Implementatieplan productformule R-net: We gaan van start!
Opdrachtgever:
Directieraad OV-bureau Randstad
Opgesteld door:
René Borsje, Leonieke Hurts, Gertjan Kamerik, Jeske Reijs
Versie:
April 2011, OvbR11-228, versie 1.0, definitief
Vastgesteld door:
Directieraad OV-bureau Randstad op 27 april 2011
Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Voorwoord Inleiding en leeswijzer R-net Productformule Plan van aanpak decentraal en centraal Wat moet er regionaal niveau gebeuren? Centraal: kwartiermaker Communicatie Marketing Bestuursovereenkomst
Bijlage 1 Concessiekalender Bijlage 2 Globale planning invoering R-net Bijlage 3 Overzicht van gevoerde gesprekken als voorbereiding op het implementatieplan Losse bijlage 4: Overzicht van alle beoogde R-netlijnen
pagina 3 4 5 6 10 11 13 15 16 17 18 19 20
2
Voorwoord R-NET: HÉT AANTREKKELIJKE ALTERNATIEF De meeste files staan in de Randstad en het aantal mensen dat in Nederland in de file staat, is de laatste tien jaar met 71% toegenomen, concludeert de OESO. Het aandeel van het openbaar vervoer in de totale mobiliteit is in Nederland met 25% laag in vergelijking met andere Europese stedelijke gebieden. Reizigers kiezen ondanks de files toch voor de auto in plaats van voor het openbaar vervoer. Om reizigers te verleiden vaker van het openbaar vervoer gebruik te maken, zetten autoriteiten in de Randstad (het ministerie, de vier provincies en de vier stadsgewesten) in op een herkenbaar netwerk van hoogwaardig openbaar vervoer. Hoogwaardig staat voor hoge frequenties, snelle en betrouwbare verbindingen, actuele reisinformatie en comfort. Het bestaat uit bus, tram, metro, trein en boot. Deze sluiten goed op elkaar aan en overstappen gaat gemakkelijk en snel. Er zijn rechtstreekse verbindingen naar de grootste attractiepunten en verder voldoende overstappunten. Het R-net maakt afstanden in de regio gevoelsmatig kleiner, doordat het perspectief biedt op betrouwbare, frequente, herkenbare regionale verbindingen. Maar de bereikbaarheid verbetert niet alleen gevoelsmatig maar ook daadwerkelijk omdat reizigers sneller kunnen reizen van A naar B en meer reizigers binnen het bereik komen van het netwerk door verdichting op de OV-knooppunten. Het R-net wordt hét aantrekkelijk alternatief waarmee de mobiliteitsgroei in de Randstad wordt opgevangen. De reiziger herkent R-net aan het uiterlijk. Voertuigen, haltes, bewegwijzering, reisinformatie hebben allemaal dezelfde vormgeving. En omdat overal R-net aan dezelfde eisen voldoet, weet de reiziger wat hij kan verwachten. Dit implementatieplan gaat over metro, tram, bus en boot. De implementatie van de productformule voor de trein is geen onderdeel van dit plan.
3
Inleiding en leeswijzer Het OV-bureau Randstad heeft de opdracht gekregen een plan op te stellen voor de wijze waarop en het tempo waarin de productformule geïmplementeerd kan worden met daarbij een overzicht van de kosten. Dit is vastgelegd in dit implementatieplan. De trein is buiten beschouwing gelaten in dit implementatieplan. Achtereenvolgens worden de volgende onderwerpen in dit implementatieplan toegelicht: o o o o o o o o
R-net: op welke doelgroepen is het gericht De productformule: wat is het, wat kost het, wat brengt het op en wat is er al op straat te zien Wat moet er op regionaal niveau gebeuren Aansturing op centraal niveau: kwartiermaker Communicatie Marketing Bestuursovereenkomst: welke afspraken moeten hierin vastgelegd Globale planning voor de invoering van R-net
4
R-net
Klantwensenpiramide 5. Emoties: waardevolle tijdbeleving
Beleving
‘lust’ lust’: ontspannen reizen 4. Lichamelijke inspanning: reisgerief staat centraal
Comfort
3. Geestelijke inspanning: gedoe is taboe
Gemak
‘must’ must’: snel reizen
Snelheid Sociale veiligheid
Betrouwbaarheid
2. Reistijd van deur tot deur: hoe sneller hoe beter 1. Vertrouwen: Veilige reis, doen wat verwacht en beloofd wordt
R-net is een overzichtelijk netwerk dat openbaar vervoerlijnen met elkaar en met ander vervoer (fiets, auto) verbindt door middel van knooppunten. Het netwerk heeft een hoog kwaliteitsniveau. Hoger dan het overige stads- en streekvervoer: het is sneller en biedt rechtstreekse verbindingen bij grote vervoerstromen en soepele overstapmogelijkheden bij kleinere vervoerstromen. Het heeft hoge frequenties waardoor de reiziger nooit lang hoeft te wachten. Daarnaast is het beschikbaar van de vroege ochtend tot de late avond. Actuele en eenvoudige reisinformatie maakt het reizen door het netwerk gemakkelijk. Het netwerk is veilig, betrouwbaar en comfortabel. R-net dat bestaat uit trein, metro, tram, bus en boot voorziet in verplaatsingen tussen de 2,5 en 35 kilometer. Doelgroepen Doelgroepen van R-net zijn de keuzereizigers -reizigers die op basis van hun woonwerkpatroon kunnen kiezen tussen auto en openbaar vervoer- en bestaande openbaar vervoerreizigers. Verstokte automobilisten zijn geen doelgroep voor R-net: die blijven toch wel in hun auto zitten. Om de keuzereiziger te verleiden om met R-net te reizen, moet R-net voldoende positieve kenmerken hebben voor de reiziger. Een reiziger heeft te maken met voortransport, overstappen, reizen, overstappen en natransport die geld, tijd en moeite kosten. De reiziger is uit op gemak, gewin en genot en zal op die gronden kiezen voor vervoer. Een aantal aspecten is doorslaggevend voor het besluit te reizen met het openbaar vervoer. Veiligheid en betrouwbaarheid vormen de basis. Als het OV niet veilig is, blijft de reiziger weg. Betrouwbaarheid: de reiziger wil ervan op aan kunnen dat hij krijgt wat hij verwacht. Snelheid geeft de doorslag om al dan niet voor het OV te kiezen. Een reiziger wil er met het OV niet langer over doen dan anderhalf keer de reistijd met de auto. Gemak is een volgend aspect. De reiziger wil geen gedoe met kaartjes, tarieven, reisinformatie en aansluitingen. Comfort vormt een pluspunt: kunnen zitten, aangenaam verblijf op opstap- en overstappunten. Ten slotte mag de OV reis ook prettig zijn. Hier gaat het vooral om de beleving, afleiding, baas zijn over eigen tijd.
5
Productformule Een productformule staat voor alle beloofde hoogwaardige kenmerken van dat product, die het product onderscheiden van overige, soortgelijke producten. De productformule van R-net. bestaat uit een programma van eisen waarin is vastgelegd welke prestaties het vervoer moet leveren, hoe de haltes eruit moeten zien en welke haltevoorzieningen moeten worden geboden, welke reisinformatie moet worden gegeven en hoe R-net eruit moet zien. Door de productformule van R-net zien en ervaren de reizigers in één keer dat zij te maken hebben met een onderscheidend, hoogwaardig openbaar vervoerproduct. Opbrengsten Het is moeilijk om de opbrengsten van het toepassen van de productformule te berekenen. R-net biedt snelle verplaatsingsmogelijkheden voor de consument en voegt ten opzichte van andere vervoerwijzen flexibiliteit en keuzemogelijkheden toe om activiteiten te verrichten. Daarnaast levert het een bijdrage aan de vitaliteit van het stedelijk gebied, enerzijds doordat het efficiënte bereikbaarheid biedt die de stedelijke concentratie van activiteiten versterkt, anderzijds doordat R-net efficiënt omgaat met ruimte en een bijdrage levert aan de leefbaarheid, het milieu en de verkeersveiligheid . Dit zijn maatschappelijke doelen die er toe doen. In een aantal buitenlandse onderzoeken is gekeken naar relatie tussen een aantal maatregelen en reizigersgroei. Daaruit komt naar voren dat verbeteren van de ‘harde’ kwaliteit zoals de betrouwbaarheid 10-20% reizigersgroei genereert, marketing en promotie 5-15%, comfort voertuigen en halten 3-12%, reisinformatie 2-8%, schone voertuigen en halten, personeel (service en rijstijl) en sociale veiligheid 1-3% reizigersgroei. Van de ‘zachte’ kwaliteit is dit moeilijker te bepalen. Het gaat hierbij om de aspecten die de reiziger een prettig gevoel geven (genot) en dat is vormgeving bij uitstek. Het onderzoek van naar groei in het regionaal OV (KIM, februari 2011) noemt als een van de kansen voor reizigersgroei het sleutelen aan de beeldvorming. Een van de aspecten die de onderzoekers daarbij noemen is een deel van het aanbod, het HOV, communiceren naar de keuzereiziger . Het voeren van één herkenbaar merk is daarbij een goed middel. Hierdoor kan gerichte campagne gevoerd worden om mensen te verleiden gebruik te maken van R-net.
6
Productformule Kosten De meeste kosten voor de invoering van de productformule zitten in de investeringen in de infrastructuur en exploitatie. Maar deze kosten zijn niet exclusief voor de productformule: ieder hoogwaardig openbaar vervoer vraagt investeringen in infrastructuur en heeft hoge kosten door het hoge kwaliteitsniveau. De meerkosten voor de productformule zitten in de invoering van de huisstijl: • Bussen, trams en metro’s: geen kosten bij ingang nieuwe concessies of bij vervanging bij afschrijving. • Abri’s: geen meerkosten bij afloop contracten; geen meerkosten beheer en onderhoud (zitten in contracten bij alle producenten van abri’s). • DRIS-palen: geringe meerkosten (klok). Consequent en voor 100% toepassen Bij het ‘branden’ van het merk R-net is het van belang dat de productformule consequent en voor de volle 100% wordt toegepast. Een lijn is pas een R-netlijn als alle elementen van de productformule op orde zijn. Dit geldt zowel voor de kwaliteitseisen als voor de uitstraling. Dit levert altijd veel discussie op. Want waarom is de minimale snelheid 30 en wordt 29,5 niet toegestaan en waarom kan er niet gewacht worden met het vervangen van halten? Het antwoord op deze vraag is dat je moet waarmaken wat je de klant belooft. Een productformule schept verwachtingen en kent verplichtingen. Er moet dan ook zorgvuldig mee worden omgegaan. Merknaam, logo en vormgeving De merknaam R-net / Randstadnet, het logo en de beschikbare domeinnamen op internet zijn gedeponeerd bij het Beneluxmerkenbureau.
7
Productformule Wat is er al op straat te zien? In de Metropoolregio Amsterdam worden 13 buslijnen in 2011 en 2013 officiële R-netlijnen: zowel het materieel en de abri’s met DRIS-panelen zijn conform de productformule van R-net uitgerust. Ook wordt er in de infrastructuur geïnvesteerd om de gemiddelde snelheid van de productformule te halen. Het gaat om een aantal lijnen van de Zaanstreek naar Amsterdam, een aantal lijnen vanuit Almere/’t Gooi naar Amsterdam, de Zuidtangent en een lijn van IJmuiden naar Haarlem. In Amsterdam wordt gewerkt aan de implementatie van R-net in de metro en de tram. De huidige investeringsschema’s, concessiecontracten en planningen maken het mogelijk dat R-net in 2018 in de gehele metropoolregio is geïmplementeerd. In de metropoolregio is per R-netlijn een factsheet gemaakt waarin zaken als doorstroming, knelpunten, frequentie, abri’s, etc. zijn geïnventariseerd. Deze factsheets worden na vaststelling de leidraad voor de uitvoerende diensten om hun uitvoeringsprogramma’s op af te stellen. Uitgangspunt is dat pas wanneer aan alle eisen wordt voldaan een lijn tot R-netlijn wordt gepromoveerd. Op de volgende pagina is de kaart weergegeven van alle lijnen binnen de Metropoolregio die per 2020 R-net zijn geworden.
8
Stand van zaken implementatie (3): wat is er al op straat te zien?
9
Plan van aanpak decentraal en centraal De implementatie van R-net is niet zozeer een kwestie van uitvoering maar is met name een kwestie van het creëren van draagvlak en enthousiasme bij alle betrokkenen: vervoerautoriteiten, gemeenten, vervoerders, wegbeheerders en reizigers. Want voor alle betrokkenen brengt de implementatie van R-net grote veranderingen met zich mee. Voor de OV-autoriteiten betekent het dat zij hun eigen hoogwaardig openbaar vervoernetwerken moeten laten opgaan in R-net, voor gemeenten/ wegbeheerders dat zij in hun stad geconfronteerd worden met een nieuw openbaar vervoersysteem met een heel eigen vormgeving, voor de drie grote gemeenten dat zij hun ‘eigen’ trams/metro’s moeten aanpassen, voor vervoerbedrijven dat zij zich niet meer kunnen profileren met hun eigen product en dat zij moeten gaan samenwerken met andere vervoerders en voor de reizigers ten slotte dat zij weer iets nieuws krijgen voorgeschoteld. Zoals uit de gesprekken die in het kader van R-net zijn gevoerd en uit de analyse van Lindblom, moet nog veel werk verzet worden om R-net daadwerkelijk te Implementeren. Het realiseren van R-net zal een centrale regie in combinatie met decentrale uitvoering vergen. Rollen en verantwoordelijkheden van de betrokken partijen, centraal en decentraal dienen helder te zijn en goed op elkaar te worden afgestemd. Daarnaast is het verwerven van een breed draagvlak voor de invoering van R-net essentieel Het model in hoofdlijnen is: • decentraal: ontwikkeling en uitvoering van R-netlijnen overeenkomstig de productformule met de daaraan gekoppelde communicatie naar de gebruikers van de specifieke lijnen • centrale regie, verdere ontwikkeling en bewaking van de productformule met de daaraan gekoppelde communicatie van het R-netmerk en monitoring. Van belang is het model zo uit te werken dat de aanpak op de verschillende niveau’s en tussen de verschillende betrokken partijen, vooral concessiehouders en vervoerders optimaal functioneert.
10
Wat moet er op regionaal niveau gebeuren? Door het OV-bureau is in samenspraak met de decentrale overheden geïnventariseerd welke lijnen deel kunnen uitmaken van R-net. Maar toetsing hiervan moet nog plaatsvinden. En er moet nog vastgesteld worden welke acties nodig zijn om deze lijnen ook daadwerkelijk tot R-net te maken. Het is de verantwoordelijkheid van iedere overheid zelf om in samenwerking met de relevante stakeholders te komen tot een gevalideerd en gedragen R-net met een uitvoeringsprogramma voor de korte termijn tot 2020 en de langere termijn tot 2028. Hiervoor zullen per regio (in de MRAregio is dit de afgelopen twee jaar gebeurd) meerdere bijeenkomsten op verschillend niveau moeten worden georganiseerd met de verschillende partijen, provincie(s), stadsregio’s, samenwerkingsverbanden, organisaties van decentrale spoorlijnen, gemeenten, NS, Prorail, producenten, exploitanten abri’s, vormgevers, welstandscommissies. Sleutelbegrippen : informeren, meedenken, meewerken. Aan de hand van de ervaringen opgedaan in de MRAregio kunnen de volgende stappen worden voorzien (het is natuurlijk aan de overheden zelf om hun eigen proces in te richten): Stap 1 Welke lijnen behoren (of wil men laten behoren) tot R-net en wat is er nodig om ze te laten voldoen aan de productformule? • Informeren over de productformule en de besluiten van de OV-autoriteiten • Opstellen R-netwerk: de R-netlijnen in kaart brengen • Verschillende scenario’s uitwerken voor de invulling van R-net in de regio op basis van een afweging van kosten en opbrengsten (financieel en maatschappelijk). • Aansluiting met R-net in de andere regio’s kloppend maken. • Valideren R-netwerk: het opgestelde R-net laten valideren door de relevante stakeholders
11
Wat moet er op regionaal niveau gebeuren?
Beter OV maken we samen
Stap 2 Opstellen uitvoeringsprogramma en financieringsstrategie Als het R-net gevalideerd is, moet er een uitvoeringsprogramma met een financieringsstrategie worden opgesteld voor de korte, middellange en lange termijn specifiek voor de R-netinvesteringen. Stap 3 Afstemming met het spoor Er zal geïnventariseerd moeten worden hoe R-net bus en trein goed op elkaar kan worden afgestemd zoals wat betreft exploitatie als wat betreft functies en voorzieningen op knooppunten. Stap 4 Uitrol R-net Nadat alle vorige stappen zijn doorlopen, moet R-net worden uitgerold. Per onderdeel (abri, DRIS, toegankelijkheid, infrastructuur en concessie) moet voor elke lijn precies de planning en de benodigde activiteiten in kaart gebracht worden.
12
Centraal : aanjager Centraal zal er voor R-net in enigerlei vorm een uitvoeringsorganisatie moeten worden opgetuigd om de kwaliteitsbewaking/keurmerk en het monitoren van R-net te regisseren. Voorgesteld wordt om een kwartiermaker in te huren om hiervoor een voorstel te ontwikkelen. Tevens functioneert deze aanjager ook als coördinator en afstemmen tussen alle partijen. Hij is in de positie om draagvalk te creëren omdat hij een onafhankelijke, neutrale positie heeft. Bewaken migratieproces De aanjager ziet toe dat overheden ook daadwerkelijk aan de slag gaan en hun afspraken nakomen. De kwartiermaker draagt ook zorg voor de afstemming en coördinatie tussen de regio’s. Vraagbaak Door verschillende instanties wordt op verschillende momenten gevraagd om informatie te geven over de implementatie van R-net. De aanjager is hiervoor het centrale aanspreekpunt. Organisatievoorstel regie R-net Er zal een centraal punt moeten worden georganiseerd voor R-net voor de verschillende hieronder genoemde aspecten. Hoe zwaar, wat voor type organisatie met wat voor type mensen, de wijze van financiering, de kwartiermaker zal hiervoor een voorstel moeten ontwikkelen op basis van gesprekken met alle betrokkenen. o Centraal aanspreekpunt Er moet een centraal aanspreekpunt worden georganiseerd voor R-net waar iedereen die vragen heeft alles wat te maken heeft met R-net terecht kan voor antwoorden of doorverwijzing.
13
Centraal : aanjager o Afzenderschap R-net Alle relevante informatie met betrekking tot de productformule R-net moet toegankelijk zijn voor de “gebruikers”. Hiervoor is het noodzakelijk een centrale server in te richten en te beheren met hieraan gekoppeld een website, centraal mailadres en call center. Onder gebruikers wordt verstaan: deelnemende overheden, gemeenten, ontwerpbureaus, vormgevers, architecten, wegbeheerders, vervoerders, abribouwers en overige belangstellenden o Website / nieuwsbrief De website geeft actuele informatie over alle onderdelen van de productformule. Denk hierbij aan algemene brochures, handboeken huisstijl en haltes, uitwerking vormgeving en bestekken. Maar ook aan beeld- en kaartmateriaal, ondersteunend communicatie- en marketingmateriaal (bijvoorbeeld een nieuwsbrief, communicatiekalender etc.). De doelgroepen van de website zijn: “gebruikers” (intern gedeelte) en overige belangstellenden (extern gedeelte). o Helpdesk In de MRAregio blijkt dat er bij de uitrol van R-net allerlei praktische vragen leven bij wegbeheerders, vervoerders, ontwerpers e.d. die vragen om een helpdesk. Binnen de MRAregio wordt dit nu opgepakt door de afdeling Beheer en Onderhoud van Noord-Holland. Voor het hele R-net zal deze helpdeskfunctie ergens belegd moeten worden. o Bewaken kwaliteit keurmerk Door een keurmerk aan R-netverbindingen te verbinden weet de keuzereiziger zeker welke bus, tram, metro en trein voor hoogwaardige kwaliteit staat. Een keurmerk kan ook positief bijdragen voor andere betrokkenen. Het keurmerk moet bewaakt worden. o Monitoren: De prestaties van R-net (reizigerswaardering, reizigersgroei) zullen centraal gemonitored moeten worden.
14
Communicatie De communciatiestrategie is met name gericht op de overheden die ervoor moeten zorgen dat R-net op straat komt: de OV-autoriteiten en de gemeenten zowel in hun rol van wegbeheerder als in hun rol van eigenaar van materieel als het om de grote steden gaat. Maar daarnaast zal de communicatiestrategie ook breder ingezet worden voor andere betrokkenen. Uit een eerste quick scan die het communicatiebureau heeft gedaan onder stakeholders komt naar voren dat er nog zeker geen gedeeld beeld is bij de verschillende partijen. Er is een ambitieus plan neergezet maar over de wijze waarop dit gerealiseerd moet worden, bestaat onduidelijkheid en heeft men verschillende beelden. De communicatiestrategie zal een pad uitstippelen hoe dit getackeld dient te worden. Deze wordt medio mei opgeleverd. Dus ruim op tijd voor de bestuurlijke conferentie.
15
Marketing Branddoctors is geselecteerd om een marketingstrategie te ontwikkelen. Aan de hand van inzichten over de identiteit van R-net zoals de stakeholders die zien en zoals die voor de doelgroep relevant zijn, vult Branddoctors de merkidentiteit met bijbehorend merkconcept in op basis van en inzicht (waarom), belofte (wat) en een bewijs (hoe). Branddoctors heeft aangegeven dat het heel belangrijk is om de verwachtingen van de reiziger te managen. Als je de klant niet kunt garanderen dat hij krijgt wat hij belooft, moet je het niet beloven. Bij R-net luistert dat heel nauw. R-net is in wording en pas over een aantal jaren echt een netwerk voor de hele Randstad. Daarom moet er geen te hoge verwachtingen worden geschapen en zal de marketing ook geleidelijk moeten worden uitgerold. Op dit moment zijn wij in overleg met Branddoctors over de te volgen strategie.
16
Bestuursovereenkomst De volgende afspraken moeten vastgelegd worden in een bestuursovereenkomst:
1. 2. 3. 4.
Herbevestigen van de intentie om R-net te implementeren. Het uitgangspunt te onderstrepen dat R-net alleen R-net is als aan de productformule is voldaan. Afspraak over de termijn waarop de overheden R-net gaan implementeren Akkoord gaan met procesafspraken over activiteiten op decentraal en centraal (aanjager) niveau .
17
Bijlage 1: Concessiekalender voor de Randstad
Bijlage 2: Globale planning concessiegebied Noord-Holland Noord Stads- en streekvervoer Almere Gooi en Vechtstreek Zaanstreek Waterland Haarlem-IJmond Amstelland Meerlanden Bus Rotterdam Rail Rotterdam Rail Rotterdam Rail Rotterdam Rail Rotterdam Stads- en streekvervoer Almere Stadsvervoer Amsterdam Stadsvervoer Amsterdam Agglomeratie Den Haag/Zoetermeer Rail Agglomeratie Den Haag/Zoetermeer Rail Duin- en Bollenstreek/Leiden en Rijnstreek/Midden Holland Duin- en Bollenstreek/Leiden en Rijnstreek/Midden Holland Voorne-Putten en Rozenburg Regionaal busvervoer Haaglanden Drechtsteden, Alblasserwaard, Vijfheerenlanden Regiovervoer utrecht Regiovervoer utrecht Regiovervoer utrecht
ingang modaliteit 2009 bus 2010 bus 2011 bus 2011 bus 2012 bus 2015 bus 2016 bus 2016 bus 2016 bus 2016 light rail 2016 metro 2016 tram 2016 bus 2016 metro 2016 tram 2017 light rail 2017 tram 2017 bus 2017 light rail 2017 bus 2018 bus 2019 bus ? bus ? bus ? tram
19
Bijlage 3: Gesprekspartners implementatieplan Arriva: 9 maart 2011 Bas van Weele – manager markering & sales en projectmanager invoering OV chipcard Stadsregio Rotterdam, Connexxion, RET: 7 februari 2011 Eric Bavelaar – Stadsregio Rotterdam; Patrick Siliacus – Connexxion;Dick Jan Vossers – RET Provincie Zuid Holland/ Gemeenten MerwedeLingelijn: 4 februari 2011 Zuid-Holland: Astrid de Wit, hoofd bureau openbaar Vervoer, Jos van Rosmalen,projectmanager RijnGouwelijn, Peer Rooijmans, projectdirecteur RijnGouwelijn, Saskia Blaas, communicatieadviseur RijnGouwelijn, Anette van Nes, DBI Bureau beheersstrategie, Eric Struch, concessiebeheerder spoor Zuid; Ton Verhaar – concessiebeheerder spoor Noord; Gemeenten : Bram Dronkers, communicatiemanager;Ferry van der Koelen, projectmanager Connexxion: 28 januari 2011 Theo Vegter, directeur divisie Openbaar Vervoer; Daniel Savalle, directeur Strategie en Ontwikkeling; Marco Cowan,manager Nieuwe Markten en Campagne Management. Platform Marketingbureau MRA (ter inspiratie): 18 januari 2011 Peter de Winter (voorzitter), Bob Vermeulen en Pim Kuipers, Stadsregio Amsterdam; Joris Michels- GVB; Jasper Vermeer – Arriva; René Ambacht – NS regio noord; Jos van der Lans – GVB; Ed Ram – Flow Resulting; Myrtel Pasman – Connexxion Provincie Utrecht: 17 januari 2011 Sjaak Doornekamp, Hans Slagboom, Gijs Knegtel Qbuzz: 14 januari 2011 Leon Struijk – directeur Stadsgewest Haaglanden, HTM: 11 januari 2011 Joep ten Brink – HTM; Ton Hilhorst, Max Lamb, Jan Termorshuizen – Stadsgewest Haaglanden
20
Bijlage 4: Overzicht van beoogde R-netlijnen (losse bijlage)
21