Hoofdstuk 4
De achtergrond van negatieve emoties
Hoe komt het dat ik tijdens het praten mijn handen beweeg en bepaalde gebaren maak? De meeste gebaren die we maken doen we onbewust. Wellicht als ik nu praat bewegen mijn vingers of andere delen van mijn lichaam. Het lichaam heeft een eigen taal, dat noemen we ‘lichaamstaal.’ Het lichaam doet deze gebaren en bewegingen omdat alle handelingen worden beheerst en gecoördineerd vanuit gedachtes. Elke beweging betekent dat gedachtes vanuit de geest tot uitdrukking komen. Dit is een belangrijk aspect: alles wat je doet wordt beheerst door en ontspringt uit je gedachtes, zowel bewust als onbewust. Het gebied van wetenschap dat zich met je denken en gevoel bezig houdt heet nu ‘filosofie.’ Je zult je gedachtes en haar aanpassingen op hoger niveau moeten leren begrijpen, door je gedrag en lichaamstaal te observeren en te analyseren. Daarna moet je proberen te begrijpen waarom je lichaam op die manier beweegt of reageert. Alles wat je lichaam doet heeft een betekenis: als je te snel eet moet je boeren, als je spieren pijn doen of als je stijf bent zal je anders bewegen. Als je pijn hebt kunnen anderen zien aan de manier waarop je beweegt dat er iets aan de hand is met je en dat je pijn hebt. Je bewegingen worden geheel beïnvloed door je gedachteprocessen. Het Nederlandse woord ‘man’ komt overeen met het Sanskrit woord mana, wat geest betekent. Om jezelf volledig te kennen en te begrijpen als mens moet je door te studeren eerst je eigen geest leren begrijpen. Je kan echter je geest niet in zijn geheel leren kennen omdat een groot deel ervan voor jullie verborgen en onbekend is en nooit zal worden begrepen. Bij het bestuderen van de achtergrond van de geest zeggen we vaak, ‘alles van het lichaam kan je terugvinden in de geest, maar de gehele geest kan je niet in het lichaam terugvinden.’ Dit betekent dat de geest veel groter en uitgebreider is dan het fysieke lichaam. Om je geest volledig wil begrijpen zal je de negatieve gewoonten moeten elimineren dat je een klein bent en dat je mogelijkheden beperkt en gelimiteerd zijn. Meestal denkt je alleen aan jezelf in een beperkende vorm, bijvoorbeeld; je denkt dat je te zwak, te dun, te dik of te klein bent. Je kan je niet voorstellen dat zo iemand een grote en krachtige geest heeft. Je bent gewent om jezelf te identificeren met al je beperkingen en zwakheden, niet met je beste kwaliteiten. Maar dit begrip over jezelf is niet juist. Binnen in je ligt iets groots en krachtigs - de geest. Het kan echter wel een muur of een barrière tussen jezelf en de Werkelijk worden, maar tegelijkertijd, kan het ook een middel worden dat je kan gebruiken als hulp om de hoogste doel in het leven te bereiken – om die dimensie van het leven die voor jullie nu nog onbekend terrein is te begrijpen. Jullie kunnen wel dat deel van je persoonlijkheid waar je nu nog niet van bewust bent gaan begrijpen door de verschillende functies van je geest in zijn totaliteit te leren begrijpen. In jullie religieuze opvoeding werd uitgelegd dat Jezus Christus een groot man was; hij was de Zoon van God. Volgens de analyses van de Vedantic klopt dat. Moses was ook een zoon van God, zoals Buddha, Krishna, Mohammed en Guru Nanak. Zij zijn allemaal op aarde geboren op dezelfde manier zoals jullie zijn geboren. Als Jezus iets wil zien gebruikt hij zijn ogen; als hij wat wil horen gebruikt hij zijn oren. Hij loopt op dezelfde manier als jullie, zo waarom wordt hij nu beschouwd als een groot leider? Hij was werkelijk groots en machtig omdat hij de dimensie kende van het leven en de wetten die hem aanzette om te handelen. Hij was zich bewust van zijn innerlijke status; hij kende zijn eigen geest.
Om spirituele groei te realiseren moet je eerst zoals bij alle grote mensen je eigen denkpatronen begrijpen, en deze denkpatronen bestaan uit vele niveaus die je allemaal moet leren begrijpen. Een schrijver vertelde dat laatst prachtig,’Als je niets doet met een goede gedachte dan is dat een vorm van verraad of abortus.’ Hiermee wordt bedoeld dat het goede in je tot uitdrukking moet komen. Maar wat is een’goede gedachte?’ Een goede gedachte zet je aan tot creativiteit, een gedachte die geen conflict oproept – dat is een goede gedachte. Een goede gedachte geeft je het gevoel van vrede, rust, evenwicht, tevredenheid of geluk. Zulke gedachte mogen niet verdwijnen zonder dat er iets mee is gedaan. Je moet er wel iets mee doen en er niet alleen maar aan denken. Ze moeten tot uitdrukking komen in je geest, je handelen en je spraak. Met betrekking tot het observeren van je geest moet je leren om uit je vele gedachten de goede en de slechte te selecteren. Leer om alle slechte gedachtes die je uit balans brengen te laten verdwijnen. Maar dat is niet eenvoudig om te doen; je weet wat goed of verkeerd is voor jezelf. Jullie weten dat en dieren weten dat ook, zo waarom doen jullie dan dingen die niet goed voor je zijn en waarom hebben jullie niet de wilskracht om de dingen te doen die je moet doen? Het antwoord is eenvoudig, het komt door je dagelijkse routines en gewoontes. Gewoontes zijn een erg sterke kracht in de menselijke geest en persoonlijkheid, maar ongelukkigerwijs, waarderen jullie die kracht niet. Er is een belangrijke vraag die jullie moeten begrijpen: Waar komen die negatieve gewoontes vandaan? Sta stil bij wie je bent: Je hebt een persoonlijkheid en die persoonlijkheid wordt beheerst door je buitengewone en unieke karakter. Gedurende de loop van je leven en je ontwikkeling is je karakter verweven met je vaste dagelijkse routines. Je hebt een aparte gewoontes en je kinderen hebben andere gewoontes, en toch, zijn jullie allemaal goede mensen. Je dagelijkse routines voeden je ego en daarmee schep je afstand of een barrière tussen jezelf en de anderen, terwijl je zelf binnen de ik grens blijft. Het zelfde gebeurt bij je kinderen. Allemaal zijn jullie geweldige mensen, maar je bent niet uitwisselbaar omdat je verschillende en conflicterende dagelijkse routines hebben. Je dagelijkse routines zorgen voor de maskers voor de verschillende rollen die je bent en speelt. Je noemt dat je persoonlijkheid, maar wat ben je nu werkelijk? Je bent diegene die je zelf hebt gemaakt – dat is wat en hoe je bent. Je hebt dingen voor jezelf gemaakt om aan te trekken en dat is je masker – je persoonlijkheid. Soms dienen deze maskers om je te verdedigen en te beschermen, soms bestaat het masker om iemand af te weren en soms voor creatieve doeleinden. Je gebruikt deze maskers voor verschillende doeleinden. Maar in werkelijkheid doe je afstand van het feit dat je zelf je persoonlijkheid hebt gemaakt en dan zeg je ‘Dit is wie ik ben’ of ‘God heeft me gemaakt zoals ik ben’, hiermee geef je aan dat je het woord ‘God’ niet hebt begrepen. Het woord ‘God’staat voor het principe van gelijkheid, liefde, en onzelfzuchtige stralen – de summum bonum van het leven. Je moet het begrip God niet verkeerd gebruiken door te claimen dat God je heeft gemaakt zoals je nu bent. Je bent een straaltje van het Goddelijke Licht, daar is geen twijfel over. Dat Goddelijke Licht dat in iedereen zit, is eigenlijk de kern waaruit het hele universum is gemanifesteerd. Deze werkelijkheid kan je alleen maar begrijpen wanneer je de werkelijkheid hebt gezien. Maar je blijft jezelf identificeren met je lichaam, je gedachten en met de objecten van de wereld. De belangrijkste rede van lijden is je eigen gewoonte om jezelf te identificeren met de objecten van de wereld en je eigen gedachtepatronen. Je denkt, ‘Ik ben slecht; ik ben nergens goed voor. Ik kan niets, ‘en daardoor wordt je negatief. Je wil de hele tijd worden bemind. Het is waar dat liefde komt van de Heer van het leven. Maar kijk eens wat er binnen in jezelf gebeurt als je de ene persoon haat en van een ander houdt. Kijk
eens naar dat proces: je haat naar diegene die je niet aardig vindt is intensief, maar deze intensiviteit heb je niet naar diegene van wie je houdt. Zo gaat het helaas in het menselijk leven, haat zit veel dieper naar iemand die je niet mag. Dit komt omdat je niet zorgvuldig omgaat met het versterken of intensiveren van je emoties. Je herhaalt en intensiveert negatieve emoties totdat deze een krachtige gewoonte zijn geworden. Maar als je voorzichtig blijft om gaan met je emoties en hoe je leert om ondanks de voor- en tegenslag in het leven toch in balans te blijven, dan zul je niet lijden onder de vele ongemakken die je tegen zal komen. Sommige van deze ongemakken die je zult ondervinden zijn het resultaat van de negatieve emoties die je nu nog niet herkent, maar deze worden ook nog niet door de medische wetenschap begrepen. Je hebt alles wat je nodig hebt om je heen: er is iemand die om je te vertellen ‘Liefje, ik hou van jou.’ Je kind zegt, ‘mama, ik vind je lief’ Je hebt een prachtig huis en toch ben je niet tevreden. Dit komt niet alleen door je denkpatronen, want er is nog iets sterker dan je gedachten. Onder je denkproces ligt de kracht van je emoties. In het dagelijks leven wanneer je tussen je vrienden en familie bent, zowel thuis als op het werk, realiseer je je soms, of het wordt door je vertelt dat je een emotioneel wrak bent. Je realiseert je dat je te emotioneel bent en dat je niet meer in balans bent. Wanneer dit gebeurt komt dat doordat je je emotionele leven nog niet hebben begrepen of hebben geordend. Om met je innerlijke conflicten en emoties te gaan werken moet je eerst de achtergrond van je emoties leren kennen. Je moet inzien dat da emoties een van de grootste krachten zijn die je bezit. Menselijke emoties zijn erg krachtig, maar deze krachten kunnen zowel positief als negatief worden gebruikt. De wijzen hebben geleerd om met deze kracht in een positieve zin om te gaan, zoals Chaitanya Mahaprabhu in India. Hij kwam rechtstreeks in contact met deze emotionele krachten door een vorm van zingen. Zingen is heel wat anders dan huilen, wat een andere vorm van het uiten van emoties is. Wanneer je huilt heb je pijn of verdriet, maar als je blij bent zing je. Als emoties op een negatieve wijze worden gebruikt ga je huilen en voel je je ongelukkig. Als je emoties positief gebruikt betekend het dat je gaat zingen, dansen, gedichten maken – maar eigenlijk is dat dezelfde emotionele kracht. Het Boek van Wijsheid – de Upanishads – de oudste geschriften in de menselijke bibliotheek geven aan:’Oh man, als je werkelijk begrip hebt van je innerlijke kracht, dan snap je dat je zelf God bent. Als je nu nog niet begrijpt wie je bent dan ben je nog een beest, en als je jezelf een beetje door hebt dan ben je een mens. ‘ Je beschikken allemaal over de volgende drie kwaliteiten: het goddelijke, het menselijke en het dierlijke. Wanneer je je dierlijke driften voelt dan vergeet je ineens je kinderen, je partner en je vrienden. Je wordt wild en vergeet je verantwoordelijkheden en je relaties. En als je je verantwoordelijkheden verliest betekent dat je niet meer verbinding hebt met je innerlijke zijn, die uit vele dimensies bestaat. Emoties spelen een krachtige rol in het leven. Wanneer je van streek bent, of emotioneel volledig van de kaart, zeg je dingen die je niet bedoelt. Later heb je er spijt van maar wat is de rede dat je deze negatieve dingen eigenlijk hebt gezegd? Je moet gaan begrijpen waarom je de oorzaak is dat je wild werd en waarom je tot die emotionele uitbarsting bent gekomen. Op zich wil je niemand pijn doen en je verontschuldig je bij diegene van wie je houdt. ‘Het spijt me, ik wilde je niet kwetsen, ik hou van jou en ik heb er spijt van dat ik het heb gezegd.’ Maar de volgende dag toon je hetzelfde gedrag omdat je je eigen emoties niet begrijpt en waar deze emoties vandaan komen. Dit houdt niet in dat je een slecht mens bent, of dat er iets verkeerds in je zit, maar dat je nog niet in staat bent om je emotionele klachten te organiseren, controleren of te sturen. Iemand die wel in staat is deze emotionele krachten de baas te zijn en die deze
richting kan geven kan op korte termijn hetzelfde niveau van extase bereiken als de yogi die al jaren intensief oefent om samadhi te bereiken (red: het fixeren van de geest, vrij van alle impulsen en beroering). Beide processen zijn hetzelfde, tenminste als je in staat bent om je emoties te kanaliseren en als je in staat bent om voorbij de verwarring van het illusoire te komen die is ontstaan vanuit je eigen geest en haar denkproces. Dit is mogelijk als je de oorsprong van je emoties begrijpt. Emoties kunnen heel krachtig zijn zowel in positieve als negatieve zin. Een voorbeeld. Terwijl je in de auto rijdt zie je een kleine hond vast zitten is een struik. Hij jankt om hulp. De puppy is niet van jou, maar je bent contact met je eigen creatieve emoties, waardoor misschien wel stopt om de pup te helpen. Deze emoties kunnen je aanzetten tot creativiteit en positief handelen, maar er ook tot negatieve emoties, die je naar de afgrond kunnen brengen en je leven kunnen ruineren. Het is belangrijk om begrip te krijgen over je negatieve emoties, om te weten te komen wat ze zijn en waar ze vandaan komen. De spirituele oude geschriften die het pad van sadhana (spirituele disciplines) hebben de negatieve emoties geanalyseerd en deze in kaart gebracht. De eerste van deze emoties is kama, begeerte of verlangen. Kama is de moeder van alle begeertes en het voedt zowel de bevrediging van de zintuiglijke begeerte als het liefdadige verlangen om andere belangeloos te helpen. Als begeerte (kama) niet wordt vervuld, wordt je gefrustreerd en woede, boos (krodha). Als je boos wordt betekent dat er een van je verlangens niet wordt vervuld. Dat is een prikkel om boos te worden. De complete en accurate definitie van boos is de emotie die het resultaat is van onvervulde verlangens waarvan je niet hebt geleerd om deze te ordenen, te laten rusten of te begrijpen. Oftewel, boos zijn betekent dat er een verlangen is dat nog moet worden begrepen en dat moet worden opgelost. Als je verlangen is bevredigd en er is voldaan aan je begeerte, resulteert dat in trots (muda). Dus, als het verlangen wordt vervuld heb je een trots gevoel, maar als deze niet wordt vervuld wordt je boos. Om deze rede moet je voorzichtig zijn en jezelf goed observeren. Wanneer een verlangen is vervuld moet je nagaan of je er een goed gevoel van krijgt, en als dat niet het geval is moet je nagaan of je ervan boos wordt. Je moet jezelf zorgvuldig observeren om deze reacties te zien. Je zal moeten leren om innerlijke experimenten met je eigen emoties te gaan uitvoeren. Dan werk je aan jezelf, aan je innerlijke. Dit onderwerp van het aan je eigen emoties werken en daarmee aan jezelf wordt in het dagelijks leven eigenlijk nooit geleerd of besproken. In feite, is er voor de serieuze student eigenlijk maar een boek om van te leren en uit te studeren- het grootste boek aller tijde- en dat is je eigen levensverhaal. Dit manuscript is door jezelf geschreven; je bent zelf de schrijver van je eigen leven. Als je wilt leren dan is dat het boek dat je moet bestuderen. Nu komt de volgende stap in de analyse: als een verlangen is vervuld en je krijgt wat je wenst dan raak je ermee verbonden. Deze binding heet moha, het gevoel van ‘Dit is van mij.’ Als je iets krijgt, raak je eraan gehecht en wil je het houden, herhaal dit experiment en je zal zien dat je bang bent om het te verliezen. Het is eigenlijk best wel ironisch als je zegt ‘Dit is van mij,’ want het voorwerp is helemaal niet van jou, en aan de andere kant, wanneer je het volgende claimt, ‘Dit is niet van mij,’ dan is het eigenlijk van jou. Je zult steeds weer meemaken dat je zegt dat iets van jou is of dat iets niet van jou is. Wat een onuitsprekelijke situatie. Dit lichaam is bijvoorbeeld van jou, maar je hebt er geen controle over. Je maakt je hele leven al onrealistische claims. Je leeft met deze onrealistische claims; soms moet je erom lachen en soms huilen. Soms wordt je overmand door trots om alles wat je hebt bereikt en gepresteerd. Soms raak je emotioneel in de war van omdat bepaalde belangrijke verlangens binnen je verlangwereld nog niet zijn vervuld.
Dan komt de volgende stap, lobha (hebzucht): wanneer je aan iets hecht wordt je hebzuchtig. Deze hebzucht wordt nooit vervuld, wat je ook doet. Wanneer je aan iets hebt gehecht kan je nooit meer zonder. Het vuur van de hebzucht is verschrikkelijk. Het vuur van je hebzucht is zo intensief dat je de vernielkracht niet kan voorstellen. Het kan je zelfs ziek maken. Er zijn ziektes waarbij hebzucht en verlangen lijden tot psychische ziektes. Deze emoties kunnen je obsederen naar iets. Dan, wanneer je weer hebzuchtig wordt je ook nog eens jaloers op anderen en onzeker omdat je jezelf met die ander gaat vergelijken. Eens bezocht ik een Grieks Orthodoxe Kerk in het midden westen met een van mijn studenten die een dokter is. Naast ons zagen we een vrouw die een enorme diamand en dure kleren droeg. Maar ze was de hele tijd aan het fronsen en gebaren aan het maken en hardop aan het praten, waardoor ze de hele preek stoorde. Ze bleef iedereen aankijken en sprak luid: ‘Wat denkt ze van zichzelf? Ik heb een duurdere diamand dan zij aan. Mijn kleren zijn veel mooier.’ Ze was een rijke vrouw, maar ze was zo vreselijk jaloers op haar buurvrouw. Waarom ze ook deed, ze deed het alleen maar om beter voor te doen dan de buurvrouw, en het werd gewoon een emotionele ziekte. Wat je ook doet – of het nu de kleren zijn die je draagt, de manier hoe je loopt of praat, doe het niet voor anderen. Als je buren iets doen, dan doe jij het ook, waardoor je steeds maar weer gaat reageren. Iets desastreus gebeurt er met jou. Je raakt het contact met jezelf kwijt en waardoor je alleen nog maar reageert op anderen. Je doet dan niet meer wat je zelf waardevol vindt, waarover je denkt of in gelooft: je doet alleen nog maar wat andere waarderen. Wanneer dit gebeurt leef je niet meer voor jezelf: je bent voor andere aan het leven, maar dan op een negatieve manier. Vaak leef je voor je buren op dit soort negatieve wijze. Misschien vinden je buren je helemaal niet leuk en daarom vindt je hun ook niet leuk. Dit is de wijze hoe je hele leven is ingericht en spelen haat en jaloezie een belangrijk deel in je leven. Voortdurend vergelijk je jezelf met anderen. Wat betekent het begrip ‘schoonheid’ waarover je je onzeker voelt en zorgen maakt. Jij bent de enige, een uniek persoon gecreëerd door de Voorzienigheid. Er is geen dubbelganger of tweeling in de wereld, iedereen is uniek, dus wie is er nu mooi of lelijk? Iedereen is prachtig. Om te denken dat iets mooi is en dat iets anders lelijk is een beeld van de realiteit dat alleen voorkomt in je eigen denkbeeld. Je oordeelt dat het ene goed is en het andere slecht, maar dit soort beeldvorming komt alleen in je eigen gedachte voor, je eigen denkbeeld en in de neergaande spiraal van de filosofie van het leven. Toen ik voor het eerst Amerika bezocht vertelde ik iemand op de derde of vierde dag, ‘Je bent prachtig’ en ze zei antwoordde ‘Mijn dag is weer goed’. Vaak wordt op deze manier gereageerd op een compliment van anderen. Jou reactie houdt in dat je constant naar waardering zoekt en dat je dat ook nodig heb. Een voorbeeld, een vrouw kijkt haar man aan om aandacht te trekken en als hij haar dan verteld dat ze mooi is omhelst de vrouw hem en zal hem een kus geven. Maar deze aanhankelijkheid van ondersteuning of waardering van anderen komt niet overeen met de werkelijkheid; het lijkt er meer op dat je leeft voor de goedkeuring en de waardering van anderen. Hierdoor ontwikkel je een zwak en onrealistische manier van denken.