Margreth Hoek
Houvast voor ouders die steun zoeken Steeds vaker lees je in beleidsteksten over ouders die de regie houden over hun zorgvraag. Maar wat is volgens ouders daarvoor nodig? In co-creatie met ouders en vrijwilligers van Stichting De Noodkreet is het werkboek Houvast ontwikkeld: een inspiratielijst voor ouders die het overzicht kwijt zijn en steun zoeken bij het vinden van oplossingen voor hun problemen. Houvast helpt ouders overzicht te krijgen en te bedenken welke problemen zij aan willen pakken, wat zij ? willen veranderen en welke steun zij nodig hebben. Het werkboek helpt hulpverleners díe vragen te stellen die ouders in hun kracht zetten, zodat zij de regie kunnen houden over hun zorgvraag. Zo draagt Houvast bij aan het ontwikkelen van een gelijkwaardige relatie tussen ouders en hulpverlener. Een van de workshops van het Congres Ouderschapskennis was een rondetafelgesprek over het ontstaan en de ontwikkeling van Houvast en over de vervolgplannen. Trefwoorden: eigen kracht, regie houden, ouderparticipatie, co-creatie, hulpproces, onvrede over (Bureau) Jeugdzorg Marianne van de Laar werkt bij het LOC en is initiatiefnemer van het project ‘Mijn regieplan voor mijn hulpvraag’. Riet Jefferies is directeur van Stichting De Noodkreet die Houvast verder gaat ontwikkelen. Asha van Kastel is ouder en als vrijwilliger van De Noodkreet betrokken bij het maken van Houvast. Margreth Hoek is eigenaar van Bureau Hoek, auteur van Houvast. Bij dit rondetafelgesprek was zij gespreksleider.
Een inkijkje in Houvast Houvast is een inspiratielijst en als ik het werkboek wil typeren, komen de volgende zeven karakteriseringen bij mij op: 1 mooie vormgeving 2 kracht van ouders 3 voor ouders en door ouders 4 inspiratielijst 5 drie stappen 6 citaten van ouders 7 behoefte aan een steunende vrijwilliger Ik licht deze steekwoorden achtereenvolgens toe zodat er een genuanceerd beeld ontstaat over Houvast.
1 Mooie vormgeving Houvast is een prachtig vormgegeven werkboek voor ouders. Het lijkt triviaal om de vormgeving als eerste kenmerk voor het boek te noemen, maar de ouders met wie het werkboek is gemaakt vonden het essentieel dat het eindproduct er mooi uitzag. Je moest blij zijn en je trots voelen als je de map in handen nam. Het eindproduct moest een map met losse bladen worden zodat ouders er zelf dingen kunnen invoegen. In de werkmap bevinden zich tabbladen met diverse natuurfoto’s omdat de vormgever vond dat deze foto’s het beste de kracht van ouders verbeelden. En op prominente plaatsen in het werkboek staan citaten van ouders. 2 Kracht van ouders Houvast versterkt de kracht van ouders. Eigen kracht is belangrijk in de transitie van het jeugdbeleid, maar wordt in beleidsteksten meestal niet geconcretiseerd. Deze fundamentele kritiek ontneemt deze term niet zijn aantrekkingskracht. Ook ouders zijn gecharmeerd van deze term en ze zijn voorstanders van beleid dat de krachten van ouders versterkt. Maar wat is de kracht van ouders precies? De ouders die het boek hebben gemaakt, noemden verschillende voorbeelden die ik heb onderverdeeld in zes bronnen van kracht; te weten: - ouderschap: je kind is je alles - overzicht te krijgen over hun situatie - goed voor zichzelf te blijven zorgen - een leven te blijven houden naast hun zorgen - in contact te blijven met mensen die belangrijk voor hen zijn - overzicht te houden over de steun die hen wordt geboden Krijgen de zorgen in het leven van ouders de overhand dan verliezen ouders het overzicht en gevoel van invloed. Ze verliezen contact met mensen die belangrijk zijn en komen steeds meer in een isolement terecht. Hun ervaringswereld wordt steeds kleiner en steeds meer beheerst door hun zorgen.
Houvast probeert ouders te inspireren om die zes krachten aan te spreken die het proces van een steeds groter wordend isolement kunnen doorbreken.
3 Voor ouders en door ouders ‘Ik word als ouder niet serieus genomen.’ Dit is de kern van de onvrede van ouders die Houvast hebben gemaakt. Ouders die te maken hebben gehad met het vrijwillige en/of het gedwongen kader van jeugdzorg zijn om diverse redenen in conflict geraakt met Bureau Jeugdzorg. Zij zochten steun bij Stichting De Noodkreet en trachtten de werkrelatie met Bureau Jeugdzorg te herstellen. In het artikel: ‘U werkt niet mee, dus wij ook niet! Ouders begeleiden bij een conflict met bureau Jeugdzorg’, (Hoek, 2014) beschrijf ik de werkwijze van De Noodkreet als een constructief alternatief bij complexe situaties waarin dingen mis zijn gelopen. Veelgehoorde hulpvragen bij De Noodkreet zijn: ‘Ik wil mijn kind vaker zien.’, Ik wil een andere gezinsvoogd.’of ‘Ik wil betere hulpverlening voor mijn kind’. Bij De Noodkreet werken ervaringsdeskundigen en vrijwilligers uit het jeugdveld die proberen ouders weer in gesprek te brengen met de gezinsvoogd. Enkele ouders die meededen aan het project werken er als ervaringsdeskundigen. Zij hebben het conflict met Bureau Jeugdzorg veelal succesvol opgelost en willen andere ouders steunen. Andere ouders zitten nog midden in het conflict. Tijdens de vier bijeenkomsten laaiden de emoties dan ook regelmatig op, maar het lukte deze ouders steeds opnieuw om te focussen op de centrale vraag: wat heb jij nodig om de regie te kunnen blijven houden over de geboden steun? Ouders benoemden tijdens de eerste bijeenkomst belangrijke onderwerpen die in een dergelijk ‘regieplan’ zouden moeten staan. Tijdens de volgende bijeenkomsten werden deze onderwerpen verder uitgediept. De resultaten werden geanalyseerd en samengevoegd in een concept regieplan dat aan ouders werd voorgelegd. Zij evalueerden het resultaat en voorzagen het van commentaar. Zo ontstond al werkend, schrijvend en aanpassend Houvast. De ouders werkten mee omdat zij andere ouders goede steun gunnen. Goede steun betekent voor deze ouders dat er echt naar hen wordt geluisterd én dat de steun aansluit bij wat er al is. De ouders formuleerden de vragen die voor ouders echt belangrijk zijn, met woorden die ouders gebruiken. Een voorbeeld hiervan is de naam: Houvast. Deze naam is bedacht door ouders, want de werktitel van het project (‘Mijn regieplan voor mijn zorgvraag’) was beleidstaal. ‘Regieplan, dat zeg je niet als ouders’, aldus de makers. Maar wat het dan wel moest worden, dat was niet meteen duidelijk. Tijdens de laatste bijeenkomst bedacht een van de ouders de titel Houvast. Het voorstel kreeg steun; Houvast was het juiste woord, want als ouder zoek je in een dergelijke situatie houvast. Al snel volgde ook de ondertitel: ‘Voor ouders die steun zoeken.’
4 Inspiratielijst Houvast is een losbladig werkboek dat ouders zelf invullen en aanvullen met eigen materiaal. Met diverse vragen wil het werkboek ouders aan het denken zetten en hen uitnodigen om hun hartverhaal te vertellen. Houvast gaat uit van de wens van ouders
om te veranderen en helpt ouders overzicht te krijgen van wat zij willen veranderen en met steun van wie. Zo zijn er vragen die inzoomen op de geschiedenis van het gezin en het kind. Er is aandacht voor wat ouders belangrijk vinden en welke mensen belangrijk zijn voor het gezin. Houvast helpt ouders om invulling te geven aan zorg voor zichzelf, omdat dit als belangrijke voorwaarde wordt gezien om goed voor je kind te kunnen blijven zorgen. Ouders bepalen zelf waar zij beginnen en in welke volgorde zij de vragen uitwerken. Het boek is geen afvinklijstje, ouders kunnen zelf beslissen of zij vragen overslaan.
5 Drie stappen Stap 1 is gericht op overzicht krijgen over het gezinsleven en op wensen van de ouder voor zichzelf en de kinderen. Stap 2 bestaat uit het benoemen van de problemen en het bepalen van de volgorde waarin deze worden aangepakt. Stap 3 houdt in: per probleem een plan maken. Het advies van ouders aan ouders is om vooral rustig de tijd te nemen voor de stappen, want goede plannen maken is het halve werk! 6 Citaten van ouders In Houvast staan diverse citaten van ouders prominent op tabbladen. De citaten zijn bedoeld om de ouders herkenning te bieden; zij zijn niet de enige die steun zoeken. Citaten zoals: ‘Je kind is je alles’ en ‘Als het met mijn kind goed gaat, gaat het ook goed met mij’ maakt de kwetsbaarheid van het ouderschap zichtbaar. Met het citaat: ‘Je hebt iemand nodig die je emoties begrijpt’, benoemen ouders wat ze nodig hebben wanneer het in hun gezin niet gaat zoals ze zouden willen. Het volgende citaat is bedoeld om ouders te inspireren en hoop op verbetering te bieden: ‘Als je zelf al een plan hebt gemaakt, kom je heel anders over op Bureau Jeugdzorg.’ 7 Behoefte aan een steunende vrijwilliger Ouders noemden als een belangrijke bron van kracht een persoon die je vertrouwt en die je een spiegel mag voorhouden. Zij vinden het fijn dat er iemand is die oog heeft voor hun zorgen en die hen ook af en toe de waarheid durft te zeggen. Natuurlijk is dat niet altijd even leuk, maar deze feedback betekent ook dat ze er niet alleen voor staan. Er is een betrokken iemand die meedenkt en voelt. Ouders die Houvast hebben ontwikkeld, willen dat er vrijwilligers komen met wie ouders het werkboek kunnen invullen. Een vrijwilliger met wie ze kunnen praten, plannen maken en de voortgang kunnen bewaken. In de voorgesprekken was Asha van Kastel, die ook deelnam aan het rondetafelgesprek, hier heel duidelijk over: ‘Houvast is maar papier. Maar waar het echt om draait is contact: met iemand kunnen praten; iemand die met je meedenkt.’ Het rondetafelgesprek Na bovenstaande toelichting op het werkboek, vond een rondetafelgesprek plaats.
Als eerste vroeg ik aan Marianne van de Laar: ‘Jij bent initiatiefnemer van het project: ‘Mijn regieplan voor mijn hulpvraag’, dat uiteindelijk heeft geresulteerd in Houvast. Waarom heb je dit initiatief genomen?’ ‘Binnen de transitie van de jeugdzorg komt de cliënt centraal te staan. Deze transitie moet verder gaan dan de termen ‘goede bejegening’ en ‘respect voor de cliënt’. Ik vind het belangrijk om samen met ouders inhoud te geven aan eigen kracht. Die invulling van de jeugdzorg moet van de ervaringsexperts zelf komen en ouders zouden betrokken moeten zijn bij alle aspecten van het zorgproces dus ook bij visieontwikkeling, het schrijven van beleidsteksten, het opstellen van protocollen, methodiekontwikkeling en onderzoek. Maar om ouders en jongeren echt tot hun recht te laten komen, moet dat wel in een andere vorm dan nu gebruikelijk is. Nu is het vaak zo dat één ouder betrokken is bij een commissie die voor de rest bestaat uit vakdeskundigen die elkaar vaak al kennen. Ik draai dit om en formeer cliëntentafels waar ouders samen hun visie verwoorden, een notitie schrijven of een product ontwikkelen. Regelmatig worden deskundigen, zoals onderzoekers of ontwikkelaars van richtlijnen, door cliëntentafels uitgenodigd. Zij kunnen hun producten aan hen voorleggen en krijgen feedback van een groep ervaringsdeskundigen. In mijn bijdrage aan dit congres vertel ik uitgebreider over deze werkwijze.’ (Redactie: zie in dit nummer het artikel:‘Eigen Kracht’ inspireren door de juiste attitude!). ‘Een van die projecten is een cliëntentafel waar ouders verwoorden welke steun zij nodig hebben. De transitie van de jeugdzorg wil meer ruimte bieden aan ouders, maar welke steun wensen ouders?’ ‘Tijdens vier werkbijeenkomsten van de cliëntentafel 1. bleek dat de theorie van Alice van der Pas aanslaat bij ouders en hun woorden geeft aan wat hen bezighoudt. Hoe zij benaderd willen worden en hoe zij het zorgaanbod wensen in te richten. Dit inspireerde mij tot een vervolgproject waarvan Houvast het eindresultaat is. Voor dit project zocht ik de samenwerking met stichting De Noodkreet omdat deze organisatie bezig is om ouders de regie terug te geven over hun zorgvraag. Het was een prachtige kans om samen met deze ouders aan de slag te gaan en te werken aan een vervolg. Bij aanvang van het project was nog niet duidelijk welke vorm het product zou krijgen, maar het uitgangspunt was dat het eindproduct invulling zou geven aan de termen eigen kracht en eigen regie zoals ouders dat zien. Verder moest het eindproduct uitnodigen tot een dialoog met professionals en beleidsmedewerkers van de gemeenten. De uitdaging voor de transformatie ligt bij de cliënt. Zij kunnen als ervaringsexperts een belangrijke impuls geven aan de kwaliteitsverbetering van de organisatie van zorg en de inhoud van de hulpverlening’. Aan Riet Jefferies, directeur van De Noodkreet en betrokken bij de totstandkoming van Houvast vroeg ik:’ Wat is de reden van De Noodkreet om deel te nemen aan dit project? ’Laat ik eerst iets meer vertellen over Stichting De Noodkreet. Deze stichting is in 1988 opgericht door een aantal ervaringsdeskundige ouders uit onvrede met de toenmalige jeugdhulpverlening. De Noodkreet wil zich inzetten voor betere jeugdhulpverlening en een betere positie van ouders en jeugd in de jeugdzorg. Wij ondersteunen en begelei-
den ouders en jeugdigen die vragen hebben of die vastlopen in de jeugdhulpverlening. Ouders die zich bij De Noodkreet melden, kampen vaak met meerdere problemen. Zorgen om hun kind is vaak de reden waarom zij vrijwillig een beroep doen op Bureau Jeugdzorg en soms is er een zorgmelding. Voor deze ouders verloopt de communicatie en samenwerking met Bureau Jeugdzorg problematisch. De oorzaak hiervoor ligt in een verschil in visie. Bureau Jeugdzorg doet niet aan waarheidsvinding en ouders kunnen verschillen van mening moeizaam bespreekbaar maken en helaas mondt dit vaak uit in een heftige strijd waardoor kinderen en ouders tussen wal en schip vallen. Uiteindelijk wordt in deze casussen vaak een maatregel uitgesproken waardoor de hulpverlening van het vrijwillig naar het gedwongen kader verplaatst wordt. Ouders verliezen zo de regie over de zorg voor hun kind. Ouders worden wel betrokken bij het opstellen van het hulpverleningsplan, maar uiteindelijk bepaalt de gezinsvoogd welke hulp in het belang van het kind is. Voor veel ouders vergroot dit de problematiek, ze voelen zich onmachtig om de situatie ten goede te keren. Als kinderen uit huis worden geplaatst, overheerst verdriet, onmacht en frustratie. Ouders worden ouders op afstand of zien hun kinderen helemaal niet meer. De Noodkreet ondersteunt en begeleidt deze ouders en helpt ze om te komen tot een leefbare situatie. Samen wordt een plan van aanpak gemaakt en de stappen vastgelegd die genomen moeten worden. Ouders worden gecoacht om die stappen te nemen. Het zijn vaak langdurige en intensieve trajecten, maar ze leveren ook vaak het nodige rendement.’ ‘In het jaarverslag van De Noodkreet zetten we elk jaar weer belangrijke knelpunten op een rij. Door ons werk met ouders hebben wij goed zicht op wat allemaal mis kan gaan in de werkrelatie tussen ouders en professionals in de jeugdzorg. Zo zien we veel problemen ontstaan als er sprake is van een visieverschil, maar ook door het machtsverschil tussen gezinsvoogd en ouders (niet alle gezinsvoogden en niet alle ouders kunnen hier evengoed mee omgaan). Bij De Noodkreet constateren we dat er veel onterechte uithuisplaatsingen zijn en dat Bureau Jeugdzorg in onze ogen meewerkt aan ‘ontvoering’ van de kinderen omdat ze bijvoorbeeld kiezen voor het verhaal van één van de ouders. Ook zien we bij uithuisplaatsing veel onterechte diskwalificaties van ouders waarbij meningen worden gepresenteerd als feiten. ‘Ervaringsdeskundigen hebben met steun van De Noodkreet en het LOC Houvast ontwikkeld. Het werkboek past in het realiseren van een participatiemaatschappij waarin ouders zelf geacht worden verantwoordelijkheid te nemen. Om dat te verwezenlijken, is het van belang dat ouders handvatten krijgen om dit op een verantwoorde manier te doen. In het boek worden díé vragen gesteld waarvan ouders vinden dat ze gesteld moeten worden tijdens hun jeugdzorgtraject. Zij geven ook aan dat voor hun gevoel hun traject dan anders en beter zou zijn verlopen. Niet iedere situatie vraagt om de benadering van Houvast. Veel ouders zijn prima in staat om hun weg te vinden en zelfstandig te komen tot oplossingen. Daar waar sprake is van meerdere problemen op verschillende leefgebieden is het belangrijk dat ouders die daar behoefte aan hebben een steun in de rug krijgen. Houvast is een inspiratiemap en hulpmiddel. Het helpt ouders om vroegtijdig een pas op de plaats maken
en te bekijken wat er in het gezin leeft en speelt en wat nodig is om een onwenselijke situatie te veranderen. Houvast bereidt ouders voor zodat zij hun verhaal kunnen vertellen en weten wat voor hen belangrijk is. Zo beginnen ze als volwaardige gesprekspartner aan een zorgtraject en kunnen zij zelf de regie in handen houden. Ervaringen van De Noodkreet leren dat hulp die niet wordt gedragen door zowel de ouders als de hulpverlener verspilling is van geld, energie en emoties. Uitgaan van wat ouders willen en kunnen is een andere basis dan beslissen wat goed is voor gezinnen. Een grotere investering vooraan in het traject levert gaandeweg meer rendement op voor gezinnen. Dit vraagt om een transformatie van de zorg waar door gemeenten momenteel hard aan wordt gewerkt. Houvast past prima binnen de nieuwe structuren. Ook professionals kunnen er hun voordeel mee doen. Stichting De Noodkreet gaat verder met het doorontwikkelen van Houvast. Het huidige werkboek is een pilotproduct dat onderzocht gaat worden op effectiviteit. De tekst en de inhoud zijn daarom niet beschikbaar. Wel kunnen mensen zich melden om mee te doen aan de pilot. De Noodkreet wil dat het product wordt uitgezet zoals ouders dat graag willen: Houvast uitwerken samen met een vrijwilliger. Daarbij kan worden voortgebouwd op ervaringen die zijn opgedaan met het project Home-start waarin ook vrijwilligers ouders steunen en begeleid worden door een betaalde coördinator. Een betaalde coördinator is belangrijk voor de kwaliteitsbewaking. Het onderzoeken en eventueel aanpassen van het product is een langdurig traject waarbij veel komt kijken.’ ‘Asha van Kastel, jij werkt als vrijwilliger bij De Noodkreet, je bent ervaringsdeskundige en moeder van twee kinderen van 16 en 14 jaar. Jij was betrokken bij het maken van Houvast. Wat vond je waardevol in dat werkproces?’ ‘Wat ik me het meest herinner aan het maken van Houvast is de gedeelde emoties van ouders. Sommigen hebben hun strijd met Bureau Jeugdzorg achter zich gelaten en zijn net als ik vrijwilliger bij Stichting De Noodkreet waar ik ouders help om constructief om te gaan met Bureau Jeugdzorg. Anderen waren cliënt bij De Noodkreet en zaten nog middenin in hun strijd en deelden bij elke bijeenkomst nieuwe verwikkelingen. Het zijn verhalen die je niet koud laten, want iedere deelnemer had net als ik een eigen verhaal met daarin strijd, onrecht en onmacht. Ook zij werden omringd door kennissen en familieleden die hun verhaal niet konden geloven. Uiteindelijk staan de meesten van hen er alleen voor. Als je verzeild raakt in een strijd met Bureau Jeugdzorg is er veel frustratie en vooral veel eenzaamheid, want mensen worden je verhalen moe. Ik heb me nog nooit zo alleen gevoeld als toen mijn twee kinderen uit huis werden geplaatst. Mijn ex-man maakte mij zwart, maar niemand geloofde mijn verhaal: Bureau Jeugdzorg niet, de kinderrechter niet, mijn familie niet. Ik stond er twee jaar lang alleen voor en wist niet wat ik moest doen om gehoor te vinden voor mijn kant van het verhaal. Bij toeval ontdekte ik De Noodkreet. Zij hebben mij geholpen om anders te denken en te spreken zodat er uiteindelijk wel naar mijn verhaal is geluisterd en het is me gelukt om mijn kinderen terug te krijgen. Mijn kinderen zijn bij mij terug, maar ik heb wel andere kinderen teruggekregen; ze zijn ouder, ik heb twee jaar van hun le-
ven gemist en de hele situatie heeft natuurlijk ook het nodige met hen en mij gedaan. Kortom, ik heb gewonnen, maar de kinderen en ik hebben een hoge prijs betaald. Er zou veel in de jeugdzorg moeten veranderen en Houvast levert daar slechts een klein aandeel in. Als ouders moesten we bij het maken van het boek elke keer weer een switch maken van frustratie en woede over wat ons was overkomen naar: ‘hoe had dit voorkomen kunnen worden? Marianne van de Laar en Margreth Hoek, hielpen ons om die omslag te maken. Steeds werden we uitgenodigd om te proberen terug te gaan naar het moment dat we steun zochten. Wat had toen anders moeten zijn? Welke steun hadden we willen hebben? Welke vragen hadden gesteld moeten worden? Wat heb jij nodig om het overzicht en de regie te kunnen houden? Houvast is een mooi product geworden en ik ben er ook trots op, maar het is en blijft papier. Ik vind het daarom enorm belangrijk dat ouders en een vrijwilliger samen Houvast gaan uitwerken en samen steun gaan zoeken. Een vrijwilliger die met jou en de hulpverlener meekijkt, helpt enorm om serieuzer te worden genomen. Ik heb dat ervaren als cliënt van De Noodkreet en ervaar het nog steeds nu ik zelf als vrijwilliger ouders steun en met hen meega naar gesprekken met de gezinsvoogd. Het project heeft voor mij ook een vervolg gekregen. Ik merkte tijdens de bijeenkomsten hoe belangrijk het voor ouders was om hun ervaringen te delen en ik heb daarom een lotgenotengroep opgezet voor ouders. Het is mijn volgende stap als vrijwilliger bij De Noodkreet. We komen nog steeds samen en wisselen ervaringen uit. Ouders bieden elkaar herkenning en erkenning en steunen elkaar bij het zetten van nieuwe stappen. Ik merk dat ouders hier veel baat bij hebben: ze voelen zich minder alleen en eenzaam en gaan minder aan zichzelf twijfelen. Een conflict met Bureau Jeugdzorg is slecht voor je gevoel van eigenwaarde en zelfvertrouwen; als ouder loop je flinke kwetsuren op die je niet eenvoudig achter je laat. Het zou fijn zijn als Houvast kan voorkomen dat ouders in zo’n negatief proces met Bureau Jeugdzorg terechtkomen.’
Noot 1 Zie artikel van M. Hoek met de titel ‘Deze steun heb ik nodig’. M. Hoek /LCFJ in Ouderschapskennis, november 2013. Literatuur Hoek, M. (2014). ‘U werkt niet mee, dus wij ook niet!’ In: A. van der Pas (Red.), Hoezo probleemouders? Tien opstellen over de ongemakkelijke relatie ouders-maatschappij (pp. 65-73). Amsterdam: Uitgeverij SWP. Hoek, M. (2013). ‘Deze steun heb ik nodig. Ouders over ‘goed’ ouderschap en gewenste steun’. Utrecht: LOC/LCFJ.