Sociaal plan gemeente Maassluis 2011 De ondergetekenden: gemeente Maassluis, vertegenwoordigd door de heer H.L.M. Eitjes, en: de Abvakabo FNV, vertegenwoordigd door de heer A. van de Scheur alsmede: de CNV Publieke Zaak, vertegenwoordigd door de heer A.A. van Voorden; hierna gezamenlijk ook te noemen "partijen" verklaren te zijn overeengekomen als volgt: HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 ‐ Doel van het Sociaal plan Dit Sociaal plan heeft tot doel de uitgangspunten vast te stellen, waar nodig aanvullende rechtspositionele waarborgen te geven en nadere regels te stellen die nodig zijn om de personele organisatiewijzigingen tijdens de raadsperiode 2010‐2014 op sociaal verantwoorde wijze te doen verlopen. Artikel 2 ‐ Werkingssfeer van het Sociaal plan 1. Dit Sociaal plan vindt zijn basis in artikel 2:3, lid 2 van het Sociaal statuut gemeente Maassluis 2009. 2. Dit Sociaal plan dient niet ter vervanging van het Sociaal statuut gemeente Maassluis 2009, maar is een aanvulling daarop. 3. Dit Sociaal plan is niet van toepassing op medewerkers die, al dan niet op eigen verzoek, worden geplaatst in een functie die ontstaat door verdergaande samenwerking tussen de gemeenten Maassluis, Vlaardingen, Schiedam en/of andere gemeenten. 4. De Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten (CAR) en de Uitwerkingsovereenkomst (UWO) zijn van toepassing. Artikel 3 ‐ Begripsomschrijvingen In dit Sociaal plan wordt verstaan onder: a. tijdelijke functie een functie die door de werkgever in redelijkheid en billijkheid kan worden opgedragen ter overbrugging van het reorganisatieproces;. b. opheffing van taken het wegvallen van een deel van de werkzaamheden die tot een functie behoren; c. opheffing van de functie het uiteen vallen van het samenstel van werkzaamheden of het althans voor een belangrijk deel wegvallen van de werkzaamheden waaruit de functie bestaat; d. herplaatsingkandidaat de medewerker van wie de functie of een gedeelte daarvan, tengevolge van een besluit tot opheffing van of vermindering binnen de formatie van de functie, als gevolg van de organisatiewijziging geheel of voor het grootste gedeelte is komen te vervallen; Sociaal plan gemeente Maassluis 2011
1
e. gedwongen ontslag f. reorganisatieontslag g. belangstellingsregistratie
ontslag dat wordt verleend op initiatief van de werkgever; ontslag als bedoeld in artikel 8:3 CAR‐UWO; het onderzoeken en vastleggen van door medewerkers op gestandaardiseerde wijze kenbaar gemaakte voorkeuren voor het vervullen functies in de nieuwe organisatie; h. begeleidingscommissie de commissie als bedoeld in artikel 4:1 van het Sociaal statuut gemeente Maassluis 2009; i. afspiegelingsbeginsel het bepalen van de herplaatsing‐ of ontslagvolgorde binnen een categorie uitwisselbare functies conform artikel 4:2 van het Ontslagbesluit; j. bovenwettelijke uitkering de uitkering zoals vastgelegd in hoofdstuk 10d CAR‐UWO; k. BaanBreker het loopbaanadviescentrum van de gemeenten Schiedam, Vlaardingen en Maassluis. l. spilleeftijd FPU 62 jaar en 3 maanden voor hen die op 1 januari 2010 de leeftijd van 60 jaar hebben bereikt. Artikel 4 ‐ Stappen en communicatie organisatiewijziging 1. De werkgever draagt er zorg voor dat de Ondernemingsraad, de vakbonden en de (potentieel) betrokken werknemers vroegtijdig worden geïnformeerd en betrokken bij de organisatiewijziging. 2. Het voornemen tot organisatiewijziging zoals aangegeven in het voorgaande lid wordt conform artikel 25 van de Wet op de Ondernemingsraden ter advisering voorgelegd aan de ondernemingsraad. 3. De medewerkers, waarvan de functie (gedeeltelijk) komt te vervallen, worden mondeling geïnformeerd of ze al dan niet (gedeeltelijk) worden herplaatst in een passende functie. Hierbij geldt het principe ‘mens volgt functie’ conform de herplaatsingprocedure, zoals nader uitgewerkt in hoofdstuk 2 van dit Sociaal plan. De mondelinge mededeling wordt schriftelijk bevestigd. HOOFDSTUK 2: HERPLAATSING Artikel 5 ‐ Herplaatsingtermijn 1. De herplaatsingtermijn duurt tot 1 april 2014. 2. De werkgever kan de termijn verlengen of opschorten, indien de omstandigheden naar zijn oordeel daartoe aanleiding geven. 3. De werkgever kan de herplaatsingtermijn verkorten indien: a. de herplaatsingkandidaat heeft geweigerd te voldoen aan een hem op grond van dit sociaal plan of de CAR‐UWO opgelegde verplichting of b. de herplaatsingkandidaat daarom verzoekt. Artikel 6 ‐ Belangstellingsregistratie Met elke herplaatsingkandidaat vindt binnen een maand nadat hij als herplaatsingkandidaat is aangemerkt, op initiatief van de werkgever, een gesprek plaats ten behoeve van de belangstellingsregistratie. In dit gesprek wordt geïnventariseerd welke voorkeuren er bij de medewerker leven zoals herplaatsing in een passende of geschikte functie , outplacement of vrijwillige beëindiging van het dienstverband. Sociaal plan gemeente Maassluis 2011
2
Artikel 7 ‐ Herplaatsingkandidaten afkomstig uit dezelfde functie 1. Alle medewerkers van wie taken vervallen zijn herplaatsingkandidaat voor zover het wegvallen van die taken leidt tot inkrimping van het voor de betreffende functie benodigde fte’s. 2. Indien de gemeente Maassluis in overleg met één of meer van de in het eerste lid genoemde herplaatsingkandidaten overeenstemming is bereikt, waardoor de gewenste inkrimping van formatie is bereikt, dan zijn de overige medewerkers van de betreffende functie geen herplaatsingkandidaat meer. 3. Voor zover er geen overeenstemming zoals bedoeld in het tweede lid is bereikt, zal bij herplaatsing in een passende functie, van medewerkers genoemd in het eerste lid, ook gekeken worden naar een evenwichtiger leeftijdsopbouw binnen de ingekrompen formatie door middel van het toepassen van het afspiegelingsbeginsel. Daarbij wordt gestreefd naar een evenredige vertegenwoordiging vanuit de volgende leeftijdcategorieën: 15 tot en met 24 jaar; 25 tot en met 34 jaar, 35 tot en met 44 jaar, 45 tot en met 54 jaar en 55 jaar en ouder. Gezien de huidige leeftijdsopbouw binnen de gemeente Maassluis komen medewerkers van 55 jaar en ouder als eerste in aanmerking voor herplaatsing in een passende functie en vervolgens medewerkers uit de leeftijdcategorie 45 tot en met 54 jaar. Artikel 8 ‐ Herplaatsingproces 1. Het herplaatsingproces vindt plaats onder verantwoordelijkheid van het projectteam volgens het Projectplan personele bezuinigingen. 2. De herplaatsing geschiedt door de werkgever. 3. De werkgever is bevoegd opdracht te geven tot het aanvaarden van een passende functie. 4. Herplaatsing vindt als regel plaats in een passende functie met een functieschaal die tenminste gelijk is aan de functieschaal van de oude functie. 5. Indien een medewerker bij de herplaatsing nog niet volledig aan de eisen van de nieuwe functie voldoet, kan een leertermijn van maximaal twee jaar worden afgesproken. Eventueel noodzakelijke opleidingskosten zijn voor rekening van de werkgever. 6. Bij herplaatsing kan ‐ als er geen passende functie met een gelijke functieschaal aanwezig is ‐ een geschikte functie worden aangeboden. 7. In geval van herplaatsing in een passende of geschikte functie in een lagere salarisschaal zal de werkgever waar mogelijk maatregelen treffen om de werknemer weer werkzaamheden te laten verrichten in overeenstemming met de functieschaal van zijn oude functie. Artikel 9 ‐ De begeleidingscommissie 1. Voor de toepassing van dit Sociaal plan wordt door de werkgever een commissie ingesteld conform artikel 4:1 van het Sociaal statuut gemeente Maassluis 2009. Gezien de aard van de organisatiewijziging wordt deze commissie begeleidingscommissie genoemd. Deze commissie wordt ondersteund door een secretariaat aan te wijzen door de werkgever, dat voor de uitvoering van de werkzaamheden alleen verantwoording is verschuldigd aan de voorzitter van de commissie. Sociaal plan gemeente Maassluis 2011
3
2. De commissie heeft tot taak advies uit te brengen over de voorstellen tot herplaatsing en de toepassing van het Sociaal statuut en dit Sociaal plan. 3. De commissie kan: a. met instemming van betrokkene beoordelingen inzien, die niet langer dan 2 jaar geleden zijn bekend gemaakt; b. de betrokken medewerker(s) horen; c. diegene(n) horen die volgens de werknemer inlichtingen kan geven over de situatie van de werknemer; d. de direct leidinggevende en/of afdelingshoofd horen; e. de betrokken adviseur P&O horen. 4. De commissie beschikt over het definitieve besluit tot organisatiewijziging, de lijst met aangewezen herplaatsingkandidaten en de uitkomsten van de conform artikel 6 uitgevoerde belangstellingsregistratie. 5. Aan de commissie kan advies worden gevraagd door de werkgever of door een bij de organisatiewijziging betrokken medewerker. 6. De commissie brengt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen zes weken na de adviesaanvraag, schriftelijk advies uit. Deze termijn kan in uitzonderlijke gevallen met drie weken worden verlengd. 7. Van het advies van de commissie kan slechts op zwaarwegende gronden worden afgeweken. Indien de werkgever afwijkt van het advies, doet hij hiervan gemotiveerd schriftelijk mededeling aan de betrokken medewerker(s) en de commissie. 8. Ten aanzien van de aan de commissie verstrekte persoonlijke gegevens geldt geheimhoudingsplicht. 9. Onverminderd de bevoegdheid van de medewerker persoonlijk de belangen met betrekking tot de toepassing van het bepaalde in dit Sociaal plan bij de commissie te bepleiten, heeft de medewerker het recht zich door een derde te laten bijstaan. 10. De commissie toetst of de uitvoering van de organisatiewijziging overeenkomstig dit Sociaal plan plaats vindt. In dat kader kan de commissie signaleringen doen aan de werkgever. 11. De commissie kan de werkgever adviseren in het kader van artikel 28 van dit Sociaal plan. 12. De commissie bepaalt zelf haar werkwijze. Artikel 10 ‐ Herplaatsinginspanning 1. De herplaatsinginspanning wordt zoveel mogelijk gedocumenteerd in het personeelsdossier. Hierin worden ten minste opgenomen: a. een overzicht van de functies die hij in het verleden heeft bekleed; b. een overzicht van zijn capaciteiten, scholing en ervaring; c. een inventarisatie van de wensen van de herplaatsingkandidaat; d. overige relevante gegevens; e. de herplaatsinginspanningen die voor de medewerker zullen worden, respectievelijk zijn gepleegd;
Sociaal plan gemeente Maassluis 2011
4
f.
de herplaatsinginspanningen die door de herplaatsingkandidaat zullen worden, respectievelijk zijn gepleegd; g. alle overige informatie die van belang is voor het beoordelen van de wederzijdse herplaatsinginspanningen. 2. De herplaatsingkandidaat heeft het recht zijn personeelsdossier in te zien. HOOFDSTUK 3: HERPLAATSINGGARANTIES Artikel 11 ‐ Verplichting de medewerker een passende functie aan te bieden 1. Onverminderd het bepaalde in de CAR‐UWO, het Sociaal statuut gemeente Maassluis 2009 of dit sociaal plan zal de werkgever zich tot het uiterste inspannen de herplaatsingkandidaat binnen de herplaatsingtermijn een passende of geschikte functie aan te bieden. 2. De werkgever zal daartoe nagaan of binnen de gemeente een passende of geschikte functie beschikbaar is. 3. Indien relevant zal de werkgever de mogelijkheden voor herplaatsing verkennen bij een andere werkgever. Artikel 12 ‐ Openstellen vacatures De werkgever geeft een vacature binnen de gemeente niet voor interne of externe werving vrij alvorens blijkens een onderzoek vaststaat dat hierop niet een herplaatsingkandidaat kan worden geplaatst. Artikel 13 ‐ Proefplaatsing 1. Indien de herplaatsingkandidaat in dienst kan treden bij een andere werkgever, kan op verzoek van de herplaatsingkandidaat een proefplaatsing worden overeengekomen, tenzij het dienstbelang zich daartegen verzet. 2. Gedurende de proefplaatsing behoudt de herplaatsingkandidaat zijn dienstverband met de gemeente. 3. De proefplaatsing duurt ten hoogste negen maanden. Een proefplaatsing schort de herplaatsingtermijn niet op. Artikel 14 ‐ Detachering 1. Detachering is een aanvullend instrument gericht op het voorkomen van gedwongen werkloosheid. Detachering kan van toepassing zijn: a. als onderdeel van een structurele oplossing (overbruggingsperiode); b. als tijdelijk instrument om gedwongen werkloosheid en aanspraak op de WW en een bovenwettelijke uitkering zoveel mogelijk te voorkomen. Onder structurele oplossing wordt verstaan: externe herplaatsing, acceptatie van een functie bij en indienstneming door een nieuwe werkgever of een uittreding(sregeling). 2. Detachering vindt plaats onder dezelfde condities zoals die gelden bij herplaatsing in een passende of geschikte functie binnen de gemeente Maassluis. Sociaal plan gemeente Maassluis 2011
5
3. Detachering kan plaats vinden vanaf het moment dat de medewerker schriftelijk is meegedeeld dat diens functie zal komen te vervallen. 4. Indien tijdens de detacheringperiode blijkt dat de structurele oplossing niet kan worden bereikt c.q. de detachering niet kan worden gecontinueerd in geval van een tijdelijke oplossing, kan alsnog reorganisatieontslag worden verleend vanaf de datum waarop de detachering wordt beëindigd als de termijn genoemd in artikel 5 lid 1 is verstreken. 5. In het geval van reorganisatieontslag na een detacheringperiode wordt de bovenwettelijke uitkering ‐ voor zover van toepassing ‐ gebaseerd op de salarisaanspraken behorend bij de vervallen functie. Artikel 15 ‐ Arbeidsmarktoriëntatie De herplaatsingkandidaat kan op verzoek van de werkgever, dan wel op eigen verzoek deelnemen aan een arbeidsmarktoriëntatieonderzoek bij BaanBreker. De kosten hiervoor komen voor rekening van de werkgever. Artikel 16 ‐ Verplichting herplaatsingkandidaat De herplaatsingkandidaat is verplicht al het mogelijke te doen om een passende of geschikte functie te vinden, dan wel een passende of geschikte functie te accepteren. Artikel 17 ‐ Om‐, her‐ en bijscholing 1. De herplaatsingkandidaat die slechts in een voor hem passende of geschikte functie kan worden herplaatst na om‐, her‐ of bijscholing kan hiertoe worden verplicht. 2. De kosten voor om‐, her‐ of bijscholing, alsmede de daarmee direct verband houdende reis‐ en verblijfkosten komen voor rekening van de werkgever. 3. De herplaatsingkandidaat, die op de ingangsdatum van dit sociaal plan de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt, kan worden verplicht tot bijscholing, doch niet tot om‐ en herscholing. Artikel 18 ‐ Niet geslaagde herplaatsing 1. Indien binnen een jaar na de herplaatsing uit functioneringsgesprekken en/of een personeelsbeoordeling blijkt dat de medewerker de opgedragen functie niet op normaal voldoende wijze vervult, anders dan wegens ziekten of gebreken, wordt de herplaatsing ongedaan gemaakt. Betrokken medewerker wordt boventallig verklaard. 2. Indien de in het vorige lid bedoelde herplaatsing een externe herplaatsing betreft waaruit ontslag wordt verleend, stelt de werkgever zich garant voor de bovenwettelijke uitkering, voor zover van toepassing op de betrokken werknemer. Artikel 14, lid 5 is overeenkomstig van toepassing.
Sociaal plan gemeente Maassluis 2011
6
HOODSTUK 4: FLANKEREND BELEID Artikel 19 ‐ Algemene maatregelen 1. Indien een medewerker niet herplaatsbaar blijkt te zijn op een passende dan wel een geschikte functie binnen de gemeente Maassluis, zullen de werkgever en de medewerker zich inspannen om gezamenlijk buiten de gemeente Maasluis een structurele oplossing te vinden. 2. Ten aanzien van artikel 3:6 van het Sociaal statuut geldt de volgende aanpassing: a. de medewerker die vertrekt in 2011 ontvangt een vertrekpremie ter hoogte van zes maal het schaalsalaris per maand inclusief vaste toelagen; b. de medewerker die vertrekt in 2012 ontvangt een vertrekpremie ter hoogte van drie maal het schaalsalaris per maand inclusief vaste toelagen; c. de vertrekpremie is tenminste gebaseerd op het maximum van salarisschaal 7 bij een dienstverband van tenminste 18 uur per week; d. de vertrekpremie wordt toegekend onder aftrek van de kosten als bedoeld in artikel 15 (voor zover het onderzoek heeft plaatsgevonden op verzoek van de medewerker) en de tegemoetkoming als bedoeld in artikel 20 van dit sociaal plan. Artikel 20 ‐ Uitstroom door middel van FPU De werkgever kan de herplaatsingkandidaat a. van wie is vastgesteld dat hij binnen de herplaatsingtermijn niet is te herplaatsen in een passende functie en b. die de spilleeftijd voor de FPU heeft of ouder is en voldoet aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een FPU‐uitkering en c. die schriftelijk verzoekt om FPU‐ontslag, in aanmerking brengen voor een eenmalige tegemoetkoming ter dekking van het verlies aan pensioenopbouw over de periode die begint met de ingang van het FPU‐ontslag en eindigt met de datum van ingang van het ouderdomspensioen. Artikel 21 ‐ Detachering senioren 1. Met de herplaatsingkandidaat die op 1 januari 2010 de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt kan een detacheringperiode worden afgesproken tot ten minste de datum waarop de spilleeftijd FPU wordt bereikt. 2. Herplaatsingkandidaten die een geschikte functie gaan vervullen en aansluitend op de detacheringperiode uittreden ingevolge de FPU, behouden hun volledige salaris. 3. Herplaatsingkandidaten als bedoeld in het vorige lid die met of zonder tussenkomst van de werkgever een detacheringfunctie willen aanvaarden, worden op hun verzoek door de werkgever in die detacheringfunctie geplaatst. Hierbij geldt als voorwaarde dat de inleenvergoeding ten behoeve van de werkgever minimaal 50% van de bruto jaarlasten moet bedragen. Artikel 22 ‐ Woon‐werkverkeer 1. De medewerker voor wie in verband met zijn herplaatsing in een passende functie de afstand tussen de woning en het werk toeneemt zonder dat hij behoeft te verhuizen, wordt voor een termijn van ten Sociaal plan gemeente Maassluis 2011
7
hoogste twee jaar een extra tegemoetkoming in de reiskosten toegekend ter hoogte van het in artikel 18:1:6 CAR‐UWO bepaalde. 2. Onder door de werkgever te stellen voorwaarden kan het recht op de extra tegemoetkomingen in de reiskosten op aanvraag van de medewerker worden afgekocht. Artikel 23 ‐ Verhuiskosten Teneinde de overgang naar een nieuwe werkgever mogelijk te maken kan bij ontslag op eigen verzoek een tegemoetkoming in de verhuiskosten worden verleend, indien de nieuwe werkgever geen of een beperkte verhuiskostenvergoeding geeft en verhuizing noodzakelijk is. Deze tegemoetkoming bedraagt ten hoogste het in artikel 18:1:5 bepaalde. Artikel 24 ‐ Salarissuppletie 1. De herplaatsingkandidaat aan wie eervol ontslag op zijn aanvraag is verleend wegens de aanvaarding van een andere betrekking, kan een salarissuppletie worden toegekend indien het in de nieuwe functie genoten salaris lager is dan het salaris in de oorspronkelijke functie. 2. De suppletie als bedoeld in het eerste lid wordt toegekend gedurende maximaal 3 jaar en is ten hoogste gelijk aan het verschil tussen het in de oorspronkelijke functie genoten salaris en het salaris in de nieuwe functie. 3. Onder door de werkgever te stellen voorwaarden kan het recht op suppletie op aanvraag van de herplaatsingkandidaat worden afgekocht. Artikel 25 ‐ Secundaire arbeidsvoorwaarden 1. Functiegebonden arbeidsvoorwaarden die behoren bij de vervallen functie en niet bij de nieuwe functie waarin de herplaatsing plaats vindt, komen met ingang van de datum van herplaatsing te vervallen. 2. Een medewerker die wordt herplaatst wordt in de gelegenheid gesteld een studie waarvoor krachtens de Studiefaciliteitenregeling gemeente Maasluis 2004 vergoedingen zijn toegekend, af te ronden. Op betrokkene rust geen terugbetalingsverplichting indien hij de studie staakt, in het geval dat het gezien de veranderde aard van de nieuwe werkzaamheden geen zin heeft de studie voort te zetten. Artikel 26 ‐ Remplaçantenregeling 1. Een medewerker kan zich aanmelden als remplaçant indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: a. als gevolg van een organisatieverandering is er sprake van overtolligheid en b. de medewerker geeft aan zijn dienstverband te willen beëindigen en c. de medewerker maakt door zijn vertrek zijn functie vrij voor herplaatsing van een medewerker die als herplaatsingkandidaat is aangewezen en d. er wordt daadwerkelijk een herplaatsingkandidaat op de vrijkomende functie geplaatst. 2. De remplaçant kan gebruik maken van het flankerend beleid zoals dat is opgenomen in artikel 3:6 van het Sociaal statuut gemeente Maassluis 2009 en de artikelen 19 en 20 en 22 t/m 25 van dit Sociaal plan. Sociaal plan gemeente Maassluis 2011
8
HOOFDSTUK 5: OVERIGE BEPALINGEN Artikel 27 ‐ Tijds‐ en activiteiten planning 1. Binnen een maand na de mededeling als bedoeld in artikel 4, lid 3 van dit Sociaal plan vindt met de bij de organisatiewijziging betrokken medewerkers het gesprek, zoals bedoeld in artikel 6 van dit Sociaal plan plaats. 2. Binnen twee maanden na de ingang van de organisatiewijziging vindt een tweede gesprek plaats. In dit gesprek moet duidelijk worden welk perspectief geldt en welke instrumenten van het Sociaal plan daarbij moeten worden ingeschakeld. Dit wordt in een persoonlijk plan vastgelegd. Het plan is gericht op het bereiken van een passende oplossing. In het plan kunnen afspraken worden vastgelegd ten aanzien van activiteiten te verrichten door de medewerker en door de werkgever. 3. In voorkomende gevallen kan worden besloten het plan pas definitief op te stellen nadat een loopbaan(her)oriëntatie programma is gevolgd. Het plan wordt dan opgesteld in de vierde maand nadat de organisatiewijziging formeel van start is gegaan. 4. In de achtste maand wordt geëvalueerd of de beoogde passende oplossing is of kan worden bereikt. Artikel 28 ‐ Hardheidsclausule 1. In gevallen waarin dit Sociaal plan niet of niet naar billijkheid voorziet, uitsluitend ter beoordeling van de werkgever, zal de werkgever een voor de medewerker gunstige beslissing nemen. 2. In gevallen waarin dit Sociaal plan in collectieve gevallen niet of niet naar billijkheid voorziet, ter beoordeling aan de werkgever als aan de bij dit Sociaal plan betrokken vakbonden, kan de werkgever, na overleg met de betreffende vakbonden, een aanvulling op het Sociaal plan maken. Artikel 29 ‐ Slotbepalingen 1. Daar waar de mannelijke persoon gehanteerd is, kan eveneens de vrouwelijke persoon gelezen worden. 2. Iedere medewerker krijgt een exemplaar van dit Sociaal plan. 3. Deze regeling kan worden aangehaald als "Sociaal plan gemeente Maassluis 2011". 4. Dit plan treedt in werking met ingang van 14 februari 2011 en duurt tot 1 april 2014.
Sociaal plan gemeente Maassluis 2011
9
Aldus vastgesteld te Maassluis op 14 februari 2011. Namens de werkgever: Gemeente Maassluis Dhr. H.L.M. Eitjes, wethouder. Namens de werknemersorganisaties Abvakabo FNV Dhr. A. van de Scheur bestuurder.
Sociaal plan gemeente Maassluis 2011
CNV Publieke Zaak
Dhr. A.A. van Voorden, bestuurder.
10