Informatiepakket over meisjesbesnijdenis en nazorg
Voor docenten en het zorgteam in het (ISK) onderwijs
KENNIS- EN ADVIESCENTRUM
Informatiepakket over meisjesbesnijdenis en nazorg
Voor docenten en het zorgteam in het (ISK) onderwijs
Colofon Samenstelling: Medewerkers No Game, jongerenvoorlichting over VGV Pharos / No Game Arthur van Schendelstraat 620 Postbus 13318 3507 LH Utrecht Telefoon 030 2349800 E-mail
[email protected] www.pharos.nl / www.no-game.nl © 2013, Pharos, Kennis- en adviescentrum migranten, vluchtelingen en gezondheid Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door druk, fotokopie of microfilm of op een andere wijze zonder voorafgaande schriftelijke toestemming.
4
Inleiding
Op uw school heeft een voorlichting door de vrijwilligers van No Game plaatsgevonden. Of u bent als docent om andere redenen geïnteresseerd in het onderwerp meisjesbesnijdenis/vrouwelijke genitale verminking (vgv). Een heftig onderwerp dat (voor, tijdens of na de voorlichting) mogelijk veel los kan maken bij leerlingen. Daarom vinden wij het belangrijk dat er vanuit uw school mogelijkheden voor nazorg zijn. We willen u daar graag vanuit Pharos (programma VGV) zoveel mogelijk bij ondersteunen. Bij deze geven we u dan ook meer informatie over de mogelijkheden op het gebied van nazorg rondom meisjesbesnijdenis. Meisjesbesnijdenis kan ernstige lichamelijke en/of psychosociale gevolgen hebben. Uit ervaring weten we dat meisjes en vrouwen die besneden zijn hun eventuele klachten vaak niet aan de besnijdenis koppelen. Voor hen hoort het bij ‘het vrouw zijn’. Ook is de drempel om hulp te zoeken soms hoog, door bijvoorbeeld angst, schaamte, gebrek aan kennis en taalproblemen. Daarnaast speelt soms de misvatting een rol, dat het in Nederland verboden zou zijn om besneden te zijn. Dit is niet het geval. Uiteraard is het uitvoeren van een besnijdenis bij een meisje of het daaraan meewerken wel strafbaar in Nederland. Als docent of zorgverantwoordelijke kunt u een belangrijke rol spelen bij de (na)zorg voor een meisje/vrouw die te maken heeft met gevolgen van meisjesbesnijdenis. Ook bij de signalering van een aanstaande besnijdenis heeft u een rol van betekenis. Het herkennen van signalen is daarbij belangrijk en kan gebruikt worden als aanleiding om het onderwerp (nogmaals) ter sprake te brengen. In de klas, of met een meisje individueel. Daarnaast is het van belang op de hoogte te zijn van de doorverwijsopties. Tot slot geven we u nog een aantal tips om het onderwerp ter sprake te brengen. In de bijlage vind u algemene informatie over meisjesbesnijdenis; waar komt het voor, hoeveel, bij wie, waarom en mogelijke gevolgen. Wilt u na de voorlichting verder praten over meisjesbesnijdenis in de klas? Een voorlichting van No Game kan veel losgemaakt hebben bij leerlingen. Het kan dan goed zijn om klassikaal en/of met leerlingen individueel na te praten over het onderwerp. Het is natuurlijk ook belangrijk dat leerlingen weten dat zij met eventuele vragen, angsten of problemen terecht kunnen bij u of een collega. Tijdens of kort na de les over meisjesbesnijdenis verdient het aanbeveling om dat in de klas expliciet te benoemen. Te laten weten bij wie meisjes (of jongens) in de school met vervolgvragen terecht kunnen. Concreet met naam en toenaam. Heeft u behoefte aan lesmateriaal om meisjesbesnijdenis verder te bespreken met de klas? Dan kunt u de Lesmap Meisjesbesnijdenis bestellen. In samenwerking met de Rutgers WPF heeft Pharos een lesmap voor het onderwijs samengesteld. Het doel daarvan is dat leerkrachten meisjesbesnijdenis in de klas bespreekbaar kunnen maken. Uitgangspunt van het lesmap is het integreren van kennis over meisjesbesnijdenis en de gevolgen ervan binnen de reguliere voorlichting en seksuele vorming. De doelgroep is het basis- en voorgezet onderwijs (VMBO en HAVO/VWO). De lesmap bestaat uit lesmateriaal over meisjesbesnijdenis en de gevolgen ervan. Het kan aansluiten bij de reguliere seksuele vorming en past in vakken als biologie, levensbeschouwing en maatschappijleer. De lesmap kost € 20,- en is te bestellen via de website van Rutgers WPF (www.rutgerswpf.nl).
Voor nadere informatie over No Game en Pharos: Zie www.no-game.nl en www.pharos.nl
5
Geruchten en signalen m.b.t. meisjesbesnijdenis
Het is belangrijk alert te zijn op signalen van meiden die afkomstig zijn uit landen waar meisjesbesnijdenis voorkomt. Signalen die er op kunnen wijzen dat een meisje of bijvoorbeeld haar jongere zusje het risico loopt om besneden te worden: • • • •
Er circuleren geruchten over een komende besnijdenis (bij het meisje); Er is een buitenlandse vakantie gepland; Er is een verhuizing aanstaande; Het meisje laat voorzichtig zelf iets los
De volgende signalen kunnen een aanwijzing zijn dat een meisje (recent) is besneden: • • • • • • • • • • •
Het meisje is ziek geweest in de vakantie; Er is sprake van schoolverzuim; Het meisje ziet er gedurende lange tijd slecht uit; Het meisje reageert anders dan voorheen; Ze gaat lang naar het toilet; Ze klaagt over buikpijn; Ze kan zich niet goed concentreren; Ze is stil en teruggetrokken; Ze reageert gesloten of afstandelijk; Ze blijft weg van gezondheidsonderzoeken; Het meisje kan weigeren mee te doen met bepaalde oefeningen of spellen zoals atletiek, springen en fietsen omdat het litteken haar teveel pijn doet.
Verhalen en geruchten zijn niet altijd de juiste signalen. Het is belangrijk om altijd eerst na gaan hoe de geruchten zijn ontstaan en waar de verhalen vandaan komen. Een valkuil is om élke vakantie te zien als een ‘risicovakantie’ of elke vakantieziekte op te vatten als ‘ziek van de besnijdenis’. Het is verder goed te realiseren dat in Nederland veel ouders uit landen waar meisjesbesnijdenis voorkomt, wonen die tegen meisjesbesnijdenis zijn. Ouders die hun dochter(s) willen laten besnijden zullen waarschijnlijk hun dochter van tevoren niet vertellen dat zij binnen niet al te lange tijd zal worden besneden. Het kan wel zijn dat het meisje zelf iets vermoedt. Het meisje kan u in vertrouwen nemen als zij zich ergens zorgen over maakt. Dit kan de besnijdenisproblematiek betreffen, maar dat hoeft niet altijd. U kunt haar vertrouwen winnen door haar zorgen serieus te nemen. Het is niet eenvoudig voor een meisje om over meisjesbesnijdenis te praten. Zij kan terughoudend reageren omdat ze bang is voor lastige vragen of afkeurende opmerkingen. Als de besnijdenis al heeft plaatsgevonden, dan draagt het meisje een geheim met zich mee. Het risico dat de besnijdenis gemeld wordt, maakt het voor het meisje extra moeilijk om over de besnijdenis te beginnen. U moet nooit geheimhouding beloven, maar moet wel duidelijk zeggen tegen het meisje dat wat ze vertelt zorgvuldig zal worden behandeld en dat er alleen met anderen over gepraat wordt als u zich zorgen maakt over het welzijn van het meisje. Dit zal ook nooit zonder haar toestemming gebeuren. Het is belangrijk dat u de besnijdenisproblematiek niet te beladen maakt. Een open en actieve houding doorbreekt het stilzwijgen eerder. (Informatie uit ‘Lesmap Meisjesbesnijdenis’, ontwikkeld door Pharos en Rutgers WPF).
6
Wat te doen als school bij signalen van een aanstaande besnijdenis?
Jeugdgezondheidszorg 0 - 19 jaar Bij een twijfelachtige- of reële risico-inschatting op meisjesbesnijdenis: vraag advies als school aan de aandachtsfunctionaris VGV/JGZ of aan de aandachtsfunctionaris kindermishandeling JGZ van de GGD in uw regio. Advies en meldpunt kindermishandeling (AMK) U kunt ook advies vragen aan het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) in uw regio. Elk AMK heeft een aandachtsfunctionaris VGV en hanteert het ‘Handelingsprotocol Vrouwelijke Genitale Verminking bij minderjarigen’. In een aantal gevallen zal het nodig zijn bij het AMK een melding te doen van risico op VGV, als vorm van kindermishandeling. (zie de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld) Landelijk telefoonnummer AMK: 0900 - 123 12 30.
Omgaan met vragen en verwijspaden Het is belangrijk dat leerlingen met een vraag of probleem rondom meisjesbesnijdenis kunnen aankloppen bij iemand die ze vertrouwen op school. Dit kan een docent, vertrouwenspersoon, mentor of iemand uit het zorgteam zijn. Het is belangrijk dat de naam (en het gezicht!) van diegene bij de leerlingen bekend is. Het bieden van een luisterend oor is al erg behulpzaam voor leerlingen. En het is mooi als zij of hij, afhankelijk van de vraag, ook verder kan helpen. Per regio zijn er meer of minder namen en contactgegevens bekend van zorgverleners, sleutelpersonen en organisaties waarmee u contact op kunt nemen voor vragen of advies rondom meisjesbesnijdenis. Vanuit de sociale kaart VGV van Pharos kunt u op de hoogte komen van hun contactgegevens. Een deel van de sociale kaart VGV is te vinden op www.pharos.nl (meisjesbesnijdenis/sociale kaart). Voor contactgegevens van alle andere regionale hulpmogelijkheden VGV kunt u via www. pharos.nl (“Stel uw vraag”) ook per mail of telefoon contact opnemen. Als een leerling graag verder wil praten met een jongere van No Game dan kan dat. Neemt u dan contact met No Game op en er wordt voor gezorgd dat de jongeren gebeld of gemaild wordt door een No Game vrijwilliger. De samenstelling van de No Game groep is erg divers. Er zijn zowel vrouwelijke als mannelijke voorlichters en voorlichters met verschillende afkomsten (Somalië, Eritrea, Ghana, Irak, Rwanda en Nederland). Contactgegevens kunt u hieronder vinden.
Ten behoeve van de sociale kaart hulpmogelijkheden VGV in uw regio: Pharos, Landelijk Kennis- en adviescentrum Migranten, vluchtelingen en gezondheid. Arthur van Schendelstraat 620 Postbus 13318 3511 MJ Utrecht 030-2349800 www.pharos.nl No Game, jongerengroep die voorlichting geeft over meisjesbesnijdenis (onderdeel Pharos) Arthur van Schendelstraat 620 Postbus 13318 3511 MJ Utrecht
[email protected] www.no-game.nl Contactpersonen No Game bij Pharos: Coördinator en projectleider No Game
7
Regionale GGD, afdeling JGZ, vragen naar de aandachtsfunctionaris vgv of aandachtsfunctionaris kindermishandeling Algemene kennis GGD Nederland over de preventie van meisjesbesnijdenis: www.vgv.ggd.nl Spreekuren nazorg VGV In zeven steden in Nederland is een spreekuur speciaal voor meisjes en vrouwen die besneden zijn. Je kunt daar met al je vragen en problemen heengaan of naar bellen. • Den Haag: Spreekuur VGV, Haga Ziekenhuis, afspraak via tel. 06-47008793, maandagochtend • Eindhoven: Spreekuur VGV, Catharina Ziekenhuis, afspraak via tel. 06-54348003, maandagochtend of woensdagochtend • Tilburg/Den Bosch: Spreekuur VGV bij Sense (GGD), afspraak via 0900-3696969 • Groningen en het noorden: Spreekuur VGV bij Sense (GGD), afspraak via 0900-7367366 of
[email protected] • Nijmegen: Spreekuur VGV, Universiteit Gezondheidscentrum, bij huisarts Toine Lagro-Janssen, afspraak via 024-3224340 • Rotterdam: Sleutelpersonen helpen meisjes en vrouwen de juiste hulpverlener te vinden, via telefoon 06-52749975 of 06-52749924 Zie voor de spreekuren ook: www.pharos.nl/meisjesbesnijdenis/socialekaart.nl GGD Sense spreekuur Overal in het land kunnen meisjes en jongens naar het GGD SENSE spreekuur voor jongeren t/m 24 jaar gaan. Onderwerp: Seksuele gezondheid. Zie voor contactgegevens voor GGD SENSE per regio: www.sense.info/sense-in-jouw-regio
Allochtone zelforganisaties en sleutelpersonen Zelforganisaties zijn belangenorganisaties die zijn opgericht voor en georganiseerd door de betrokkenen zelf, meestal etnische minderheidsgroepen. FSAN (Federatie Somalische Associaties Nederland). FSAN is een landelijke koepelorganisatie van diverse zelforganisaties. Zij heeft als hoofddoel optimale participatie van Somaliërs in de Nederlandse samenleving en het versterken van de positie van de Somalische gemeenschap in het algemeen. FSAN doet veel op het gebied van bestrijding van en (na)zorg rondom meisjesbesnijdenis. Dit is niet alleen op Somaliërs maar ook op andere risicogroepen in Nederland gericht. FSAN werkt daarbij samen met organisaties als Pharos en GGD Nederland. www.fsan.nl www.tegenvrouwenbesnijdenis.nl (informatie over meisjesbesnijdenis in het Nederlands, Engels en Somalisch) Contactgegevens regionale sleutelpersonen VGV In iedere regio in Nederland zijn rond vgv geschoolde voorlichters uit de risicogroepen beschikbaar. Deze vrijwilligers kunnen tegen een onkostenvergoeding gevraagd worden gesprekken te voeren of voorlichtingen te verzorgen over vgv. Zowel voor jongeren als voor volwassenen. Neem voor hun contactgegevens contact met FSAN op.
8
Bijlage: algemene informatie over meisjesbesnijdenis Wat is meisjesbesnijdenis? Definitie Meisjesbesnijdenis is een ingreep aan de uitwendige vrouwelijke geslachtsorganen zonder medische noodzaak. Variatie Er zijn verschillende manieren waarop de vrouwelijke geslachtsorganen worden besneden. Er is variatie in de delen van de geslachtsorganen die worden verminkt en in de mate van verminking. Dit hangt af van het lokale gebruik, de wens van de ouder(s) en de besnijd(st)er. Vormen van meisjesbesnijdenis De World Health Organisation (WHO) onderscheidt vier vormen (zie ook de Kaart Typen meisjesbesnijdenis): • Type 1: Gedeeltelijke of totale verwijdering van de clitoris, en/of de voorhuid. • Type 2: Gedeeltelijk of totale verwijdering van de clitoris en de kleine schaamlippen, met of zonder verwijdering van de grote schaamlippen. • Type 3: Vernauwen van de vaginale opening door wegsnijden en aan elkaar hechten van de kleine schaamlippen en/of de grote schaamlippen, met of zonder verwijdering van de clitoris. • Type 4: Alle andere schadelijke handelingen aan de vrouwelijke geslachtsorganen om niet-medische redenen, zoals prikken, piercing, kerven, schrapen en wegbranden. De meest ingrijpende vorm is type 3. Deze vorm zorgt doorgaans voor de meeste gezondheidsklachten. Deze vorm wordt ‘infibulatie’ genoemd. Zie volgende pagina voor afbeeldingen van de verschillende vormen.
Terminologie: vgv of meisjesbesnijdenis? Vrouwelijke Genitale Verminking (vgv) is de letterlijke vertaling van de term die de WHO voor meisjesbesnijdenis gebruikt, namelijk: Female Genitale Mutilation (FGM). Nederland verwerpt het fenomeen meisjesbesnijdenis/vgv, omdat het net als de WHO van mening is dat het gaat om verminking. Vgv is een vorm van kindermishandeling. Daarom spreken we in Nederland in alle officiële stukken richting beleidsmakers, beleidsuitvoerders en intermediaire zorgverleners over vgv. Professionals hanteren term meisjesbesnijdenis Professionals wordt aangeraden om in direct contact met mensen uit de risicogemeenschappen te spreken over meisjesbesnijdenis. In dergelijke gesprekken is het opbouwen van een vertrouwensrelatie namelijk van groot belang. Dan is het nuttig om een niet veroordelende term te gebruiken.

9
A. Normal
B. Type 1
C. Type 2
D. Type 3
Infibulation avec fermeture quasi-complète de la vulve
Avant
10
Après
Waar en hoeveel komt meisjesbesnijdenis voor?
Van oudsher komt meisjesbesnijdenis voor in de zogenaamde VGV-herkomstlanden Van de volgende landen zijn cijfers over de prevalentie van meisjesbesnijdenis beschikbaar: • 28 Afrikaanse landen (zie kaartje volgende pagina) • Jemen • Koerdische autonome regio in Noord Irak. Ook weten we dat meisjesbesnijdenis voorkomt binnen sommige gemeenschappen in India, Indonesië, Israël, Maleisië en Verenigde Arabische Emiraten Daarnaast zijn er geruchten dat meisjesbesnijdenis ook voorkomt binnen gemeenschappen in Colombia, Democratische Republiek Congo, Oman, Peru en Sri Lanka. Door migratie is het gebruik meegenomen naar de zogenaamde VGV-immigratielanden: • Europa • Australië • Nieuw Zeeland • Noord-Amerika Prevalentiecijfers Afrikaanse landen Besneden meisjes en vrouwen in de leeftijd van 15 tot 49 jaar 
11
Ongeveer 100-140 miljoen meisjes en vrouwen ter wereld zijn besneden. Wereldwijd lopen drie miljoen per jaar het risico om besneden te worden, dat zijn 6000 meisjes per dag.
Variatie in prevalentie Tussen landen kunnen grote verschillen bestaan in de mate waarin meisjesbesnijdenis voorkomt. Ook binnen landen kunnen grote verschillen bestaan tussen regio’s. Zo komt meisjesbesnijdenis in Ghana alleen in het noorden van Ghana voor. Meisjesbesnijdenis in Nederland? In Nederland wonen ongeveer 30.000 meisjes en vrouwen die besneden zijn. We gaan er niet van uit dat zij in Nederland besneden zijn, maar dat zij al besneden waren toen ze in Nederland aankwamen. Deze groep kan echter wel veel problemen ondervinden van hun besnijdenis en kan daarvoor medische of psychosociale hulp nodig hebben. 80 Procent van deze vrouwen komt uit Somalië, Egypte, Ethiopië/Eritrea en de Koerdische autonome regio in Irak. Het merendeel van hen is tussen de 20 en 49 jaar oud. Uit recent onderzoek ( 2013 , Marja Exterkate, Pharos) blijkt dat ongeveer 40 tot 50 meisjes die in Nederland wonen het risico lopen om besneden te worden. Het grootste risico lopen meisjes die door hun ouders meegenomen worden op vakantie naar het buitenland (dat kan het land van herkomst zijn maar ook een ander land waar bijvoorbeeld familie woont). 80 Procent van de meisjes in Nederland die het risico lopen besneden te worden is afkomstig uit Somalië en Egypte.
Leeftijd van besnijdenis en hoe gebeurt het? Vgv vindt meestal plaats op de leeftijd van 4 tot 12 jaar. Maar in een aantal culturen wordt een paar dagen na de geboorte al besneden. Ook tot vlak voor het huwelijk kan meisjesbesnijdenis plaatsvinden, een meisje kan dan al ouder dan 16 zijn bijvoorbeeld. De leeftijd waarop meisjes besneden worden kan erg verschillen per regio binnen een land. Zo worden in sommige gemeenschappen in Ethiopië meisjes vlak na de geboorte besneden, terwijl 100 kilometer verderop meisjes vlak voor het huwelijk, bijvoorbeeld op 16-jarige leeftijd, worden besneden. Migratie kan ook bijdragen aan besnijdenis op een andere leeftijd. Een besnijdenis kan georganiseerd worden voor één meisje, maar soms worden alle meisjes van een bepaalde leeftijd in een dorp tegelijk besneden. Het kan gebeuren in het geheim, of juist publiekelijk. Soms zijn er maar een paar mensen bij en in sommige gevallen wordt het juist door velen bijgewoond. Sommige meisjes worden in een kliniek onder verdoving besneden. Traditioneel wordt de besnijdenis uitgevoerd buiten een kliniek, zonder verdoving, onder niet-hygiënische omstandigheden. De besnijd(st)er is vaak een vrouw, een niet medisch geschoold persoon. Zij vervult soms de rol van vroedvrouw; vaak is de besnijd(st)er een traditionele genezeres.
12
Waar komt meisjesbesnijdenis vandaan? De exacte herkomst van meisjesbesnijdenis is niet duidelijk. Er zijn Egyptische mummies gevonden, besneden, daterend van 2000 jaar voor Christus, dus 2700 jaar voor Mohammed. Als traditie wordt de besnijdenis vaak gekoppeld aan de islam. Maar in de koran komt het niet aan de orde als een religieus voorschrift. Er zijn islamitische landen die het besnijden van meisjes niet kennen. Bovendien zijn er ook christelijke volken die meisjesbesnijdenis toepassen. Het pre-christelijke en preislamitische gebruik is in sommige gebieden later verweven is geraakt met het geloof.
Wat zijn de redenen voor meisjesbesnijdenis? Het besnijden of bewerken van de uitwendige genitalia van meisjes is een culturele traditie en is verbonden met opvattingen over reinheid, schoonheid, vrouwelijkheid en seksuele moraal. Ouders laten hun dochter besnijden omdat het meisje anders geen enkele kans heeft ooit een man te krijgen. Om haar toekomst dus veilig te stellen. Huwbaarheid is de meest constante factor, evenals collectiviteit. Mensen zitten namelijk gevangen in hun sociale norm: omdat alle anderen hun dochters laten besnijden, is iedereen gedwongen mee te doen. Veel meisjes en vrouwen zien de ingreep als iets vanzelfsprekends: het hoort erbij, iedereen is immers besneden. De meisjes kunnen trots ervaren als het is gebeurd. Mensen die het gebruik praktiseren, geven onder meer de volgende redenen: • het vergroot haar huwelijkskansen • het beschermt de maagdelijkheid van het meisje • het geeft haar status in de gemeenschap • een geïnfibuleerde vrouw is mooi • het is een teken van een goede opvoeding • het zou een religieus voorschrift zijn
Is meisjesbesnijdenis een religieus voorschrift? Veel moslims hebben de overtuiging dat je besneden moet zijn om een goede moslimvrouw te zijn. Maar meisjesbesnijdenis wordt niet genoemd in de Koran. Als een belangrijk motief voor het handhaven van meisjesbesnijdenis voeren sommige moslims aan dat het volgens een hadith ‘sunna’ is om je dochter te besnijden. Hadiths: mondelinge overleveringen van de Profeet die later op schrift zijn gesteld. Sunna: betekent ‘voorbeeldig gedrag volgens de profeet’. De hadith die mogelijk over meisjesbesnijdenis gaat, zegt ‘Raak aan maar haal niets weg’, ook wel geïnterpreteerd als: ‘Snij niet te diep’. Deze hadith wordt verschillend geïnterpreteerd, ook door Koran-geleerden. Daarom is het volgens vele hooggeleerden binnen de Islam een zwakke hadith en niet logisch deze te volgen. Meisjesbesnijdenis is in ieder geval geen verplichting voor een moslim, omdat het dan in de Koran zou hebben gestaan. Meisjesbesnijdenis wordt ook uitgevoerd onder (Koptische) Christenen maar is ook niet in de Bijbel terug te vinden en binnen het Animisme Animisme: religies waarin animisme voorkomt behoren meestal tot volksgeloof of etnische religies zoals sjamanisme, shinto of bepaalde stromingen binnen het hindoeïsme.
13
Mogelijke gevolgen van meisjesbesnijdenis Meisjesbesnijdenis kan lichamelijke, psychische en seksuele problemen veroorzaken. De kans hierop is groot, zowel kort na de ingreep als op de lange termijn. Bij infibulatie (type 3) komen de meeste klachten voor. Vrouwen en meisjes leggen bij eventuele klachten niet vanzelfsprekend het verband met de besnijdenis. Lichamelijke gevolgen tijdens en direct na de ingreep • Extreme pijn (wanneer de ingreep zonder verdoving plaatsvindt) • Klachten van de urinewegen (pijn bij plassen, ophoping urine in de blaas) • Overmatig bloedverlies • Kans op infectie (locaal, eventueel met abcesvorming, maar ook hepatitis, hiv en tetanus) • Shock • Overlijden Gevolgen op de langere termijn Lichamelijk • Menstruatieklachten • Moeilijke en/of pijnlijke urinelozing • Urineweginfectie • Chronische pijn in onderbuik • Chronische infecties • Subfertiliteit • Littekenvorming met keloid en huidcysten • Vaginastenen • Verhoogde kans op hiv-infectie • Moeilijk inwendig onderzoek (uitstrijkje) • Moeizame bevalling • Medisch ingrijpen om seksuele gemeenschap en bevalling mogelijk te maken Psychosociaal en seksueel • Angst en depressie • Posttraumatische stressstoornis (ptss) • Angst voor seksualiteit • Negatieve invloed op seksualiteitsbeleving • Negatieve invloed op de lichamelijke seksuele respons van vrouwen Bij de ontwikkeling van psychosociale klachten zijn de volgende factoren relevant: • Vorm van meisjesbesnijdenis • Leeftijd waarop een meisje is besneden • Omstandigheden waaronder een besnijdenis is uitgevoerd: met of zonder verdoving en waar • Overtuiging: hoe denkt het meisje zelf over besnijdenis? • Cultuur op zich: hoe makkelijk praten mensen erover? • Migratie naar landen waar besnijdenis verboden is • Houding van echtgenoot/partner bij seks • Middelengebruik (onder andere Qat)
Voor veel nadere actuele informatie over meisjesbesnijdenis: Zie www.pharos.nl/meisjesbesnijdenis
14
KENNIS- EN ADVIESCENTRUM