Verschijnt 5 maal per jaar Afgiftekantoor Antwerpen X P409339
Vrije Universiteit Brussel Pleinlaan 2 B - 1050 Brussel
België - Belgique P.B. Gent X BC 9467
agazin2e009 m e i t a m r art ri-ma nig info
brua enzin g i e 1 - fe . k R j i l N e 2Red sel JG.1 s u r B t ersitei v i n U rije
V
Hoe werkt de wereld? Nieuwe onderzoeksgroep Earth System Science zoekt het antwoord
MIT-professor Erik Demaine en vader Martin: wiskunde is fun!
Topstrafpleiter Sven Mary studeerde aan de Vrije Universiteit Brussel
wist u dat ... … cyberpesten nog te veel onderschat wordt? Heel wat jongeren minimaliseren het fenomeen van cyberpesten. Maar zowel de slachtoffers als de daders en de getuigen vertonen vaker gedrags- en emotionele problemen dan andere jongeren. De ouders en de scholen spelen een belangrijke rol in de bestrijding van het fenomeen. Dat besluiten Kathleen Leemans en Timi Goberecht in hun masterproefschriften in de Psychologie aan de Vrije Universiteit Brussel. Cyberpesten is een vrij recent fenomeen, maar de psychologische impact ervan kan nog veel groter zijn dan die van het traditionele pesten doordat de dader zijn identiteit verborgen kan houden en het pesten 24 uur op 24 kan doorgaan. Katrien Leemans en Timi Goberecht ondervroegen 1022 jongeren uit de eerste graad van het secundair onderwijs. Een kwart van hen kwam het voorbije schooljaar in aanraking met cyberpesten - als slachtoffer, dader of getuige. Zelf verklaarde een op tien slachtoffer geweest te zijn van cyberpestgedrag, maar impliciete metingen geven aan dat dit aantal in realiteit oploopt tot vijftig procent. Zowel de slachtoffers als de daders hebben de neiging om het cyberpesten te minimaliseren, maar jongeren moeten volgens de onderzoekers leren inzien dat anderen viseren met negatieve berichten via internet of gsm wel degelijk een vorm van pesten is die vaak leidt tot allerlei gedrags- en emotionele problemen.
… geïmpregneerde zakdoekjes wel degelijk nut hebben? Bij het koude winterweer horen steevast verstopte, lopende en vooral rode neuzen. Iedereen heeft wel eens het gevoel gehad er als een clown bij te lopen na veelvuldig gesnuit. Uit onderzoek van professor Kristien De Paepe en enkele collega’s van de faculteit Geneeskunde blijkt dat het gebruik van met lotion geïmpregneerde zakdoekjes wel degelijk een gunstig effect heeft op de irritatie rond de neus. Uit het onderzoek bleek dat het heilzaam effect afhankelijk was van de specifieke samenstelling van de lotion, waarbij verdere huidschade en roodheid verminderd werden. Toch bereiken geïmpregneerde zakdoekjes nog niet hetzelfde resultaat als het aanbrengen van een hydraterende crème, omdat de hoeveelheid lotion die via een zakdoekje kan aangebracht worden veel kleiner is dan een laagje crème. De studieresultaten hebben aangetoond dat zakdoekjes geïmpregneerd met een verzachtende lotion een beschermend huideffect hebben en op die manier het comfort bij een neusverkoudheid verhogen.
… palliatieve thuiszorg nog niet voor iedereen even toegankelijk is? Niet alle terminaal zieke patiënten vinden even vlot de weg naar de palliatieve thuiszorg. Oudere patiënten worden doorgaans aanzienlijk later doorverwezen dan hun jongere lotgenoten. Kankerpatiënten worden dan weer sneller doorverwezen dan mensen met een andere ziekte. Een en ander blijkt uit een studie van de onderzoeksgroep Zorg rond het Levenseinde van de Vrije Universiteit Brussel. De studie toont duidelijk aan dat de palliatieve thuiszorgequipes in de meeste gevallen pas zeer laat in het ziekteproces worden ingeschakeld. Hierdoor blijven voor veel patiënten de voordelen van de palliatieve zorg onbenut. De meeste mensen geven aan het liefst thuis te willen sterven, terwijl dit in Vlaanderen nog steeds slechts in hooguit een derde van de gevallen gebeurt. Met een sterk toenemende vergrijzing in het vooruitzicht, moeten er dan ook dringend inspanningen komen om de toegankelijkheid tot gespecialiseerde palliatieve thuiszorg voor iedereen gelijk te maken, zodat ze aan ieders behoeften kan voldoen, besluiten de onderzoekers. Onderzoeksgroep Zorg rond het Levenseinde
2
Akademos
JG.12 - NR.1 - 02.2009
… de koning erg geïnteresseerd is in … kankerpreventie op de werkvloer nog kan verbeteren? duurzame energie? Doctoraatsstudent Frank Delattin van de Ingenieurswetenschappen heeft een Koninklijke oorkonde en de som van 500 euro gekregen van koning Albert als steun voor zijn onderzoek naar duurzame energieontwikkeling. Delattin verdiept zich met enkele andere onderzoekers in de problematiek van kleine warmtekrachtkoppelinginstallaties, die kampen met een variabele warmtevraag. De warmte, die vrijkomt bij het opwekken van elektriciteit, kan immers gerecupereerd worden voor industriële processen of de verwarming van gebouwen en serres. Delattin en zijn collega’s hebben een goedkope en eenvoudige manier gevonden om een antwoord te bieden aan de schommelende vraag naar warmte. Delattin verricht zijn onderzoek onder leiding van Jacques De Ruyck en Svend Bram, binnen de vakgroep Toegepast Mechanica.
Sommige werknemers zijn vatbaarder voor de schadelijke effecten van kankerverwekkende stoffen op de werkvloer dan anderen. In haar doctoraatsonderzoek aan de Vrije Universiteit Brussel identificeert biologe Mateuca Raluca enkele genotypes en cellulaire fenotypes, die mogelijk een betere voorspelling van het kankerrisico na blootstelling aan bepaalde chemische stoffen en tegelijk een beoordeling van de getroffen beschermingsmaatregelen toelaten. Dit soort onderzoek kan in de toekomst toelaten om werknemers van bepaalde sectoren op te volgen en betrouwbare informatie te verschaffen over hun vatbaarheid voor kankerverwekkende stoffen. Maar dit zal nog tal van ethische implicaties met zich meebrengen, aangezien de Belgische wetgeving op dit moment genotypering voor de aanwerving van werknemers absoluut verbiedt om elk risico op discriminatie te vermijden.
Inhoud foto Herman Ricour
Hoe marcheert de wereld? Earth System Science zoekt het antwoord ....................................................
4
Frank Delattin
… het beleid nog steeds niet voldoende aandacht heeft voor gendergelijkheid? Tien jaar na het invoeren van het begrip gender mainstreaming in België en Nederland is de gendergevoeligheid van het beleid nog lang niet zoals gehoopt. Dat blijkt uit een vergelijkende doctoraatsstudie van politiek wetenschapster Marjolein Paantjens. België boekt weinig vooruitgang, en bij onze noorderburen is de aandacht voor gender in sommige beleidsdomeinen zelfs sterk afgenomen. Doel van gender mainstreaming is om de aandacht voor gender niet te beperken tot de klassieke gendergelijkheidsthema’s, maar ze te integreren in alle beleidsdomeinen. Uit Paantjens’ studie blijkt dat de aandacht voor gendergelijkheid in ons land nog lang niet is doorgedrongen tot alle beleidstakken en dat er bij onze noorderburen in sommige domeinen zelfs zo goed als geen aandacht meer voor bestaat. Om dit fenomeen te counteren, is het volgens Paantjens essentieel om een verantwoordelijk minister aan te duiden, een sterke gelijke kansencel uit te bouwen, of een toezichthouder aan te stellen.
Topwetenschapper: geoloog Philippe Claeys ...............................
7 Kort nieuws ................................................... 10 De fun van wiskunde: MIT-professor Erik Demaine en vader Martin ..............
12 Junior researcher: Kristof Verfaillie .... 15 Alumnus: topstrafpleiter Sven Mary ... 16 Ecocampusbegeleider Els Van Bruystegem . .................................
18 Personalia ...................................................... 19 3
“Wij willen weten hoe onze planeet marcheert” Een moderne wetenschapper kijkt verder dan zijn eigen discipline. En dat is precies wat de leden van de gloednieuwe onderzoeksgroep Earth System Science (ESSc) doen. Geologen, geografen, chemici, ingenieurs en archeologen bundelden de krachten met slechts één doel: onze aarde beter leren begrijpen. “Dit had al veel langer moeten gebeuren.” Philippe Claeys, geoloog en een wereldautoriteit op het vlak van meteorietinslagen, is zichtbaar gelukkig dat de Vrije Universiteit Brussel eindelijk een interdisciplinaire onderzoeksgroep inzake ‘Aardwetenschappen’ heeft. Zijn jarenlange ervaring in onder meer de Verenigde Staten overtuigde hem van de noodzaak van meer interdisciplinaire samenwerking. “We hebben aan de Vrije Universiteit
Brussel in verschillende vakgroepen en in verschillende faculteiten mensen die rond de verandering en de evolutie van de aarde werken, met andere woorden rond de “global change” problematiek. Sommigen, zoals de geologen, geografen en chemici, behoren tot de faculteit Wetenschappen. Anderen, die bijvoorbeeld rond hydrologie werken, hebben dan weer een ingenieursachtergrond. En daarnaast heb je de archeologen, die
bezig zijn met de evoluties in de maatschappij die gelinkt zijn aan de verandering van het klimaat, het landschap en, meer algemeen, het milieu. Allemaal mensen die de aarde als studieobject hebben. Het idee om meer samen te werken was dus evident.” Nieuwe generatie Claeys geldt als katalysator van het project. “Ik voel mij thuis in de huidige veranderingen, maar ook
in die van 4,5 miljard jaar geleden. Ik werk niet op details, maar op grote schaal. En dat is misschien wat nodig was om mensen samen te brengen”, klinkt het. In de nieuwe, jonge generatie wetenschappers aan de VUB zag hij de perfecte bondgenoot om de oude academische grenzen te doorbreken. “Die interdisciplinaire tendens is al meer dan tien jaar aan de gang in het buitenland, maar ook in België. Dit moest dus
foto’s Bernadette Mergaerts
De leden van de gloednieuwe interdisciplinaire onderzoeksgroep Earth System Science (ESSc).
Earth System Science
structuren waarop de universiteiten gebouwd werden, op. De muurtjes moeten afgebroken worden, omdat je de vraagstukken die op ons afkomen niet kan toespitsen op één bepaalde discipline. Je hebt communicatie nodig tussen de verschillende disciplines. Universiteiten zijn echter trage systemen, die zich langzaam aan de werkelijkheid aanpassen. Meestal worden de geografie en de geologie samengezet en na verloop van tijd worden er andere disciplines aan toegevoegd, afhankelijk van hoe sterk die oude muurtjes zijn.” Ook glacioloog Philippe Huybrechts, eveneens een wereldautoriteit in zijn vakgebied, is opgetogen met de oprichting van Earth System Science. “Dit is een zeer goede evolutie. We werkten te zeer versnipperd hier aan de VUB. Ook al zitten sommige vakgroepen al 30 jaar samen op dezelfde verdieping in hetzelfde gebouw. Informeel waren er dus wel wat contacten, maar er zat geen structuur achter.” Geoloog prof. Philippe Claeys
ook hier aan de Vrije Universiteit Brussel gebeuren. We zitten bovendien in een periode van rationalisering. Het verzamelen van kleine eenheden tot een vrij grote groep - 13 professoren, een 60-tal vorsers verspreid over drie faculteiten - is dus een goede zaak.” Ook al stuit Claeys daarbij soms op tegenkanting. “Er zijn heel wat mensen die graag hebben dat alles blijft zoals het, is, maar dat is niet meer mogelijk, zeker niet in deze maatschappij, dus ook niet in de academische wereld. In het buitenland heb ik gemerkt dat ze meer open staan voor verandering. Ik heb geen schrik van verandering. Ik vind het goed dat dingen veranderen. Elke keer als er iets verandert, betekent dat een nieuwe start, en dat stimuleert.”
Muren slopen “Tot dusver zat iedereen in zijn eigen doos”, legt Claeys uit. “En met de mensen buiten die doos hadden we weinig contact. De randen van de dozen zijn ook vaak te hoog om er gemakkelijk over heen te kijken. Met ESSc kijken we over de rand wie er ook met onderzoek naar de aarde bezig is. Van bij het begin was dus snel duidelijk wie erbij betrokken moest worden. We hanteren misschien niet allemaal dezelfde tools en aanpak om de aarde te bestuderen, maar ons doel is nagenoeg hetzelfde: begrijpen hoe deze planeet marcheert.” Oceanograaf Filip Meysman, die dankzij het Odysseus-programma van het FWO na een verblijf in het buitenland terug naar ons land keerde, beaamt: “We heffen de klassieke vakgebieden, de oude
Meer centen De schaalvergroting brengt volgens de initiatiefnemers heel wat voordelen met zich mee. Zo moet het bundelen van de krachten zijn vruchten afwerpen in de race naar meer onderzoeksmiddelen. Claeys: “Voordien waren we klein. En klein is slecht als je op wereldniveau wil meespelen. Als je je kandidaat wil stellen voor een Europees project moet je kunnen concurreren met
Willy Bauwens, hoofd van de deelnemende vakgroep Hydrologie en Waterbouwkunde, alvast van overtuigd. “Dankzij de oprichting van deze interdisciplinaire onderzoeksgroep kunnen we een stuk sterker voor de dag komen bij potentiële donoren.” De gebundelde naam en faam van verschillende leden van de groep is daarbij een extra troef. “Als je kijkt naar de wetenschappelijke reputatie van een aantal onder ons, zijn we een heel sterke groep. Door die mensen samen te brengen, kan je dus echt een verschil maken”, verzekert Huybrechts. 1+1 = >3 Een ander voordeel is het bredere netwerk waarover de vorsers kunnen beschikken. “Het netwerk van de doctoraatsstudenten en de postdocs wordt inderdaad veel groter en dat leidt tot nieuwe ideeën”, weet Claeys. “En het is een feit dat we heel complementair zijn. Sommige groepen zijn voornamelijk bezig met metingen, anderen richten zich op het bouwen van modellen. Ik denk dus dat we mekaar veel te vertellen hebben”, voegt Huybrechts toe. “Een plus een is hier dus meer dan drie. Bovendien zit vernieuwing vaak in de interdisciplinariteit en in het contact tussen verschillende benaderingen en inzichten. Door daar structuur aan te geven wordt er dus veel meer mogelijk.” Ook Meysman ziet de meerwaarde voor jonge onderzoekers. “We beleven een heel spectaculair en
“We beleven een spannend moment in de geschiedenis van de aarde.” zeer grote teams uit Duitsland of Frankrijk. Er is dus niet meteen meer geld voorhanden, maar ik hoop dat de oprichting van ESSc een stimulans is om meer projectaanvragen op grotere schaal in te dienen.” Daar is ingenieur
spannend moment in de geschiedenis van de aarde. Alles is enorm snel aan het veranderen door de menselijke impact op het klimaatsysteem. Wetenschappers hebben dus een brede kijk nodig op wat er verandert. Een van de belangrijkste
5
redenen voor onze samenwerking was dan ook dat we de studenten, de postdocs en de doctorandi meer interactie konden bieden met andere vakgebieden. Zo krijgen ze een veel breder zicht op wat er met de aarde gebeurt.” Uitbreiden De oprichting van Earth System Science is geen eindpunt. Zo kan de groep in de toekomst nog aangevuld worden met wetenschappers uit nog andere disciplines. Claeys: “We kunnen een meer biologische component toevoegen, of collega’s van wiskunde of fysica aantrekken, of zelfs mensen uit de sociale wetenschappen, die onderzoek doen naar de sociale implicaties van de huidge global change.” “En ook de mensen uit de economische wetenschappen kunnen op termijn een bijdrage leveren”, vult Bauwens aan. “Zodra de dynamiek er is, kunnen we dus zeker nog uitbreiden”, besluit Claeys. [tm]
Terug van weggeweest Een van de leden van de onderzoeksgroep Earth System Sciense is prof. Frank Dehairs. Hij trok met een team van onderzoekers naar Antarctica. De laboratoriumcontainer die mee reisde, staat intussen weer netjes op de campus van de Vrije Universiteit Brussel. Vorig jaar trok het VUB-labo voor Analytische en milieuchemie (ANCH) naar het zuidelijkste continent om er te onderzoeken welke rol de Antarctische Oceaan speelt in de globale koolstofcyclus, en in welke mate ze koolstofdioxide onttrekt aan de atmosfeer – een belangrijk element voor de vermindering van broeikasgassen. Dit onderzoek maakte deel uit van de Bonus Goodhope 1–expeditie, met als doel te achterhalen hoe de
werking van de Zuidelijke Oceaan en het klimaat elkaar beïnvloeden. De container is nu weer veilig thuis en staat achter de stookplaats naast gebouw T op de campus Oefenplein. Een ommetje waard, al is het maar voor de eigenzinnige en kleurrijke tekening die cartoonist Quirit erop maakte.
Charles Darwin leerstoelhouder De faculteit Wetenschappen en Bio-ingenieurswetenschappen heeft op voorstel van de vakgroep Geologie Charles Darwin aangeduid als leerstoelhouder van de jaarlijkse leerstoel Willy Calewaert. Dit 200 jaar na de geboorte van Darwin en 50 jaar na de uitgave van zijn “On the origin of species.” Omdat Charles Darwin er zelf niet kan zijn, wordt
6
Akademos
JG.12 - NR.1 - 02.2009
de inaugurale rede uitgesproken door prof. Johan Braeckman van de Universiteit Gent, op maandagavond 23 februari 2009 om 19u00 in GalerY‘. Alle lezingen zullen achteraf gebundeld worden in een publicatie. Het volledige programma: www.vub.ac.be/calewaertleerstoel.
Geoloog Philippe Claeys
“We moeten niet te veel panikeren” De drijvende kracht achter de nieuwe onderzoeksgroep Earth System Science is geoloog Philippe Claeys. Hij houdt zich bezig met de veranderingen in de biogeologische evolutie van de aarde. Zo onderzoekt hij de inslag van meteorieten en de verandering en gevolgen daarvan voor onze planeet. Een gesprek over botsende planeten, uitgestorven dinosaurussen en het einde van de mensheid. Hoe vaak wordt de aarde getroffen door een grote meteoriet? “Redelijk vaak. Als we bijvoorbeeld kijken naar de inslag die verantwoordelijk was voor het verdwijnen van de dinosaurussen, dan komt zoiets toch om de 100 tot 500 miljoen jaar voor. Niet elke inslag heeft echter dezelfde ingrijpende gevolgen als die van 65 miljoen jaar geleden, al zijn er in de begindagen van de aarde nog grotere geweest, die een grote rol hebben gespeeld bij de ontwikkeling van de planeet. Zo is onze maan het gevolg van de inslag van een andere planeet, ongeveer zo groot als Mars, die op bijna dezelfde baan zat als de aarde. Beide planeten zijn 4,5 miljard jaar geleden gebotst en het resultaat is de aarde zoals we die nu kennen, plus onze satelliet de maan.” Hoe vindt u daar bewijzen van? “Op basis van grondstalen. Van die eerste inslag zijn er geen stalen meer op aarde, maar we hebben er wel enkele van de maan. En als de NASA zoals gepland opnieuw naar de maan gaat, heb ik een aantal projecten om nieuwe stalen te nemen, zodat we die inslag kunnen reconstrueren. Voor de andere inslagen werken we in de kraters op aarde. Er zijn vandaag meer dan 170 inslagkraters op aarde, die we bemonsterd hebben en waar we bestuderen wat de gevolgen waren van die inslagen.” Hoe gaat u daarbij te werk? “Als de krater aan de oppervlakte ligt, dan nemen we stalen die we hier in ons labo analyseren. Als
de krater onder de grond ligt, dan laten we boringen uitvoeren. Dat is wat er een paar jaar geleden gebeurd is in de Chicxulub-krater in Mexico die 65 miljoen jaar geleden verantwoordelijk was voor het einde van de dinosaurussen. In 2002 hebben we er een continentale boring gedaan tot 1500 meter diep. En in 2010 zijn we van plan om een off shore-boring te doen - de krater ligt immers op de grens van het Yucatan-schiereiland en de oceaan - om vier kilometer diep in de oceaan te boren. Zo kunnen we echt in de kern van de krater doordringen en hoop ik monsters te krijgen van de diepste lagen van de krater.”
Het bewijs dat een meteorietinslag 65 miljoen jaar geleden verantwoordelijk was voor het uitsterven van de dinosaurussen is dus nog maar enkele jaren oud? “De bewijzen zijn er al sinds het begin van de jaren ’80. Waar we nu mee bezig zijn, is het beter begrijpen van hoe het gebeurd is. Om dat te doen hebben we modellen nodig. Maar goede modellering hangt af van goede inputparameters en die kunnen we leveren door de studie van de gesteenten die tijdens de inslag werden gevormd. Die geven aanwijzingen over de grootte van de inslag, de hoeveelheid energie
die er vrijkwam, wat de chemische samenstelling was van het gas en het puin dat in de atmosfeer vrijkwam, enz. In 1990, dankzij een aantal boringen van Pemex, de Mexicaanse oliemaatschappij, kwamen we te weten dat er op die plek een krater van 200 km groot lag. Dat was het sluitstuk van een idee dat zeker tien jaar ouder was. In 1980, werd op de Krijt-Tertiair-grens in Italië een speciaal metaal ontdekt: iridium. Dat is uiterst zeldzaam op aarde, maar komt wel veel meer voor in de meeste meteorieten. Die ontdekking was een grote revolutie. Onderzoekers waren altijd bezig met de aarde op zich, als een aparte,
7
“geïsoleerde” planeet. Maar op alle planeten gebeuren meteorietinslagen. Al was het voor sommigen moeilijk om te aanvaarden dat onze mooie biosfeer ook brutaal kan veranderen door bijvoorbeeld een asteroïde- of een komeetinslag.” Er zijn nog steeds mensen die aan de theorie twijfelen? “Er zijn er nog, maar die zijn nu echt in de minderheid. De meeste wetenschappers zijn het eens over de oorzaak waarom plots 60 tot 70% van de fauna en flora verdween en iets zo succesvols als de dino’s, die 100 miljoen jaar hebben geleefd, uitstierf.”
foto’s Bernadette Mergaerts
Wat was de omvang van de meteoriet die onze planeet toen trof? “Het was een object bijna zo groot als Brussel, tien tot twaalf kilometer in doorsnede. Bovendien stevende dat op de aarde af met een snelheid van 25km/seconde, als het een asteroïde was, of tot 72 km/seconde, als het een komeet was,. De energie die toen vrijkwam, was enorm. Vergelijkbaar met vijf miljard keer de atoombom op Hiroshima. De inslag veroorzaakte overal op de wereld enorme aardbevingen van 12 tot 13 op de schaal van Richter. Het absolute maximum van wat aan aardbevingen fysisch mogelijk is. Nadien koelde de aarde gedurende weken heel brutaal af door al het puin en stof dat in de atmosfeer was vrijgekomen. Er was geen licht, en dus ook geen fotosynthese meer. En aangezien de inslag op kalksteen en evaporiet gebeurde, kwamen er CO2 en zwaveloxiden vrij, met de massale vorming van zure regen al gevolg. Die hoge CO2-concentratie in de atmosfeer zorgde ook voor een sterk boeikaseffect. In enkele jaren veranderde de aarde van een donkere frigo in een warme sauna. En dat overleefden de dinosaurussen niet? “Het is niet zo dat alle dinosaurussen plots allemaal samen
8
Akademos
JG.12 - NR.1 - 02.2009
Geoloog Philippe Claeys
gestorven zijn. Dat is over verschillende generaties gebeurd. De verschillende soorten telden steeds minder en minder leden, waardoor ze uiteindelijk allemaal uitgestorven zijn. Dat was het lot van alle dieren zwaarder dan 25 kilogram.” Zonder die gebeurtenis was er nooit sprake geweest van de mens? “Dat denk ik inderdaad. Zonder die inslag zou hier op aarde nog steeds iets leven dat op een dinosaurus lijkt. Al zouden het door die extra 65 miljoen jaar evolutie dan wel zeer intelligente dinosaurussen kunnen geweest zijn.” Zouden ze het nog zolang uitgehouden hebben? “De dino’s waren gedurende 100 miljoen jaar zeer succesvol. Daarin hebben ze klimaatsveranderingen, stijgingen en dalingen van het zeeniveau, warmere en koudere perioden meegemaakt. En toch bleven ze altijd aanwezig.” Wanneer kunnen we een volgende grote meteorietinslag verwachten? “We hebben nog tijd. De laatste grote inslag dateert van 65 miljoen jaar geleden, maar we hebben ook nog twee kleinere botsingen gekend, zo’n 35 miljoen jaar geleden. Die hadden minder gevolgen, maar ze hebben misschien wel geleid tot een klimaatsverandering.”
kunnen bouwen op de asteroïde om hem van richting te doen veranderen. Met een asteroïde zou dat kunnen lukken, omdat we jaren op voorhand weten waar en wanneer die op de aarde zal inslaan. Bij een komeet maken we geen kans. In dat geval weten we immers maar maximum twee jaar op voorhand dat hij onze richting uitkomt.” Als er nog eens een inslag plaatsvindt, betekent dat dan het einde van de mensheid? “Misschien niet het einde van de mens, maar wel het einde van de maatschappij die wij kennen. Ik denk zelfs niet dat we daarvoor een even grote inslag als 65 miljoen jaar geleden nodig hebben.” Kan een meteorietinslag ook leiden tot het einde van de aarde? “Nee, dat is zeer onwaarschijnlijk. We hebben de grootst mogelijke botsing al gehad toen de maan werd gevormd. Er zweven geen grotere lichamen vrij in het zonnestelsel, dan de planeet die de aarde toen ramde.” Wanneer komt de aarde dan wel aan haar einde? “Als de zon het begeeft. Als ze in het stadium van een soort ”red-
giant” ster terechtkomt, wordt ze groter en groter tot aan de huidige positie van de aarde om vervolgens alle binnenplaneten, ook de aarde, te vernietigen, ter-
in een glaciale periode, maar in de algemene evolutie van de aarde zijn deze koude periodes uitzonderingen. Toch hebben we bewijzen voor nog veel koudere perioden,
“Het broeikaseffect is nodig op aarde.” wijl mars en de grote gasplaneten waarschijnlijk zullen overleven. Maar dat duurt nog wel een vijf miljard jaar.” Hoe kijkt u naar de huidige klimaatsverandering, als u bezig bent met evoluties op veel grotere schaal? “Er is zeker een klimaatverandering aan de gang en wij zijn daar grotendeels verantwoordelijk voor. Maar ik bekijk dat met wat meer afstand. CO2 is ook erg belangrijk voor onze wereld; het broeikaseffect is nodig op aarde. Zonder broeikaseffect zou de aarde veel kouder zijn. Tijdens de periode van de dino’s was het veel warmer, met een veel kleiner temperatuurgradiënt tussen de evenaar en de polen. Er was geen ijs op aarde en bovendien zat er acht tot tien keer meer CO2 in de lucht. En dat was niet omdat de dino met een 4x4 reed. Momenteel zitten we echter
zoals de snowball Earth, toen de hele planeet bedekt was met ijs. Klimaatsveranderingen maken nu eenmaal deel uit van de evolutie van de aarde; nu zijn de mensen maar een extra parameter in deze veranderingen. Maar moeten we die opwarming dan niet bestrijden? “Voor de maatschappij zeker wel. Al is het alleen al om de gevolgen van de stijging van de zeespiegel tegen te gaan. Maar er zullen sowieso sommige laaggelegen kustgebieden en eilanden verdwijnen. Al denk ik niet dat we teveel moeten panikeren, zeker niet in vergelijking met de geologische veranderingen van het verleden. We moeten onze CO2-uitstoot onder controle houden, maar dat wil niet zeggen dat iedereeen terug met de fiets moet gaan rijden of dat we het vliegtuig niet meer mogen nemen.” [tm]
Kunnen we een inslag vermijden? “Daar bestaan wilde ideeën over. De mensen van de Star Wars-generatie dachten na over manieren om een meteoriet van richting te veranderen. Dat heb je in de cinema kunnen zien. Met een nucleaire explosie bijvoorbeeld, maar dat is gevaarlijk omdat je dan duizenden kleinere brokstukken krijgt in plaats van een grote. Die zijn dan nog radioactief ook. Een interessante denkpiste is om met de solarwinden te werken. Je zou een zeil
9
Spin-off linkt multimedia met mobiele telefoons
Frederik Temmermans van Universum Digitalis
De Vrije Universiteit Brussel is weer een spin-off rijker. Universum Digitalis kwam tot stand bij de onderzoeksgroep IRIS van het departement Elektronica en Informatica (ETRO) en specialiseert zich in het beheer van multimedia-data en de distributie ervan naar mobiele toestellen. Als doelpubliek heeft Universum Digitalis onder meer de culturele en toeristische sector voor ogen. Voor musea bijvoorbeeld, biedt het bedrijf een platform aan dat toelaat een mobiel toestel te gebruiken ter vervanging van een traditionele audiogids. De museumbezoeker kan teksten lezen, audiofragmenten beluisteren of een video over een bepaald werk bekijken. Dit alles gebeurt met één toestel met een minimalistische interface, zodat de inhoud toegankelijk is voor elke bezoeker.
Waardig levenseinde geactualiseerd In de zopas volledig bijgewerkte versie van zijn boek Een waardig levenseinde formuleert professor Wim Distelmans van de Vrije Universiteit Brussel een nieuwe reeks aanbevelingen en bedenkingen omtrent de knelpunten in de euthanasiewet. Die heeft de voorbije jaren al een hele weg afgelegd, maar praktijkvoorbeelden zoals het geval van Hugo Claus hebben pijnlijk duidelijk gemaakt dat de wetgeving dringend nog verfijnd moet worden. Distelmans reikt hiervoor in zijn boek een reeks ideeën en suggesties aan, en boort ook de laatste moeilijke taboes aan zoals euthanasie bij jongeren en wilsonbekwame peuters en baby’s. Hij merkt ook op dat palliatieve zorg steeds minder exclusief een zaak is van kankerpatiënten, maar dat er almaar meer mensen met een andere ongeneeslijke ziekte, zoals neurologische aandoeningen of hartfalen deze opvang nodig hebben. Wim Distelmans stelde zijn herwerkte boek voor op de viering van 20 jaar OMEGA, de eerste toonaangevende palliatieve thuisequipe in België.
Opnieuw Belgen op podium Tour Lotto stelde in januari zijn ambitieus wielerproject voor op de VUB-campus. Doelstelling van het project is om binnen vier jaar een Belgische wielrenner op het podium van de Tour te krijgen door de training en de begeleiding van jonge renners meer wetenschappelijk te benaderen. Prof. Romain Meeusen zal als coördinator van het Brussels Labo voor Inspanning en Topsport (BLITS) alle medische gegevens en de trainings- en wedstrijddata van de renners wetenschappelijk analyseren en verwerken. In een eerste fase beperkt het project zich tot de SilenceLotto-ploeg, maar vanaf 2010 wil men de samenwerking uitbreiden naar andere professionele wielerteams. In 2012 moet het Lotto Cycling Institute verder uitgroeien tot het Lotto Sports Institute, dat zich ook op andere disciplines zal toespitsen, zoals atletiek of triatlon.
Nieuwe website voor gender en diversiteit
prof. Machteld De Metsenaere
10
Akademos
JG.12 - NR.1 - 02.2009
Wie wil weten in welke VUB-cursussen gender en diversiteit aan bod komen of wie hierover onderzoek wil verrichten, kan vanaf begin maart terecht op de gloednieuwe webstek van het RHEA-centrum voor Gender en Diversiteit. De interfacultaire en interdisciplinaire onderzoeksgroep – die de naam draagt van de oergodin Rhea – wil met de website een breed publiek bereiken en informeren. “Zo willen we onze studenten laten kennismaken met gender- en vrouwenstudies aan de universiteit”, zegt prof. Machteld De Metsenaere, voorzitter van het RHEA-centrum. “We krijgen geld van de ministers Van Brempt en Vandenbroucke om genderstudies te verankeren aan de universiteit. We hebben een inventaris gemaakt van al wie er aan de Vrije Universiteit Brussel mee bezig is.” Naast specifieke cursussen als ‘Inleiding tot de vrouwenstudiesgenderstudies’, ‘ Gender, Diversity and Politics’ of ‘Interculturele communicatie’ heeft RHEA een lijst gemaakt van cursussen waarin gender en diversiteit impliciet aan bod komen. “Dat zijn er heel wat. Om maar twee voorbeelden te geven: de cursus Politieke Geschiedenis van België besteedt bijzondere aandacht aan de vrouwenbeweging. Gender is ook duidelijk aanwezig in de cursus Politieke retoriek. ” De website is niet alleen bestemd voor studenten en onderzoekers van de universiteit, maar ook voor externen, zoals journalisten die in gender en diversiteit geïnteresseerd zijn. Op de website vind je een overzicht van alle lopende en afgewerkte onderzoeksprojecten van RHEA, allerlei publicaties en artikels en een activiteitenkalender. Op 24 april staat alvast Tweespraak 2009 op het programma, waarbij stevig gedebatteerd zal worden over Bitches, Babes en Business: het bedrijfsleven door een genderbril. www.vub.ac.be/RHEA
Kort nieuws
Op zoek naar technische girlpower Begin januari zijn op Campus Etterbeek van de Vrije Universiteit Brussel de Techniekclubs van start gegaan. Meisjes van 10 tot 12 knutselen er elke woensdagnamiddag technische werkstukjes in elkaar onder begeleiding van Technopolis. De Techniekclubs willen een antwoord bieden op de uitdagingen van de arbeidsmarkt. Er zijn immers te weinig technisch geschoolden, vooral meisjes laten het afweten. Het heeft weinig zin om meisjes pas in de laatste jaren van het secundair onderwijs warm te maken voor een technologische richting. De meesten zijn dan al een andere richting uitgegaan. De kennismaking met technologie moet dus veel vroeger beginnen én op een actieve manier.
Associatie naar stadscentrum
Sponsor de toekomst
De Universitaire Associatie Brussel is zopas verhuisd van de VUB-campus in Etterbeek naar de trendy Dansaertstraat in hartje Brussel. De Universitaire Associatie Brussel wordt gevormd door de Vrije Universiteit Brussel en de Erasmushogeschool Brussel en telt 14.000 studenten. Met de verhuizing van haar kantoren naar het stadscentrum beklemtoont de UAB haar engagement voor Brussel.
De Vrije Universiteit Brussel kan alle extra middelen goed gebruiken om haar opdracht nog beter te vervullen. Ook private middelen. Daarom heeft rector De Knop de samenwerking verlengd tussen de universiteit en alumnus Michel De Rouck. De Rouck is het contactpunt voor alles wat te maken heeft met sponsoring, giften en legaten. “Wat sponsoring betreft, treed ik op als tussenpersoon tussen de universiteit en de mecenassen,” zegt De Rouck.“ Het gaat om diverse types Michel De Rouck van partnerships met bedrijven of particulieren die willen investeren in onderzoeksprojecten of leerstoelen waar ze dan hun naam kunnen aan verbinden. Ik help bijvoorbeeld professoren die via hun vakgebied goede contacten hebben met bepaalde bedrijven. Van een contact naar een contract, die ‘r’, daar zorg ik voor, in samenwerking met de juridische en financiële diensten van de universiteit.” De voorbije paar jaar is er op die manier een slordige twee miljoen euro naar de universiteit gevloeid. Sponsoren kan ook via legaten of nalatenschappen. Een interessante formule is het duolegaat. “Iemand wil bijvoorbeeld een goede vriend of zijn trouwe verpleegster in zijn testament zetten, maar als er geen familieband is, worden die mensen maximaal belast waardoor er nauwelijks wat van de erfenis overblijft. Via een duolegaat gaat een deel van de erfenis naar de universiteit. Zij betaalt de successierechten van de andere begunstigden en houdt zelf nog een aardige som over.”
Associatievoorzitter Jean-Luc Vanraes, secretariaatsmedewerker Elisabeth van Wilderode en algemeen coördinator Anne Beyers
Meer informatie over sponsoring en legaten?
[email protected] of 02 629 12 46
11
De fun van wiskunde In wiskundige kringen is de Canadees Erik Demaine op vrij korte tijd uitgegroeid tot een icoon. Al op jonge leeftijd was de wiz kid gefascineerd door de wiskundige wetten achter spelletjes, en op zijn twintigste schopte hij het tot professor aan het vermaarde Massachusetts Institute of Technology (MIT). Nog tot eind april verblijft hij in Brussel, voor een Franqui-leerstoel aan de ULB. Hij geeft binnenkort ook een voordracht aan de Vrije Universiteit Brussel, maar gunde ons nu al een kort interview.
Hoewel Erik Demaine honderden medewerkers heeft, werkt hij nog steeds nauw samen met zijn vader Martin, die aan de basis van zijn carrière lag. Als beeldend kunstenaar is Martin Demaine intussen overigens ook verbonden aan het MIT, als onderzoeker en artist in residence. Hij gaf zijn zoon jarenlang thuisonderwijs, tot die op zijn twaalfde al naar de universiteit trok. Martin volgde de cursussen van zijn zoon op de voet en ontdekte samen met hem de wonderen van de wiskunde. “Maar huiswerk en examens deed ik niet mee, dan was de lol eraf”, grijnst hij.
12
Akademos
JG.12 - NR.1 - 02.2009
Dankzij deze aparte aanpak kon Erik zonder veel problemen doorgroeien tot de prominente wetenschapper die hij vandaag is. “Ik heb me eigenlijk nooit geïntimideerd gevoeld wanneer ik als jonge snaak een veel ouder publiek moest toespreken”, vertelt hij. “Andere kinderen zitten op school vast in een leeftijdsgebonden pikorde, waarbij je bang bent voor de ouderen en solt met de jongeren. Ik heb dat nooit gekend – integendeel: mijn vader heeft me het nodige zelfvertrouwen bijgebracht om voor een publiek te spreken. De mensen hadden trouwens niet zozeer een probleem
met mijn leeftijd, maar eerder met het feit dat ik me met lollige zaken bezighield, zoals origami en
die Demaine probeert uit te dragen. Samen met zijn vader combineert hij de wiskunde met beeldende
“Ik wil studenten aanzetten om rare dingen te proberen.” goocheltrucs. Ik kreeg vaak de kritiek te horen dat ik daar nooit een ernstige carrière op zou kunnen bouwen, maar ik heb intussen het tegendeel wel bewezen.” Kunst en wiskunde Dat wiskunde echt fun kan zijn, is dan ook de essentiële boodschap
kunst en origami. Deze kruisbestuiving levert prachtige objecten op en indrukwekkende vouwsels. “Mensen denken dat wiskunde erg rigide is, maar is het net een wereld die je blijft verbazen”, vertelt Erik Demaine. “Je ontdekt fantastische zaken. Zo hebben wij bijvoorbeeld ontdekt dat je door een blaadje papier te vouwen en hooguit één knip met de schaar te geven, je werkelijk alles kunt maken. Een vis, een vlinder, tot zelfs de skyline van New York. Ook dat is pure wiskunde. Kunst is intuïtief, maar de kunstenaar houdt zich ook aan bepaalde regels, net als wij. Voor ons is het maken van sculpturen niet alleen fun, maar tegelijk is het ook een manier om de problemen die we bestuderen op een andere manier te benaderen en nieuwe inzichten te krijgen. We werken trouwens altijd erg intuïtief: een probleem kan in sommige gevallen leiden tot een wiskundige oplossing, maar in andere gevallen ook wel eens tot een sculptuur.” Ook het grote publiek kan de sculpturen van de Demaines wel smaken: momenteel worden ze al voor de tweede keer tentoongesteld in het MoMA in New York.
foto’s: Bernadette Mergaerts
MIT-professor Erik Demaine en zijn vader, beeldend kunstenaar Martin Demaine, zijn neergestreken in Brussel
13
Samenwerking Erik Demaine is een groot voorstander van interdisciplinaire samenwerking. Zelf werkt hij bijvoorbeeld ook aan problemen in pakweg de informatica (het toegankelijk maken van grote databestanden) of in de medische sfeer (de studie van de vouwpatronen van proteïnen leidt tot de nodige inzichten voor het ontwikkelen van medicatie tegen bepaalde ziektes). Hij werkt zelfs aan een taalkundig project, waarbij hij de oude schrifttaal van de Inca’s probeert te ontcijferen. Die bestaat niet uit lettertekens, maar uit bundels touwen met knopen erin. Ze vormen een intrigerend raadsel. Tijdens zijn verblijf in Brussel wil Demaine de studenten dan ook twee belangrijke zaken bijbrengen. “Ik hoop hen enerzijds aan te zetten om rare dingen te proberen, en anderzijds om hen meer te laten samenwerken over de grenzen van vakdomeinen heen. Want we hebben gemerkt dat men het hier soms moeilijk heeft om gewoon
Wiskundeknobbel uit eigen huis Ook in eigen huis heeft de Vrije Universiteit Brussel enkele bijzondere jonge wiskundetalenten, die hoge ogen gooien op internationaal vlak. Een van hen is Julia Dony, die in 2004 afstudeerde als licentiate en zopas promoveerde met een doctoraatsverhandeling over het schatten van dichtheids- en regressiefuncties in de statistiek. Regressie is een zeer belangrijk begrip in de statistiek en beschrijft het verband dat kan bestaan tussen twee (of meerdere) variabelen. Zo kan men bijvoorbeeld de gemiddelde levensverwachting van een hartpatiënt berekenen op basis van de leeftijd waarop hij of zij een transplantatie gekregen heeft, of voorspellen hoeveel mensen bereid zijn te betalen voor hun woning, in functie van hun leeftijd, salaris of andere factoren. Dony’s werk steunt op recente ontwikkelingen in de kanstheorie, waarover ook haar promotor prof. dr. Uwe Einmahl al meerdere belangrijke bijdragen leverde die op werelniveau erkend worden. Sinds oktober heeft Dony een FWO-post-docmandaat, en wordt ze geregeld uitgenodigd om haar werk te gaan presenteren aan universiteiten in binnen- en buitenland. De voorbije maanden werd ze gevraagd op vijf internationale congressen, en kreeg ze van acht universiteiten uitnodigingen om er seminaries te geven, onder meer in Barcelona, Berlijn, Straatsburg, Seattle en Wenen. [km]
14
Akademos
JG.12 - NR.1 - 02.2009
even naar een ander gebouw te stappen om iets te vragen. Nochtans is het erg belangrijk dat we niet allemaal in ons hokje blijven zitten en dat fysici bijvoorbeeld praten met biologen, en met wiskundigen. Men moet zelfs nog ruimer durven denken, en samenwerken met mensen uit de taalkunde, of uit de archeologie. Dat maakt het allemaal net zo boeiend.” [km]
Origami, Linkages, and Polyhedra: Geometric Folding Algorithms op donderdag 19 februari om 16u in Aula Q D (campus Etterbeek). Do try this at home! Surf naar www.erikdemaine.org/foldcut voor een doe-het-zelf-origamipatroon
Junior researcher
Beneden alle opiniepeil Opiniepeilingen zijn vandaag de dag niet meer weg te denken uit onze samenleving. Het is voor beleidsmakers bijna onmogelijk geworden om opiniepeilingen nog te negeren. Maar doen opiniepeilingen eigenlijk wel wat ze beweren te doen? Peilen ze wel naar opinies? Of vernauwen ze eerder onze blik? En minstens even belangrijk: zijn er geen betere manieren om de mening van burgers te vragen en ze te betrekken bij het beleidsproces? Dat zijn de centrale vragen in het onderzoek van criminoloog Kristof Verfaillie. “We stellen vast dat het Westen de voorbije dertig, veertig jaar anders is gaan kijken naar criminaliteit en hoe die aan te pakken. Waar we vroeger vooral van het maakbaarheidsidee vertrokken, neigen we nu steeds meer naar controle voor de aanpak van maatschappelijke problemen. De vraag is hoe België hierin is geëvolueerd. Is België ook een straffende samenleving geworden? En waarom dan wel?” Kristofs onderzoek zoemt in op de relatie tussen burger en strafbeleid. Een van de verklaringen voor een meer repressief strafbeleid wordt immers gezocht in de manier waarop dat beleid tot stand komt. Heel wat criminologen stellen vast dat een strafbeleid steeds vaker in het teken staat van wat populair is bij de bevolking, en wat populair is moet blijken uit opiniepeilingen. Een strafbeleid dat opiniepeilingen achterna holt, blijkt niet zelden een ongenuanceerd beleid te zijn. Want opiniepeilingen zijn alleen geïnteresseerd in het ‘wat’ maar nooit in het ‘waarom’. Aan de hand van een etnografisch onderzoek probeert Kristof die opinievorming over criminaliteit, bestraffing en justitie beter te begrijpen. Centrale vragen hierbij zijn: Hoe informeren mensen zich over deze thema’s? Welke informatiebronnen zijn belangrijk en waarom? “Doorgaans stellen opiniepeilingen de mening van burgers niet voor
zoals die dat zelf zouden willen. De meest gehoorde antwoorden in een opiniepeiling zijn ‘ja, maar…’ of ‘nee, maar…’. En het eigenlijke antwoord zit hem vaak niet in die ‘ja’ of die ‘nee’, maar juist in die ‘maar…’. Wat burgers feitelijk denken of willen, zit vaak net in die nuance. En daar gaan opiniepeilingen volledig aan voorbij. Maar de huidige manier van aan politiek doen, laat opiniepeilingen toe als instrument. Want opiniepeilingen leveren politici ‘makkelijke’ informatie en hapklare brokken aan. Een etnografisch onderzoek biedt veel meer inzicht in de standpunten van mensen wat beleidsmakers de mogelijkheid geeft om genuanceerder te werk te gaan.” Kristof werkt momentaal aan de tweede fase van zijn onderzoek waar hij zich toespitst op een analyse van het justitieel beleidsproces. Hij vergelijkt de regeerperiode van Stefaan de Clerck (midden jaren ‘90 justitieminister) met die van Mark Verwilghen (vanaf eind jaren ‘90 justitieminister). “Door middel van diepte-interviews met kabinetsmedewerkers probeer ik te achterhalen hoe zij tot bepaalde beslissingen komen. Hoe informeren zij hun minister? Hoe betrekken ze de burgers bij hun beleid? Hoe belangrijk zijn opiniepeilingen en op welke manier worden ze gebruikt? ” Alternatief Discussies over populisme, de rol van opiniepeilingen en de
zogenaamde kloof tussen burger en justitie tonen aan dat er nood is aan andere vormen van betrokkenheid van burgers bij het beleidsproces. Opiniepeilingen bieden geen afdoend antwoord omdat ze geen mogelijkheid tot debat bieden. Terwijl dat juist zo essentieel is in een democratie. “Confrontatie en debat zijn essentiële onderdelen van een democratie om tot een oplossing te komen. Er worden momenteel wel pogingen gedaan om te komen tot een meer participatieve justitie. Een voorbeeld zijn de herstelrechtelijke modellen waarbij dader en slachtoffer rechtstreeks contact hebben met elkaar om het conflict op te lossen. Die pogingen tonen echter ook aan hoe moeilijk die
oefening is en blijft. De grote uitdaging voor het sluitstuk van mijn onderzoek bestaat er dan ook in om suggesties te formuleren over hoe je dat participatieve idee voor justitie vorm kan geven.” [cv]
Kristof Verfaillie studeerde in 2002 af aan de Vrije Universiteit Brussel als criminoloog. Zijn volgende halte was de UGent voor de master-namaster in European Criminology and Criminal Justice Systems. Vervolgens werkte hij zowel aan de UGent als aan de Vrije Universiteit Brussel aan een aantal korte onderzoeksprojecten om in 2005 aan de Vrije Universiteit Brussel te starten met zijn doctoraatsonderzoek. In het kader van het GOA-project (Geconcerteerde OnderzoeksActies) ‘Legitimate criminal Justice in times of insecurity’ ontwikkelt hij een kritische en alternatieve visie op de betrokkenheid en participatie van burgers bij justitie. Prof. S. Snacken is zijn promotor en tevens coördinator van dit GOA-project.
15
Ik studeerde aan de Vrije Universiteit Brussel
Topstrafpleiter Sven Mary Na een eerder bewogen studententijd is Sven Mary (37) op korte tijd uitgegroeid tot een van de belangrijkste advocaten van dit land. Ondanks zijn jonge leeftijd heeft hij al een indrukwekkend palmares van zwaarwichtige zaken op zijn naam. Hij verdedigt zowel slachtoffers als de grootste criminelen, omdat hij zonder onderscheid wil strijden tegen de willekeur. Eigenlijk wilde ik helemaal niet gaan studeren. Ik speelde in de hoogste jeugdreeksen bij Anderlecht en wilde een carrière in het profvoetbal opbouwen. Maar door een zware blessure ging dat niet door en ben ik dan toch maar rechten gaan studeren. Het heeft even geduurd voor ik mijn draai vond als student. Ik heb zelfs mijn eerste jaar driemaal overgedaan. Er is een speciale derogatie van de decaan aan te pas gekomen om mij toch verder te laten studeren. Gelukkig kwam er dan een keerpunt, dat ik te danken heb aan de vrienden die ik ontmoette. Pas toen ik me in het studentikoze leven stortte, besefte ik hoe leuk de unief eigenlijk was. Het was een aangename, losbandige periode. Behalve slagen voor de examens, hadden we eigenlijk een zorgeloos leventje. Maar we feestten niet alleen samen; we studeerden ook samen, en met succes. En in de weekends veranderden we de wereld, op café (lacht). Ik ben nog steeds ontzettend dankbaar dat ik die mensen ben tegengekomen.
wetgeving, maar het is niet aan mij om de bestaande regels te gaan ombuigen. Als we daarmee beginnen, dan leven we niet meer in een rechtstaat, maar in een politiestaat. Als de regelgeving ontoereikend is, dan is het de taak van de wetgever om daar iets aan te veranderen. Het is mijn taak om te zorgen dat de bestaande regels gerespecteerd worden, punt uit. Ik wil strijden tegen de willekeur en het machtsmisbruik. Ik blijf het moeilijk hebben met geweld, in al zijn vormen. Onze maatschappij wordt almaar gewelddadiger. Kijk eens naar het nieuws en je ziet een opeenstapeling van geweld. En zelfs in het parlement wordt ontzettend veel verbaal geweld gebruikt.
“Als advocaat moet je schizofreen zijn.”
Mensen zien me vaak als een arrogant en zelfzeker baasje, maar dat ben ik eigenlijk allerminst. In mijn privéleven ben ik zelfs vrij verlegen en gesloten. Het was dan ook niet makkelijk om te leren omgaan met mijn bekendheid toen ik vaker op televisie kwam. Het is ook lang niet altijd positief, want op internetblogs word ik wel eens versleten voor het vuil van de straat. Laatst werd ik in de tribunes tijdens een voetbalmatch nog uitgescholden voor crapuul en smeerlap, omdat ik ook zware criminelen verdedig. Ik lig niet wakker van mijn populariteit of het gebrek daaraan. Ik doe deze job niet om populair te zijn. Er zijn zaken die voor het grote publiek onbegrijpelijk zijn. Ik besef dat ik geregeld mensen verdedig die abjecte zaken op hun kerfstok hebben, maar omdat ik vind dat iedereen recht heeft op verdediging, selecteer ik mijn cliënten niet, in tegenstelling tot sommige emo-pleiters die bij voorkeur de slachtoffers vertegenwoordigen. Er is slechts één groep die ik categoriek weiger, en dat is extreem-rechts. Er zijn regels om criminelen te straffen en die moeten gerespecteerd worden. Ik vind het ook niet leuk om een zware dealer vrij te pleiten op basis van procedurefouten of een gebrekkige
16
Akademos
JG.12 - NR.1 - 02.2009
Als advocaat ben je sowieso voer voor psychiaters. Je moet eigenlijk schizofreen zijn. De ene dag verdedig je een slachtoffer, de andere dag het grootste uitschot. ’s Ochtends draai ik een knop om, en die gaat pas uit als ik ‘s avonds laat weer thuiskom. De hele dag heb ik geen enkele vorm van scrupules. Het is een permanente bron van stress. Maar ik houd mijn privéleven en mijn beroepsleven strikt gescheiden. Mijn job geeft me wel enorm veel voldoening. Vroeger haalde men zijn neus op voor strafpleiters, maar nu is het een zeer gewaardeerde en complexe tak van het rechtssysteem geworden. Het is een hele uitdaging en ik hoop mijn beroep dan ook nog een hele poos te kunnen uitoefenen. [km]
Sven Mary Afgestudeerd: 1997 Diploma: licentiaat in de Rechten Eerste job: advocaat bij het kantoor De Beir, gespecialiseerd in bouw- en huurrecht Huidige job: advocaat in eigen kantoor
foto Saskia Vanderstichele
17
Erasmushogeschool Brussel
Op weg naar groene associatie Besteden de Vlaamse universitaire associaties voldoende aandacht aan het milieu? Het departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse overheid vindt alvast dat het altijd beter kan. Vlaanderen stelde daarom Ecocampusbegeleiders aan die het personeel en de studenten milieubewuster moeten maken.
Ecocampus heeft drie actiedomeinen: milieuzorg op de campus, milieuzorg in de curricula en milieuzorg in het studentenleven. “Een belangrijk aspect is uiteraard milieuzorg op de campus, en het klinkt misschien raar, maar dat is niet zo vanzelfsprekend’’, zegt Els Van Bruystegem. “Wist je trouwens dat op vele campussen nog niet gesorteerd wordt? Het PMD-afval ging of gaat vaak nog de vuilniszak van het gewone huisvuil in. Dergelijk zaken moeten we zeker kunnen veranderen, maar met het enthousiasme en de bereidheid die ik merk bij het personeel en de studenten, zal dat zeker lukken.’’
gen volgend academiejaar een module rond milieu in hun curriculum hebben, maar het lijkt me perfect mogelijk om op iets langere termijn in elke opleiding de aandacht te richten op ons leefmilieu. Dit kan door bijvoorbeeld een bepaalde keuzemodule aan te bieden of studenten een project of thesis rond dit onderwerp te laten maken. Bij een opleiding Communicatiemanagement kun je bijvoorbeeld vragen om een sensibiliseringscampagne te ontwikkelen. Een extra stimulans hierbij kan de ‘Akte van Ecocampusverdienste’ zijn, waarbij we de vijf beste projecten van de UAB rond milieuzorg belonen met 2.000 euro. Met dit geld kunnen de studenten hun theoretisch werk in de praktijk brengen. Binnen de opleiding Milieuzorg van de Erasmushogeschool Brussel werd Ecocampus trouwens al opgenomen in het projectwerk van de tweedejaars. Dat leverde al twee projecten op: het ene legde zich toe op het plaatsen van groendaken op het gebouw van de EhB in Jette, het andere op het sorteren van afval in het studentenrestaurant van hetzelfde gebouw. Dat zijn heel concrete projecten, die zeker kans maken op financiële steun van de Akte van Ecocampusverdienste.’’
“Voor het actiedomein ‘milieuzorg in de curricula’ willen we milieuzorg en duurzame ontwikkeling in elke opleiding aan bod laten komen. Een van de eerste prioriteiten is uiteraard de lerarenopleiding, omdat dit de studenten zijn die onze toekomstige volwassenen opleiden’’, vertelt de begeleider. “Uiteraard zullen niet alle opleidin-
Spaarlampen adopteren Het is duidelijk dat de Ecocampusbegeleider niet zozeer een organisator is, maar wel een stimulator die inspeelt op de plaatselijke noden en gevoeligheden. “Aangezien ik maar deeltijds werk voor de Universitaire Associatie Brussel, kan ik onmogelijk tientallen activiteiten organiseren, maar dat is ook niet
Els Van Brustegem / foto vds
De Ecocampusbegeleider voor de Universitaire Associatie Brussel (UAB) is Els Van Bruystegem. Sinds oktober zoekt en begeleidt ze projecten die studenten en personeelsleden van de UAB kunnen stimuleren om na te denken over en te werken rond leefmilieu, natuur en energie. “Met Ecocampus wil de Vlaamse overheid milieuzorg stimuleren in het hoger onderwijs. Voor het kleuter, lager en secundair onderwijs bestaat al jaren het MOS-project (Milieuzorg Op School, red.), dat labels uitreikt aan scholen die zich toeleggen op milieuzorg. Maar het hoger onderwijs kende niet echt zo’n project en MOS onveranderd overnemen zou nooit een goed resultaat opleveren.’’ Daarop is het Ecocampusproject in het leven geroepen, waarbij elke associatie een of meerdere Ecocampusbegeleiders krijgt. Deze begeleiders worden ondersteund door drie coördinatoren die associatieoverschrijdend werken en overkoepelende projecten ontwikkelen.
18
Akademos
JG.12 - NR.1 - 02.2009
de bedoeling. Ik probeer mensen aan te zetten om te werken rond milieuzorg en duurzame ontwikkeling en stimuleer bestaande initiatieven. Zo werk ik nauw samen met de milieuopleidingen van de Erasmushogeschool Brussel en de milieu-coördinator, de ecoteams en DADO (Denk- en Actiegroep Duurzame Ontwikkeling, red.) van de Vrije Universiteit Brussel. Met DADO organiseren we trouwens de actie ‘Adopteer een spaarlamp’, waarbij we studenten een spaarlamp laten adopteren in het studentenrestaurant van de campus Etterbeek, waar nu nog zo’n 200 gloeilampen hangen. De adoptant mag op een plan van het restaurant aanduiden welke lamp hij adopteert.’’ Praktijklessen Ecocampus wil ook de zorg voor milieu en duurzaamheid in het hoger onderwijs in kaart brengen en bevorderen. “Zo bestelde Ecocampus een onderzoek om na te gaan hoe milieuvriendelijk de praktijklessen zijn aan de hogescholen en universiteiten. Dat onderzoek is nu afgelopen en op basis van deze resultaten zullen de lokale begeleiders zoals ik, samen met de docenten en professoren nagaan hoe we de labo’s milieuvriendelijker kunnen maken’’, zegt Els Van Bruystegem. De combinatie van onderzoek, sensibilisatie en implementatie van nieuwe maatregelen moet een goed recept opleveren voor een groene associatie. [vds] Meer info?
[email protected] of 0498 94 58 34
Personalia
Jürgen Van Erps heeft met zijn werk ‘Microoptische koppelcomponenten voor optische verbindingen op FTTH-niveau tot op PCB-niveau’ de Wetenschappelijke Prijs Barco nv gewonnen. Jürgen studeerde in 2003 af aan de Vrije Universiteit Brussel als Burgerlijk Elektrotechnisch Ingenieur met afstudeerrichting Fotonica en behaalde hier het doctoraat in de Ingenieurswetenschappen in 2008. Momenteel is hij als postdoctoraal onderzoeker verbonden aan de vakgroep Toegepaste Natuurkunde en Fotonica (TONA) waar hij zijn onderzoek naar vezelconnectoren voor Fiber-To-The-Home toepassingen en naar koppelstructuren voor optische verbindingen op Printed Circuit Board niveau verder zet. Het onderzoeksteam van de vakgroep Toegepaste Mechanica bestaande uit Michael Van Damme, Pieter Beyl, Bram Vanderborght, Ronald Van Ham, Innes Vanderniepen, Rino Versluys, Frank Daerden en Dirk Lefeber ontvingen tijdens de International Conference on Robotics, Automation & Mechatronics (RAM) van 2008 van het Institute of Electrical and Electronics Engineers (IEEE) met de paper ‘Modeling Hysteresis in Pleated Pneumatic Artificial Muscles’ de Best Paper Award. Een ander onderzoeksteam van de vakgroep Toegepaste Mechanica bestaande uit Rino Versluys, Bram Vanderborght, Ronald Van Ham, Pieter Beyl, Pierre Cherelle en Dirk Lefeber wonnen met hun paper ‘Energy-efficient humanoid walking
with ankle actuation: Learning from biomechanics’ de Best Paper Award tijdens de elfde International Conference on Climbing and Walking Robots and the Support Technologies for Mobile Machines (CLAWAR) van 2008. Prof. Nico Carpentier van de vakgroep Communicatiewetenschappen werd verkozen tot vicepresident van de European Communication Research and Education Association (ECREA). ECREA is de Europese academische vereniging voor communicatiewetenschappers Carine Neus van de vakgroep Electriciteit (ELEC) heeft met haar paper ‘Challenges for Loop Identification and Capacity Estimation of DSL with Single Ended Line Testing’ op de ‘15th Symposium on Communications and Vehicular Technology in the Benelux SCVT 2008’ de ‘Best Paper Award’ ontvangen. Gonçalo Reis en Jaap Baarends, twee VUB-studenten uit de master of Management, kaapten een prijs weg bij de masterinzendingen van de Students Innovation Contest, een wedstrijd van IBM België die alle studenten uitdaagde om hun meest innovatieve ideeën op papier te zetten over hoe een innovatief bedrijf er in de eenentwintigste eeuw volgens hen uit zou moeten zien om een aantrekkelijke werkplek te kunnen zijn. Dr. Jan Heyninck, die enkele maanden geleden aan de Vrije Universiteit Brussel promoveerde met
een doctoraatsverhandeling over Top Quark fysica met de Large Hadron Collider in het CERN, heeft de prijs gekregen voor de beste doctoraatsthesis over het Compact Muon Solenoid (CMS)-experiment in het CERN. Deze prijs wordt jaarlijks uitgereikt door de ongeveer drieduizend wetenschappers die aan het experiment verbonden zijn. Heyninck deed zijn onderzoek aan de dienst ELEM op het InterUniversity Institute for High Energies onder het promotorschap van prof. dr. Jorgen D’Hondt. Het is niet de eerste keer dan een student van D’Hondt bekroond wordt: vorig jaar kreeg ook al Steven Lowette de prijs. Prof. dr. Wim Distelmans heeft eind 2008 de tweede Tenrei Ohta Award in de wacht gesleept, een prijs van de World Federation of Right-to-Die Societies. Distelmans werd samen met Jacqueline Herremans en Raymond Matthys in de bloemetjes gezet om zijn inzet voor het legaliseren van het recht op waardig sterven in ons land. De University of California at Berkely (Verenigde Staten) heeft prof. Jeffrey Tyssens van het departement Geschiedenis gevraagd om de aldaar gevestigde Pieter Paul Rubens-leerstoel van de Vlaamse Gemeenschap te bekleden in 2009. Prof. em. Alfons Buekens is momenteel, met een Yongqian Professorship gastdocent aan de Chinese Zhejiang University en dit van 2008 tot 2011. Jaarlijks verblijft hij minstens twee maanden in China.
COLOFON Redactie: Karolien Merchiers, Bernadette Mergaerts, Chantal Verelst, Peter Van Rompaey Eindredactie: Peter Van Rompaey Verleenden verder hun medewerking: Thomas Mels, Veerle Magits, Valéry De Smet Foto’s: Bernadette Mergaerts, Saskia Vanderstichele Opmaak: Kunstmaan Druk: erasmus-euroset Gedrukt met plantaardige inkten op milieuvriendelijk papier
Redactiesecretariaat: Myriam De Pelseneer, Ingrid Knaepen Dienst Interne en Externe Communicatie Pleinlaan 2 – B–1050 Brussel [T] +32 (0)2 629 21 34 [F] +32 (0)2 629 12 10 [E]
[email protected] [W] www.vub.ac.be
Wilt u Akademos thuis ontvangen, laat ons iets weten. Verantwoordelijke Uitgever: Prof. dr. Paul De Knop Rector Vrije Universiteit Brussel Pleinlaan 2 – B-1050 Brussel
Sponsor de toekomst Giften, legaten, schenkingen, sponsoring +32(0)2 629 12 46 of
[email protected] Meer info: www.vub.ac.be/infoover/fundraising
Redelijk eigenzinnige
infodagen 25 april 2009 5 september 2009
www.vub.ac.be