Vlaamse Judofederatie
Huishoudelijk Reglement
Huishoudelijk Reglement van de VJF HOOFDSTUK 9 : TUCHTBELEID. ART. 67 : Tuchtbeleid VJF. 1: Algemeen: De leden-clubs, vergunninghouders en mandatarissen van de VZW Vlaamse Judofederatie dienen zich te houden aan al de reglementen dewelke binnen het kader van de VZW Vlaamse Judofederatie van kracht zijn. Het is iedere judobeoefenaar verboden iemand uit te dagen, exhibities te geven of wedstrijden aan te gaan als judoka met beoefenaars van andere gevechtssporten. Het is toegelaten deel te nemen aan alle judomanifestaties, -demonstraties of -wedstrijden, voor zover zij reglementair georganiseerd worden door de VJF en indien men een geldige vergunning bezit van de VJF. Overeenkomstig het Decreet van 13 juli 2007 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening en het Besluit van de Vlaamse Executieve van 20 juni 2008 houdende de uitvoering van het decreet van 13 juli 2007 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening, is het gebruik van dopingmiddelen verboden (zie reglementering BOIC + IOC) tijdens sportbeoefening. De raad van bestuur heeft het recht om ter zake de nodige controles door gespecialiseerd personeel te laten uitvoeren. Ook de officiële organismen belast door het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en het BOIC zullen te allen tijde anti-dopingcontroles mogen uitvoeren. De tuchtrechtelijke procedures binnen de Vlaamse Judofederatie worden behandeld door een tuchtcommissie, een beroepscommissie en een cassatiecommissie. Voor disciplinaire procedures inzake dopingpraktijken gepleegd door elitesporters heeft de vzw Vlaamse Judofederatie een lastgevingsovereenkomst ondertekend met de vzw Vlaams Doping Tribunaal, dat een gezamenlijk disciplinair orgaan, met name de Disciplinaire Commissie voor elitesporters, inricht. Deze disciplinaire commissie zal instaan voor de organisatie van de disciplinaire procedures inzake dopingpraktijken gepleegd door elitesporters die onder de verantwoordelijkheid van de vzw Vlaamse Judofederatie vallen, in overeenstemming met het decreet MVS dd. 13 juli 2007”.
2: Samenstelling commissies: 2.1: De tucht-, beroeps- en cassatiecommissie is samengesteld uit 3 effectieve leden en een aantal plaatsvervangende leden. Deze leden worden verkozen door de raad van bestuur van de VZW Vlaamse Judofederatie voor een termijn van 4 jaar en kunnen slechts in één van de commissies zetelen. Ze zijn onbeperkt herverkiesbaar tot de leeftijd van 61 jaar. 2.2: De leden van deze commissies kunnen door de Algemene Vergadering van de VZW Vlaamse Judofederatie worden ontslagen na een beslissing genomen met gewone meerderheid van de aanwezige leden en na betrokkene te hebben gehoord. 2.3: Verkiesbaarheidsvereisten: minstens 25 jaar oud zijn, lid zijn van de VZW Vlaamse Judofederatie als vergunninghouder of vertrouwd zijn met de materie inzake tuchtprocedures, niet behoren tot de raad van bestuur van de VZW Vlaamse Judofederatie, niet behoren tot enige andere commissie van de VZW Vlaamse Judofederatie. De stemming is geheim en dient te geschieden in een voltallige raad van bestuur. De 3 effectieve kandidaten en de plaatsvervangers met de meeste stemmen zijn verkozen met dien verstande dat er nooit meer dan een verenigingslid van eenzelfde vereniging kan worden verkozen.
Pagina : 1 / 5
9 september 2008
Vlaamse Judofederatie
Huishoudelijk Reglement
2.4: Een plaatsvervangend lid zal slechts zetelen in de plaats van een effectief lid als: een effectief lid wegvalt (vb. ontslagen wordt door de Algemene Vergadering van de VZW Vlaamse Judofederatie), een klacht wordt behandeld tegen dit effectief lid of tegen de club waarvan dit lid gebeurlijk deel uitmaakt.
3: Werking commissies: 3.1: De tucht-, beroeps-, en cassatiecommissie zetelen voltallig. Indien een effectief lid niet aan de vergaderingen deelneemt (zie 2.4) zal het plaatsvervangend lid tijdig in kennis gesteld worden. Deze commissies verkiezen bij het begin van de eerste vergadering een voorzitter en een secretaris. De secretaris houdt de notulen van elke zitting. De zittingen van de commissies gaan door op de zetel van de federatie tenzij er uitdrukkelijk anders wordt beslist en de betrokken partijen hiervan op de hoogte zijn gebracht. Geen lid van de commissies mag zetelen indien hij enig direct belang in de zaak kan hebben. In zijn vervanging dient dan te worden voorzien. 4:Bevoegdheid commissies: 4.1: De tuchtcommissie behandelt alle bij haar aanhangig gemaakte geschillen en klachten die kaderen binnen de algemene bedoeling en de goede werking van de VJF en die hierna louter ten exemplatieven en niet ten limitatieven titel worden weergeven: Inbreuken op de statuten, op het huishoudelijk reglement, op het wedstrijdreglement en/of op alle andere door de VZW Vlaamse Judofederatie uitgevaardigde reglementen, gepleegd door leden-clubs, door vergunninghouders. Daden gepleegd door leden-clubs en/of vergunninghouders in het kader van een judomanifestatie, die indruisen tegen de welvoeglijkheid en/of waardoor derden materiële schade hebben opgelopen, waarvoor de Vlaamse Judofederatie gebeurlijk aansprakelijk kan worden gesteld. Inbreuken op het Decreet van 13 juli 2007 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening en op het Besluit van de Vlaamse Executieve van 20 juni 2008 i.v.m. de uitvoering van het Decreet van 13 juli 2007 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening. 4.2: De beroepscommissie behandelt de beroepen tegen de uitspraken van de tuchtcommissie alsook de klachten van en tegen de leden van de tuchtcommissie. Beide commissies hebben een onderzoeksbevoegdheid die bestaat in het horen van de betrokken partijen en indien nodig het horen van getuigen. De beslissingsbevoegdheid wordt uitgeoefend bij eenvoudige meerderheid. 4.3: De cassatiecommissie kan de beslissing van de beroepscommissie verbreken op grond van procedurefouten, miskenning van statuten en/of reglementen van de VZW Vlaamse Judofederatie. Bij verbreking dient de zaak opnieuw behandeld te worden door de beroepscommissie in een anders samengestelde zetel, waarin geen van de leden mag zetelen die reeds in een vorige aanleg in dezelfde zaak gezeteld heeft. De beroepscommissie doet na de verwijzing in laatste aanleg uitspraak rekening houdende met de argumentatie van de beslissing van de cassatiecommissie. Een nieuwe voorziening in cassatie is dan niet meer mogelijk. 4.4: Nooit mag een lid van de tucht-, beroeps- of cassatiecommissie zetelen indien hijzelf of zijn vereniging enig direct of indirect belang in voorliggende zaak kan hebben. 4.5: De taal van de procedure is het Nederlands, de in de procedure betrokken personen die de Nederlandse taal niet machtig zijn, kunnen zich op eigen kosten door een beëdigd tolk laten bijstaan, mits de bevoegde commissie hiervan bij voorbaat op de hoogte te brengen. Pagina : 2 / 5
9 september 2008
Vlaamse Judofederatie
Huishoudelijk Reglement
ART. 68 : Procedure tuchtcommissie. De geschillen en klachten dienen per aangetekend en gemotiveerd schrijven, verstuurd te worden aan de secretaris-generaal van de federatie, die ze op zijn beurt overmaakt aan de voorzitter van de tuchtcommissie binnen de veertien dagen na ontvangst. Klachten in naam van de federatie kunnen neergelegd worden door de meerderheid van de raad van bestuur, zij dienen per aangetekend en gemotiveerd schrijven, verstuurd te worden aan de voorzitter van de tuchtcommissie binnen de veertien dagen na de zitting van de raad van bestuur waarin de klacht werd neergelegd. Na een termijn van 1 maand vanaf de kennisname van het aangeklaagde feit door de aanklager is de klacht niet meer toelaatbaar. Bij de tuchtcommissie kan een klacht worden voorgelegd door of ingediend tegen of door iedere vergunninghouder, leden-clubs, leden van de raad van bestuur, leden van de verschillende commissies binnen de Vlaamse Judofederatie, scheidsrechters en tijdopnemers van een tornooi, verantwoordelijke inrichters van een judoactiviteit met uitzondering van de leden van de tuchtcommissie. Klachten van of tegen een lid van de tuchtcommissie worden behandeld door de beroepscommissie. De voorzitter van de tuchtcommissie doet binnen de maand na kennisname van de klacht of het geschil, het nodige om hetzij de zaak te seponeren, hetzij een minnelijke schikking voor te stellen, hetzij de commissie samen te roepen voor behandeling van de zaak. De betrokkene - voor leden-clubs is dit de gevolmachtigde, de voorzitter of de secretaris - in de tuchtprocedure dient tijdens het onderzoek te verschijnen voor de commissie. Hij wordt hiervan ten minste 8 dagen tevoren per aangetekend schrijven op de hoogte gebracht. De aangetekende brief dient de vermelding van de aanklacht of het voorwerp van het geschil te bevatten. Vooraf moeten de betrokkenen de gelegenheid hebben gehad om het dossier in te kijken. De commissie kan, wanneer zij dit nodig acht, of op gemotiveerd verzoek van betrokkenen getuigen horen, dewelke zij eveneens ten minste 8 dagen voor de zitting op de hoogte stelt per aangetekend schrijven. De behandeling van de zaak geschiedt in beginsel openbaar tenzij de betrokkenen hiervan wensen af te zien of het beroepsgeheim van de personen die worden gehoord in het gevaar komt, of er gevaar bestaat voor de aantasting van de openbare orde of de goede zeden. Bij de behandeling van de zaak kunnen de betrokkenen zich door een raadgever laten bijstaan. De betrokkenen die niet verschijnen op de uitnodiging van de commissie zien af van elke verdediging en kunnen bij verstek een tuchtsanctie oplopen. De commissie stelt een gemotiveerd proces-verbaal op van haar beslissing en dit binnen de maand na de sluiting van de debatten. Deze gemotiveerde beslissing wordt binnen de acht dagen ter kennis gebracht van de betrokkenen alsook van de secretaris van de federatie. De beslissing gaat in de 15de kalenderdag na verzending van de beslissing, tenzij anders gemotiveerd in de beslissing. De poststempel geldt als bewijs. De in het ongelijk gestelde partij en slechts zij, kan in beroep gaan tegen de beslissing van de tuchtcommissie mits een gemotiveerde aangetekende brief aan de secretaris van de federatie te sturen binnen de vijftien dagen na de dag van de verzending van de beslissing van de tuchtcommissie. Na de vijftiende dag na de dag van de verzending van de beslissing is de mogelijkheid van beroep onherroepelijk vervallen. De secretaris maakt dit beroepschrift over aan de beroepscommissie binnen de vijftien dagen na ontvangst ervan. De bij verstek veroordeelde partij wordt van de beslissing van de tuchtcommissie op de hoogte gebracht door een aangetekend schrijven, waartegen de verstekdoende partij verzet kan aantekenen door een gemotiveerde aangetekende brief aan de secretaris van de federatie te sturen binnen de vijftien dagen na de dag van de verzending van de beslissing. De secretaris maakt het verzet over aan de tuchtcommissie binnen de vijftien dagen na ontvangst ervan. De verzetdoende partij die terug verstek laat gaan, kan niet ten tweeden male verzet aantekenen en heeft enkel nog de mogelijkheid in beroep te gaan.
Pagina : 3 / 5
9 september 2008
Vlaamse Judofederatie
Huishoudelijk Reglement
ART. 69 : Procedure beroepscommissie. Beroep bij de beroepscommissie schorst de door de tuchtcommissie uitgesproken straffen niet. De voorzitter doet binnen de maand na kennisname van het beroepschrift het nodige voor de samenkomst van de beroepscommissie ter behandeling van de zaak in beroep. Zoals in de procedure voor de tuchtcommissie moet ook in de beroepsprocedure de betrokkene de mogelijkheid hebben om het dossier vooraf in te kijken. De betrokkenen dienen voor de beroepscommissie te verschijnen. Zij dienen hiertoe ten minste acht dagen bij voorbaat per aangetekend schrijven te worden uitgenodigd. De beroepscommissie kan wanneer zij dit nodig acht of op gemotiveerd verzoek van de betrokkenen getuigen horen. De hoorzittingen zijn openbaar tenzij de betrokkenen hiervan wensen af te zien of wanneer het beroepsgeheim van de betrokkenen in het gevaar komt of er een gevaar bestaat voor de aantasting van de openbare orde of de goede zeden. De betrokkenen die, alhoewel uitgenodigd, niet verschijnen, zien af van elke verdediging en kunnen een tuchtsanctie oplopen. De beroepscommissie stelt binnen de maand na de sluiting van de debatten een gemotiveerd procesverbaal op van haar beslissing. De gemotiveerde beslissing wordt binnen de acht dagen ter kennis gebracht van de betrokkenen alsook van de secretaris-generaal van de federatie. De beslissing gaat in de 15de kalenderdag na de verzending ervan aan de betrokkene, tenzij anders beslist. De poststempel geldt als bewijs. Tegen deze beslissing is cassatieberoep mogelijk.
ART. 70 : Procedure cassatiecommissie. De voorziening in cassatie om reden van procedurefouten of miskenning van de statuten of reglementen is mogelijk mits een gemotiveerde aangetekende brief te versturen aan de secretaris-generaal van de federatie binnen de vijftien dagen na de dag van de verzending van de beslissing van de beroepscommissie. De secretaris-generaal stuurt deze brief door aan de voorzitter van de cassatiecommissie binnen de vijftien dagen na ontvangst ervan. De voorzitter van de cassatiecommissie doet binnen de maand na kennisname van het cassatieverzoek het nodige om de commissie samen te roepen. De betrokkenen hebben de mogelijkheid om het dossier vooraf in te kijken. De betrokkenen dienen voor de cassatiecommissie te verschijnen. Zij dienen hiertoe ten minste acht dagen bij voorbaat per aangetekend schrijven te worden uitgenodigd. De cassatiecommissie kan eveneens wanneer zij dit nodig acht of op gemotiveerd verzoek van de betrokkenen getuigen horen. De hoorzittingen zijn openbaar tenzij de betrokkenen hiervan wensen af te zien of wanneer het beroepsgeheim van de betrokkenen in gevaar komt of er gevaar bestaat voor aantasting van de openbare orde of de goede zeden. De cassatiecommissie oordeelt over de ontvankelijkheid en de gegrondheid van het verzoek tot cassatie en doet eveneens uitspraak binnen de maand na de sluiting der debatten. In geval de cassatiecommissie van de VJF niet kan zetelen, dan zal de secretaris-generaal de zaak doorsturen naar de cassatiecommissie van de Vlaamse Sport Federatie (VSF). De cassatieprocedure verloopt vanaf dan volgens de regels bepaald in het tuchtreglement van de VSF, hetwelk door de secretaris-generaal op dat ogenblik aan de partijen in cassatie in kopie zal overgemaakt worden.
Pagina : 4 / 5
9 september 2008
Vlaamse Judofederatie
Huishoudelijk Reglement
ART. 71 : De straffen. De straffen welke door de respectievelijke commissies worden uitgesproken, zijn hierna ten limitatieven titel opgesomd: Verwittiging of vermaning. Blaam: Dit houdt in dat een uitstel van graadverhoging in overweging kan worden genomen. Voorwaardelijke schorsing van 1 maand tot 1 jaar voor alle judoactiviteiten. Onvoorwaardelijke schorsing van 1 maand tot 3 jaar voor alle activiteiten. Verlies van een of meerdere DAN-graden of KYU-graden. Schorsing van alle officiële bestuursfuncties binnen de federatie. Uitsluiting van de federatie. Disciplinaire maatregelen zoals bepaald in het decreet van 13 juli 2007 (zie bijlage intern tuchtreglement). Alle straffen worden van zodra ze zijn uitgesproken, gepubliceerd in het officieel orgaan van de federatie of via een afzonderlijk rondschrijven aan de leden-clubs met vermelding van de feiten waarvoor de straf werd uitgesproken. Naast en boven de tuchtsancties behoudt de raad van bestuur van de federatie het recht om via burgerlijke of strafrechtelijke procedures verhaal uit te oefenen op de gestraften, zo de door hen gepleegde feiten een financieel verlies voor de federatie hebben veroorzaakt. De raad van bestuur kan bij het binnenkomen van een klacht in alle omstandigheden en dit tot de uitspraak van de tuchtcommissie een voorlopige schorsing opleggen. Deze beslissing dient gemotiveerd te zijn door een dringende noodzakelijke omstandigheid. Bij ernstige inbreuken tijdens een tornooi kan het inrichtend comité een onmiddellijke schorsing voor dit tornooi opleggen door een gemotiveerde beslissing. De veroorzaakte kosten in geval van procedure worden ten laste van de in het ongelijk gestelde partij gelegd. De commissie kan eventueel de kosten verdelen mits daarover een gemotiveerde uitspraak te doen. Onder kosten wordt verstaan: De administratieve kosten: in eerste aanleg : € 250 euro in beroep : € 375 euro in cassatie : € 500 euro De kosten van de commissieleden en de door de commissie opgeroepen getuigen worden uitbetaald volgens de vrijwilligerswetgeving, dit naargelang de gemaakte keuze (zie financieel handboek). Het lid-club of het lid-vergunninghouder die is veroordeeld tot de kosten, zal binnen de vijftien kalenderdagen na het van kracht worden van de beslissing het bedrag overmaken aan het secretariaat van de VJF. Is dit niet gebeurd binnen de voorziene termijn, dan wordt hetzij het lid-club, hetzij het lidvergunninghouder geschorst voor alle activiteiten tot wanneer de kosten volledig betaald zijn.
Pagina : 5 / 5
9 september 2008