In deze uitgave o.a.: Opheffing Tankbataljons Tankontwikkelingen: Verenigde Staten 50 jr Nederlandse cavalerie in Duitsland
Japanse tanks in Nederlandse dienst Jaargang 73 - uitgave 330 nummer 1 - 2012
1812 - In de voetstappen van Napoleon
VIDEO-OBSERVATIE Video-observatie is niet meer weg te denken uit onze samenleving. Er is steeds meer behoefte aan video-observatie oplossingen zowel in tijdelijke als permanente situaties. Video-observatie als ondersteuning voor de handhaving van openbare orde en veiligheid. Heijmans heeft een aantal oplossingen, die uitermate geschikt zijn voor de inzet bij evenementen, openbare orde vraagstukken, en wegwerkzaamheden. Deze oplossingen zijn voornamelijk gebaseerd op draadloze video overdracht en zijn geschikt voor inbouw in voertuigen en motoren. Voor de Inframarkt heeft Heijmans een camera ontwikkeld die onder alle omstandigheden maximale prestaties kan leveren. De camera is een samenstelling van een professionele videocamera ondergebracht in een zeer hoogwaardige buitenbehuizing. Deze Infracamera is uitermate geschikt om toe te passen zowel als observatie camera (bv. bij spits of plusstroken) en als incident management camera. Deze oplossing leent zich ook uitstekend voor de observatie van bedrijventerreinen en binnensteden.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Anthony Elbers 06-54982293 Heijmans Communicatie & Beveiliging, Postbus 498, 5600 AL Eindhoven Kijk op www.heijmans.nl of bel 040 295 7100
High End Security: Voor de High End Security markt heeft Heijmans diverse Security oplossingen zoals een volledig stand Alone Thermische camera geschikt voor onder andere Defensie doeleinden. Deze totaaloplossing bestaat uit een bestuurbare thermische camera op een kantelbare mast van minimaal 6 meter en heeft een interne stroomvoorziening goed voor tenminste 25 dagen. De mast is ook voorzien van de laatste technische ontwikkelingen op het gebied van draadloze video overdracht. UMTS (Universal Mobile Telecommunications System) COFDM (Coded Orthogonal Frequency Division Multiplexing) en Satelietverbindingen of een combinatie hiervan behoren tot de mogelijkheden. De video streams zijn encrypted zodat meekijken onmogelijk wordt gemaakt. Door deze verschillende technieken te combineren ontstaat een hightech Security oplossing die uitermate geschikt is voor de beveiliging van uitgestrekte gebieden en/of grote periferieën van risico-objecten.
VOC-Mededelingen verschijnt 1 x per kwartaal
Inhoudsopgave
Ereleden
Blauw-witte artikelen zijn vaste rubrieken
oud-res-lkol J. Moes, oud-res-maj E.J. Vinkhuyzen, oud-res-elnt ir. J.J. Heyse, bgen b.d. J.M.A. Thomas, lgen b.d. A.J.G.M. Blomjous.
Van de redactie
4
genm b.d. jhr. J.H. de Jonge voorzitter res-ritm jhr. ir. M.O.M. van der Goes vice-voorzitter res-elnt drs. R.J. Groot secretaris vacant penningmeester ritm b.d. G.H. Snellen ledenadministratie lkol b.d. D.G.G.M. Alexander bestuurslid ritm L.J.J. Reinders bestuurslid maj. b.d. N.H. Hoogsteder bestuurslid cad-sgt J. Okker toehoorder bestuur lkol D.M. Brongers toehoorder bestuur oudres-ritm drs. J.M.S. van toehoorder bestuur Griethuysen
Van de Wapenoudste
5
Opheffing 11 Tankbataljon RHvS
6
Opheffing 42 Tankbataljon RHPO
8
74e Algemene Ledenvergadering
9
Secretariaat
Traditiebegrippen 24
res-elnt drs. R.J. Groot, Graaf Florislaan 64, 1405 BW Bussum, T 06 - 53408840 - E
[email protected]
Reactie op de toekomst van de verkenner
25
Ledenadministratie, aanmelding lidmaatschap
Van het oude haar
26
ritm b.d. G.H.Th. Snellen, Acaciastraat 4, 4921 MA Made, E
[email protected], postrekening nummer 159555 t.n.v. VOC te Baarn.
De ‘Arabische Lente’ in Syrië
29
Japanse tanks in Nederlandse dienst
32
Operatie Sprong Voorwaarts
34
Platform Defensie Bedrijfsleven
35
1812 - In de voetstappen van Napoleon
37
Dagelijks bestuur
De leden wordt verzocht aan dit adres opgave te doen van adreswijzigingen, benoemingen, bevorderingen, onderscheidingen, eervolle ontslagen enz. Inloggegevens voor het besloten (alleen leden) deel van de website kunnen alhier worden opgevraagd onder vermelding van uw naam, rang en geboortejaar.
Redactie kol S.M.M. van Hoof lkol D.M. Brongers lkol b.d. E. Westerhuis maj T.J.H.L.M. Van Rijckevorsel maj H. Plakke res-maj F. Koolhof tlnt H.C.J. van Vulpen hr Dennis Boom
voorzitter redactie vice-voorzitter redactie eindredactie redactielid redactielid redactielid redactielid fotograaf
De redactie dringt er bij de scribenten op aan de kopij en bijbehorende foto’s elektronisch (min. 300 dpi) aan te leveren. Overname
Tankontwikkelingen in de Verenigde Staten
11
50 jaar Nederlandse Cavalerie in Duitsland
18
Kilacadmondiner 43 50 jaar Heinekenborrel
44
Vrienden van het Trompetterkorps der Cavalerie
47
Mededelingen 48 Overlijdensberichten 49
artikelen - met bronvermelding - is toegestaan.
Commerciële exploitatie Green Paper Association, Hr. J.J. Akkerman, Reijnier Vinkeleskade 14 B, 1071 SP Amsterdam, T 06 - 53 56 95 50, E
[email protected] Het adverteren door bedrijven in de VOC Mededelingen houdt niet in dat deze bedrijven automatisch de voorkeur hebben bij het ver-
In Memoriam: Splinther van Everdingen
51
In Memoriam: Jelle Attema
51
Regelmatig Terugkerende Bijeenkomsten
52
werven van producten/diensten door het ministerie van Defensie.
VOC-activiteitenkalender 53
Redactieadres
Personeelsmutaties 54
lkol b.d. E. Westerhuis - Sprielderhout 36 - 3881 PT Putten tel : +31 341 266630 - e-mail :
[email protected] of
[email protected] - website : www.voc-cavalerie.nl E
[email protected] Vormgeving DRUK Concept & Design - Soest www.drukvooru.nl Druk Practicum - Soest - www.practicum.nl Coverfoto M1A1 Abrams - foto US Army Achterblad Bergen-Hohne - toren baan 9
Kopij voor het volgende nummer inzenden voor 1 april 2012 3
Van de Redactie De eerste uitgave van de VOC-Mededelingen van het jaar 2012 ligt voor u. Een jaar dat door de zware bezuinigingen één van de moeilijkste voor Defensie na de Tweede Wereldoorlog zal worden. De ingrijpende gevolgen voor het personeel zullen duidelijk worden en mogelijk moeten vele personeelsleden daardoor ongewild op zoek gaan naar een baan buiten de krijgsmacht. We vangen dit jaar aan met de wetenschap dat we geen
Dit heeft u deze maand uitgebreid kunnen horen op het
tanks meer hebben. De tankregimenten zullen dit jaar
symposium ‘Capability gap’ waar Commandant Land-
worden ontbonden. Uw lijfblad weerspiegelt deze ont-
strijdkrachten zijn visie op de manoeuvre heeft gegeven.
wikkelingen, zoals u van ons mag verwachten.
Zijn oogmerk dat de kennis over het optreden met tanks
We doen dit echter wèl met een positieve instelling.
niet verloren mag gaan, biedt kansen. We zullen deze
Tanks, paarden of verkenningsvoertuigen vormen
ontwikkelingen voor u blijven monitoren.
immers niet de cavalerie, personeel vormt de cavalerie;
Daarnaast komt er mogelijk een zwaarder accent op
het middel ondersteunt het slechts. Met die gedachte
verkenningsoptreden en verkenningsontwikkelingen.
biedt de toekomst met onze gezamenlijke kennis, net-
Niet alleen op het gebied van manoeuvre en verkenning
werken en ervaringen voldoende mogelijkheden.
zijn cavaleristen actief, ook bij onder meer civiel-militaire samenwerking, zowel nationaal als internationaal.
Van die eigenschappen wordt met name gebruik ge-
Ook daar zullen we dit jaar uitgebreid aandacht aan gaan
maakt bij de operatie “Sprong Voorwaarts” om tegemoet
schenken.
te komen aan een van de vier fundamentele redenen waarom de VOC is opgericht. U wordt in dit blad geïnfor-
Dit doen we met een enthousiaste redactie, die sinds
meerd over de voortgang van de werkzaamheden van
begin 2012 is versterkt met ‘nieuw haar’: tlnt Henk-Jan
de werkgroep onder leiding van bgen b.d. drs. Ruud
van Vulpen. Hij heeft een HBO-opleiding journalistiek
Pruyssenaere de la Woestijne. U kunt ontwikkelingen
gevolgd en afgerond voordat hij naar de KMA ging.
op dit gebied ook volgen op de sterk verbeterde VOC-
Hij wilde graag tanker worden, maar moest noodge-
website, die tot stand is gekomen door res-ritm jhr. ir.
dwongen switchen van wapen/dienstvak om u bekende
Maurits van der Goes. Ook de missies komen weer aan
redenen. Hij bleef echter lid van Kilacadmon en van de
bod, terwijl we ook de krijgsgeschiedenis niet uit het oog
VOC. Daar ligt nog steeds zijn hart. Vandaar zijn verzoek
verliezen. Dit keer uitgebreide artikelen over de Koude
om toe te mogen treden tot de redactie. Wij maken daar
Oorlog en Napoleon, beide met de blik naar het oosten.
graag gebruik van. Niet alleen maakt het de redactie nog evenwichtiger qua leeftijd (we hebben nu een twintiger,
Een ander onderwerp waarop de redactie zich zal blijven
dertigers, veertigers, vijftigers en een zestiger), maar
focussen is uiteraard operatiën. Hoe gaat het nu verder
vooral om zijn kennis om de kwaliteit van uw magazine
met de cavalerie?
verder te verbeteren.
4
Van de Wapenoudste
De Cavalerie Officier: Kameleon of alleskunner? Natuurlijk zijn veel cavaleristen zich gaan afvragen welke ontplooingsmogelijkheden zij nog zouden hebben sedert het afdanken van de tankvloot. Wat is nu nog mogelijk? Welke alternatieven zijn er nog? Want, in de meeste gevallen wil je alle kansen om te kunnen dóórdienen bij de landmacht aanpakken. Immers, je hebt eerder niet zomaar gekozen voor dat spannende en verantwoordelijke beroep; het is je lust en je leven. Maar, er moet wel perspectief zijn. Wij zagen eerder dat het cavaleristen goed afgaat om in een geheel andere rol, zware verantwoordelijkheid te dragen. In Irak 2004 hadden jonge cavalerieofficieren hun tankeenheid getraind in een andere rol - die van bereden infanteriepeloton - zoals ook toenmalig luitenant Peter de Bock ervaren heeft. Zij ondergingen hun vuurdoop in de straten van Al Muthannah. Hij vertelde ons daarover tijdens een VOC-symposium. Of in de rol van bereden beveiligingseenheid voor de redeployment, waardoor alle mensen en goederen van het Nederlandse contingent na beëindigen van de missie, veilig door vijandelijk gebied vervoerd konden worden. Ritmeester Niels Hoogsteder heeft die eenheid destijds opgeleid, getraind en gecommandeerd in die Irakese zandvlakten. In Uruzgan 2006 tot 2010 werden infanterie-eenheden gecommandeerd door jonge cavalerieluitenants en ritmeesters. Zoals destijds ritmeester Ralf Goossens en luitenant Laurens Reinders die met hun opperwachtmeester de B compagnie 42 Bataljon Limburgse Jagers commandeerde. Ook zij presteerden onder daadwerkelijke gevechtsomstandigheden goed. Verantwoordelijk, rustig en vertrouwenwekkend, toonden vakmanschap en commandeerden aldus alsof zij immer bij de infanterie gediend hadden. Deze ‘huzaren-stuk(ken)jes’ vielen op. Inmiddels worden ook in Nederland infanteriecompagniën geleid door voormalig cavaleristen. De afgelopen drie jaar werd 45 Pantserinfanteriebataljon gecommandeerd door de voormalig (verkenners) cavalerieofficier Frank Overdiek; hij berichtte daar eerder over in dit blad. Momenteel worden drie (pantser) infanteriebataljons geleid door voormalige tankers: Ludy Schmidt, Cas Schreurs en Paul van der Touw. Om één van hen te citeren: ‘Cavaleristen hebben bepaalde kennis en expertise die goed te gebruiken zijn in andere wapens-
en dienstvakken. Het denken in ‘tijd en ruimte’, dat kunnen we goed’. Het lijkt allemaal zo eenvoudig. Maar deze cavaleriecollega’s verdienen ons grootste respect; het is niet eenvoudig om aan te treden in zo’n andere wereld en te weten dat je door je omgeving met argusogen gevolgd wordt. Maar het is de pertinente wil om - na het wegvallen van de tankvloot - te willen dóórdienen en de waardevolle vaardigheden uit de cavalerie-familie mee te nemen naar die nieuwe werkomgeving.
“...het is niet eenvoudig om aan te treden in zo’n andere wereld en te weten dat je door je omgeving met argusogen gevolgd wordt.” Dat laatste geldt overigens ook onze leden die besloten gebruik te maken van het VOC uitplaatsingsproces, beter bekend onder de naam ‘Operatie Sprong Voorwaarts’, waarover in dit blad opnieuw de stand van zaken gemeld wordt. Cavaleristen (veelal reservisten) hebben de handen inééngeslagen om andere cavaleristen (beroeps) te helpen een functie buiten defensie te verkrijgen. Het bouwwerk daartoe staat en de eerste contacten lopen. Leden staan hier klaar voor mede-leden. Gebleken is dat eerder uitgestapte cavaleristen dankzij hun ervaring en bagage goed terecht gekomen zijn. Het heeft iets te maken met binnen de cavalerie vroegtijdig aangeleerde zelfstandigheid. Het optreden ver buiten het zichtsveld van je commandant. Dàt onder meer onderscheidt van oudsher de tanker én de verkenner van hun manoeuvre-collega’s. En dat betaalt zich nu uit. Laat ons dat koesteren en vasthouden. De cavalerieofficier blijkt een alleskunner.
5
Opheffing 11 Tankbataljon RHvS Majoor J.W. Feith
Op 9 februari 2012 heeft C-13 Mechbrig in Oirschot afscheid genomen van 11 Tankbataljon. Tijdens dit laatste appèl stond het overgrote deel van het personeel aangetreden, welke het afgelopen jaar bij 11 Tankbataljon heeft gediend, evenals een afvaardiging van de reünisten 11 Tankbataljon Regiment Huzaren van Sytzama en vertegenwoordigers van de overige eenheden van 13 Mechbrig. In mei 2011 heeft Commandant Landstrijdkrachten al eerder afscheid genomen van de beide tankbataljons te Bergen, maar onder de mannen en vrouwen van 11 Tankbataljon leefde sterk de behoefte om afscheid van elkaar te nemen in thuisstandplaats Oirschot. Tijdens een korte ceremonie stond waarnemend commandant 11 Tankbataljon, majoor J.W. Feith, stil bij een aantal zaken, waaronder het feit dat er met het opheffen van 11 Tankbataljon, welke sinds 1958 gestationeerd is geweest te Oirschot, een einde komt aan de aanwezigheid van tanks in Oirschot. 11 Tankbataljon is in de afgelopen jaren op talloze manieren ingezet voor de defensieorganisatie. Het tankbataljon heeft met haar tanks een belangrijk aandeel geleverd in de verdedigingsopdracht tijdens de Koude Oorlog, waarvoor werd geoefend in Duitsland, Frankrijk en België . Na het vallen van de Muur werd zelfs geoefend in voormalig Oost-Duitsland, Tsjechië, Polen, Engeland en Noorwegen. Verder is het bataljon ook actief geweest bij talloze operationele
6
taken waaronder ‘de compagnie in de West’, waarvoor het personeel op 9 februari een herinneringspeld uitgereikt heeft gekregen. Ook op het gebied van uitzendingen heeft 11 Tankbataljon haar mannetje gestaan. Naast de diverse individuele bijdragen vanuit het bataljon aan vele uitzendingen, heeft het bataljon ook een belangrijke bijdrage geleverd tijdens de IFOR/SFOR periode in Bosnië en meer recent ook als manoeuvrebataljonsstaf tijdens TFU6 in Uruzgan. Zelfs in de opheffingsperiode levert het bataljon nog een aantal functionarissen aan de staf van PTG-2 te Kunduz. De abrupte keuze voor het opheffen van het bataljon was natuurlijk voor menigeen een bittere pil, maar bood ook kansen voor het personeel. Vanaf april 2011 heeft het personeel kunnen solliciteren op functies binnen en buiten de defensieorganisatie. Hierdoor heeft het overgrote deel van het personeel inmiddels een andere functie en heeft het gros van het resterend personeel zich gericht kunnen voorbereiden op een functie buiten de defensieorganisatie.
Als laatste sprak majoor Feith zijn waardering uit voor de steun welke het bataljon heeft ontvangen vanuit de brigade tijdens het opheffen van de eenheid. Vele commandanten hebben getracht om personeel van 11 Tankbataljon op te nemen binnen hun eenheid, maar bovenal bedankte hij de officieren, onderofficieren, korporaals en huzaren, welke de afgelopen jaren bij 11 Tankbataljon hebben gediend : ‘U heeft er allen aan bijgedragen dat wij met trots kunnen terugkijken op een fantastische periode bij een fantastisch bataljon’. Tijdens de ceremonie sprak C-13 Mechbrig, brigadegeneraal van der Laan, zijn waardering uit voor de wijze waarop het bataljon de afgelopen jaren heeft gepresteerd maar moedigde een ieder aan vooruit te kijken en nieuwe kansen aan te grijpen binnen dan wel buiten de defensieorganisatie. Daarnaast sprak generaal van der Laan zijn waardering uit voor het regimentsteam, welke de afgelopen jaren een grote steun voor het bataljon achter de schermen is geweest. Aan het einde van de korte, doch plechtige ceremonie werd de bataljonsvlag door majoor Feith terug gegeven aan generaal van der Laan, waarmee het laatste appèl van 11 Tankbataljon werd afgesloten. Na het appèl was er een gezellig samenzijn met een hapje en een drankje, waarbij er ook via een videoverbinding kon worden gesproken met de collegae van 11 Tankbataljon in Kunduz. Ondanks het feit dat dit het laatste wapenfeit van 11 Tankbataljon is geweest, kunnen we toch terugkijken op een geslaagde dag.
‘U heeft er allen aan bijgedragen dat wij met trots kunnen terugkijken op een fantastische periode bij een fantastisch bataljon’.
7
Opheffing 42 Tankbataljon RHPO Luitenant-kolonel Corstiaan de Haan MA Op donderdagochtend 9 februari 2012 verzamelden zich veel leden van 42 Tkbat in het KEK-gebouw van de Johannes Postkazerne in Havelte. Al bestond 42 Tkbat op dat moment uit nog circa 20 man, de opkomst was vele malen groter. Opvallend was ook de aanwezigheid van het grote aantal niettankers, dat enerzijds onderstreepte dat een tankbataljon meer is dan tanks met hun bemanningen en anderzijds symbool stond voor het gevoel dat alle leden van 42 Tkbat, ongeacht wapen of dienstvak hadden bij hun bataljon. Na de ontvangst stelde het bataljon zich op voor zijn allerlaatste appèl, in het bijzijn van C-43 Mechbrig, brigadegeneraal Hans van der Louw, brigadeadjudant John Linnenbank, C-RHPO luitenant-kolonel Corstiaan de Haan en Regimentsadjudant RHPO adjudant Willem Timmerman. In zijn toespraak ging de waarnemend bataljonscommandant, majoor Martijn Lammers ook in op de pijn die nog steeds gevoeld wordt, nu 10 maanden na de aankondiging van de opheffing. Hij verwoordde dit als volgt: ‘Er heerste een gevoel van onbegrip, woede en machteloosheid, een gevoel dat volgens mij bij velen nog steeds heerst. Er was echter ook sprake van berusting en zelfs van niet bij de pakken gaan neerzitten, de mentaliteit die ons zo kenmerkt. We vonden dat we zelfs het opheffen van het bataljon zo goed mogelijk moesten uitvoeren’. Dat zelfs in dit uur van
8
het definitieve einde van 42 Tkbat nog steeds personeel wordt ingezet, dat ook vanuit den vreemde meeleeft, blijkt wel uit wat majoor Lammers in zijn toespraak meldde: ‘gisteren werd ik nog gebeld vanuit Kunduz om ons een hart onder de riem te steken voor vandaag. Ook vanuit Kunduz leeft men mee met dit moment. Sinds 2003 heeft 42 Tkbat vrijwel onafgebroken personeel in Afghanistan gehad en ook nu nog maken acht collega’s deel uit van de PTG missie’. Het formele deel van de ceremonie bestond uit teruggeven van het commando over 42 Tkbat, gesymboliseerd door het overhandigen van de bataljonsvlag aan C-43 Mechbrig. In zijn daarop volgende toespraak memoreerde brigadegeneraal Van der Louw de inzet van 42 Tkbat, waarvan het personeel voortdurend bij alle missies en bijzondere steunverleningen aanwezig was. Hij prees de flexibiliteit omdat het grootste deel van deze inzet vooral in andere rollen is geweest dan waarvoor een tankbataljon primair is opgeleid. Ook haalde hij aan hoe succesvol dit is geweest, mede door de motivatie die het personeel hierbij aan de dag legde. Na afloop van de ceremonie was er nog een samenzijn met een gezamenlijke lunch. Hierbij werden herinneringen gedeeld, maar ook over en weer geïnformeerd hoe men nu verkeerde. Dat in veel gevallen men erin geslaagd is om een andere functie te vinden, blijkt wel uit het feit dat velen de zwarte baret met Sint Joris verruild hebben voor de uitmonsteringen van de verschillende infanterieregimenten of zelfs rondlopen in het uniform van de luchtmacht of politie. Dat de inbreng van de tankers voor de infanterie grote voordelen biedt, werd ook door de brigadecommandant bevestigd. Toch overheerste in veel gesprekken nog de onzekerheid, omdat men nog maar moet zien of de inmiddels verkregen functie de lopende en mogelijk nog komende bezuinigingsronde overleeft. Aan het begin van de middag keerde iedereen terug naar zijn nieuwe locatie. Daarmee kwam een einde aan een sobere, ingetogen maar toch sfeervolle ceremonie, die het einde markeerde van 42 Tankbataljon Regiment Huzaren Prins van Oranje.
74e Algemene Vergadering Het Bestuur der Vereniging Officieren Cavalerie roept leden - zowel ereleden, gewone leden als buitengewone leden - op tot het bijwonen van de 74e Algemene Vergadering. Deze zal worden gehouden op zaterdag 21 april 2012 in ‘s Hertogenbosch. Programma 21 april 09.30 - 10.00 10.00 – 10.30 10.30 11.00 - 12.00 11.00 - 12.00 12.30 - 14.00 14.15 - 15.45
Aankomst en ontvangst op het Stadhuis, Markt 1, ’s Hertogenbosch Koffie/thee/Bossche bol Welkom door de Voorzitter en oud-res Elnt Mr. H.C. van Olden, wethouder en aansluitend rondleiding in het Stadhuis 74e Algemene Vergadering van de VOC, Raadszaal in het Stadhuis Partners bezoeken het Jheronimus Bosch Art Center Lunch in Sociëteit de Zwarte Arend, Peperstraat 15, 5211 KM ’s Hertogenbosch Parallelprogramma*
* u kunt slechts aan 1 programma-onderdeel meedoen: a, b of c: a. b. c.
‘Het beleg van Den Bosch’, lezing door Lkol b.d Charles Limonard in Sociëteit de Zwarte Arend Rondvaart Binnendieze; aansluitend stadswandeling o.l.v. een gids of op eigen initiatief Rondvaart Jherome Bosch
16.00-17.00 17.00
Afsluitende borrel in Sociëteit de Zwarte Arend Optioneel: bijwonen Bach Cantate in het Jheronimus Bosch Art Center
I.v.m. de planning van het middagprogramma, verzoekt de organisatie u aan te geven aan welk onderdeel van het Parallelprogramma u deelneemt (u kunt slechts aan 1 programma-onderdeel meedoen). De kosten bedragen € 15 per persoon, over te maken op rekening 159555 t.n.v. VOC te Bussum o.v.v. AV 2012 en a,b of c. De deelnemers zullen tijdig een bevestiging met verdere details en vergaderstukken ontvangen.
Agenda 74e Algemene Vergadering 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Opening en mededelingen van de voorzitter Notulen van de 73e AV Ingekomen stukken Financieel verslag 2011 Verslag kascommissie 2011 Décharge penningmeester en bestuur Benoeming kascommissie 2012 Herijking begroting 2012; begroting 2013 Mutaties bestuur
• Res Ritm Jhr. ir M.O.M. van der Goes treedt terug als Ondervoorzitter, het bestuur stelt Oud-res Lkol Mr. D. van Zuidam voor als zijn opvolger
• Het bestuur stelt res Elnt Mr.C.D.J. Bijleveld voor als kandidaat voor de positie van Penningmeester
Aanmelden Inschrijving en aanmelding voor 10 april 2012 bij de vice-voorzitter bij voorkeur per mail:
[email protected]; dan wel per brief te richten aan res-ritm Jhr. Ir. M.O.M. van der Goes, Maarnse Grindweg 30, 3953 LW Maarsbergen
10. Evenementen 2012 11. Hetgeen verder ter tafel wordt gebracht 12. Rondvraag 13. Sluiting
9
www.orlaco.com
Vision is our mission
MILITARY VISION SOLUTIONS
Phone: +31(0) 342 404 555 E-mail:
[email protected]
Internationale Tankontwikkelingen: De Verenigde Staten Majoor Erik Douze De voorlopig laatste aflevering van buitenlandse tankontwikkelingen. Natuurlijk zijn er nog veel ontwikkelingen gaande, met name in landen als Korea, China of de complete T- serie uit Rusland. Mogelijk dat ik dat later ga oppakken, al wordt dat dan wel vanuit het oogpunt hobby in plaats vanuit m’n functievervulling. De Verenigde Staten hebben altijd een duidelijk statement afgegeven als het gaat om het gebruik van Main Battle Tanks. Het blijft de backbone van Armour. Tot 2050 blijft de M1 in dienst. Dan wordt het systeem 82 jaar oud. Het is een beproefd systeem dat in zijn ontwikkeling zijn ups en downs heeft gehad. En het kent nog steeds vooruitgang. In mijn laatste mail aan een contact in de VS heb ik nog wat informatie gevraagd over een vreemde tank die op het internet verscheen, een M1 onderstel met een enorme toren die overeenkomsten vertoont met de Leopard 2A4 met L55 schietbuis.
Het voorlopige antwoord: ‘Thumper’ “Well sir, you got me, I have no clue who is doing this. This is a real picture, just wondering because I am getting ready to start asking around about it. Personally, they can put whatever type of turret they want to on the Abrams, as long as it is best for the soldier and Marine, not an issue with me. Heck, if nothing else, we the US and NATO would be even more compatible in the armor force. By the way, I saw the below note in one of our US press releases, kind of interesting. NATO tanks aim at wider target set with smoothbore ammunition. As their combat commitments to Afghanistan draw down, NATO countries are reshaping their forces to meet anticipated combat capability requirements in future ‘hybrid’ or major combat operations. With the notable exception of the Netherlands, tanks are being retained as part of NATO ground forces’ future combined-arms team line-ups, albeit with a heavier emphasis on their general-purpose or ‘multi-tool’ fire support and observation functions than on their previously dominant anti-armor role.” Take care my friend, W. 11
XM1 Door Chrysler
De M1 De M1 Abrams wordt gemaakt door General Dynamics (landsystemen US). De eerste zag het daglicht in 1978. Vanaf die tijd hebben de US verschillende versies gemaakt. We kunnen spreken van drie basis types en enkele upgrades van deze basistypes. Ik zal in dit artikel aangeven waar zij in de geschiedenis van de ontwikkeling staan van dit formidabele systeem. Daarna zal ik aangeven welke ontwikkelingen door General Dynamics worden gepropageerd. De eerste M1 was een revolutie in de wijze waarop de Amerikanen tot dan toe tanks bouwden. Het ontwerp moest een antwoord zijn op het numerieke overwicht van het Warschaupact in bijna alle soorten van conventionele middelen. Tot en met de jaren zeventig waren er geen zware tanks waarbij vuurkracht, mobiliteit en bescherming prominent gecombineerd in het ontwerp waren vertegenwoordigd. Een combinatie waar de NAVO hard naar op zoek was. De VS en DEU startten hiervoor het MBT 70 project. De VS hadden echter een andere grondslag die zij wilden toepassen op het ontwerp dan de Duitsers. In plaats van het willen produceren van de beste tank wilden zij de beste tank maken binnen een gelimiteerd budget. Hierbij werden de volgende prioriteiten gesteld aan het ontwerp: • overlevingsvermogen van de bemanning • de kwaliteit van de waarnemingsmiddelen en doelacquisitie • een hoge eerste schot treffer percentage • een zeer korte tijd tussen doelacquisitie en een treffer • mobiliteit in het terrein • voldoende mogelijkheden voor toepassing van secundaire bewapening • acceleratie en remmen • munitie en opbergmogelijkheden • productie • af te leggen afstand • snelheid • onderhoud en diagnose • groeipotentieel • overige uitrusting • transportabel Om het beste resultaat te krijgen hebben de VS vervolgens in een competitief proces een alternatief voor de MBT 70 laten ontwikkelen door Chrysler en General Motors. Het MBT 70 project liep financieel in de papieren waardoor de Amerikanen afhaakten. Chrysler won de wedstrijd maar had verschillende minpunten te verbeteren die later, en nu nog, voor kritiek op de tank zorgen.
12
Enkele punten ter verbetering van de eerste M1: • Brandstofverbruik ongeveer 1000 liter per 8 uur operationeel gebruik • Hoge slijtage aan motoronderdelen • Veel roestvorming op de pantserplaten die de effectieve bepantsering huisvest (waaronder verarmd uranium) kinetische granaten juist in opkomst waren • De bepantsering was te veel gericht op bescherming tegen holle ladingen terwijl penetratoren ook een wezenlijk aandeel in de munitie van vijandelijke tanks vormde • De eerste M1 had het getrokken M68A1 105mm kanon maar het ontwerp voorzag in een latere opname van het L44 Rheinmetal kanon. Voorlopig moest een veel duurdere munitiesoort (M833) compenseren voor het gemis in kaliber • Het vuurleidingssysteem was bij de eerste M1 van mindere kwaliteit dan van de doorontwikkelde M60
De XM1 van Chrysler De veel duurdere Leopard was in veel opzichten gewoon beter, maar ook goedkoper in gebruik dan de 2374 geproduceerde M1’s. Pas toen er meer budget vrijkwam, kon er worden begonnen aan een inhaalslag. De belangrijkste inhaalslag die moest worden gemaakt was nog steeds die van superioriteit ten opzichte van de Sovjet tanks. Het tweede M1 model werd geproduceerd tussen 1984 en 1986. Het was meer een tussenstap naar de uiteindelijke M1 A1. Het was de Improved Performance M1 (IPM1). Het onderstel was versterkt, verbeteringen aan de versnellingsbak, verbeterde bepantsering en de eerste verbeteringen aan de kanonwieg. De ton aan extra gewicht gaf een lichte achteruitgang in prestaties.
De M1A1 Bewapening Het derde M1 model, de M1 A1 kreeg als belangrijkste verbetering het L44 kanon van Rheinmetall althans: De complexiteit van het Duitse kanon veroorzaakte een vereenvoudiging in het ontwerp waardoor het M256 kanon ontstond. Naast de inbedding van dit kanon werden er ook verbeteringen in het vuurleidingssysteem aangebracht. Verder bracht de Amerikaanse vooruitstrevendheid in waarnemingsmiddelen voor verminderd zicht een enorm voordeel ten opzichte van hun tegenstander in de Golfoorlog1. De tegenstander was niet meer de modernste tank uit de voormalige Sovjet Unie, maar
De M1A1 - Nog steeds het breekijzer van het United States Marine Corps
de ooit geëxporteerde oudere tank uit de Sovjet-Unie. Een bijna asymmetrische confrontatie waarbij de oude tanks van Russische makelij tot afstanden van 4000 meter werden bestreden2. De verarmde uranium pijlmunitie heeft belangrijke voordelen op de tungsten pijlmunitie. Pijlmunitie ruilt eigen materiaal in gedurende de penetratie van een doel zonder daarbij veel aan snelheid te verliezen. Pijlen van verarmd uranium blijven daarbij puntig. Dat wil zeggen dat de top van de pijl niet dikker wordt dan de pijl zelf in tegenstelling tot tungsten pijlen die een soort paddestoelvorm aannemen. Na deze M829A1 granaat hebben de Amerikanen dit type granaat doorontwikkeld tot de A3 variant. Voornamelijk om in de race te blijven om de zwaarst beschermde tanks en de nieuwste beschermingstechnieken van een mogelijke tegenstander te penetreren. De prestaties van deze granaten hadden lange tijd het effect dat de Amerikanen geen aanleiding hadden om over te gaan op de verlengde L55 schietbuis van Rheinmetall om daarmee langere tungsten pijlmunitie te verschieten met een hogere aanvangsnelheid om op die manier vergelijkbare prestaties te krijgen. Wel is discussie ontstaan over het gebruik van verarmd uranium in pijlmunitie door de bijkomende negatieve effecten. Bij doorboring van het pantser wordt uraniumoxide gemaakt dat zich vermengt met de metalen van het pantser dat het
1 2
3
Beeldfusie van verschillende technieken. De M829A1 APFSDS-T “Silver Bullet” pijl munitie (vanaf 1991) had een fabrieksopgave voor de effectieve dracht van maximaal 3500meter. http://nl.wikipedia.org/wiki/Verarmd_uranium
doorboord. De zeer kleine besmette metaaldeeltjes raken verspreid door het beschoten voertuig en blijven zeer lange tijd daarna radioactief aanwezig en dus gevaarlijk voor eenieder die zich daarna in of in de nabije omgeving van het doel bevindt3. Het Britse wetenschappelijke instituut The Royal Society berekende dat mensen die werken in of rondom een door verarmd uranium getroffen tank, in het ergste geval na 10 uur blootstelling 200 milligram verarmd uraniumstof inademen of 50 milligram via voeding in zich opnemen. De internationaal aanbevolen norm voor opname van verarmd uranium is 0,035 milligram per dag voor de burgerbevolking en 2 milligram per dag voor werknemers in de nucleaire sector. Een ballistische studie van het Amerikaanse leger vermeldde dat 0,2 milligram per dag de limiet is voor opname van deeltjes van verarmd uranium door leden van de burgerbevolking. Het gebruik van verarmd Uranium werd even op een zijpad gezet bij het Fire Enhancement Program (FEP), een initiatief van het US Marine Corps (USMC). General Dynamics ontwikkelde enkele types van tungsten pijlmunitie waar de DM43A1 de beste prestaties had. Deze is trouwens samen ontwikkeld met Rheinmetall Duitsland. Naast verbeteringen op het gebied van munitie zat in dit programma ook het toepassen van 2e generatie warmtebeeld en toepassingen om doelen op grote afstand aan te grijpen. Deze laatste verbeteringen werden echter niet direct op alle M1 toegepast. Bescherming Na de tegenvallende bescherming van de eerste M1 versies en de verhoging van het defensiebudget hebben de VS het pantser van de M1 aangepast. De M1A1 heeft vanaf het begin hiervan profijt gehad. In de golfoorlog had de M1 zelfs
13
een Heavy Armor versie (M1A1 HA). T72 van de Irakezen waren niet in staat om de M1’s te penetreren, terwijl de Amerikanen met hun nieuwste munitie geen problemen hadden om de vijandelijke tanks uit te schakelen. De pantserplaten waren opgebouwd uit twee lagen aluminiumoxide en één laag verarmd uranium. Vreselijk zware platen die een negatieve invloed hadden op de prestaties van de tank op het gebied van mobiliteit. Later (2003) werd de beschermingswaarde nog verder opgeschroefd. De verschillende bronnen spreken elkaar tegen over de beschermingswaarden van de pantsersystemen.
Het AIM programma
Feit is dat de werkelijke beschermingswaarden hoog geclassificeerd zijn. Het gebruik van verarmd uranium in het pantser van de tank heeft minder bezwaren voor de gezondheid van het personeel omdat het hier gaat om ingekapseld materiaal dat niet kan worden ingeademd, een voorwaarde om gevaarlijk voor mensen te zijn.
Het FEP programma
De M1A1D Met de digitalisatie van MBT’s is het vuurleidingssysteem en het interne bewakingssysteem van de tank gedigitaliseerd. Ook is de bescherming aangepast en zien we modulaire en lichtere pantserplaten met eenzelfde beschermingswaarde als voorgaande pantserplaten. De tank maakt met deze verbeteringen een eerste opstap naar de M1A2.
Het Abrams Integrated Management Overhaul Program gaf invulling aan de het besef dat er geen alternatief voor de MBT zou gaan komen. De tank is inmiddels een uitontwikkeld systeem dat zijn gevechtswaarde in verschillende soorten conflicten heeft bewezen. Het AIM-programma moet alle M1A1’s opkrikken naar de hedendaagse maatstaven. Daarbij wordt bijna alles aan de tank vernieuwd, zodat een bijna nieuwe tank ontstaat waarvan slijtage, ondersteuning en logistieke inspanning is afgenomen. Het oogmerk van het project is het produceren van M1A1D’s.
Het Firepower Enhancement Package: een programma om de M1A1, waarmee de USMC nog steeds is uitgerust, op te waarderen in vuurkracht. Belangrijkste veranderingen zijn de vervanging van het warmtebeeld van de schutter met een 2e generatie warmtebeeld en de Far Target Locate (FTL) functie van de laser. Het levert de locatie van het gelaserde object aan tot een afstand van acht kilometer met een nauwkeurigheid van 35 meter. Zeer nuttig voor het aanvragen van vuursteun of voor toepassing van nieuwe munitiesoorten met raketaandrijving.
De M1A2 (SEP V1 en SEP V2) Na het stoppen van het FCS-programma hebben de VS ingezet op de M1A1 en zijn opvolger de M1A2. De M1A2 had als
‘Multitool’ M1A1SEPv2 bij de doorbraak van een hindernis
14
M1A2 Abrams
belangrijkste wijziging een verbeterde Hunter Killer voorziening van de commandant. Kort daarop volgt de M1A2 SEP versie 1 waarin verschillende technieken van het FCS (Future Combat System) programma zijn verwerkt. ‘Network Centric Warfare’ was lange tijd het toverwoord waarin men bereid was veel te investeren. De werkelijkheid was anders en vanuit kostenoverweging is het programma gestopt en hebben de VS een start gemaakt met: the Army Brigade Combat Team Modernization4. Het System Enhancement Program (SEP) voorziet de M1A2 van verbeteringen op het gebied van C2 en vuurleiding. Vuurleiding: De commandant heeft zijn eigen onafhankelijke peri met warmtebeeld gekregen. Zowel warmtebeeld van schutter en commandant zijn nu van de tweede generatie. Hier zijn de VS tankers het meest mee in hun nopjes. C2: Verbeterde en meer intuïtieve bediening van instrumenten door middel van touch screens. Een geïntegreerde computer met het ‘Force XXI Battle Command- Brigade and Below (FBCB2)’, vergelijkbaar met ons BMS. Vergelijkbaar met de plannen die door verschillende Leopardgebruikers worden uitgevoerd, zien ook de Amerikanen de noodzaak van een APU (een Auxiliary Power Unit), een hulpmotor die ervoor is om de tank in stationaire toestand van stroom te voorzien. Een nog grotere noodzaak dan voor de Leopard. De M1 verbruikt bijna even veel brandstof in stationaire toestand als in beweging. Alle tanks met een dieselmotor verbruiken met een stationair toerental draaiende motor veel minder brandstof. Dat de APU ook iets stiller is dan de hoofdmotor is meer een gunstig neveneffect (de meeste APU’s zijn trouwens helemaal niet stil!). 4 5
http://en.wikipedia.org/wiki/Future_Combat_Systems Draadloos en op afstand uit te lezen defecten.
(http://www.fprado.com/armorsite/abram)
Met de komst van de M1A2 SEP was daar ook de wens om de trainingsmiddelen aan te passen. De Advanced Gunnery Training System (AGTS) werd ingevoerd. Het system is vergelijkbaar met ons TACTIS, maar is eigenlijk bedoeld als schietsimulator en vuurleidingstrainer tot op compagniesniveau. Het gaat hier om een verzameling van simulatoren die genetwerkt met elkaar kunnen functioneren. Verschillende voertuigen kunnen worden gesimuleerd waaronder ook de M1A1 versies en zelfs LAV-25’s (Light Armored Vehicle-25). Bijna vaste prik: de bescherming werd weer aangepast met derde generatie pantserplaten waarvan het verarmd uranium niet meer uit is weg te denken. De termijn waarin de eerste SEP versies werden gemaakt ligt tussen 1999 en 2005 De productie van M1A2 SEP V2 tanks startte in 2005 en duurt nog voort. Het programma moet ervoor zorgen dat de tank compatibel (genetwerkt) blijft met alle toekomstige systemen van het leger en gaat het voor verbeteringen in onderhoud en betrouwbaarheid van de tank zorgen. Het logistiek systeem gaat worden vereenvoudigd door makkelijk uitwisselbare componenten in de tank aan te brengen. In combinatie met een snelle diagnostische apparatuur5 zijn de belangrijkste voorwaarden geschapen om storingen aan het systeem zo snel mogelijk en zo dicht mogelijk bij de gebruiker te verhelpen. Concrete verdere verbeteringen zijn vernieuwde richtmerken en beeldschermen en het aanbrengen van een infanterietelefoon.
Overige ontwikkelingen Eigenlijk niet veel nieuws onder de zon als je kijkt naar bescherming. Om in het optreden in verstedelijkt gebied te overleven is de Tank Urban Survival Kit (TUSK) in het leven geroepen. Redelijk eenvoudige middelen om het optreden van onder andere de lader en de commandant veilig boven de luiken te laten werken. Boven de luiken kunnen werken is belangrijk om overzicht te houden in de tank op de verstedelijkte omgeving. Verder hoort ook reactief pantser in dit pakket om de tank een meer rondom bescherming te geven
15
Force protection is our mission www.rheinmetall-defence.com
A0080e0112_ IdZ-2_210x297.indd 1
27.01.12 14:51
Tank Urban Survival Kit (TUSK)
tegen de 360 graden dreiging in steden. Het hele pakket kan eenvoudig in het veld worden aangebracht. De nieuwste ontwikkelingen gaan voor wat uitgebreidere oplossingen waaronder het installeren van een Remote-Control Weapon Station6. Weliswaar niet voor alle M1A2’s maar biedt wel het
Het XM360 kanon voor Line Of Site en Beyond Line Of Site doelen voordeel dat een .50 onderluiks kan worden afgevuurd. Van vele overige ontwikkelingen wil ik alleen de ontwikkeling van een ander kanon noemen. Het is naast alle C2 ontwikkelingen van het FCS programma een vuurkracht ontwikkeling.
Het ‘Common Remotely Operated Weapon Station (CROWS)’ met pantserplaten voor zijdelinkse ballistische bescherming
Line Of Site en Beyond Line Of Site Het kanon moet in staat zijn om naast het vuren op doelen met directe richting ook het vuren op doelen met indirecte richting te kunnen uitvoeren.
6
(CROWS II)
In combinatie met het laseren en kunnen verwerken van doelen tot en met 8 kilometer en nieuwe munitiesoorten met zelfs lasergeleiding maakt het wapensysteem een enorme sprong voorwaarts in zijn ontwikkeling en neemt het een prominente plaats in tussen de effectenbrengers van de toekomst.
17
Tot eind 2012 heeft het Museum Nederlandse Cavalerie een tijdelijke tentoonstelling ingericht met als thema ‘De Nederlandse Cavalerie in Duitsland 1961-2011’. De expositie is onder leiding van de directeur mevrouw drs. M.P.A. Vermeulen tot stand gebracht. Voor een ieder die als beroeps- of dienstplichtig militair in Duitsland geplaatst is geweest of daar tijdens zijn diensttijd voor (schiet) oefeningen is geweest, is het zeer zeker de moeite waard deze tentoonstelling te bezoeken. Ook de de redactie van VOC Mededelingen heeft gemeend om in het kader van een halve eeuw cavalerie in de Bondsrepubliek, in een drietal afleveringen aandacht te besteden aan dit onderwerp. Deel 1 blikt kort terug op de Koude Oorlog en de Nederlandse legerplaatsen, deel 2 richt zich op de oefenterreinen van Hohne en Munster en de jaarlijkse schietseries en deel 3 wil een indruk geven van het wonen en werken in Duitsland in de vorige eeuw.
NEDERLANDSE CAVALERIE IN DUITSLAND 1961-2011 Luitenant-kolonel b.d. Bert Schoemaker & Luitenant-kolonel b.d. Ed Westerhuis
Van 121 Lichte Brigade tot 1 Duits-Nederlands legerkorps Inleiding Met de aanwezigheid van Nederlandse militairen in Duitsland werd in 2011 het vijftigste jaar bereikt. Vanaf 1961 tot de opheffing van de 41 Gemechaniseerde Brigade in 2006, waren Nederlandse eenheden (semi)permanent gelegerd in West-Duitsland, onder meer om tijdens de Koude Oorlog de verplaatsing van het gros van het Nederlandse Eerste Legerkorps naar het operatiegebied en de tijdige ontplooiing aldaar, mogelijk te maken. Na 1989 (na de val van de Muur) ontstond er een overgangssituatie ten gevolge van reducties van de in Duitsland gelegerde troepen. Sinds 2006 is er nog slechts sprake van permanente legering voor het Nederlandse personeel van de staf van het Eerste Duits-Nederlandse Legerkorps - 1(GE/NL) Lk - in Münster. Aan de (semi)permanente legering in Duitsland en/of de schiet- en tactische oefeningen aldaar, hebben vele (oud-) militairen en hun familieleden nog bijzondere herinneringen.
Duitsland en de Koude Oorlog Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren onder meer de Verenigde Staten van Amerika, Engeland, Frankrijk en de Sovjet Unie bondgenoten in de strijd tegen Nazi-Duitsland. Kort na de capitulatie - tijdens de Conferentie van Potsdam in juli 1945 - werd door de bondgenoten bepaald dat het naoorlogse Duitsland zou worden bestuurd door een geallieerde controleraad. Het land werd verdeeld in 4 sectoren: het westen kwam onder beheer van de Verenigde Staten, Engeland en Frankrijk, het oosten zou worden beheerst door de Sovjet Unie. Berlijn - gelegen in de
18
Russische sector - bleef de algemene hoofdstad en werd als stad ook in 4 sectoren opgedeeld. Als gevolg van de Tweede Wereldoorlog waren Frankrijk, Duitsland en Engeland als grootmachten in Europa wegvallen en was er een machtsvacuüm ontstaan. Dit was de basis voor een conflict tussen de wereldmachten Verenigde Staten en de Sovjet Unie: voor beide was het onacceptabel om Europa te laten domineren door de andere partij. Eind jaren veertig van de vorige eeuw brak een periode van spanning (gewapende vrede) aan tussen de Sovjet Unie en de Verenigde Staten: de Koude Oorlog. Door de toenemende spanning kwamen de twee wereldmachten lijnrecht tegenover elkaar te staan: Europa werd gesplitst in een communistisch oostelijk deel (beïnvloed/beheerst door de Sovjet Unie) en een kapitalistisch westelijk deel (beïnvloed door de Verenigde Staten). Duitsland - op de grens van deze twee werelden - werd opgedeeld in de Duitse Democratische Republiek (DDR - Oost-Duitsland) en de Bondsrepubliek Duitsland (BRD - West-Duitsland).
Op het hoogtepunt van de Koude Oorlog hadden de Sovjets 380.000 man gestationeerd in de DDR met 7000 tanks
NAVO en Warschau Pact Op 4 april 1949 werd in New York de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) opgericht: de Verenigde Staten, Canada en een tiental West-Europese landen (waaronder Nederland) maakten de afspraak tot gezamenlijk optreden als één van de lidstaten door een vijand zou worden aangevallen. Door Amerikaanse hulpprogramma’s als de Marshall Hulp en het Mutual Defense Assistance Programme werd West Europa ondertussen in hoog tempo hersteld en opgebouwd. In 1955 trad West-Duitsland toe tot de NAVO. Als reactie op de herbewapening en het lidmaatschap van West-Duitsland van dit bondgenootschap, werd op 14 mei 1955 het Warschau Pact opgericht, een verbond tussen de Sovjet Unie en de communistische landen van Oost-Europa. Om de scheiding tussen Oost- en West-Europa aan te geven sprak de legendarische oud-premier van Groot Brittannië Winston Churchill al in 1946 van een ‘IJzeren Gordijn’, dat was neergedaald in Midden Europa. De grens tussen Oost en West liep van de Oostzee tot Adriatische zee. Het was een scheiding tussen twee maatschappelijke en politieke systemen. In Duitsland viel het IJzeren Gordijn samen met de grens tussen Oost- en West-Duitsland en werd daar aangeduid als de ‘Innerdeutsche Grenze’ (Duits - Duitse grens). Om te voorkomen dat nog meer Oost-Duitsers via West-Berlijn naar het Westen zouden vluchten, werd op 13 augustus 1961 begonnen met de bouw van een muur rond West-Berlijn. Op zeven plaatsen werden zwaarbewaakte doorgangsposten opengelaten. De meest bekende werd ‘Checkpoint Charlie’ in de Amerikaanse sector van de stad. Op het hoogtepunt van de Koude Oorlog beschikte de in de DDR gelegerde ‘Group of Soviet Forces in Germany (GSFG)’ over 380.000 man en 7000 tanks. Met de ‘val’ van
de Berlijnse Muur in november 1989 kwam er een begin van ontspanning in de relatie tussen de Sovjet Unie en de Verenigde Staten en het Westen. Vanaf eind 1991 kwam er een proces op gang waarbij de Sovjet-Unie begon uiteen te vallen. Daarmee kwam er een einde aan de Koude Oorlog.
Operationele Opdracht In eerste jaren direct na de Tweede Wereldoorlog waren voor de verdediging van West-Europa tegen de Sovjet-Unie slechts weinig troepen beschikbaar. Nederland was in de periode 1946-1950 genoodzaakt geweest veel van zijn troepen (totaal ca 130.000 man) in te zetten in Nederlands-Indië voor herstel van Orde en Vrede aldaar. Daarom kon de verdediging aanvankelijk niet verder naar het Oosten worden ingericht, dan achter de Rijn-IJssellinie. Na toetreding van WestDuitsland tot de NAVO in 1955, schuift de verdedigingslinie op naar het oosten. In het kader van de ‘Forward Defence Strategy’ werd de verdediging van het NAVO grondgebied zo ver mogelijk naar het oosten ingericht, uiteindelijk tot aan de Elbe bij de zogenoemde Innerdeutsche Grenze. Met name de wens van West-Duitsland om niet bij voorbaat West-Duits grondgebied prijs te geven, was reden voor het concept van deze ‘voorwaartse verdediging’. De eerste stap was op 1 juli 1958: de verdediging aan de Rijn-IJssel verschoof naar de lijn Weser-Fulda. Voorkomen moest worden dat de vijand achter deze lijn zou belanden. In 1963 werd de laatste stap in de richting van de ‘voorwaartse verdediging’ genomen: de verdedigingslijn viel toen nagenoeg samen met de Innerdeutsche Grenze. In NAVO-verband kreeg Nederland de opdracht om een gebied in de Noordduitse laagvlakte ten zuiden van Hamburg te verdedigingen. Deze opdracht diende uitgevoerd te worden door het Eerste Legerkorps (1 Lk). Het Nederlandse vak van verantwoordelijkheid bevond zich globaal tussen de
19
Het operatiegebied van 1 (NL) Lk in 1979 (afbeelding NIMH)
‘Group of Soviet Forces’ (20 divisies) vormde de grootste bedreiging. De parate troepen en de mobilisabele eenheden van het 1 (NL) Lk hadden een nader bepaalde waarschuwingstijd nodig om zich tijdig te kunnen mobiliseren, zich over een afstand van minimaal 350 kilometer naar het operatiegebied te verplaatsen en vervolgens zich aldaar te ontplooien en de verdediging in te richten. Om het risico zo beperkt mogelijk te houden, werden zo snel mogelijk eerst verkenningseenheden en enige versterkingen vooruitgestuurd die de opmars en de verplaatsingen van het Eerste Legerkorps konden beveiligen. Vanwege de risico’s die verbonden waren aan de nadelige tijd/ruimte factoren voor het 1 (NL) Lk, werd er door de NAVO bij Nederland herhaaldelijk op aangedrongen legering van Nederlandse eenheden in Duitsland te realiseren. Begin jaren ‘60 werd aan dit verzoek voldaan.
121 Lichte Brigade rivieren Elbe en Weser. De verdediging diende te worden ingericht op de westelijke oever van het noord-zuid lopende Elbe-Seitenkanel en de rivier de Ilmenau. In het gebied oost hiervan, de Salzwedel Bogen, werd het voeren van het vertragend gevecht voorbereid. Grote steden in het vak waren o.m. Lüneburg en Uelzen.
Legering in West-Duitsland Tijdens de Koude Oorlog werd rekening gehouden met de mogelijkheid dat het Warschau Pact in staat was om (na een aantal laatste voorbereidingen) binnen 24 uur een aanval op het Westen te lanceren. Met name de in de DDR gelegerde
20
De bouw van de Muur en de spanningen rond Berlijn in 1961, vormden de directe aanleiding om in dat najaar de 121 Lichte Brigade naar Duitsland te verplaatsen en bij het NAVO schietterrein Bergen-Hohne te legeren. Omdat het nog geruime tijd zou duren voordat er huisvesting voor de gezinnen en andere voorzieningen zouden zijn gerealiseerd, rouleerden de eenheden van 121 Lichte Brigade. Afwisselend waren de eenheden een periode in Duitsland en een periode in Nederland (de z.g. semi-permanente legering).
Verplaatsing van de 121 Lichte Brigade naar West-Duitsland
121 Lichte Brigade werd op 15 december 1960 opgericht en bestond uit 102 en 103 Verkenningsbataljon RHB. De brigade werd versterkt met : • 41 en 101 Tankbataljon RHPA • een geniebataljon • twee genie veldcompagnieën • drie compagnieën commandotroepen • een infanterie beveiligingscompagnie mobiel • een groep lichte vliegtuigen • een logistieke eenheid In januari 1963 werd de taak van de 121 Lichte Brigade overgenomen door de inmiddels geformeerde 41 Pantserbrigade. Vanaf 1963 werden eenheden van de Koninklijke Landmacht permanent in West-Duitsland gelegerd. De Nederlandse eenheden in Duitsland waren in de periode 1961 - 2006 gelegerd in drie kazernes. In volgorde van in gebruikneming: • Legerplaats / Kamp Hohne • Legerplaats Seedorf • Legerplaats / Kazerne Langemannshof
het oefen- en schietterrein en andere accommodaties ook ter beschikking gesteld aan andere NAVO-eenheden. Toen in 1961 de Nederlandse 121 Lichte Brigade in Duitsland moest worden gelegerd, werd daarvoor ruimte beschikbaar gesteld in Kamp Hohne. De situatie wijzigde in 1963 toen deze brigade werd opgeheven en haar taak werd overgenomen door de 41 Pantserbrigade. In Hohne werden toen onder meer 41 Tankbataljon, 41 Pantsergenie-compagnie, een (41) Technische Dienst hersteldetachement en een kazernecommando gelegerd. Toen in 1992 het 43 Tankbataljon werd opgeheven en de Kazerne Langemannshof als legeringslocatie werd afgestoten, verhuisde de aldaar (ook) gelegerde 41 Pantserluchtdoelbatterij naar Kamp Hohne. In 1994, na de opheffing van onder meer 41 Tankbataljon, kwam een einde aan de permanente legering van Nederlandse eenheden in Kamp Hohne.
Legerplaats Seedorf Op 17 januari 1963 tekenden de Bondsrepubliek Duitsland en Nederland een ruilovereenkomst voor wederzijds gebruik van de Nederlandse kazerne in Budel en de Duitse kazerne bij Seedorf. 41 Pantserbrigade - met enige toegevoegde eenheden - werd voor het grootste deel in de Kazerne / Legerplaats Seedorf gelegerd. In augustus 1963 betrok 103 Verkenningsbataljon als eerste Nederlandse eenheid deze kazerne. De ‘Kaserne Seedorf’ werd in de jaren 1956-1959 gebouwd op de plaats waar eerder een barakkenkamp van de Duitse Kriegsmarine was gevestigd. De kazerne was gebouwd volgens de maatstaven van de Bundeswehr voor een totale sterkte van 2500 man. Voor de huisvesting van het gros van de ca. 3500 man sterke 41 Pantserbrigade was deze dan ook te krap.
Het Nederlandse gedeelte van de Legerplaats Bergen-Hohne
Legerplaats Hohne Vrij kort nadat hij in Duitsland aan de macht kwam, besloot Hitler in 1935 tot de inrichting van een groot oefen- en schietterrein op de Lüneburger Heide in Niedersachsen. Aan de oostkant van dit terrein - bij het dorp Belsen - werd een grote kazerne gebouwd, ‘Ostlager’ genoemd. In deze accommodatie kon een complete divisie worden ondergebracht. Het oefenterrein werd in gebruik genomenvoor het oefenen van de Duitse Panzertruppen. De kazerne telde rond 100 forse legerings- en stafgebouwen, 50 paardenstallen, 40 grote garages, een ziekeninrichting, depots en andere voorzieningen, zoals een grote werkplaats voor het vervaardigen van schietschijven (‘Scheibenhof’). Op 4 mei 1936 betrokken de eerste Duitse eenheden hun onderkomens. Na het einde van de Tweede Wereldoorlog werd vanaf 15 april 1945 de enorme kazerne en het nabij gelegen grote oefen- en schietterrein door het Britse bezettingsleger in gebruik ingenomen. Al spoedig werden delen van de kazerne,
Legerplaats Seedorf. De Zuiderpoort in 1972. Bovendien waren bijzondere voorzieningen nodig, omdat militairen en vele gezinnen de facto in Duitsland kwamen wonen. In het kader van de ruilovereenkomst moesten daarom veel afzonderlijke afspraken worden gemaakt voor nieuwbouw en andere infrastructurele aanpassingen. De aanvullende voorzieningen onder meer op het gebied van woningen, ontspanning, educatie, sport, scholen,
21
huisvesting, ‘burgerlijke stand’ enz., maakten dat de Nederlandse gemeenschap in vele opzichten als een zelfstandige enclave functioneerde binnen de Duitse gemeenschap. In oktober 2006, na de opheffing van (inmiddels) 41 Gemechaniseerde brigade, werd de Legerplaats Seedorf weer overgedragen aan de Duitse overheid. De Legerplaats Budel - vanaf 1988 Nassau-Dietzkazerne geheten - was al in 2005 door de Duitsers weer in handen gesteld van Nederland.
Demarcatielijn (Innerdeutsche Grenze) Voor alle betrokken partijen was de grens tussen Oost en West tot 1989 duidelijk zichtbaar. Alle beroeps- en dienstplichtige militairen die in Duitsland werden gelegerd of er kwamen oefenen, werden kort na hun aankomst geconfronteerd met de demarcatielijn. Het maakte de spanningen van de Koude Oorlog voor een ieder voelbaar.
Kazerne Langemannshof In 1970 werd besloten 43 Tankbataljon óók in Duitsland te legeren als tweede tankbataljon van de 41 Pantserbrigade. De voorkeur ging daarbij uit naar de directe omgeving van het schiet- en oefenterrein BergenHohne, in de nabijheid van 41 Tankbataljon en de TD Hersteleenheid in het Kamp Hohne. Voor de legering van 43 Tankbataljon kon gebruik worden gemaakt van infrastructuur die in het Gemeidefreier Bezirk Osterheide in de Landkreis Soltau-Fallingbostel in aanbouw was ten behoeve van oefenende troepen. Wel moesten door de Nederlandse overheid aanvullende voorzieningen worden gerealiseerd zoals garages, onderofficiers-legering, officiers- en onderofficiersmesses. In augustus 1973 werd 43 Tankbataljon verplaatst van de Legerplaats ’t Harde naar de nieuwe kazerne Langemannshof. Daar werd toen tevens een klein kazernecommando geformeerd en in de kazerne werd ook een detachement
Kazerne Langemannshof Koninklijke Marechaussee gelegerd en voorts (in 1998) 41 Pantserluchtdoelartilleriebatterij. In eerste instantie verhuisden de gezinnen van de beroepsmilitairen nog niet mee, aangezien er (nog) niet voldoende woningen in Bergen beschikbaar waren. De nieuwe kazerne kreeg de naam Langemannshof, omdat deze werd gerealiseerd op de plaats waar een boerderij met deze naam had gestaan. Hoewel de kazerne op het grondgebied van het Gemeindefreier Bezirk Osterheide ligt, werden lokaal nauwe contacten onderhouden met de naburige gemeente Wietzendorf en het stadje Bergen. Op 30 mei 1992 werd 43 Tankbataljon opgeheven, waarna de kazerne werd teruggegeven aan de Duitse overheid. De kazerne is inmiddels buiten gebruik en verhuurd aan een aantal civiele bedrijven.
22
Innerdeutsche Grenze Met relatief eenvoudige middelen - prikkeldraad, waarnemingstorens, waarnemingsbunkers, mijnen, patrouillegang en honden - werd in 1952 de grens met West-Duitsland (BRD) door Oost-Duitsland (DDR) afgegrendeld. Na enige jaren begon men de versperring te verbeteren en werd de prikkeldraadafrastering vervangen door : • een hoog hek van geperforeerd staalplaat • automatische (geweer)schietinstallaties • een controlestrook oost en west van de hekken van respectievelijk zes en tien meter breed die regelmatig geploegd en geëgd werd (voetsporen) • tussen de (twee) hekken een ‘verbeterd’ mijnenveld Aan de oostzijde van deze grens werd tevens een geul van ca. twee meter diep aangebracht en: • een alarmsysteem • verharde wegen voor controlevoertuigen • lichtinstallaties • kabels om honden over lagere afstand zonder fysieke begeleiding een strook te kunnen laten bewaken • betere torens en bunkers Bovendien kreeg de Oost-Duitse grensbewaking opdracht gericht te vuren op hen die wilden vluchten. Tussen West- en Oost-Duitsland was verkeer mogelijk - zij het strikt gecontroleerd - via: • negen wegen • acht spoorwegverbindingen • twee waterwegen Na de Duitse eenwording werd de Muur volledig afgebroken. Slechts enkele borden herinneren nog aan de grimmige periode die Oost en West Duitsland scheidden als gevolg van de Koude Oorlog.
Op 10 november 1989 om middernacht kwam een einde aan het bestaan van de Duitse Democratische Republiek.
Hindenburg Platz in Münster
Van 1 (NL) Lk naar 1 (GE/NL) Lk In 1995 werd het Eerste Duits-Nederlandse Legerkorps 1(GE/ NL) geformeerd. De vermindering van de omvang van de strijdkrachten in Nederland en Duitsland, maar ook de wens te komen tot verdergaande samenwerking in binationaal verband, lagen daaraan ten grondslag. In eerste instantie omvatte dit GE/NL legerkorps één Nederlandse divisie (1 Divisie ‘7 December’) en een Duitse divisie, waarbij de legerkorpsstaf door beide landen werd bemand. De commandant werd beurtelings een Duitse of een Nederlandse generaal. De eerste commandant was Lgen R. Reitsma. Het 1(GE/NL) Legerkorps staat in crisis- en oorlogstijd onder bevel van de commandant Land Forces Central Europe en maakt onderdeel uit van de ‘Main Defence Forces’ van de NAVO. In vredestijd kunnen aan het legerkorps eenheden worden toegevoegd. Voor de Nederlanders in de staf in Münster is een Nederlands Commando opgericht, waarin specifieke ondersteunende taken/functies zijn ondergebracht. De Duits-Nederlandse staf van het GE/NL legerkorps werd ondergebracht in een gebouw aan de Hindenburgplatz in Münster (Duitsland). Het embleem van de binationale staf is gebaseerd op het zogenoemde Sendzwaard. Dit is het zwaard dat al 400 jaar lang wordt opgehangen aan de gevel van het stadhuis van Münster, bijv. bij feestelijke gelegenheden. Na het verdwijnen van de Nederlandse eenheden uit Seedorf, Hohne en Langemannshof is er anno 2012 nog steeds sprake van een substantiële, continue aanwezigheid van Nederlandse militairen in de Bondsrepubliek Duitsland.
Wordt vervolgd. Meer info over het Museum Nederlandse Cavalerie vindt u in het kader hiernaast.
Museum Nederlandse Cavalerie
Locatie: Bernhardkazerne te Amersfoort Openingstijden: di. t/m vr. van 10.00 uur tot 16.00 uur. Rondleidingen op afspraak. Legitimatiebewijs verplicht.
Barchman Wuytierslaan 198 • 3818 LN Amersfoort Telefoon 033 466 19 96
23
Enige traditiebegrippen nader uitgelegd
dus niet overgedragen aan het Legermuseum. De traditionele eigendommen, zoals het regimentszilver zijn ondergebracht in een stichting of regimentsvereniging.
Majoor b.d. Willem Plink Het Regiment Huzaren van Sytzama en het Regiment Huzaren Prins van Oranje zijn inmiddels officieel ontbonden. Mij wordt vaak gevraagd hoe het nu zit met een aantal begrippen die bij de daarbij horende Koninklijke Besluiten en voorschriften over traditie worden gebruikt. Onder andere de begrippen ‘opheffen’ en ‘ontbinden’ en ook de begrippen ‘voortzetten’ dan wel het ‘bewaren’ van tradities.
Standaard Regiment Huzaren Prins van Oranje met cravatte
Dit bestuur organiseert activiteiten, zoals een jaarlijks diner de corps of een herdenking voor de gevallen kameraden. Er is ruimte voor een regimentsbureau. De oud-leden van het regiment mogen onder voorwaarden de regimentskleuren op hun uniform blijven voeren.
En het belangrijkste is dat de activiteiten van de regimentsvereniging of stichting gesteund worden door Commandant Landstrijdkrachten.
Opheffen
Voortzetten of bewaren van tradities
Het bestaan van een regiment of korps wordt officieel beëindigd. In de jaren negentig werd een aantal infanterieregimenten opgeheven. Dat begrip moeten we letterlijk nemen, het betreffende regiment bestaat niet meer, de militaire uitrustingen (voertuigen, wapensystemen e.d.) zijn herverdeeld, verkocht of verschroot. De traditionele eigendommen zijn naar het infanteriemuseum of weggegeven. De vaandels zijn aan het Legermuseum overgedragen. Het personeel is overgegaan naar een ander regiment of korps gegaan. De kleuren van het betrokken regiment worden niet meer gevoerd. Ik vermeld dit, want ik kom er bij het volgende onderwerp op terug. Helemaal definitief is de opheffing niet want enkele regimenten zijn later weer heropgericht. En er werd indertijd regelmatig Standaard Regiment Huzaren gesproken over het ‘ter Prins van Oranje ruste leggen’ van het betreffende regiment. Ietwat vaag in de richting van het begrip ontbinden.
In de Koninklijke Besluiten is verder sprake van de termen ‘voortzetten van traditie’ of ‘bewaren van traditie’. Een regiment of korps zet de tradities voort van daartoe vastgestelde voorgaande regimenten of korpsen. Een voorbeeld is het Regiment Huzaren van Boreel dat de tradities voortzet van het in 1940 ontbonden 4e Regiment Huzaren en alle daartoe behorende voorgaande regimenten. In de jaren vijftig van de vorige eeuw werden een aantal regimenten van voor de oorlog samengevoegd tot een nieuw regiment. Als voorbeeld neem ik het Regiment Limburgse Jagers dat ontstond uit twee gelijkwaardige Limburgse regimenten, het 2de Regiment Infanterie en het 6de Regiment Infanterie. Zij zijn nu volledig geïntegreerd.
Ontbinden Ontbinden houdt in dat het bestaan van een regiment feitelijk wordt beëindigd zonder dat van een officiële opheffing sprake is. Voor het eerst is dit toegepast bij het Regiment Huzaren Prins Alexander. Eigenlijk is het een vorm van opheffen, maar er zijn verschillen. Het militaire materiaal is opgelegd voor de verkoop. De standaard is ingeleverd, dat wil zeggen in beheer bij Commandant Landstrijdkrachten en 24
Het nieuwe regiment zette volgens het KB de tradities voort van de twee vooroorlogse regimenten, zoals het gebruik van de regimentsmars van het ene regiment en de wapenkleuren van het andere regiment. In 1973 is e.e.a. gewijzigd. Men vond dat je regimenten die voor de Tweede Wereldoorlog geen band met elkaar hadden niet kon samenvoegen en belasten met het voortzetten van elkaars tradities. Om dat probleem op te lossen, werd het begrip ‘bewaren van tradities’ ingevoerd. Dat wil zeggen dat aan een regiment naast de eigen traditievoortzetting tevens wordt opgedragen zo goed mogelijk de tradities te bewaren van een voormalig regiment. En met de ontbonden regimenten worden afspraken gemaakt bij welke evenementen, die door een regimentsvereniging worden georganiseerd. Een zichtbaar voorbeeld is dat toen RHPA werd ontbonden, RHPO werd belast met het bewaren van de tradities. Dit is zichtbaar gemaakt door aan de standaard van RHPO een cravatte te hechten met daarop de naam RHPA en de standaardopschriften. De afmetingen van de cravatte worden nog verbeterd in de nieuwe gecombineerde uitvoering.
De toekomst van de verkenners... In de VOC Mededelingen nummer 2011-3 heeft de ritmeester Samsom een artikel gepubliceerd over ‘de toekomst van de verkenners’. Hij roept hierin op tot het delen van meningen of te discussiëren over de genoemde punten m.b.t. de (mogelijke) toekomst van de verkenning. Ritmeester W.J. Holleman, Hoofd bureau Beproevingen, KCGM, geeft in dit ingezonden stuk een reactie. Graag geef ik aan de oproep van ritmeester Samson gehoor. Met name omdat ik vind dat hij gelijk heeft in zijn redenatie dat de verkenning een eigen specialisme is. Dit uitgangspunt dient breed gedragen en erkend te worden. Daarnaast (misschien nog wel belangrijker) omdat na het wegvallen van de tanks de cavalerie zo klein is geworden dat het opgaan in de ‘grote’ infanterie niet zo ver weg is als sommigen van u wellicht denken. Wij moeten ons gisteren en vandaag bezig gaan houden met de (cavalerie) verkenning van morgen. Wij dienen dit spel van de (her)verdeling van mensen en middelen slim te spelen, reëel in onze uitgangspunten maar bovenal beredeneerd op basis van onze sterke kanten en door iedereen in dezelfde vorm uitgedragen. Als elke cavalerist een eigen variant probeert te verkopen dan zal de C-LAS (laat staan de algemene opinie binnen de infanterie) natuurlijk niet warm lopen voor onze argumenten. En om eerlijk te zijn, geef ze eens ongelijk. Dat betekent overigens niet dat er geen ruimte meer kan zijn voor discussie maar wel dat iedereen dezelfde uitgangspunten hanteert. De uiteenzetting over mogelijkheden voor personeel
en loopbaanontwikkeling was helder en haalbaar. Als specialist verkenningen afwisselend werken bij een verkenningspeloton, een verkenningseskadron en een infanteriebataljon (als verkenner of inlichtingenfunctionaris) geeft de jonge (onder-)officier een gespecialiseerde maar ook brede onderbouw. Het stuk van de ritmeester Samson roept ook vragen op. Met name over het deel technologische ontwikkeling. “De inzet van de UAV Raven beperkt de inzet van tenminste een ploeg” stelt de auteur. Uit de commandovoering volgt de inzet van de UAV Raven. Wanneer er een taak voor dit middel is, dan is daar een ploeg mee bezig, maar een beperking is het niet. Je eigen taak is tenslotte geen beperking. In dat geval zou namelijk elke geëigende opdracht een beperking zijn (vergelijk: ploeg X voert uit een puntverkenning, waardoor de PC minder capaciteit heeft voor een andere opdracht!?). De belegging van de UAV Raven binnen de (verkennings-) organisatie is ook nog niet voor alle eenheden gelijk!? En waarom niet? Het zoeken van de discussie en meningen formuleren over de huidige en toekomstige ontwikkelingen is een zeer goede zaak. Overal heeft iedereen altijd zijn mening klaar, maar luisteren naar een ander of de eigen mening op papier zetten is er meestal niet bij. In ‘gewone’ tijden met oogkleppen op en oordoppen in rondrijden gaat misschien lange tijd goed, maar nu wij de rangen moeten sluiten om de verkenning (en dus de cavalerie) te behouden zullen wij echt actiever en eensgezinder moeten optreden. Om de drempel laag te houden, opper ik hierbij dan ook het voorstel om in de VOC Mededelingen een rubriek te openen, waar in positieve zin bij kan worden gedragen aan het delen van ervaringen, meningen en ideeën. De redactie ondersteunt dit voorstel van harte en stelt uiteraard ruimte beschikbaar, waarin u uw mening kunt ventileren. Bij voldoende reacties is een vaste rubriek zeker een optie.
25
Gezien de huidige tentoonstelling in het Museum Nederlandse Cavalerie met als thema ’50 jaar Nederlandse Cavalerie in Duitsland, heeft uw redactie een artikel uit de oude doos gehaald over een van de grote legerkorpsoefeningen, die vanaf 1973 om de vijf jaar werden gehouden. Dit artikel van de hand van majoor der huzaren E.W. Scheffrahn, toenmalig Hoofd sectie 3 van 41 Tankbataljon, beschrijft de eerste van deze reeks grootscheepse oefeningen: ‘Big Ferro’. Het tactische voorbeeld over de zogenaamde ‘Vesting BRELOH’ ontbreekt, maar is voor belangstellenden terug te vinden in de VOC Mededelingen van 1974 nummer 1.
Oefening ‘Big Ferro’ De reeds lang te voren aangekondigde en in heel Nederland en ook bij onze NATO-partners met belangstelling tegemoet geziene oefening ‘Big Ferro’ is weer achter de rug en is, zoals uit vele dagbladen en uitspraken van hogere militaire commandanten al bleek, een groot succes geworden. De oefening was een door Commandant 1 (NL) Legerkorps geleide vrije twee partijen divisieoefening, welke van 10 tot 21 september 1973 in West-Duitsland werd gehouden met het doel staven en troepen te oefenen in de beweeglijke gevechtsvoering onder snel en onverwachts wisselende omstandigheden, een en ander in nauwe samenwerking met eenheden van verschillende nationaliteit. De deelnemers waren verdeeld in een leidersorganisatie, bestaande uit een leidersstaf, een uitgebreide hulpleiders- (bij divisie en brigade) en scheidsrechtersorganisatie (bij bataljons, afdelingen en zelfstandige compagnieën, eskadrons en antitank- batterijen) een schade-organisatie en gezien de grote te verwachten toeloop van bezoekers, zowel militair als van de zijde van de pers en andere nieuwsmedia, een pers- en bezoekerscentrum, en de spelers. De spelers bestonden uit de staf en eenheden van de 1 Divisie (BLAUW), de 4 Divisie (GROEN), waaronder het voor deze oefening op herhaling opgekomen 42 Tankbat (Leopard-1), delen van de 2e Geallieerde Tactische Luchtmacht, eenheden van de legerkorpstroepen, die deels op
26
Opmars BLAUW aanvraag, deels in een bepaalde fase van de oefening in steun aan BLAUW of GROEN konden worden gegeven, en neutrale eenheden voornamelijk bestaande uit eenheden van het Legerkorps Logistiek Commando. Aan buitenlandse eenheden namen deel: van West-Duitsland een pantserbrigade, een tankbataljon, een lange afstands verkenningscompagnie, twee compagnieën van een geniebataljon en in de laatste fase van de oefening een pantsergrenadierdivisie. Van de Verenigde Staten: een tankbataljon (M 60). Van België: een bevrijdingsbataljon (twee pantserinfanteriecompagnieën AMX en één tankeskadron (Leopard-1). De eenheden van de niet als brigade deelnemende 12 Pantserinfanteriebrigade en 43e Pantserbrigade versterkten de eenheden van de deelnemende brigades. In totaal namen ongeveer 40.000 man, waaronder 16.000 buitenlandse militairen, ± 9.200 wiel, ± 2.200 rupsvoertuigen, een kleine 200 gevechtsvliegtuigen en 40 helikopters deel aan deze oefening. Het oefengebied werd begrensd door de plaatsen BREMEN - HAMBURG - de rivier de ELBE in oostelijke richting tot de zonegrens - in zuidelijke richting volgend tot HELMSTEDT - WOLFENBÜTTEL - HILDESHEIM MINDEN - de rivier WESER, deze rivier in noordelijke richting volgend tot BREMEN. Het totale gebied had een oppervlakte van zo’n 120 bij 120 km. Daar een uitgebreid gebruik zou worden gemaakt van de in het gebied voorkomende openbare en andere wegen, was een uitgebreide gevechtswegenkaart, waarop ook de in het gebied voorkomende terreinen waarop kon worden ontplooid, uitgegeven. Ten einde alle hulpleiders en scheidsrechters over het toe te passen systeem van vrije oefening in te lichten, werden zij op 7 en 8 september ’73 in het Infanterieschietkamp te Harskamp uitgebreid en aan de hand van een aantal voorbeel-
Scheidsrechters begeleiden een Amerikaans tankpeloton den, voorgelicht. Tevens kregen zij de voor hen bestemde voertuigen en radio’s daar toegewezen. Het systeem van de vrije oefening dat in een voorgaande oefening op lager niveau was uitgeprobeerd en daarna verder verfijnd en uitgewerkt, berust op autonome beslissingen van de scheidsrechter. Zij werkten aan de hand van bepaalde puntenwaarderingen die gegeven werden aan de hand van het door de commandant van de eenheid opgemaakte plan. Hierbij werden voor de zowel sterkte van in te zetten troepen, terreingebruik, verrassingselement, artillerie en luchtsteun enz. in cijferwaarderingen omgezet en met de cijferwaardering van de scheidsrechter van de tegenpartij vergeleken, om te komen tot een beslissing of de actie zou slagen, moest worden afgeremd dan wel moest vastlopen. Door dit systeem werd initiatief en juiste troepenaanvoering van een commandant zowel van BLAUWE als van GROENE eenheden gehonoreerd, dit in tegenstelling tot geleide oefeningen waarbij er voor een van de partijen weinig of geen sprake is van initiatief omdat men zich duidelijk moet houden aan een tevoren opgesteld draaiboek, om de andere partij daarop te laten reageren. Een cavaleriescheidsrechter drukte zich kort en duidelijk uit over het bij de oefening gebruikte systeem en zei: ‘Dit systeem is reëler. De slimme commandant, de man met de foefjes wordt beloond’. Op 10, 11 en 12 september werden de eenheden naar het oefengebied verplaatst. De verplaatsingen verliepen vlot en de oorlogstoestand ging in op 11 sep 2400Z, waarbij de beginsituatie zo was dat de BLAUWE eenheden erin waren geslaagd een drietal bruggenhoofden bij de rivier ALLER te behouden. 1 Divisie kreeg opdracht om m.i.v. het invallen van de duisternis op 11 september deze bruggenhoofden over te nemen met één brigade. De overige eenheden van de divisie bevonden zich in verzamelgebieden west van de ALLER in de omgeving van CELLE en HANNOVER. Enkele eenheden kwamen daar in de loop van 12 september aan. GROEN (4 Divisie) heeft het gestelde aanvalsdoel, een bruggenhoofd west van de WESER, niet bereikt, doch zag zijn aanval gestopt noord van de ALLER.
Fase 1 BLAUW (waarbij o.a. ingedeeld de staf van een Duitse pantserbrigade met Nederlandse eenheden onder operationeel
bevel en een andere BLAUWE brigade met o.m. het Belgische Bevrijdingsbataljon en het US tankbataljon onder operationeel bevel) en een verkenningsbataljon, voerde vanuit de verzamelgebieden zuid van de ALLER op 13 september na doorschrijding van de brigade in de bruggenhoofden een tegenoffensief uit met twee brigades voor en de brigade van de bruggenhoofden in reserve. GROEN voert het vertragend gevecht met twee brigades. Door de langzame voortgang van de oostelijke brigade werd de reservebrigade spoedig ingezet, doch de aanval van deze brigade liep door hardnekkige weerstand van GROEN in de late middag van 14 september aanvankelijk grotendeels vast noord en oost van het oefenterrein BERGEN/HOHNE. In de loop van 15 september konden de uiteindelijke aanvalsdoelen (bruggen over het ELBE-SEITENKANAL tussen LÜNEBURG en UELZEN worden bereikt. Einde fase 1 op 15 sept 1973, waarna direct nieuwe bevelen aan de commandanten van de BLAUWE en GROENE Divisie werden uitgegeven. Op zondag 16 september ´73 werd door de troep zo veel mogelijk gerust en werd eenieder in ieder geval in de gelegenheid gesteld een godsdienstoefening bij te wonen.
Gevechtspauze
Fase 2 - ingang 170001Z sep BLAUW (1 Divisie) nu met een brigade minder, ging over tot de haastige verdediging en vertraagde de vijand met een nu volledige Duitse pantserbrigade en een Nederlandse pantserinfanteriebrigade achter elkaar in een versmald vak. GROEN versterkt met een brigade (waarbij het Belgisch bevrijdingsbataljon en het US tankbataljon) voert het tegenoffensief. Vermeldenswaard is dat de achterbrigade van BLAUW zijn eerste vertragingslijn achter het riviertje de ÖRTZE had gekozen en m.u.v. de voor de doorschrijding van de terugvallende brigade, de niet benodigde bruggen had vernietigd en van de LSD van de voorbrigade te horen kreeg dat zijn brigade-eenheden ‘nu’ de doorschrijding hadden voltooid, waarop terecht ook de twee laatste opengehouden bruggen werden opgeblazen. Grote schrik toen dezelfde LSD ongeveer 20 minuten later meldde dat er toch nog delen van een tankbataljon aan vijandszijde van het riviertje waren. De betreffende commandant van de tankeenheid zat er echter niet zo mee, want de bij zijn tankeenheid nog aanwezige brugleggende tank bracht uitkomst. Maar ook de vijand was wakker en zette een aanval in aan weerszijde van de brug met infanterie en de door de brugleggende tank gelegde brug viel in vijands handen.
27
Een compagnie van 41 Pantserinfanteriebataljon gereed voor verplaatsing
Vertragend gevecht door GROEN
Door een snelle actie wist de vijand daardoor snel een bruggenhoofd aan BLAUWE zijde te krijgen, Remagen-zuid? Typisch was dat het ook hier weer een deel van het Amerikaanse tankbataljon was, dat in goede samenwerking met de Nederlandse infanteristen dit succes behaalden. In de loop van 18 september liep het offensief van GROEN vast op de door BLAUW ingenomen verdediging van de lijn VISSELHÖVEDE - SCHNEVERDINGEN. BLAUW kreeg nieuwe versterkingen aangevoerd in de vorm van een Duitse pantsergrenadierdivisie, bestaande uit een pantsergrenadierbrigade en een Nederlandse brigade die tot zover aan GROENE zijde was opgetreden en nu versterkt werd met Duitse eenheden o.a. een verkenningsbataljon, artillerieregiment, luchtafweerbataljon, geniebataljon en enkele kleinere eenheden. BLAUW beschikte toen over totaal vier brigades.
grote kantinezaal onder een prettig hapje en drankje nog enige tijd gezellig bijeen en werden de diverse acties nog eens uitgebreid besproken. Opvallend daarbij was dat veel van mijn cavalerie-collega’s bijzonder slecht bij stem waren. Vermoeidheid, weinig slaap en intensief gebruik van de radio’s, waren hier niet vreemd aan.
Fase 3 BLAUW hernam op 20 september in de vroege ochtend het initiatief, doorschreed de voorste eenheden en ging aanvankelijk voorwaarts over twee assen met het zwaartepunt op de zuidelijke as met twee tankzware brigades naast elkaar. Op de noordelijke as was een versterkte pantserinfanteriebrigade, waarbij de vierde brigade aanvankelijk op de noordelijke as volgde om na het bereiken van een tussengelegen aanvalsdoel op de noordas noordwaarts uit te zwaaien en noord van deze as te worden ingezet. De aanval verliep aanvankelijk moeizaam. GROEN wist door het kiezen van goede vertragende opstellingen de BLAUWE opmars steeds weer aanmerkelijk te vertragen, waardoor pas in de vroege ochtend van 21 september de brigade in de 2e lijn op de noordelijke as kon worden aangetrokken. Vlak voor deze brigade kon worden ingezet, kwam op 211200Z toch nog onverwacht het bericht ‘einde oefening’ en werden de eenheden in de directe omgeving van de toen bereikte eindpunten verzameld. Een zeker niet geringe taak wachtte toen de diverse verkeersofficieren om ieder in de loop van de nacht en de daaropvolgende dag weer op zijn thuisbasis te dirigeren. Een korte eindbespreking voor alle ondercommandanten t/m de bataljonscommandanten, hulpleiders en hoofdscheidsrechters in het pers- en bezoekerscentrum OSTENHOLZ, besloot deze grootste door Nederland ooit gehouden oefening. Na de eindbespreking was men in de
Ten slotte De oefening is nu ik dit schrijf alweer meer dan een maand achter de rug. Ongetwijfeld is er nog lang in de diverse messes en kantines nagepraat. En ongetwijfeld heeft iedereen nog veel vermoeienissen gehad dan werkelijk bij de oefening en heeft ook iedereen ‘gewonnen en was hij de tegenpartij te slim af’. Wat wij, die aan ‘Big Ferro’ hebben deelgenomen, zeker van hoog tot laag hebben gewonnen, is dat wij een brok ervaring hebben opgedaan, ontberingen en vermoeienis weer eens hebben moeten accepteren, vlot moesten reageren op snel wijzigende omstandigheden - op de meest onverwachte momenten - en uit de ongetwijfeld gemaakte fouten lering kunnen trekken. Rest mij nog op te merken, dat het weer ideaal was. Mede daardoor was de aangerichte schade aan wegen, bermen e.d. gering te noemen en kon door inzet van genie-eenheden de aangerichte schade nagenoeg direct worden hersteld. Mede ook daardoor is deze grote oefening bij de bevolking in het oefengebied goed ontvangen en werd ook van die zijde volle medewerking verleend.
Tanktrein beladen na einde oefening door 41 Tankbataljon
Van de cavalerie namen aan oefening ‘Big Ferro’ deel: 103 Verkbat (versterkt met een esk van 102 Verkbat), 11 Verkesk, 13 Verkesk, 41 Verkesk, 43 Verkesk, 11 Tkbat (minus één esk en versterkt met een esk 43 Tkbat), 41 Tkbat (minus één esk en versterkt met een esk 43 Tkbat), 42 Tkbat dat in zijn geheel voor de oefening op herhaling kwam en 101 Tkbat. Een groot aantal officieren en onderofficieren van het Opleidingscentrum Cavalerie (OCC), alsmede officieren en onderofficieren van het niet deelnemende 43 Tkbat en 42 Verkesk en buiten het wapen dienend, nam als hulpleider of scheidsrechter aan de oefening deel.
28
Uitzicht op het presidentieel paleis te Damascus
De ‘Arabische lente’ in Syrië door de ogen van een VN-waarnemer Majoor Maarten Gortworst Syrië, tot voor kort een zwart gat voor velen. Onvoorspelbaar, gelieerd aan Hezbollah en Iran, duistere politiek, veel interne veiligheidsdiensten en in conflict met Israel. Dit zijn kreten die bij de meeste mensen als eerste opkomen als ze aan Syrië denken. In een vorige editie van het VOC-blad hebben we in het artikel van de majoor van Rijckevorsel kunnen lezen wat de United Nations Truce Supervision Organisation (UNTSO) missie op de Golanhoogvlakte inhoudt. Ook ik ben in de periode september 2010 tot september 2011 in deze missie werkzaam geweest voor de Verenigde Naties als militair waarnemer. In deze periode heb ik met eigen ogen gezien wat de Arabische opstand in de regio voor gevolgen had voor Syrië. In dit artikel zal ik verslag doen van mijn persoonlijke ervaringen toen de situatie in het land veranderde van ‘rustig’ naar ‘explosief’. Voor degenen die het artikel van de majoor van Rijckevorsel niet scherp meer voor de geest hebben zal ik allereerst kort uiteenzetten wat de VN-missie in het Midden-Oosten inhoudt. De missie is gestart in 1948 na de oorlog tussen de Arabieren en Joden die volgde op het uitroepen van de staat Israel. Er waren VN-waarnemers benodigd om toe te zien op het ‘cease-fire-agreement’. Het operatiegebied van de missie is meerdere keren veranderd als gevolg van de diverse oorlogen in het Midden-Oosten. Tegenwoordig zijn de VN-waarnemers verspreid over Syrië en Israel, waarbij er van beide kanten op de Golanhoogvlakte wordt toegezien op de naleving van de wapenstilstandsovereenkomsten. UNTSO heeft ook waarnemers ontplooid in Zuid-Libanon. In 1974, na de Yom Kippoeroorlog, werd tevens de United Nations Disengagement & Observer Force (UNDOF) opgericht op de Golanhoogvlakte. Dit is een gewapende en relatief grote eenheid, in tegenstelling tot de UNTSO-missie, die een ongewapende en kleine missie is.
Waarnemingspost op de Golan Hoogvlakte UNDOF en UNTSO werken intensief samen. De waarnemers, waaronder drie Nederlanders, die in Syrië werkzaam zijn, wonen allen in de chaotische maar gezellige hoofdstad Damascus. De VN-waarnemers komen uit zeer diverse lan-
29
den en dit maakt de samenwerking tijdens de missie interessant. Ook de president, Bashar al-Assad, woont in de hoofdstad. Assad is zonder vrije verkiezingen president geworden in het jaar 2000, nadat zijn vader is overleden. Hij was niet voorbestemd om president te worden en studeerde voor oogarts in Engeland, maar dit veranderde toen zijn oudere broer bij een auto-ongeluk om het leven kwam. Assad was volgens de grondwet te jong om president te mogen worden, maar dit werd met een wetsverandering snel aangepast. Net als zijn vader is hij een Alawiet en deze groepering behoort tot de minderheden in dit land. Doordat mede-Alawieten bevoordeeld worden, lijdt dit in Syrië tot onvrede onder de twee grootste groeperingen, de Soennieten en Sjiieten. Doordat de president met zijn gezin in Damascus woont en er vele overheidsinstanties gevestigd zijn, zijn er bizar veel veiligheidstroepen werkzaam. Overal zie je deze mannen met kalasjnikov’s op straat, soms in uniform maar vaak in normale kleding. Veel van hen werken voor de Syrische Inlichtingendiensten en worden Muchabarath genoemd. De Muchabarath is berucht en de bevolking is bang voor hen. Mensen worden wegens onverklaarbare redenen opgepakt en ‘verdwijnen’ soms jaren zonder eerlijk proces achter de tralies. Officieel werkt 1 op de 6 inwoners van Syrië voor deze diensten. Dit is absurd veel en maakt dat mensen niet in het openbaar hun mening durven te ventileren uit angst opgepakt te worden. De Muchabarath-medewerkers maken misbruik van hun macht en bedreigen en persen mensen af. U kunt zich voorstellen dat de bevolking hier niet blij mee is, maar bij wie ga je je beklag doen? Dit gecombineerd met een ernstig corrupt overheidsapparaat, maakt dat het voor het arme deel van de bevolking moeilijk is om te leven. Daarnaast leeft een groot deel van de bevolking onder de armoede grens en moeten mensen vaak leunen op familieleden om te overleven. Nadat de Arabische revolutie in Tunesië en Egypte duidelijke resultaten boekte, sloeg de vonk in maart 2011 over naar Syrië. Dit was onverwachts, aangezien de president ondanks alles op veel steun kan rekenen onder de bevolking, de inlichtingendiensten iedereen in de gaten houden waardoor de mensen dus niets durven en de gemiddelde Syriër
uitzicht op Khan Arnabe
30
volgzamer is dan de gemiddelde Noord-Afrikaan. Sinds 1974 tot maart 2011 was het land zeer rustig en voelde het als een voorrecht om er een jaar te mogen wonen. Ontzettend vriendelijke mensen, indrukwekkende oude steden, chaotisch maar grappig verkeer, prachtige historische sites en oneindige woestijnen. Fantastisch om er rond te reizen, maar dit veranderde helaas snel zodra de protesten in Daraa uitbraken. Deze zuidelijke plaats op de grens met Jordanië was de eerste stad waar opstanden ontstonden. Wellicht gevoed door groeperingen uit Jordanië, werd er geprotesteerd tegen het regime. Dit sloeg al snel over naar andere plaatsen in het land. De regering reageerde echter met geweld, er werd gericht op mensen geschoten en het leger werd zelfs ingezet om de protesten te stoppen. Vanaf nu had de president bloed aan zijn handen en moest hij vallen... De ene na de andere opstand brak uit. In Damascus werden pro-overheid opstanden georganiseerd om aan de wereld te tonen dat er ook veel steun was voor de regering. Het is waarschijnlijk dat deze protesten georganiseerd werden door de overheid zelf en alle overheidsmedewerkers kregen een dag vrij in ruil voor hun deelname. Niemand durfde te voorspellen hoe de situatie zich zou ontwikkelen en of het regime zou vallen en tot op de dag van vandaag blijft het gissen. Het gevolg van al deze opstanden was een drastische beperking van onze ‘freedom of movement’. In ons operatiegebied probeerde het Syrische leger een ijzeren greep te krijgen op de demonstranten. Dit deden ze door talloze roadblocks, checkpoints en tankopstellingen in te nemen. De BMP’s, BRDM’s, T-55 en T-72 tanks werden allen van stal gehaald en hiermee werden dorpen en steden compleet afgegrendeld. Als er een operatie gaande was van het Syrische leger, kregen wij geen toestemming om de roadblocks te passeren. Dit was in strijd met ons mandaat en de afspraken met de Syrische overheid. Wij kunnen immers niet objectief verslag uitbrengen van de hoeveelheid troepen, tanks en artillerie als we geen toegang hebben tot bepaalde delen van ons operatiegebied.Uiteraard werd dit op hoog niveau besproken tussen de VN en het Syrische leger, maar
VN waarnemers in gesprek met een herder
Patrouille op de Golan Hoogvlakte
dit hielp niet. ‘Probeer te onderhandelen bij een roadblock en als dat niet lukt het gebied verlaten’ was de stelling die de VN innam. Dit druiste bij een hoop collega’s tegen hun eergevoel als objectieve waarnemer en militair in omdat het Syrische leger vanaf nu kon bepalen waar we wel en niet mochten komen. Tevens werd het een interne VN-discussie of we ons nu wel of niet met de interne onrusten moesten bezighouden. Ons mandaat schreef voor dat we enkel troepenopbouw moesten monitoren, echter de opstanden vonden plaats in ons operatiegebied. Hier was na een half jaar nog steeds geen knoop over doorgehakt.
propaganda verkondigde, werd ze uit het land verbannen. Tegelijkertijd werd er door overheidaanhangers geprotesteerd voor de ambassade van Qatar in Damascus. Het regime laat via de staatsmedia vaak onwaarheden verspreiden, om zo de publieke opinie te beïnvloeden. Door de tijd heen verslechtert de situatie tussen het Syrische leger en de VN. De waarnemers proberen krampachtig de roadblocks te omzeilen, wat tot discussies en frustraties leidt bij beide partijen. Tegelijkertijd klampt de bevolking op de Golanhoogvlakte de waarnemers aan om hulp. Familieleden die meegenomen zijn, ouders die hulpeloos thuis vast zitten in de ring van militairen en mensen die juist niet terug kunnen naar hun huis. Ook hier kan de VN niets in betekenen omdat het niet onder het mandaat valt.
Het regime probeerde met veel loze beloftes de bevolking te kalmeren. Er werd in allerijl een nieuwe regering geïnstalleerd, wat erop neerkwam dat de regeringsfunctionarissen onderling van functie wisselden. De broer van de president, als hoofd van het belangrijkste deel van het leger en de oom van de president, als eigenaar van veel grote bedrijven, hadden ook flink wat in de melk te brokkelen. Daarnaast werd social-media als Facebook officieel toegestaan. Ook in een arm land als Syrië, waar internet beperkt doorgedrongen is, had dit een grote kracht onder de betogers. Uiteraard werd dit wel streng gemonitord door de inlichtingendiensten en moesten fanatieke Facebookdemonstranten het land uit vluchten. Als derde heeft de president de arme onderdrukte Koerden in het noorden van het land een identiteit beloofd. Ook dit was een wassen neus aangezien hun toch al zeer beperkte rechten onveranderd bleven en hun situatie dus niet zou verbeteren. De president gaf de hele wereld de schuld van de interne onrust, behalve zichzelf. Het zou allemaal opgezet zijn door terroristische groeperingen die de Syrische samenleving onderuit wilde halen. Ondertussen bleven de tanks zich ontplooien, verdwenen er in 1 week 3000 inwoners en hielden de kalasjnikov’s van het leger niet op met schieten. Interessant was ook om te zien hoe de Syrische overheid met alle geweld buitenlandse media buiten de deur probeerde te houden. De staatsmedia zou wel verslag doen aan de wereld. Al Jazeera, gestationeerd in Qatar, heeft nog enige tijd verslag gedaan vanaf een bewaakt hotel in Damascus, maar nadat de verslaggeefster steeds meer anti-overheid
In de loop van de maanden worden de niet-essentiële medewerkers van de diverse ambassades in Damascus naar huis gestuurd en worden evacuatieprocedures aangescherpt. Dit blijkt niet ongegrond nadat diverse ambassades zijn aangevallen door de Muchabarath, verkleed als ‘normale burgers’. Eind augustus besluit ook de VN om alle partners van hun medewerkers naar huis te sturen. Tegen die tijd komt er al bijna een eind aan mijn missie. Zieke vrouw op de Golan Eind september rijd ik niet geheel ontspannen naar de Turkse grens om het land te verlaten en koers naar Nederland te zetten. Met gemengde gevoelens laat ik Syrië achter me om hopelijk ooit nog eens terug te komen als de rust is wedergekeerd.
31
Japanse tanks in Nederlandse dienst Willem Smit, Nederlands Instituut voor Militaire Historie Uit de nalatenschap van de toenmalige eerste luitenant-vlieger Kees Merkelbach, de vaste piloot en adjudant van generaal Spoor, de legercommandant in voormalig Nederlands-Indië, kwam een onverwachte foto tevoorschijn. Op de foto zijn twee tanks en een pantserwagen te zien die ergens in een kampong halt hebben gehouden. De commandant van de voorste tank laat zich samen met een Indonesische jongen ontspannen fotograferen. Op de achterkant van de foto staat nog te lezen: tanks, watermannen, 1947. Er klopt echter iets niet op de foto. De tanks in kwestie zijn op zijn zachtst gezegd gedateerd, zeker in 1947. De pantserplaten van zowel de geschutstoren als de romp zijn, duidelijk zichtbaar, door klinknagels aan elkaar verbonden. Deze manier van construeren werd al vóór de Tweede Wereldoorlog niet meer toegepast door de grote tankfabrikanten. De regel was toen al om pantserplaten aan elkaar te lassen, of nog mooier, om zowel de romp als de toren uit één stuk te gieten. De tanks hier op de foto zijn van Japanse makelij, aangeduid met de weinig welluidende naam Type 89 ‘Yi-Go’. Deze tank werd vanaf eind jaren twintig gefabriceerd naar het voorbeeld van de moderne Engelse tank Vickers medium Mk.C waarvan Japan er in 1927 één had aangeschaft1. Pas in 1933 begon de productie van de Japanse kopie bij Mitsubishi goed op gang te komen. Bewapend met een 57 mm kanon en twee mitrailleurs, was de tank geschikt voor het verlenen van vuursteun aan de infanterie. Maar door het verschijnen van beter bewapende en gepantserde
32
Twee Japanse tanks van het type 89 ‘Yi-Go’ in een Javaanse kampong in 1947 met tussen hen in een door Ford geproduceerde Universal Carrier ‘Windsor’.
Amerikaanse- en Sovjettanks viel in 1940 het doek voor de Type 89 tank. De meer dan in totaal 400 geproduceerde tanks werden uit de eerste lijn teruggetrokken en begonnen een tweede leven op de door Japan bezette eilanden in Zuidoost-Azië, maar nu in een meer statische en verdedigende rol als zogenaamde Pill Boxes. Hoe de Type 89 tank in Nederlands-Indië is terechtgekomen is niet duidelijk. Voor de Japanse aanval op Java beschikte luitenant-generaal Hitoshi Imamura, commandant van het 16de Leger, over onder meer twee tankregimenten2. De slagorde van zijn leger laat op 28 februari 1942 zien dat zowel het 2de als het 4de tankregiment, met in totaal ongeveer tachtig tanks, geen Type 89 tank in de sterkte had opgenomen3. De enigszins cryptische omschrijving van watermannen op de achterkant van de foto verwijst naar het Eerste Bataljon van het Derde Regiment Infanterie (I-3RI) dat zich ‘De Watermannen’ noemde. Het bataljon is voortgekomen uit het toenmalige 3de Wachtbataljon dat al in 1944 in België was opgericht. Op 10 maart 1945 werd het bataljon geplaatst als Licht Infanterie Bataljon (L.I.B.) onder bevel van de Prinses Irene Brigade4. Het embleem van I-3RI symboliseert de terugkeer van het bataljon in Nederland over de rivieren Maas, Waal en Rijn. Op de voorste tank is dit embleem duidelijk op het frontpantser te zien.
S.J. Zaloga, Japanese Tanks 1939-45, 4. J.J. Nortier en P.M.H. Groen, De Japanse aanval op Java: maart 1942, 297. 3 www.dutcheastindies.webs.com/java_armour.html. 4 www.indie-1945-1950.nl/web/1-3rihis.htm. 1 2
‘De Watermannen’ kwamen als oorlogsvrijwilligers (O.V.W.) als één van de eerste Nederlandse eenheden op 20 maart 1946 in Batavia aan, waarna zij zich op 8 april naar Bandoeng verplaatsten. Volgens de heer J.C. van Dalsen, voorzitter van de reünieorganisatie van I-3RI, trof de eenheid daar in een legerdump vijf Japanse tanks aan die ter plekke gebruiksklaar werden gemaakt. De legerdump waar Van Dalsen het over heeft, was een dump die door de Britten was ingericht op het voormalige terrein van de Artillerie Inrichtingen (1923-1942). De nog aanwezige Japanners behielden het beheer onder Engelse supervisie tot en met juni 1946, waarna de Nederlanders zich weer over het terrein ontfermden. In het Gedenkboek Technische Werkplaatsen van het Koninklijk Nederlands Indonesisch Leger lezen we over deze periode ’… het gehele terrein was overwoekerd door plantengroei en de Japanners hadden tussen de gebouwen gelegen terreinen gebruikt voor het neervlijen van scraphopen, zoals we dat gewend waren geraakt bij autokerkhoven’5. In de bevelsuitgifte voor I-3RI van 26 juni 1947 valt te lezen dat in het kader van de Eerste Politionele Actie (operatie Product) de stad Soemedang door een gepantserde en een infanteriecolonne diende te worden aangevallen6. Onder de deelnemende troepen van de eerste colonne bevond zich één peloton vechtwagens (1 Pel. Vew)7. Maar is de tank ook daadwerkelijk ingezet door en voor ‘De Watermannen’? Om daar een antwoord op te krijgen moeten we zoeken in de gevechtsrapporten van het bataljon. De langverwachte Eerste Politionele Actie ging van start op 21 juli 1947 (dag “D”). In het gevechtsrapport van dag “D+2” schrijft de commandant van het bataljon, luitenantkolonel C.J.H. Luesen, ‘Een vechtwagen, de “Bolsward”, loopt op een mijn, waardoor 4 man (Sgt Niederer, Kpl Advocaat, Sld1 Verstijlen en Sld. Gissot) gewond raakten’8. Helaas zit het de gepantserde Watermannen niet mee in de eerste dagen van operatie Product, want op het eind van de volgende dag, “D+3”, schrijft overste Luesen: ‘In de loop van
de morgen loopt de tank ”Bussum” vlak bij de plek, waar de “Bolsward” de vorige avond op een mijn is gelopen, eveneens op een mijn. Tank onbruikbaar geworden, Geen gewonden’9. In de gevechtsrapporten en patrouilleverslagen van I-3RI komen na vier dagen strijd, de woorden tank (of vechtwagen) niet meer voor. Operatie Product was de Japanse tanks niet bepaald goedgezind, zoveel is duidelijk, maar ‘De Watermannen’ hebben wel geprobeerd met de tank de strijd aan te gaan zoals de ontwerper het had bedoeld, namelijk ‘het Het embleem van I-3RI verlenen van vuur‘De Watermannen’. steun aan de infanterie’. Dat de Japanse tank Type 89 ‘Yi-Go’ daadwerkelijk voor het Nederlandse belang de strijd is aangegaan, is wel zeker en dat is iets wat we van alle Leopardtanks bij elkaar niet kunnen zeggen!
5
Gedenkboek Technische Werkplaatsen van het Koninklijk Nederlands Indonesisch Leger, 57. 6 Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH), ‘Nederlands Indië 1945-1950 1e en 2e politionele actie, korpsgeschiedenis’, “V” Brigade I-3RI, bevel no.ops16 26 juni 1947, doos 0102/9. 7 Vechtwagen of afgekort vew. is de oude benaming van wat wij nu tank noemen. De naam is vlak na de oorlog uit de gratie geraakt. 8 NIMH, Nederlands-Indië korpsgeschiedenis, Gevechtsrapport Dag “D+2” 23 juli 1947, doos 0102/9. 9 Ibidem, Gevechtsrapport Dag “D+3” 24 juli 1947, doos 0102/9.
Type 89 ‘Yi-Go’. Copyright 2008 by Nicholas Cohin
33
Sprong Voorwaarts Brigadegeneraal b.d. drs. R. de Pruyssenaere de la Woestijne, commissievoorzitter De bezuinigingen op Defensie raken onze Cavalerieeenheden hard. Daardoor dreigen veel collega’s op zoek te moeten naar ander werk, binnen of buiten Defensie. In de vorige editie heb ik u geïnformeerd over het initiatief van het bestuur van de VOC om een commissie in te stellen die, samen met verenigingsleden, overtollige regimentsgenoten kan ondersteunen bij dat zoeken. Tevens is toegezegd u op de hoogte houden over de voortgang, dat doen we bij deze. De commissie is voortvarend te werk gegaan en er is inmiddels veel gebeurd; zo is geïnventariseerd bij de leden of en hoe zij een bijdrage kunnen leveren aan het proces. Deze inventarisatie is bijzonder positief uitgevallen. De conclusie is dat de VOC de benodigde ingrediënten in huis heeft om de dreigend overtollige Cavaleristen perspectief te kunnen bieden; dit geldt zowel voor officieren als onderofficieren. Cruciaal is dat de commissie een beroep kan doen op VOC leden, die niet alleen hun vaardigheden, maar ook het grote militaire en zakelijke netwerk inzetten. Op basis daarvan kan een infrastructuur worden ingericht om het proces ook feitelijk in werking te laten treden.
Wat heeft de commissie nu gedaan? • Ieder VOC lid heeft op het huisadres een brief gekregen met een toelichting op Operatie Sprong Voorwaarts. Tevens zijn zij opgeroepen zich te melden als procesbegeleider in de rol van HR-professional, mentor/coach en/of netwerker. Die oproep bleek niet aan dovemans oren gericht. Inmiddels hebben zich zo’n veertig leden bereid verklaard te ondersteunen. Dat is geweldig en heeft onze verwachtingen overstegen. Ik maak van deze gelegenheid gebruik deze leden hartelijk te danken. • Op 14 december jl. was de Heinekenborrel. Die is gebruikt voor een ontmoeting tussen bovenstaande vrijwilligers en de commissie voorafgaande aan de borrel. Er was een grote opkomst en na uitleg van het proces volgde een uitstekende gedachtewisseling. Creativiteit en enthousiasme voerden de boventoon. Een prima resultaat! • De commissie heeft een item toegevoegd aan de website van de VOC: Operatie Sprong Voorwaarts
(http://www.voc-cavalerie.nl/NL/45/Operatie-Sprong-Voorwaarts.html ). De website adresseert drie aspecten: Vacaturebank: met dank aan VOC leden zijn de eerste vacatures geplaatst. Ik roep eenieder op die een “Cavalerist passende vacature” heeft of weet, deze aan te melden. Inschrijving kandidaten: half december jl. hebben zich de eerste kandidaten gemeld; met hen is een intake gesprek gevoerd; afhankelijk van hun vraag, worden zij aan een procesbegeleider gekoppeld, die hen begeleidt in het proces naar werk. Procesbegeleiding: meldpunt voor leden die als procesbegeleider willen optreden. De leden die zich hebben aangemeld, worden via nieuwsbrieven geïnformeerd over ontwikkelingen. Inmiddels is al een aantal nieuwsbrieven verstuurd. • De VOOC is betrokken en het bestuur van de vereniging heeft de actief dienende leden op de hoogte gesteld en gewezen op de website. Ik verzoek dit bestuur haar leden ook over de voortgang te informeren. • Op de homepage van de VOC website wordt regelmatig een inhoudelijke update gegeven over de stand van zaken. • Er is op “linkedin” een link gemaakt naar de subgroup Operatie Sprong Voorwaarts. Inmiddels is het Sociaal Beleidskader (SBK) 2012-2016 vastgesteld voor de komende reorganisaties en daarbij samenhangende personele reducties. Om van het SBK gebruik te kunnen maken, moet men behoren tot een formeel vastgestelde knelpuntcategorie of herplaatser zijn. De CLAS verwacht komende weken de knelpuntcategorieën bekend te stellen. Informatie over het SBK en de toepassingsmogelijkheden kunt u uiteraard via uw personeelsfunctionaris krijgen. De commissie zal de procesbegeleiders ter zake informeren.
Het “point of contact” van de commissie voor aanmeldingen, vragen of suggesties blijft res-ritm jhr.ir. Maurits van der Goes. Email:
[email protected] of 06 53 264 052. Schroom vooral niet om hem te benaderen.
34
Het Platform Defensie Bedrijfsleven
• Zuid (Noord-Brabant, Zeeland en Limburg) o.l.v. Plaatsvervangend Commandant Luchtstrijdkrachten, genm drs. J.H. Wehren en de voorzitter van de Brabants-Zeeuwse Werkgeversvereniging (BWZ) • Midden (Utrecht, Flevoland, Gelderland en Overijssel) o.l.v. Plaatsvervangend Commandant Landstrijdkrachten, genm M.J.H.M. van Uhm en de voorzitter van het provinciaal Bestuur Gelderland van VNO-NCW
Kolonel b.d. Loek Habraken Uit een gezamenlijk initiatief van het Ministerie van Defensie en werkgeversorganisatie VNO-NCW ontstond in 1999 het Platform Defensie Bedrijfsleven (PDB). Doel van het PDB is versterking van de samenwerking tussen het ministerie en diverse brancheorganisaties, door kennisuitwisseling en belangenbehartiging. Het belang van het PDB groeit, te meer nu een aantal cavaleriecollega’s een baan (moeten) zoeken op de civiele arbeidsmarkt.
Van links naar rechts: De voorzitter van het Provinciaal Bestuur Gelderland van VNO-NCW Midden, de heer F.A. (Foppe) Atema, de heer R. (Rene) Kreeftmeijer, directeur Personeelsmanagement van de HDP en Genm M.J.H.M. van Uhm (P-CLas)
Gouden Driehoek
Een bijeenkomst tussen onderwijs, overheid en ondernemers op donderdag 24 november 2011 op kamp Holterhoek Op de agenda van het PDB staan met name arbeidsmarktvraagstukken, sourcing, kennismanagement en internationale samenwerking (onder meer CIMIC). Vanuit diverse landelijk opererende bedrijven en brancheorganisaties nemen directeuren en voorzitters deel aan het PDB. Zij hebben affiniteit met Defensie en leidinggevenden op de voornaamste defensieonderdelen en –bedrijven. Ieder half jaar komen zij bij elkaar. Het voorzitterschap rouleert tussen de Plaatsvervangend Commandant der Strijdkrachten (PCdS) en de voorzitter van werkgeversorganisatie VNONCW. Sinds 7 september 2010 is de huidige PCdS, viceadmiraal W. Nagtegaal, voorzitter van het PDB.
Organisatie Het PDB is verdeeld in drie regionale platforms : • Noord-West (Friesland, Groningen, Drenthe en de kop van Noord-Holland) o.l.v. Plaatsvervangend Commandant Zeestrijdkrachten, genmmarns A.G. van Ede en de voorzitter van VNO-NCW Noord
Regionaal onderhouden militaire secretarissen contacten tussen onderwijs, overheid en ondernemers (de zogeheten ‘Gouden Driehoek’). Dit doen zij bijvoorbeeld door werkgevers in de regio uit te nodigen voor een bezoek aan een (nabijgelegen) defensieonderdeel en door het organiseren van themabijeenkomsten. Zo ontmoeten medewerkers van Defensie, vertegenwoordigers van het regionale bedrijfsleven en onderwijsinstellingen elkaar om over specifieke aandachtspunten van gedachten te wisselen. Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, aanbestedingsprocedures en instroom-, doorstroom- en uitstroomtrajecten zijn actuele thema’s tijdens deze ontmoetingen.Ook vertegenwoordigen de militaire secretarissen Defensie op netwerk- en bedrijfsbijeenkomsten. Zij spelen hierbij een verbindende rol door mensen te verwijzen naar Defensie en/of één op één contacten over specifieke onderwerpen.
PDB & CIMIC Het PDB onderhoudt ook contacten met het IDEA-netwerk van 1 CIMIC-bataljon. Dit netwerk bestaat uit reserve-officieren met een achtergrond vanuit VNO-NCW en MKB. Tijdens hun uitzending naar crisisgebieden werkten zij samen met onder meer militaire commandanten en lokale autoriteiten en verstrekten zij adviezen op het gebied van bedrijfsvoering, ondernemerschap en financiering. Zij onderhouden een functionele relatie met de werkgeversorganisatie VNONCW. Het Platform Defensie Bedrijfsleven is daarin de verbindende schakel. Voor meer informatie: kolonel b.d. Loek Habraken. E-mail:
[email protected]
35
In de voetstappen van Napoleon Sleutelpunten van de veldtocht door Rusland 1812 Luitenant-kolonel b.d. Leo Venrooy Teneinde tsaar Alexander I te dwingen het Continentaal Stelsel te eerbiedigen en het machtsevenwicht in Europa in zijn voordeel te beslechten, ondernam Napoleon in 1812 de voor hem zo fatale Russische veldtocht. De hoofdmacht van zijn leger trok aanvankelijk zegevierend via Smolensk in de richting van Moskou. Hoewel het Franse leger op 14 september 1812 Moskou kon binnentrekken, tekende zich reeds het naderende debâcle van de veldtocht af. De verwachte capitulatie bleef uit en de beruchte winter stond voor de deur. Midden oktober begon de terugtocht van de Grande Armée uit het brandende Moskou. De grootste verschrikking was de overtocht over de Berezina. Een van de twee bruggen die de Fransen over de met ijsschotsen bedekte rivier hadden geslagen, stortte in nadat slechts enkele onderdelen, waaronder Napoleon met zijn garde, de rivier waren gepasseerd. Tweehonderd jaar later volgt de luitenant-kolonel b.d. Leo Venrooy de opmarsroute van de Grande Armée. Hier volgt deel 1 van zijn boeiende reisverslag...
37
In de voetstappen van Napoleon
In 2012 wordt op vele plaatsen in de wereld stilgestaan bij de veldtocht die Napoleon Bonaparte met zijn Grande Armée in 1812 heeft doorgevoerd op het grondgebied van Rusland. Tweehonderd jaar later wilde ik met eigen ogen zien op welke wijze deze militaire activiteit is ingebed in de geschiedenis van het huidige Rusland. Daarom volgde ik met mijn ex-collega lkol b.d. der artillerie Victor Remouchamps en twee Russische Litouwers in juni 2011 de route die Napoleon tweehonderd jaar geleden ook maakte. De beide Litouwers woonden en werkten ruim 25 jaar in Rusland, in een koud vakantieoord van Stalin. De Russische taal en het Cyrillische alfabet is voor hen “gesneden koek”. Communiceren tussen ondergetekende en Victor was mogelijk, omdat één van beide heren (vond dat hij) Duits sprak. Wij waren erg blij met hun aanwezigheid, anders waren wij blind en doof geweest.
• De factoren tijd en ruimte gevoegd bij de gebrekkige communicatiemiddelen, maken het voor één persoon onmogelijk om de gehele situatie te kunnen overzien en vervolgens te besturen. De legers van Napoleon zijn altijd licht bepakt, waardoor zij zich relatief snel kunnen verplaatsen. Logistieke steun aan de gevechtstroepen is georganiseerd sinds 1807, maar nog slecht ontwikkeld. Eigenlijk leven de troepen nog steeds ‘van het land’ en van plunderingen. Omdat zij zo snel verplaatsen, zijn zij nooit zó lang in een gebied dat dit uitgeput raakt. In het uitgestrekte Russische gebied zal duidelijk worden dat hier deze tijd/ruimte factoren met de daaraan gekoppelde logistiek anders zijn. Weliswaar maakt het inrichten van bevoorradingsgebieden deel uit van het aanvalsplan, maar met name het transport van deze voorraden zal een nachtmerrie blijken te zijn.
Uitgangssituatie In juni 1812 stelde Napoleon zijn Grande Armée op aan de oostgrens van het groothertogdom Warschau, een Franse vazalstaat. Dit is een verzamelgebied met een lengte van ruim 600 km. Het gebied strekt zich uit van Riga in het noorden tot en met de Pripjetmoerassen in het zuiden. Vanaf hier zal het offensief worden ingezet. De Grande Armée bestaat uit elf (multinationale) legerkorpsen, terwijl op de zuidelijke flank nog een autonoom Oostenrijks legerkorps is gepositioneerd. De totale sterkte van de Napoleontische troepen is bijna 700.000 man, waaronder circa 15.000 Hollanders, althans dat is de bedoeling. Op weg van West-Europa naar het verzamelgebied, vaak een afstand van ruim 1500 km, hebben weersomstandigheden en ziekten reeds hun tol geëist. De directe ondercommandanten van Napoleon zijn van verschillende nationaliteiten. In de 20e eeuw en het begin van de 21e eeuw zal de geschiedenis zich herhalen. In een internationale troepenmacht eisen deelnemende landen belangrijke commandofuncties op; liever generaals dan korporaals! De kern van het aanvalsplan van Napoleon is (zoals steeds) snel opmarcheren met grote aantallen troepen naar beheersende terreindelen en - voordat de tegenstander zich realiseert wat er aan de hand is - hem een vernietigende slag toebrengen. Vervolgens wordt de tegenstander gedwongen om op Napoleons voorwaarden vrede te sluiten. Bij de samenstelling van zijn aanvalsplan is Napoleon echter voorbijgegaan aan twee belangrijke facetten, te weten:
38
Tsaar Alexander I
In de voetstappen van Napoleon
• Napoleon heeft zijn ondercommandanten nooit toegestaan om eigen initiatieven te ontplooien. Hij is de veldheer en hij bepaalt. Dit zal zich wreken.
Casus belli De meest belangrijke oorzaak dat het conflict tussen Rusland en Frankrijk uitloopt op een oorlog (de Vaderlandse Oorlog van 1812) is het feit dat Tsaar Alexander I in 1811 zich niet meer wenst te houden aan het in 1806 door Napoleon ingestelde Continentaal Stelsel. Deze maatregel blijkt erg onvoordelig te zijn voor de Russische economie. Toen het Napoleon niet lukte om het Engelse grondgebied te bezetten, besloot hij om deze vijand economisch te isoleren en op die manier toch uit te schakelen. De Engelse economie lijdt echter niet echt onder de blokkade. De Britten gaan zich in deze periode meer richten op hun koloniën. Bijkomende conflict oproepende gevoelens liggen in het feit dat de Tsaar in 1805 tijdens de Driekeizerslag bij Austerlitz tegen Napoleon al eens een militaire nederlaag heeft geleden. Ook was de Tsaar verbolgen over het feit dat Napoleon weigerde om te trouwen met een zus van hem en dat Napoleon weigerde om in Duitsland door Frankrijk geannexeerde gebieden van familieleden van de Tsaar terug te geven. Bedenk hierbij dat de moeder van Tsaar Alexander, Sophia Dorothea, de oudste dochter is van de Hertog van Württemberg en zijn echtgenote de Duitse prinses Louise van Baden is.
een wachttijd van gemiddeld 36 uur! Wij mogen doorrijden tot de wachtrij personenauto’s begint. De passage kost ons uiteindelijk 3½ uur. Een bloeddruk verhogende ervaring. De grenswachten van Lukaschenko doen er echt alles aan om een bezoek aan Belarus zo goed als onmogelijk te maken. Napoleon haalde met zijn Armee ongeveer 40 km per dag. Wij, met de auto, vorderen met een snelheid van 40 km per uur. De wegen in Belarus vragen om onderhoud. Het kan gebeuren dat een medeweggebruiker (auto of fiets) van links naar rechts over de weg laveert waarbij niet duidelijk is of de gaten in het wegdek worden ontweken of dat de berijder dronken is. Het gebeurt daar allemaal! Uiteindelijk bereiken wij, na een mooie tocht door dennenen berkenbossen en langs prachtig onderhouden kerkhoven, de bestemming Vitebsk. Oorspronkelijk een Poolse stad, maar in 1772 in Russische handen gekomen. De Grande Armée, om precies te zijn het Vierde Legerkorps onder Prins Eugène de Beauharnais, de stiefzoon van Napoleon, vernietigt de achterhoede van het Tweede Russische leger van Prins Bagration en verovert de stad op 28 juli 1812. De Fransen hebben de hen welgezinde adel beloofd dat coöperatie zal resulteren in zelfbestuur, maar de lokale boerenbevolking is veel minder enthousiast. Onder de boeren in de streek is al een guerrilla uitgebroken tegen de troepen van Napoleon. In opdracht van de Tsaar vernielen ze de molens en halen het brood weg, zodat de Grande Armée is genoodzaakt om voorraden van verre aan te slepen. Een Frans garnizoen van ongeveer 12.000 man blijft in stad achter om er een voorraden depot op te bouwen, zodat de logistieke steunlijn wordt ingekort. Het hotel waar wij overnachten beschikt over een door hekken beveiligde parkeerplaats met een parkeerwachter die verdacht veel lijkt op... Lenin.
Van Vilnius naar Medininkai
Uitvoering Wij beginnen onze tocht in Vilnius, thans de hoofdstad van Litouwen. Net als de Grande Armée zullen ook wij hier weer terugkomen met dat verschil dat wij op 100 procent sterkte blijven en zij met slechts 7000 gewapende soldaten en circa 20.000 man ‘zootje ongeregeld’ van de oorspronkelijke 700.000 man zullen arriveren. Maar, wij doen de tocht voor onze lol! Wij volgen de A3/E28 gedurende 35 km in oostelijke richting tot het grensstation Medininkai. De laatste zes kilometer van deze weg laat een onafgebroken rij van vrachtauto’s zien, die moeten wachten tot hun chauffeur aan de beurt is om de grensformaliteiten te verzorgen - voordat de reis naar Belarus kan worden voortgezet. Voor hen geldt
Hotel in Vitebsk
39
In de voetstappen van Napoleon
De volgende morgen blijkt het lokale KGB hoofdkwartier (nog volledig operationeel) onze buurman te zijn. Het stedelijke museum heeft helemaal niets in de collectie over wat er is gebeurd in 1812. Daarom rijden wij door naar het 30 kilometer zuidwest van Vitebsk gelegen Ostrovno. Een lokale amateurhistoricus leidt ons eerst rond over het slagveld waar op 25 juli 1812 de Russische -en de Franse troepen strijd hebben geleverd. De Franse generaal Graaf Nansouty, die het eerste Franse Cavalerie Legerkorps commandeert, slaagt er niet in om de troepen van de Russische generaal Graaf Ostermann-Tolstoy, met name vanwege een gebrek aan infanterie, te verslaan. Met steun van de Napoleontische cavaleriereserve, onder commando van de flamboyante maarschalk Joachim Murat, koning van Napels en de zwager van Napoleon, wordt de strijd tegen het einde van de dag beslist. Onder dekking van de duisternis ontruimen de Russen, ongezien en niet gehoord door de Fransen, het slagveld. Dit laatste is niet zo vreemd want de Fransen slapen na een dag hard werken! Bovendien hebben ze nog
lijken met Poolse identiteitspapieren. Een internationale onderzoekscommissie heeft het overtuigend bewijs geleverd dat de moorden door de Russen moeten zijn gepleegd, maar geholpen door de communistische pers in het buitenland heeft de Sovjet-Unie een succesvolle campagne op touw gezet om de schuld van de massamoorden in de schoenen te schuiven van de nazi’s. Pas in april 1990 heeft de toenmalige regering van de Sovjet-Unie de verantwoordelijkheid van de NKVD voor deze massamoorden toegegeven. Smolensk is een middeleeuwse stad die is omgeven door dikke stenen muren. Ze ruim zeven meter hoog en vierenhalve meter dik, met ervoor een diepe en droge gracht en versterkt door dertig zware bolwerken. De Russen lijken hier stand te gaan houden. Op 17 augustus beginnen de Fransen met drie legerkorpsen de aanval. Dankzij de dikte van de stadsmuren kan de stad niet onmiddellijk worden ingenomen, want met een vier of een zesponder schiet je daar niet doorheen. Poolse infanteristen van het Vijfde Legerkorps
Museum in Ostrovno geen ervaring met de Russische ‘verschroeide aarde’ tactiek. Na deze rondleiding vertrekken wij met de gids naar de plaatselijke school waar een van de klaslokalen is ingericht als museum. Blijkbaar is het terreindeel hier bij Ostrovno zó beheersend dat er tijdens de Tweede Wereldoorlog op dezelfde plaats ook weer pittig is gevochten tussen de Russen en de Duitsers. Vervolgens door naar het oosten, in de richting van Smolensk, de eerste middelgrote stad op Russisch grondgebied. Alvorens wij daar aankomen, hebben wij nog een bezoek gebracht aan Katyn, een executieplaats van de NKVD, waar de geheime dienst van Stalin, minstens 22.000 Poolse officieren en intellectuelen heeft vermoord. Daarna zijn hier bomen geplant op de massagraven om het bestaan ervan te verdoezelen. Tot 1943 is er over het lot van de opgepakte en krijgsgevangen Polen niets bekend. Op 13 april van dat jaar echter vinden de Duitsers in Katyn massagraven met daarin
40
Monument in Katyn proberen met ladders en door op elkaars schouders te klimmen de muren te bedwingen maar ook dit lukt niet. Uiteindelijk breekt er, vanwege het Franse mortiervuur, brand uit
In de voetstappen van Napoleon
en wordt de stad grotendeels vernield. Vanwege deze brand in Smolensk kleurt de avondhemel rood van het vuur. Dit is vanaf grote afstand waarneembaar. Het Russische leger verdwijnt weer in de nacht zonder dat de strijd wordt aangegaan. De Fransen verliezen 7000 man waardoor de slagkracht van de Grande Armée gevoelig zal afnemen, immers aanvulling van (getraind) personeel is niet snel mogelijk. De Pruisische militaire theoreticus Von Clausewitz, die als stafofficier deel uitmaakt van het Russische opperbevel, verklaart achteraf dat het beleg en de inname van Smolensk een zeer grote fout is geweest van Napoleon. De strubbelingen rond Smolensk hebben alleen maar een symbolische betekenis en geen strategische. Het uiteindelijk doel blijft immers snel, zonder al te veel verliezen, het Russisch leger in een beslissende slag, vóór het invallen van de gevreesde Russische winter, uit te schakelen. Door de onverwachte tegenstand in Smolensk is Napoleons kans om de rivier de Dnjepr, die door de stad loopt, over te steken en de Russische troepen van achter aan te vallen, verkeken. Napoleon zou direct meer oostwaarts richting Moskou op zoek hebben moeten gaan naar een oversteekplaats over de rivier. Indien hij zo zou hebben gehandeld, zou hij de Russen hebben verplicht in open veld te vechten en zou de stad waarschijnlijk zonder slag of stoot zijn gevallen, met ongeschonden voorraad magazijnen. Napoleon heeft zich vergist door te verwachten dat de Russen hun heilige stad tot de laatste man zullen verdedigen. In plaats daarvan trokken zij zich terug en hebben zij alle, voor de Fransen nuttige voorraden, vernietigd.
Smolensk Wie anno 2012 rondloopt in Smolensk wordt overvallen door de schoonheid van het stad je. In het centrum is een groot park waarvan de poorten bij de ingang zijn versierd met een rode ster (geen Heineken reclame). Ook de 21e eeuw is hier doorgedrongen. In het midden van dit park bevindt zich zelfs een soort McDonalds. De stadsmuren zijn imposant en je begrijpt dat verdedigen hier een stuk eenvoudiger (en veiliger) is dan aanvallen. Maar wat ook frappeert is het feit dat alle gedenktekens in het licht staan van de dappere Russische soldaten, die door hun onverschrokkenheid de Franse vijand slag op slag hebben toegebracht - terwijl volgens de geschiedkundigen de zaak toch wel genuanceerder ligt. Overigens is Tsaar Alexander diep teleurgesteld in de leidinggevende capaciteiten van
41
In de voetstappen van Napoleon De slag zelf vindt plaats op 7 september 1812. Aan Franse zijde strijden ongeveer 130.000 man met onder meer 584 kanonnen en aan Russische zijde ongeveer 160.000 man met onder meer 640 kanonnen. De verliezen bedragen uiteindelijk zo’n 80.000 man waaronder 46 generaals. De slag bij Borodino was een onbeschrijflijk bloedbad. Er was onvoldoende mankracht om alle lichamen te begraven of te verbranden. Wolven en andere roofdieren deden zich te goed aan de lijken. Duizenden verdwenen in anonieme massagraven waarin zowel Franse als Russische soldaten werden gedumpt. Dit ‘record’ zal pas in 1916, bij de tweede Slag om de Somme, worden gebroken. Onder de gesneuvelden bevindt zich ook Prins Pjotr Ivanovitsj Bagration. Hij was de commandant van de Russische zuidelijke (linker)flank. Ik ga niet in op details uit deze eendaagse slag omdat een beschrijving ervan tientallen bladzijden vergt.
Slag bij Borodino – detail uit een schilderij van Lejeune zijn Minister van Defensie, tevens opperbevelhebber, Generaal Barclay de Tolly. Na enige discussie in zijn staf vervangt hij hem door Generaal Mikhail Kutuzov, die door de publieke opinie reeds was uitverkoren. De nieuwe bevelhebber brengt nauwelijks nieuwe ideeën. Ook Kutuzov blijkt een aanhanger van de ‘verschroeide aarde’ tactiek te zijn. De ruzies en de onenigheid tussen de opperbevelhebber en zijn generaals werden wel minder heftig dan tijdens het bewind van Barclay de Tolly, maar ze wantrouwen Kutuzov wel. Echter, zijn komst zorgt er wel voor dat het moreel van het leger weer opfleurt. Gewone soldaten verafgoden hem en beschouwen hem als een batioesjka, een vaderfiguur. Lagere officieren vertrouwen de nieuwe oude baas. Zijn eerste doel is het redden van Moskou, de tweede belangrijke stad van Rusland na Petersburg. Om tijd te winnen voor de inrichting van een defensieve opstelling laat hij een stafofficier, Generaal Karl Wilhelm Graaf Von Toll, een geschikt terreindeel zoeken. Dit terrein wordt door hem gevonden bij het dorp Borodino, zo’n 250 kilometer ten oosten van Smolensk en ruim 100 kilometer ten westen van Moskou. Kutuzov richt zijn hoofdkwartier in bij het dorp Tatarinovo, langs de nieuwe weg van Smolensk naar Moskou. Hij laat het gebied versterken om hier Napoleon definitief de doorgang naar Moskou te ontzeggen. Allerlei veldversterkingen worden aangelegd waaronder de Sjevardino (dorpje) redoute, de Rajevski (Russische generaal verantwoordelijk voor de noordelijke flank) redoute en V-vormige schansen (flèches).
42
De slag eindigde met een tactisch voordeel aan beide zijden, maar de Russen trokken zich desalniettemin strategisch terug... Ter ere van de overwinning en het Russische heldendom zijn er talrijke monumenten en een museum opgericht. Voor de Grande Armée is er geen zichtbare aandacht. Ook zijn alle beschrijvingen alleen in het Russisch aangebracht. De veldversterkingen bestaan ook nog. Zeer interessant is het gesprek met de directeur van het museum, met daarbij de door ons meegebrachte en onvermijdelijke fles wodka die rondgaat tot hij leeg is. De rondleiding in het museum toont alleen maar de Russische heldendaden.
Museum in Borodino Ook in dit terrein hebben de Russen en de Duitsers, net als bij Ostovno, tijdens de Tweede Wereldoorlog (De Grote Vaderlandse Oorlog) gedurende zeven dagen nog een robbertje gevochten - met ook alleen maar weer Russische heldendaden! Kutuzov meldt aan de Tsaar dat hij de Slag bij Borodino heeft gewonnen. De Tsaar is blij, bevordert Kutuzov tot Maarschalk en kent hem een bonus toe van 100.000 Roebel. Wordt vervolgd.
Kilacadmondiner 2011 Cadet-vaandrig Niek Lobé Op 2 december jl. vond het jaarlijks terugkerende Kilacadmon Inauguratiediner plaats. Een diner waarbij de reeds opgekomen cadetten voor het Wapen der Cavalerie trachten te laten zien dat zij het lidmaatschap van de vereniging waard zijn en waarbij (oud) collega’s elkaar treffen voor een gezellig samenzijn. Met in totaal 45 aanwezigen was de bezetting niet optimaal, maar dat heeft de pret niet mogen drukken. De in beton gegoten jaarplanning van de Koninklijke Militaire Academie leidt nu eenmaal vaak tot frictie als het gaat om het tot stand komen van dit soort activiteiten. Traditiegetrouw vonden enkele weken voor het diner de welbekende boksopdrachten plaats. Misschien iets anders van karakter dan in het verleden, maar daarmee niet minder ludiek of uitdagend. Een van de opdrachten omvatte het poetsen van de edele delen van het paard van Willem III. Dit standbeeld is gesitueerd naast het Prins Bernhard Paviljoen (gelegen tegenover het Kasteel van Breda) en bevindt zich op circa 4 meter hoogte. Daarnaast diende het zilverwerk van de vereniging opgepoetst te worden. Vanzelfsprekend was het aspirant-veulen tussentijds druk bezig met het voorbereiden van zijn inauguratiespeech. Nadat alle voorbereidingen waren getroffen, was het zover: vrijdag 2 december 2011. Enkele aspirant-leden waren nog naarstig opzoek naar een “houten ros”, terwijl het bestuur haar laatste werkzaamheden afrondde. Vanaf vijf uur druppelden de eerste genodigden binnen, waarna zij naar de Bolognazaal werden begeleid voor een borrel. Nadat de aspirant-leden zich hadden voorgesteld aan de genodigden, verzocht de secretaris het gezelschap zich voor te bereiden op het diner. Voor aanvang van het diner had ik als voorzitter het genoegen om de fax die ik aan Hare Majesteit de Koningin had gericht, en het antwoord dat ik daarop heb mogen ontvangen, voor te lezen. Na een toast uitgebracht te hebben, werd een prima voorgerecht geserveerd. In mijn daarop volgende toespraak stonden de bezuinigingen centraal, maar vooral ook de effecten daarvan op het aantal aspirant-officieren voor het Wapen der Cavalerie, en daar-
mee ons aller Kilacadmon. Later die avond refereerde luitenant-kolonel b.d. van der Hoog hier nog naar, en gaf aan dat het ‘vroeger’ ook niet altijd rozengeur en maneschijn was. Ook generaal-majoor Reitsma richtte een woord tot het gezelschap, evenals majoor van Elten. Na een lange periode als adviseur van de vereniging nam hij afscheid, vanwege een nieuwe functie in Den Haag. Na een korte pauze, en een inmiddels minder lege maag, nam onze Wapenoudste het woord. Generaal-majoor b.d. jhr. de Jonge speelt al enkele jaren een belangrijke rol voor cavaleriecadetten op de KMA. Door bijvoorbeeld de voorzitter van de vereniging uit te nodigen voor VOC-bestuursvergaderingen en door regelmatig het gesprek met ons aan te gaan, krijgen wij de mogelijkheid om onze stem te laten horen en een netwerk op te bouwen. Als blijk van dank heeft het bestuur besloten de generaal erelid van de vereniging te maken. En wat is dan een fraaier moment dan het Kilacadmondiner om dit bekend te stellen? Door een prima dessert en de nodige glazen wijn zouden we bijna vergeten waarom we deze avond bijeen waren: de inauguratie! Terwijl het natafelen serieuze vormen begon aan te nemen, verplaatsten de nog te inaugureren leden zich naar de binnenplaats van het kasteel om zich voor te bereiden op de Parade des Chevaux. Nadat de eenheid werd aangemeld bij het nieuw erelid, werd de aanval ingezet. Aansluitend aan een korte, maar agressieve charge, verplaatste het geheel zich wederom naar de Bolognazaal voor de daadwerkelijke inauguratie. Na het plaatsvinden van de inauguratieceremonie, het feliciteren en naborrelen, kan ik u nu met vreugde mededelen dat Kilacadmon 8 leden rijker is! Ik hoop velen van u volgend jaar (weer) te mogen begroeten!
43
‘Al zijn er geen tanks meer, er zullen altijd biertanks zijn’ 50e Heineken-VOC borrel Oud Reserve Eerste Luitenant drs. Tijme Bouwers
Maarten Rijkens kan het treffend zeggen, het bovenstaande is zomaar een zin uit zijn speech ter gelegenheid van de 50e borrel die Heineken samen met de Vereniging Officieren Cavalerie jaarlijks organiseert. Het is druk, zeer druk, in de zolderzaal van Heineken Experience. Vooraan in deze ruimte op de zesde etage staat een lange ovaalvormige toog. Een biertje wordt van alle kanten aangereikt. De verleiding is groot om hier te blijven hangen, dat doen velen ook. Achterin de zaal is voor de bezoeker wat meer armslag. Er komen steeds meer cavaleristen binnen. Deze bijeenkomst is een ideale gelegenheid om elkaar weer eens te zien. Klasgenoten op de SROC treffen elkaar hier en maken er een reünie van. Meer cavalerie officieren en oud-officieren dan hier zijn op een andere VOC happening niet bij elkaar. Volgens Harm de Jonge, voorzitter van de VOC, is een peloton generaals aanwezig, en een eskadron captains of industry. Het inloopuur is wat langer dan zestig minuten. Tegen half zeven komt het Koperkwintet van het Fanfarecorps KL Bereden Wapens binnen, geeft een intro ten gehore, Harm de Jonge neemt het woord en heet allen welkom. Bericht van verhindering is er van Gijs van Keulen uit Kunduz. Die is druk met het distribueren van zeven miljoen liter kerosine per dag. Harm vestigt de aandacht op het kwintet dat zo dadelijk gaat spelen. Helaas heeft de minister in zijn ondoorgrondelijke wijsheid vorige week besloten het Fanfarecorps op te heffen. De koperblazers zetten het Huzarenlied in. Het wordt enthousiast en met groot volume meegezongen. De regimentsmarsen worden gespeeld. De kelen moeten worden gesmeerd.
44
De verleiding is groot om aan de bar te blijven hangen... Plots klinkt ‘Politesse’, Maarten Rijkens staat op de bar, heet ons namens de Raad van Bestuur van Heineken B.V. welkom en begint aan zijn speech. ‘In dit koelschip lag vroeger het bier te gisten, nu zijn hier vierhonderd cavaleristen.
Na een volgend biertje reageert Harm de Jonge. Hij betuigt Heineken B.V., vertegenwoordigd door René Hooft Graafland CFO, zijn dank namens de VOC voor 50 jaar gastvrijheid. ‘Hoe minder bataljons hoe groter de opkomst’, aldus Harm. Een sculptuur van St. Joris – zonder draak – symboliseert die dank en wordt door René in ontvangst genomen. Die spreekt ook nog enkele woorden. Hij is zeer vereerd met dit presentje en merkt op het bijzonder te vinden dat er in deze
Maarten Rijkers heft het glas op de volgende vijftig jaar!
“In dit koelschip lag vroeger het bier te gisten, nu zijn hier vierhonderd cavaleristen.” Nog nooit zijn hier zoveel geweest, een absoluut record!’ (applaus). Vijftig jaar geleden werd deze borrel voor het eerst gehouden. Er is een kanttekening te maken. Reeds voor de oorlog organiseerde de Amstel brouwerij deze borrel. Tijdens de oorlog kwamen cavaleristen uit het verzet, zoals kolonel Six, daar bij elkaar. Amstel is overgenomen door Heineken. In 1961 vroeg Frits Mollerus aan Wittert van Hoogland – vz. RvB Heineken – of hij deze borrel mocht organiseren. Sindsdien gebeurt het elk jaar. Maarten memoreert dat de cavalerie zware tijden meemaakt en vindt dat een ieder er alles aan moet doen zodat de weg omhoog ingeslagen kan worden. Heineken ziet deze 50e borrel als een nieuw begin van de komende 50 jaar. ‘We willen deze borrel niet kwijt!’.
René Hooft Graafland met de sculptuur van St. Joris tijd van bezuinigingen nog cadeaus worden gegeven. Hij heeft helaas niet bij de cavalerie gediend, maar bij de intendance. Zijn baas daar was generaal ‘Bonbonjous’ (Ik controleer even of ik het goed gehoord heb, Peer de Vries bevestigt het). René dankt de cavaleristen voor hun bijdrage aan de omzet van Heineken. Het is nog lang geen acht uur, dus is er tijd voor camaraderie en gezelligheid. Tegen acht uur luidt Maurits van der Goes het einde van deze borrel. Velen zoeken hierna een etablissement in de omgeving op alwaar genoten kan worden van een eenvoudige doch voedzame maaltijd. Met dank voor de uitstekende organisatie van de 50e Heinekenborrel!
Daarom is er ook al een datum voor de volgende borrel: 12-12-12! Gemakkelijk te onthouden voor hen die zich cijfers moeilijk herinneren. Maarten heft het glas en brengt een dronk uit ‘op de volgende vijftig jaar!’
45
EEN TOAST OP VRIJHEID.
46
0650.13.913 WT advert toast op vrijheid 184x271.indd 1
1/26/12 11:01 AM
Stichting Vrienden van het Trompetterkorps der Cavalerie In 1946 is het Trompetterkorps der Cavalerie opgericht. Tot 1948 heeft dit bestaan uit beroepsmuzikanten en vanaf 1948 tot 1995 uit dienstplichtige muzikanten. Omdat in 1995 de dienstplicht is opgeschort en daarmee het ‘raszuivere’ Trompetterkorps der Cavalerie, is het Reünieorkest Trompetterkorps der Cavalerie opgericht, dat thans nog geheel bestaat uit muzikanten die hun dienstplicht bij het TdC hebben vervuld in de periode 1948 tot 1995. Zij zetten dus al ruim 16 jaar de traditie van het Trompetterkorps der Cavalerie voort. In die 16 jaar van het bestaan van het Reünieorkest TdC heeft dit orkest veelvuldig opgetreden in Nederland en in België, Frankrijk en Duitsland en heeft het zich door deze optredens financieel gezien zelf kunnen bedruipen, zonder steun van Defensie of andere instanties. Zelfs de uniformen, het Cavalerie gelegenheidstenue en het avondbaadje werden uit eigen middelen betaald. Dit was mogelijk mede dankzij een tweetal genereuze sponsoren. Jaarlijks wordt opgetreden bij de Nationale Veteranendag in den Haag en is het orkest een graag geziene gast bij diverse gelegenheden, waar de traditie van de Cavalerie wordt uitgedragen. Enige jaren geleden stond het orkest klaar tijdens de viering van de Koninginnedag in Apeldoorn om de aubade voor de Koninklijke familie muzikaal te begeleiden. Vlak voordat dit plaats zou vinden werden de festiviteiten ernstig verstoord door een terreurdaad gericht tegen ons Koningshuis, waarbij diverse omstanders, waaronder onze buschauffeur, om het leven kwamen. Een voorval dat een diepe indruk heeft achtergelaten bij de orkestleden. Ondanks dit dramatische voorval is het orkest doorgegaan. Nog steeds wordt het orkest regelmatig uitgenodigd een optreden te verzorgen, echter de economische crisis leidt ertoe dat opdrachtgevers minder te besteden hebben bij de organisatie van hun activiteiten. Hierdoor wordt het steeds moeilijker om een orkest als het Reünieorkest Trompetterkorps der Cavalerie te kunnen bekostigen. In klare taal: het wordt moeilijk om de broek helemaal zelf op te houden. De orkestleden verlenen hun medewerking geheel gratis, ook de reiskosten die zij maken zijn voor eigen rekening. Inmiddels hebben we moeten besluiten de lunch tijdens de repetities niet meer in het bedrijfsrestaurant te nuttigen, doch zelf een eigen lunchpakket mee te nemen. Ook het vervoer naar optredens gaat inmiddels niet meer per bus maar
voor eigen rekening met de auto. De jaarlijkse vaste kosten bestaan uit honorarium dirigent (wij hebben een goede dirigent, die een bij die kwaliteit passend honorarium vraagt). Daarnaast moeten we jaarlijks Bumakosten betalen, de diverse verzekeringen en zo nu en dan een nieuw uniform voor een nieuw orkestlid. Al met al vaste kosten die jaarlijks terug komen en waarop ook niet verder te bezuinigen valt.
Waarom deze mededeling ? Het zoeken van een grote sponsor kunnen wij in deze tijd wel vergeten, maar veel kleine sponsors maken ook een grote. Daarom willen wij de ‘Club van 100 Superdonateurs’ van het Trompetterkorps der Cavalerie oprichten. Degenen die hier deel van uitmaken steunen ons jaarlijks met een bijdrage van € 100. Uiteraard mag deze club ook uit meer dan honderd leden bestaan. Zij zorgen er voor dat ons orkest ook in de komende jaren kan blijven bestaan. Tevens maken zij het ons makkelijker om bij specifieke cavalerie evenementen tegen een geringe(re) vergoeding aanwezig te kunnen zijn. Wat krijgen de leden er van ons voor terug? • Zij ontvangen onze nieuwsbrieven waardoor ze op de hoogte blijven van onze activiteiten, • Ieder lid ontvangt jaarlijks twee VIP-kaarten (met VIP behandeling) voor het Cavalerie jaarconcert in Theater de Flint in Amersfoort eind november, • Desgewenst wordt hun naam of de naam van hun bedrijf genoemd in de programmaboekjes van onze concerten. Graag doe ik een beroep op u, als (reserve) officier van de cavalerie, toe te treden tot de Club van 100, waardoor het Reünieorkest Trompetterkorps der Cavalerie nog vele jaren de traditie van de Cavaleriemuziek kan voortzetten. U kunt zich aanmelden door het sturen van e-mail naar de heer Jim van Leersum,
[email protected] de secretaris/ penningmeester van de Stichting Vrienden van het Trompetterkorps der Cavalerie, o.v.v. uw naam, adres en telefoonnummer. Bij uw aanmelding tot wederopzegging als lid van de Club van 100 kunt u tevens aangegeven welke vermelding u graag wilt zien in het programmaboekje van de concerten : uw eigen naam en/of een bedrijfsnaam. Uw bijdrage van € 100 kunt u storten op rekeningnummer: 3591901 t.n.v. Secr Penm Stichting Vrienden Tromp Korps Cavalerie. Ik hoop van harte dat u ons wilt steunen deze traditie in stand te houden. Brigadegeneraal der Cavalerie b.d. George Eleveld Voorzitter Stichting Vrienden van het Trompetterkorps der Cavalerie
47
Luitenant-kolonel b.d. Douglas Alexander geridderd Tijdens het traditionele jaarconcert van het Reünieorkest Trompetterkorps der Cavalerie op 19 november 2011 in Theater De Flint in Amersfoort, is lkol b.d. D.G.G.M. Alexander benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau vanwege zijn vele verdiensten voor de cavalerie, Rotary Nederland en de Golfclub Anderstein. De burgemeester van Amersfoort, de heer L.M.M. Bolsius, speldde de nieuwe ridder de bijbehorende versierselen op. Namens de VOC wordt Doug van harte gefeliciteerd met deze welverdiende onderscheiding. Desgevraagd gaf Doug aan absoluut verrast te zijn en niet in de gaten te hebben gehad dat dit eerbewijs hem ten deel zou vallen. Hij is zeer vereerd en waardeert het bijzonder.
Nieuws van Regiment Huzaren Prins van Oranje Een nieuwe regimentscommandant. Luitenant-kolonel C. (Corstiaan) J.C.H. de Haan is door de Commandant van het Commando Landstrijdkrachten (C-CLAS) recent benoemd tot regimentscommandant van het Regiment Huzaren Prins van Oranje. Hij volgt daarmee luitenant-kolonel P. van Egmond op, die na de opheffing van 42 Tankbataljon RHPO een nieuwe functie in de Verenigde Staten heeft aanvaard. Het beleid van C-CLAS is er op gericht om actief dienende officieren regimentscommandant te laten zijn, ook als het regiment zal worden ontbonden.
Oprichting Vereniging Teneinde ervoor te zorgen dat de leden en oud-leden (alle categorieën) van het Regiment Huzaren Prins van Oranje, na de ontbinding later dit jaar, bijeen blijven worden op dit moment stappen ondernomen om te komen tot oprichting van een regimentsvereniging. Een aantal officieren en onderofficieren van het regiment heeft zich daartoe verenigd in een ad hoc forum, dat de oprichting van
48
de vereniging voorbereidt. De vereniging zal zich niet alleen gaan bezighouden met het onderhouden van de website RHPO en het organiseren van (herdenkings-) bijeenkomsten en reünies etc., maar ook met het behartigen van de belangen van de leden van ons regiment binnen Defensie. Daartoe zal aansluiting worden gezocht bij het Veteranenplatform. Het bestuur voor de op te richten vereniging is inmiddels vrijwel compleet en ziet er als volgt uit: * Kolonel (b.d.) J.C.L. Bolderman: voorzitter Ritmeester D.J. Dudart: secretaris Ritmeester R.R. Poelakker: penningmeester Luitenant-kolonel A.J.F. Krakau de Jong: vertegenwoordiger afdeling officieren Adjudant-onderofficier instructeur M.S. Koster: vertegenwoordiger afdeling onderofficieren Vacant: vertegenwoordiger korporaals, huzaren en soldaten Majoor W.H. Koelma: medewerker communicatie Vacant: medewerker veteranenzaken * De regimentscommandant (lkol C.J.C.H. de Haan) en de regimentsadjudant (aooi W. Timmerman) zijn uit hoofde van hun functie lid van het bestuur. Mocht u een bestuursfunctie willen vervullen dan wel de werkzaamheden van het bestuur willen ondersteunen, wilt u zich dan in verbinding stellen met kolonel (b.d.) J.C.L. Bolderman (026 445 949 78, e-mail:
[email protected]).
Waarderingen door de zorg van het bestuur Behalve een prijzend woord van de voorzitter, kent de VOC ook twee formele, statutair vastgelegde blijken van waardering, t.w.: 1. Erelidmaatschap,volgens art.6.7: Ereleden worden benoemd door de algemene vergadering op voordracht van het bestuur. 2. Erepenning,volgens art.17: Ter onderscheiding van de leden die zich verdienstelijk hebben gemaakt jegens de vereniging kan het bestuur de erepenning van de vereniging uitreiken.
Erepenning houders:
Het Ere-lid oud-res kol tit Jhr. P.J. Six RMWO, nam op zich een zodanige penning te doen ontwerpen met aan de ene zijde het VOC-embleem met daarboven het oprichtingsjaar der vereniging en aan de andere zijde het cavalerie-embleem - de Sint Joris met draak - en ruimte voor een inscriptie. Het resultaat is een bijzonder fraaie, in brons gegoten en gepatineerde penning met een doorsnee van 7,5 centimeter. In 1982 werd het eerste exemplaar uitgereikt aan de oud-res ritm C. Huisken op diens tachtigste verjaardag.
1. Oud-res Ritm C. Huisken - 30 juli 1982 2. Oud-res Ritm V.R. Los van Aarlanderveen 6 november 1982 3. Mevr. Th. de Groot - 25 juli 1984 4. Lkol b.d. L.M.B. Buissink - 25 juli 1984 5. Maj b.d. F.H. Dolleman - 21 januari 1987 Postuum 6. Lkol W.F. Anthonijsz - 20 december 1988 7. Lkol b.d. C. van Dongen - 5 september 1989 Postuum 8. Res Lkol J. Moes - 14 november 1992 9. Lkol b.d. J.A.J. Verborg - 11 november 1995 10. Genm b.d. R.P. Hoondert - 11 november 2000 11. Lkol b.d. A. Rens - 26 april 2003 12. Bgen b.d. J.M.A. Thomas - 2 mei 2003 13. Oud-res Elnt J. van Asperen - 1 mei 2004 14. Lkol R.M. Van Versseveld - 23 april 2005 15. Ritm b.d. W.B. Schutrups - 15 april 2006 16. Mevr C.J.H. Petter-Godin de Beaufort 2 december 2006 17. Res Elnt F.J.A. Gerards - 22 november 2007 19. Oud-res Lkol Mr. D. van Zuidam - 26 januari 2011 20. Oud-res Elnt Drs M.H. Rijkens - 15 december 2010 21. Maj b.d. H. Nix - 7 oktober 2010 22. Oud-res Ritm Jhr. F.J.C. Mollérus - 10 juni 2010 23. Oud-res Maj H.R.M. Kolpa - 15 december 2010
Overlijdensberichten
Het bestuur geeft met leedwezen kennis van het overlijden op 3 januari 2012 in de leeftijd van 67 jaar van
Erepenning VOC Teneinde op passende wijze de dank en erkentelijkheid van de VOC tot uitdrukking te kunnen brengen jegens die leden der vereniging die zich gedurende een lange reeks van jaren op bijzondere wijze verdienstelijk hebben gemaakt voor de vereniging, besloot het Bestuur een erepenning in te stellen.
Het bestuur geeft met leedwezen kennis van het overlijden op 10 november 2011 in de leeftijd van 87 jaar van
Ing. Arent Splinther van Everdingen oud-reserve ritmeester der Cavalerie
Abraham Willem van den Berg oud-reserve ritmeester der Cavalerie
Het bestuur geeft met leedwezen kennis van het overlijden op 8 januari 2012 in de leeftijd van 67 jaar van
Het bestuur geeft met leedwezen kennis van het overlijden op 20 november 2011 in de leeftijd van 69 jaar van
Simon Leonardus Kielliger
Jelle Attema
ritmeester der Cavalerie b.d., drager van de ere-medaille verbonden aan de orde van Oranje-Nassau, in Goud met de Zwaarden
luitenant-kolonel der Cavalerie b.d.
49
TNO ondersteunt het VOC-symposium ‘the Capability gap’
De Commandant Landstrijdkrachten gaat in op de door TNO uitgevoerde studie over de gevolgen en mogelijke maatregelen om de capability gap te mitigeren. De volgende vragen staan centraal : • Is er een ‘capability gap’ ? • Welke gevolgen heeft die ‘capability gap’ ? • Hoe kunnen we dit probleem oplossen ? • Zijn er alternatieve wegen ? TNO zet haar wetenschappelijke kennis en innovatie vermogen in om, samen met Defensie, duurzame oplossingen te ontwikkelen.
Splinther van Everdingen Rheden, 13 mei 1944 † Žebráky/ Pilzeñ, 3 januari 2012 Oud-reserve ritmeester der Cavalerie Splinther viel ongelukkig van zijn paard, tijdens zijn dagelijkse rit met de meute op zijn landerijen, en brak zijn nek. Een groot huzaar was te velde in het harnas gesneuveld. Na reanimatie te velde, onder andere door zijn jongste zoon Frits, gaf Splinther zich na drie weken in het ziekenhuis in Pilzeñ over. Opgegroeid in Velp ontwikkelde hij zich als een echte buitenjongen. Veel in de natuur, rondstruinen bij boeren, zwemmen in de IJssel en natuurlijk paardrijden, veel paardrijden. School was niet aan hem besteed. Maar de tropische landbouwschool werd met nog enig fortuin goed afgesloten, waarna hij bij lichting 66-2 van de cavalerie werd ingedeeld. Na op de SROC voornamelijk het paard van Commandant SROC, de ritmeester E.A.P. Lichtenvoort Cats afgereden te hebben, werd hij als kornet ingelijfd bij het Regiment Huzaren van Sytzama. Afgezwaaid kon hij het landbouwbedrijf van de familie in Deil in de Betuwe overnemen. Met hard werken en het benutten van alle mogelijkheden, uiteindelijk met fokvee, wist hij, gesteund door zijn gezin, hiervan een goedlopend geheel van te maken. Maar Deil was voor Splinther te klein. In 1990, na de “Wende” had hij de hand weten te leggen op een staatsboerderij in het dorpje Žebráky in Tsjechië, net over de grens met Duitsland. Hij begon eerst met hulp van deze en gene, maar zette het al gauw, tot 1996, voort met de oud-reserve ritmeester J.W. Schlimmer. Ook hier wist hij met een tomeloze energie van een armzalige bedoening een modern goedlopend bedrijf te maken met ruim 1000 stuks vee. Wij kwamen voor het eerst met elkaar in contact bij het Ere-Escorte van 1973. Pas in 1977, na mijn terugkeer in Holland en een volgend Ere-Escorte werd de band intensiever. Vele weekends ging ik naar Deil om daar paard te rijden en van de gastvrijheid van zijn echtgenote Els te genieten. Na lang aandringen wist ik hem mee naar de jacht in Compiègne te krijgen en vanaf die tijd was hij verkocht voor de jacht met de meute. Binnen de kortste keren was hij piqueur bij de bloedhondenjacht. In 1996 ging hij samen als Master met de jacht op het haas van Pieter Aalberse met zijn meute van Bassets en joeg daarmee in Deil en in Tsjechië. In 1999 nam hij het geheel over en stichtte de ‘Žebráky Hounds’ met een équipage van acht leden. Door de jaren heen heeft hij de meute doorgefokt naar Fox Hounds en is ook de équipage toegenomen. De begrafenis vond plaats op zondag 8 Januari 2012. Bij de herdenkingsceremonie, ingeluid door jachthoorns, werd gesproken door vrienden en familie, terwijl buiten een hevige sneeuwbui woedde. Daarna ging de stoet onder hoorngeschal, voorafgegaan door de ‘Žebráky Hounds’, gevolgd door de kist, welke geëscorteerd werd door twee cavalerieofficieren, oud- reserve ritmeester drs. M.P. de Sitter en ondergetekende in attila. Terwijl de zon doorbrak en ‘Les Honneurs au Maître’ werd geblazen, werd de kist neergelaten in het graf, dat naast dat van zijn geliefde paard Alkan lag. Daarna volgde de stille omgang van de stoet, terwijl de twee cavalerieofficieren bij het graf de erewacht vormden. De blazers lieten zich niet onbetuigd, hetgeen in de verre omtrek te horen viel. Terwijl de sneeuwvlokken zachtjes naar beneden dwarrelden, brachten de twee cavalerie-
officieren een laatste groet. Ondertussen joeg de meute ‘full cry’ in wijde bogen rond het graf, om na de kill de kop van de vos op de kist te gooien en het graf te sluiten. Het was al met al een buitengewoon indrukwekkende en waardige gebeurtenis. Hij heeft heel veel bereikt met zijn onverzettelijkheid en doorzettingsvermogen, was daarbij hard voor anderen, maar ook hard voor zichzelf. Een begenadigd ruiter en een bijzondere persoonlijkheid, die zo onverwacht en veel te vroeg van ons heen gegaan is. Vaarwel, oude makker! Oud-reserve eerste luitenant jhr. ir. A.J. Sandberg
Jelle Attema Wymbritseradeel, 10 oktober 1942 † Nunspeet, 20 november 2011 Luitenant-kolonel der Cavalerie b.d. Voor de meesten van ons ongetwijfeld volledig onverwacht, overleed op 20 november j.l. na een kort ziekbed, Jelle Attema. Jelle kwam in juni 1961 in dienst als leerling op de KMS te Weert teneinde beroepsonderofficier te worden. Die keuze was niet vreemd gezien het verzetsverleden van zijn vader en diens functie als postcommandant bij de Rijkspolitie te Franeker. Na voltooiing van de KMS en na diverse functies als onderofficier vervuld te hebben, kwam hij in 1966 in aanmerking om de Biesma-HBS in Breda te volgen, met als doel officier van speciale diensten te worden. In 1969 voltooide hij de opleiding en werd als officier bij de cavalerie geplaatst. Op deze wijze ging een grote wens in vervulling. Als het aan Jelle had gelegen, had boven dit IM dan ook luitenantkolonel der Huzaren gestaan, zo trots was hij er op om huzaar te zijn. Talloze functies heeft hij vervuld op het OCC, bij 42 ZVE, 103 Verkenningsbataljon, 11 ZVE en 104 Verkenningsbataljon. Tevens heeft hij een aantal jaren gediend bij Staf 5e Divisie en bij Staf 1Lk. Jelle was een allround officier, die bovenal opviel door z´n ongebreidelde enthousiasme, inzet en zijn grote vakkennis. Altijd bereid tot extra inspanning, zonder de plezierige kanten van het dienstdoen uit het oog te verliezen. Hij kon ook een echte ‘Friese’ kop hebben, kortom... geweldig eigenwijs zijn, maar altijd in en voor de dienst! Na zijn pensionering heeft hij een groot deel van die eigenschappen toegepast in een functie als Arbo- en Milieufunctionaris bij een bedrijf, waar zijn oudste zoon in de directie werkzaam was. Jelle hield van het levend houden van het contact met collega´s en verscheen dan ook zeer regelmatig op borrels en corpsdiners. Hij genoot van het vertellen en aanhoren van oude en nieuwe verhalen die hij in zijn diensttijd en met zijn collega´s had meegemaakt. Voor mijzelf was ruim dertig jaar lang ons uitstapje naar de kaatswedstrijd in Franeker, de PC, een ijkpunt om Jelle te ontmoeten en verhalen uit te wisselen. Een traditie die was ontstaan in de zeventiger jaren, toen we beiden bij 103 Verkenningsbataljon dienden. Een week voor de wedstrijd afgelopen augustus, waar hij aangaf weer toegangskaarten voor ons te hebben, zei hij dat hij nog wel snel even een onderzoek moest ondergaan in het ziekenhuis... met de bekende rampzalige afloop! Ik weet hoe gelukkig hij was met zijn echtgenote en hoe trots hij was op zijn beide zonen. Ik wens hen dan ook uitermate veel sterkte toe bij de verwerking van dit enorme verlies. Luitenant-kolonel b.d. Arnold Kriesch
51
Regelmatig Terugkerende Bijeenkomsten LUNCHES
of bij res elnt R. Hermens via e-mail:
[email protected]
Zutphen Elke eerste donderdag van de maand v.a. 12.00 uur in de Roskam te Gorssel, info: maj b.d. H.A.G. Nix, tel: 0575-528002, e-mail:
[email protected]
Den Haag Elke tweede donderdag van de maand v.a. 12.00 uur in de Pulchri Studio, Lange Voorhout 15, tel.: 070-3589474; inlichtingen en opgave aldaar of bij lkol b.d. drs A.J. Rosendahl Huber, tel 0655- 991808.
Luxemburg BORRELS BUITENLAND
Noorwegen
Sydney, bij de oud res elnt drs. H.A.J. Sprangers. Tel privé: 029 634 18 22, e-mail:
[email protected]
Oslo, bij de Defensie attachee voor Scandinavie, lkol P. Teeuw. Leden en niet leden, altijd welkom. Tel. +47 91 391 256 of
[email protected]
België Brusselse VOC-borrel vindt plaats op uitnodiging en op wisselende locaties. Info bij oud res elnt D. Tromp, e-mail:
[email protected]
Curacao
Elke derde donderdag van de maand v.a. 12.00 uur in Huize van den Brink, Soesterbergsestraat 122 te Soest. Info en opgave bij kol b.d. mr. C.H. Blok. Email :
[email protected] Telefoon : 0546492606
Willemstad, bij oud res ritm F. Fontein. Flexibel qua locatie, datum en tijd. De Ketel One Vodka en Ketel 1 jenever staan altijd koud. Tel: +59 99 461 0425 of +59 99 529 7027, e-mail: f.fontein@ double-eaglebrands.com
Rotterdam
Brabantse Lunch Elke vierde woensdag van de maand v.a. 12.00 uur in auberge de Waag, Markt 32 te Boxtel. Info en opgave bij de res lkol mr. D. van Zuidam, tel: 0411-610219 of e-mail:
[email protected]
BORRELS NEDERLAND
Amsterdam/ ‘t Gooi De Henk Oortman Gerlings borrel in jan, mrt, jun en nov. De borrel wordt altijd gevolgd door een maaltijd. Aanmelden bij res ritm M.P. Oortman Gerlings via e-mail:
[email protected]
52
Bij de oud res elnt jhr. T.C.H.N.G. van Rijckevorsel. T/F: 00-(352)-770436.
Australië
Eemland lunch
Elke derde woensdag in de derde maand van het kwartaal v.a. 12.00 uur in Roei en Zeilvereniging “de Maas”. Info bij res elnt W. Aalders, e-mail:
[email protected]
e-mail:
[email protected]
Duitsland München. oud-res ritm Rob Zaagman nodigt (oud-)cavaleristen die in München zijn uit voor een borrel. Contact via: Consulaat-generaal van het Koninkrijk der Nederlanden Nymphenburgerstrasse 20a, 5 Stock, München, Tel 089 - 206 02 67 16 Fax 089 - 206 02 67 30, e-mail:
[email protected]
Spanje Cavaleristen in Barcelona zijn welkom om contact op te nemen met Mark Wuijten, e-mail:
[email protected]
Zuid-Afrika Cavaleristen wonend of op reis in Zuid-Afrika worden uitgenodigd om deel te nemen aan een Cavalerieborrel, die bij iedere gelegenheid die zich aandient, zal worden gehouden in 7233 Greyton, Western Cape. Gaarne contact met lkol b.d. Leo Venrooy. Tel: 0027731901776 of e-mail:
[email protected]
UK Londen, in de Cavalry and Guards club, 127 Piccadilly. Afspraken met res elnt G.J. ter Brugge. Tel: +44 20 76773875 of e-mail: gerbrand.j.ter.brugge@ morganstanley.com
USA Frankrijk Mornac sur Suedre, elke dinsdag bij oud res maj J.H. Goedkoop in Le Mornac, 21 rue des Halles, 17113 Mornac sur Suedre. Tel.: +33 546 22 63 20, e-mail:
[email protected] Opgave: tel aanmelden 1 dag vooraf . Leden en niet leden op doorreis zijn welkom bij kol b.d. mr. C.H. Blok, Château des Loges, 61250 Hauterive, Orne. Tel.: +33 233826756,
Lancaster (Pennsylvania), bij de oud res elnt W.R.H.M. van Huystee. Tel: kantoor (717) 393-1551 en thuis (717) 393-3005. Atlanta (terug van weggeweest), bij res ritm Robert B. Koch 44 05 10 209 ‘t Hoveke 730 Mt Paran Rd NW Atlanta Ga 30327 Tel: 404 323 6075 / 404 843 3946
[email protected]
VOC Activiteitenkalender Datum Activiteit
Plaats
Contactpersoon
Gorssel
Maj b.d. H.A.G. Nix, 0575-528002;
2012 5-04-12
VOC-lunchtafel; de Roskam
[email protected]
12-04-12 Haagse VOC Koffietafel; Pulchri Studio
Lkol b.d. drs. A.J. Rosendahl Huber;
Den Haag
[email protected], 06-55991808
13-04-12 Nationaal Militair Kampioenschap Eventing
res Elnt J.W.H. van der Goes - Petter;
Maarsbergen
[email protected]
14-04-12 Nationaal Militair Kampioenschap Eventing
res Elnt J.W.H. van der Goes - Petter;
Maarsbergen
[email protected]
19-04-12
Soest
Kol b.d. C. Blok;
[email protected]
20-04-12 MCAM 18-uurs rit
De Peel
www.mcam.info
21-04-12 Algemene Vergadering
Den Bosch
res Ritm Jhr ir M.O.M. van der Goes;
VOC Eemland lunch; Huize van den Brink
[email protected]
25-04-12 Brabantse Lunch
res Lkol mr D. van Zuidam, 0411-610219;
Boxtel
[email protected]
3-05-12
Maj b.d. H.A.G. Nix, 0575-528002;
VOC-lunchtafel; de Roskam
Gorssel
[email protected]
8-05-12
Herdenking vm 1RH
Voorthuizen
AOOI b.d. W.J.A.M. Bouwmans;
[email protected]
9-05-12
Herdenking gevallenen Cavalerie
Amersfoort
Maj. H. Plakke, 06-15600182
10-05-12
Haagse VOC Koffietafel; Pulchri Studio
Den Haag
Lkol b.d. drs. A.J. Rosendahl Huber;
[email protected], 06-55991808
17-05-12
Soest
Kol b.d. C. Blok;
[email protected]
Boxtel
res Lkol mr D. van Zuidam, 0411-610219;
VOC Eemland lunch; Huize van den Brink
23-05-12 Brabantse Lunch
[email protected]
7-06-12
Maj b.d. H.A.G. Nix, 0575-528002;
VOC-lunchtafel; de Roskam
Gorssel
[email protected]
8-06-12
Nationale Militaire Kampioenschappen
Bunschoten
Ritm W.J. Holleman;
[email protected]
Dressuur en Springen Den Haag
Lkol b.d. drs. A.J. Rosendahl Huber;
14-06-12 Haagse VOC Koffietafel; Pulchri Studio
[email protected], 06-55991808
20-06-12 Lunch KR&ZV “de Maas”
res Elnt W.J.G. Aalders;
Rotterdam
[email protected]
21-06-12 VOC Eemland lunch; Huize van den Brink
Soest
Kol b.d. C. Blok;
[email protected]
21-06-12 HOG Borrel
Loosdrecht
res Elnt R. Hermens;
[email protected]
27-06-12
Boxtel
res Lkol mr D. van Zuidam, 0411610219;
Brabantse Lunch
[email protected]
27-08-12
res Ritm jhr ir M.O.M. van der Goes;
VOC Golfdag
Hoog Soeren
[email protected]
53
Personeelsmutaties B EVO R DERIN GEN Bevorderd
Actie Reden
Datum
Naam
Afdeling
Vdg/Knt
Effectieve bevordering
19-12-11
Silfhout, Reinard van
NLDA/Opkomst OFFN MWO Extern
Tlt
Effectieve bevordering
17-11-11
Dorst, Teunis
NLDA/Opkomst OFFN MWO Extern
Elt
Effectieve bevordering
17-12-11
Mulder, Maarten
43MECHBRIG/Beheer Personeel
Elt
Effectieve bevordering
17-12-11
Reinieren, Ralf J.A.M.
42BVE/3VERKPEL
Elt
Effectieve bevordering
17-12-11
Voorthuizen, Niels
103VERKESK/ESKST/MMGP
Kap/Ritm
Effectieve bevordering
01-12-11
Leeuwen, Jochem van
OCIO/ST/SIE OTK/BUR P&P/ZUID
Maj
Effectieve bevordering
01-11-11
Gortworst, Maarten
104VERKESK RHvB
Maj
Effectieve bevordering
01-11-11
Herzog, Robert W.
105FHESK
LtKol
Effectieve bevordering
01-02-12
Kruijver, Pieter
DeskundigheidsCentrum
Kol
Effectieve bevordering
01-11-11
Jong, Harold J. de
JISTARC
Kol
Effectieve bevordering
01-02-12
Zanten, Rob van
DIVI
U I T ST RO OM Datum
Actie Reden
Naam
Rang
Leeftijd
Locatie
01-11-11
Ontslag AMAR art. 39.2h
Spekkink, Martin
Tlt
27
Breda - Kasteel van Breda/KMA
01-11-11
Ontslag AMAR art. 39.1
Denk, Sander
Kap/Ritm
35
‘t Harde - Art Schietkamp
22-12-11
Ontslag AMAR art. 39.2h
Zandbergen, Bas
Tlt
20
Breda - Kasteel van Breda/KMA
01-01-12
Ontslag AMAR art. 39.1
Haan, Frank de
Geen
24
Utrecht - Kromhoutkazerne
01-01-12
Ontslag AMAR art. 39.2a jo 39a
Benoist, Luc
LtKol
56
Den Haag - MvD Kalvermarkt
01-02-12
Ontslag AMAR art. 39.2a jo 39a
Hoefs, Theodorus C.H.M.
Maj
56
Vught - Lunettenkazerne
01-02-12
Ontslag AMAR art. 39.2a jo 39a
Willemse,Johannes C.M.
Geen
59
Utrecht - Kromhoutkazerne
01-02-12
Ontslag AMAR art. 39.2a jo 39a
Lugt, Jacob van der
Elt
56
Stroe - Genm Kootkazerne
01-02-12
Ontslag AMAR art. 39.2a jo 39a
Nellestijn, Anton
Geen
56
Utrecht - Kromhoutkazerne
01-02-12
Ontslag AMAR art. 39.2a jo 39a
Rossum, Ruud van
Kap/Ritm
56
Wezep - Pr. Margrietkazerne
H E R P L A ATSIN GEN Rang
Naam
Arbeidsplaats titel
Afdeling
Locatie
Maj LtKol Maj Kol LtKol Maj LtKol Kap/Ritm Sgt1/Wmr1 Kol Kap/Ritm LtKol LtKol Kap/Ritm Kap/Ritm Maj Maj Kap/Ritm Elt Maj
Hoofd, Cornelis J. van het Kruijver, Pieter Langeland, John Zanten, Rob van Dungen, Johannes W.A.J. van den Prak, Peter Verseveld, Ronald M. van Jonge, Albert de Zwienen, Cornelis J. van Aker, Peter van den Bakker, Jacob A. Boevé, William R. Boom, Nico Goedknegt, Michel M. Graaff, Rob de Hazel, Wouter van den Jongh, Maurits H.L. de Kemenade, Madoc T.O. van Reinieren, Ralf J.A.M. Roelen, Niels O.
CLUSTERHFD LOOPBAANBEGELEIDING Mngr DeskundigheidsCentrum STOFF BEKL/PLV HOOFD BEKL C-DIVI STOFF ONDERWIJSONTW SR
PLC/LBBGL/REGIO ‘T HARDE DeskundigheidsCentrum BEKL/STGP DIVI DP&O/PROJECTGP LOOPBAANLINT
‘t Harde - Lkol Tonnetkazerne Enschede - DC HR Utrecht - Kromhoutkazerne ‘t Harde - Lpl Bij Oldebroek Utrecht - Kromhoutkazerne
NETWERKMANAGER/ADVISEUR Staff Off (Integrated Adv Ass) STOFF O&T/CCIRM OFF CAV - VERK Universitair Hoofddocent/Land C-MMGP C-CAVALERIESCHOOL Senior docent/mentor P&O-adviseur Adv Logistiek Universitair Docent/Land CC MWO HOOFD SECTIE S1 FORWARD AIR CONTROLLER Docent/mentor
CIMIC/RSD/CIV ADM/NETWMGMT IFB NCS JFC HQ Brunssum JISTARC/STSTESK/ST/SIE S3/O&T NLDA/Opkomst OFFN KOO Intern Mil Operationele Wetenschappen 104VERKESK/ESKST/MMGP OTCMAN/CAVSCHL Hogere Defensie Vorming P&O Advies NLDA Bur Bedrijfsbeheersing Mil Operationele Wetenschappen KL MWO Compagnie 41PAGNBAT/BATST/SIE S1 43MECHBRIG/STCIE/TACP Middelbare Defensie Vorming
Apeldoorn - F v Bijnenkazerne Brunssum - H. Nassau Ouwerk.kp ‘t Harde - Art Schietkamp Breda - Kasteel van Breda/KMA Breda - Isaac Delprat Paviljn ‘t Harde - Lkol Tonnetkazerne Amersfoort - Bernhardkazerne Rijswijk - Inst Def Leergangen Breda - Kasteel van Breda/KMA Den Haag - Binckhorsthof Breda - Isaac Delprat Paviljn Breda - Kasteel van Breda/KMA Oirschot - De R v Steveninckkz ‘t Harde - Lkol Tonnetkazerne Rijswijk - Inst Def Leergangen
54
Rang
Naam
Arbeidsplaats titel
Afdeling
Locatie
Kol Kap/Ritm Kap/Ritm Kap/Ritm Kap/Ritm Maj LtKol Kap/Ritm LtKol LtKol Maj Kap/Ritm Maj Maj Kap/Ritm Kap/Ritm Tlt Kap/Ritm Elt Elt Tlt Maj Kap/Ritm Kap/Ritm Maj Elt Elt Tlt Maj Elt Kap/Ritm Tlt Elt Maj Kap/Ritm Kap/Ritm Kap/Ritm Kol Kap/Ritm Elt Maj Tlt Elt Elt Kap/Ritm Elt Tlt Elt Tlt Maj Tlt Elt Elt Kap/Ritm Kap/Ritm Tlt Kap/Ritm Tlt Kap/Ritm Tlt
Schaberg, Peter J. Seijn, Boudewijn F.R. Steneker, Petrus K. Wijck, François van Sloekers, Robertus F.J. Hollander, Leendert J. den Couvee, Damiaan F. Both, Stefan J. Evers, Martin Hoog, Engelbert N. van der Jongh, Maurits H.L. de Leeuwen, Jochem van Vries, Noël de Elten, Sjaak van Teggeler, René G.H. Aalst, Youri M. van Aanraad, Nicolaas A.M. Alderden, Maarten A. Bakker, Jan Beusink, Jan W. Blom, Seraya Bos, Johannes A.M. Brood, Pascal Conradie, Christian M. Daalen, Arjan F. van Ende, Lex van den Goethals, Mirjam Gortworst, Jaap Gortworst, Maarten Gouw, Marc Graaff, Rudy de Guijt, Gerardus P.M. Hendriks, Michel Herzog, Robert W. Hingstman, Robert Holleman, Wouter J. Huijsman, Wim-Pieter Jong, Harold J. de Kalkhoven, Thomas P. Kamphorst, Marco J.C. Koelma, Willem H. Laan, Rens van der Langbein, Remco Leuven, Laura van Oort, Kelvin van Ottens, Hendrik Quivooij, Josinus Ravenhorst, Gerwin Scheuer, Thomas Sievers, Chris Sissingh, Marijn Spaander, Paul Spoor, Bram Steenbrugge, Bastiaan Stijnman, Erik F. Venema, Thomas Vlaardingerbroek, Jochem Voorthuizen, Niels Wuring, Berend A. Zee, Vera van der
Stafbehandelaar SSR Studietrajectbegeleider HFD SIE S2 HRSTCIE PC Oplpel MWO 9 KL ORKESTMANAGER/MUZIKANT SO T&E Level 2 HOOFD SICT/C-SOB/SOMS medewerker Bestuursstaf NETWERKVOORZITTER/ADVISEUR STOFF MANOEUVRE C-CADCIE HOOFD BURGP P&P SCHL ZUID PLV C-NATRESBAT medewerker Bestuursstaf PLV C-VERKESK/CBRN C-FIELD HUMINT TEAM C-VERKPEL FENNEK STOFF PL&PROG JR CONTACT HANDLER OFF BDFV OPS/PLV PH-OPS UAV OFF HFA C-INSTRGP VERK/DOCENT/OTR VERK HOOFD BUREAU PLANNING/CCIRM PLV C-VERKESK/CBRN HOOFD SECTIE S3 OFF MISSIONMANAGEMENT/CBRN OFF GSA OFF HFA C-VERKESK OFF GSA HFD PLANS/PRODUCTION CONTACT HANDLER OFF GSA C-FIELD HUMINTESK C-FIELD HUMINT TEAM C-BEPRTEAM OTCMAN C-HFAGP/OFF HFA SR C-JISTARC C-OPS UAV/POSTHOLDER OPS/CH LT OFF MISSIONMANAGEMENT/CBRN PROJECTOFFICIER JISTARC C-VERKPEL FENNEK OFF MIL ANALIST OFF HFA STOFF O&T/CCIRM C-CREW TX/INSTR OPS UAV/CH LT C-VERKPEL FENNEK FAC/WRN ART/MRN C-VERKPEL FENNEK C-VERKESK OFF HFA C-VERKPEL FENNEK OFF MIL ANALIST C-FIELD HUMINT TEAM STOFF OPERATIEN C-VERKPEL FENNEK C-MMGP OFF MISSIONMANAGEMENT/CBRN OFF OPN EOV OFF HFA
Afdeling J3 (Operatiën) Opleidingen KL (CadBat) 310HRSTCIE/ST/SIE S2 KL MWO Opleidings Pelotons MMKL/FFKL BW DCIOD: CIMIC CENTER OF EXCELL OTCO/SICT Afdeling CIMIC/RSD/CIV ADM/NETWMGMT OTCOPN/DOCTR/BUR FUNC LANDOPTR NLDA: 4e CAD CIE OCIO/ST/SIE OTK/BUR P&P/ZUID 30NRBAT/STDET/ST/PLV BCGP Afdeling 104VERKESK RHvB 105FHESK/3FHTEAM 104VERKESK/1VERKPEL DT&O/PL/INTGRL PL/PL&PROG 105FHESK/4FHTEAM 107ASBT/OPSPEL 106INLNESK/INTELLPEL/HFAGP OTCMAN/GTS/O&T PEL MAN/IG VERK JISTARC/STSTESK/ST/SIE S3/PL 103VERKESK JISTARC/STSTESK/ST/SIE S3 103VERKESK/ESKST/MMGP 106INLNESK/INTELLPEL/GSAGP 106INLNESK/INTELLPEL/HFAGP 104VERKESK RHvB 106INLNESK/INTELLPEL/GSAGP 106INLNESK/PLANS&PRODUCTION 105FHESK/1FHTEAM 106INLNESK/INTELLPEL/GSAGP 105FHESK 105FHESK/1FHTEAM OTCMAN/KCEN/BUR BEPROEVING 106INLNESK/INTELLPEL/HFAGP JISTARC 107ASBT/OPSPEL 104VERKESK/ESKST/MMGP JISTARC 103VERKESK/1VERKPEL 106INLNESK/INTELLPEL/MAGP 106INLNESK/INTELLPEL/HFAGP JISTARC/STSTESK/ST/SIE S3/O&T 107ASBT/OPSPEL/CREW TXGP 104VERKESK/2VERKPEL 103VERKESK/ESKST/FACGP 103VERKESK/2VERKPEL 103VERKESK 106INLNESK/INTELLPEL/HFAGP 104VERKESK/3VERKPEL 106INLNESK/INTELLPEL/MAGP 105FHESK/4FHTEAM JISTARC/STSTESK/ST/SIE S3/OPN 103VERKESK/3VERKPEL 103VERKESK/ESKST/MMGP 103VERKESK/ESKST/MMGP 102EOVCIE/CIEST 106INLNESK/INTELLPEL/HFAGP
Den Haag - MvD Kalvermarkt Breda - Kasteel van Breda/KMA Amersfoort - Bernhardkazerne Breda - Kasteel van Breda/KMA Vught - Van Brederodekazerne Twente Complex - Building C1 Uddel - Kamp Nieuw Milligen Den Haag - Frederikkazerne Apeldoorn - F v Bijnenkazerne Amersfoort - Bernhardkazerne Breda - Kasteel van Breda/KMA Oirschot - De R v Steveninckkz Vught - Lunettenkazerne Den Haag - Frederikkazerne ‘t Harde - Lkol Tonnetkazerne ‘t Harde - Lkol Tonnetkazerne ‘t Harde - Lkol Tonnetkazerne Utrecht - Kromhoutkazerne ‘t Harde - Lkol Tonnetkazerne ‘t Harde - Lkol Tonnetkazerne ‘t Harde - Art Schietkamp Amersfoort - Bernhardkazerne ‘t Harde - Art Schietkamp ‘t Harde - Lkol Tonnetkazerne ‘t Harde - Art Schietkamp ‘t Harde - Lkol Tonnetkazerne ‘t Harde - Art Schietkamp ‘t Harde - Art Schietkamp ‘t Harde - Lkol Tonnetkazerne ‘t Harde - Art Schietkamp ‘t Harde - Art Schietkamp ‘t Harde - Lkol Tonnetkazerne ‘t Harde - Art Schietkamp ‘t Harde - Lkol Tonnetkazerne ‘t Harde - Lkol Tonnetkazerne Amersfoort - Bernhardkazerne ‘t Harde - Art Schietkamp ‘t Harde - Art Schietkamp ‘t Harde - Lkol Tonnetkazerne ‘t Harde - Lkol Tonnetkazerne ‘t Harde - Art Schietkamp ‘t Harde - Lkol Tonnetkazerne ‘t Harde - Art Schietkamp ‘t Harde - Art Schietkamp ‘t Harde - Art Schietkamp ‘t Harde - Lkol Tonnetkazerne ‘t Harde - Lkol Tonnetkazerne ‘t Harde - Lkol Tonnetkazerne ‘t Harde - Lkol Tonnetkazerne ‘t Harde - Lkol Tonnetkazerne ‘t Harde - Art Schietkamp ‘t Harde - Lkol Tonnetkazerne ‘t Harde - Art Schietkamp ‘t Harde - Lkol Tonnetkazerne ‘t Harde - Art Schietkamp ‘t Harde - Lkol Tonnetkazerne ‘t Harde - Lkol Tonnetkazerne ‘t Harde - Lkol Tonnetkazerne ‘t Harde - Art Schietkamp ‘t Harde - Art Schietkamp
55