Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Aan de voorzitter van de Commissie Arbeidsparticipatie pla Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
De heer drs. Ir. P. Bakker Postbus 90801 2509 LV 'S-GRAVENHAGE
--
bf~nl
(070) 373 8759
......
inbreng VNG voor \IW
BA~/U200800619
17 april 2008
werkzaamheden
Geachte heer Bakker, De gemeenten spelen een belangrijke rol bij het verhogen van de arbeidsparticipatie in Nederland. De gemeenten hebben in het Bestuurlijk Akkoord tussen Rijk en VNG, en als medeondertekenaar van de tripartiete beleidsinzet (Participatietop), concrete inspanningen toegezegd op dit vlak. Inmiddels wordt er hard gewerkt aan het verwezenlijken van die afspraken. De analyses die ten grondslag lagen aan die afspraken zijn onverminderd actueel. Het denken binnen gemeentelijke kring over wat nodig is om de participatie van burgers te vergroten heeft sindsdien echter niet stilgestaan. Naast de bovenstaande beleidsmatige rol van de gemeenten bij het verhogen van de arbeidsparticipatie in Nederland onderkent de VNG in haar rol als werkgeversorganisatie van de sector gemeenten dat flexibiliteit van de arbeidsmarkt een belangrijke voorwaarde is om te komen tot een hogere arbeidsparticipatie. De VNG beoordeelt het huidige ambtelijke ontslagrecht als duurder en omslachtiger dan het private ontslagrecht. Deze belemmeringen worden ook onderkend door andere zelfstandige overheidswerkgeversorganisaties. Via deze brief willen wij enige aanvullende accenten leggen vanuit beleidsmatige optiek en werkgeversoptiek bij het verhogen van de arbeidsparticipatie op middellange termijn. Wij gaan er van uit dat u deze overwegingen kunt betrekken bij \IW adviesformulering.
Postbus 30.435 2500 Gil: Cen Hug HUSAulun 12 2S14 IS Cen Hug Tel 010 313 83 93 Fu 010 363 5682 _
.... ng.nl
Oe VNG vertlouwt. Vanaf 1111'lO'lelTlber 2007 is ons bïC'eJijke bezoekadres: Konin;in MarlllaIn 15-11. 25115 GA Den Haag.
1. Beleidsmatige overwegingen a. Gemeentelijke verantwoordelijkheden op sociaal terrein fors toegenomen Gemeenten krijgen en voelen een steeds grotere verantwoordelijkheid voor allerlei doelgroepen aan de onderkant van de arbeidsmarkt De gemeentelijke verantwoordelijkheid op sociaal terrein is als gevolg van decentralisatie fors toegenomen. De omslag van uitkeringsvertrekking naar activering bij de
WI/VB, de introductie van de 1MY10 en overheveling van activiteiten op het AWBZ -terrein zijn daarvan voorbeelden. Instrumenten, die deels door gemeenten, maar ook deels door anderen worden uitgevoerd grijpen meer in elkaar. Gemeenten zien in de praktijk de noodzaak om groepen burgers met een zo integraal mogelijke aanpak te bedienen. Het gaat dan om groepen die een functionele beperking hebben (WAJONG, WlA, WAO, WSW) en groepen die werk loos raken, zonder dat er sprake is van arbeidsongeschiktheid (WW, WI/IIB, IO(A)W». Verder zijn gemeenten verantwoordelijk voor de re-integratie van niet uitkeringsgerechtigde wer1
ons beoogde herschikking is overigens dat huidige wetten niet zonder meer in de huidige vonn kunnen worden gedecentraliseerd. Deze zullen moeten worden voorzien van participatiedoelstellingen. Naar ons idee is het mogelijk om afstand tot de arbeidsmarkt te hanteren als criterium voor de vraag wie verantwoordelijk is voor participatie van burgers. Het gaat hierbij om iemands kansen op toe en herintreding op de arbeidsmarkt. Het zal dan niet meer aard van de inkomensvoorziening die bepaalt
betreft inbrq VNG YQO( uw wero:iIiImhodIn datum 10 ilpril2008
02
wie verantwoordelijk is. De afstand tot de arbeidsmar1d bepaalt welke instrumenten, of mix van instrumenten ingezet kunnen worden. Het doel van beleid is het verkleinen van die afstand tot de arbeidsmarkt. Dan maakt het niet uit welke uitkering betrokkene ontvangt Zowel een gedeeltelijk arbeidsongeschikte als een langdurig werkloze kan geholpen zijn met bijvoorbeeld een loonkostensubsidie. Wij stellen voor dat de gemeenten de regie én verantwoordelijkheid voor de toeleiding naar de arbeidsmarkt van alle burgers met een afstand tot de arbeidsmarkt krijgen. Het gaat om burgers die niet op eigen kracht kunnen terugkeren naar de arbeidsmarkt. Voor degenen die daartoe wel in staat zijn zouden sociale partners verantwoordelijkheid op moeten pakken. In deze herschikking van verantwoordelijkheden heeft het UW geen rol meer in re·integratie. Door deze herschikking kunnen meer burgers gebruik maken van de expertise die bij de gemeenten in de loop der jaren is opgebouwd op dit vlak. Het arbeidsmarktbeleid van gemeenten richt zich op de participatie van burgers, het oplossen van knelpunten op de arbeidsmarkt en bijdragen aan de sociale samenhang. Gemeenten kiezen een integrale benadering van de problematiek, via preventie en nazorg, alsmede het maken van verbindingen met onder meer zorg, onderwijs en economie. d. Instrumenten voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt Mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben vaak een lagere productiviteit. Er is een groep mensen die zonder steun in de rug geen of moeilijk toegang tot de arbeidsmarkt hebben. Het WML is voor deze groepen niet in overeenstemming met de te leveren arbeidsproductiviteit. Wij willen hen in staat stellen loonvormende arbeid te verrichten bil reguliere werkgevers. Hiervoor zijn moderne vormen van loonkostensubsidies noodzakelijk. Beoogd is een regeling waarbij de financiering samenhangt met de zwaarte van de handicap en de daartoe noodzakelijke faciliteiten voor arbeidsinpassing. Dit heeft als voordeel dat er geen speciale arbeidsvoorwaarden hoeven te worden gecreêerct Er kan meer sprake zijn van doorstroom omdat het regulier werk is. De loonwaarde, waarmee op lokaal niveau al ervaringen zijn opgedaan, moet periodiek worden herbeoordeeld. Werknemers krijgen door meer ervaring een betere arbeidsproductiviteit. Ook moet er sprake zijn van flankerende maatregelen zoals begeleiding en nazorg. Voorts is het dienstig participatiebanen te creêren. Participatiebanen zijn banen waarin met behulp van uitkering invulling wordt gegeven aan arbeids -en maatschappelijke participatie. Zij zijn primair beoogd voor een groep uitkeringsgerechtigden met een (zeer) grote afstand tot de arbeidsmarkt. Hoewel re· integratie op langere termijn het streven is, staat vooral maatschappelijke participatie door middel van werk voorop. De primaire doelstelling van de parttcipatiebaan is aldus mensen te betrekken bij de samenleving, waarbij geldt dat verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt een uiteindelijk doel kan zijn. Indien noodzakelijk zullen bepaalde groepen langdurig op een dergelijke voorziening zullen zijn aangewezen. Wetstechnische belemmeringen voor het breder invoeren van participatiebanen moeten worden weggenomen. Voor een beperkte groep mensen die vanwege een functionele arbeidsbeperking niet bij een reguliere werkgever terecht kunnen, moet een voorziening beschikbaar zijn waar mensen in een beschermde omgeving zinvolle activiteiten kunnen vervullen ("beschutte arbeid"). Wij schatten in dat die voorziening bij lange na niet het volume zal bevatten van de huidige SW. In een separate brief aan de Commissie Sociale Werkvoorziening zetten wij onze opvattingen hierover uitvoeriger uiteen. 2. Overwegingen vanuit werkgeversoptiek a. het ambtelijk ontslagrecht De VNG ervaart het huidige ontslagrecht bij de overheid als duur en inflexibel. Dit wordt ondersteund door een recent rapport van het Hugo Sinzheimer Instituut dat helder maakt dat ontslagprocedures bij
betrltt nt>r..-Ig VNG '0'001" Wfwerkullmhodon dltum 10 Ipril2008
03
de overheid lang duren en dat de kosten van ontslag bij de overheid ten opzichte van de markt hoog zijn, 33.000 euro tegenover 17.000 euro. De kosten en complexiteit van ontslag bij de overheid belemmeren in hoge mate de flexibele werking van de arbeidsmarkt en werpen hoge drempels op als het gaat om de aanname van ouderen en tijdelijk personeel bij de overheid. arbeidsmarkt Eén oorzaak van het dure en inflexibele ontslagsysteem bij de overheid is gelegen in het feit dat het ontslagrecht bij de overheid wordt beheerst door het ambtenarenrecht, het bestuursrecht, en niet door het burgerlijk wetboek zoals dat het geval is in de marktsector. Het bestuursrecht stelt hoge eisen aan de werkgever. Daarnaast kan de procedure jaren slepen. Indien tijdens dit lange proces fouten blijken te zijn gemaakt, kan het ontslag worden geweigerd en kan iemand met terugwerkende kracht in dienst blijken te zijn gebleven. Dit is in de marktsector bij zowel de ontslagprocedure via de kantonrechter als bij de procedure via het Cwt onmogelijk. Een andere oorzaak van het dure en inflexibele ontslagsysteem is het feit dat overheidswerkgevers op grond van de wet eigenrisicodrager zijn voor de werkloosheidswet (WN). Dit betekent dat in geval van ontslag de overheidswerkgever zelf de WW-uitkering moet betalen. De gevolgen daarvan zijn ver strekkend. In het geval een werkgever een tijdelijke kracht in dienst neemt, loopt hij het risico om na ontslag een uitkering te moeten betalen waarvan de duur een veelvoud is van die van de duur van het dienstverband. Bij de overheid wordt daarom tijdelijk personeel via een payroll constructie of via een uitzendbureau ingehuurd. Echter, ook aan deze constructies zijn kosten verbonden, waardoor overheidsorganisaties relatief minder gebruik zullen maken van tijdelijke krachten, wat negatief uitwerkt op de vraag naar arbeid en waardoor er op macroniveau bezien, minder banen beschikbaar zijn voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Daarnaast kent de overheid ook een uitgebreid stelsel kent van bovenwettelijke regelingen waardoor werknemers na ontslag niet alleen recht hebben op een uitkering krachtens de WW, maar daarbovenop en vaak ook daarna nog recht hebben op een bovenwettelijke uitkering. Hierdoor kunnen oudere werknemers vaak aanspraak maken op een uitkering tot aan hun pensioengerechtigde leeftijd en betaald door de werkgever. Hoewel de regeling in de sector gemeenten recent is versoberd, blijven de lasten van werkloosheid voor de werkgever door het voortbestaan van het eigenrisÎcodragerschap hoog. Bovenstaande belemmeringen impliceren dat gemeenten en overheidswer1o::gevers zeer terughoudend zijn met het aannemen van ouderen en tijdelijke krachten. Gelet op de kabinetsinzet de arbeidsmarkt te flexibiliseren om mensen met afstand tot de arbeidsmarkt een kans te geven, is dit ee nongewenst effect van het ambtelijk ontslagsysteem met zijn eigen procedures en het eigenrisicodragerschap.. Om de drempels voor de aanname van personeel met een afstand tot de arbeidsmarkt bij de overheid niet groter te laten zijn dan in de marktsector, pleit de VNG voor het afschaffen van het ambtelijk ontslagsysteem en het van toepassing laten zijn van het burgenijk wetboek op de arbeidsverhoudingen van de ambtenaar, zodat de marktsector en de overheidssector in dezelfde, flexibele situatie komen. Daarnaast pleit de VNG voor het matigen van het eigenrisicodragerschap bij de overheid. Een matiging van het eigenrisicodragerschap kan leiden tot het meer gebruik maken van ouderen en tijdelijke krachten bij de overheid, terwijl anderzijds de voordelen van eigenrisicodragerschap, het voorkomen van al te lichtvaardig ontslag, kunnen worden behouden. In dat kader verdient het aanbeveling dat wordt bekeken in hoeverre het bekostigingssysteem van de WVV in beide sectoren, markt en overheid, meer met elkaar in overeenstemming kunnen worden gebracht.
3. Conclusie Het stelsel van sociale zekerheid moet op korte termijn nader worden doordacht met het oog op een zo consistent mogelijke ordening van verantwoordelijkheden. Het doel is te komen tot een transparant stelsel dal ook voor de burger transparant en logisch is. Verdere decentralisatie is noodzakelijk om daarmee de prikkel leggen bij degene die er op kan handelen, of instrumenten heeft om het voortbestaan van het risico ( van arbeidsongeschiktheidl werkloosheid) te beïnvloeden. Gemeenten willen de verantwoordelijkheid nemen voor de participatie van alle burgers met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Tenslotte verdient het aanbeveling het ontslagrecht bij de overheid te baseren op het burgerlijk wetboek en te komen tot een matiging van het eigenrisicodragerschap van de overheid. Dit is in het belang van de flexibiliteit, de arbeidsparticipatie van ouderen en tijdelijke arbeidskrachten, Hoogachtend,
Verenigin
Nederlandse Gemeenten
---
!lJ'Ólaé<%inmr SE Korthuis, voorzitter directieraad
05