KB van 19/12/2014 Koninklijk besluit betreffende de vastlegging van de organisatie van brandpreventie in de hulpverleningszones.
Implementatie en toepassing in Brandweer Zone Antwerpen
Inhoudsopgave 1.
Inleiding ........................................................................................................................................... 3
2.
Het actieplan ................................................................................................................................... 3
3.
4.
5.
6.
7.
2.1
Inhoud met betrekking tot het voorgenoemde KB ..................................................... 3
2.2
Afstemming op de Kadernota Brandpreventie ........................................................... 4
2.3
Meerjarenbeleidsplan als basis voor het actieplan..................................................... 5
Sensibilisering.................................................................................................................................. 6
3.1
Volgens het KB............................................................................................................. 6
3.2
Sensibilisering in BZA................................................................................................... 6
3.3
Restricties .................................................................................................................... 9
Advies verlenen ............................................................................................................................. 10
4.1
Volgens het KB........................................................................................................... 10
4.2
Advies in BZA ............................................................................................................. 10
4.3
Restricties .................................................................................................................. 11
Controlefunctie.............................................................................................................................. 12
5.1
Volgens het KB........................................................................................................... 12
5.2
Controlefunctie in BZA Antwerpen 1......................................................................... 12
5.3
Omzendbrief betreffende het brandpreventieverslag van 17 november 2009 ....... 13
Voorafgaande interventieplannen ................................................................................................ 13
6.1
Algemeen................................................................................................................... 13
6.2
Volgens het KB........................................................................................................... 14
6.3
Voorafgaande interventieplannen binnen BZA......................................................... 14
Samenwerking en uitbesteding..................................................................................................... 14
7.1
8.
9.
Beroep doen op derden............................................................................................. 15
7.1.1
Volgens het KB............................................................................................................... 15
7.1.2
Beroep doen op en het uitbesteden aan derden binnen BZA....................................... 15
Enkele functies binnen de preventiedienst................................................................................... 16
8.1
Consulent preventie / preventionist ......................................................................... 16
8.2
Brand Preventie Adviseur (BPA) ................................................................................ 16
8.3
Brandweer Informatie Centrumgids / BIC – gids....................................................... 17
8.4
Officieren ................................................................................................................... 17
Bijlagen .......................................................................................................................................... 18
1
9.1 19 December 2014. KB tot vastlegging van de organisatie van de brandpreventie in de hulpverleningszones ........................................................................................................ 18 9.2 10 Augustus 2015. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 februari 2009 tot vaststelling van de territoriale afbakening van de hulpverleningszones 18
2
1. Inleiding Op 19 december 2014 werd het koninklijk besluit gepubliceerd met betrekking tot de vastlegging van de organisatie van de brandpreventie in de hulpverleningszones. Brandpreventie is één van de kernopdrachten binnen de hulpverleningszone. De wetgever laat in de formulering van de kernopdrachten de ruimte en mogelijkheid tot interpretatie. Zo kan elke hulpverleningszone de wetgeving vertalen in concrete acties volgens de eigen visie en prioriteiten. Dit document geeft de manier waarop Brandweer Zone Antwerpen (verder afgekort als BZA) dit koninklijk besluit in de praktijk omzet weer. Elke hulpverleningszone bepaalt haar prioriteiten in een actieplan. Het actieplan vindt zijn grondslag terug in het meerjarenbeleidsplan van de hulpverleningszone en dient, volgens de bepalingen van het KB tevens ook getoetst te worden aan de Kadernota van de federale overheid betreffende de brandpreventie.
2. Het actieplan 2.1
Inhoud met betrekking tot het voorgenoemde KB
Het actieplan wordt jaarlijks opgesteld en bepaalt de thema’s waaraan prioritair zal gewerkt worden binnen de zone. BZA stelt voor 2015 volgende prioriteiten Alle haalbare maatregelen nemen om risico’s te beperken en gevolgen te minimaliseren. Dit doet men door sensibilisering en sociale adviesverlening om de zelfredzaamheid te verhogen, maar ook door te zorgen dat er een gecoördineerde afstemming is met de betrokken partners in veiligheid. Daarnaast wordt het nationaal brandpreventieplan zonaal vertaald en geïmplementeerd. De hoofdlijnen en accenten van het nationaal brandpreventieplan worden specifiek door BZA uitgewerkt binnen een doelgroepgerichte aanpak en visie. Daartoe initieert of ondersteunt BZA sensibiliseringscampagnes die gericht zijn op het verhogen van de zelfredzaamheid van specifieke doelgroepen zoals studenten, schoolkinderen, senioren,…
3
De hulverleningszone verleent, binnen de deadlines, oplossingsgericht en eenvormig advies over de bouwtechnische – en de exploitatiemaatregelen. BZA adviseert de overheidsdiensten die instaan voor het verlenen van vergunningen en voor de handhaving van het veiligheidsbeleid door brandpreventieverslagen op te stellen. Men levert kwalitatieve brandpreventieadviezen af en indien mogelijk zal de preventiedienst oplossingsgerichte verbetervoorstellen doen. Aanvragers kunnen voor oplossingsgericht advies terecht bij BZA aan de hand van een voorbespreking.
2.2
Afstemming op de Kadernota Brandpreventie
De Kadernota is opgesteld door de algemene directie van de federale overheidsdienst Binnenlandse Zaken die de brandpreventie onder haar bevoegdheid heeft. De nota bevat de aandachtspunten, hulpmiddelen en richtlijnen gericht op brandpreventie en is geldig gedurende maximaal 3 jaar vanaf zijn publicatie (augustus 2015) of tot hij wordt vervangen door een nieuwe versie. Concreet stelt de Kadernota dat men aandacht moet hebben voor de schakel preventie uit de veiligheidsketen. Dit omdat het belang van preventie de laatste jaren meer toeneemt. Sensibilisering, risicobewustheid en zelfredzaamheid worden centrale kenmerken. Door zich goed in te zetten voor sensibiliserende preventie kan de brandweer zich beter concentreren op moeilijkere interventies en complexe gebouwen. Daarnaast moet men volgens de nota een evenwicht zoeken tussen technische (wettelijke) brandpreventie en sensibiliserende preventie. Samenwerkingen met partners kunnen de druk verlichten en de effectiviteit en het draagvlak verhogen. Ook stelt men voor om het actieplan af te stemmen op de beschikbare statistieken. Hierdoor kunnen de zones risico’s kwantificeren en er lessen uit trekken om vervolgens prioriteiten vast te leggen voor de taken binnen de brandpreventie. Opleiden en informeren van personeel kunnen zorgen voor een maximale inzet van competenties.
4
De voornaamste richtpunten vanuit de Kadernota:
Sensibilisering. Advies verlenen. Specifieke aandacht aan bepaalde doelgroepen. Wetenschappelijke onderbouwingen. De inzet van brandpreventieadviseurs (BPA)
De Kadernota dient als ondersteuning voor de hulpverleningszones voor het opstellen van het actieplan en is gericht op de integratie van brandpreventie in het globale veiligheidsbeleid.
2.3
Meerjarenbeleidsplan als basis voor het actieplan
Een meerjarenbeleidsplan is een vereiste. Het is van enorm belang voor de hulpverleningszone om een beleid uit te stippelen over meerdere jaren heen. Het meerjarenbeleidplan vertrekt van een analyse van de huidige situatie van de hulpverleningszone : risicoanalyse, administratieve organisatie, operationele organisatie, partners en stakeholders en de bijzondere overeenkomsten. Daarnaast omvat het meerjarenbeleidsplan uit het personeelsbehoefteplan, een meerjarenbegroting en een communicatiebeleid. De missie, visie en waarden zijn voor elke professionele organisatie fundamenteel. Zo ook voor de hulpverleningszone. Tot slot wordt de toepassing van de zonale doelstellingen op gemeentelijk niveau bepaald.
Brandweer Zone Antwerpen neemt het voortouw in de gezamenlijke betrokkenheid en de inzet van burgers, bedrijven, overheden en hulpverleningsdiensten om menselijke, materiële en maatschappelijke schade te voorkomen, beperken en bestrijden. Men wil samen sterk staan in een veerkrachtige maatschappij.
5
In de volgende hoofdstukken gaan we dieper in op de opdrachten, zoals deze omschreven zijn in het KB van 19 december 2014 tot de vastlegging van de organisatie van de brandpreventie in de hulpverleningszones. We omschrijven de opdracht zoals ze in het KB omschreven staat en lichten aansluitend de toepassing door BZA toe.
3. Sensibilisering 3.1
Volgens het KB
De opdracht sensibilisering gebeurt zonder controlerend op te treden. Onder sensibiliseren wordt het voorlichten van bepaalde doelgroepen verstaan. Hieronder vallen onder meer het voeren van preventiecampagnes, het organiseren van infosessies, opendeurdagen, ... Ook het aanzetten tot zelfredzaamheid valt onder sensibiliseren. Door de zelfredzaamheid van de burger te verhogen wordt zijn eigen veiligheid en de veiligheid in zijn directe leefomgeving verbeterd.
3.2
Sensibilisering in BZA
In BZA zet men enorm in op sensibiliserende preventie. We spreken van brandveilig samenleven. Concreet wordt er geïnvesteerd in het toegankelijk maken van informatie en sensibiliseren aan de hand van brandpreventietips, de grootste inzet gaat echter naar doelgroepgerichte brandpreventie. D.m.v. brandpreventietips tracht men te informeren en sensibiliseren op vlak van (brand)veiligheid*. Een veilige omgeving creëren, is een taak van iedereen. Hiertoe heeft BZA verschillende folders uitgewerkt. Deze worden verdeeld door BZA zelf, op de preventiedienst maar liggen ook op de wagens van de interventieploegen. Ze zijn ook digitaal beschikbaar via de website. (www.brandweerantwerpen.be) Enkele voorbeelden: Tips over het herkennen en voorkomen van CO. Aan de hand van deze folder wil men de zelfredzaamheid van de burgers vergroten. Sensibiliseringsacties beperken zich niet tot brandveiligheid.*
6
Uiteraard wordt ook het veilig verlaten van de woning bij een brand onder de aandacht gebracht aan de hand van een folder met richtlijnen en aandachtspunten. Aan de hand van de folder: “Rookmelders redden levens” geeft men onder meer informatie over het aantal rookmelders dat men moet plaatsen, aanbevelingen over welk type rookmelder te gebruiken en de plaatsing van rookmelders. Alle nodige informatie over rookmelders is beschikbaar. Brandweer Zone Antwerpen maakt duidelijk een prioriteit van rookmelders en sluit hierbij aan bij de Kadernota en concrete sensibiliseringsacties van de federale overheid om rookmelders te promoten. Naast folders, zijn er ook andere manieren om de mensen te bereiken, te informeren en te sensibiliseren. Onderstaande initiatieven tonen aan hoe BZA multimedia inzet: Het blussen van een beginnende brand. Via de website geeft BZA tips om efficiënt te reageren en is er ook een handig document met de gebruikswijze van de verschillende blusmiddelen beschikbaar. Een animatiefilmpje licht de informatie op een toegankelijke wijze toe. Ook voor nooduitgangen en - evacuatie zijn er animatiefilmpjes ter beschikking, zowel voor een huis met jonge kinderen als een huis met ouderen. Door op de website vaak gestelde vragen weer te geven, hoeft men niet noodzakelijk de preventiedienst te contacteren om zich degelijk te informeren. De website bevat ook doorverwijzingen naar de website van partners zoals de Belgische Brandwondenstichting, waar men extra informatie over brandwonden terugvindt. Om studenten te informeren over brandveiligheid op kot, ontwikkelde BZA allerhande materiaal: een sensibiliseringsfilmpje in samenwerking met de lokale politie en aansluitend een koelkastflyer met brandpreventie – en inbraakpreventietips, maar ook een animatiefilmpje met aandacht voor evacuatie en onderhoud van rookmelders op kot. Ook aan nazorg wordt aandacht besteed: op de interventiewagens liggen steeds folders met tips “Wat te doen na brand”, op de website wordt ook hierover uitgebreid informatie gegeven. Alle beschikbare informatie wordt regelmatig in de kijker gezet via verschillende sociale netwerken zoals Facebook en Twitter. 7
Brandweer Zone Antwerpen heeft voor de doelgroepgerichte brandpreventie een multidisciplinaire en intermediaire aanpak ontwikkeld. Doelgroepgerichte projecten vergen een degelijke voorstudie, zowel op het gebied van de doelgroep zelf, alsook het gewenste resultaat. Zowel het aspect van de sensibilisering alsook deze van de adviesverlening (zie volgend hoofdstuk) zijn hierbij aanwezig. De samenhang tussen sociale factoren en de daarbij horende omgeving –en gedragsmatige aspecten, maar ook de specifieke eigenschappen die behoren tot de doelgroep zelf zijn bepalend voor de inhoud, het proces en de wijze waarop men de doelgroep wil bereiken en het uiteindelijk beoogde doel van het project zelf: gedragsverandering en verhoging van de zelfredzaamheid.
Al sinds januari 2011 ontvangt BZA jaarlijks tussen de 1500 en 2000 kinderen (11-12 jaar oud) in het Brandweer Informatie Centrum (BIC) op Post Noord. Dit project is uitgewerkt in samenwerking met het stedelijk onderwijs van Antwerpen. Het didactisch pakket omvat, naast kennismaken met het diverse takenpakket van brandweer, het aanleren van een noodoproep, hoe zich te gedragen in het verkeer als de hulpdiensten uitrukken, hoe evacueren in een school en het leren herkennen van mogelijke oorzaken van brand in huis. Alle campagnes omtrent brandveiligheid op kot voor studenten zijn uitgewerkt in samenwerking met kotweb en Gate 51 (vroeger Antwerpen Studentenstad). De zwakke ouderen in onze maatschappij zijn vaak slachtoffer van brand of COvergiftiging. Om deze doelgroep te bereiken heeft BZA een partnership afgesloten met Familiehulp: door de werknemers van Familiehulp op te leiden om brand te voorkomen en hoe te reageren in geval van een noodsituatie, verhogen we de zelfredzaamheid en arbeidsveiligheid van de werknemers van Familiehulp, maar bereiken we deze zwakke doelgroep op een structurele wijze. Door deze win-win (de woon-en leefwereld van de cliënten (=de doelgroep van BZA) is immers de werkomgeving van de medewerkers van Familiehulp), bereikt BZA zo’n 60.000 gezinnen over heel Vlaanderen! Immers de dienstverlening van Familiehulp beperkt zich niet tot de oudere doelgroep, ook jonge gezinnen doen beroep op Familiehulp voor ondersteuning in het huishouden. Ook deze doelgroep ontvangt zo informatie die, door dagdagelijkse tips, het risico op brand doet afnemen.
8
De allochtone doelgroep, zowel jong als oud, wordt bereikt door middel van de verschillende projecten. Het is als het ware een gunstig neveneffect. Met de informatie die men opdoet tijdens de projecten, gaan de kinderen die deelnemen aan het BIC in interactie met de ouders, broers en zussen, die anders uit de boot zouden vallen. Dit enerzijds door de taalbarrière, maar anderzijds ook door andere factoren. Op die manier worden ze onrechtstreeks ingelicht en zijn ze op de hoogte van de preventietips en – informatie die hen anders nooit zouden hebben bereikt. Onze primaire doelgroep evolueert als het ware naar een partner die samen met BZA werkt aan een brandveiligere samenleving.
Naast de eigen ontwikkelde initiatieven is BZA ook zelf mee ingestapt als partner met andere initiatiefnemers: Zo neemt BZA voor kinderen van de 2de graad deel aan het BRAVO-project (brandwonden voorkomen), een project dat ontwikkeld is in samenwerking met het Provinciaal Veiligheidsinstituut en de Stichting Brandwonden. Bij kleuters is het van belang dat ze leren om rustig te blijven in geval van brand, zich niet verstoppen en geen schrik hebben van een brandweerman. BZA heeft actief mee bijgedragen aan de uitwerking van het didactisch materiaal van de kleuterkoffers van de Stichting Brandwonden. Kleuterscholen over heel Vlaanderen kunnen dit pakket aanschaffen. Sensibilisering is voor Brandweer Zone Antwerpen een prioriteit. BZA heeft door de jaren heen een gevarieerd aanbod uitgewerkt, gericht op de grote meerderheid van de bevolking en werkt continu aan lange termijn doelstellingen om van elke burger een “first responder” te maken.
3.3
Restricties
Het Koninklijk Besluit legt op dat de opdrachten louter van informatieve aard dienen te zijn en het vertrouwen van de burger niet mogen beschadigen. Daarom respecteert het lid van de hulpverleningszone dat een sensibiliseringsopdracht uitvoert een discretieplicht ten aanzien van de ingewonnen informatie.
9
4. Advies verlenen 4.1
Volgens het KB
Met het verlenen van advies wordt het inlichten van de aanvrager van het advies bedoeld zonder controlerend op te treden. Hier levert de hulpverleningszone een vrijblijvend advies. Het gaat om een dienstverlening naar de aanvrager toe om hem vakkundig bij te staan en betreft onder meer de huisbezoeken waar advies op maat wordt gegeven aan de bewoner inzake de brandpreventie van zijn particuliere woning. Ook de adviezen over een eerste ontwerp van een plan en de adviezen op ontwerpen van gemeenteraadsbesluit aangaande de brandvoorkoming vallen onder de opdracht “verlenen van advies”. De gegeven opsomming is niet limitatief.
4.2
Advies in BZA
Adviesverlening sluit voor BZA zowel aan bij sensibiliseringsacties alsook het toelichten of verduidelijken van wettelijke preventie. BZA spreekt van maatschappelijke brandveiligheid en wil in de eerste plaats de uitbaters, organisatoren, bouwheren en architecten … informeren en responsabiliseren om de wetgeving correct toe te passen.
Daartoe stelt BZA in de eerste plaats veel informatie ter beschikking via de website www.brandweerantwerpen.be. Vragen kunnen vaak beantwoord worden door de website te raadplegen. Folders dienen in de eerste plaats om te informeren en te sensibiliseren, echter indien men informatie ter beschikking stelt via een folder met als doel te responsabiliseren en op die wijze reeds individuele vragen op te vangen met betrekking tot wetgeving behoort dat tot het luik adviesverlening… Permanentie is ook een belangrijk aspect. Bij vragen of problemen kan men telefonisch of per mail terecht bij de preventiedienst. BZA doet geen huisbezoeken voor advies op maat rond brandveiligheid in particuliere woningen. 10
BZA zet haar brandpreventieadviseurs (BPA) in bij de ontwikkeling, uitwerking en begeleiding van haar doelgroepgerichte projecten om zo de zelfredzaamheid van kwetsbare personen te verhogen en gedrag te veranderen.
De voorbesprekingen van een bouwdossier of een project vallen ook onder de noemer advies verlenen en BZA biedt deze dienstverlening aan. De preventionisten stellen hun expertise ter beschikking en gaan tijdens zo’n voorbespreking in op conceptuele vragen die de architect of uitbater voorlegt. Deze dienstverlening vormt een brug naar de wettelijke preventietaken van BZA (de controlefunctie zoals omschreven in het Koninklijk Besluit) en het advies dat in een verslag wordt geformuleerd is niet bindend. Voorbesprekingen zijn, in tegenstelling tot alle andere vermelde acties in het kader van het advies verlenen, betalend.
4.3
Restricties
Het Koninklijk Besluit legt ook hier op dat bij het verlenen van advies (tijdens huisbezoeken) de persoon die raad geeft, de vastgestelde tekortkomingen als vertrouwelijke informatie behandelt in de mate dat op het eerste zicht geen groot gevaar dreigt waardoor onmiddellijk overheidsoptreden vereist is. De burger mag geen vrees hebben om advies te vragen bij de brandweer.
11
5. Controlefunctie 5.1
Volgens het KB
Controleopdrachten vinden steeds plaats in het kader van een mogelijk overheidsoptreden of ter voorbereiding van een overheidsbeslissing met betrekking tot een bepaalde constructie of aangaande een voorliggend dossier. De controle kan gebeuren op basis van de stukken van een dossier of kan gebeuren na het uitvoeren van een controle ter plaatse op een site of in een constructie. Na de controle wordt een brandpreventieverslag opgemaakt. Deze controles gebeuren op basis van de brandpreventiereglementering. Naast de gereglementeerde categorieën van constructies kan men ook voor de niet-gereglementeerde brandpreventieverslagen opstellen. Hiervoor zijn principes geformuleerd in de omzendbrief betreffende het brandpreventieverslag van 17/11/09.
5.2
Controlefunctie in BZA Antwerpen 1
BZA voert enkel controles uit inzake brandveiligheid wanneer deze wettelijk verplicht zijn of in opdracht van de burgemeester. Men controleert of de betreffende instelling of het gebouw aan de wetgeving voldoet en stelt een advies op. De uitbater kan zelf een controle aanvragen door het indienen van een e-formulier dat men kan terugvinden op de website. De controle is betalend en dient goed voorbereid te worden. Op de website, maar ook via een animatiefilm wordt de aanvrager ingelicht hoe men zich het best kan voorbereiden op een controle. Zo dient men op voorhand de juiste keuringsattesten aan te vragen en nauwgezet de geldende regelgevingen te volgen. Ook deze zijn terug te vinden op de website. De kostprijs van een wettelijke controle in het kader van een vergunning kan men opzoeken aan de hand van het retributiereglement van BZA. De controles worden uitgevoerd door de preventionisten. Na de controle stelt men de preventionist een brandpreventieverslag op en op basis daarvan wordt een attest burgemeester opgesteld.
12
5.3 Omzendbrief betreffende het brandpreventieverslag van 17 november 2009 De ministeriële omzendbrief van 17 november 2009 heeft als doel meer duidelijkheid te verschaffen over aspecten aangaande het brandpreventieverslag: Het begrip “controle” met betrekking tot de controle van de reeds opgerichte gebouwen en de controle van plannendossiers worden verder uitgelicht. Extra informatie over regelgeving inzake brandvoorkoming en extra duiding van gevallen waarin de brandweer dient te controleren . Informatie over de inhoud van het advies van de brandweer, de procedure van de adviesverlening alsook de draagwijdte van dit advies. Diverse regelgevingen die verder uitgelegd worden en informatie omtrent aansprakelijkheid van de brandweerlieden. Opsomming van de mogelijkheden voor gemeenten tot het opleggen van bijkomende plichten.
6. Voorafgaande interventieplannen 6.1
Algemeen
Op gemeentelijk, provinciaal en federaal vlak moet men een Algemeen nood - en interventieplan (ANIP) opmaken. Deze voorzien maatregelen en richtlijnen voor algemene incidenten en hoe deze multidisciplinair aangepakt moeten worden. Daarnaast zijn er ook nog de bijzondere nood – en interventieplannen (BNIP), die de algemene nood – en interventieplannen aanvullen met specifieke richtlijnen voor specifieke situaties. Bedrijven , grote instellingen / gebouwen / complexen, dienen te beschikken over een voorafgaand interventieplan om een eventuele tussenkomst van de gebruikers, de interne brandweerploeg en de zonale brandweer te ondersteunen.
13
6.2
Volgens het KB
Om voorafgaande interventieplannen te kunnen opstellen zal elke uitbater en elke eigenaar van een gebouw, met uitzondering van de woningen, verplicht kunnen worden om de nodige medewerking te verlenen voor het opstellen van voorafgaande interventieplannen. De hulpverleningszone bepaalt zelf of de uitbater dan wel de eigenaar van het gebouw de informatie moet aanleveren.
6.3
Voorafgaande interventieplannen binnen BZA
De officier die binnen BZA verantwoordelijk is voor het opmaken van de voorafgaande interventieplannen bepaalt voor welke gebouwen interventieplannen moeten opgemaakt worden. Hiervoor is een digitale flow in ontwikkeling tussen verschillende actoren die samen als doel een uitgewerkt interventieplan hebben. BZA beschikt over een interne leidraad die gebaseerd is op de Duitse norm DIN 14095. Bedrijven zijn onderhevig aan de wetgeving inzake het opvolgen van de interventieplannen. Er is met andere woorden een wettelijke verplichting. BZA daarentegen hoeft de plannen enkel als ondersteuningsmiddel te gebruiken in geval van een interventie. Dit wil echter niet zeggen dat zij vrij zijn in het gebruik van de plannen en geen plicht hebben om er rekening mee te houden. Doel is om met de realisatie van digitale interventieplannen, lange termijn onderhoud in te bouwen: het systeem zal automatisch een herinnering om de twee, zes of twaalf maanden sturen naar de exploitant die op deze wijze de opdracht krijgt om de plannen te actualiseren.
7. Samenwerking en uitbesteding Zoals eerder omschreven in het hoofdstuk van sensibilisering gaat BZA in sommige gevallen samenwerken met anderen. Op vlak van opdrachten inzake brandpreventie kan men echter ook volledig beroep doen op derden, kan men ook de controle en adviesverlening uitbesteden aan anderen.
14
7.1
Beroep doen op derden
7.1.1 Volgens het KB De hulpverleningszone kan omwille van de complexiteit van een bepaalde materie of van een deelaspect van de brandveiligheid beroep doen op derden, met name een andere hulpverleningszone, instelling of openbare dienst om haar bij te staan in het uitvoeren van een opdracht inzake brandpreventie. De zone kan deze vraag echter enkel stellen indien ze een gebrek heeft aan de specifieke competentie of indien in de regelgeving al dergelijke ondersteuning is voorzien.
7.1.2 Beroep doen op en het uitbesteden aan derden binnen BZA Bij BZA zijn enkele bevoegdheden overgedragen aan anderen. BZA heeft een dienstverleningsovereenkomst met de stad Antwerpen waarin de modaliteiten en bevoegdheden bepaald worden met betrekking tot de controles van de lokale regelgeving. Concreet controleert de dienst pandtoezicht alle Publiek Toegankelijke Inrichtingen (PTI’s) op basis van de politiecodex. Deze controles kaderen binnen de aanvraag van uitbatingsvergunningen, aanvraag van kansspelen, toezicht op hygiëne, maar ook gezamenlijke acties, klachten omtrent brandveiligheid en gebedshuizen. Ook de brandveiligheid van studentenkamers zijn opgenomen in het politiereglement en worden gecontroleerd door deze dienst. Verder voert men algemene pandcontroles uit op vlak van bouwtechnische voorschriften, milieuvoorschriften en dergelijke. De dienst Stadstoezicht voert controles uit op openbaar domein (bijvoorbeeld op markten en foren) op basis van de politiecodex en heeft een handhavingsfunctie. Alle betrokken stadsdiensten die vallen onder de overkoepelende dienst samen leven kunnen GASboetes schrijven bij het niet naleven van de stedelijke reglementering. Ook het beoordelen en toekennen van afwijkingen van de lokale reglementen valt tot de bevoegdheid van de stedelijke dienst.
15
8. Enkele functies binnen de preventiedienst
8.1
Consulent preventie / preventionist
De voornaamste taken van een preventionist zijn:
Voorbesprekingen met bouwheren, eigenaars … Vragen beantwoorden van de bevolking d.m.v. permanentie. Onderzoeken doen in opdracht van de burgemeester. Sensibiliserende preventie (bijkomend). Wettelijke preventietaken: adviseren en controlefunctie preventie, ook clusterwerking met betrekking tot de eenvormigheid in adviesverlening van de wettelijke preventie.
Om als preventionist aan de slag te gaan is men ingenieur of architect. Daarboven dient men ook nog het brevet “technicus brandvoorkoming” te behalen. In het Koninklijk Besluit spreekt men niet meer specifiek over de technicus brandvoorkoming maar over “ een lid van de zone dat met vrucht de door Ons bepaalde vorming inzake brandpreventie heeft gevolgd”.
8.2
Brand Preventie Adviseur (BPA)
De voornaamste taken van een BPA zijn: Sensibiliserende preventie op alle mogelijke manieren naar zo veel mogelijk personen. Onveilige situaties identificeren. Bescherming van de zwakke doelgroepen. Toelichting geven en bijdragen aan doelgroepen of bij projecten die gericht zijn op het verhogen van zelfredzaamheid bij brand. Er is een opleiding bij binnenlandse zaken. Een goede basis is de brandweeropleiding.
16
8.3
Brandweer Informatie Centrumgids / BIC – gids
De voornaamste taken van een BIC-gids zijn: Onderwijzen van de BIC-doelgroep door middel van relevante informatie. Materie kennen en uitbreiden. BIC-gidsen worden opgeleid door andere BIC-gidsen door stage te lopen.
8.4
Officieren
De voornaamste taken van een officier zijn: Operationele taken: personeel managen, wagenpark in orde houden, interventies coördineren, overleg met onderofficieren, les geven, … Specialisaties: evenementen, radiocommunicatie, B-fast, … Wettelijke preventietaken: adviseren en controlefunctie preventie, ook clusterwerking met betrekking tot de eenvormigheid in adviesverlening van de wettelijke preventie. De opleiding die noodzakelijk is om als officier aan de slag te gaan is een masteropleiding. Meestal is dit een ingenieursopleiding. Binnen de drie jaar dient men ook alle brevetten op de brandweerschool te behalen, technicus brandvoorkoming en brevet instructeur.
17
9. Bijlagen 9.1 19 December 2014. KB tot vastlegging van de organisatie van de brandpreventie in de hulpverleningszones (Belgisch Staatsblad – 30.01.2015)
9.2 10 Augustus 2015. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 februari 2009 tot vaststelling van de territoriale afbakening van de hulpverleningszones (Belgisch Staatsblad – 26.08.2015)
18