Huwelijk en huwelijksmoeiten Janny de Jong-Smit> <9 september 2013>
1. Vooraf 3 2. Over huwelijk, huwelijksmoeiten en werkers in de kerk 3 2.1 Huwelijk en huwelijksmoeiten 3 2.2 Werkers in de kerk 4 2.3 Het huwelijk ter sprake 4 3. Over de persoon van de werker in de kerk 5 3.1 Kennis 5 3.2 Houding 6 3.3 Vaardigheden Fijngevoeligheid 6 4. Jan, Marijke en Bert, een voorbeeld 7 5. Huwelijken onder druk 8 5.1 Afstemmingsproblemen bij jonggetrouwden 8 5.2 Tegenvallende verwachtingen 9 5.3 Interne crisis 9 5.4 Externe crisis 9 5.5 Ontwikkelingscrisis 9 6. Verschillen en overeenkomsten tussen man en vrouw 10 6.1 Verschil in geaardheid 10 6.2 Overeenkomst in basisbehoeften 11 6.3 Verschil in behoeften 11 6.4 Verschil in liefdestaal 12 6.5 Verschil in verwachtingen 13 6.6 Verschil in (het spreken over) het gevoelsleven 13 6.7 Gevoelens herkennen 13 6.8 Omgaan met schuldgevoelens 14 © copyright 2013 Praktijkcentrum niets in deze uitgave mag worden verveelvoudigd en / of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Praktijkcentrum
pagina 2 v. 23 | Huwelijk en huwelijksmoeiten
6.9 Verschil in behoefte aan seksualiteit en beleving van seksualiteit 14 6.9 Belemmeringen in de ontwikkeling van de seksuele relatie. 15 7. Wat is nodig voor een rijpend huwelijksleven? 15 7.1 Investeren in elkaar 15 7.2 Leren leven met verschillen 16 7.3 Constructief ruzie maken 16 8. Valkuilen en richtlijnen voor de werkers in de kerk 18 8.1 Eigen ervaringen van de werker in de kerk 18 8.2 Niet alleen aandacht voor huwelijken met problemen 18 8.3. Partij kiezen 19 8.4. Met wie praat je? 19 8.5. Adviezen geven 20 8.6. Eigene van pastoraat en diaconaat 20 8.7. Nog een paar algemene richtlijnen 21 8.8. Kerkelijke zorg en hulpverlening 21 9. Ten slotte 22 Gebruikte literatuur 23 Literatuurtips 23
pagina 3 v. 23 | Huwelijk en huwelijksmoeiten
1. Vooraf
In dit artikel is aandacht voor gezond huwelijksleven, maar vooral voor de voetangels en klemmen die een gezonde huwelijksontwikkeling doen stagneren. Er wordt een aantal mogelijke (deel)oorzaken beschreven, zodat huwelijksmoeilijkheden binnen een groter geheel begrepen kunnen worden. Werkers in de kerk krijgen handvatten aangereikt om in dit soort lastige situaties te opereren met oog voor enkele specifieke valkuilen. De bijbelse uitgangspunten worden in de loop van dit artikel zichtbaar1.
2. Over huwelijk, huwelijksmoeiten en werkers in de kerk
2.1 Huwelijk en huwelijksmoeiten Als je gaat trouwen hoop je op een gelukkig leven samen. Je hebt veel gedachten, fantasieën en verwachtingen over hoe jullie dit allemaal in praktijk gaan brengen. Sommige plannen zijn vastomlijnd, andere nog vaag. Bij alles staat één ding vast: je wilt er samen met je partner iets moois van maken. In voor- en tegenspoed: je wilt voor elkaar gaan. En wanneer je eenmaal getrouwd bent, beleef je wellicht intens gelukkige momenten samen. Dat is stevig cement voor je huwelijksband. Daarnaast kun je ook tot andere ontdekkingen komen: je merkt dat het moeilijker is een goed huwelijk op te bouwen dan je vooraf dacht. Je ontdekt allebei gauw genoeg dat elkaar liefhebben ook inspanning en offers vraagt en dat je daar niet altijd goed mee kunt omgaan. Over kleine moeilijkheden in je huwelijk zwijg je misschien liever uit schaamte of omdat ‘het niets te betekenen’ heeft. Je wilt het eerst samen aanzien en oplossen. Dat is heel gezond en het stemt je tevreden als je erin slaagt samen oplossingen te vinden waarbij je je allebei happy voelt. Zo groei je in je huwelijk. Belangrijk hierbij is, dat je op een goede manier met moeiten in je huwelijk leert omgaan. Zo kun je aan oplossingen werken, waardoor je relatie weer in balans komt. Wanneer er echter geregeld kleine moeiten zijn waar je samen niet goed uitkomt, dan stapelen deze moeiten zich op tot problemen. En als moeiten eenmaal tot problemen zijn geworden, dan gaat je omgeving (familie, vrienden) dit ook merken. Ook werkers in de 1
Zie ook de artikelen Echtscheiding en Bijbel en Echtscheiding en pastorale zorg
pagina 4 v. 23 | Huwelijk en huwelijksmoeiten
kerk kunnen hiermee te maken krijgen als zij bij getrouwde mensen over de vloer komen.
2.2 Werkers in de kerk Onder werkers in de kerk verstaan we een breed scala aan broeders en zusters die vanuit een bepaalde functie of ambt betrokken zijn bij het wel en wee van gemeenteleden. Afhankelijk van de gemeente en/of de kerk waarbinnen de werker in de kerk zich beweegt, valt hierbij te denken aan een predikant, ouderling, diaken, wijkzuster, pastoraal werker of ook een betrokken gemeentelid (vanuit het ambt van alle gelovigen). Elke werker in de kerk kan tijdens een bezoek verhalen tegenkomen over kleine of grote huwelijksproblemen. Het hangt af van de aard en bedoeling van het bezoek hoe hij2 hiermee omgaat. Maar ook de kennis, houding en vaardigheden van de werker spelen een doorslaggevende rol, zie par. 3.
2.3 Het huwelijk ter sprake3 Voordat we verder gaan, is het goed eerst na te gaan of het nodig is dat werkers in de kerk het huwelijk ter sprake brengen. Een huwelijk is immers een zaak tussen twee mensen. Gaat het hierbij niet om de eigen verantwoordelijkheden van gemeenteleden, waarover de werkers in de kerk eigenlijk niet zoveel te zeggen hebben? Als het gaat om verantwoordelijkheid, dan ligt deze inderdaad in eerste instantie bij de gehuwden. Een huwelijk is een verbond van twee personen, die uit eigen beweging en in eigen verantwoordelijkheid voor hun relatie gekozen hebben. Zij zullen het uiteindelijk met elkaar en met Gods hulp moeten klaren. De gemeente van Christus (en daarmee haar werkers) heeft die verantwoordelijkheid te respecteren en mag daarom geen keuzes maken voor een ander, kán dat ook niet. Vergelijk Galaten 6 :5: want ieder mens moet zijn eigen last dragen. Maar dat betekent nog niet, dat de gemeente van Christus geen eigen verantwoordelijkheid voor het huwelijk en voor gehuwden zou hebben. De gemeente is ertoe geroepen om het huwelijk als instelling en gave van God hoog te houden en te laten zien dat het de hoeksteen van de samenleving is en een plaatje van de verhouding tussen Christus en de gemeente. Het ligt dan ook op de weg van de gemeente van Christus om Gods bedoeling met het huwelijk niet alleen te preken vanaf de kansel, maar er ook naar vermogen toe bij te dragen dat gemeenteleden hierbij bepaald en hierin geoefend worden. Tenslotte is het niet zonder betekenis voor de gemeente, 2
Voor het gemak gebruiken we in het vervolg de mannelijke aanduiding, maar er kan natuurlijk evengoed sprake zijn van een vrouw. Bij dit onderdeel is gebruik gemaakt van een beleidsnotitie die in 2005 door een aantal Enschedese kerken (CGK, NGK en GKV) is opgesteld, met als titel Kerkelijke zorg voor het huwelijk. 3
pagina 5 v. 23 | Huwelijk en huwelijksmoeiten
dat huwelijken die op het stadhuis gesloten zijn in de kerk bevestigd worden. De gemeente is getuige en in die zin betrokkene, niet alleen bij het sluiten van het huwelijk, maar ook bij de verdere ontwikkeling van het huwelijk. Werkers in de kerk kunnen geen verantwoordelijkheden overnemen, maar wel verantwoordelijkheden aangeven. Ze kunnen gemeenteleden helpen te oefenen met die verantwoordelijkheden en helpen ze te dragen. Zie ook Galaten 6 :2: Draag elkaars lasten. In gesprekken met gemeenteleden is het daarom dringend gewenst en soms zelfs noodzakelijk dat het huwelijk ter sprake komt. Als alles goed gaat, is er reden om de Here te danken. Als er begeleiding, ondersteuning of toerusting nodig is, kan die vanuit het pastoraat of diaconaat gegeven worden. Er is nog een aspect dat hier een rol speelt. Werkers in de kerk zullen veelal met gemeenteleden spreken vanuit hun pastorale of diaconale opdracht. Met name in het pastoraat geldt, dat er aandacht voor alle facetten van mensen mag zijn, dat betekent voor mensen in al hun relaties. Dus ook in hun huwelijksrelaties.
3. Over de persoon van de werker in de kerk
Om vanuit het pastoraat of diaconaat verantwoordelijkheden aan te geven aan gemeenteleden, om hen te helpen met het oefenen en dragen van verantwoordelijkheden, wordt het nodige gevraagd van de persoon van de werker in de kerk. We willen hier enkele dingen zeggen over zijn kennis, houding en vaardigheden.
3.1 Kennis Een werker in de kerk heeft geloofskennis nodig. In dit geval van het huwelijk en het huwelijksleven zoals de Here God dat bedoeld heeft. God heeft in zijn Woord, de bijbel, duidelijke uitleg hierover heeft gegeven, onder andere in Genesis 1 :27 en 28, Genesis 2 :18 - 23, in Hooglied en Spreuken, in Maleachi 2, in Matteüs 5 en 19, in 1 Korintiërs 7 en 13, in Efeze 5 en al die andere teksten die in het huwelijksformulier genoemd worden en die de samenhang laten zien van Gods bedoelingen met het huwelijksleven tussen man en vrouw, ingebed in de gemeente, in de samenleving. Ook heeft de werker in de kerk algemene kennis nodig van de complexiteit van getrouwd zijn en wat er zoal kan meespelen als huwelijken onder druk komen te staan. Deze kennis kan opgedaan zijn in het eigen huwelijk of
pagina 6 v. 23 | Huwelijk en huwelijksmoeiten
vanuit het betrokken zijn op huwelijken van anderen. Je zou dit ook praktische levenswijsheid kunnen noemen. Deze kan aangevuld en verdiept worden door literatuurstudie. Er is veel goede literatuur op dit terrein beschikbaar. Aan het einde van dit artikel staan enkele literatuurtips.
3.2 Houding Een liefdevolle houding is nodig om contact met gemeenteleden op te kunnen bouwen: een houding van respect voor de ander. En voor het anderszijn van de ander. Het zal niet altijd gemakkelijk zijn de ander te begrijpen. Daarvoor is het nodig opmerkzaam te luisteren. Met een respectvolle bejegening en een open luisterhouding, die erop gericht is de ander oprecht te begrijpen, kan de werker in de kerk zijn dienende taak in praktijk brengen.
3.3 Vaardigheden Fijngevoeligheid Het vraagt tact en fijngevoeligheid van werkers in de kerk om een huwelijksrelatie aan de orde te stellen. Het gaat hier immers om een intieme en persoonlijke zaak. Dit speelt vooral als je proeft dat er wat aan de hand is, terwijl het echtpaar er zelf over zwijgt. Maar ook als het door ruzies overduidelijk is dat een huwelijk niet goed loopt. Er is een bepaalde fijngevoeligheid nodig in wat wel en niet bespreekbaar is in een gesprek. Je kunt niet overal naar vragen, er zijn grenzen aan openheid. De grens tussen uitnodigen en onnodig doorvragen is smal. Zeker omdat je lang niet altijd wat kunt doen met informatie die je krijgt. Voor jou als werker in de kerk kan het ook belastend zijn om informatie mee te dragen waar je niets mee kunt. En het gemeentelid kan zich achteraf vervelend voelen, omdat hij meer heeft losgelaten dan hij wilde en omdat hij nu niet weet wat de werker ermee doet. Soms heeft een werker in de kerk een antenne voor signalen. Hij heeft oog voor wat er leeft bij de mensen. Hij beseft dat bepaalde gezinsomstandigheden een zware wissel kunnen trekken op een huwelijksrelatie. Als voorbeelden noemen we de drukke baan van pa, de ziekte van een kind, de zorg voor ouder wordende ouders, werkloosheid of niet meer kunnen werken omdat je afgekeurd bent. Naar aanleiding van wat hij ziet, kan hij op een natuurlijke manier vragen: ‘Kunnen jullie het samen bolwerken?’ of: ‘Hoe gaan jullie hiermee om?’ Als mensen je oprechtheid proeven, zullen ze waarschijnlijk op je vragen ingaan. Ze stellen je belangstelling op prijs. Soms doen ze dat niet. Als voorzetjes als net genoemd niet worden opgepakt, houdt het vooreerst op. Misschien kun je er bij een volgend bezoek nog eens op terugkomen. Vaak kun je nog meer opmaken uit de manier waarop iets gezegd wordt en hoe het echtpaar met elkaar spreekt, dan uit wat de beide echtelieden zeggen.
pagina 7 v. 23 | Huwelijk en huwelijksmoeiten
Communicatieve vaardigheden Ook heeft een werker in de kerk een aantal communicatieve vaardigheden nodig om met gemeenteleden te spreken. We noemen er enkele:
'Kleine aanmoedigingen' geven, die uitnodigen tot verder vertellen, bijvoorbeeld: en toen? en nu? hoezo?
Open vragen stellen, bijvoorbeeld: wat bedoel je daar precies mee? De ander heeft dan de vrijheid om er oppervlakkig of diep op in te gaan.
Samenvatten wat er gezegd is. Dit geeft rust en overzicht in een gesprek En doordat de werker in de kerk op een rijtje zet wat er tot dusver aan de orde geweest is, weet de verteller dat hij gehoord is en dat zijn gesprekspartner goed begrepen heeft waarom het draait.
Actief luisteren, waarbij je tussen de regels door luistert naar achterliggende gevoelens en beweegredenen. Als je deze op het spoor denkt te zijn, maak dit in het gesprek dan concreet en ga na of jouw idee daarover overeenstemt met de ideeën van je gesprekspartner(s)! Een voorbeeld: Ik heb het idee dat je boos wordt als we hierover spreken, klopt dat?
De vaardigheid om gehuwden vanuit Gods Woord te spreken Werkers in de kerk, zeker als zij vanuit het pastoraat spreken met gehuwden, moeten in staat zijn om mensen vanuit Gods Woord aan te spreken in hun eigen situatie. Dat betekent dat zij op het juiste moment met het juiste Woord komen. Ze leggen niet alleen de bijbel uit, maar zijn ook in staat om de betekenis te laten zien van Gods beloften en zijn geboden, in de situatie van gehuwden.
4. Jan, Marijke en Bert, een voorbeeld
De telefoon gaat bij Jan. Het is Marijke. Ze vraagt of Jan, haar wijkouderling, eens tijd heeft om langs te komen, want haar man Bert en zij willen graag met Jan ergens over praten. Een half uurtje later zit Jan aan de koffie bij Marijke en Bert. Al gauw komt het hoge woord eruit: Marijke en Bert hebben ontdekt dat ze in hun huwelijk uit elkaar gegroeid zijn en elkaar weinig meer te zeggen hebben. Ze verschillen te veel. Marijke heeft voorgesteld dat zij eens een paar weken de deur uit zou gaan om te zien of ze eigenlijk nog wel samen met Bert verder wil. Bert is daar nogal van geschrokken, hoewel hij hun relatie weinig meer vindt voorstellen. Vandaar hun telefoontje naar Jan, die ze al jaren kennen. Het lukt wel de dagelijkse gang van zaken in huis op orde te houden, maar ze ontlopen elkaar. Bert zoekt Marijke niet op, want dan moet er weer zonodig (uit)gepraat worden, terwijl Bert zo langzamerhand niet meer weet, waar nu nog weer
pagina 8 v. 23 | Huwelijk en huwelijksmoeiten
over gepraat moet worden, en wat hem bovendien dwars zit: als hij eens met Marijke wil vrijen, geeft ze niet thuis. Marijke mijdt Bert, want als ze maar een beetje toenadering zoekt, wil Bert zo ongeveer meteen met haar naar bed, terwijl zij nu juist behoefte heeft om eens te praten. Gewoon over de dagelijkse dingen, over opvoeden, over het werk van Bert, over hun geloof, over hun relatie. Jan begrijpt dat het er hier om spannen gaat en dat het Marijke menens is. De situatie vindt hij herkenbaar. Niet alleen bij Marijke en Bert, maar tussen Joke, zijn vrouw, en hemzelf spelen van tijd tot tijd dezelfde punten, waar zijzelf ook niet uit zijn. Alleen is Joke gelukkig niet zo heetgebakerd als Marijke. Blaast Marijke de boel ook niet erg op? Het brengt Jan wat van zijn stuk en om tijd te rekken zegt hij: “En nu...?” Tot zover dit voorbeeld. In het voorbeeld van Bert en Marijke komt een aantal aspecten naar voren omtrent het huwelijk, de verwachtingen daarover en de druk op hun huwelijk. Daarover gaan de volgende hoofdstukken.
5. Huwelijken onder druk
Spanningen in een huwelijk zijn meestal ongewenst, maar tevens onvermijdelijk. Maar spanningen zijn ook nodig, hoe vreemd dat misschien ook klinkt. Ze helpen gehuwden namelijk om zich aan te passen aan elkaar, anders gezegd om zich op elkaar af te stemmen. Spanningen kunnen ontstaan door verschillende factoren:
5.1 Afstemmingsproblemen bij jonggetrouwden Je neemt allebei je eigen gezinscultuur mee, je eigen normen en waarden. Om dat bij elkaar te krijgen en zo aan de eenheid in je huwelijk te werken, moet je samen door conflicten heen. Bij Marijke thuis was het normaal alle verjaardagen te bezoeken en met elkaar bij te praten. Daarmee liet je zien dat je om elkaar gaf. Bij Bert thuis uitte je genegenheid o.a. door bij elkaar te klussen, maar verjaardagen waren geen dagen waarop je elkaar opzocht. Het is voorstelbaar dat zowel Marijke als Bert vorm willen geven aan eigen gewoontes, juist omdat er een diepere betekenis aan vast zit. Zolang die achterliggende betekenis niet in het gesprek aan de orde komt, wordt het touwtrekken wie zijn zin krijgt en vindt er geen echte afstemming plaats.
pagina 9 v. 23 | Huwelijk en huwelijksmoeiten
5.2 Tegenvallende verwachtingen Karaktertrekjes van de ander die je voor je huwelijk niet zo prettig vond, kunnen in je huwelijk uitgroeien tot onoverbrugbare barrières. Temeer nu je tot de ontdekking bent gekomen dat ze hardnekkig voortleven. Voordien dacht je luchthartig: dat verander ik wel aan hem of haar, als we maar eerst getrouwd zijn. Nu weet je wel beter: het lukt je niet.
5.3 Interne crisis Het gaat hier om een crisis die van binnenuit komt. Er is sprake van een interne crisis als bijvoorbeeld bij één van de partners oud zeer naar boven komt, dat verwerkt moet worden. Gevolgen van pesten, incest, affectieve verwaarlozing, gestagneerde rouw. Marijke heeft dat ervaren, toen hun oudste dochter Irene voor het eerst naar het voortgezet onderwijs ging. Marijke denkt opeens terug aan haar eigen tijd op het voortgezet onderwijs. Ze heeft er moeilijke jaren gehad, doordat ze gepest werd. Ze is toen in bescherming genomen door een leraar, die later bijbedoelingen bleek te hebben. Hier heeft Marijke nooit over gepraat, maar door de leeftijd van haar dochter werden haar misbruikervaringen onverwacht actueel.
5.4 Externe crisis Een externe crisis komt van buitenaf. Een voorbeeld is het overlijden van een kind. Als man en vrouw verlies je allebei een eigen kind. Je moet allebei tegelijk door een eigen rouwproces heen op je eigen manier. Dat kan zoveel van je vragen, dat er niet genoeg ruimte of energie overblijft om de ander op te vangen. Maar die ander heeft jou juist wel hard nodig! Vanuit dit oogpunt valt te begrijpen dat meer dan eenderde van de huwelijken strandt na het overlijden van een kind. Andere verliezen, zoals verlies van werk of van gezondheid, zijn eveneens crises die je van buitenaf kunnen overkomen en die een zware wissel op je huwelijk kunnen trekken.
5.5 Ontwikkelingscrisis Een huwelijk is steeds in ontwikkeling. De relatie maakt verschillende fasen door. Bij elke overgang naar een andere fase in je huwelijk kan zo'n crisis ontstaan. We noemen kort een aantal fases: 1. De eerste huwelijksjaren 2. Het jonge gezin
pagina 10 v. 23 | Huwelijk en huwelijksmoeiten
3. De opbouw van gezin en carrière 4. De middenjaren, ruwweg tussen de veertig en zestig jaar 5. Rijping, tussen de vijftig en zeventig jaar 6. Ouderdom4 De komst van kinderen bijvoorbeeld test de kwaliteit van je huwelijksrelatie, de sterkte van je liefdesband. Maar ook als het nest weer leeg is, kan dat je relatie onder druk zetten. Na al die jaren kom je elkaar weer tegen, zonder dat de kinderen als samenbindende factor fungeren. Je zult opnieuw de balans in je relatie moeten hervinden, in een situatie die veranderd is. Naar aanleiding van de situatie tussen Bert en Marijke blijkt het volgende. Er is bij beiden nogal wat teleurstelling aanwezig over hoe het in hun huwelijk gaat. Beiden willen meer samen doen. Alleen, daar denken ze verschillend over. Marijke wil meer praten, Bert wil meer seksueel geladen contact. Beiden claimen een recht op wat zijzelf willen, want ze zijn getrouwd om met elkaar samen te leven, om elkaar aan te vullen en elkaar lief te hebben en te dienen. Dit zijn bekende woorden, bijbelse taal, maar de praktijk blijkt weerbarstig. Het loopt spaak in dit verhaal omdat Marijke en Bert hun liefde niet meer op elkaar richten. Ze ervaren te veel verschil en te weinig contact. Hoe zit het eigenlijk met die verschillen tussen Marijke en Bert en, meer in het algemeen, met de verschillen tussen man en vrouw?
6. Verschillen en overeenkomsten tussen man en vrouw
6.1 Verschil in geaardheid Het is niet voor niets dat in de bijbel staat dat de Here God de vrouw schiep als hulp tegenover haar man, als hulp die bij hem past. Man én vrouw schiep Hij hen (Gen.1: 28). Daaruit blijkt hun verschillende aard. Dank zij hun verschillend zijn kunnen man en vrouw elkaar ontmoeten en elkaar aanvullen om samen mens te zijn. Mannelijke kenmerken liggen doorgaans meer op het vlak van kracht, activiteiten, doen, zelfstandigheid, probleemoplossend bezig zijn, meer rationeel optreden. Vrouwen kenmerken zich doorgaans doordat ze ontvankelijk zijn, gericht op harmonie, gericht op het delen van gedachten en gevoelens, problemen samen willen bespreken, relatiegericht zijn, waarbij de relatie zelf het doel is. Veel mannen zijn eraan gewend hun problemen alleen op te lossen. Achteraf kunnen ze er, soms wel, soms niet, met hun vrouw over praten. Als vrouwen 4
Deze fasen zijn bijv. beschreven door L.M. Vreugdenhil in Liefdevol oog en open oor,
blz. 153 - 157.
pagina 11 v. 23 | Huwelijk en huwelijksmoeiten
problemen ervaren, hebben zij vaak meer behoefte te delen wat hun innerlijk beroert. Bij vrouwen draait het om erkenning van wat er in hen leeft en wat voor hen waarde heeft. Hoewel vrouwen eveneens zelf verantwoordelijk zijn voor het oplossen van eigen problemen, is het voor hen vaak belangrijk dat hun man hen hoort in hun overwegingen om tot een besluit te komen. Vrouwen kunnen zich gekleineerd en betutteld voelen door hun man als zij van hem direct oplossingen krijgen, want daar ging het hen niet om. Mannen kunnen zich dan juist afgewezen voelen, want door mee te denken in oplossingen tonen zij nu juist dat ze van hun vrouw houden. Hierbij moet nog wel een opmerking worden gemaakt. De beschreven kenmerken gelden in het algemeen voor mannen en vrouwen. Dé man en dé vrouw bestaan niet. En het kan best zo zijn, dat in een bepaalde relatie de man juist meer zgn. vrouwelijke kenmerken laat zien en de vrouw meer mannelijke kenmerken. Dat laatste speelt veel in relaties van deze tijd: de man begeeft zich op het 'gebied' van de vrouw in gevoeligheid, relatiegerichtheid enzovoort. De vrouw van deze tijd is door haar opleiding en mogelijkheden tot ontplooiing vaak veel zelfstandiger en rationeler bezig dan de vrouw van vorige generaties. Als in huwelijken men toch het bovenomschreven algemene patroon verlangt, ontstaan er dikwijls spanningen.
6.2 Overeenkomst in basisbehoeften Mannen en vrouwen zijn naar hun aard verschillend. Toch heeft elk mens dezelfde basisbehoeften: een veilige plek, voeding, ondersteuning, bescherming en begrenzing. Als in je kinderjaren voldoende aan deze basisbehoeften is voldaan, voel je je welkom en geliefd en bouw je (zelf)vertrouwen op. Als je dan volwassen bent geworden, kun je aangeven wat jij van de ander nodig hebt en kun je de ander daarom vragen. Je kunt delen wat je denkt en voelt en dat bewerkt intimiteit in je huwelijk.
6.3 Verschil in behoeften Volgens de Amerikaanse psycholoog W.F. Harley jr.5 hebben in het algemeen mannen en vrouwen dezelfde emotionele basisbehoeften, er is alleen wel verschil in volgorde van belangrijkheid. Hij onderscheidt totaal 10 emotionele basisbehoeften en geeft hiervoor de volgende rangorde voor mannen en vrouwen:
Harley jr., Willard F., Wat wil hij, wat wil zij? Bouwen aan een onverwoestbaar huwelijk, 1994. 5
pagina 12 v. 23 | Huwelijk en huwelijksmoeiten
Mannen:
Vrouwen:
1. Seksuele bevrediging
1. Genegenheid
2. Kameraadschap
2. Conversatie
3. Lichamelijke
3. Eerlijkheid en openheid
aantrekkingskracht 4. Huiselijke steun
4. Financiële verzorging 5. Toewijding aan het gezin
5. Bewondering Als mannen en vrouwen elkaars belangrijkste behoeften (leren) kennen, kunnen zij daarop inspelen, waardoor zij zullen groeien in de liefde tot elkaar. Volgens Harley worden ze daardoor zelfs onweerstaanbaar voor elkaar!
6.4 Verschil in liefdestaal Mensen kunnen op verschillende manieren liefde uiten en ervaren. Gary Chapman gebruikt hiervoor het begrip 'liefdestaal'6. Liefdestaal kan heel verschillend zijn. Je spreekt er allebei je eigen 'moedertaal' in. Dat wil zeggen dat je de eerste liefdestaal leert in het gezin waar je opgegroeid bent. Je leert de moedertaal dus van je ouders, je broers en zussen. In het ene gezin laat je liefde blijken door positieve woorden en bemoediging. In het andere door cadeautjes geven. Of door samenzijn waarbij je je aandacht helemaal op elkaar richt. Of door lichamelijk contact. Of door hulpvaardigheid. De liefdestaal die je geleerd hebt, neem je mee je huwelijk in. Die 'spreek' je. Denk maar aan het voorbeeld van Bert en Marijke: Marijke spreekt haar liefdestaal door alle verjaardagen af te lopen. Bert uit zijn liefde door te willen klussen. Op het moment dat zij elkaar vertellen, waarom de één alle verjaardagen wil aflopen en de ander dat niet wil, maar wel bij familie klusjes wil opknappen, wordt duidelijk dat zij allebei hun genegenheid willen uiten, maar wel in een voor hen begrijpelijke liefdestaal en dat is hun eigen moedertaal. Om elkaar te begrijpen, is het nodig de moedertaal van de ander te spreken en elkaar te vertellen wat je precies nodig hebt van de ander. Van belang is dat je concreet aangeeft wat je nodig hebt om je eigen reservoir van liefde, je eigen emotionele liefdestank gevuld te houden. Als je eigen emotionele liefdestank gevuld is, kun je geven zonder bijbedoeling, dat wil zeggen zonder dat je er iets voor terug hoeft te ontvangen.
6
Chapman, Gary, De vijf talen van de liefde, 1996.
pagina 13 v. 23 | Huwelijk en huwelijksmoeiten
6.5 Verschil in verwachtingen Soms verwachten mensen in hun huwelijk te krijgen van de ander wat ze tot dusver gemist hebben. Ze verwachten dat hun echtgenoot dit gemis zal goedmaken. In het voorbeeld van Marijke en Bert zou het heel goed kunnen dat Bert een bloeiende seksuele relatie verwacht had, gelegitimeerd door getrouwd zijn, en dat Marijke harmonieuze gesprekken verwachtte. Gesprekken die haar zouden vormen. Verwachtingen hebben is eigenlijk heel mooi, vooral als je samen aan de verwezenlijking ervan kunt werken. Zo kun je elkaar als gehuwden veel geven. Maar er kunnen ook verwachtingen zijn, die niet reëel zijn. Bijvoorbeeld als mensen getrouwd zijn om het ouderlijk huis, eenzaamheid of andere problemen te ontvluchten en tegelijk (maar niet duidelijk uitgesproken) van de ander verwachten dat hij of zij dat goed maakt. In een relatie moet je leren je verwachtingen bij te stellen. Je partner is in de meeste gevallen nu éénmaal niet in staat om al je verwachtingen te vervullen. En het wordt helemaal lastig, als hij niet goed weet welke verwachtingen je van hem hebt.
6.6 Verschil in (het spreken over) het gevoelsleven Vrouwen en mannen verschillen in gevoelsleven. Vrouwen hebben de naam gevoeliger te zijn dan mannen. Vaak zijn ze dat. Soms ook niet. Doordat vrouwen gemakkelijker over gevoelens kunnen praten, wordt de suggestie gewekt, dat zij ook gemakkelijk hun gevoelens uiten. Dat is niet zo. Wie over gevoelens praat, hoeft nog niet vanuit gevoelens te praten, laat staan ze te uiten. Daar zit namelijk een groot verschil tussen en dat wordt lag niet altijd opgemerkt. Mannen, en zeker de ouderen, zijn meer getraind om hun gevoelens niet of minder te laten zien, want dat werd vroeger met zwakte in verband gebracht en werd als niet-mannelijk gezien.
6.7 Gevoelens herkennen Een ander punt is dat gevoelens elkaar kunnen overdekken. Ze zijn dan moeilijk herkenbaar. Iemand kan ervaren dat hij bang is, terwijl er boosheid onder zit. Je agressie voelen is dan te bedreigend. Andersom kan ook: boos worden, terwijl je eigenlijk bang bent. Maatschappelijk was lange tijd de norm: meisjes mogen zich uiten in huilen als ze verdrietig zijn. Meisjes mogen niet kwaad worden. Logisch, dat meisjes leerden te gaan huilen als ze boos waren. Bij jongens verliep het socialisatieproces vaak net andersom. Jongens werden geacht sterk te zijn, boos worden was toegestaan. Je mocht echter niet bij het minste of geringste gaan huilen als je verdriet had. Wat hebben jongens
pagina 14 v. 23 | Huwelijk en huwelijksmoeiten
dus geleerd? Als je verdrietig bent, laat je dat niet merken. Dus reageren ze vaak kwaad of onverschillig als ze verdrietig zijn. Zo kun je op het verkeerde been gezet worden als je niet door hebt dat gevoelens elkaar kunnen overdekken. Als een vrouw niet doorziet dat achter de kwaadheid van haar man verdriet kan schuil gaan en als een man niet door heeft dat achter de tranen van zijn vrouw (machteloze) woede kan zitten, leidt dit geheid tot meer verwijdering. Omdat het hier om veelal onbewuste processen gaat, ben je voor elkaar niet meer te begrijpen.
6.8 Omgaan met schuldgevoelens Wie in een problematisch huwelijk leeft, kan gekweld worden door schuldgevoel, omdat het allemaal zo tegenvalt en het maar niet lukt om uit de problemen te komen. Christenen gaan soms extra gebukt onder schuldgevoelens tegenover God, die het huwelijk mooi bedoeld heeft.
6.9 Verschil in behoefte aan seksualiteit en beleving van seksualiteit God heeft de mens ook seksueel geschapen. Genieten van je seksualiteit is mooi. Als je je in vrijheid seksueel aan elkaar kunt geven, maakt dat je relatie tot een echte en hechte huwelijksrelatie. Maar voor het zover is… dan ben je heel wat stappen verder, omdat ook hierin verschillen zichtbaar worden. In het algemeen hebben vrouwen het nodig zich geliefd te voelen door hun man. Vrouwen kunnen zich volledig lichamelijk en geestelijk geven als ze uitgerijpt zijn in hun vrouwelijkheid. Als er een vrouwelijk zelfbewustzijn in trots en kracht is gegroeid. Aan dat laatste hapert het nog wel eens. Mannen en vrouwen hebben naar hun aard behoefte aan seks. Leeftijd en sekse zijn hierin een factor van betekenis. Jonge mannen bij wie de hormonen door hun lijf gieren, hebben vaak een grotere behoefte aan vrijen en geslachtsgemeenschap dan vrouwen. Dat kan de liefde voor hun vrouw verdiepen. Waar vrouwen veelal ontvankelijk zijn en genieten van zachte vormen van vrijen en intimiteit, hebben mannen vaak daadkracht en behoefte aan vrijen uitmondend in geslachtsgemeenschap. (Het kan ook anders, afhankelijk van ieders eigen gezond uitgerijpt seksueel bewustzijn). Het is belangrijk voor mannen en vrouwen zich te realiseren dat seksualiteit een veelomvattend begrip is dat je leven (met elkaar) doortrekt en dat veel meer is dan enkel seks gelegitimeerd door het huwelijk. Een voor beiden bevredigend seksueel leven met elkaar werkt als een barometer voor de kwaliteit van je huwelijk. Maar je moet allebei wel groeien in een seksuele relatie. Je mag elkaar daarin leren kennen en zo steeds dichter bij elkaar komen. Je mag elkaar in het naakte bestaan zien en bewonderen.
pagina 15 v. 23 | Huwelijk en huwelijksmoeiten
Het is voor man en vrouw belangrijk te praten over wat fijn is en wat niet, wat er mooi is aan de ander en aan zichzelf. Waar geniet je van en wat wil je graag dat de ander bij je doet, en wat wil jij graag bij de ander doen, zodat je elkaar bevestigt en lichamelijk en geestelijk naar elkaar toe kunt groeien.
6.9 Belemmeringen in de ontwikkeling van de seksuele relatie. Ieder mens ervaart in de loop van zijn leven teleurstelling, verdriet of pijn. Al deze ervaringen leiden tot kleine of grotere beschadigingen in je persoonlijkheid. Ook op seksueel gebied kunnen mensen beschadigd zijn, bijvoorbeeld vanwege eerder opgedane nare ervaringen. En dat heeft weer nadelige gevolgen voor een gezonde ontwikkeling in de lichamelijke relatie. Een zwak gevoel van eigenwaarde kan eveneens belemmerend werken. Voor vrouwen kan dit betekenen, dat zij de minnares in zichzelf niet ontdekken en deze niet kunnen vorm geven in hun relatie. Ook mannen kunnen klem komen te zitten vanwege een zwak gevoel van eigenwaarde, vanwege angst om te falen of als ze geen weg weten met sterke seksuele activiteit in hun lichaam, waarbij ze zich opgejaagd voelen door hormonen of prestatiedwang. Dan is het verleidelijk dat ze zich uit de relatie terugtrekken en zich laten vollopen met seksuele prikkels via de pornokanalen op TV via Interne7t en vervolgens klaarkomen met zichzelf of via hun partner. Het is mogelijk, dat een man daardoor zulke eisen aan zijn vrouw gaat stellen, dat zij zich een hoer gaat voelen. Een vrouw met een zwak gevoel van eigenwaarde voelt zich niet in staat te weigeren vanuit twijfels over zichzelf ('ik zal wel niet normaal zijn') of vanuit een verkrampt verantwoordelijkheidsidee ('ik moet mijn man terwille zijn'). Dit heeft echter niets te maken met een seksuele relatie die je samen opbouwt, waarbij je respectvol met elkaar wilt omgaan en elkaars grenzen accepteert. Het vraagt oefening in liefde en geduld om hierin te groeien.
7. Wat is nodig voor een rijpend huwelijksleven?
7.1 Investeren in elkaar Heel belangrijk voor een goed huwelijksleven is, dat echtparen investeren in elkaar. In de eerste plaats door de tijd nemen voor elkaar. Of tijd inplannen,
7
Zie ook het artikel Seksverslaving
pagina 16 v. 23 | Huwelijk en huwelijksmoeiten
vanwege alle drukte en sleur. Daarbij gaat het niet alleen om tijd, maar ook om rust. Dan kun je je aandacht op elkaar richten. Je kunt je belangstelling tonen. Je kunt praten. Je kunt overleggen. Je kunt vrijen. Je kunt bidden. Je kunt samen zijn. Je kunt je conflicten uitpraten. Wat dat laatste betreft, ook in conflict zit je liefde: je bent op elkaar betrokken, maar je durft je nog niet kwetsbaar te maken en je schuilt in hardheid en verwijt. Achter elk verwijt gaat een behoefte schuil. Het vraagt bereidheid dat te willen zien. Liefde is een werkwoord en werken vraagt tijd en overleg. Dat betekent dat je nooit klaar bent. Je bent nooit uitgeleerd als het gaat om liefde en om de relatie met elkaar. Investeren in elkaar en in de liefde tot elkaar doe je door met elkaar te leven en met elkaar te spreken. Zo kun je leren geven, leren ontvangen en leren vragen. Je leert dat liefde toenadering is, maar ook terugtrekken. Dat rijpe liefde ruimte laat voor het anderszijn van de ander, leefruimte. Dat vraagt veel van elke partner, omdat je telkens opnieuw moet investeren. Liefde vraagt ook, dat je het belang van de ander zoekt en dat je bereid bent je eigen belang op te geven ter wille van je relatie. In die zin worden soms offers gevraagd. Offeren is echter iets anders dan jezelf opofferen. In dat geval cijfer je jezelf weg en verdwijn je eigenlijk uit de relatie. Opofferen is een moeten vanuit plichtsgevoel, waarbij je liefde bevriest, offeren is geven vanuit vrije wil. Offeren kent grenzen, jezelf opofferen niet
7.2 Leren leven met verschillen Voor een rijpend huwelijksleven is nodig, dat je verschillen in gevoelens, in beleving, in opvattingen onderkent én accepteert. In een relatie kun je een ander niet veranderen, maar je moet het ook niet willen. Het werkt juist bevrijdend en opbouwend voor je relatie als je stopt met het willen veranderen van de ander naar jouw beeld. Als beiden zichzelf geaccepteerd weten door de ander en zichzelf mogen zijn, zal hun relatie hierdoor opbloeien.
7.3 Constructief ruzie maken Vanuit de acceptatie van de verschillen tussen elkaar kun je elkaar werkelijk ontmoeten. Hierbij is ruzie maken onontbeerlijk. Ruzie betekent eigenlijk: verschil durven maken. Je durft uit te spreken dat er verschillen zijn. Nu kun je ook ruzie maken op een manier waarmee je verder komt. Deze manier wordt ook wel constructief ruzie maken of onderhandelen genoemd. Constructief ruzie maken kent een aantal fasen die voor de nieuwsgierige lezer hieronder zijn uitgewerkt.
pagina 17 v. 23 | Huwelijk en huwelijksmoeiten
1.
Je kiest een onderwerp waarover je beiden voldoende van mening verschilt als gezamenlijk uitgangspunt. Het komt soms voor dat je geen overeenstemming vindt in de keuze van een geschilonderwerp. Je vindt beiden een ander onderwerp belangrijker of je weet niets te bedenken. Lees dan maar even niet verder, want dan zit je óf nog zo in de machtsstrijd dat je niet aan toe bent om werkelijk iets uit te praten, óf je hebt elkaar al lang niets meer te vertellen, zodat geen onderwerp meer boeiend genoeg is om aan te pakken.
2.
Als er overeenstemming is over het meningsverschil dat je aan de orde wilt hebben, vertel je om beurten wat je ten aanzien hiervan nu precies wilt. Daarbij is noodzakelijk dat de één letterlijk herhaalt wat de ander precies wil. Op deze manier leer je goed luisteren en afstemmen zonder dat je het met elkaar eens hoeft te zijn. Beide partners maken hun 'eis' zo groot mogelijk.
3.
Dan volgt de fase waarin je allebei, ook weer om beurten en nadat je de ander (letterlijk) begrepen hebt, je dieper liggende motieven geeft van waaruit dit ene punt zo'n emotioneel gewicht voor je heeft. Dit vraagt over en weer bereidheid tot je echt verdiepen in de motieven en achterliggende gevoelens van de ander.
4.
Vanuit werkelijk gevoeld begrip ontstaat bereidheid tot geven en kun je je eigen belang (voor een gedeelte) loslaten. Dit is de fase van toe geven, van compromis. In kleine stapjes kom je naar de ander toe. Doseren is hierin van belang. Anders loop je het risico dat je te veel gaat geven, omdat je op dat moment mild geworden bent en je liefde voor de ander weer echt voelt. Als je meer geeft dan op dat moment gevraagd wordt, ga je voorbij aan de rek in je eigen grenzen en is de kans groot dat je je toezeggingen later niet waar kunt maken.
5.
In de laatste fase bevestig je het compromis in concrete afspraken: plaats, datum, tijd. Deze fase houdt stand zolang je er beiden emotioneel bij betrokken blijft. Als er na enige tijd sleur optreedt, en dat gebeurt vast wel, begin je weer opnieuw bij fase 1.
Aan deze vorm van ruzie maken zit een voorwaarde vast. Je kunt pas onderhandelen over verschilpunten tussen elkaar als je vooraf jezelf de vraag gesteld hebt óf dit verschilpunt onderhandelbaar is. Dat wil zeggen: óf jij in principe bereid bent tot het sluiten van een compromis. Als je vooraf al weet dat een bepaald punt voor jou niet onderhandelbaar is (en dat kan), is het beter dat te zeggen. Je doet er goed aan dan een ander verschilpunt te kiezen, waarover je wel bereid bent tot het sluiten van een compromis, ook al weet je van tevoren niet hoe dat compromis eruit zal zien.
pagina 18 v. 23 | Huwelijk en huwelijksmoeiten
8. Valkuilen en richtlijnen voor de werkers in de kerk
Het pad van werkers in de kerk zit vol voetangels en klemmen. Daarom nemen we in dit hoofdstuk voor hen nog enkele valkuilen en richtlijnen op.
8.1 Eigen ervaringen van de werker in de kerk Als werker in de kerk praat je nooit blanco. Je neemt altijd je eigen ervaringen mee, ook waar het om het huwelijk gaat. Als je getrouwd bent, werkt je eigen huwelijk ongemerkt als blauwdruk voor andere huwelijken. Als je niet (meer) getrouwd bent, put je uit herinneringen uit je eigen huwelijk of uit het huwelijk van je ouders. Indirect komen je eigen visie, opvattingen en ervaringen in het gesprek mee. Het is belangrijk om je dat bewust te zijn. In het voorbeeld van Bert en Marijke was het wel prettig dat Jan zich kan inleven in hun situatie vanuit zijn eigen ervaringen. Hij kon eerder begrip opbrengen vanuit deze herkenning. Anderzijds bestaat er het risico, dat Jan op grond van zijn eigen situatie niet meer onbevangen luistert en partij kiest. Als werker in de kerk dien je je ervan bewust te zijn, dat de situatie die je aantreft misschien wel heel anders kan zijn dan je in eerste instantie inschat. Het is dan ook belangrijk om je eigen ervaringen even aan de kant te zetten en je voldoende te verdiepen in wat er nu eigenlijk speelt bij het echtpaar. Vaak blijkt, dat het dan toch anders is dan je eerst dacht.
8.2 Niet alleen aandacht voor huwelijken met problemen Eerder schreven we, dat gemeenten een zekere verantwoordelijkheid dragen voor huwelijken en gehuwden. Werkers in de kerk zouden daarom niet pas in actie moeten komen als duidelijk wordt dat er bepaalde moeiten zijn. Jan was in feite al veel te laat bij Bert en Marijke. Beter is het om in het pastoraat en diaconaat in zijn algemeenheid aandacht te hebben voor het huwelijk. Zeker omdat Jan het echtpaar al langer kende, had hij best eens eerder voorzichtig de relatie ter sprake kunnen brengen.
pagina 19 v. 23 | Huwelijk en huwelijksmoeiten
8.3. Partij kiezen Wie met gehuwden spreekt, kan veel te horen krijgen. Er bestaat dan een risico dat je partijdig wordt, bijvoorbeeld op grond van herkenning (in het voorbeeld van Bert en Marijke). Maar ook vanuit emotionele betrokkenheid kun je partij kiezen voor de één of de ander, bijvoorbeeld als je hoort van een vrouw dat zij op bizarre manieren beschikbaar moet zijn voor de seksuele behoeften van haar man. Je wordt verontwaardigd en je veroordeelt de man. Op het eerste gezicht is dat logisch. Toch moet een werker in de kerk ervoor waken zich te snel door deze veroordeling, en daarmee voor het feit dat hij partij heeft gekozen, te laten leiden. Bij nader doorspreken met het echtpaar, kan achter het verhaal wel iets anders zitten, bijvoorbeeld een verwrongen behoefte, of een emotionele beschadiging van de vrouw. Partij kiezen is een gevaarlijke valkuil voor een werker in de kerk. Het is eigenlijk een kunst om niet partijdig te worden. Wees je daarom als werker in de kerk altijd bewust van deze valkuil. Wanneer je het idee hebt dat je toch partij kiest en je wilt weer neutraal kunnen zijn om ruimte te hebben voor het verhaal van de ander, benoem dat zo nodig dan tactvol. Het is ook goed dat je ervan bewust bent, dat een huwelijkspartner-inproblemen er (bewust of onbewust) op uit is om jou tot bondgenoot te maken. Wanneer je dan partij kiest voor de één, ben je de ander kwijt. Soms is het echter onmogelijk om emotioneel gezien geen partij te kiezen. Omdat kerkelijke zorg vanuit pastoraat en/of diaconaat zich wel naar beiden uitstrekt, doe je er goed aan in zo'n situatie de hulp van een andere werker in de kerk in te roepen, die emotioneel wel beschikbaar is voor de ander.
8.4. Met wie praat je? Het maakt nogal verschil of je met beide partners praat, of met één van hen. Als je met één van de partners praat, krijg je ongemerkt informatie mee over de ander, terwijl deze die informatie misschien nog niet aan jou kwijt wilde of er een andere betekenis aan geeft. Aan de andere kant, als je met man en vrouw tegelijk praat, kunnen mensen belangrijke dingen verzwijgen. Bijvoorbeeld uit angst voor de ander, of om de ander niet te kwetsen. De vraag 'met wie praat je?' kan lastig zijn te beantwoorden. Je kunt ook niet op voorhand zeggen wat het beste is. In het algemeen heeft in de hulpverlening praten met beiden de voorkeur, om de één geen voorsprong te geven op de ander.
pagina 20 v. 23 | Huwelijk en huwelijksmoeiten
8.5. Adviezen geven In het algemeen moet een werker in de kerk zich ervoor waken om ongevraagd met adviezen te komen. Maar als je gevraagd wordt om adviezen te geven en je hebt er één, geef die dan gerust. Verwacht echter niet altijd dat je advies opgevolgd wordt. De ander dient zelf te kiezen of hij het advies opvolgt of niet. Op die manier blijft de verantwoordelijkheid waar ze hoort, namelijk bij degene met het probleem. Door spaarzaam met adviezen te komen, doe je een appèl op het gezonde verstand en het gezonde gevoel van de ander, zodat hij of zij eerder eigen oplossingen zoekt. Dat verhoogt tevens het zelfrespect van je gesprekspartner. Daarnaast voorkom je uitputting bij jezelf, omdat je anders wellicht te sterk meeleeft en steeds nieuwe oplossingen moet bedenken. Een ander punt is, dat je een echtpaar natuurlijk wel kunt ondersteunen om het eigenlijke probleem helder te krijgen. Als een echtpaar er samen over eens is wat nu eigenlijk het belangrijkste probleem is, kan ze vervolgens beter op zoek gaan naar mogelijke oplossingen. En waarschijnlijk kan het echtpaar dan ook beter aangeven aan de werker in de kerk op welk punt er behoefte bestaat aan een advies.
8.6. Eigene van pastoraat en diaconaat Een werker in de kerk spreekt met gehuwden in een pastorale of diaconale setting. Dat is per definitie een ander soort gesprek dan het gesprek tussen bijvoorbeeld een therapeut en gehuwden. In het laatste geval gaat het om een gesprek tussen drie mensen over de intermenselijke relatie. Het eigene, en ook het bijzondere, van pastorale (en ook diaconale) gesprekken is, dat het niet blijft bij een gesprek tussen twee of drie mensen. De Here Jezus Christus wil er namelijk zelf bij zijn, door de werking van zijn Woord en Geest. Hij wil ook op die manier aan verandering werken. Het blijft daarom niet een intermenselijk gesprek, waarin mensen het alleen moeten klaren. De machtige Derde in het gesprek maakt verandering mogelijk. Ook blijft het niet bij het spreken over de intermenselijke relatie, omdat in de meeste gevallen ook de geestelijke dimensie aandacht krijgt, al zal dat in het ene gesprek duidelijker naar voren komen dan het andere. Een werker in de kerk zal zich steeds willen realiseren wat nu het eigenlijke is van zijn werk. Waarom spreekt hij met de gehuwden en wat zou een gesprek voor hen moeten opleveren?
pagina 21 v. 23 | Huwelijk en huwelijksmoeiten
8.7. Nog een paar algemene richtlijnen
Een valkuil bij adviseren kan zijn, dat iemand de volgende keer tegen je zegt: 'Ik heb gedaan wat je zei, maar het helpt niet, hoor'. Ga daarom na, hoe iemand met jouw raad omgaat. Voor je het weet ligt de verantwoordelijkheid voor de oplossingen bij jou, omdat je onderdeel bent geworden van het systeem van de ander. En dat is nu net niet de bedoeling.
Je kunt in gesprekken uitnodigen tot openheid, maar de beslissing hierover blijft bij de ander. Daar kun je niet in dwingen. Veel hangt van je houding en je vaardigheden in het gesprek af.
Je kunt open en eerlijk zijn over jezelf vanuit herkenning. Je kunt checken of de ander hier iets aan heeft. Dat maakt gelijkwaardig en biedt opening in gesprek.
Het is belangrijk je eigen grenzen in de gaten te houden in wat je wel en niet kunt.
Het is ook belangrijk in de gaten houden wat jouw bedoeling is met het spreken met een echtpaar en na te gaan of die overeenkomt en blijft overeenkomen met je pastorale of diaconale opdracht.
Je hoeft zelf niet alles te weten; je kunt te rade gaan bij of doorverwijzen naar wijze gemeenteleden of naar de hulpverlening.
8.8. Kerkelijke zorg en hulpverlening Kerkelijke zorg via pastoraat en diaconaat en hulpverlening kunnen op hetzelfde terrein werkzaam zijn. Het is zelfs mogelijk dat er overlap in dit werk zit. Het is dan ook niet altijd goed mogelijk om scherp de grenzen tussen beide aan te geven. Waar eindigen pastoraat en diaconaat en waar begint de hulpverlening? In het algemeen moet een werker in de kerk ervoor oppassen dat hij voor therapeut gaat spelen. Hij doet er goed aan zich steeds te realiseren wat nu het eigene is van zijn werk en met welk doel hij de gehuwden bezoekt. Als een echtpaar via professionele hulp aan verbetering van de relatie wil werken, betekent dat nog niet dat het pastoraat en diaconaat voorbij zijn. Werkers in de kerk hebben een eigen taak op dit terrein. Tijdens therapie kunnen zij pastoraal en diaconaal actief zijn door een luisterend oor te bieden, door mee te leven, door te bemoedigen vanuit Gods Woord en door samen met het echtpaar te bidden of voor hen te bidden. Dit geldt zelfs in situaties die menselijk gesproken uitzichtloos zijn en die bijna zeker tot een echtscheiding zullen leiden. Wat hebben echtparen (en niet te vergeten hun kinderen, als zij die hebben!) ook in deze situaties het meeleven, de ondersteuning en het gebed van werkers in de kerk hard nodig. Overleg tussen kerkelijke zorg en hulpverlening kan gewenst zijn, bijvoorbeeld om te vermijden dat de werker in de kerk en de hulpverlener tegen elkaar uitgespeeld worden, of om te voorkomen dat ze elkaar
pagina 22 v. 23 | Huwelijk en huwelijksmoeiten
tegenwerken, zonder dat ze dit van elkaar weten. Een algemene regel hierbij is, dat dit overleg nooit zonder toestemming van de betrokkenen plaatsvindt. Zij moeten weten wat er over hen besproken gaat worden. Pas als zij hiervoor toestemming geven, kan overleg plaatsvinden. En als het zover is, hoeven de werker in de kerk en de hulpverlener zeker niet in details over de situatie te spreken. Vaak is dit ook niet mogelijk, want beiden kennen een vorm van geheimhoudingsplicht. Belangrijk is wel, dat ze van elkaar weten wat ze willen bereiken met hun zorg of met hun hulp en hoe ze daaraan willen werken. Anders gezegd: het gaat hier om het afstemmen van doelen en van beleidslijnen.
9. Ten slotte
Zoveel huwelijken als er zijn, zoveel invulling door echtparen. Het ene stel is tevreden met maatje van elkaar zijn in activiteiten. Het andere echtpaar heeft genoeg aan koetjes- en kalfjesgesprekken en weer een ander echtpaar wil gevoelens delen en intimiteit daarin. Voor hen zijn affectieve relaties essentieel. Wat dat betreft is er veel verschil en dat mag er zijn. Janny E. de Jong – Smit. April 2006
Janny de Jong heeft een therapiepraktijk in Drachten. Ze geeft relatietherapie, een cursus Relatieverbetering en een huwelijkscursus voor jonge mensen.
Naar boven
pagina 23 v. 23 | Huwelijk en huwelijksmoeiten
Gebruikte literatuur
CGK, GKV en NGK te Enschede, Kerkelijke zorg voor het huwelijk, beleidsnotitie, Enschede, 2005. Chapman, Gary, De vijf talen van de liefde, Vaassen, 1996. Harley jr., Willard.F., Wat wil hij, wat wil zij? Bouwen aan een onverwoestbaar huwelijk, Hoornaar, 1996. Vreugdenhil, L.M., Geschapen voor elkaars geluk, Pastoraat rond huwelijk en seksualiteit, in: Van der Meulen, dr. H.C., Liefdevol oog en open oor, Handboek pastoraat in de christelijke gemeente, Zoetermeer, 2001.
Literatuurtips
Dam, H.P. e.a., Huwen en houden, lees- en werkboek voor een huwelijkscursus, GSEV-reeks 35, Barneveld, 1996 (niet meer via de boekhandel verkrijgbaar). Doornenbal, Wil en Wattez, Cobi, Samen verder, inzichten en oefeningen voor je relatie, Zoetermeer, 2004. Groningen, H. van, Samen praten, over communicatie in het huwelijk, Heerenveen, 2001. Vergunst, drs. P.J. (eindredactie), Trouw en liefde, over pastoraat in het huwelijk, Heerenveen, 2001. Zie ook we websites: www.huwelijkstoerusting.nl (Raad van advies voor huwelijk en echtscheiding) www.ingesprekoverseks.nl (jongeren en seksualiteit, maar ook veel over huwelijk en de voorbereiding daarop)