1
•
Wat is uw mening?
tk
taalkaart 1 Wat is uw mening? Wat ga je doen? Je leert wat een enquête is. Je maakt zelf een enquête.
Op verkenning 1
Bekijk de enquête.
Hotel Geachte gast, van uw verblijf Rijnzicht. Hopelijk hebt u genoten Bedankt voor uw bezoek aan hotel willen wij u vragen , zijn en r goed van dienst te kunn bij ons. Om u een volgende keer wee deze enquête in te vullen. ❍ ja ❍ nee ons hotel? 1 Bent u eerder te gast geweest in ❍ plezier ❍ werk 2 Wat was de reden van uw verblijf? ❍ via internet sch ❍ telefoni 3 Hoe hebt u geboekt? de kamer? Hoe beoordeelt u de inrichting van kamer? uw Wat vindt u van de netheid van en? Hoe beoordeelt u de maaltijd van Hoe beoordeelt u de vriendelijkheid het personeel? ing van het 8 Hebt u suggesties voor de verbeter hier in. ze Vul hotel of de dienstverlening?
4 5 6 7
slecht
matig
voldoende
goed
zeer goed
❍ ❍ ❍
❍ ❍ ❍
❍ ❍ ❍
❍ ❍ ❍
❍ ❍ ❍
❍
❍
❍
❍
❍
vendien Ik vond dat het eten niet erg afwisselend was. Bo el kwam. was het middageten vaak al koud als het op tafzett Kunnen jullie niet meer gerechten op het menu en? Dan kun je beter kiezen wat je wilt eten.
door: Adriaan Maters
© Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg
enlijst. Bedankt voor het invullen van de vrag
2
Waarom houdt de eigenaar van hotel Rijnzicht een enquête? Schrijf de letters van de goede antwoorden op. a. Hij wil graag complimenten over hoe goed het hotel is. b. Hij wil graag weten wat hij kan verbeteren om het de gasten nog beter naar de zin te maken. c. Hij wil weten hoe de gasten het hotel boeken en waarom ze het hotel bezoeken. d. Hij wil het hotel gaan verbouwen.
3
Welke vragen in de enquête gaan over een mening en welke over feiten? Schrijf de woorden mening en feit onder elkaar in je schrift. Schrijf de nummers van de vragen die erbij horen, erachter.
D
4
De meeste vragen zijn gesloten vragen: je kunt als antwoord een kruisje zetten. Er is één open vraag. Daar moet je je mening opschrijven. Schrijf het nummer van die vraag op.
5
Zou jij dit formulier na je verblijf in het hotel invullen? Schrijf je antwoord zo op: Ik zou deze enquête wel / niet invullen, omdat ___
6
Stel dat veel mensen niet tevreden zijn over de maaltijden van het hotel. Wat zou jij doen als jij de eigenaar van het hotel was? Schrijf het op.
Uitleg 7
Een enquête is een onderzoek waarbij een vragenlijst gebruikt wordt. Die vragen kunnen gaan over feiten en/of meningen. Meerdere mensen wordt gevraagd de vragenlijst in te vullen. Zo kom je te weten wat mensen ergens van vinden. De meeste vragen zijn gesloten vragen. Je hoeft daar alleen iets aan te kruisen. Soms is er ook een open vraag. Je moet daar een eigen antwoord invullen. Enquêtes worden vaak gehouden door bedrijven. Ze willen weten of hun klanten tevreden zijn en wat ze kunnen verbeteren. Vaak is het niet mogelijk alle mensen de vragenlijst in te laten vullen. Daarom wordt meestal een kleine groep mensen bevraagd. Je kunt dan ongeveer zeggen wat alle mensen vinden.
Aan de slag 8
Je gaat zelf een enquête maken. Beantwoord eerst de vragen. Schrijf je antwoorden op. a. Waar gaat jouw vragenlijst over? Kies uit: het schoolgebouw – het schoolplein – de schoolregels. b. Wie ga je de vragenlijst laten invullen? Kies uit: de meesters en juffen – mijn klasgenoten. c. Bedenk minstens vijf vragen. Zorg ervoor dat de laatste vraag een open vraag is.
9
Maak je enquête. Schrijf kort op waarom mensen de vragenlijst moeten invullen. Schrijf daaronder de vragen op en sluit af met een bedankje. Kopieer daarna je enquête. Laat deze door je klasgenoten of door de meesters en juffen invullen. Vertel aan je groep wat de uitslag van de enquête is.
D
2
•
tk
taalkaart 2 Waar of niet waar?
Waar of niet waar?
Wat ga je doen? Je leert wat een broodjeaapverhaal is. Je schrijft er zelf een.
door: Adriaan Maters
© Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg
Op verkenning 1
Lees het verhaal.
2
Denk je dat dit verhaal echt gebeurd is? Schrijf de letter van je antwoord op. a. Ik denk dat dit verhaal waar is. b. Ik denk dat dit verhaal niet waar is.
3
Maak de zin af. Schrijf de letter van het goede antwoord op. Een broodjeaapverhaal is ___ a. een verzonnen verhaal dat als waargebeurd wordt doorverteld. b. een verhaal over een aap met een broodje.
4
Dit verhaal is niet helemaal verzonnen. Schrijf de letters op van de zinnen die waar zijn. a. Veel oudere mensen hebben een troetelhondje. b. Veel van deze dieren gaan wekelijks in bad. c. Soms worden hun haren na de wasbeurt met een föhn gedroogd. d. Veel mensen drogen hun hondje ook wel in de magnetron. e. In Amerika worden vaak heel hoge schadevergoedingen gegeven. f. Je kunt wel dieren in de magnetron zetten. Als je hem maar niet op de hoogste stand zet.
D
5
Lees wat deze mensen zeggen. Vertellen ze een broodjeaapverhaal? Schrijf het op. Schrijf ook op waarom je dat denkt.
Vannacht heeft het bij ons flink gesneeuwd. Toen ik vanmorgen naar buiten keek, zag ik dat alles roze was. Op de tv hadden ze geen verklaring voor dit wel heel bijzondere natuurverschijnsel.
Gisteren is een kat in Brazilië bevallen van drie puppy’s. Volgens eigenaresse Cassia de Souza is de buurhond de vader. Voor zover bekend is het de eerste keer in de wereld dat een kat de moeder van jonge hondjes is geworden.
Uitleg 6
Een broodjeaapverhaal is een verzonnen verhaal dat als waargebeurd wordt doorverteld. In het verhaal komen ook dingen voor die wel waar zijn. Het verhaal wordt verteld alsof het echt gebeurd is. Hierdoor gaan mensen het toch geloven. Het verhaal over de hond in de magnetron lijkt bijvoorbeeld waar te zijn. Dit komt omdat in Amerika vaak heel hoge schadevergoedingen gegeven worden. Het begrip broodjeaapverhaal dankt zijn naam aan een verhaal over een snackbar. Daar werden broodjes met kroket verkocht. Deze kroketten zouden gemaakt zijn van het vlees van apen.
Aan de slag 7
Je gaat een broodjeaapverhaal schrijven. Kies een titel of bedenk er zelf een. Je kunt ook de krant gebruiken voor ideeën. Schrijf je titel op. Hondje voorkomt vliegtuigramp.
Aspirientje in cola wordt
wondermiddel.
Duiker wordt uit zee geschept door blusvliegtuig.
8
Schrijf het broodjeaapverhaal. Maak het verhaal geloofwaardig. Zorg dat er ook dingen in staan die wel waar zijn.
9
Vertel het verhaal aan iemand anders. Gelooft hij jouw verhaal?
D
Wat ga je doen? Je leert waarvoor je een familieplanner gebruikt. Je maakt zelf een blad van een familieplanner.
3
ma 20
•
tk
taalkaart 3 Erg handig!
Erg handig!
Op verkenning 1
Bekijk het blad van de familieplanner.
oktober
door: Dianne Manders
© Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg
week 43 ma 20 di 21 wo 22 do 23 vr 24 za 25 zo 26
Papa
Mama
Zara
Stan
Ruben
na school bij Hugo spelen
19.30 bodystep
16.00 djembéles
Dit is onze familieplanner.
13.30 feestje Jeroen (cadeau kopen)
vrij
9.00 winkelen
met Lucy uiteten (oppas regelen)
15.00 judo
ochtend:a naar op
2
Waarvoor gebruikt Stan de familieplanner? Er zijn meer antwoorden goed. Schrijf de letters van de goede antwoorden op. a. om de dagen van de week op te schrijven b. om iedereen te laten weten waar hij is c. om te kijken hoe laat hij naar school moet d. om te kijken waar papa, mama, Zara en Ruben naartoe zijn e. om te plannen wat hij moet doen f. om verjaardagen op te schrijven g. om zijn afspraken op te schrijven
3
Papa wil met oom Hans afspreken. Op welke avonden kan dat nog? Schrijf je antwoord op.
4
Lees de zinnen. Schrijf de letters op. Schrijf erachter: waar of niet waar. a. Mama gaat op haar vrije dag winkelen. b. Op zondag gaan papa en mama uiteten. c. Ruben heeft voetbaltraining op woensdagmiddag 22 oktober. d. Zara gaat op vrijdagmiddag bij Linde spelen.
D
5
Wat moet Stan niet vergeten vóór woensdag 22 oktober te doen? Schrijf je antwoord op.
6
Met wie ben jij het eens? Schrijf de naam of namen op. Een familieplanner is handig. Je kunt rekening houden met de anderen als je iets plant. Ik vind het fijn om te weten waar iedereen naartoe is. Ik heb geen zin om iedere dag op te schrijven wat ik ga doen.
Ik heb geen planner nodig!
Wart Jip
Sam
Simon
Uitleg 7
Een familieplanner is een soort kalender. Niet alleen voor jou, maar ook voor je vader, moeder, broers en zussen. In een familieplanner staan alle weken van het jaar. Op ieder blad staat een week. De dagen van de week staan onder elkaar. Daarachter staan verschillende kolommen. Iedere kolom is bedoeld voor een gezinslid. Je kunt de namen erboven schrijven. In jouw kolom kun je zelf bij iedere dag schrijven wat je die dag moet doen. Je kunt er ook de tijd bij zetten. Iedereen kan zo snel van elkaar zien wanneer en hoe laat iemand een afspraak heeft. Je weet dus precies waar iemand is. Als je iets nieuws wilt plannen, kun je rekening houden met elkaar.
Aan de slag 8
Maak nu jouw eigen familieplanner voor deze week. Zet de maand en het weeknummer op een blad. Maak een groot vak met 7 rijen en voor ieder gezinslid een kolom. Zorg voor voldoende invulruimte. Teken boven iedere kolom een grappig tekeningetje van een gezinslid.
9
Schrijf voor al je familieleden alle afspraken en dingen die ze moeten doen op de planner. Schrijf ook de tijden erbij. Versier tot slot de planner zo mooi als je kunt!
D