient VLIZ een nieuw onderkomen te vinden. Oostende is al lang de vestigingsplaats van het ILVO – Visserijonderzoek. Hier ontstaan meer een meer raakpunten met de windmolenparken als broed- en kweekplaatsen voor het visbestand en de mogelijkheden tot bepaalde vormen van aquacultuur in de parken. In het Havengebouw bevindt zich al meer dan 10 jaar de European Aquaculture Society (EAS). EAS werd opgericht in 1975 in Oostende ter gelegenheid van het 10de Europees Symposium voor Marine Biologen en heeft sindsdien de taak de coördinatie en coöperatie tussen de vele Europese onderzoeksgroepen op gebied van aquacultuur te bevorderen en te documenteren. Het Greenbridge Incubatiecentrum (UGent), ooit een initiatief van AGHO biedt plaats aan jonge bedrijven in de duurzame energiesector en stimuleert gebruik en ontwikkeling van duurzame energie met een uitgebreid programma van events en conferenties. Eraan verbonden is ook het energiekennisplatform Power-Link. Een grote stap voorwaarts in het onderzoek voor constructies op zee is het voornemen om op de site Greenbridge een sleeptank en een golfbassin te bouwen. Dit zijn grote constructies die levensecht zee-situaties op schaalmodellen kunnen simuleren. Het betreft een samengaan van het Waterbouwkundig Laboratorium, UGent, KULeuven en afdeling Maritieme Toegang. Het is een onontbeerlijke schakel voor het onderzoek ter ondersteuning van de ontwikkeling van de geplande constructies als het stopcontact op zee, het energieatol en Vlaamse Baaien. AGHO is stichtend lid van Flanders Maritime Cluster, gehuisvest in het Havengebouw, ondertussen uitgegroeid tot een clusterorganisatie van de maritieme industrie met meer dan 100 leden. POM West-Vlaanderen is hiervan de drijvende kracht. FMC is ook partner in Europese projecten als Energetic Algae en Zeetex, beide in verband met algenkweek op zee. De private partner is het West-Vlaamse wereldbedrijf Sioen dat met industrieel textiel het substraat voor de algenkweek produceert. C. ONDERNEMINGSPLAN | 71
Laminaria
72 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
v. Intensieve internationale samenwerking
Havenbeheer, logistiek, hernieuwbare energie en de uitbouw van de maritieme industrie ontwikkelen zich bij uitstek in een Europese en internationale context: de onderhandelingen tot het uittekenen van de logistiek Ten-T corridors en de vastlegging van de Agenda for Blue Growth, geven aan dat de uitdagingen internationaal gedefinieerd worden. In deze Europese context bekleden kleinere havens en hun maritieme kennis een prominente plaats: zij verzorgen de banden tussen de regionale economieën en fungeren als bruggenhoofd tussen de zee en het directe hinterland, waar landbouw, visserij, industrie en toerisme de levensaders vormen van de kustgemeenschappen. Om deze en andere redenen heeft AGHO het voortouw genomen om regionale en internationale netwerken uit te bouwen om zich beter te profileren in deze internationale wereld en om kennis te delen met soortgelijke partners. Hieronder een overzicht van de projecten die nog lopen. In 2009 heeft AGHO samen met de haven van Zeebrugge de BCCP opgericht: de Belgian Coast Cruise Ports. Gezien het feit dat de havens van Oostende en Brugge hetzelfde toeristische hinterland bespelen voor hun respectievelijke cruisegasten, werden de handen in elkaar geslagen en wordt jaarlijks een gemeenschappelijke cruisebrochure uitgegeven ten behoeve van de internationale cruiserederijen. Dit jaar nemen beide havens de unieke kans te baat om hun infrastructuur en hun hinterland gezamenlijk voor te stellen aan de vergadering van de Itinerary Planners in Miami op de cruisebeurs. Tot nu toe geldt deze samenwerking als het enige valabele voorbeeld van concrete havensamenwerking in Vlaanderen. In 2009 heeft AGHO het voortouw genomen om samen met Engelse, Franse en Nederlandse havens een actieve havensamenwerking op te zetten in het kader van het project PATCH : Ports Adapting to Change. In dit project hebben de havens in de Kanaalzone en de Zuidelijke Noordzee nauw samengewerkt om te onderzoeken op welke manier de industrie van de hernieuwbare energie een meerwaarde kan betekenen voor hun werking en de ontwikkeling van de haven en havengemeenschappen. Zo werden een aantal nieuwe technologieën geïnstalleerd en samen geëvalueerd, zoals verwarmingssystemen, die functioneren op basis van zeewater, of het hergebruik van restwarmte voor landbouwtoepassingen. Daarnaast hebben deze havens ook onderzocht op welke manier zij een economische rol kunnen spelen bij de uitbouw van de offshore windparken, zowel op het vlak van installatie als op het vlak van het onderhoud van deze parken. In 2010 heeft AGHO het initiatief genomen om samen met SEEDA (=South East England Development Agency) een havensamenwerking uit te bouwen in de Noordzee-regio, samen met Deense, Noorse, Schotse, Duitse en Nederlandse Kleine en Middelgrote Ondernemende havens.
C. ONDERNEMINGSPLAN | 73
SEANERGY PORTS
united in offshore wind
74 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
Aandachtspunt in deze samenwerking zijn de mogelijkheden tot economische diversificatie van de havenactiviteiten: op welke manier kunnen Kleine en Middelgrote Havens nieuwe inkomsten aanboren en zich zo beter wapenen tegen de bikkelharde concurrentie in de logistieke markt en anderzijds een grotere meerwaarde scheppen voor de regio. Ook de verbetering van de interne ontsluiting van de Kleine en Middelgrote havens was een centraal thema, aangezien alle investeringen geconcentreerd worden in de Grote havens. Er werden initiatieven genomen om samen het hoofd te bieden aan nieuwe Europese regelgevingen. Tenslotte werd er ook gewerkt aan de inbedding van de havens in een stedelijke omgevingen: aandachtspunt hierbij is hoe Kleine en Middelgrote Ondernemende Havens een eerlijke juridische kans kunnen krijgen om hun kernactiviteiten uit te voeren, zonder af te glijden in een verhaal van verkavelingen en bouwprojecten. Belangrijk resultaat van dit project is de lancering in 2014 van het SEANERGY-netwerk, dat uitgebouwd wordt tot een platform voor kennisuitwisseling tussen havens die actief zijn in de installatie en het onderhoud van windparken en waarbij REBO NV als ankerpunt fungeert. In 2012 tenslotte heeft AGHO een nieuw project gelanceerd, BEPPO (Blue Energy Production In Ports) om samen met UGent, Schotse, Noorse en Deense partners te onderzoeken op welke manier de Kleine en Middelgrote Havens een rol kunnen spelen in de innovatie en de uitbouw van de blauwe energie. Het is een kleiner project dat de nodige gegevens moet verzamelen om de rol van de havens beter te definiëren en hoe de aanwezige maritieme kennis en dienstverlening in havens beter kan aangeboord worden. Daarnaast neemt AGHO zelf als partner deel aan verschillende andere projecten, waarbij de samenwerking met andere havens, industriële partners of innovatiecentra de nodige inspiratie geven tot het uitvoeren van verbeterede investeringen in de haven. Geslaagde voorbeelden zijn Foodport en Intrade. In het licht van de verschillende economische ontwikkelingen in AGHO is het de bedoeling om de internationale dimensie van deze acties verder uit te bouwen.
C. ONDERNEMINGSPLAN | 75
Ostend Spirit
76 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
vI. Ferryhaven
Oostende als ferry haven met de verbinding naar het Verenigd Koninkrijk als speerpunt heeft een geschiedenis van meer dan 160 jaar. Even leek het einde in zicht met stopzetten van RMT in 1997 en de problemen die zich naderhand voordeden met de passagierstrafiek (Holyman, Hoverspeed), doch met de komst van Ferryways en de dynamiek van Transeuropa Ferries was een bloeiperiode aangebroken. De ferrytrafiek bestond quasi uitsluitend uit rollende vracht (roll on – roll off), truck-trailer combinaties of trailers afzonderlijk. De trafiek groeide tot zo’n 300 000 stuks per jaar. Aan dit alles kwam een abrupt einde na de overname van Ferryways door Cobelfret en de stopzetting van alle Cobelfret activiteiten in 2009. Het familiale Transeuropa zat met een opvolgingsprobleem sinds 2010 en ging finaal bankroet in april 2013. Oostende werd meer dan ooit geconfronteerd met het grote nadeel van een kleine haven: afhankelijk van één à twee grote klanten en geen fysieke mogelijkheid anderen plaats te geven. Het risico was groot en heeft zich helaas bewaarheid. De haventoegang werd inmiddels verbeterd (een plan uit 2000, gerealiseerd in 2013) om schepen tot een lengte van 200 m toe te laten. De evolutie staat echter niet stil en vele roro schepen zijn ruim over de 200 m. Zijn er dan geen kansen meer voor een ferry verbinding? We durven geloven van wel. Oostende heeft bewezen dat het niet kampte met een gebrek aan trafiek. Zeker op de korte route (Oostende-Ramsgate) is er tot op de laatste dag een overaanbod geweest van transportbedrijven en hun truckers die een voorliefde hadden voor Transeuropa en de voordelen die de haven en de lijn konden bieden. Met aangepaste schepen (ook Ramsgate heeft zijn limieten) en een uitgekiende uitbating is een rendabele lijn mogelijk. De drempel om een nieuwe lijn te starten ligt echter zeer hoog: minimum 2 schepen met voldoende capaciteit, een nieuwe organisatie opzetten en een opstartperiode doormaken. De Haven heeft met verscheidene consortia de mogelijkheden bestudeerd. Enkele blijven geïnteresseerd maar tot een realisatie komt het vooralsnog niet. Veel hangt af van de economische omstandigheden. Specifiek voor de Kanaalroute spelen een aantal factoren een grote rol: de moordende concurrentie vnl. met de tunnel, de positie van My Ferry Link (het vroeger Seafrance), de fuel kost, mede in relatie met de nieuwe voorwaarden op SOx en NOx uitstoot. Het dossier wordt continu opgevolgd en de contacten onderhouden om de mogelijkheden open te houden in het licht van wijzigende marktomstandigheden. C. ONDERNEMINGSPLAN | 77
Silver Cloud
Princess Danea - turn around cruise brochure cruises Oostende - Zeebrugge
78 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
vIi. passagierstrafiek en cruises
De zuivere passagierstrafiek via jetfoils, catamarans of andere vormen van high speed ferries op het Kanaal zijn volledig verdwenen wegens onrendabel. De komst van de Eurostar en de lage kost vliegtuigmaatschappijen hebben de doodsteek gegeven aan dit soort van passagierstransport. Er zijn nog enkele regelmatige lijnen die passagiers met auto’s of bussen meenemen als toevoeging op de vrachttrafiek. Voetpassagiers kunnen in Calais nog enkel inschepen tussen 08.00 uur en 19.00 uur. De cruises daarentegen is een heel andere markt met een heel ander publiek. Sinds een aantal jaar hebben de havens van Oostende en Zeebrugge de handen in elkaar geslagen voor het gezamenlijk promoten van het hinterland aan de verschillende cruiserederijen. Deze aanpak werkt zeer goed en heeft als gevolg dat het aantal aanlopen van cruiseschepen in beide havens is gestegen de laatste 10 jaar. In de praktijk zien we dat een cruiserederij, wanneer mogelijk, opteert om Oostende aan te lopen omdat men in de stad zelf aanmeert. Het is echter wel zo dat slechts 15% van de vloot actief in Noord-Europa de gepaste dimensies heeft om Oostende aan te lopen, waardoor Oostende jaarlijks gemiddeld mag mikken op een twintigtal cruises.
C. ONDERNEMINGSPLAN | 79
tanks GFS
kanaal Oostende - Gent
Swalinge - 16-06-2014 - zand
80 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
vIii. Bulk & General cargo
Trafieken van bulk en general cargo blijven de nodige aandacht krijgen. Een aantal bedrijven investeerde in 2014 nog in extra opslagcapaciteit (Verhelst Logistics, Logghe, Fesil) wat resulteert in een verdere ontwikkeling van een aantal nicheactiviteiten zoals sepeoliet (kattenbakvulling), ferrosilicium, boomstammetjes, pellets, e.a. Hier is nog ruimte voor verdere ontwikkeling. De grootste tonnage betreft zand en grint, een trafiek waar drie terminals in actief zijn. Groot voordeel is dat deze terminals in de voorhaven gelegen zijn met rechtstreekse korte toegang tot de zee waardoor de cyclus baggeren-lossen zeer efficiënt verloopt. De verhandelde hoeveelheden zijn sterk afhankelijk van de conjunctuur in de bouw, specifiek in openbare werken. De ontwikkeling van bulk en general cargo via zeevaart is spijtig genoeg beperkt door de restricties van de Demey-sluis die toegang verleent tot de achterhaven. De sluis werd door aMT wel gerenoveerd maar de afmetingen (124 x 18 x 4,5 m) zijn nog steeds deze van bij de constructie in 1905. Dit betekent dat slechts kleine coasters (tot zo’n 3 000 Ton) de achterhaven kunnen aandoen. Op het kanaal is de toegang nog beperkter door de bocht na de doksluis en een scheepslengte van 110 m is zowat het maximum. Alles bij mekaar realiseerde de bulk en general cargo een volume van 1 431 450 Ton, een stijging van 4% t.o.v. 2013. De achterhaven en kanaal zijn dan wel geschikt voor de binnenvaart tot 1 350 Ton. Een aantal bedrijven maakt daar frequent gebruik van. Vanaf 2011 is de binnenvaart trafiek beginnen stijgen van zo’n 150 000 Ton naar een 250 à 300 000 Ton nu. Het opvullen van de tanks van GFS, grotendeels in 2013 zorgde voor een piek van 322 000 Ton in 2013. In 2014 werd een volume gerealiseerd van 264 000 Ton. Top Mix, een bedrijf uit de groep Verhelst dat vervuilde gronden saneert, is een nieuwe gebruiker van meer en meer binnenvaart. Verder is ook de chemische site (Proviron Functional Chemicals, Proviron Basic Chemicals, Huber) een gebruiker van de binnenvaart (en in beperkte mate van zeevaart). Proviron produceert ook Biodiesel, wat ook van binnenvaart gebruik maakt. Op Plassendale 2 bevinden zich ook twee biofuel centrales die elektriciteit produceren uit oliën en vetten. Al die activiteiten zijn uitermate geschikt om zich te bevoorraden, gedeeltelijk ook af te voeren via de binnenvaart. Bottleneck is het ontbreken van uitgeruste aanlegsteigers langs het kanaal.
C. ONDERNEMINGSPLAN | 81
Paula Anna
82 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
De enige geschikte kaai is de kaai 740 aan de zwaaikom op Plassendale 1. Daar wordt nu veelal gelost in vrachtwagens en dan naar de overzijde getransporteerd waar de bedrijven zich bevinden. Dit is geen efficiënte methode. Daarom moet onderzocht worden hoe op een financieel haalbare manier extra steigers mogelijk zijn.
C. ONDERNEMINGSPLAN | 83
84 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
IV. Investeringen nodig voor dit ondernemingsplan De uitvoering van het ondernemingsplan vergt investeringen van verschillende actoren : het Vlaams Gewest, AGHO en Rebo. De maritieme toegankelijkheid moet verzekerd blijven en de evolutie in de offshore installatie- en andere schepen kunnen volgen. De contractors en subcontractors moeten huisvesting kunnen bekomen. We geven hieronder kort deze vereiste investeringen weer.
1. Investeringsprogramma Vlaams Gewest • Verbreding ter hoogte Halve Maandijk • Verbouwing kaai 101 • Bouw van sleeptank en golfbassin
2. Investeringsprogramma Rebo • Versterking kaai 604 • Aanpassen en ontwikkelen van terreinen in functie van de projecten • Voorzien accommodatie
3. Investeringsprogramma AGHO • Ontwikkeling volgens masterplan uitbouw van de windenergiecluster Oosteroever (kaaiterreinen, accommodatie, wegenis, energievoorziening, etc.) • Aanlegpontons voor crew transfer vessels • Veiligheid- en beveiligingsvoorzieningen
C. ONDERNEMINGSPLAN | 85
86 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
D|
STRUCTUUR AG HAVEN OOSTENDE
D. STRUCTUUR AG HAVEN OOSTENDE | 87
1. RAAD VAN BESTUUR
DIRECTIECOMITE
gedelegeerd bestuurder: Gérard Paul bestuurder directeur: Tommelein Bart t.e.m. 22/12/2014, daarna Casteur Sara bestuurder directeur: Pannecoucke Eddy bestuurder directeur: Vandecasteele Jean bestuurder directeur: Geldhof Niko t.e.m. 22/12/2014, daarna Vande Lanotte Johan
RAAD VAN BESTUUR
Aftab Shaireen Casteur Sara Claeys Kurt de Bethune Jean De Vriendt Wouter De Vyt Patrick Denys Jan Dobbelaere Karin Geldhof Niko t.e.m. 22/12/2014, daarna Vande Lanotte Johan Gérard Paul Mees Jan Monsaert Stefanie Pannecoucke Eddy Tommelein Bart t.e.m. 22/12/2014, daarna Friedrich Sabine Vandecasteele Jean Vandenberghe Steve Verkeyn Charlotte Veulemans Hilde voorzitter: Vandecasteele Jean t.e.m. 21/12/2014, daarna Vande Lanotte Johan secretaris Directiecomité en Raad van Bestuur: Bonny Patrick
GEWESTELIJK HAVENCOMMISSARIS
Colpaert Toon
COMMISSARISSEN
Deloitte Bedrijfsrevisoren vertegenwoordigd door Van Vlaenderen Dirk Lesaffre Martine Labens Karel
88 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
2. werking
Het Autonoom Gemeentebedrijf Haven Oostende (AGHO) heeft 18 bestuurders, bestaande uit 11 gemeenteraadsleden en 7 deskundigen, die gemiddeld éénmaal per trimester vergaderen. Daarnaast komt een directiecomité, bestaande uit 5 bestuurders, om de 14 dagen bij elkaar om over de lopende zaken te beslissen. Het dagelijks bestuur tenslotte wordt verzorgd door Paul Gérard als afgevaardigd bestuurder. Hij staat aan het hoofd van een team met 5 diensten die 44 personen tewerkstellen. De 5 diensten zijn Administratie & Financiën, Technische dienst, Nautische dienst, Milieudienst en de Commerciële dienst. Daarnaast heeft het Autonoom Gemeentebedrijf Haven Oostende een aantal filialen: - de nv Multitech (100%) die ontstaan is in de schoot van de werkplaats en die opdrachten uitvoert voor derden, voornamelijk in het domein van de oppervlaktebehandeling van diverse materialen en technische service aan de offshore industrie. Nv Multitech beheert ook het industrieterrein Plassendale 4. - de nv E-Port Communications Systems (50%) die het havenbeveiligings- en communicatiesysteem aanlegt, beheert en uitbreidt wanneer de opportuniteit zich voordoet - de vzw Power-Link om structuur te geven aan de inspanningen omtrent hernieuwbare energie - De nv Greenbridge incubatie- en innovatiecentrum waarin AGHO deelneemt voor 8,6% van het kapitaal - De nv Rebo - Renewable Energy Base Ostend (15%) die tot doel heeft op te treden als logistiek ontwikkelaar in de haven van Oostende op bepaalde terreinen ten dienste van hernieuwbare energie - De nv Oostende Trade (100 %), het vroegere Beliard, overgekocht door AGHO in 2011 en dat bestemd is als investeringsvehikel om de site terug leven in te blazen.
D. STRUCTUUR AG HAVEN OOSTENDE | 89
90 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
E|
JAARREKENING
E. JAARREKENING | 91
92 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
kerncijfers
De totale opbrengsten van het boekjaar 2014 bedragen 9.322.358 euro. De kosten bedragen 9.173.213 euro, waarvan 3.002.639 euro afschrijvingen die gedeeltelijk gecompenseerd worden met de kapitaalsubsidies op de infrastructuur ten belope van 1.155.040 euro. De over te dragen winst van het boekjaar is 149.145 euro. De cash-flow bedraagt 1.996.744 euro. Op een balanstotaal van 38.290.093 euro bedraagt het eigen vermogen 31.494.554 euro. Voor infrastructuurwerken werd in 2007 een lening op 15 jaar afgesloten van 1.950.000 euro waarvan op balansdatum reeds 687.933 euro was terugbetaald.
B. ACTIVITEITENVERSLAG | 93
94 | JAARVERSLAG PORT OF OOSTENDE 2014
resultatenrekening op 31 december 2014
70 Omzet 71 Toename (afname) in de voorraad 72 Geproduceerde vaste activa 74 Andere bedrijfsopbrengsten 75 Kapitaalsubsidies 75 Intresten en andere financiële opbrengsten 76 Uitzonderlijke opbrengsten BEDRIJFSOPBRENGSTEN 60 Handelsgoederen, grond- & hulpstoffen 61 Diverse goederen en diensten 62 Bezoldigingen 63 Afschrijvingen en waardeverminderingen 64 Andere bedrijfskosten 65 Financiële kosten 66 Uitzonderlijke kosten 67 Belastingen op het resultaat BEDRIJFSKOSTEN
Resultaat van het boekjaar
5.543.825,31 0,00 213.516,11 2.354.257,84 1.155.039,97 55.718,55 0,00 0,00 -3.418.664,29 -2.329.908,96 -3.002.638,64 -345.300,26 -62.873,33 0,00 -13.827,74
9.322.357,78
-9.173.213,22 149.144,56
B. ACTIVITEITENVERSLAG | 95