Aan de besturen van AWBZ-instellingen
Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht
en de zorgkantoren
Postbus 3017 3502 GA Utrecht 030 296 81 11 030 296 82 96 E
[email protected] I www.nza.nl T F
Behandeld door
Telefoonnummer
E-mailadres
Kenmerk
directie Zorgmarkten Care
0900 770 70 70
[email protected]
Care/AWBZ/11/9c 11D0024180
Onderwerp
Datum
Beleidsregels 2010, 2011 en 2012
1 juli 2011
In deze circulaire worden de belangrijkste wijzigingen voor 2010, 2011 en 2012 toegelicht.
Geachte heer of mevrouw, De Raad van Bestuur van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft de volgende beleidsregels en regelingen 2010, 2011 en 2012 vastgesteld. Het betreft: Jaar 2011 Naam beleidsregel
Aanvaardbare kosten AWBZ 2011 Prestatiebeschrijvingen en tarieven dagbesteding en vervoer AWBZ 2011 Kapitaallasten Kosten MRSA Loon- en materiële kosten leegstandsfinanciering Ingangsdatum 1 januari 2010
Beleidsregel nummer CA-471 CA-489
Bijl. Nr.
CA-473 CA-482 CA-478
3 4 5
1 2
Jaar 2012
Naam beleidsregel Aanvaardbare kosten AWBZ 2012 Bekostiging bijzondere zorgplannen Definities AWBZ Extreme kosten zorggebonden materiaal en geneesmiddelen Ketenzorg dementie Loon- en materiële kosten, definities en prestatiebeschrijvingen Kind en Jeugd GGZ intramuraal
Beleidsregel nummer CA-480 CA-483 CA-474 CA-484
Bijl. nr.
CA-485 CA-479
10 11
6 7 8 9
Prestatiebeschrijvingen en tarieven dagbesteding en vervoer AWBZ 2012 Prestatiebeschrijvingen en tarieven zorgzwaartepakketten (drie bijlagen) Prestatiebeschrijvingen en tarieven extramurale zorg 2012 Tandheelkunde in de AWBZ praktijk Tariefstructuur 2e/3e compartiment en tariefbeschikking Tarifering onderlinge dienstverlening Toeslag extreme zorgzwaarte Vergoeding van inrichtingskosten bij gedwongen verhuizing Volledig Pakket Thuis (VPT) Zorginfrastructuur
Naam regeling Declaratievoorschriften en prestaties Ketenzorg Dementie en Nationaal Programma Ouderenzorg Declaratie AWBZ-zorg
CA-490
12
CA-476
13
CA-487
14
CA-477 CA-488
15 16
CA-475 CA-491 CA-472
17 18 19
CA-486
20
CA-481
21
AWBZ/Care/11/9c
Regelingnummer NR/CA300-007 NR/CA300-008
Bijl. nr. 22 23
Hieronder vindt u een overzicht van de beleidsregels die worden beëindigd.
Naam beleidsregel
Beleids- Reden regel beëindiging
Aanvullende inkomsten
CA-108
Bijzondere tandheelkunde
CA-434
Loon- en materiële kosten leegstandsfinanciering
CA-478
Afschrijving
CA-337
Huur en erfpacht
CA-339
Kapitaallasten bij uitbesteding
CA-341
Kenmerk
Overgeheveld naar de Beleidsregel aanvaardbare kosten Beleidsregel in onbruik. Relevante elementen overgeheveld naar Beleidsregel tandheelkunde in de AWBZ-praktijk Beleidsregel heeft einddatum van 3112-2011 Inhoud overgeheveld naar Beleidsregel kapitaallasten Inhoud overgeheveld naar Beleidsregel kapitaallasten Inhoud overgeheveld naar Beleidsregel kapitaallasten
11D0024180 Pagina
2 van 14
Investeringen in medische en overige inventarissen en computerapparatuur
CA-419
Rente
CA-445
Instandhoudingsinvesteringen AWBZ
CA-448
Instandhoudingsinvesteringen (verzorgingshuizen)
CA-449
Kleinschalig wonen
CA-450
Stimulering kleinschalige zorg voor dementerenden
CA-409
Experimenten in het kader van het Transitieprogramma
CA-430
Inhoud overgeheveld naar Beleidsregel kapitaallasten Inhoud overgeheveld naar Beleidsregel kapitaallasten Inhoud overgeheveld naar Beleidsregel kapitaallasten Inhoud overgeheveld naar Beleidsregel kapitaallasten Inhoud overgeheveld naar Beleidsregel kapitaallasten Beleidsregel heeft einddatum van 3112-2011 Beleidsregel heeft einddatum van 3112-2011
1. Index De beleidsregelwaarden zijn, voor zover van toepassing, trendmatig aangepast met de volgende percentages. • • • • • •
Definitieve Definitieve Definitieve Voorlopige Voorlopige Voorlopige
index index index index index index
materiële kosten 2011: loonkosten 2011: kapitaallasten 2011: materiële kosten 2012: loonkosten 2012: kapitaallasten 2012:
1,98% 3,11% 1,86% 1,25% 1,75% 1,25%
Volgens de gebruikelijke indexeringsystematiek is in de tarieven voor 2012 de definitieve index 2011, de voorlopige index 2012 en de inhaal over 2011 verwerkt. De inhaal over 2011 bestaat uit het verschil tussen het tarief inclusief de voorlopige index 2011 en het tarief inclusief de definitieve index 2011. Dit verschil is in 2011 niet in de tarieven meegenomen omdat bij de vaststelling van de tarieven 2011 de definitieve index 2011 nog niet bekend was. Daarom is het verschil als een inhaal in de tarieven voor 2012 meegenomen. Als gevolg van een rechterlijke uitspraak van het CBb over de indexeringsystematiek heeft de NZa daarnaast besloten een component rentevergoeding toe te voegen aan de tarieven 2012. De rentevergoeding wordt gegeven over de inhaal 2011.
Kenmerk
AWBZ/Care/11/9c 11D0024180 Pagina
3 van 14
Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de financieringskosten die Kenmerk zorgaanbieders ondervonden hebben als gevolg van de latere verwerking AWBZ/Care/11/9c van de inhaal 2011 in de tarieven. De rentevergoeding is bepaald op 11D0024180 1,82%, zijnde het laatst bekende korte rentepercentage. Pagina 4 van 14
2. Zorgzwaartepakketten De Beleidsregel prestatiebeschrijvingen en tarieven zorgzwaartepakketten is voor 2012 op diverse onderdelen aangepast. Zowel qua opbouw (nieuw NZa-format), formuleringen als qua beleidsinhoud. Hieronder zijn de beleidsinhoudelijke wijzigingen toegelicht, evenals enkele wat meer technische wijzigingen. Introductie twee nieuwe toeslagen Bureau HHM heeft een onderzoek uitgevoerd naar knelpunten in de bekostiging van enkele doelgroepen in de zorgzwaartebekostiging. Op basis hiervan zijn twee nieuwe toeslagen toegevoegd aan de beleidsregel: 1. Toeslag Non-invasieve Ademhalingsondersteuning Geconcludeerd is dat voor cliënten met non-invasieve ademhalings-ondersteuning een toeslag gerechtvaardigd is om de uren meerzorg te kunnen bekostigen. Eerder is al een toeslag in de beleidsregels opgenomen voor cliënten die zijn aangewezen op permanente invasieve ademhalingsondersteuning. 2. Toeslag Niet strafrechtelijke forensische psychiatrie (NSFP) In forensische psychiatrische klinieken (FPK) verblijven naast de door justitie gefinancierde forensische cliënten, ook Zvw en AWBZ gefinancierde cliënten. Gedurende de (strafrechtelijke) maatregel opgelegd door justitie vallen de cliënten onder de bekostiging van justitie. Na afloop van de maatregel gaat de bekostiging over naar de ZVW. Na 365 dagen wordt er bekostigd op basis van de AWBZ. Op basis van een recent onderzoek van HHM is geconcludeerd dat voor specifiek de AWBZ-gefinancierde cliënten in een FPK een toeslag gerechtvaardigd is om de uren meerzorg te kunnen bekostigen. In de Beleidsregel is daarom een toeslag Niet strafrechtelijk forensische psychiatrie opgenomen. Verhoging van de ZZP-tarieven met de extra AWBZ-middelen In het regeerakkoord is € 852 miljoen per jaar structureel gereserveerd voor extra investeringen in de langdurige zorg. Van deze middelen is € 142 miljoen beschikbaar gesteld voor groeiruimte AWBZ en wordt een bedrag van € 74 miljoen besteed aan het stagefonds. De overige middelen (€ 636 miljoen) worden ingezet voor het ophogen de tarieven van de verschillende ZZP’s, zodat hiermee meer en hoger opgeleid personeel kan worden gerealiseerd. De NZa heeft alle ZZP-tarieven verhoogd, waardoor per ZZP een extra bedrag beschikbaar komt. De staatssecretaris is voornemens om over de besteding van deze extra middelen op korte termijn een convenant te sluiten met zorgverzekeraars, werkgevers in de zorg en beroepsverenigingen.
Harmonisatie van twee regels voor aan- en afwezigheid De NZa ontvangt vragen en signalen die duiden op knelpunten op het gebied van de bekostiging van aan- en afwezigheid. Aan onderzoeksbureau KPMG is gevraagd een onderzoek te verrichten naar de bekostiging van aan- en afwezigheid in de intramurale AWBZ. KPMG heeft onderzocht welke knelpunten rondom de bekostiging op de korte termijn op te lossen zijn en welke mogelijkheden er zijn om op de lange termijn wijzigingen door te voeren in de bekostiging van aan- en afwezigheid. Op basis van de resultaten van het onderzoek zijn voor de korte termijn twee harmonisatieslagen doorgevoerd in de beleidsregel voor 2012: 1. Ziekenhuisbezoek mag voortaan worden doorgedeclareerd door zowel zorgaanbieders die toegelaten zijn voor verblijf, maar niet voor behandeling als door zorgaanbieders die zijn toegelaten voor verblijf en behandeling. Als bijvoorbeeld een cliënt uit het verpleeghuis enkele dagen naar het ziekenhuis moet, dan kunnen deze dagen doorgedeclareerd worden door het verpleeghuis. Voorheen was dit niet toegestaan. 2. Een zorgaanbieder toegelaten voor verblijf en behandeling in de V&V-sector kan per 2012 maximaal 14 dagen per keer doordeclareren als de cliënt afwezig is. Voorheen konden maximaal 7 afwezigheidsdagen gedeclareerd worden. Hiermee is de regeling geharmoniseerd met die van de GHZ en GGZ-sector. In het KPMG-onderzoek is tevens gekeken naar de omvang van de afwezigheid van cliënten. De gegevens die hiervoor verzameld zijn geven een eerste beeld van de omvang van afwezigheid. De gegevens zijn waar mogelijk gebaseerd op registraties, maar op onderdelen ook gebaseerd op inschattingen De uitvraag laat echter zien dat afwezigheid in de intramurale AWBZ sterk wisselend wordt vastgelegd en de omvang verschilt binnen en tussen sectoren. De grote afwijkingen in de omvang van afwezigheid, zowel binnen de sectoren als tussen de sectoren, maken dat op dit moment geen conclusies kunnen worden getrokken over de feitelijke omvang van afwezigheid in de intramurale AWBZ. Deze gegevens zijn echter wel nodig om een wijziging in de bekostiging door te voeren voor de lange termijn. Een wijziging van de bekostiging op de lange termijn kan de knelpunten rondom de bekostiging wegnemen. Daarom wordt geconcludeerd dat voor mogelijke oplossingsrichtingen aanvullend onderzoek dient te worden uitgevoerd naar de omvang van de feitelijke afwezigheid. Overheveling geriatrische revalidatiezorg Het kabinet heeft op voorstel van de Minister van VWS besloten om per 1 januari 2013 de geriatrische revalidatiezorg over te hevelen naar de Zorgverzekeringswet. De overheveling is een maatregel uit het regeerakkoord. Revalidatiezorg voor ouderen valt nu nog onder de AWBZ onder ZZP VV9. De huidige VV9 ZZP zal ten behoeve van de geplande overheveling worden gesplitst in een VV9a (geriatrische revalidatie) en een VV9b (herstelzorg). Het ZZP V&V9a wordt per 1 januari 2013 vervolgens overgeheveld naar de Zvw. De bijbehorende prestatiebeschrijvingen zijn hiertoe aangepast. De tarieven blijven ongewijzigd. De transitietarieven kunnen enkel afgesproken worden voor cliënten met een indicatie voor VV9a.
Kenmerk
AWBZ/Care/11/9c 11D0024180 Pagina
5 van 14
Deze transitietarieven zijn in de beleidsregel opgenomen om zorgvernieuwing te stimuleren. De NZa vindt het dan ook wenselijk dat deze tarieven afgesproken worden voor dit doel.
Kenmerk
AWBZ/Care/11/9c 11D0024180 Pagina
6 van 14 Voorwaarden Toeslag Epilepsie Hoog In paragraaf 7.14 van de beleidsregel zijn onder andere de voorwaarden opgenomen die gelden voor de Toeslag Gespecialiseerde epilepsie hoog. De lijst van ZZP-indicaties waarvan sprake dient te zijn is in de beleidsregel niet compleet. De indicaties LG-1 tot en met LG-7 ontbraken ten onrechte en worden daarom onder de voorwaarden toegevoegd.
Begrenzing leeftijd toeslag Observatie Bij de introductie van de Toeslag Observatie is als voorwaarde gesteld dat de cliënt niet ouder mag zijn dan achttien jaar om voor deze toeslag in aanmerking te komen. In de praktijk blijkt dat ook cliënten met een leeftijd boven de achttien jaar worden opgenomen op een observatieplaats. In de beleidsregel komt de leeftijdsgrens van achttien jaar daarom te vervallen. Eis toelating ZZP VG-7 en Toeslag Observatie Voor de bekostiging van ZZP VG-7 (SGLVG-verblijf) en de Toeslag Observatie was op basis van de NZa beleidsregels een WTZi-toelating verplicht. In de wet wordt deze toelatingseis niet meer gesteld. In de beleidsregel 2012 komt deze voorwaarde daarom te vervallen en is het tarief voor VG7 zonder toelating voor behandeling toegevoegd. Verduidelijking vervoerskosten De NZa heeft signalen ontvangen dat onduidelijkheid bestaat over de vervoerskosten toegelaten voor behandeling. De bijhorende tekst in de beleidsregel is verduidelijkt. De vervoerskosten toegelaten voor behandeling zijn in de plaats gekomen van een vast bedrag per jaar dat in de oude systematiek werd gehanteerd (ongeveer € 500). Dit bedrag is gedeeld door 365 dagen om een tarief per dag te bepalen. Hierbij kan dus een norm van zeven dagen per week gelden, waarbij aan- of afwezigheid geen rol speelt. Dossiers zonder wijziging Tot slot zijn hieronder de dossiers binnen het ZZP-onderhoud benoemd, waar in de afgelopen onderhoudscyclus expliciet onderzoek naar is verricht, maar waarbij is geconcludeerd dat aanpassing van de bekostiging niet - of niet op korte termijn - noodzakelijk, wenselijk of haalbaar is. Woon Werk Voorzieningen voor Autisten (WWA) Veel cliënten met een Autisme Spectrum Stoornis (ASS) wonen thuis en kunnen (eventueel met hulp en/of begeleiding) prima functioneren in de maatschappij. Voor een deel van de cliënten biedt de huidige maatschappij echter te veel prikkels. Zij zijn aangewezen op een vaste structuur, begeleiding en behandeling van hun beperking. In Nederland is een aantal instellingen gespecialiseerd in langdurig verblijf voor cliënten met een (ernstige) vorm van ASS en een (grote) mate van egozwakte (de cliënten zijn sterk beïnvloedbaar). Deze woon-werk voorzieningen voor autisten noemt men ook wel een Workhome. Cliënten van deze zorgaanbieders hebben veelal een ASS in combinatie met andere (psychiatrische) problematiek.
Vanuit het veld komen signalen naar boven dat deze cliënten niet de juiste zorg kan worden geboden vanwege de hoge mate van structuur, begeleiding en behandeling die deze cliënten nodig zouden hebben. Naast de inhoud en uren van de zorgzwaartepakketten zou ook de financiering van de zorg onvoldoende zijn om kwalitatief goede zorg te kunnen waarborgen. HHM heeft onderzoek gedaan naar deze problematiek. Uit dit onderzoek is gebleken dat niet altijd de best passende ZZP’s worden geïndiceerd voor autistische cliënten in woon werk voorzieningen (WWA’s). In de komende maanden zal er gewerkt worden aan verbetering rondom communicatie indicatiestelling van WWA-cliënten. Daarnaast zullen de CIZ medewerkers op dit punt geschoold worden. De betreffende aanbieders ontvangen een notitie waarin de veranderingen worden toegelicht. Door de veranderde indicatiestelling komen er meer cliënten in aanmerking voor ZZP 7B, waarvan de bekostiging wel voldoende is. Om het voor de zorgkantoren mogelijk te maken deze pakketten in te kopen is de contracteerruimte verhoogd voor de regio’s waarin de problematiek speelt. Per 2012 zijn er dus geen veranderingen in de bekostiging voor deze doelgroep. Kind & Jeugd GGZ Kinderen en jeugdigen in de GGZ zijn vooralsnog buiten de ZZPsystematiek gehouden. Kinderen en jeugdigen in de GGZ worden al wel sinds 2007 geïndiceerd in ZZP’s. De NZa heeft in 2010 een advies over de kinderen en jeugdigen GGZ in de ZZP-systematiek aan VWS gestuurd. Hierin is het advies gegeven om een toeslag te introduceren voor kinderen & jeugdigen. Hierbij werd aangenomen dat de toeslag zich (met name) richt op gebruikelijke kindzorg, vergelijkbaar met de kindtoeslag in de GHZ. Uit nader onderzoek blijkt echter dat de invoering van een kindtoeslag niet opportuun is, omdat de ZZP’s niet dekkend zijn voor alle aandoeningsgerelateerde zorg voor deze doelgroep en hierdoor de toeslag onevenredig hoog zou uitkomen ten opzichte van de GGZ ZZPprijzen. De directie ZM Care heeft VWS daarom geadviseerd om ZZPbekostiging voor GGZ kinderen en jeugdigen niet middels een toeslag te realiseren. Kortdurend Verblijf Cliënten die drie of minder etmalen bij een zorgaanbieder verblijven, maken gebruik van de prestatie kortdurend verblijf. Voor de bekostiging van dit verblijf, veelal logeren genoemd, wordt sinds 1 januari 2010 een nieuwe werkwijze gehanteerd. De bekostiging van logeren is functiegericht geworden. Diverse partijen uit het veld geven aan dat deze nieuwe werkwijze zorgt voor knelpunten in de keten van indicatiestelling, zorgtoewijzing, bekostiging, declaratie en nacalculatie. Het belangrijkste knelpunt is de verdeling van de zorg over de thuissituatie en het logeren. Betrokken veldpartijen hebben aangegeven een integrale prestatie met een integraal tarief voor logeren te willen.
Kenmerk
AWBZ/Care/11/9c 11D0024180 Pagina
7 van 14
Eind 2010 is het onderzoek naar integrale logeerprestaties door HHM afgerond. In de tussentijd is er met de veldpartijen gesproken over de mate van differentiatie van logeerprestaties, is er gewerkt aan cliëntprofielen en is de omvang van afspraken die zorgkantoren maken voor kortdurend verblijf geïnventariseerd. In het kader van het op termijn overhevelen van Begeleiding naar gemeenten wordt er door VWS over gedacht om kortdurend verblijf mee over te hevelen naar de gemeente. Voor de introductie van een integrale prestatie voor kortdurend verblijf is daarnaast een herindicatietraject voor de gehele cliëntenpopulatie - 45.000 cliënten - benodigd. CIZ en BJZ hebben aangegeven dat dit een majeure operatie is en dat het niet mogelijk is dit voor 1 januari 2012 te doen. Deze aspecten brengen met zich mee dat het volgens VWS niet opportuun is om een integrale prestatie voor kortdurend verblijf te introduceren per 1 januari 2012. Per 2012 zijn er dus geen veranderingen in de bekostiging voor deze doelgroep. Voor 2011 hebben zorgkantoren de mogelijkheid gekregen om ruimere afspraken te maken met de logeeraanbieders. Deze lijn zal VWS in 2012 voort zetten. Verhoging tarief LG dagbesteding Cliënten gaan naar de dagbesteding vanuit een intramurale instelling, een gezinsvervangend tehuis, of vanuit de thuissituatie. De bekostiging voor elk van deze cliënten is met ingang van 2010 gelijkgesteld, waar dit voorheen verschilde. Voor de LG-sector betekent dit concreet dat de dagbestedingstarieven met ongeveer 20% omlaag zijn gegaan. Naar aanleiding van signalen vanuit de LG-sector, dat het tarief voor dagbesteding voor lichamelijk gehandicapten ontoereikend zou zijn, heeft het onderzoeksbureau HHM hier aanvullend onderzoek verricht. Voor 2010 is er voor de extramurale LG-dagbesteding een eenmalige overgangsregeling vastgesteld. De zorginstellingen zijn in 2010 voor 50% gecompenseerd in de achteruitgang van de LGdagbestedingstarieven. De NZa heeft de tarieven voor de LGdagbesteding niet structureel aangepast, omdat de resultaten uit het HHM-onderzoek hiertoe onvoldoende aanleiding gaven. In de zomer van 2010 zijn cliënten en cliëntenraden, ondersteund door CG- raad en LSR, gestart met een landelijke actie om de 'verschraling van de dagbesteding voor lichamelijk gehandicapten' aan de orde te stellen. Vooral de cumulatie aan maatregelen worden door de betrokkenen als probleem gezien. Op grond van de ontvangen signalen van cliënten en cliëntenraden is er een kwalitatief onderzoek uitgezet om te bezien of met het door de NZa berekende tarief voor de LG-dagbesteding kwalitatief goede en zinvolle dagbesteding geleverd kan worden aan deze cliëntengroep. Uit het onderzoek komt naar voren dat er onderscheid is tussen de dagbesteding die aan LG en aan VG cliënten wordt geleverd. Kenmerk van de LG dagbesteding is dat er wordt geleerd met de beperking of handicap om te gaan.
Kenmerk
AWBZ/Care/11/9c 11D0024180 Pagina
8 van 14
Op verzoek van VWS worden de tarieven van de LG-dagbesteding per Kenmerk 1 januari 2012 verhoogd. Het onderzoek geeft aanleiding om dit te AWBZ/Care/11/9c bewerkstelligen door in het tarief uit te gaan van activerende begeleiding 11D0024180 in plaats van ondersteunende begeleiding. De hiervoor benodigde Pagina 9 van 14 middelen worden toegevoegd aan de contracteerruimte.
3. Dagbesteding en vervoer BH-groep Met ingang van 1 januari 2011 worden door het Centrum indicatiestelling zorg indicaties afgegeven voor zowel BG-groep als voor BH-groep. In de praktijk blijkt het aantal BH-groep prestaties in de Beleidsregel prestatiebeschrijvingen en tarieven dagbesteding en vervoer AWBZ niet aan te sluiten op de afgeven indicaties. Er worden in de huidige beleidsregel een drietal BH-groep prestaties onderscheiden terwijl voor meer cliëntgroepen een indicatie BH-groep wordt afgegeven. Voor deze groepen bevat de beleidsregel dus geen bijpassende prestatiebeschrijvingen waarin de behandeling onderdeel uitmaakt van de dagbestedingprestatie. Voor een goede aansluiting tussen de zorgaanspraken, indicatiestelling en declaratie van prestaties is onderzoek nodig. In dit onderzoek moet duidelijk worden welke zorg geleverd wordt aan cliënten met een indicatie voor BH-groep. Vervolgens kan de behandeling, indien noodzakelijk, onderdeel gaan uitmaken van de dagbestedingprestaties. Voor de korte termijn is in de beleidsregels voor 2011 en 2012 bovenstaande problematiek ondervangen door een aantal BG-groep prestaties open te stellen voor cliënten met een BH-groep indicatie. In enkele gevallen ontvangen cliënten begeleiding-groep (dagbesteding), terwijl ze een indicatie voor behandeling groep hebben. De zorglevering is voor deze cliënten niet veranderd door de nieuwe indicatie voor behandeling-groep. Echter in de declaratie is het niet mogelijk om een BG-groep prestatie te declareren met een indicatie voor behandelinggroep. Dit is een ongewenste en onbedoelde situatie, zeker omdat de zorg in de praktijk niet veranderd is. Door de wijziging in de beleidsregel is het mogelijk gemaakt om voor cliënten met een indicatie voor BHgroep een prestatie BG-groep af te spreken en te declareren. Hierbij wordt uitdrukkelijk opgemerkt dat de inhoud van deze prestaties niet veranderd en dus zijn de prestaties nog steeds geduid als begeleiding en niet als behandeling. GGZ-inloopfunctie Deze prestatie is ook voor 2012 opgenomen in de beleidsregel prestatiebeschrijvingen en tarieven dagbesteding en vervoer AWBZ.
4. Extramurale zorg
Kenmerk
AWBZ/Care/11/9c
Zorg op afstand 11D0024180 In de afgelopen jaren is geëxperimenteerd met Screen to screen zorg, Pagina 10 van 14 ook zorg op afstand genoemd. Per 1 januari 2012 zal deze innovatieve zorg worden opgenomen in de reguliere bekostiging. Daarvoor is de Beleidsregel extramurale zorg op een aantal onderdelen aangepast. In de eerste plaats is de definitie van cliëntcontacttijd verruimd, waardoor naast face-to-face-contact ook vormen van beeldschermcontact als cliëntcontacttijd worden aangemerkt. In de prestatiebeschrijvingen van PV-basis, VP-basis en BG-basis is de mogelijkheid opgenomen voor het verkrijgen van een vergoeding van het aanbieden van zorg op afstand. Per aangesloten cliënt die via beeldschermcommunicatie geïndiceerde AWBZ-zorg op afstand geleverd krijgt, kan hiervoor vier uur per maand tegen het afgesproken basistarief van de dominante geïndiceerde functie worden gedeclareerd.
5. Kapitaallasten Voor het invoertraject integrale tarieven in 2012 worden alle afzonderlijke kapitaallasten beleidsregels in één beleidsregel gevat. Dit is de Beleidsregel kapitaallasten. Omdat voor 2011 de kapitaallasten beleidsregels vanwege indexatie van de beleidsregelwaarden opnieuw gepubliceerd worden, is ervoor gekozen om voor 2011 al de beleidsregels onder te brengen in één beleidsregel. Over de introductie van de NHC’s (de Normatieve HuisvestingsComponent) zult u zo spoedig mogelijk via een afzonderlijke circulaire worden geïnformeerd.
6. Voltooiïng prestatiebekostiging In 2009 zijn zorgzwaartepakketten (ZZP’s) ingevoerd voor de bekostiging en declaratie van intramurale zorg. Een aantal vormen van intramurale zorg kan echter nog niet op prestatieniveau en op cliëntniveau worden gedeclareerd. Voor de voltooiing van de prestatiebekostiging in de AWBZ is het wenselijk dat ook voor deze vormen van zorg een duidelijke prestatie met separaat tarief kan worden afgesproken en ook als zodanig gedeclareerd. In de aanloop naar Uitvoering van de AWBZ naar zorgverzekeraars voor eigen verzekerden (UAZ) dient het declareren van prestaties op cliëntniveau volledig te zijn geïncorporeerd door aanbieders en verzekeraars. Het betreft voor 2012 zorg op basis van de beleidsregels Bijzondere tandheelkunde (CA-434), Ketenzorg dementie (CA-426), Vergoeding bij gedwongen verhuizing (CA-431) en Extreme zorggebonden materiaalkosten en geneesmiddelen in verpleeghuizen (CA-439). De overige beleidsregels op het gebied van innovatie, Beleidsregel Innovatie ten behoeve van nieuwe zorgprestaties (CU-7000-4.0.-4/CA-415) en Beleidsregel Nationaal Programma Ouderenzorg (CA-427), zullen eveneens op een aantal punten worden aangepast. Deze laatste twee beleidsregels voor 2012 worden in september 2011 door de NZa vastgesteld.
De NZa heeft deze beleidsregels, en bijbehorende declaratieregelingen, Kenmerk dusdanig aangepast dat de te leveren zorg op cliëntniveau zal kunnen AWBZ/Care/11/9c worden gedeclareerd. Hiervoor is nodig dat een duidelijke en 11D0024180 toezichtbare prestatieomschrijving voor zorgaanbieder en zorgkantoor Pagina beschikbaar is. Daarnaast moet de wijze waarop de prestatie kan worden 11 van 14 gedeclareerd voor aanbieders en zorgkantoren helder zijn. In de praktijk hebben de beleidswijzigingen voor de bekostiging tot gevolg dat de te declareren tarieven, behorend bij de prestaties, separaat worden afgegeven door de NZa in de tariefbeschikking aan zorgaanbieders en zorgkantoren. Vanaf 2012 zijn deze kostenposten dus niet langer opgenomen in het ‘sluittarief’ maar worden separate tarieven afgegeven voor de prestaties. De aanpassingen in het genoemde beleid worden hieronder per beleidsregel nader toegelicht. Tandheelkunde in de AWBZ Praktijk (CA-477) Bij de inventarisatie van mogelijkheden voor prestatiebekostiging is gebleken dat sinds 2002 geen beroep is gedaan op de beleidsregel bijzondere tandheelkunde. Slechts twee prestaties uit deze beleidsregel, te weten ‘narcose of intraveneuze sedatie’ en ‘tandheelkundige hulp aan externe cliënten’ zijn de afgelopen jaren bekostigd. De beleidsregel is om die reden afgeschaft. De twee prestaties die wel worden gebruikt, zijn opgenomen in een nieuwe beleidsregel ‘Tandheelkunde in de AWBZpraktijk’. Deze beleidsregel heeft als doel AWBZ zorgaanbieders met een eigen tandartspraktijkruimte de mogelijkheid te bieden om: de kosten voor het honorarium van de tandarts en de praktijkruimte te declareren; de kosten voor intraveneuze sedatie en narcose te declareren. Het reeds bestaande beleid rondom deze twee prestaties is ongewijzigd. Ketenzorg dementie (CA-485) Met deze beleidsregel wordt beoogd kortdurende kleinschalige experimenten binnen de AWBZ-zorg die gericht zijn op ketenzorg dementie, overeengekomen door aanbieder en zorgkantoor, te bekostigen. In 2012 kan een aanbieder, net zoals in 2011, ketenzorg dementie leveren en in rekening brengen conform de afgegeven individuele tariefbeschikking na iedere budgetronde. Zorgkantoor en de aanbieder maken over het tarief (P) en de aantallen (Q) zelf afspraken in de overeenkomst die bij de aanvraag wordt gevoegd. Tot en met 2011 werd het lumpsumbedrag (conform de aanvraag van PxQ) opgenomen in het sluittarief na iedere budgetronde, na een toets op de geoormerkte middelen. Vanaf 2012 zal het aangevraagde tarief in de budgetronde(s) door de NZa in de individuele tariefbeschikking worden vastgesteld voor de prestatie Ketenzorg Dementie, na een toets van het aangevraagde lumpsumbedrag aan de geoormerkte middelen.
Naast bovengenoemde wijziging is de looptijd van het experiment Kenmerk Ketenzorg Dementie aangepast van drie naar één jaar. Dit vanwege een AWBZ/Care/11/9c onderzoek dat wordt gestart naar de geleverde zorg in de ketenzorg 11D0024180 dementie en het bijbehorende casemanagement. Voor reeds gestarte Pagina 12 van 14 experimenten (vanaf 2011 of eerder bekostigd) is reeds een duur van het experiment in de overeenkomst tussen zorgaanbieder en zorgkantoor afgesproken. De looptijd van deze experimenten blijft in 2012 in stand, conform de overgangsbepaling in artikel 7. De afgesproken prijs is voor deze lopende experimenten echter niet meer in het sluittarief vervat en net als voorgaande jaren moet men bij de budgetronde de afgesproken prijs opgeven in het budgetformulier. Na toetsing zal de NZa het tarief vermelden op de tariefbeschikking. Regeling declaratievoorschriften prestaties Ketenzorg dementie en Nationaal Programma Ouderenzorg (CA/NR-300-007) In de regeling wordt niet expliciet voorgeschreven dat op cliëntniveau moet worden gedeclareerd. De NZa adviseert zorgkantoren en aanbieders zoveel als mogelijk op cliëntniveau te declareren. Dan krijgen verzekeraars, bij een overgang op UAZ, dan ook inzicht in de cliënten die ketenzorg dementie ontvangen. Dit inzicht bevordert de continuïteit van zorg en voorkomt dat zorg dubbel wordt bekostigd. Vergoeding van inrichtingskosten bij gedwongen verhuizing (CA-472) De Beleidsregel vergoeding van inrichtingskosten bij gedwongen verhuizing’ is ontwikkeld om verzorgingshuizen in staat te stellen hun bewoners tegemoet te komen in de kosten van een onvrijwillige verhuizing in verband met renovatie en/of vervangende nieuwbouw. In 2012 kan een zorgaanbieder, in tegenstelling tot 2011, de inrichtingskosten bij een gedwongen verhuizing op cliëntniveau in rekening brengen. De NZa schrijft in de Regeling declaratie AWBZ-zorg voor dat de zorg op cliëntniveau moet worden gedeclareerd. Dit om dubbele declaratie van dezelfde zorg te voorkomen. Voorheen werd het lumpsumbedrag voor de inrichtingskosten opgenomen in het sluittarief na nacalculatie. Vanaf 2012 betreft het tarief een vast tarief. Het tarief dient per cliënt in de budgetronde(s) te worden afgesproken op cliëntniveau (PxQ) voor de prestatie inrichtingskosten bij verhuizing naar éénpersoonswoonruimte (tarief: € 3.252,84 per cliënt) en de prestatie inrichtingskosten bij verhuizing naar een meerpersoonswoonruimte (tarief: € 1.626,42 per cliënt). De prestatie kan per jaar maximaal tweemaal per cliënt worden afgesproken. Na de budgetaanvraag wordt het tarief voor één of beide prestaties opgenomen op de individuele tariefbeschikking van de zorgaanbieder. De inrichtingskosten maken dus vanaf 2012 niet langer onderdeel uit van het sluittarief. In de nacalculatieopgave kan enkel het aantal (Q) prestaties worden aangepast naar boven of naar beneden. Indien een zorgaanbieder de inrichtingskosten ten laste van de AWBZ wil brengen moet men dus wel gezamenlijk met het zorgkantoor gedurende het jaar een tariefsverzoek doen.
Extreme kosten zorggebonden materiaal en geneesmiddelen (CA-484)
Kenmerk
AWBZ/Care/11/9c
Met de Beleidsregel extreme zorggebonden materiaalkosten en 11D0024180 geneesmiddelen wordt bewerkstelligd dat de aanvaardbare kosten Pagina kunnen worden opgehoogd indien de geneesmiddelen of materiaalkosten 13 van 14 meer bedragen dan € 700 per vier aaneengesloten weken per cliënt, niet zijnde kalenderweken. 90% van de werkelijke kosten kunnen worden opgenomen in de aanvaardbare kosten. In 2012 kan een aanbieder, net zoals in 2011, de kosten die dure geneesmiddelen en zorggebonden materiaal met zich meebrengen vergoed krijgen. In de aangepaste beleidsregel voor 2012 zijn voor deze kosten separate prestaties omschreven, waardoor een tarief op cliëntniveau kan worden gedeclareerd. Voorheen werd een lumpsumbedrag opgenomen in het sluittarief na nacalculatie. Vanaf 2012 wordt op (het voorblad van) de tariefbeschikking van iedere AWBZinstelling aangegeven dat men voor de betreffende prestaties (met een drempelbedrag van € 700 per vier aaneengesloten weken) maximaal 90% van de werkelijk gemaakte kosten in rekening kan brengen bij het zorgkantoor. Het tarief dat op basis van deze tariefbeschikking kan worden gedeclareerd is een vierwekentarief, gelijk aan 90% van de werkelijk gemaakte kosten in vier aaneengesloten weken. Door deze verandering kan de zorg op cliëntniveau in rekening worden gebracht. De NZa schrijft in de Regeling declaratie AWBZ-zorg voor dat de zorg op cliëntniveau moet worden gedeclareerd. Dit om dubbele declaratie van dezelfde zorg te voorkomen. Naast bovengenoemde wijziging wordt vanaf 2012 de reikwijdte van de beleidsregel verruimd. Vanaf 2012 wordt de prestatie extreme kosten van geneesmiddelen ook opengesteld voor intramurale instellingen in de gehandicaptenzorg. Regeling declaratie AWBZ-zorg (CA/NR-300-008) De NZa schrijft in de Regeling declaratie AWBZ-zorg voor dat de zorg op cliëntniveau moet worden gedeclareerd. Dit om dubbele declaratie van dezelfde zorg te voorkomen. In de Regeling Declaratie AWBZ-zorg zijn, conform bovengenoemde wijzigingen de prestaties uit de Beleidsregel Inrichtingskosten bij gedwongen verhuizing en de Beleidsregel Extreme kosten zorggebonden materiaal en geneesmiddelen toegevoegd aan de definitie voor intramurale zorgprestaties, zodat de prestaties op cliëntniveau worden gedeclareerd. Indien aanbieders in 2012 nog niet in staat zijn om op cliëntniveau de extreme kosten voor zorggebonden materialen en geneesmiddelen te declareren wegens het ontbreken van declaratiestandaarden dan is in 2012 nog sprake van een vangnet voor de uiteindelijke afrekening op basis van de vaststelling van de aanvaardbare kosten in de nacalculatie.
Leegstandsfinanciering
Kenmerk
AWBZ/Care/11/9c
Tot slot berichten wij u dat de beleidsregel 'Loon en materiele kosten leegstandsfinanciering' (CA-377) waarvan reeds aangegeven in de beleidsregel dat deze een looptijd heeft tot en met 31 december 2011, niet wordt gecontinueerd. In de gewijzigde beleidsregel voor 2011 (CA478) is verduidelijkt dat op grond van de beleidsregel aldus geen budgetafspraken voor 2012 kunnen worden gemaakt voor leegstandfinanciering. In de tweede budgetronde (herschikking) van 2011 zal de NZa extra aandacht hebben voor de motivering van zorgaanbieder en zorgkantoor bij aanvragen voor leegstandfinanciering, als bedoeld in artikel 2.1 van de beleidsregel. Van zorgkantoor en aanbieder wordt verwacht dat men goed motiveert dat voldaan is aan de voorwaarden zoals vermeld in artikel 2.1 waaronder een apert onbillijke situatie waarbij de kosten niet te vermijden zijn. Wanneer een dergelijke motivering ontbreekt zal de NZa partijen per brief verzoeken op korte termijn de aanvraag te motiveren. De aanvragen worden ingevolge artikel 3 van de beleidsregel afgewezen indien de motivering ontbreekt, onvolledig of onvoldoende is. Mocht u naar aanleiding van deze circulaire nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met de NZa via
[email protected] of via de informatielijn 0900 770 70 70. Hoogachtend Nederlandse Zorgautoriteit,
W.G.
drs. H. Lagerwaard directeur Zorgmarkten Care
11D0024180 Pagina
14 van 14