Huishoudelijk reglement van de VolksTuindersVereniging Huizen Versie goedgekeurd in de ALV van 19 maart 2015
1. ALGEMEEN REGLEMENT Artikel 1.1 algemeen 1. Dit reglement dient ter invulling van de statutaire verplichting tot het opstellen van een huishoudelijk reglement als gevolg van artikel 22 van de statuten. 2. Het huishoudelijk reglement bestaat naast dit algemeen reglement mede uit de volgende onderdelen:
Organisatorisch reglement (bestuurszaken, commissiezaken, lidmaatschapszaken, contributie, tuinhuur, borgsom)
Tuinreglement (tuincomplex, huurtuin, leenreglement, tuindienst, vruchtbomen, bouwwerken en kassenreglement
3. Elk lid is verplicht zich te houden aan de statuten en deze reglementen 4. In het geval van leden die bij herhaling en ook na waarschuwing in strijd handelen met de regels van dit reglement zal het bestuur artikel 8 van de statuten, handelend over ontzetting (royement) van een lid, in werking doen treden. 5. De vereniging is niet aansprakelijk voor schade ontstaan aan de eigendommen van de leden. Schade toegebracht aan eigendommen van leden dient eventueel zelf door de betreffende leden aangegeven te worden bij de politie en daarnaast aan het bestuur te worden gemeld. De vereniging heeft een W.A.-verzekering voor die gevallen waarin zij bij wet aansprakelijk is. 6. In alle gevallen waarin de Statuten en dit Huishoudelijk Reglement niet voorzien, beslist het bestuur. 7. Tot wijziging van dit Huishoudelijk Reglement kan in een Algemene Ledenvergadering slechts worden besloten wanneer wordt voldaan aan het ter zake in de Statuten bepaalde. Het voorstel tot wijziging dient als punt op de agenda van de vergadering te worden opgenomen en dient letterlijk aan de Algemene Vergadering te worden voorgelegd. Alle leden van de vereniging evenals de begunstigers krijgen op hun verzoek de Statuten en het Huishoudelijk Reglement uitgereikt. 8. Statuten en het Huishoudelijk Reglement mogen niet met elkaar in strijd zijn. Mocht dit laatste blijken, dan prevaleert datgene wat in de statuten is vermeld.
1
9. Waar in de reglementen en statuten van de vereniging sprake is van mannelijke aanduidingen, gelden de vrouwelijke eveneens. 10. Met de vaststelling van dit reglement zijn alle vorige uitgaven van het huishoudelijk reglement vervallen.
2. Organisatorisch reglement Artikel 2.1 bestuur en bestuurstaken 1. het bestuur besluit bij gewone meerderheid van stemmen; indien de stemmen staken wordt een voorstel geacht te zijn afgewezen. Het bestuur zal bij voorkeur bestaan uit zeven leden, doch tenminste uit vijf leden. 2. kandidaten voor het bestuur kunnen schriftelijk worden ingediend door minstens vijf leden of door een voordracht van het bestuur. De schriftelijke kandidaatstelling dient uiterlijk 14 dagen voor de algemene (jaarlijkse) vergadering, in het bezit te zijn van de secretaris. 3. het bestuur stelt een rooster van aftreden op volgens welke jaarlijks ca. éénderde van het aantal bestuursleden aftreedt. De aftredende bestuursleden zijn direct herkiesbaar. Bij tussentijds aftreden, neemt het nieuw gekozen bestuurslid op dit rooster de plaats in van zijn voorganger. Bij het ontstaan van één of meer tussentijdse vacatures wordt daarin voorzien op de eerstvolgende Algemene Ledenvergadering. De periodieke bestuursverkiezing heeft plaats op de jaarlijkse Algemene Ledenvergadering. 4. ter voorbereiding op en ook tijdens de Algemene Ledenvergadering, kunnen onderwerpen worden ingebracht ter aanname bij meerderheid van stemmen. a. het stemmen kan bij handopsteken of schriftelijk gebeuren. b. bij schriftelijk stemmen treden drie leden op als stembureau. c. indien een stemgerechtigd lid zijn stem door een schriftelijk daartoe gemachtigd ander stemgerechtigd lid laat uitbrengen, dient deze volmacht vóór de aanvang van de vergadering aan de voorzitter te worden afgegeven. De voorzitter zal de aanwezigen voor de stemming hiervan mededeling doen. Een lid kan slechts gemachtigde zijn van één ander lid. d. onder “meerderheid van stemmen” wordt verstaan: “de helft plus één van de tijdens de vergadering geldig uitgebrachte stemmen”. 5. de Algemene Ledenvergadering benoemt jaarlijks uit de leden een kascontrole commissie die de controle van het financiële beheer van de vereniging op zich neemt. Deze commissie bestaat uit ten minste 2 leden. Jaarlijks treedt één lid van de commissie af en is dan niet herkiesbaar voor een volgende termijn. Slechts indien de ALV uit haar midden geen opvolger kan benoemen, is het betreffende lid herkiesbaar. De commissie onderzoekt de rekening. Dit onderzoek betreft de juistheid van de boekhouding (rekening). De commissie brengt aan de algemene ledenvergadering schriftelijk verslag uit van haar bevindingen.
2
Alleen goedkeuring door de algemene ledenvergadering van de financiële jaarrekening en de financiële verslaggeving leidt tot verlening van dé charge aan het bestuur. 6. het Dagelijks Bestuur (bestaande uit voorzitter, secretaris en penningmeester) behartigt de lopende zaken van de vereniging. In spoedeisende gevallen kan het Dagelijks Bestuur beslissingen nemen, waarover op de eerstvolgende vergadering van het bestuur verantwoording moet worden afgelegd. 7. het bestuur is bevoegd een website te onderhouden en enige malen per jaar (ongeveer in de maanden maart, mei, september, december) een infoblad uit te geven. In beide worden bestuursstandpunten en mededelingen gepubliceerd en wordt informatie gegeven over het tuinieren in de ruimste zin van het woord. Beide vallen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur, waarbij één der bestuursleden is belast met alle zaken die betrekking hebben op clubblad en website en deze rapporteert aan het bestuur. Het blad wordt verspreid onder alle leden via de door de leden aan de secretaris opgegeven e-mail adressen. Tevens worden exemplaren ter inzage gelegd in de centrale kas bij de werkplaats. 8. het bestuur heeft mede tot taak een gemeenschappelijke inkoop van plantgoed, zaden, meststoffen en andere tuinbenodigdheden te realiseren ten behoeve van de leden. Aangezien het niveau van de inkoopprijzen en van de kosten nauw samenhangt met de omzet, moet het als zeer wenselijk worden beschouwd dat zoveel mogelijk leden van deze inkoopservice gebruik maken. Daarom worden alleen die artikelen gevoerd die wezenlijk goedkoper geleverd kunnen worden dan het gebruikelijke prijsniveau in de reguliere handel. Het voor de eventuele contante in- en aankopen benodigde geld wordt in goed overleg met de penningmeester tijdelijk onttrokken aan de kas van de vereniging. De inkoper is belast met het voeren van het inkoopbeleid en rapporteert daarover rechtstreeks aan het bestuur. 9. het bestuur is verantwoordelijk voor het onderhoud van het gehele terrein. 10.
bestuurstaken van leden van het dagelijks bestuur: a. de voorzitter:
neemt in beginsel het initiatief tot het houden van vergaderingen van het bestuur en zal hiervoor jaarlijks een rooster opstellen. Vergaderingen worden in principe eens per maand georganiseerd, tenzij er redenen zijn voor een hogere/lagere frequentie. De voorzitter stelt in samenspraak met de secretaris de agenda voor vergaderingen van bestuur en/of leden samen. Leidt de vergaderingen van het bestuur en van de leden, waarbij hij de volgorde van de te behandelen onderwerpen regelt. Hij verleent het woord en heeft het recht elke spreker tot de orde te roepen. Tevens zorgt hij voor handhaving van de statuten, van het huishoudelijk reglement en van het tuinreglement.
3
verzorgt de externe contacten van de vereniging en voert met name, samen met de secretaris, de gesprekken met de plaatselijke overheid. b. de secretaris: is verantwoordelijk voor het bijhouden van de ledenadministratie. voert de correspondentie van de vereniging. Inkomende en uitgaande correspondentie wordt vermeld in het brievenregister en opgeborgen in het archief, dat ten minste tien jaar wordt bewaard. De systematische inrichting van het archief wordt door het bestuur schriftelijk vastgelegd. Inkomende brieven worden in beginsel steeds schriftelijk afgedaan. Toezeggingen met een blijvend karakter aan leden van de vereniging moeten in het archief teruggevonden kunnen worden en dienen daarom schriftelijk te geschieden. De secretaris draagt zorg voor het opstellen van de notulen van de vergaderingen van het bestuur en van de leden. draagt er zorg voor dat van alle belangrijke externe gesprekken, zoals met overheidsinstanties en anderen, een verslag wordt opgesteld, dat na behandeling in een bestuursvergadering, wordt opgeborgen in het archief van de vereniging. stelt jaarlijks een verslag samen betreffende de toestand van de vereniging dat na goedkeuring door het bestuur, in de algemene ledenvergadering aan de orde wordt gesteld. Dit jaarverslag dient ten minste gegevens te bevatten met betrekking tot de bestuurssamenstelling, het ledental, de totale netto oppervlakte van het terrein en de omvang van het verhuurde gedeelte, de onderhoudssituatie, de relatie met de gemeente Huizen, bijzondere activiteiten en belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen betreffende de groenteteelt in het algemeen en het amateur tuinieren in het bijzonder. zorgt ervoor dat de geschiedenis van de vereniging op eenvoudige wijze aan de hand van de achtereenvolgende jaarverslagen kan worden gevolgd. c. de penningmeester: is verantwoordelijk voor de onder zijn berusting zijnde geldmiddelen van de vereniging en tekent de kwitanties en bank- en giro-opdrachten. Opdrachten die een bedrag van € 250, = te boven gaan dienen te worden goedgekeurd door ten minste twee leden van het dagelijks bestuur. is belast met het invorderen van de tuinhuur, de contributies, de andere inkomsten en de borgsommen van de vereniging en legt hiervoor per kwartaal verantwoording af aan het bestuur. draagt er zorg voor dat de financiële middelen van de vereniging door het bestuur uitsluitend worden aangewend ten behoeve van de doelstellingen van de vereniging rekening houdend met de door de algemene vergadering goedgekeurde begroting. Voor
4
het verrichten van rechtshandelingen en het doen van investeringen waarvan de financiële betekenis een bedrag van € 5.000, = te boven gaat heeft het bestuur de goedkeuring van de algemene vergadering nodig. is belast met het bewaken van de begroting en met het ordelijk bijhouden van het kas-, bank- en giroboek. De penningmeester legt op de jaarvergadering rekening en verantwoording af over het afgelopen boekjaar. Artikel 2.2. Commissies en advies 1. zonder tussenkomst van de Algemene Ledenvergadering heeft het bestuur het recht bepaalde taken te delegeren aan commissies die verantwoording afleggen aan het bestuur. Te denken valt o.a. aan een tuincommissie, een technische commissie, een inkoopcommissie, een verkoopcommissie, een kweekkascommissie en een commissie waterbeheer. 2. het bestuur kan zich laten adviseren door niet-leden. Artikel 2.3. Lidmaatschap 1. er geldt voor het lidmaatschap van de vereniging een leeftijdsondergrens van 18 jaar. 2. het lidmaatschap kan op ieder moment tijdens het verenigingsjaar een aanvang nemen en gaat in na ontvangst door de secretaris van een door de huurder ondertekend huurcontract en na betaling van de kosten van het lidmaatschap 3. opzegging van huur en lidmaatschap dient schriftelijk of per mail aan de secretaris te geschieden. 4. wanneer het lidmaatschap in de loop van het verenigingsjaar wordt beëindigd is het lid niettemin verplicht alle financiële verplichtingen jegens de vereniging voor het gehele jaar te voldoen. 5. Opzegging door het bestuur van de huur en dus het lidmaatschap geschiedt schriftelijk en kan plaatsvinden in geval van: - het niet tekenen en/of retourneren van het huurcontract (herhaald verzoek); - het niet nakomen van de tuindienst (zie artikel 7 van het tuinreglement); - structurele verwaarlozing van de tuin; - diefstal; - wanbetaling; - wangedrag of nalatigheid t.a.v. het navolgen van de reglementen. 6. Conform de Statuten blijft bij een beëindiging van het lidmaatschap als gevolg van artikel 5.5 het voormalige lid niettemin gehouden alle financiële verplichtingen jegens de vereniging voor het gehele jaar te voldoen. Het opgezegde lid krijgt gedurende 10 dagen de gelegenheid tot het verwijderen van gewassen, opstallen en andere eigendommen. Hierna vervallen deze aan de vereniging en zullen eventuele kosten voor het verhuurbaar maken
5
van de tuin in rekening worden gebracht aan het betreffende voormalige lid. 7. de overige verplichtingen van de leden zijn nader uitgewerkt in de overige deelreglementen Artikel 2.4. Contributie, tuinhuur en borgsom 1. de contributie, tuinhuur en borgsom worden jaarlijks vastgesteld tijdens de algemene vergadering. 2. leden die zich na 1 september aanmelden, zijn over dat jaar alleen contributie verschuldigd. 3. zodra een tuin is toegewezen, is een borgsom verschuldigd. Deze borgsom zal worden terugbetaald bij beëindiging van het lidmaatschap onder de voorwaarden zoals in het Tuinreglement artikel 4 lid 6 is beschreven. 4. bij niet tijdige betaling van de kosten van het lidmaatschap (contributie, borgsom en tuinhuur) wordt een aanmaning verstuurd waarbij de kosten van het lidmaatschap worden verhoogd met administratiekosten. Deze bedragen minimaal € 7,50 en worden jaarlijks geïndexeerd. 5. na het versturen van de aanmaning vervalt bij nalatigheid van betaling het lidmaatschap per vervaldatum van de aanmaning.
6
3.Tuinreglement In dit tuinreglement worden - conform artikel 1.1 en 1.2 van het huishoudelijk reglement richtlijnen beschreven voor het gedrag op het tuincomplex van leden van de VTV Huizen, c.q. diens huisgenoten, gasten en/of tuinverzorgers. Uitgangspunt hierbij is dat wij gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het gehele tuincomplex en elkaar dus mogen aanspreken op (on)gewenst gedrag of handelen. Bij het niet naleven van dit tuinreglement kan het bestuur, met inachtneming van redelijkheid, de volgende maatregelen treffen:
mondelinge en/of schriftelijke waarschuwing
royement uit de vereniging
Artikel 3.1: regels met betrekking tot het tuincomplex Het is op het tuincomplex niet toegestaan: 1. (tuin)afval te storten of te verbranden; 2. de rust te verstoren door middel van geluidsapparatuur; 3. vóór en na zonsondergang het toegangshek tot het complex open te houden, óók wanneer u met de auto komt; 4. vee of huisdieren te houden of uit te laten; 5. met fietsen, brom- of snorfietsen, scooters of andere motorvoertuigen sneller te rijden dan 10 km per uur; met dien verstande dat auto’s alleen toegang hebben tot op de parkeerplaats. 6. chemische bestrijdingsmiddelen te gebruiken, die bij wet verboden zijn; 7. buiten de toegestane uren een mechanische pomp te gebruiken; de toegestane uren zijn van maandag t/m zaterdag van 08:30 tot -20:00. Het gebruik van een mechanische pomp dient ook tijdens deze uren tot een minimum beperkt te blijven; 8. opbrengsten van de tuin openbaar te verkopen of artikelen te verkopen, welke eveneens verkrijgbaar zijn bij de in- en verkoopcommissie van de vereniging. Van deze artikelen zijn uitgezonderd die artikelen welke na eigen gebruik voor zichzelf overbodig zijn geworden; 9. tuinafscheidingen te maken hoger dan 80 cm; dichte afscheidingen zijn in het geheel niet toegestaan; 10. bouwwerken op te richten anders dan volgens het bouwwerkenreglement
7
11. verboden geestverruimende planten (zoals hennep) te kweken en/of verbouwen 12. om landbouwplastic te gebruiken voor het afdekken van de grond, dit in verband met het vergaan van landbouwplastic door tijd en zon.
Artikel 3.2: regels met betrekking tot de individuele tuin Leden zijn verplicht om: 1. hun tuin zorgvuldig te onderhouden en vrij te houden van onkruid. 2. de aanwijzingen van de vereniging in acht te nemen m.b.t. opstallen, gereedschapskisten en composthopen; 3. de aanwijzingen van de vereniging op te volgen in zake de teelt in het algemeen en het telen van bepaalde gewassen (b.v. uien en aardappelen) in het bijzonder; 4. de aanwijzingen van de vereniging op te volgen m.b.t. het gebruik van meststoffen en gewas- beschermingsmiddelen; 5. op verzoek van een bestuurslid uw lidmaatschapspas te vertonen 6. hun tuin en de omgeving regelmatig te verzorgen en rekening te houden met medetuinders door: op de scheiding van de tuin met de buren geen gewassen te planten of kweken die hoger groeien dan 50 cm (dit i.v.m. schaduwwerking). Het planten of kweken van hoogopgaande bomen wordt afgeraden; daar waar u op uw tuin een composthoop aanlegt, dit te doen op een plek waar deze niet opvalt. Dus: bij voorkeur niet aan de kant van het pad en niet minder dan 1 meter van de slootkant. kruipende gewassen en aardappelen op minimaal 30 cm van aangrenzende tuinen te laten groeien, gewassen hoger dan 50 cm te planten op minimaal 75 cm van de erfscheiding en bomen die in de buurt van een erfscheiding staan (in goed onderling overleg) zodanig te snoeien dat de overlast voor buren tot een (aanvaardbaar) minimum beperkt wordt; 7. op hun tuin vruchtwisseling/wisselteelt toe te passen en met mate te bemesten. 8. voor de volgende gewassen:
alle planten uit de familie van de Solanacea zoals aardappelen, tomaten, aubergine (verplicht)
idem uit de familie Leguminosea of Fabacea. (Alle erwten, peulen, bonen)
8
De wettelijk voorgeschreven vruchtwisseling van 1:4 te gebruiken. Dit betekent dat de betreffende gewassen maximaal 25% van het gehuurde opppervlak mogen beslaan en dat zij slechts eens in de vier jaar op eenzelfde plek mogen worden geteeld (zie bijlage 1). 3 2 9. te waken voor overbemesting. Voor stalmest geldt een maximale gift van 1 m /100m ; Het gebruik van verse stalmest voor uien en aardappelen geheel te vermijden door alleen ‘overjarige’ mest te gebruiken; 10. de aanwijzingen in de bijlage I betreffende de voorkoming en bestrijding van phytophtora op te volgen. 11. voor 1 maart koolplanten/stronken te verwijderen om overlast van witte vlieg te voorkomen; 12. het pad gelegen aan hun tuin vrij te houden van onkruid; 13. aan hun slootkant een pad vrij te houden van minimaal één meter voor algemene onderhouds werkzaamheden; 14. de volgende bepalingen rondom bestrijdingsmiddelen in acht te nemen:
wettelijk verboden chemische bestrijdingsmiddelen zijn ten strengste verboden op het gehele complex op straffe van onmiddellijk royement
alle chemische bestrijdingsmiddelen op het pad en de sloot/slootrand zijn verboden
toegelaten bestrijdingsmiddelen zijn herkenbaar door de letter P (particulier) op de verpakking. U moet deze verpakking kunnen tonen om te bewijzen dat u met de juiste middelen werkt. De maximale doseringen van deze middelen mogen niet overschreden worden.
Artikel 3.3: Regels met betrekking tot de sloten en greppels Een goed sloot- en greppelbeheer is van groot belang voor ons complex, omdat het complex lager gelegen is dan de omgeving. Elke tuinder heeft een individuele plicht om zijn aangrenzende sloot of greppel te onderhouden in het belang van alle medetuinders “stroomopwaarts” die afhankelijk zijn van een goede afvoer. 1. iedere tuinder die een tuin heeft die aan de sloot of greppel is gelegen is VERPLICHT om deze vóór 1 juli en vóór 1 oktober geheel schoongemaakt te hebben. 2. mocht hij/zij lichamelijk niet in staat zijn om de werkzaamheden uit te voeren dan dient de tuinder een schriftelijke mededeling aan het bestuur af te geven zodat voor een oplossing
9
gezorgd kan worden. 3. de sloten zullen samen met de tuinschouw minimaal 2x per jaar worden geschouwd, waarvan een inventarisatie wordt gemaakt (zie ook Artikel 9 van dit tuinreglement). 4. het is niet toegestaan slootkanten af te dekken met plastic of worteldoek (om het afsterven van planten en het inzakken van de walkanten te voorkomen) 5. het is niet toegestaan om putten of wellen te slaan; 6. Het is ten strengste verboden om de sloot- of greppelkant met chemische middelen te onderhouden. Dit is niet alleen ter bescherming van de slootkant maar vooral omdat onkruidbestrijdingsmiddelen destructief zijn voor het milieu als ze in het oppervlaktewater terechtkomen 7. Bij overtreding van deze regels zal het bestuur passende maatregelen nemen. Artikel 3.4: Regels met betrekking tot de huur en huuropzegging van de tuin 1. elk lid is gemachtigd maximaal 200 m2 tuin te huren. Het bestuur is gemachtigd in voorkomende gevallen van onverhuurde tuinen een extra tuin toe te wijzen, waarbij de voorwaarde geldt dat deze bij het ontstaan van een wachtlijst in het jaar na het ontstaan van de wachtlijst door de vereniging kan worden teruggevorderd met het doel het ledental te vergroten. Deze extra tuinen mogen bij verwaarlozing al na één aanmaning worden teruggevorderd. 2. tuinen mogen niet door leden worden onderverhuurd. 3. Indien iemand geinteresseerd is in het huren van een tuin dan kan hij zich vervoegen bij het bestuur of een gedelegeerde daarvan. In samenspraak wordt naar een geschikte tuin gekeken. Indien deze er niet is dan kan de betrokkene zich op een wachtlijst in laten schrijven. Vrijgekomen tuinen worden op volgorde van de wachtlijst aangeboden aan geinteresseerden. Bestaande tuinders die een tuin willen inruilen hebben voorrang boven de wachtlijst. 4. De huur van een tuin start pas door het inleveren van een getekend huurcontract. Zonder dit contract mogen nog geen werkzaamheden worden verricht op de tuin. 5. opzegging van huur en lidmaatschap dient schriftelijk of per mail aan de secretaris te geschieden. 6. de huurder is verplicht zijn tuin binnen 4 weken schoon en leeg op te leveren bij beëindiging van de huurovereenkomst. Dit wil zeggen: leeg, vlak, vrij van onkruid, opstallen, padverhardingen, bomen, struiken en gewassen. Ook de paden, sloten en greppels dienen schoon, onkruidvrij en op diepte te zijn. De slootkanten dienen kort
10
gemaaid te zijn. Indien hieraan niet wordt voldaan kan het bestuur een boete ter grootte van de betaalde borgsom opleggen. Indien het ruimen van een tuin extra kosten (bv kraanhuur) of moeite met zich meebrengt dan kan dit geheel of gedeeltelijk verhaald worden op de huurder. Ook vrijwilligersuren die moeten worden besteed aan het leegruimen van excessief vervuilde tuinen kunnen marktconform in rekening worden gebracht. Artikel 3.5: Regels met betrekking tot de vruchtbomen langs de tuinpaden Langs de openbare paden van het tuincomplex zijn vrucht- en notenbomen geplant door de VTV. Het is de intentie van het bestuur om de oogst van deze bomen in eerste instantie ten goede te laten komen aan de aangrenzende tuinder(s). 1. Het snoeien van de vruchtbomen is een verantwoordelijkheid van de VTV en niet van de huurder 2. Gevallen fruit van de vruchtbomen, dat voor uw tuin in de grasrand van de paden geplaatst zijn, dient tijdig verwijderd te worden om rottend fruit te voorkomen: 3. Huurders dienen tijdig het fruit te plukken van de vruchtbomen die onmiddellijk grenzen aan hun tuin, Het plukken wordt in onderling overleg met de buren bepaald. Indien er geen tuinder is die het fruit mee wil nemen, dan moet het fruit naar de centrale kas gebracht worden voor verdere verspreiding. Artikel 3.6: Regels met betrekking tot het uitlenen van gereedschappen De VTV heeft een groot aantal gereedschappen tot haar beschikking zoals tractoren, platte wagens, heggemaaiers, schoffels, enz. Deze materialen zijn aangeschaft voor intern gebruik d.w.z. voor algemeen gebruik ten behoeve van de VTV door bestuur en commissieleden. Omdat dit gereedschap in de praktijk ook door en voor tuinleden gebruikt kan worden, dienen er regels te zijn om wildgroei in gebruik te voorkomen. Soorten gereedschap: In deze reglementen wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende soorten gereedschap: Gemotoriseerd materiaal: Specialistisch materiaal Klein materiaal Toebehoren Aanhangers
11
Uitleenvoorwaarden
Gemotoriseerd materiaal: Hiermee wordt het gereedschap bedoeld dat voorzien is van een elektrische- of verbrandingsmotor. Al dit gereedschap is niet bedoeld voor individueel gebruik door leden, anders dan de terzake aangestelde commissieleden. De redenen hiervoor zijn deels gebaseerd op veiligheid en deels op het vermijden van onoordeelkundig of bovenmatig gebruik. Slechts leden van de specifieke commissies voor dit gereedschap zijn bevoegd om dit materiaal te gebruiken voor algemeen gebruik of in de tuinen van de leden. Dat wil zeggen dat de werkzaamheden vanuit het werk van de commissie moet voortvloeien en/of er een opdracht is gegeven door de coördinator/bestuurder van die commissie. Opdrachten kunnen ook werkzaamheden op individuele tuinen behelzen. Dit zal in principe tot een betaling leiden aan de VTV voor de verrichte werkzaamheden, ook in het geval van werkzaamheden op tuinen van bestuurders/commissieleden. De tarieven worden jaarlijks vastgesteld en via het infoblad doorgegeven. De opdrachten kunnen zijn: ploegen, diepspitten, frezen en maaien. Een uitzondering op deze regel is het gebruik van de slijpsteenmachine in de werkplaats. Deze mag gebruikt worden door leden om er eigen – of verenigingsgereedschap mee te scherpen.
Specialistisch materiaal: Dit is bijvoorbeeld het bomensnoeigereedschap. Ook de zeisen horen hierbij. Dit gereedschap mag niet uitgeleend worden aan de leden omdat het kostbaar is en zorgvuldig behandeld moet worden. Bij uitlenen is het risico op beschadigingen namelijk te groot.
Niet-gemotoriseerd materiaal: Dit is gereedschap dat zich voornamelijk in de gereedschapschuur bevindt en dat bestaat uit spaden, grepen, harken enz. Dit gereedschap wordt vooral gebruikt tijdens de zaterdagdiensten. Ook de platte karren, kabelhaspels en kruiwagens horen bij deze groep. Dit gereedschap kan uitgeleend worden aan leden. Om het toezicht hierop te waarborgen, kan dit alleen gedurende de zaterdagdiensten gebeuren, wanneer een begeleidingslid van de zaterdagdienst aanwezig is. Deze is verantwoordelijk voor de uitleen, registratie en terugname van het gereedschap. Voor dit doel is in het formulier van de zaterdagdienst een lijst toegevoegd waar uitgeleend materiaal genoteerd kan worden. Uitgangspunt bij uitlenen is dat wat de materialen betreft, de werkzaamheden voor de werkcommissies en zaterdagdiensten prioriteit hebben boven die van de leden.
Toebehoren: Dit zijn bijvoorbeeld brandstof, handschoenen, klein garagegereedschap, schroeven, moeren enz. Ook deze worden in principe niet uitgeleend of verstrekt waarbij de redelijkheid in sommige gevallen niet uit het oog verloren moet worden. Een enkel schroefje is bijvoorbeeld geen bezwaar maar de hele voorraad aan roestvrijstalen schroeven opmaken voor prive-gebruik is natuurlijk wat anders. Bestuurders en
12
commissieleden zijn bevoegd om in deze gevallen een beslissing te nemen. De beslisser is ook verantwoordelijk voor de eventuele terugname van het toebehoren.
Aanhangers: De VTV bezit enkele aanhangers die door de leden geleend mogen worden. Een van deze aanhangers heeft een eigen registratiekenteken. Vereist is dat vooraf schriftelijk geregistreerd wordt wie, wanneer, welke aanhanger leent. Deze is dan verantwoordelijk. Dit mede omdat boetes/bekeuringen achteraf komen en altijd voor rekening zijn van het verantwoordelijke lid. Alle bestuurders en de dienstdoende leden van de tuinwinkel zijn gerechtigd om deze registratie ten behoeven van een lid uit te voeren. Het bestuur is verantwoordelijk voor het uitleenproces en de administratieve benodigdheden.
Artikel 3.7: Regels met betrekking tot de tuindienst Een tuindienst omvat de door het bestuur georganiseerde werkzaamheden die een lid voor de vereniging verricht. De werkzaamheden worden uitgevoerd onder toezicht van een tuindienstbegeleider. Standaard is de tuindienst op de zaterdagmorgen van 8.30 uur tot 12 uur. 1. Het bestuur is gemachtigd om alle leden te verplichten tot het vervullen van maximaal 3 tuindiensten à 3,5 uur per tuinhuurder per jaar voor het onderhoud van de algemene voorzieningen op het tuincomplex. Momenteel is vastgesteld dat dit één tuindienst per jaar is. 2. Leden mogen een vervanger sturen die hun tuindienst vervult 3. Uitgezonderd van de verplichting tot het uitvoeren van een tuindienst zijn:
het bestuur en de commissieleden mits hun werk voor de vereniging meer dan 10 uur per jaar omvat.
Leden die de leeftijd van 70 jaar hebben bereikt
4. Indien de gezondheid van de leden een tuindienst in de weg staat dan dienen zij voor een vervanger te zorgen 5. Het bestuur stelt jaarlijks een rooster op met de tuindienstdata en de leden die dan hun tuindienst uit moeten voeren. De leden zijn verplicht zich aan die data te houden of minimaal 3 dagen vantevoren aan de coordinator tuindienst te melden dat zij niet kunnen. In samenspraak met de coördinator tuindienst zal dan een vervangende datum worden vastgesteld 6. Leden die hun tuindienst niet vervullen zullen door het bestuur worden aangeschreven. Bij weigering zullen zij het volgend jaar 2 tuindiensten extra uit moeten voeren. Komen zij die niet na dan zullen zij door het bestuur worden geroyeerd
13
Artikel 3.8: regels met betrekking tot het gebruik van de bergkasten 1. De VTV heeft de beschikking over een aantal bergkasten. Deze bergkasten worden verhuurd aan individuele leden voor het bewaren van hun tuinmaterialen. Aan elke huurder wordt maximaal 1 bergkast ter beschikking gesteld mits voldoende bergkasten voorradig zijn. 2. De bergkasten worden door het bestuur, of de door het bestuur gedelegeerde, toegewezen aan leden. De registratie ervan gebeurt door de secretaris. 3. De leden dienen de bergkasten zodanig te beheren dat er geen overlast bestaat voor de naaste bergkasten. Dit betekent dat de ruimte rondom de hokken schoon gehouden worden van onkruid en dergelijke en dat ratten en muizen niet aangelokt worden door onzorgvuldig opgeslagen zaaizaad of tuinprodukten. 4. Indien leden meer dan één bergkast onder hun beheer hebben dan dient voor de extra bergkast huur betaald te worden. Momenteel is deze € 5, - per jaar. Het bestuur kan, bij gebrek aan bergkasten, beslissen om de huur van deze extra bergkasten per eerstvolgend jaar op te zeggen en over te dragen aan andere leden zonder bergkast. Artikel 3.9: Regels met betrekking tot de schouw van de tuinen 1. Het bestuur is verantwoordelijk voor de controle op het naleven van de diverse regels door de individuele tuinders. Hiertoe heeft zij twee commissies ingesteld om 2 à 3 maal per jaar de tuinen te schouwen. Dit zijn de Schouwcommissie en de Kweekkascommissie. Deze commissies rapporteren rechtstreeks aan het bestuur waarna het bestuur de vervolgstappen vaststelt voor die tuinen die in gebreke zijn. 2. Voor het uitoefenen van de hiervoor sub 1 omschreven controle, hebben het bestuur, de schouwcommissie en de kweekkascommissie toegang tot de individuele tuinen. 3. Het bestuur/ de schouwcommissie zal terughoudend zijn bij het betreden van tuinen in de tijd dat Phytophtora bedreigend is voor het gewas. Artikel 3.10: Regels met de betrekking tot bouwwerken en kassen Definities Volkstuin of volkstuincomplex De volkstuin is het geheel aan verhuurde tuinen, gemeenschappelijke opstallen, wegen, parkeerterreinen, paden en overige ruimten aan de Friesewal 42. Hoewel de gazons en bomen noordelijk en zuidelijk van het complex niet van de gemeente wordt gehuurd, heeft de VTV daar ook een gedeelde verantwoordelijkheid voor.
14
Tuin Een tuin is een verhuurbaar gedeelte van het volksuincomplex en aan de voorkant aangegeven met een tuinnummer. Een tuin kan worden onderverdeeld in los verhuurde deeltuinen met eveneens aan de voorkant een eigen unieke tuinaanduiding. Aangrenzende paden, sloten, vruchtbomen en heggen vallen niet onder de gehuurde tuin maar de huurder heeft hier een gedeelde verantwoordelijkheid voor. Koude bak, platte bak of broeibak: Een koude bak of platte bak is een houten, betonnen of kunststofconstructie van maximaal 80 cm hoog. De koude bak is afgedekt met losse of gescharnierde ramen van glas of UV-bestendig plastic. Tomatenkas: Een tomatenkas is een (meestal houten) kas in een rechthoekige vorm waarbij de maximale hoogte 1.80 meter is. Het platte dak loopt schuin af. De voorkant is open waarbij een tijdelijke afscherming toegestaan is. Elke (semi)permanente afsluiting zoals scharnierende deuren/ramen, houdt in dat de tomatenkas geen tomatenkas meer is! De tomatenkas mag tegenwoordig een permanente constructie zijn omdat die niet meer jaarlijks afgebroken hoeft te worden. Kweekkas. Een kweekkas is een permanente constructie van hout of aluminium, De bedekking is van UVbestendig plastic of glas. De kas met een maximale hoogte van 2.4 meter heeft een puntdak (Hollands model), zie tekening, bijlage A. Standaardkas Een standaardkas is een door de VTV aan te wijzen kas van een bepaald merk en/of model, gemaakt van aluminium/glas met bepaalde vaste maten. Indien deze kas wordt gekozen dan is de toestemming van de KKC automatisch mits de juiste afmetingen en plaatsing aangehouden worden. Opstallen Een opstal is een bouwwerk dat bestemd is om duurzaam op de tuin te blijven en dat niet uitsluitend dient om planten in de lucht te geleiden.
Procedure en Reglement Procedure Een aanvraag voor een kas of een ander bouwwerk gebeurt door het invullen van een kasaanvraagformulier. Dit is te downloaden vanaf de VTV-site en moet worden verstuurd naar de KweekKasCommissie (KKC) van de VTV. Deze noteert de dag van ontvangst. De KKC heeft een door het bestuur gemandateerde beslissingsbevoegdheid, binnen de kaders van dit reglement. Het ingevulde aanvraagformulier wordt beoordeeld door de KKC. Indien positief dan verleent de KKC het besluit en stuurt aan het tuinlid de gevraagde vergunning. Indien negatief dan ontvangt het tuinlid van de KKC een afwijzing op zijn aanvraag. De secretaris ontvangt een afschrift van deze correspondentie.
15
De procedure start op de dag van ontvangst van de aanvraag bij de KKC . Binnen 4 weken neemt de KKC een besluit of legt bij twijfel dit aan het bestuur voor. In het laatste geval wordt het tuinlid door de KKC hiervan op de hoogte gesteld. De maanden juli en augustus zijn voor de termijn van 4 weken uitgezonderd. Indien de aanvraag aan het bestuur wordt voorgelegd dan neemt het bestuur binnen 4 weken een definitieve beslissing. Ook hier zijn de maanden juli en augustus uitgezonderd van de termijn van 4 weken. Indien de KKC niet bemand is of aan de andere kant niet op kan treden, is het bestuur bevoegd om namens de KKC op te treden. Reglement Algemeen 1. Een bouwwerk op de tuin zonder dat hiervoor een aanvraag is ingediend, is niet reglementair. Het bestuur kan de tuinder sommeren om het bouwwerk af te breken. De aanvraagprocedure zal dan worden opgeschort totdat hieraan voldaan is. Indien het tuinlid na twee schriftelijke sommeringen van het bestuur hier geen gehoor aan geeft, kan het tuinlid geroyeerd worden. 2. Opzegging van de tuinhuur beëindigt automatisch elke vergunning voor die tuin. Een nieuwe huurder dient dus altijd een nieuwe aanvraag in te dienen. 3. Voor een koude bak is geen toestemming vereist. Het maximale oppervlak aan koude bak bedraagt 10% van het tuinoppervlak. 4. Toegestaan is maximaal één tomatenkas en/of één kweekkas per tuin. Deze kassen mogen niet tegen elkaar aan gebouwd zijn. Overkappingen tussen twee kassen zijn niet toegestaan 5. Uitbreiding/splitsing van een gehuurde tuin is een aanleiding om de verleende vergunning te herzien op grond van de nieuwe tuinoppervlaktes. Hoogte, Oppervlakten en Afstanden 1. De maximum hoogte van de koude bak is 0.80 m, van de tomatenkas 1.80 m en van de kweekkas 2,4 m, gerekend vanaf maaiveld van het volkstuincomplex. 2. De maximale oppervlakten van de kweekkas en tomatenkas zijn afhankelijk van de tuingrootte. Het maximale oppervlak van een koude bak telt hier niet bij mee. Zie onderstaande tabel.
16
tuinoppervlak
Tomatenkas of kweekkas
Indien gezamenlijk
koude bak
200 m²
12 m² of 12 m²
Totaal 18 m² (met Max 12 m² per kas)
20 m²
100 m²
12 m² of 12 m²
Totaal 12 m²
10 m²
50 m²
4 m² of 4 m²
Niet toegestaan
5 m²
25 m2
Niet toegestaan
Niet toegestaan
2,5 m²
1. De minimale afstand van een kas tot de tuin, pad- , sloot- of greppelgrens bedraagt 1 meter. De kas wordt bij voorkeur aan de achterkant van de tuin geplaatst. Voor bouwwerken. gebouwd vóór november 2013, wordt de afstand van 0,75 m tot de tuingrens gedoogd omdat die valt onder de oude regeling. De afstand tot de sloot of greppel was en blijft 1 meter. 2. Vergunningen worden alleen beoordeeld per tuinnummer dat wil zeggen dat een vergunning alleen geldt voor de grenzen binnen één tuinnummer. Twee aangrenzende halve tuinnummers, bijvoorbeeld 19A en 20B, samen 200 m², geven geen recht op de maximale kasgroottes van een 200m² tuin omdat het om verschillende tuinnummers gaat. Samenvoeging van bijvoorbeeld 20A met 20B tot tuin 20 geeft dat recht wél omdat het om hetzelfde tuinnummer gaat. 3. Alle opstallen die meer dan 1 m² grond innemen, hoger zijn dan 0,8 meter en niet enkel dienen voor het omhoog geleiden van planten, zijn vergunningplichtig op basis van deze regeling. Voorbeelden zijn een opbergkast met een hoogte > 80 cm, een watertank > 800 liter, een pergola met waterdicht dak en andere soortgelijke constructies. Uiterlijk en verschijningsvorm 1. Bouwwerken worden door de KKC ook beoordeeld op hun vorm en kleurstelling. Alle bouwwerken dienen zoveel als mogelijk in hun omgeving op te gaan. Dit betekent geen felle kleurstellingen, opvallende vormen of opzichtige plaatsing. Voor dekmaterialen/netten hebben de kleuren bladgroen, grijs, zwart en transparant een voorkeur. 2. Indien het tuinlid kiest voor een standaardkas dan is de vergunning niet afhankelijk van de kasvorm, -grootte of -kleur maar alleen van de grootte van de kas en de plaatsing. 3. De bouwwerken mogen niet hinderlijk schitteren in de zon. Dit om overlast te voorkomen bij de buren. Het geldt vooral voor de tuinen aan de grenzen van het volkstuincomplex en kan worden voorkomen door kasruiten jaarlijks te bekalken. 4. Leden dienen te beseffen dat het beoordelen van de esthetische en/of bouwkundige staat van een bouwwerk deels subjectief is. Indien de KKC op dit punt negatief beslist dan is dit conform de procedure een definitief oordeel. Indien de KKC twijfelt dan zal zij dit aan het bestuur voorleggen. Het bestuur neemt dan de definitieve beslissing.
17
Overgangsbeleid Wij beseffen dat het verplicht verwijderen van kassen een gevoelige aangelegenheid is. Om die reden hebben wij besloten een overgangsbeleid vast te stellen. Dat overgangsbeleid is gebaseerd op:
Een geleidelijke toewerking naar een volledig reglementaire situatie;
Alleen bouwwerken van vóór november 2013 komen in aanmerking voor dit overgangsbeleid.
Een uitsterfperiode van maximaal 5 jaar; Alle bouwwerken van vóór maart 2013 die niet conform dit reglement zijn, moeten in maart 2019 zijn verwijderd. Een uitzondering is de afstand tot de tuingrens die voor oude bouwwerken 75 cm kan bedragen.
Een uitsterfperiode van 1 jaar voor bouwwerken die na de laatste ALV (maart 2013) zijn gebouwd; dit omdat in de laatste ALV een verscherping van het kassenreglement is aangekondigd
Een uitsterfperiode van een half jaar voor bouwwerken die wel vergund zijn, maar niet conform de afgegeven vergunning gebouwd zijn. Deze bouwwerken moeten dan óf aangepast zijn óf afgebroken.
Tuinleden met vergunningplichtige bouwwerken ouder dan maart 2013 kunnen hiervoor alsnog een vergunning aanvragen die zal worden getoetst volgens dit nieuwe reglement. De vergunning moet vóór 1 juli 2014 afgegeven zijn
Tuinleden dienen zelf overtuigend aan te tonen dat hun bouwwerk gebouwd is vóór november 2013 of vóór maart 2013. Indien dit niet het geval is dan geldt hiervoor geen overgangsregeling.
De gedoogsituatie houdt op te bestaan indien de bouwkundige staat van de kas naar het oordeel van de KKC slecht is
18
Bijlage 1: voorkoming en bestrijding van Phytophtora: Aardappelziekte of Phytophtora Inleiding: De Aardappelziekte Phytophtora (ook wel fytoftora geschreven, wetenschappelijke naam Phytophthora infestanst) is eigenlijk geen echte schimmel maar een Oömyceet. Omdat hij er zo op lijkt zullen wij het steeds over een schimmel hebben De schimmel kwam zo'n 200 jaar geleden voor het eerst in Europa voor. Het werd een van de belangrijkste plagen in de aardappel. Het veroorzaakte rond 1850 een grote hongersnood in Ierland. Het was een van de oorzaken van de emigratie van miljoenen Ieren naar Amerika. Gelukkig is het op onze tuin nog niet zo ver dat we moeten emigreren als onze aardappeloogst mislukt maar reken maar dat de oogsten zonder deze ziekte veel beter zouden zijn. Om deze ziekte te kunnen bestrijden is het belangrijk om meer te weten over deze schimmel, hoe die groeit en hoe die zich verspreid naar andere aardappels. Groeiomstandigheden Phytophtora groeit in het begin als schimmel vooral op het blad. Het vormt daar eerst grijze, dan bruine, wat ronde vlekken. Later worden deze vlekken vanuit het midden zwart en sterven ze af. Omdat elke aardappelsoort anders reageert op deze ziekte, is het soms lastig om in het begin vast te stellen dat het om Phytophtora gaat. De schimmel houdt van vochtige omstandigheden en vormt al binnen enklele dagen sporen die met de wind en regen andere bladeren of andere aardappelplanten kunnen besmetten. Via het blad komen ze uiteindelijk in de stengel terecht en nog later in de knollen zelf. Phytophtora kan wel vier verschillende soorten sporen vormen, niet alleen voor de verspreiding, ook voor geslachtelijke vermeerdering en bovendien om lang in de grond kunnen overleven (tot 3 jaar!). Verwante soorten Phytophtora infestans is alleen gevaarlijk voor de aardappel en de tomaat. Andere Phytophtorasoorten kunnen heel andere planten besmetten (bv palm, tabak, peper, eik ) Schade Phytophtora zorgt ervoor dat al heel snel bij de aardappel de groei stilvalt. Nadat ook de stengel is besmet zijn al gauw de aardappelknollen aan de beurt. De plant is dan meestal al bijna verdord. Vaak is niet meteen te zien dat de knollen besmet zijn maar dat verandert al snel als ze worden opgeslagen: de knollen rotten snel weg en met een beetje pech is de hele oogst verloren. De gevolgen zijn niet alleen voor je eigen oogst maar voor de hele volkstuin omdat andere tuinen heel snel besmet worden. Het lijkt erop dat Phytophtora steeds vroeger in het jaar optreedt waardoor zelfs het planten van vroege rassen niet meer voldoende is om besmetting te
19
voorkomen. Uiteindelijk zal Phytophtora elk jaar toch onze volkstuin bereiken maar het is heel belangrijk om de besmetting zo lang mogelijk uit te stellen. Verspreiding: Phytophtora kan zich op de volgende manieren verspreiden: zieke pootaardappelen sporen in de grond via de lucht via water (regen/sloot) via kleren op de plant zelf via vocht op blad of stengel Voorkomen van Phytophtora Phytophtora moet allereerst bestreden worden met preventieve maatregelen te nemen die gebaseerd zijn op bovengenoemde verspreidingsmogelijkheden: Koop alleen NAK-gekeurde plantaardappelen. Dit is een van de belangrijkste maatregelen die je kunt nemen. Koop niet zomaar ergens losse aardappelen en plant ook niet je eigen aardappelen van een vorige oogst. Plant na een aardappeloogst minstens 3 jaar geen aardappelen meer op dat deel van je tuin. Met andere woorden: plant hooguit 25% van je tuin met aardappel. Plant er de komende jaren ook geen tomaat op omdat Phytophtora op aardappel ook tomaat (en andersom) kan besmetten. Gooi geen beschadigde of te kleine aardappelen zomaar weg. Als ze ergens toch weten op te groeien dan kan dat een eerste vroege besmetting veroorzaken. Wijs andere tuinders ook hier op. Één weggegooide aardappel op de hele volkstuin kan al een vroege besmetting veroorzaken. Voer ze van de tuin af en gooi ze bv in je groene GFTbak Plant zo vroeg mogelijk ( vóór 1 april) om besmetting te voorkomen. Dit was nog niet zo lang geleden een uitstekende maatregel om met zwakke (vroege) rassen toch een goede oogst te hebben; tegenwoordig wordt het al moeilijker omdat de besmetting steeds eerder in het jaar valt. Zorg voor resistente rassen. Informeer bij je pootaardappelleverancier! Plant de pootaardappels niet te dicht op elkaar. Het is afhankelijk van de aardappelsoort maar 60x40 of 50x50 is al gauw aan de krappe kant! Te dicht planten veroorzaakt een grotere vochtigheid tussen de bladeren.
20
Plant niet te dicht bij looppaden omdat die snel besmet kunnen raken met sporen van je kleren. Loop ook niet teveel door je aardappelplanten als het gevaar van een vroege besmetting groot is Bemest aardappels niet te veel! Dat veroorzaakt vooral veel loofgroei waardoor de vochtigheid en dus de schimmelgevoeligheid in het gewas sterk toeneemt. Bovendien is een te sterke bovengrondse groei nadelig voor de knolopbrengst. Verwijder het loof/wortel uit je tuin (en uit de hele volkstuin). Gooi ze bij voorkeur in je GFTbak. Dump ze niet ergens op de tuin en maak er in elk geval geen compost van! Zorg dat je alle aardappelen oogst, ook de kleinste aardappeltjes. Mocht je het volgende seizoen toch aardappelplantjes op zien komen van je oude veld, vernietig die dan meteen. Probeer niet om er een paar extra kilo's aardappelen van te oogsten want het risico op Phytophtora is veel te groot. Loop (eind mei-begin juli) niet onnodig door aardappelplanten binnen of buiten de volkstuin en daarna door andere tuinen. Je loopt het risico dat je sporen meeneemt via je kleren en je eigen of andermans aardappel besmet via je kleren. Zorg ook dat anderen niet zomaar door je planten heen lopen. Plant daarom ook niet te dicht bij looppaden. Verspreid geen grond waar onlangs aardappelen/tomaten hebben gegroeid op plekken waar binnen enkele jaren weer aardappelen worden gepland. Denk hierbij bijvoorbeeld aan grond uit de (tomaten)kas. Denk bij al deze maatregelen ook aan je tomaten in combinatie met je aardappels. Ook na tomaten 3 jaar geen aardappels, loof en wortels weggooien, zieke delen verwijderen enz Actieve bestrijding: Verwijder zo snel mogelijk de eerste aantastingen. Accepteer het verlies van een paar planten! Phytophtora is ook te bestrijden met diverse bestrijdingsmiddelen. Al deze bestrijdingsmiddelen zijn relatief giftig en niet milieuvriendelijk. Bestrijding begint meestal al preventief en moet vaak (1x per week) herhaald worden om effect te hebben. Hoewel dit ingaat tegen de natuurlijke teelt die bij een moestuin hoort, wordt het vaak geaccepteerd in volkstuinen, gezien de schade en de besmettelijkheid. Het voert hier te ver om de diverse middelen op te noemen. In onze volkstuin is het niet verboden om deze middelen op aardappel te gebruiken. Meldingsplicht Tegenwoordig is er geen wettelijke meldingsplicht meer voor Phytophtora in de volkstuinteelt. Indien op de tuin de eerste vroege besmettingen aangetroffen worden, dan kan de tuinder door het bestuur verplicht worden om het bovengrondse loof te verwijderen. Dit om vroege overslg naar andere tuinen te voorkomen. De ervaring van de laatste jaren is dat zo'n eerste besmetting steeds vroeger in het jaar optreedt. Het geeft aan dat onze tuinders zich nog niet erg bewust zijn van het besmettingsgevaar.
21