ILO-alumniconferentie ‘Passend onderwijs’ 6 juni 2013 In het mooie Vakbondsmuseum ‘de Burcht’ kwamen op 6 juni jl. 43 deelnemers (waarvan 28 alumni) naar de eerste ILO-alumniconferentie. Voordat 5 experts een aanzet tot discussie gaven, heette Ineke Schaveling (opleidingsdirecteur van de ILO) de aanwezigen welkom: Er is in de opleiding weinig tijd voor een onderwerp als passend onderwijs. Je krijgt er wel onherroepelijk mee te maken als je voor de klas staat. Deze alumniconferentie is de eerste in een hopelijk lange reeks. Als opleiding willen we weten waarover alumni graag geïnformeerd willen worden. Laat het ons weten 1. Vijf experts gaven elk 5 minuten een inleiding over hun ervaringen, daarna was er gelegenheid voor het stellen van vragen en te discussiëren: • •
• • •
Monique Bekker – docent Engels op een SVO, oud lio educatieve minor Frank Hoogeboom – Algemeen directeur van Samenwerkingsverband Noord-Kennemerland VO, directeur van OPDC en Reboundvoorziening Peter de Jong – directeur van de Graduate School of Child Development and Education, hoogleraar onderwijsleerproblemen Derk Pik – docent wiskunde op het Maimonides, oud-lio educatieve master Tanja de Vrueh – zorgcoördinator De Meergronden, Almere
Hoe ontstond de wet passend onderwijs.
De groei van aanvragen rugzakjes moet teruggebracht, aantal doorverwijzingen naar het voortgezet speciaal onderwijs moest teruggebracht. Alle scholen krijgen te maken met bezuinigingen; meer kinderen in de klas en meer speciale leerlingen. De vraag is; wat kun je als docent doen?
Spreker 1 – Monique Bekker Monique is docent in het speciaal onderwijs, bij Orioncollege in Amsterdam west (vmbo en havo). Motto van de school: Gewoon als het kan, bijzonder als het moet. Er is een clusterindeling voor aandoeningen / speciaal onderwijs. Afgelopen jaren gaven ze clusters samen les, maar nu moeten cluster-1-kinderen apart les krijgen. Verder is er toegenomen werkdruk door grotere groepen (eerst een docent op 9 leerlingen, nu regelmatig een op 17). Ze kan dus niet alles doen wat ze zou willen. Wet op speciaal onderwijs is een harde bezuinigingsmaatregel voor Orion. Zonder passende randvoorwaarden zijn leerlingen en leerkrachten de dupe. 1
via
[email protected] of via de linkedin-groep voor ILO alumni.
Alumniconferentie Interfacultaire Lerarenopleidingen
1
6 juni 2013
Stelling: Er is bij de wetswijziging niet goed geluisterd naar de belanghebbenden. Neemt de druk op Orion niet af als er meer leerlingen naar het gewoon onderwijs gaan? Monique: cluster-4-kinderen gaan toch naar het speciaal onderwijs, die kunnen echt niet uit de voeten in het regulier onderwijs. In geval van dyslexie en lichte mate van autisme kan het misschien wel in het regulier onderwijs. Er moet dan wel passende ondersteuning zijn. Wat is de belangrijkste les voor reguliere docenten: Geduld. Er moet expertise (ondersteuning) zijn. Meer dan remedial teachers. Je moet als docent weten waar extra hulp te vinden is.
Spreker 2 – Frank Hoogeboom In je samenwerkingsverband moet je een keuze maken of je wilt professionaliseren of wil je het expertisemodel (uitwijkmogelijkheden voor situaties waarin het niet gaat). In Alkmaar hebben ze orthopedagogische time-outs die leerkrachten kunnen inschakelen als een leerling extra begeleiding nodig heeft. Ze hebben alle rugzakgelden bij elkaar gelegd. Als het leerlinggebondenbudget wordt afgeschaft, dan wordt het geld aan het samenwerkingsverband gegeven. Met bekwaam en slim boekhouden kun je wel wat opvangen. Een samenwerkingsverband krijgt een grote som geld en moet dus beleid maken. Ze krijgen ook inspectie, dat werd niet eerder gedaan. Inspectie zegt: leerkrachten moeten in staat zijn om passend onderwijs te geven, maar dat is de verantwoordelijkheid van de scholen, niet van het samenwerkingsverband. Scholen krijgen geld om hun docenten en mentoren te scholen in de begeleiding van leerlingen die extra begeleiding nodig hebben. Stelling: Als het samenwerkingsverband geen maatregelen kan opleggen aan een school, dan zal het aantal thuiszitters alleen nog maar toenemen. Het samenwerkingsverband moet dus ook expertise hebben om de scholen te helpen. In Alkmaar zitten ook vso-besturen in het samenwerkingsverband. De banden tussen vo en vso moeten nauw samenwerken. Er gaat nu al geld naar het samenwerkingsverband (weg bij de scholen), dus op school verdwijnt de expertise en het samenwerkingsverband heeft nog geen structuur. Een kleine school heeft minder inspraak en vist dus makkelijk achter het net. Tip: breng het voorbeeld van goede aanpak in bij het samenwerkingsverband. In Alkmaar hebben ze het ambulante zorg ook betrokken in het samenwerkingsverband. Het zou mooi zijn om in ander samenwerkingsverband iemand te zoeken die je kan helpen bij strubbelingen in je eigen samenwerkingsverband
Alumniconferentie Interfacultaire Lerarenopleidingen
2
6 juni 2013
Spreker 3 - Peter de Jong Passend onderwijs is gericht op preventie, de noodzaak tot labeling vervalt daardoor. Preventie hoort bij niveaus van zorg. Voordat een kind officieel gediagnostiseerd is, zijn er wel al signalen, daar kun je dan al op inspelen. In plaats van labeling kun je beter kijken naar het daadwerkelijke gedrag van de leerling. Stelling: de lerarenopleiding bereidt docenten onvoldoende voor op de eisen die passend onderwijs stelt. Als het antwoord ja is, wat kunnen we er dan aan doen om de opleiding aan te passen? Mij ontbreekt de kennis om een diagnose te stellen. Peter pleit voor nascholing. De theorie zou wel al in de opleiding moeten worden aangeboden. Waar krijg je mee te maken, welke termen en regelingen. Er moet ruimte zijn in de opleiding om erover te leren. Vraag van gespreksleider Marc Kropman: Als er wat bijkomt, kan er dan ook wat uit de opleiding? Wat eruit: profiel en ontwerpen samennemen. Het is een wetenschappelijke opleiding, maar het gaat om een praktisch vak, dus er kan meer nadruk gaan naar het ontwerp. Moet je dan als docent in het vo al tijdens de opleiding leren hoe je een handelingsplan kunt opstellen? Als je zo'n plan moet opstellen, kom je dan nog wel aan lesgeven toe. Als je van alle leerlingen tijdens de lessen moet handelen naar de individuele handelingsplannen, en ook nog je vak overdragen. Dat lukt niet. Je hebt als docent met een volle baan 240 leerlingen, daar kun je niet alle handelingsplannen van kennen. Reactie: het is belangrijk dat een docent weet hoe ze moeten differentiëren. Oudere collega’s geven een vak, grote aanstelling, Jongere collega's geven soms meerdere vakken, meerdere lagen waar ze mee bezig zijn. Die kunnen niet ook nog voldoen aan de extra eisen voor speciaal onderwijs. In Alkmaar besteden ze zowel tijd/ geld aan professionalisering van docenten (scholingsbudget van scholen) als aan de opvang eromheen. Er blijft spanning bestaan tussen de vakbekwame docent en de docent die goed kan diagnosticeren. Bij coaching-on-the-job ga je diep graven in de persoonlijke competenties van docenten.
Alumniconferentie Interfacultaire Lerarenopleidingen
3
6 juni 2013
Spreker 4 - Derk Pik Hoe gaat het met de klas als je zorgbehoevende leerlingen hebt? Wat doe je, als je toch goed pedagogisch klassenmanagement hebt geleerd, maar dan een klas hebt met 2 leerlingen met ADHD? Stelling: een zorgbehoevende leerling kan pas functioneren in een klas als de hele klas meehelpt. Maar:
• • • •
Mag je dat van de klas verwachten? Hoe kun je goed blijven lesgeven, hoe kun je je plannen realiseren? Hoe kan de klas bijdragen aan de gang van zaken in de klas? Hoe kan jij de klas helpen?
In presentatie: Schets van ideale situatie en verschil met praktijk. (Een leerling met autisme heeft grote impact op de klas.) Er is nog een mentor, een psycholoog en een derde persoon die erbij betrokken is en helpt. Vraag aan Derk: voelde je je handelingsbekwaam in deze? Je hebt wel wat gehoord over de afzonderlijke leerlingen/stoornissen. Misschien is het leerproces wel iets dat iedere docent moet doormaken en dus moet leren. Omdat je veel aandacht en energie aan onrust moet geven, maakt het dat je elke les ontevreden bent over het leereffect. Het heeft heel erg te maken met het pedagogisch klimaat van de school. Een docent kreeg op een school zeer praktische aanwijzingen. Er was een netwerk om haar heen dat aanwijzingen gaf over wat ze concreet met die leerlingen met aandoeningen moet doen. Derk heeft vooraf niet gehoord over leerlingen over welke dingen wel en niet werken. Belangrijk is overdracht in de school tussen de leerkrachten van de klas, uitwisseling van wat werkt. Er is op een school afgesproken dat er in iedere les een stiltemoment is in de klas. Je mag als docent kiezen op welk moment in je les je dat wilt doen. Dat werkt goed voor leerlingen die structuur nodig hebben.
Alumniconferentie Interfacultaire Lerarenopleidingen
4
6 juni 2013
Spreker 5 - Tanja de Vrueh Er is in Almere een school voor autistische leerlingen, die moeten bezuinigen, dus op de Meergronden zullen er waarschijnlijk meer (licht) autistische leerlingen bijkomen. Tanja heeft kritiek op het huidige systeem: Het is gericht op wat mis is, welke achterstand er is. Een rugzak is ook voor een vast aantal jaren, ook al is het misschien niet meer nodig voor die leerling, maar meer voor een ander. Er wordt nu niet genoeg gekeken naar wat een kind nodig heeft. Reclame voor zeer praktisch boek: Handelingsgericht werken in het voorgezet onderwijs: een systematiek hoe je het in de school kunt aanpakken. Hoe kun je het opbouwen. Je moet het met het team doen, wat heeft de klas nodig? Handelingsgericht werken (hgw). Je moet ook als docent op jezelf reflecteren. Wat heeft het kind nodig, wat heb ik nodig, kan ik dat eigenlijk wel? Het blijft een proces, hoe lang je ook in het onderwijs zit. Stelling: Bij passend onderwijs moet je durven te reflecteren op je gedrag als docent Vind je dat tweedegraders er beter op zijn voorbereid dan eerstegraders? Pedagogisch gezien zijn de besten: Mensen die eerst pabo hebben gedaan, dan doorgeleerd voor vak en tweedegraads bevoegdheid gehaald. Zij hebben de meeste vanzelfsprekendheid in omgaan met de zorgleerlingen. Daarna komen tweedegraders. De eerstegraders hebben er het meeste moeite mee. Zien jullie een toenemend aantal depressieve leerlingen, omdat de druk toeneemt op de zorgleerlingen, we vragen ook veel van hen? Het is belangrijk dat zorgleerlingen een 'warme overdracht' hebben om de overgang na werk of vervolgopleiding soepel te laten verlopen, zodat de leerlingen niet vanuit de veilige omgeving een koude douche krijgen. Tanja ziet ook veel zorgleerlingen die uiteindelijk weer op hun pootjes terechtkomen. Het is belangrijk dat leerlingen gezien, gehoord en gekend worden. Dat is belangrijk om je als kind veilig te voelen. Je kunt veel problemen voorkomen (dingen op papier zetten, zodat team een lijn trekt). Reflectie moet je ook delen met je collega's.
Alumniconferentie Interfacultaire Lerarenopleidingen
5
6 juni 2013