6 april VOKK Inleiding: Ik ben Gerard Koomen, 55 jaar oud. Ik werk bij de politie en mijn functie is financieel rechercheur Ik ben 31 jaar getrouwd met Ingrid en wij wonen in Lisse Wij hebben 2 dochters. Annemieke is nu 27 en Charlotte is op 8 jarige leeftijd overleden.
Ik ga jullie vertellen over hoe het met mij, met ons, gegaan is na het overlijden van onze Charlotte. We zijn nu 16 en half jaar verder. Ik vertel dit verhaal voor het eerst voor zo’n groot gezelschap en ik hoop dat ik mijn emoties in bedwang kan houden, want praten over Charlotte kan nog steeds emoties oproepen.
Charlotte: Ik ga jullie eerst vertellen over Charlotte en haar ziekte. Zij is de jongere zus van Annemieke. Het was een ondeugend, ondernemend en spontaan meisje. Wat zij dacht flapte zij er uit. (foto gezonde Charlotte en foto van gezin?)
Begin 1995 kreeg Charlotte gewrichtsklachten en na 2 ziekenhuisopnames werd de ziekte Acute Lymfatische Leukemie bij haar vastgesteld. Je wereld stort op dat moment in. Er was niet veel tijd om hier lang bij stil te staan, want er werd gelijk een protocol opgesteld. Er volgden 7 zware chemokuren in het LUMC te Leiden en in november 1995 was zij “schoon”. Het gewone leven kon voor ons weer beginnen.
Na drie maanden zou de eerste controle plaats vinden, maar Charlotte kreeg na een week of 8 weer klachten. Helaas bleek de ziekte terug gekomen te zijn. Chemokuren waren niet meer voldoende. Een beenmergtransplantatie was noodzakelijk. Er werd helaas op korte termijn geen beenmergdonor gevonden. Al die tijd kreeg zij wel chemokuren. In juni werd er gelukkig een geschikte donor gevonden. Een datum voor de transplantatie werd vastgesteld, maar toen kwam het verschrikkelijke bericht. Tussen 2 chemokuren in was de ziekte weer terug gekomen. Een beenmergtransplantatie zou ook niet meer helpen. Onze dappere Charlotte die er alles voor over had om beter te worden kon niet meer beter worden. Chemokuren zouden haar leven nog kunnen verlengen, maar hiervoor zou zij weer in het ziekenhuis moeten liggen en ziek worden van de chemo. Wij hebben gekozen om dit niet te doen. Wij kozen voor kwaliteit van leven. Charlotte heeft ook zelf gezegd dat zij niet meer naar het ziekenhuis wilde als zij toch niet beter kon worden. Charlotte kon hierdoor de laatste 2 weken van het schooljaar nog mee maken. Zij is zelfs over gegaan naar groep 5. Ze kon weer spelen met haar vriendinnen en hoefde hierbij geen mondkapje meer voor. Wij hebben met elkaar nog een aantal leuke dingen kunnen doen. Wij zijn zelfs naar nog Euro Disney geweest. Zij werd wel sneller moe en kreeg veel gewrichtspijnen, omdat de ziekte de overhand kreeg. Op 26 augustus 1996, zes weken na de recidive, zijn we de hele dag in het ziekenhuis geweest, omdat zij bloedtransfusies nodig had. Helaas hebben deze niet meer geholpen, want ’s-Avonds is Charlotte bij ons thuis en in bijzijn van ons, haar ouders en zus, overleden. Het was op dat moment goed. Zij heeft zoveel pijn gehad en haar overlijden was onvermijdelijk.
Wij zijn katholiek en wij geloven dat Charlotte in de hemel is. Dat geloof hebben wij ook Charlotte mee gegeven. Wij hebben haar meerdere keren het verhaal verteld waarin God zegt “laat de kinderen tot mij komen”. Dat was voor haar een houvast en zij was hierdoor niet bang om te overlijden. Na overlijden: Wij wisten dat Charlotte zou gaan overlijden, maar wij konden ons niet voorstellen hoe dat zou zijn, omdat Charlotte toen nog bij ons was. Na haar overlijden bleek hoe erg dit was. Er was heel veel verdriet en het gemis was verschrikkelijk groot. Het valt bijna niet te beschrijven. Het voelde alsof ons leven ook voorbij was.
Een maand na haar overlijden kwam een man bij ons thuis om een typecursus voor onze Annemieke te verkopen. Hij hoorde van het overlijden van Charlotte en vertelde dat elf jaar geleden zijn dochter overleden was. Hij vertelde ook dat het leven weer verder ging en dat goed met hem en zijn gezin ging. Wij zaten die man aan te kijken en dachten: “hoe kan dat?”. Later begrepen wij dat dit in ons geval ook zo is gegaan, maar toen snapten wij er niets van.
Voor ons gevoel hebben wij in die periode wel alles heel bewust gedaan, maar de dingen die om ons heen gebeurden maakten geen indruk en vergaten wij. Ik heb voetbalwedstrijden gekeken, waarvan ik een dag later de uitslag niet meer wist. Alles draaide om Charlotte en ons verdriet. Een belangrijke reden om verder te gaan met ons leven was onze Annemieke. Ik heb eens in de Margriet een ingezonden brief gelezen waarin stond dat een 70-jarige vrouw vertelde dat zij haar moeder na het overlijden van haar broertje, 60 jaar geleden, nooit meer had zien lachen. Wij hebben ons voorgenomen om dat niet te laten gebeuren. Toen Charlotte overleed was Annemieke net elf. Voor ons was het heel ingrijpend, maar zij verloor haar enige zus. Annemieke had nog een heel leven voor zich en wij wilden dat zij ondanks alles toch op zou groeien tot een evenwichtige volwassen vrouw die terug kan kijken op een goede jeugd.
Volgens ons is dat gelukt, maar dat heeft heel veel energie gekost. Rouwverwerking kost sowieso veel energie. Je bent aan het overleven. In het begin voelden wij ons wel schuldig als wij lachten. Mensen met zoveel verdriet mogen toch niet lachen. Wat zullen andere mensen hiervan denken? Wij kwamen snel tot de conclusie dat je wel mag lachen en dat je maling moet hebben aan wat andere mensen denken. Het is ook belangrijk dat je kan blijven praten over je verdriet. In ons geval waren er een paar familieleden en vrienden bij wie wij terecht konden. Thuis was het niet altijd zo dat je allebei tegelijk erg verdrietig was. Op deze manier kon de één de ander steunen. Dat gaat eigenlijk nog steeds zo.
Hoe zijn we de eerste jaren na het overlijden van Charlotte door gekomen? Ik kan mij dat niet precies meer herinneren, maar ik weet wel dat wij op straat alleen “complete” gezinnen zagen lopen. Wij zagen alleen gezinnen met 2 of meer kinderen en wij sjokten over straat met maar 1 kind. Het zal wel niet zo geweest zijn, maar zo voelde het wel.
Toen Charlotte ziek werd zijn wij gelijk lid geworden van de VOKK en na haar overlijden zijn wij een aantal jaren naar elke bijeenkomst geweest. Praten met lotgenoten heeft ons geholpen met de verwerking. Wij zijn nu nog steeds donateur, want deze vereniging doet heel goed werk. Wij zijn ook nog steeds donateur van het Ronald McDonaldhuis, alhoewel wij daar geen gebruik van hebben gemaakt. Wij woonden namelijk dicht bij het ziekenhuis en 1 van ons kon in het ziekenhuis naast Charlotte slapen.
Van mijn werkgever heb ik tijdens en na de ziekte veel medewerking gekregen. Tijdens de ziekte en na het overlijden was er ook de gelegenheid om promotie te maken, maar daar stond mijn hoofd niet naar. Ik was al blij dat ik mijn gewone werk kon doen. Ik zag wel dat allerlei jongere collega’s om mij heen promotie maakten. Na vier jaar was ik mentaal zo ver dat ik kon solliciteren en in 2000 heb ik uiteindelijk promotie gemaakt.
Wij hebben ook veel boeken gelezen over rouwverwerking en zagen op TV elk programma wat ging over zieke kinderen en rouwverwerking. Wij moesten een paar maanden na het overlijden ook onze hypotheek verlengen. Ons hoofd stond er niet na om daar lang over na te denken. Wij hebben de hypotheek gelijk met 15 jaar verlengd, zodat wij daar voorlopig niet over na hoefden te denken. Wij wilden het jaar erna wel op vakantie, maar zagen er tegenop om dit met z’n drieën te doen. Mijn zwager en schoonzus kwamen met het voorstel om met hun te gaan kamperen. Dit hebben wij gedaan en dat is heel goed bevallen. Wat ik mij kan herinneren is dat wij op die camping drie weken heel goed en lang hebben geslapen. Daar kwamen wij thuis kennelijk niet aan toe. Het jaar later zijn wij weer met familie op vakantie gegaan, maar daarna zijn wij voor het eerst met z’n drieën gegaan, want wij vonden dat wij dit moesten doen. Ons gezin bestond nu uit drie personen en wij wilden niet telkens afhankelijk zijn van familie. Ik was lid van een voetbalclub en voetballen was voor mij in die tijd de gelegenheid om te ontspannen. Als ik aan het voetballen was dacht ik alleen aan die bal. Ik weet nog goed dat ik een doelpunt maakte. Het werd op dat moment 6-0. Ik pakte de bal snel uit het doel en legde hem op de middenstip om weer snel verder te gaan. De tegenstanders keken mij toen vreemd aan. Waarom al die haast, wij stonden toch al met 6-0 voor. Zij begrepen er niets van. Ondanks dat wij het beste met Annemieke voor hadden kreeg zij toch problemen. Om die reden heeft zij ongeveer 1 jaar een psycholoog bezocht. Hierna ging het beter met haar. Ingrid: Na het overlijden van Charlotte hebben wij van niemand een briefje gekregen waarop stond dat ons niets meer zou overkomen. Je houdt er geen rekening mee dat er nog iets met jou of één van je gezinsleden zal gebeuren. Echter 5 jaar later in 2001 kreeg Ingrid een hersenbloeding. De wereld staat dan weer even stil. Wat overkomt ons nu weer!!!
De oorzaak bleek een aangeboren bloedvatafwijking te zijn. Om een volgende hersenbloeding te voorkomen moest deze operatief verwijderd worden. Deze 7 uur durende risicovolle hersenoperatie slaagde gelukkig. Een gevolg is dat Ingrid een deel van haar gezichtsvermogen kwijt is, maar verder is zij helemaal hersteld. Verhuizen: Ongeveer tien jaar geleden kregen wij de kans om een ander huis te kopen. Wij hebben toen voor ons zelf 2 lijstjes gemaakt. 1 lijst met redenen om te verhuizen en 1 lijst met redenen om niet te verhuizen. We waren het al snel met elkaar eens. Wij zijn toen niet verhuisd omdat onze Charlotte in dat huis geboren en ook overleden was. Verder was daar ook haar slaapkamer. In die kamer stonden nog wat spullen van haar en wij gebruikten die kamer als logeerkamer. Wij noemden die kamer altijd de “kamer van Charlotte”.
Aruba Zes jaar geleden zag ik advertentie staan voor een baan op Aruba. Ik kon daar voor vijf jaar financieel rechercheur worden. Tijdens het eten opperde ik dat plan en Ingrid zei dat dit niet kon, omdat Annemieke nog thuis woonde. Annemieke zei hierop dat het wel kon. Zij ging namelijk afstuderen en hierna wilde zij gaan samenwonen. Wij hebben toen weer die lijstjes met voor en tegen gemaakt en toen kwamen wij tot de conclusie dat wij ons huis nu wel konden achterlaten. Charlotte zit namelijk in ons hart en is zodoende altijd bij ons. Ik heb gesolliciteerd en ik ben aangenomen. In augustus 2007 zijn wij met z’n tweeën naar Aruba gegaan om daar te wonen. Het was spannend, want wij daar nog nooit geweest.
Al heel snel kwamen wij tot de conclusie dat wij een goede keus hebben gemaakt. Charlotte was ook op Aruba heel dicht bij ons. Daar hadden wij ons oude huis niet voor nodig. Wij hebben daar een geweldige tijd gehad. Het werken en wonen is prima bevallen. Dat Charlotte altijd in onze gedachten blijft is op Aruba ook gebleken. Ingrid werd daar 50 jaar. Zij kwam op het idee om een wandeling door haar leven te maken met alle vrouwen die in haar leven belangrijk zijn. Daar hoort Charlotte natuurlijk ook bij. Zij is hiervoor naar Nederland gegaan en heeft een wandeling uitgezet in Lisse langs onder andere haar geboortehuis, ons woonhuis en het kerkhof waar Charlotte begraven is. Met 40 vrouwen is zij daar geweest. Zij heeft daar onder andere gezegd dat Charlotte nog steeds heel belangrijk voor haar is. Hierna heeft zij een ballon, een groot hart, opgelaten. Verder heeft zij voor die verjaardag geld gevraagd wat zij allemaal aan KiKa heeft gegeven.
Wij hebben veel bewondering voor Annemieke, want zij bleef als enige van ons gezin in Nederland achter, terwijl haar ouders 8000 km verderop woonden. Zij is hierdoor sneller volwassen en zelfstandiger geworden. Gelukkig is zij wel 8 keer bij ons op bezoek geweest en wij kwamen 1 a 2 keer per jaar naar Nederland. Symbolen: Ik heb jullie al verteld dat wij katholiek zijn en geloven in de hemel. Wij denken ook dat een regenboog een symbolische verbinding is tussen hemel en aarde. Charlotte tekende aan het eind van haar leven veel regenbogen. Als wij nu een regenboog zien denken wij dat Charlotte ons een teken geeft. Als 1 van ons regenboog ziet geven wij dat aan elkaar door. De ander komt dan ook gauw even kijken.
Onze laatste dag op Aruba was 29 juli 2012. Wij lieten ’s-Ochtends vroeg de hond uit op het strand. Plotseling kwam er terwijl de zon scheen een grote wolk waaruit een gigantische bui viel. Wij waren binnen een paar seconden zeiknat, maar er stond boven zee wel een prachtige regenboog. Dat kan geen toeval zijn geweest. Wij stonden er met een grote glimlach naar te kijken. Ik weet niet of ik naar Aruba was gegaan als Charlotte nog had geleefd. Ik ben door alles was ons overkomen is wel tot het besef gekomen dat je niet moet wachten tot je 65-ste met het doen van leuke dingen. “Pluk de dag en geniet van alle kleine dingen om je heen.” Hoe gaat het nu met ons? Wij hebben op Aruba ook de beslissing genomen om ons oude huis te verkopen en een nieuw huis te kopen. Dat is in deze moeilijke tijd gelukkig allebei gelukt en sinds een half jaar wonen wij weer met veel plezier in Lisse. Wie had 16 jaar geleden gedacht dat ons leven zo zou verlopen? Wij in ieder geval niet. In september gaat onze Annemieke trouwen met Jelmer. Wij kunnen ons geen betere schoonzoon wensen. Hij heeft Charlotte niet gekend, maar hij wil alles over haar weten. Annemieke weet nog niet hoe ze dat gaat doen, maar zij wil Charlotte op één of andere manier ook bij de bruiloft betrekken. Met deze belangrijke dag op komst mist zij haar zus meer dan anders. Het verdriet is er nog steeds, maar het is niet altijd aan de oppervlakte. Door allerlei zaken kunnen emoties opgeroepen worden. Vorige week was dat programma van Frans Bauer voor het Prinses Maxima Centrum op TV. Als ik die kinderen met die kale hoofdjes zie, lopen de tranen al over mijn wangen. Wij zagen ook nog de kinderarts van Charlotte, dokter Michel Zwaan, tijdens dat programma. Zo kan ik ook geraakt worden door bepaalde liedjes, zoals Tears in Heaven, You never walk Alone en Droomland, het land waar alles goed is. Bestond dat land maar.
Gelukkig: Desondanks vinden wij dat wij op dit moment gelukkig zijn, maar we zouden gelukkiger zijn als Charlotte nog bij ons zou zijn. Iedereen verwerkt verdriet op zijn manier. Ik hoop en wens wel dat iedereen die een kind verliest weer op één of andere manier gelukkig wordt.
Lijfspreuk: Ik wilde mijn verhaal eindigen met onze lijfspreuk. Het komt uit een lied van onze favoriete band Rowwen Heze. “soms is het beter iets moois te verliezen Beter verliezen dan dat je het nooit hebt gehad” Wij zijn namelijk heel blij en dankbaar dat wij de ouders van Charlotte mochten zijn.
Bedankt voor uw aandacht.
Vragen?