PROVINSJEFRYSLAN
Doc. nr.:
VantErve
Class, nr.: Ingek,
3 0 APR 20U
A D V I ES
Afdeling. Beh. door;
H o f mWa.r,^
\s
Aduies meteen met
Afcl. Hoofd AWB ..weken
WiPJLKAnnisg. aangenomen/tel.afgedaan
Het college van^edeputeerde Staten van Fryslan Afdeling Steden Plattelan Postbus 20120 8900 HM Leeuwarden
VantErveAdvies Postbus48 8100AARaalte Tel. 0572-363218 Fax 0572-363219
[email protected] www.vanterveadvies.nl
Betreft: aanvraagvergunning Natuurbeschermingswet
29april2014 Geachte heer, mevrouw, HierbiJontvangt u, in 5-voud, deaanvraagvergunning Natuurbeschermingswet van: Maatschap G. en L. Bijker DeFlearbosk 7 9215VPDeVeenhoop lCe^tZnden'eid'ngl *
n
"
w
*
n
°* °P™'U"*<*>
he
> * » . * n kuntcontact opnemenme,
Met vriendelijke groet,
Vincent van 't Erve (gemachtigde voor de aanvraag)
BTWnr. NL1049.72.531.B01 / K.v.K. 05083553
AANVRAAGVERGUNNING NATUURBESCHERMINGSWET
VAN:
Maatschap G. en L. Bijker DeFlearbosk7 9215VPDeVeenhoop
VantErve A D V I ES
Adi/ies wet een wsiei
29april 2014
INHOUDSOPGAVE
Aanvraagformulier vergunning Natuurbeschermingswet
2
Machtiging
3
Bijlage1 Ligging bedrijf en omgeving Ligging bedrijf DeFlearbosk 7te DeVeenhoop
4 4
Luchtfoto van de locatie:
6
Bijlage 2 Bestaandesituatie engewenste situatie
7
Bestaande situatie
7
Gewenste situatie
7
Bijlage 4 Depositieberekeningen
9
Depositie in de gewenste situatie
9
Depositie in de vergunde situatie
11
Bijlage 5 Vergunde situaties
13
Bijlage 6 Plattegrondtekening gewenste situatie
VantErve A D V I ES
Aeries <^et ee* vm(
14
provinsje fryslan provincie fryslan ^
Aanvraagformulier vergunning Natuurbeschermingswet
VantErve rac
Ack/ies wet een we1.
provinsje fryslan provincie fryslan ^
Aanvraag vergunning Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
Dit aanvraagformulier is nodig om een Natuurbeschermingswet (Nb-wet) vergunning aan te vragen. Dat moet als het gaat het om een activiteit (plan of handeling) die een negatief effect kan hebben op (een van) de beschermde natuurgebieden in Fryslan.
Let op Voordat u de aanvraag indient, verzoeken wij u nadrukkelijk om contact op te nemen met de provincie over de voorgenomen activiteit. Dat kan via telefoonnummer: 058-292 50 76 of via de website www.fryslan.nl/nb-wet. Gebruik bij het invullen van dit formulier de beschikbare gebiedsinformatie. Uvindt de gebiedsinformatie (ook) op www.fryslan.nl/nb-wet. Verstrek alle gegevens in de Friese of Nederlandse taal. Als u het formulier met pen invult en het a n t w o o r d past niet op het formulier, dan kunt u het a n t w o o r d op de betreffende vraag als bijlage meesturen. Geef duidelijk aan dat de bijlage bij de aanvraag hoort: voorzie de bijlage van de naam van de aanvrager, de naam van het gebied, de naam van de activiteit en het nummer van de betreffende vraag. Lever het aanvraagformulier en de bijlagen, behalve tekeningen en kaarten, in A4formaat aan. Lever de (uitgeprinte) aanvraag en alle bijbehorende stukken in 5-voud aan (tenzij met de behandelend ambtenaar anders is afgesproken). Mogelijk is het ministerie van Economische Zaken bevoegd om over uw aanvraag te beslissen. Als dit zo is, dan stuurt de provincie uw aanvraag door en krijgt u daarover bericht. Deze aanvraag isvia de website www.fryslan.nl/nb-wet beschikbaar en in te vullen als PDF-bestand. (met behulp van de Tab-toets kan van het ene tekstveld naar het andere worden gesprongen).
Heeft u vragen bij het invullen? Als u hulp nodig heeft bij het invullen of een nadere toelichting wenst, kunt u contact opnemen met de provincie Fryslan. Dat kan via telefoonnummer: 058-292 50 76 of via de website www.fryslan.nl/nb-wet.
Vergunningaanvraag Nb-wet provincie Fryslan
1. Algemene gegevens
1.1 Aanvrager / gemachtigde Organisatie: VantErveAdvies Naam: V.H.van't Erve
Q man
•
vrouw
Adres: (straat, huisnummer) (postcode en plaats) Postbus48,8100AARaalte Telefoonnummer: 0572363218 Faxnummer: 0572363219 E-mailadres:
[email protected]
1.2 Gebruiker Organisatie: Naam: Maatschap G.enL. Bijker
El man
Q
vrouw
Adres: (straat, huisnummer) De Flearbosk 7 (postcode enplaats) 9215 VP De Veenhoop Telefoonnummer: Faxnummer: E-mailadres:
1.3 Locatievan dedoor uvoorgenomen activiteit: Adres: (straat enhuisnummer) DeFlearbosk 7 (postcode en plaats 9215VP De Veenhoop Omschrijving (indien locatie niet isgekoppeld aaneenhuisadres): Kadastrale gegevens: Gemeente Boombergum, Sectie G,nummer99 Gemeente(n) waar locatie isgelegen: Smallingerland Voeg als bijlage eentopografische kaart toe, zie 4.1
1.4 Naamvan de/het natuurgebied(en) waar hetproject ofde handeling effectop kan hebben Vergunningaanvraag Nb-wet provincie Fryslan
gebied(en): 1
Naam gebieci:
Ajde Feanen
1.5
Korte omschrijving van de activiteit op hoofdlijnen. Voegalsbijlage eensituatietekening toe,zie4.2
1.6
Kruis aan wat voor soort Nb-wet vergunning wordt aangevraagd:
L-l
Nieuwe activiteit, waarvoor niet eerder Nb-wet vergunning is verleend. Ga door naar vraag 1.9
I—I
Bestaande activiteit, waarvoor niet eerder Nb-wet vergunning aangevraagd. Ga door naar vraag 1.9
LJ
Bestaande activiteit, waarvoor eerder een Nb-wet vergunning is verleend.
1.7 Vermeldde laatst verleende Nb-wet vergunning voor deze activiteit (naamactiviteit, datum en nummer): Naam activiteit: Datum vergunning: Nummer vergunning: Voeg zo mogelijk een afschrift toe van eerder verleende Nb-wet vergunningen, zie 4.3
1 Maak hiervoor gebruik van de beschikbare gebiec sinformatie. Bijvoorbeeld via: www.fryslan.nl/nb-wet
Vergunningaanvraag Nb-wet provincie Fryslan
1.8
Geef voor een bestaande activiteit aanwat erverandert ten opzichte van de laatst verleende vergunning:
1.9
Geef aan of een vergunning voor bepaalde of onbepaalde tijd wordt aangevraagd. Indien de activiteit waarvoor de Nb-wet vergunning wordt aangevraagd voor een bepaalde tijd is,vermeld dan de periode waarvoor de Nb-wet vergunning wordt gevraagd.
L J Onbepaalde tijd l_l Bepaalde tijd, periode: van
1.10
tot
Geef in onderstaande tabel aanwelke andere vergunningen uaanvraagt of gaat aanvragen voor de activiteit. Bijvoorbeeld: bouwvergunning, aanlegvergunning, milieuvergunning, vergunning in gevolge deWet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo), ontheffing Flora-en faunawet, etc. Vermeld de soort vergunning ende betreffende overheidsinstantie waarbij de vergunning is/ wordt aangevraagd.Voeg zo mogelijk eenafschrift toe van (een aanvraag om) andere vereiste vergunningen voor devoorgenomen activiteit. Zie4.4 Voegzo mogelijk eenafschrift toe van(eenaanvraag om)andere vereiste vergunningen voor de voorgenomen activiteit. Zie4.4 Soort vergunning
Datum (dd-mm-jjjj)
Aangevraagd / Aante vragen bij (organisatie +afdeling)
1.
Omgevingsvergunning
AantevragenbijgemeenteSmallingerland
2. 3. 4. 5.
Vergunningaanvraag Nb-wet provincie Fryslan
2.1
Voor de beoordeling van uw aanvraag is het nodig om de effecten van uw activiteit op het betreffende natuurgebied inzichtelijk te maken. Wij vragen u daarom een gedetailleerde beschrijving te geven van de voorgenomen activiteit. Benoem daarbij de aspecten van de activiteit die effect kunnen hebben op het gebied (habitattypen) en aanwezige relevante soorten. Maak bij de beschrijving, indien relevant, onderscheid in de fase die nodig isvoor het ontwikkelen en voorbereiden van de 'activiteit' (de aanlegfase) en de fase waarin de 'activiteit' w o r d t gebruikt of uitgevoerd (gebruiksfase). Besteed in ieder geval aandacht aan de volgende onderwerpen, indien ze van toepassing zijn:
a)
Heeft de activiteit effect op de omvang (ruimtebeslag) van het natuurgebied?
b)
Wordt het gebied door de activiteit verdeeld in meerdere (losse) gebieden (versnippering)?
c)
Heeft de activiteit effect op de kwaliteit en/ of kwantiteit van het grondwater, zoals
d)
Heeft de activiteit effect op de kwaliteit en/ of k w a n t i t e i t van het oppervlaktewater, bijvoorbeeld verlaging
e)
W o r d t het gebied door de activiteit verstoord als gevolg van verkeersbewegingen?
f)
Wordt er bij de activiteit gebruik gemaakt van machines of andere apparatuur,
g)
Welke werktijden of uitvoeringstijden horen bij de activiteit? Zijn deze werktijden
h)
Iser sprake van geluidsbelasting in het gebied door de activiteit?
i)
Heeft de activiteit invloed op huidige verlichting en duisternis in het gebied?
j)
Ishet (bedrijfsmatig) houden van dieren onderdeel van de activiteit? Zo ja, welk
k)
Iser sprake van o n t g r o n d i n g , egalisering of andere ingrepen in de bodem?
I)
Ontstaan er trillingen in de bodem door de uitvoering van uw activiteit?
wijzigingen in grondwaterstanden of veranderingen in de stroming van het water? van het waterpeil? Bijvoorbeeld door parkeren, (toename van) recreatiedruk, wegafsluitingen, omleidingen, etc. zoals bulldozers, kranen, vrachtwagens, etc.? bijvoorbeeld dagelijks en/ of seizoensgebonden?
Bijvoorbeeld door het plaatsen van lichtmasten. effect heeft dit op het gebied? U kunt bijvoorbeeld denken aan verzuring of verontreiniging.
m)
Hoe past u het uiterlijk en/ of de fysieke omvang van de activiteit in het landschap
n)
Betrek bij de beschrijving van de mogelijke effecten de gevoeligheid van habitattypen en soorten voor storingsfactoren, zoals deze in 2.2. zijn beschreven.
Nietvantoepassing
Vergunningaanvraag Nb-wet provincie Fryslan
2.2
Geef in onderstaande tabel aan op welke soorten natuur (habitattypen, zoals Vochtige Heiden of Blauwgraslanden) en/ of aanwezige relevante soorten in het gebied (zie gebiedsinformatie) de voorgenomen activiteit mogelijk een verstorend effect heeft. U kunt de tabel invullen met behulp van informatie op de website: http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/effectenindicator.aspx Deze site geeft per natuurgebied (Natura-2000 gebieden) informatie over de effecten waarvoor aanwezige habitattypen en soorten gevoelig zijn en in welke mate.
Gebied:
Storende factoren
Q) CD
> cu JO
>
sx O
C Ol
c 01
c
c
+••
Ol
CD O)
k_
c o
>
Habitattypen Zie bijlage effectenindicator
o L. TJ
sz u
0)
c
"_l
id
>
-
~ -
~ -
-
" -
-
-
.
.
.
_
_
_
_
_
_
. _
_
. _ -
_ _ -
_ _ -
_ .. -
_ _ -
. . _ -
_ _ -
" -
™
-
~ -
-
-
-
•
Soorten
Habitattypen NVT
NVT
NVT
Drijvende waterweegbree
G
G
ZG
2310 'heide'
G
G
NG
NVT
NVT
NVT
3130 'stilstaande water'
G
G
G
NVT
NVT
NVT
G
G
G
NG
NG
G
?
?
NG ?
Soorten Usvogel Rivierdonderpad
ZG
ZG
G
Gevoelig voor deze storende factor
ZG
Zeer gevoelig voor deze storende factor
NG
Niet gevoelig voor deze storende factor
?
Niet voldoende informatie om hierover eer
NVT
Deze storende factor is
i uitspraak te doen
op deze n atuurwaa rde niet va n toepassi i g
Vergunningaanvraag Nb-wet
provincie Fryslan
2.3
Het is mogelijk dat er in een gebied meer activiteiten zijn of worden uitgevoerd. Dit kan de (negatieve) effecten op het gebied versterken omdat ze zich opstapelen (cumulatie). Geef aan of en in welke mate er sprake isvan een stapeling van negatieve effecten op de habitattypen en op de aanwezige relevante soorten. Bij de beoordeling van uw aanvraag w o r d t (alleen) uitgegaan van voorgenomen of reeds uitgevoerde activiteiten in of nabij het betreffende gebied waarover een formeel besluit genomen is.Voor informatie hierover kunt u vaak terecht bij de gemeente.
2.4
Welke maatregelen kunt u binnen de uitvoering van uw activiteit ondernemen om eventuele schade en/of verstoring te beperken (mitigatie)? Geef aan op welke wijze deze maatregelen de negatieve effecten op het gebied (habitattypen) e n / o f aanwezige relevante soorten verminderen. Maak bij de beschrijving onderscheid in de fase die nodig isvoor het ontwikkelen en voorbereiden van de 'activiteit' (de aanlegfase) en de fase waarin de 'activiteit' w o r d t gebruikt of uitgevoerd (gebruiksfase). Let o p ! Maatregelen kunnen door u zelf meegenomen worden binnen de opzet van uw activiteit en/of opgelegd worden via de voorwaarden die verbonden zijn aan de verleende vergunning.
Voorbeelden van mitigerende maatregelen: •
het tijdsschema (timing en duur) van de uitvoering. Bijvoorbeeld geen
•
de wijze van uitvoering (in termen van werkzaamheden) en het gebruikte
werkzaamheden tijdens het voortplantingsseizoen van een bepaalde soort; materieel. Bijvoorbeeld het gebruik van een bepaald type baggermachine op een overeengekomen afstand van de oever; •
alternatieve bouwtechnieken. Bijvoorbeeld boren in plaats van heien,
•
afscherming van geluid, licht en andere verstoringsbronnen.
•
afbakening van delen van het gebied die in geen geval mogen worden betreden
Niet van toepassing
Let o p ! Indien uit de aanvraag blijkt dat de activiteit onherstelbare, negatieve effecten kan hebben op het gebied en/of aanwezige relevante soorten, kan de provincie Fryslan u vragen om een aanvullende analyse: de zogenaamde 'passende beoordeling'. De provincie neemt in dat geval contact met u op. Heeft u voor het indienen van uw aanvraag vragen over het uitvoeren van een eventuele 'passende beoordeling', dan adviseren wij u om zelf contact op te nemen met de provincie Fryslan!
Vergunningaanvraag Nb-wet provincie Fryslan
3.Voorwaarden enverplichtingen bij de aanvraag Nb-wet De aanvrager verklaart: 3.1
alle gegevens naar waarheid te hebben verstrekt.
3.2
bekend te zijn met het feit dat bij wijziging in de omstandigheden die van belang zijn voor de beoordeling van de vergunningaanvraag, dit zo spoedig mogelijk door te geven aan de provincie Fryslan onder vermelding van het nummer waaronder de aanvraag in behandeling is;
3.3
dat de aanvrager alle gewenste inlichtingen met betrekking t o t de voor de beoordeling en controle benodigde gegevens ter stond en naar waarheid zal verstrekken aan de met behandeling en controle van de aanvraag en vergunning belaste ambtenaren;
3.4
ermee bekend te zijn, dat de vergunning meteen w o r d t ingetrokken indien hij/zij een of meer uit zijn/haar vergunning voortvloeiende verplichtingen niet nakomt, dan wel in het kader van de aanvraag van deze vergunning onjuiste gegevens heeft verstrekt; voorts dat de vergunning kan worden gewijzigd of ingetrokken als de omstandigheden zodanig zijn gewijzigd dat deze niet verleend zou zijn op het tijdstip waarop de vergunning is verleend;
Ondertekening Ondergetekende, de aanvrager of degene die bevoegd is namens de aanvrager te handelen via machtiging, verklaart deze aanvraag en de daarbij behorende bijlage(n) naar waarheid te hebben opgesteld. Plaats
De Veenhoop
Datum
29 april 2014
Naam ondertekenaar
V.H. van 't Erve (VantErve Advies)
Functie / hoedanigheid
Adviseur / gemachtigde voor deze aanvraag
ondertekenaar Machtiging (bijvoegen indien de aanvraag niet door de aanvrager zelf is ondertekend) Handtekening
Vergunningaanvraag Nb-wet provincie Fryslan 8
4. Overzicht van bijlagen en checklist
Voeg een topografische kaart toe waarop de ligging van de door u voorgenomen activiteit in de ruimere omgeving is aangegeven. Deze kaart moet voldoen aan de volgende aspecten: a. minimaal schaal 1:25.000; b. schaal en noordpijl aangeven op kaart; c. locatie activiteit arceren of duidelijk omlijnen; d. afstand van de gevraagde activiteit t o t de rand van het gebied(en). (Indien de activiteit buiten het natuurgebied valt) Voeg een situatietekening toe. Besteed daarbij tenminste aandacht aan de volgende aspecten: a. schaal 1:1000 (zo mogelijk); b. schaal en noordpijl aangeven op tekening; c. locatie activiteit arceren of duidelijk omlijnen. Voeg zo mogelijk een afschrift toe van eerder verleende Nb-wet vergunningen voor de voorgenomen activiteit, indien sprake is van een bestaande activiteit. Voeg zo mogelijk een afschrift t o e van (een aanvraag om) andere vereiste vergunningen voor de voorgenomen activiteit. Voeg indien van toepassing een afschrift toe van het M i l i e u - e f f e c t r a p p o r t / d e Strategische milieubeoordeling. Voeg eventueel een verklaring van geen bezwaar van een gebiedsbeheerder toe o m t r e n t de voorgenomen activiteit.
Checklist bij het aanvraagformulier Heeft u ...
alle vragen in de aanvraag beantwoord? Aanvraagformulieren
die niet volledig zijn ingevuld, worden niet in
behandeling
genomen. de bijgevoegde tekeningen voorzien van een duidelijke legenda met verklaring van alle nummers, tekens en afkortingen? op alle bijlagen aangegeven dat ze behoren bij de aanvraag? het aanvraagformulier en de bijlagen, behalve tekeningen, in A4 formaat aangeleverd? de (uitgeprinte) aanvraag en alle daarbij behorende stukken in 5-voud aangeleverd?
L-J
het aanvraagformulier gericht aan: Het college van Gedeputeerde Staten van Fryslan Afdeling Sted en Plattelan Postbus 20120 8900 HM Leeuwarden (Het bezoekadres van de provincie is Tweebaksmarkt 52 te Leeuwarden)
Vergunningaanvraag Nb-wet provincie Fryslan
5. Natuurbeschermingswetvergunning en Ammoniakdepositie
Veel vragen die ons bereiken gaan over uitbreidingen van veehouders nabij Natura 2000-gebieden, waarbij ons verzocht w o r d t om te beoordelen of in deze gevallen vergunningplicht bestaat o.g.v. de Natuurbeschermingswet (Nb-wet). Hieronder vindt u de informatie over de vereisten waaraan een beoordelingsverzoek of aanvraag moet voldoen. Ook geven w i j een indicatie van de afstand waarbinnen het waarschijnlijk isdat een uitbreiding van een veehouderij kan leiden t o t negatieve effecten en daarmee t o t een vergunningplichtige activiteit o.g.v. de Nb-wet. Uiteraard gelden deze vereisten voor alle beoordelingsverzoeken of aanvragen voor een Nb-wetvergunning in geval van het voornemen t o t uitbreiding of nieuwvestiging van een veehouderij. Het gaat om het volgende. Hierbij moeten de volgende onderdelen duidelijk aangegeven w o r d e n : voor de situatie 7 december 2004[1] en toekomstige situatie (na uitbreiding): 1.
staltypen (RAV-code);
2.
is sprake van opstallen jaarrond, of beweiding (duur van de beweiding aangeven in aantal uur per dag, aantal
3.
per stal: aantal en categorie dieren (zoals weergegeven in de RAV-systematiek);
4.
per stal: de Amersfoortse x,y-coordinaten van de exacte ligging van het emissiepunt (locatie emissiepunt is,in-
5.
per stal: gemiddelde g e b o u w h o o g t e in meters (gemiddelde van goothoogte en dakhoogte), let op: deze kan op
6.
per stal: hoogte uitstroomopening ventilatie in meters (als geforceerde ventilatie aanwezig) ;
7.
per stal: (inwendige) diameter uitstroomopening in meters (als geforceerde ventilatie aanwezig);
8.
per stal: verticale uittreesnelheid in m/s (als geforceerde ventilatie aanwezig); in geval van natuurlijke ventilatie
dagen per jaar);
dien aanwezig, locatie van de ventilatoren; indien geen geforceerde ventilatie: het middelpunt van de stal); 1,5m worden gesteld, indien de ventilatieopening(en) niet hoger isdan 1,5 m;
moet de waarde van 1m/s worden ingevoerd (is gewijzigd); Verder is benodigd: •
1. Een zo duidelijk mogelijke beschrijving van de situatie 7 december 2004[2], zo mogelijk via een gedetailleerde kaart (1:10.000) met daarop de bebouwing m e t f u n c t i e aanduiding (ook aantallen dieren per gebouw aangeven!);
•
2. Een duidelijke gedetailleerde kaart (1:10.000) van de toekomstige situatie met daarop de huidige bebouwing met functie aanduiding (ook aantallen dieren per gebouw);
[1] Voor een aantal gebieden een andere referentieperiode: Aide Feanen: 10juni 1994, Duinen Ameland, Duinen Schiermonnikoog, Duinen Terschelling: 24 maart 2000, Fochteloerveen: 30 november 1998, Drents Friese Wold: 24 maart 2000 en Van Oordt's Mersken: 24 maart 2000. [2] Voor een aantal gebieden een andere referentieperiode: Aide Feanen: 10juni 1994, Duinen Ameland, Duinen Schiermonnikoog, Duinen Terschelling: 24 maart 2000, Fochteloerveen: 30 november 1998, Drents Friese W o l d : 24 maart 2000 en Van Oordt's Mersken: 24 maart 2000
Afstand tot Natura 2000-gebieden. Depositie isafhankelijk van vele factoren naast de factor afstand. Een duidelijk afstandscriterium kan daarom niet worden gegeven. Een indicatie kan zijn dat een reguliere uitbreiding van een veehouderij (met 70 stuks melkvee en 40 stuks jongvee) op 6 km afstand niet t o t een te meten depositietoename leidt. Uitbreidingen met deze aantallen en gelegen op een afstand van minimaal 6 km van gevoelige vegetatie leiden daardoor niet t o t negatieve effecten op deze vegetatie. Wij raden u overigens aan o m op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen binnen het PASdoor regelmatig de site met als adres http://pas.natura2000.nl/te raadplegen.
Vergunningaanvraag Nb-wet 10
19-3-2014
Beschermde natuur in Nederland
Effectenindicator Overzicht effecten op soorten en/of habitattypen. De selectie is uitgevoerd op gebied 'Aide Feanen' en activiteit 'Grondgebonden landbouw', Terug naar zoekopdracht
Storingsfactor
2 3 4 7 8 13 16 17 19
Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden Vochtige heiden Blauwgraslanden Overgangs- en trilvenen *Galigaanmoerassen *Hoogveenbossen *Noordse woelmuis
-•• ;
••«•••
•
I is• • 8!• R H i • •••..-. m i •
Bittervoorn Grote modderkruiper
• • ... i • • • mm m
Kieine modderkruiper Meervleermuis Rivierdonderpad Aalschotver (broedvogel) Aalscholver (niet-broedvogel)
••
Brandgans (niet-broedvogel) Bruine Kiekendief (broedvogel) Grauwe Gans (niet-broedvogel) Grutto (niet-broedvogel)
•
Kemphaan (niet-broedvogel) Kemphaan (niet-broedvogel) Kolgans (niet-broedvogel)
i
Krakeend (niet-broedvogel) Kuifeend (niet-broedvogel) Nonnetje (niet-broedvogel) Porseleinhoen (broedvogel) http://v»ww.synbiosys.alterra.nl/natura2(XX^
1/6
19-3-2014
BeschermdenatuurinNederland
Purperreiger (broedvogel) Rietzanger (broedvogel) Roerdomp (broedvogel) Roerdomp (niet-broedvogel) Slobeend (niet-broedvogel)
m
Smient (niet-broedvogel) Snor (broedvogel) Tafeleend (niet-broedvogel) Wintertaling (niet-broedvogel) Zwarte Stern (broedvogel)
• ••••
•
Zwarte Stern (niet-broedvogel)
zeer gevoelig gevoelig niet gevoelig n.v.t. onbekend
kLiteratuur 1. Broekhuizen, S., B.Hoekstra, V.van Laar, C.Smeenk en J.B.M.Thissen, 1992. Atlas van de Nederlandse zoogdieren. Stichting Uitgeverij KNIW. ISBN: 90-5011-051-7. 2. Kersten, M. & F.G.W.A. Ottburg, 2003. Effecten van peilverlaging op kritische vissoorten en amfibieen in polder Mastenbroek. Een verkenning. A7W rapport 4 0 1 .Altenburg & Wymenga ecologisch onderzoek bv, Veenwouden. 3. Opzeeland, I., H. Slabbekoorn & C. ten Cate, 2007. Vissen en geluidsoverlast. Effecten van geluidsbelasting onder water op zoetwatervissen. Universiteit Leiden. 4. Ottburg, 2004-A. Soort 1095 Zeeprik, 1106 Zalm, 1134 Bittervoorn, 1145 Grote modderkruiper en 1149 Kleine modderkruiper. I n : Janssen, J.A.M. & J.H.J. Schaminee (redactie) 2004 Europese Natuur in Nederland. Soorten van de Habitatrichtlijn. KNNV, Utrecht, 1 5. Higler, L.W.G. & F.G.W.A. Ottburg, 2004. Beste ecologisch potentieel en maatlatten voor de visstand van een viertal sloot-typen. Achtergronddocument vissen van de expertgroep vissen Kader Richtlijn Water. Alterra Research Instituut voor de Groene Ruimte / 6. Siebelink, B., 2004. Vis & Water magazine. De grote modderkruiper biologie, onderzoek, bescherming en beheer. 4e jaargang, nummer 1, april 2004. Uitgave OVB, Nieuwegein 7. Kuijper, D.P.J., J.Schut, D. van Dullemen, H. Toorman, N. Goossens, J. Ouwehand & H.J.G.A. Limpens, 2008. Experimental evidence of light disturbance along the commuting routes of pond bats (Myotis dasycneme). Lutra 51(1). 8. Tomlinson ML& Perrow MR (2003). Ecology of the Bullhead. Conserving Natura 2000 Rivers Ecology Series No. 4. English Nature, Peterborough. 9. Roessink, I., S. Hudina & F.G.W.A. Ottburg, 2009. Literatuurstudie naar de biologie, impact en mogelijke bestrijding van twee invasieve soorten: de rode Amerikaanse rivierkreeft (Procambarus clarkii) en de geknobbelde Amerikaanse rivierkreeft (Orconectes 10. Arts, F.A. & Meiniger P.L. 1994. Watervogels in de Westerschelde 19001990: een reconstructie. Bureau Waardenburg Rapport 94.42 Rapport RIKZ - 95.002. 11. van der Winden, J., S. Dirksen & R. Lensink, 1999. Review of risk http:/Aww/.syibios^.alterra.nl/natura2(^
2/6
19-3-2014
Beschermdenatuur in Nederland
species and hazardous behaviour of birds on a future airport island in the North Sea. Rapport 99-61. Bureau Waardenburg, Culemborg. 12. Krijgsveld, K.L., Smits, R.R. & J. van der Winden, 2008. Verstoringsgevoeligheid van vogels: Update literatuurstudie naar de reacties van vogels op recreatie. Bureau Waardenburg rapport 08-173: 245p. 13. Dijksen, A. 1992. Kiekendieven in de duinen. Duin 15: 29-31. 14. Kahlert, J., 2006. Factors affecting escape behaviour in moulting greylag geese Anser anser. Journal of Ornithology 147: 569-577. 15. Foppen, R., Kleunen A. van, Loos, W, Nienhuis J. & Sierdsema H. 2002. Broedvogels en de invloed van hoofdwegen, een nationaal perspectief. SOVON Onderzoeksrapport 2002/08. 16. Bruderer, B. & S. Komenda-Zehnder, 2005. Einfluss des Flugverkehrs auf die Avifauna Schlussbericht mit Empfehlungen. Schriftenreihe Umwelt Nr. 376. Bundesamt fur Umwelt, Wald und Landschaft, Bern. 17. Conomy, J.T., J.A. Collazo, J.A. Dubovsky & W.J. Fleming, 1998. Dabbling duck behaviour and aircraft activity in coastal north Carolina. Journal of Wildlife Management 62(3): 1127- 1134. IP, Batten, L.A., 1977. Sailing on reservoirs and its effect on waterbirds. Biological Conservation 1 1 :49-58. 19 Beintema A., Baarspul T. & de Krijger J.P. 1997 Calcium deficiency in Black Terns Chlidonias Niger nesting on acid bogs. Ibis 139: 396-397
Let op! De effectenindicator geeft u geen informatie over de daadwerkelijke schadelijke effecten van een activiteit noch over de significantie hiervan. Hiervoor is maatwerk vereist. De effectenindicator geeft alleen generieke informatie over mogelijke effecten van de activiteit. Uit de effectenindicator kan dus niet op voorhand worden afgeleid of een activiteit schadelijk is. Toelichting op activiteit "Grondgebonden landbouw' Veeteelt met weidegang en vollegronds akkerbouw en tuinbouw zijn vormen van grondgebonden landbouw. Veeteelt is een belangrijke bron van ammoniakemissie in Nederland hetgeen leidt tot verzuring en vermesting. Door bespuiting met insecticiden en herbiciden kan sprake zijn van verontreiniging van bodem en oppervlaktewater. Voor een goede teelt van gewassen of gras kan ook het waterpeil beinvloedt worden. Land wordt mgeschikt gemaakt en bewerkt waarbij vaak sprake is van zware machines hetgeen kan leiden tot mechanische verstoring en verstoring door geluid en optische beweging. Toelichting op de storingsfactoren 1
Oppervlakteverlies
Kenmerk: afname beschikbaar oppervlak leefgebied soorten en/of habitattypen. I n t e r a c t i e andere factoren: verlies van oppervlakte leidt tot verkleining en in sommige gevallen ook tot versnippering van het leefgebied (zie aldaar). Een kleiner gebied heeft bovendien meer te leiden van randinvloeden: vaak is de kwaliteit van het leefmilieu aan de rand minder goed dan in het centrum van het gebied. Op deze manier leidt verlies oppervlakte mogelijk ook tot een grotere gevoeligheid voor bijvoorbeeld verdroging, verzuring of vermesting. Werking: door afname van het beschikbare oppervlak neemt ook het aantal individuen van een soort af. Om duurzaam te kunnen voortbestaan moet elke soort uit een minimum aantal individuen bestaan; bij diersoorten wordt meeslal van een minimum aantal paartjes (reproductieve eenheden) gesproken. Wanneer een populatie te klein wordt neemt de kans op uitsterven toe, zeker als deze populatie geen onderdeel uitmaakt van een samenhangend netwerk van leefgebieden. Bij een populatie die uitte http://wAW.svnbiosys.alterra.nl/naturaOT
3/6
19-3-2014
BescherrndenatuurinNederland
weinig individuen bestaat, n e e m t ook de kans op inteelt toe en dus de genetische v a r i a t i e af. Hierdoor w o r d t een populatie k w e t s b a a r v o o r veranderingen tengevolge van bijvoorbeeld predatie, extreme s e i z o e n s i n v l o e d e n of z i e k t e n . Ook h a b i t a t t y p e n kennert een o n d e r g r e n s v o o r een d u u r z a m e o p p e r v l a k t e .
2
Versnippering
Kenmerk: van versnippering is sprake bij het uiteenvallen van het leefgebied van soorten. Interactie andere factoren: treedt op ten gevolge van verlies leefgebied of verandering in abiotische condities van het leefgebied. Kan leiden tot verandering in populatiedynamiek. Gevolg: als het leefgebied niet meer voldoende groot is voor een populatie, of individuen van een populatie kunnen de verschillende leefgebieden niet meer bereiken, neemt de duurzaamheid van de populatie af. Een gevolg kan zijn een verandering op in de soortensamenstelling en het ecosysteem. Soorten zijn in verschillende mate gevoelig voor de versnippering van hun leefgebied. Het meest gevoelig zijn soorten met een gering verspreidingsvermogen, soorten die zich over de grond bewegen en soorten met een grote oppervlaktebehoefte. Versnippering door barrieres zoals wegen en spoorlijnen leidt mogelijk ook tot sterfte van individuen en kan zo effect hebben op de populatiesamenstelling. Bij versnippering moet • men altijd goed rekening houden met het schaalniveau van het populatienetwerk. 3
Verzuring
Kenmerk: Verzuring van bodem of water is een gevolg van de uitstoot (emissie) van vervuilende gassen door bijvoorbeeld fabrieken en (vracht)auto's. De uitstoot bevat onder andere zwaveldioxide (S02), stikstofoxide (NOx), ammoniak (NH3) en vluchtige organische stoffen (VOS). Deze verzurende stoffen komen via lucht of water in de grond terecht en leiden aldus tot het zuurder worden van het biotische milieu. De belangrijkste bronnen van verzurende stoffen zijn de landbouw, het verkeer en de industrie. I n t e r a c t i e andere factoren: De effecten van verzurende stoffen zijn niet altijd te scheiden van die van vermestende stoffen, omdat een deel van de verzurende stoffen ook vermestend werkt (aanvoer van stikstof). Gevolg: Verzuring leidt tot een directe of indirecte afname van de buffercapaciteit (het neutralisatievermogen) van bodem of water. Op termijn resulteert dit proces in een daling van de zuurgraad. Hierdoor zullen voor verzuring gevoelige soorten verdwijnen, wat kan resulteren in een fe verandering van het habitattype en daarmee mogelijk het verdwijnen van typische (dier)soorten. 4
Vermesting
Kenmerk: Vermesting is de 'verrijking' van ecosystemen met name stikstof en fosfaat. Het kan gaan om aanvoer door de lucht (droge en natte neerslag van ammoniak en stikstofoxiden) of nitraat- en fosfaataanvoer door het oppervlaktewater. I n t e r a c t i e andere factoren: stoffen die leiden tot vermesting kunnen ook leiden tot verzuring. Vermesting (en verzuring) kunnen op hun beurt leiden tot verontreiniging van het oppervlakte- en grondwater. Gevolg: De groei in veel natuurlijke landecosystemen zoals bossen, vennen en heidevelden worden gelimiteerd door de beschikbaarheid van stikstof. Het gevolg van stikstof depositie is dat deze extra stikstof extra groei geeft. Daarbij is de beschikbaarheid van stikstof bepalend voor de concurrentieverhoudingen tussen de plantensoorten. Als de stikstofdepositie boven een bepaald kritisch niveau komt, neemt een beperkt aantal plantensoorten sterk toe ten koste van meerdere andere. Hierdoor neemt de biodiversiteit af. 7
Verontreiniging
K e n m e r k : Er is s p r a k e v a n v e r o n t r e i n i g i n g als e r v e r h o o g d e concentraties http:/A/vww.svrfaosvs.alterra.nl/natura20(ro^
4/6
19-3-2014
Beschermdenatuur inNederland
van stoffen in een gebied voorkomen, welke stoffen onder natuurlijke omstandigheden niet of in zeer lage concentraties aanwezig zijn, Bij verontreiniging is sprake van een zeer brede groep van ecosysteem/gebiedsvreemde stoffen: organische verbindingen, zware metalen, schadelijke stoffen die ontstaan door verbranding of productieprocessen, straling (radioactief en niet radioactief), geneesmiddelen, endocrien werkende stoffen etc. Deze stoffen werken in op de bodem, grondwater, lucht. Interactie andere factoren: geen directe interactie met andere factoren. Wei kan verontreiniging als gevolg van andere facoren optreden. Gevolg: Vrijwel alle soorten en habitattypen reageren op verontreiniging. De ecologische effecten uiten zich in het verdwijnen van soorten en/of het beinvloeden van gevoelige ecologische processen. Deze beinvloeding kan direct plaatsvinden maar ook indirect via een opeenvolging van ecologische interacties. Bovendien kan verontreiniging zich pas vele jaren/decennia later manifesteren. De gevolgen van verontreiniging zijn divers en complex. In het algemeen kan gesteld worden dat aquatische habitattypen en soorten gevoeliger zijn dan terrestrische systemen. Ook geldt dat soorten in de top van de voedselpiramide, als gevolg van accumulatie, van verontreinigingen gevoeliger zijn. Echter, afhankelijk van de concentratie en duur van de verontreiniging zijn alle habitattypen en soorten gevoelig en kan verontreiniging leiden tot verandering van de soortensamenstelling. ™8
•
Verdroging
Kenmerk: Verdroging uit zich in lagere grondwaterstanden en/of afnemende kwel. De actuele grondwaterstand is zo lager dan de gewenste/benodigde grondwaterstand. I n t e r a c t i e andere factoren: verdroging kan tevens leiden tot verzilting. Door verdroging neemt ook de doorluchting van de bodem toe waardoor meer organisch materiaal wordt afgebroken. Op deze wijze leidt verdroging tevens tot vermesting. Er zijn ook gebieden waar verdroging kan optreden zonder dat de grondwaterstand in de ondiepe bodem daalt. Het gaat daarbij om gebieden waar van oudsher grondwater omhoogkomt. Dit water heet kwelwater. Kwelwater is water dat elders in de bodem is gei'nfiltreerd en dat naar het laagste punt in het landschap stroomt. Kwelwater heeft dikwijls een bijzondere samenstelling: het is rijk aan ijzer en calcium, arm aan voedingsstoffen en niet zuur, maar gebufferd. Schade aan de natuur die veroorzaakt wordt door een afname of het verdwijnen van kwelwater en het vervangen van dit type water met gebiedsvreemd water, noemen we ook verdroging. Gevolg: de verandering in grondwaterstand en soms ook kwaliteit van het grondwater leidt tot een verandering in de soortensamenstelling en op lange termijn van het habitattype. 13 Verstoring door geluid Kenmerk: verstoring door onnatuurlijke geluidsbronnen; permanent zoals geluid wegverkeer danwel tijdelijk zoals geluidsbelasting bij evenementen. Geluid is een hoorbare trilling, gekenmerkt door geluidsdruk en frequentie. I n t e r a c t i e andere factoren: Treedt vaak samen met visuele verstoring op door bijv. vlieg- en autoverkeer, manifestaties etc. Gevolg: Logischerwijs zijn alleen diersoorten gevoelig voor direct effecten van geluid. Geluid sec is een belangrijke factor in de verstoring van fauna. De verstoring door geluid wordt bei'nvloed door het achtergrondgeluid en de duur, frequentie en sterkte van de geluidsbron zelf. Geluidsbelasting kan leiden tot stress en/of vluchtgedrag van individuen. Dit kan vervolgens weer leiden tot het verlaten van het leefgebied of bijvoorbeeld een afname van het reproductieproces. In bepaalde gevallen kan ook gewenning optreden, in het bijzonder bij continu geluid. Voor zeezoogdieren en vogels is in bepaalde gevallen deze dosis-effect relatie goed gekwantificeerd. 16 Optische
verstoring
Kenmerk: optische verstoring betreft verstoring door de aanwezigheid en/of beweging van mensen dan wel voorwerpen die niet thuishoren in het natuurlijke systeem. http://www.s>nbiosy5.alterra.rt/rBlura20^^
5/6
19-3-2014
Beschermdenatuur in Nederland
I n t e r a c t i e andere factoren: treedt vaak samen op met verstoring door geluid (in geval van recreatie) of trilling en licht (in geval van voertuigen, schepen). Gevolg: optische verstoring leidt vooral tot vluchtgedrag van dieren. De soort reageert bijvoorbeeld op beweging omdat een potentiele vijand wordt verwacht. Andersom kan optische verstoring juist ook het uitzicht van soorten beperken waardoor zij potentiele vijanden niet zien naderen. De daadwerkelijke effecten zijn zeer soortspecifiek en hangen van de schuwheid van de soort en de mate waarin gewenning optreedt. Bovendien kunnen de effecten afhankelijk zijn van de periode van de levenscyclus van de soort: in de broedtijd zijn soorten over het algemeen schuwer en dus gevoeliger voor optische verstoring. 17 Verstoring door mechanische
effecten
Kenmerk: Onder mechanische effecten vallen verstoring door betreding, golfslag, luchtwervelingen etc. die optreden ten gevolge van menselijke activiteiten. De oorzaken en gevolgen zijn bij deze storende factor zeer divers. I n t e r a c t i e andere factoren: verstoring kan samenvallen met verstoring door geluid, licht en trilling. Gevolg: deze storende factor kan leiden tot een verandering van het habitattype en/of verstoring of het doden van fauna-individuen. Bij phabitattypen treedt de verstoring/verandering vaak op ten gevolge van recreatie of bijvoorbeeld militaire activiteiten. Het effect is zeer afhankelijk van de kwetsbaarheid (gevoeligheid) van het habitattype. Waterrecreatie en scheepvaart leiden tot golfslag, hetgeen effect kan hebben op de oeverbegroeiing en waterfauna. Luchtwervelingen van bijvoorbeeld windmolens kunnen leiden tot vogelsterfte. 19 Bewuste verandering
soortensamenstelling
Kenmerk: Er is sprake van bewust ingrijpen in de natuur door herintroductie van soorten, introductie van exoten, uitzetten van vis, inzaaien van genetisch gemodificeerde organismen etc. I n t e r a c t i e andere factoren: heeft met name direct invloed op de factor 'verandering in populatiedynamiek'. Gevolg: Er treedt concurrentie op in voedselbeschikbaarheid, nestgelegenheid etc. Deze concurrentie kan leiden tot het verdringen (opvullen van de niche) van de oorspronkelijke soorten. Ook kunnen soorten verdwijnen door predatie van de gei'ntroduceerde soort. Hierdoor kunnen relaties binnen het ecosysteem worden verstoord.
http:/A/wvw.synbiosys.alterrart/natura2M
& 6
Machtiging Maatschap G. en L. Bijker De Flearbosk 7 9215 VP De Veenhoop
29 april2014
Hierbij machtigen wij, Maatschap Bijker, De Flearbosk 7 te DeVeenhoop, VantErve Advies voor de benodigde werkzaamheden voor de locatie aan De Flearbosk 7 te De Veenhoop. Dit betreffen de volgende werkzaamheden: • de aanvraag vergunning Natuurbeschermingswet; • melding Activiteitenbesluit; • aanvraag omgevingsvergunning. Voor akkoord
Vincent van ' t Erve VantErve Advies Postbus 48 8100AARaalte
Maatschap Bijker De Flearbosk 7 9215 VP De Veenhoop
VantErve Afaieswet ee* \M6t
provinsje fryslan provincie fryslan ^
Bijlage 1 Ligging bedrijf en omgeving Ligqina bedriif De Flearbosk 7 te De Veenhooo Oudega
VantErve Advies MCT cc* \A§el
provinsje fryslan provincie fryslan ^
Liaaina bedriif Bilker te De Veenhooo ten oozichte van Aide Feanen Mntum?()0O
sart Ljchtfoto Meer(2)
.
.... . Boo'robergum
1
Dichts bij gelegen rand Aide Feanen: X 192399 Y 568681
VantErve Acb/ies wet eenws>e(
/
provinsje fryslan provincie fryslan m^
(Stfl
Luchtfoto
van de locatie:
VantErve Advies wet ee* i/<sie(
provinsje fryslan provincie fryslan ^
Bijlage 2 Bestaande situatie en gewenste situatie Bestaande
situatie
Mts. Bijker Maatgevend:
Meldins 20juli 1984 A
1.100.1 Melkkoeien A3 Vrouwelijk jongvee <2 jaar
95
9,5
902,5
66
3,9
257,4
Totaal
1.159,9 kg NH3
Meldins 23januari 1992 A 1.100.1
Melkkoeien
A3
Vrouwelijk jongvee <2jaar
100 70
950,0
9,5 3,9
273,0
Totaal
1.223,0 kg NH3
Meldins 7maart 2001 A 1.100.1 A3
Melkkoeien
95
Vrouwelijk jongvee <2 jaar
9,5
902,5
3,9
257,4
66
Totaal
1.159,9 kgNH 3
Meldins 19januari 2011 1.100.1
Melkkoeien
A3
Vrouwelijk jongvee <2jaar
85
9,5
40
3,9
807,5 156,0
Totaal
Gewenste
963,5 kg NH3
situatie
De aanvraag vergunning Natuurbeschermingswet bestaat uit: A 1.100.1 Melkkoeien, beweiden
69
9,5
655,5
A1.9.1
Melkkoeien, beweiden
88
4,1
360,8
A3
Vrouwelijk jongvee <2jaar
50
3,9 Totaal
195,0 1.211,3 kg NH3
VantErve Aeries wet ee* wsie(
provinsje fryslan provincie fryslan ^
Gebouwgegevens: gemid
Melding 19januari 2011
gebh
ephoogte epdiam uittr snelh
X-coord
Y-coord
A 1.100.1 Melkkoeien
85
9,5
807,5
1,50
1,50
0,50
1,00
191 792
566 727
A3
40
3,9
156,0
1,50
1,50
0,50
1,00
191 788
566 766
Vrouwelijk jongvee < 2 jaar
Totaal
963,5 kgNH 3
Nieuwe aanvraag bestaat uit:
gemid gebh
A 1.100.1 Melkkoeien, beweiden A 1.9.1
Melkkoeien, beweiden
A3
Vrouwelijk jongvee <2 jaar
X-coord
Y-coord
69
9,5
655,5
1,50
1,50
0,50
1,00
191 792
566 727
88
4,1
360,8
1,50
1,50
0,50
1,00
191 792
566 727
3,9
195,0
1,50
1,50
0,50
1,00
191 788
566 766
50 Tota
*
ephoogte epdiam j i t t r snelh
1.211,3 kgNH 3
De bijbehorende deposities zijn hierna toegevoegd.
VantErve /U*/ies i*ier ee^ ws<e(
provinsje frysla] lan provincie fryslan 4^
Bijlage 4
Depositieberekeningen
Deoositie in deaewenste situatie Gegenereerd op:metAAgro-Stacks Versie 1.0 Naam vandeberekening: Bijker gewenst Gemaakt op: 24-04-2014 15:39:07 Zwaartepunt X: 191,800 Y: 566,800 Cluster naam: Bijker Berekende ruwheid: 0,07m
Emissie Punten: Volgnr. 1 2
BronID Verl. ligboxenstal Schuur
X-coord 191 792 191 788
Y-coord. 566727 566766
Hoogte 1,5 1,5
Gem.geb. hoogte 1,5 1,5
Diam. 0,5 0,5
Uittr. snelheid 1,00 1,00
Gevoelige l o c a t i e s : Volgnummer 1
Detail Volgnr. 1 2
Naam Aide Feanen
X coordinaat 192399
s van Emissie Punt: V e r l . Code A 1.100.1 A 1.9.1
Type Melkkoeien, beweiden Melkkoeien, beweiden
Y coordinaat 568681
Depositie 2,38
ligboxens Aantal 69 88
t a l (3
Emissie 9.5 4.1
Totaal 655.5 360.8
Emissie
Totaal
3.9
195
Details van Emissie Punt: Schuur (3495) Volgnr
Code A3
Type Vrouwelijk jongvee <2jaar
Aantal 50
VantErve At&zies wet ee* visiet
provinsje fryslan provincie fryslan ^
Emissie 1016 195
w i wo i uo iou i«~,u «•; i u©-. iw i w«-
u «i-i5)v c» in ieiu 0) -~j y-sii -^j
i
CD
1 s
-e^-d H H
O 0
h-i«
3 VI 3 n H*»
- • • — - <•
a
!-h!f-> >1 <-i
>< en (/> pu> P> •
^
>i •
0 3
•
'
186800 187305 187810 186315 188820 189325 189830 190335 190840 191345 191851 192356 192861 193366 193871 194376 194881 195386 I 195891 o 196396 CJ1
J• " /
L
V^ /
/ ^
i
>'
/
\
f
1 \
\ __ if i'i\
P.
1
V
\
\
1
\
r i
\
i
V
\
J
\
K
•
<
s 1
1
"1^ i
1 _si' 01
K
\
S
-•'
\
o
\ \
\
\
i
»1
I
J /
!
/-"" ^
o
T
K*
1
I
-j
r*'en O
Deoositie in de veraunde
situatie
Situatieop 10juni1994 Gegenereerd op:metAAgro-Stacks Versie 1.0 Naam vande berekening: Bijker vergunde situatie Gemaakt op: 16-04-2014 13:40:53 Zwaartepunt X: 191,800Y: 566,800 Cluster naam: Bijker Berekende ruwheid: 0,07m
Emissi e P u n t e n : Volgnr. 1 2
X-coord. 191792 191788
BronID Ligboxenstal Schuur
Y-coord. 566727 566766
Hoogte 1,5 1,5
Gem.geb. hoogte 1,5 1,5
Diam. 0,5 0,5
liittr. snelheid 1,00 1,00
Gevoelige l o c a t i e s : Volgnummer 1
Naam Aide Feanen
X coordinaat 192399
Y coordinaat 568681
Depositie 1,90
DetailsvanEmissie Punt:Verl. ligboxenstal (3494) Volgnr.
Code A 1.100.1
D e t a i l s var Volgnr. 1
Code A3
T
yPe Melkkoeien, beweiden
Aantal 85
Emissie 9.5
E m i s s i e P u n t : Schuur (3495) Type Vrouwelijk jongvee <2jaar
Aantal 40
Emissie 3.9
VantErve 11
Totaal 807.5
EB AiAnes wet sec wsei
/~
Totaal 156
provinsje fryslan provincie fryslan ^
Emissie 808 156
vivi vi'--ivi vivi vivi vivi v vivi vivi Ulvi vivi Q-, C5 Cv CvC-.Cl V, C. C- G-. C. V.V, 9) —4"S -^-J M N W W * . 4 - U I U I « - . S l N - l W t D ' i O O O J J © 0 - - M N W U * . ( - « l C f. M S C 0 » t f ! « O
M
186800 187305 187810 188315 1BB620 189325
/
189830
/
J
•
1
!CD
191851
\
19235G 192861
/
\ !
191345
\ \
I-J i-f
0 0 «* <; h-'• h-la 3 3 i/> n I—i" ro ro «
1 -
"-h1-^ "i
-^
f-i •s*-*
c/> I—" P> p >
• ^
3 p
e
194881 195891 196396
I ^
\
o <SI
I
I
o
b> en
I
_-.-'-
N, ^ - ~ r
on C)
I
>
_ L
V
O
Ch
-^ O
I
r
I y \J
\ \
195386
v \
\ '•,
\
\
K
s
194376 ^3^3
\
k
\ \
^
\
1
> ' '\
\
193871
\ ft
s
193366
\
\
(
190840
\
\
190335
}
J
_ • - •
1ri> c
8 o
Bijlage 5 Vergunde
situaties
VantErve 13
Ad/ies wet ee*uisef
provinsje fryslan provincie fryslan ^
GEMEENTE SMALLINGERLAND MELDINGSFORMULIKR INGEVOIiGBDKHINDKRWETVKRDRDENING HBNDVEEBOUDERIJEN
Aan Burgemeester enwethouders van degemeenteSmallingerland, Postbus 10.000 9200HA DRACHTEN.
Onderwerp: MKT.DING a l s b e d o e l d in a r t i k e l 2 van de "Hinderwetverordening rundveehouderijen".
2 / SEP.1384 -
NAAM,ADRESENBEDRIJFSTYPE Naam
A \Bmm
i 11 i i i i 11 i i i i i i 11 i i i i i
:
Straatnaam
ilM^mhu-.iM i i i M i i i i i i i M
Nummer *
UmaSi il/iflVh4jiWi#i<¥¥
Plaats
Bedrijfstype
INVENTAR1SATIE
0 • • • '
M * | lI ^ ^ W l ^ ^ l
IJ_LU.I_I_U._LJLJ
IIiIIIIIIIIIIII
(O aankruisen indienvantoepassings.v.p.)
.5". melkkoeien
o
melkkoeien
0
melkkoeien
0
melkkoeien
0
melkkoeien
0
melkkoeien
0
melkkoeien
0
melkkoeien
0
melkkoeien
ggen
...me-sl-lffllvprpn
Noot:melkkoeien isinclusief jongvee
Datum
*rf -- -
(Formulier indienen voor 1juli1984)
dAZ1.4A 1-19
•
-
l/T to
J£ J^ -•< -^ J£ j£ Ji JC U
O
//wo: a:
<
*
cc
if;
^.
o>- a t
a
^ ^ T g F : * — * = - < T = r z i 2 — w ftf o: Q. i _ £ > o t
•
-1 Z < £ Q g
>-
LU iCC
^>a 5pjcvj,r?np>j: -
^p^ijty^qCMO|! 11
IvQ
ul( \
fM
u,i o£
+s
ro
-
<^ -f—-
5 i -
|
' •
"
ill 1
•
in
1—4~P
T
is ltf> •N
I
N
-
•
—_—.-.
55
"^nr
m _kr
! —J
ti>
Ministerievan Volkshuisvesting, RuimtelijkeOrderingen Milieubeheer
Kennisgevingsformulier Besiuilmelkrundveehoudergen Hmderwet Aan: Burgemeesler enwethoudersvandegemeente
_ Streepje is:hter invullenwalgovraagdword! D Aankruisenwalvan locpassingis 1Naam Adresen telefoonnummer Postcodeenplaals 2.Geeflkennis vanhel
/. _ t-CVv
feW
'-> ,r Ufa
'
os\z8
lW
nI oprtc+ften opnorctenvaneenmelknindveehoitdcrii') melkrundveehouderi)' voorgenomen lijdslipvan inwerkinglreding vandemelkrundveehouderij: D uilbreidenofwijzigenvaneen melkrundveehouderij*),danweihelveranderenvandegebezigde werkwijze voorgenomen tijdsttpwaaropde uitbreiding,wijzigingofveranderingvandewerkwijze tolstandkomt:
•?£ v0 " 1RepassingwordenvanhetBesiuilmelkrundveehouderi|enllinrterwel opeen reedsopgenchtemelkrundveehoudeni*). 3Plaatswaardemelkrundveehouderij isofzalwordengevesllgd Adresen telefoonnummer
oSil8 _ ( ^
Postcodeengemeente
4Gegevensmetbetrekkingtothetvantoepassingzijnvanhetbesluit(leeseerstdetoellchting ellchtingbijdezerubrfek) Worden meerdan50mestvarkeneenhedengehouden,50schapen gedurende deallamperiodeniet meegerekend
Ja D
Nee
.; 4.2
Worden meerdan50geitengehouden?
D
~ ir~
4.3
Worden pelsdieren bedrijfsmalig gehouden?
fJ
4.4
Worden meerdan50konijnenvoedsters gehouden?
x
a
X
.'..:,
Worden meerdan 100stuks melkrundvee gehouden?
a
X
4.6
4.7
Wordtdunne mestopgeslagenin: a. bassinsmeteengroteroppervlak dan750 m? b. bassins met eengrolere inhouddan2500m3 c. bassinswaarinwordt beluchlofgeforceerd gegist Zijnandere nitraalhoudende kunslmeststoffenaanwezigdandie vande klasseC?
a a D 0
Is:
48
Zijn meer dan400kgbestri|dmgsmiddelcn aanwezig?
D
K
4.9
Wordtelektriciteilvoor eleklrischeinstallaties betrokken vanandere bronnen danhetopenbare elektnciteitsnet?
D
TR
4 10
Wordtinde inrichtingeenandere brandstof dangas,gasolie,of lichte stookolie voor ruimteverwarmingof warmwatervoorzieninggebruikt? Ispropaanaanwezig ineenstationair reservoir waarop het Besiuil opslag propaanHinderwet NIET vantoepassmgis">
D
*
a
;*
4.11 4.12
a D D D
8
4.13
a. Iseenondergrondse tankvoordeopslagvangasolie enlichtestookolievaneenandermatenaaldanslaalgemaakt? b. Iseenondergrondse lank voor deopslagvangasolie enlichte stookolie ondereengebouwgelegen? c. Bedraaglde ondergrondse opslagvangasolie en lichte stookolie meerdan20.000liter? WordenKl nl K2-vioeistoffen inonrleigiondse ol bovengrondse tanksopgeslagen?
4.14
Bedraagt debovengrondse opslagvangasolieenlichte stookoliemeer dan5000liter?
•
*
4.15
WorderTmotorbrandstoffenaanderdenafgeleverd?
a
R
4.16
Isi.v.m.de liggingvaneen meslbassineenvergunningvereist? (zie toelichting)
•
M
4.17
Isi.v.m.de liggingvande inrichtingtenopzichtevanstankgevoelige objecten eenvergunningvereist?(zie toelichting)
n
K
D
ST
Isi.v.m.deFiggingvandeinrichtingtenopzichtevanvoor verzuringgevoelige gebiedeneenverguning vereist? (zie toelichting) Indieneenvandebovenstaande vragenmetJA Isbeantwoord,isvoor demelkrundveehouderij eenvergunning vereist. Indlen unoggeenvergunningheeft,dient udezezosnelmogelijk aantevragen. 5.Naderegegevens
4.18
Ligteenbestaandeopslagvoorvastedierlijkemestopminderdan50mvanwoningen?
Ja D
Nee
5.1 52
Ligteenbeslaandekuilvoeropslagvoor grasofsnijmaisopminder dan25mvanwoningen?
D
».
5.3
Iseen mestsilo,gebouwd voor 1 juni 1987,aanwezig?
K
•
5.4
Iseenfoliebassin, gebouwdvoor 1 juni 1987,aanwezig?
D
J&.
Datum
ZZ-\-Jl
Handtckening
') Voor eenmelkrundveehouderij geldt ondermeer datdezetot een inhel Hinderbcsluit aangewezencategoric behoortenuitsluitendofinhooldzaak bestemdis voorhelbedrijfsmalig houdenvanmelkrundvee.
w GEMEENTEJC 'i y ^ ,
^SMALLINGERIAND
——
\
1
i
D D •. / 1 l>ii.iJ Unr A i
,.r>
.
..
Schaal
'
/
/ rf.3 Schaal: 2 hokjes - 1melef bi schaal 1:100
i ~ay .)
r-
^ ^
S>"%-"''
-^*""wn^^ * t ^
! i
|
- KUILVOEROPSLAG
„
J r-jj - e.
^
Sctuujl: 1hokje - 1 rteler biischaal 1 :200
- MESTOPSLAG
i
l,ft
J)
- AFSTAND TOT WONINGEN
.
—6f-
Datum en handtekening
- EICEN BEDRIJF
, • •
H
/
_ V-Ui-i loci^ » d?.K Uv rleU.eij.i.i-hMp
OP SITUATIE AANGEVEN
i ••
I*.
"'.•
ti3 / _ I ..ViA _.
12 222/ ; _L
Burgemsesleren'.veltioudersvandegen ffienle SMALLINGERLAND
Naam
f +
't 1 i-:-^ ir
Aa„:
/•*
1
/ EJ >J t
. JZ. 1ST
' ")
;7
*—•
t-
1 tU( L t t l i L u V n (
; (1/ / A lKLf\__ Cy / ; j --
tjt "1a
ix.
>/ / ' !
4 >J i r U J I/J. .ui >
L//
1-
it Ail
T^
1
K
•
' /
i //-:
1
;
-"-•—— O MESTKELDERS
O MESTZAK ^
2
•<
/ - 7 ' /
t
1
VASTE MESTOPSLAG
!
6
f
*
LICBOXENSTAL
O FOLIEBASSin
J
i —
u / . i ^O
1'../*
Li»i at »i»
_
— .
PLATTEGROHD AANGEVEN
IS O JONGVEESTAL
3 s
... .
ijiuOP
s i mifomtn)^
"•• j£
i
UK
t Ik 1A III 4
• i
O KUILVOEROPSLAG
1 7 i'-'
n
f DIESELOLIE
£4-1JIG
r r ' T ' ^ t ri DIESELOLIE
i
iQ -
t-'"U* U.,i —-G
n
ti-lfri -,
i
O ELEKTROMOTOREN
# -
MET VERMOGEN
X
Zlsl^
SILO'S
O BESTRIJDINCSMIDDELEN
S
.
&. /
1
i A ——
--
4
i .• r
7 \
\j
><
f\ 1'?
[_!/ J _ i _
"Kltfcr f . ..
i
1
i i
:.,
6 ^' ' f :, -r- L
/
-H
O OVERIGE
J
/ / 0/)/ 7 " < i ' \ ^ >' ' / ''•
•
\
9
1
\
'
_,
1
i
^ —
- •• 1 —
—<
f
I N 2 ^ H
...
X AANKRUIZEN HAT I S AANGEGEVEN
MehlingilbrRtuticr B e i l uii me(lcitiAdveebouderiJen milicubchccr Aan: InirguiKcMercrtwclhouderavandcgemecnie
o
N«m
^ U l
_ r ^ T S &CJU£A.
Adies«'ntelctoonnuinmer
l w
I W G E K O M t N fl } t M l
Streepje is: hicr invullcn wat gevraagd word! A.nikruiscn wat van tocpassing is
"*
l M
*
Qcsft kcnniN\.ni hct
Qg pC&Aif^o,5k.
9
-..giis...yf>..pe.ve&JHic>cp C)
oprichtcn vancen metkrundveehouderij; voorgcnomcn lijdSIip vaninvverkmgtrcding v a n dc inclkrLniJvcctiuudcrij-
•
uitbrcidcn o f vvijzigingcn van ccn mclkrundvcchmidcrij'), dan w c l het vcrandcrcn v a n dc working daarvan. Voorgcnomcn lijdstip vvaarop dc uilbrciding; wijzighig o f vcrandcring in working w o r d ! gebrachl. danweI dc werking wordl vcrandcrd:
O
v a ntocpassing worden van het Hcsluit mclkrundvceliouderjjen milieubehecr opcen reeds ongcricbtc nielkrundvcchouderij')
Plants Wiiar dc ineikrundveehouderij is o f z a l worden geveSigd Adics enletefoonfiMinmer D t PuSAAfcoaK 7 0%\Z - U ^ t 3 k 6 postcodeensenweme I 3 & S / t > Olr l / f f 6 W M O O p GegcvciW met heirekking tot hcl vantocpassing Zljll van net hcsluit (!ecs eerst dc loehchting bij dczc ruhrick) 4.1 4.2 4.3 44 4-5 4.6
4.7 4X 49 4.10 4 1) 4.12
4.13 4 14 4.15 4.|d 4.17 4 IS
Warden mccr dan 50 mcstvarkcnccnhcdcii geliouden. 50 schapen gedurende de aOarnpcdode nict mcegcrekend' O ja • nee Worden nicer dan 50 gcilcn gchouden? 0 ja • ncc VVordcs nelsdicnm bcdrijTsmailg gctaoudeii? o ja • nee Worden meet dan 50 konijnenvoedsters gefcooden? <> ja • ncc Worden nicer oan 100 sinks melkrundVee gchouden? O ja • ncc W o r d l duiine nicM ongcstageni n : a. IMSMII-. inel ecu groici oni<ervlak d.m 7V) m' (> jn * nee I). hasatns met ecu groterc tnhoud dan 2500 m £) ja • nee t. b a s u n i waarin w o r d i b d u c h t o f gefonreerd gegisi o ja •nee / i j n anJeie niUaathoudcndc kunsiinestsioficii annwezig Jan die van Jc ktassc C? O ja 9 nee / i j n nicer dan 400 kg boMrijdingsnnddclcn aanwezig? O ja 9 ncc Wotdl clckirieiicit voor elcklrische inslallatics betrokken van andere bronnen dan lict openbare elektrieitcitsnet? 0 ja • nee Wordl in dc inrichling cenandere brandslof dan gas. gasulic of liclilc Mookolic voor mimicvervvafining of vvarmwatcrvoorzicning gcbmikl? O ja 4 ncc Is propaan aanwezig in ccn stalionair reservoir waarop lit! Hcsluit opslag propaan llindciwei NIHT van tocpassing is? O ja ncc ;i, Is ccn ondergmndsc lank v o o i dc opslag van gasolfc en lieftte stookoiic van ecu gofer inalcriaal dan ttaal gcmaaJCt? O ja • ncc b. Is cert ondcrgrondsc lank voor gasolie en HclttC slookolic ender con gcbouvv gclcgcrt? O ja 9 nee c. Bcdraagl dc ondcrgrnndse npslng vangnsnlic en lichle slooknlic inccr dan 20.000 liter? O ja • nee Worden K l - of K2-viociMolVcn in ondcrgrondsc of lunengrondsc tanks opgeslagcn? () ja • ncc Hedraaet dc bovengrondsc opslag van gasolie en lichtc ItOOkolio nicer dan 5000 liter'.* 0 ja • nee Worden motorbranJMolien aandenied afgclevcrd? O ja • nee Is i.v.ni dc ligging van cen nicstbassin ccn vcrgunning \ercist.' (zie loelichling) O ja • ncc Is i.v.m. dc ligging van de iniieliling ten opzichtc Van slankgevncligc objcelcn ccn vcrguiming v\-rcisl? (/ic lOCiichling) t) ja • ncc Is i.v.ni. dc ligging van de inrieliting ten opzielitc van voor vcr/uting gcvocligc gebicden cen vcfgunning vercisl-' (/ie loelicbting) O ja 9 ncc
Indjcii cen van dc bovenstaande vragen met JA is bcuiivvoord. is voor de mclknindvcehoudcrij ecu vcrguiming vereist Indicn ii nog geen \eri:uiining hoefl, dieni u de/x /o sncl mogclijk aan levragen. Nadere gcgevens; /ic bijlagc
Datum
Ilandk'kening
] \o,-i ecu ntclkmndveehoudcrij geldt Drtdermeer dat deze lot ccn kracrKens anikci l . i , derdc lid, van dc Wei milicubchccr aangewe/en categoric behootl en uilsluilend of in hoofdxuk besletnd is voor bet bcdrijfsmatig houdenvan melkmndvec.
a
nfo
11.
v'L'li
- .£ ~> I
Meldingsformulier Besluit landbouw milieubeheer
13 JAN 2Q1I
Vooraf
GEMEENTE SMALLINGERLAND
Voor wie is het meldingsformulier bedoeld? Oil formulier is bedoeld voor degene die van plan is een bedrijf op te richten, uit te breiden of te wijzigen, dan wel dewerking daarvan te veranderen. Met dit formulier kunnen u en het bevoegd gezag (gemeente of provincie) nagaan of uw inrichting onder (de algemene regels van) het Besluit landbouw milieubeheer valt of dat u een milieuvergunning dient aan te vragen. Tijdstip van melding (artikel 7 van het besluit) Valt uonder het besluit dan moet udit ten minste vier weken voor het oprichten, de uitbreiding of wijziging van de bedrijfsvoering aan het bevoegd gezag (meestal de gemeente) melden. Uvoldoet aan deze eis door dit formulier volledig in te vullen, te ondertekenen en deze (inclusief de in het formulier gevraagde bijlagen), vier weken voor aanvang van de activiteit, in te leveren bij uw gemeente. Het van toepassing worden van het Besluit landbouw milieubeheer op een bestaande, maar nog niet (eerder) vergund of gemeld bedrijf moet u ten hoogste twaalf weken na de inwerkingtreding van dit besluit melden. Melding wel of niet vereist? (artikel 7 en 9 van het besluit) Een melding is niet vereist, indien u eerder een melding heeft ingediend op grond van het Besluit melkrundveehouderijen milieubeheer of het Besluit akkerbouwbedrijven milieubeheer, Besluit motorvoertuigen milieubeheer of het Besluit bedekte teelt (voor wat betreft witlof en eelbare paddestoelen) en de bij die melding verstrekte gegevens sindsdien niet zijn gewijzigd en door uw voornemen ook niet zullen wijzigen. Indien op uw bedrijf een vergunning van toepassing was en de bij de aanvraag (voorzover die bij de vergunning hoort) verstrekte gegevens niet zijn gewijzigd,hoeft er ook geen melding te worden ingediend. U dient wel een melding inte dienen indien er voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit geen vergunning of geen van de eerdere genoemde vier besluiten op uw inrichting van toepassing was, ook al is er geen sprake is van een wijziging van de werking van de inrichting. Mocht u specifieke vragen hebben over dit formulier of de procedures neemt udan contact op met het bevoegd gezag, of kijk op: www.infomil.nl
r>.|I.OoS
C3..o\ ~1 o \ i
Info Drijver van de inrichting Naam drijver van de inrichting:
Besluit landbouw milieubeheer
\\&
Adres:
\i"X|l\ ii'
^*. r -•
^...r.:L
Postcode en plaats: Telefoon:
!
.a^iX....U£...^...jU^^il^ 1 ^
'.
-
.......s.SI£...4&Jl3**.'!
(
Adres inrichting Naam van de inrichting: Adres: Postcode en plaats: Telefoon:
.Lite;
/ - .,vk><. *?jL«i.S\*,.k>.J'i.
flU..ElAAffet
£K.
?••
..:...^\7::.^..\J>.cC
...
Soort melding Maakt melding van: (a.u.b. aankruisen wat van toepassing is) • Het oprichten van een inrichting • Het uitbreiding of wijzigen, dan wel het veranderen van de werking van een inrichting J Het in werking zijn van een reeds bestaande, maar niet vergunde of gemelde inrichting •
Het toepassen van andere middelen dan opgenomen in hoofdstuk 1t/m 3van de bijlage, maar met een ten minste gelijkwaardige bescherming voor het milieu
Aard inrichting: 2f melkrundveehouderij • akkerbouw- of tuinbouwbedrijf met open grondsteelt • J •
gemechaniseerd loonbedrijf paardenhoudenj kinderboerderij
• kleinschalige veehouderij G witloftrekkerij of teeltbedrijf met eetbare paddestoelen of andere gewassen in een gebouw •
bedrijf voor de opslag van vaste mest, bloembollenafval. afgedragen gewas of gebruikt substraatmateriaal
•
spoelbassin bedrijf
Q samenstel van boven genoemde bedrijvigheden Het voorgenomen tijdstip van oprichting, uitbreiding. wijziging of verandering ..^.J>..'....OI.?.U
tasL|*62ii:u<^
Omschrijving aard en omvang van activiteiten of processen in de inrichting
2.£..w.^.ikk&.^C^ h*Lfe>.£a.4$ (.j^MiuAt
'*cCM
Info
Besluit landbouw milieubeheer
Ishet Besluit landbouw milieubeheer opuwinrichtingvan toepassing? Issprakevaneen: melkrundveehouderij akkerbouw- of tuinbouwbedrijf met open grondsteelt gemechaniseerd loonbedrijf paardenhouderij kinderboerderij kleinschalige veehouderij witloftrekkerij of teeltbedrijf met eetbare paddestoelen of andere gewassen in een gebouw •
bedrijf voor de opslag van vaste mest, bloembollenafval, afgedragen gewas of gebruikt substraatmateriaal
•
spoelbassin bedrijf
•
samenstel van bovengenoemde bedrijvigheden
(^ ja
Gaverder metvraagb
•
Hetbesluit isnietvantoepassing.Hetbedrijf isvergunningplichtig.
nee
Worden indeinrichting landbouwhuisdierengehouden? .St ja Q nee
- •
i
Gaverder metvraagc Gaverder metvraagj
Betreft heteen inrichting opgericht opof na 1 januari2002? • ja Gaverder met vraagd -S^ nee Gaverder metvraage Inrichtingisopgerichtopofna 1januari2002 Iseentotdeinrichting behorenddierenverblijf, geheelofgedeeltelijk gelegen ineenzeer kwetsbaar gebiedalsbedoeldinartikel2vandeWavofineenzonevan250meterrandom eenzodaniggebied? • ja Het besluit isnietvantoepassing.Hetbedrijf isvergunningplichtig. •
nee
Gaverder metvraagg
Inrichting isopgerichtvoor 1januari2002 Iseentotdeinrichting behorenddierenverblijf, geheelofgedeeltelijk gelegen ineen zeer kwetsbaar gebied als bedoeldinartikel2vandeWavofineenzonevan250meterrandom eenzodanig gebied? • ja Gaverder metvraagf -&C nee Gaverder met vraagg Ishetaantalgehouden landbouwhuisdieren vaneenofmeerdiercategorieen groter dan op 31december2001overeenkomstigeenalgemenemaatregelvanbestuur krachtens artikel 8.40vandeWet milieubeheer, zoalsdieopdiedatumluidde,indeveehouderij aanwezig mochtzijnof ingevolgeeenvergunning alsbedoeldinartikel8.1 vandeWetmilieubeheer in deveehouderij aanwezig mocht zijn. Q ja Hetbesluit isnietvantoepassing. Hetbedrijf isvergunningplichtig. Q nee Gaverder metvraagg Isdeinrichting een kinderboerderij? • ja Hetbesluit ismogelijkvan toepassing,beantwoorddevragen 1 t/m39 £js nee Gaverder met vraagh
Info
Besluit landbouw milieubeheer
Isdeinrichtingwaarlandbouwhuisdierenwordengehoudengelegen opeenafstand1van minderdan 100meter vaneenobjectcategorie IofIIofopeenafstand' gelegen van minder dan50metervaneenobjectcategorie III,IVofV? • ja Gaverder metvraagi J3f nee Gaverdermetvraagj Ishetaantallandbouwhuisdieren dat gehoudenwordt kleiner ofgelijk aanhetaantal landbouwhuisdieren vandiediercategorie datopgrondvaneenvergunningalsbedoeld in artikel8.1 vandeWmof opgrond vanhet Besluitmelkrundveehouderijenmilieubeheer ofhet Besluitakkerbouwbedrijven milieubeheer ofopgrondvanhetBesluit landbouw zoalsdat gold tussen 6december2006en30September2009gehoudenmochtwordenenisdeafstand1 tot hetdichtstbijzijnde objectcategorie I,II,III, IVofVnietafgenomen? • ja Gaverder met vraagj Q nee Hetbesluit isnietvan toepassing.Hetbedrijf isvergunningplichtig. Betreft heteeninrichtingdieisgelegenopeenafstand2 vanminderdan50metervan een objectcategorie Iof IIofminderdan25meterisgelegenvaneenobject categorie III, IVofV? • ja Gaverder metvraagk 'tlC nee Hetbesluitismogelijkvantoepassing,beantwoorddevragen 1 t/m39 Gaathetomeeninrichtingdie isopgerichtvdorhettijdstip vaninwerkingtreding vanditbesluil (6december 2006) enwaarvan deafstand2 diemoetwordenaangehouden opgrondvan eenvergunningalsbedoeld inartikel 8.1 vandeWmofopgrondvanhet Besluit melkrundveehouderijen milieubeheer ofhet Besluitakkerbouwbedrijven milieubeheer of het Besluit bedekte teelt milieubeheer tothetdichtstbijzijnde object categorie I,II,III, IV of V,niet isafgenomen. • ja Hetbesluitismogelijk vantoepassing,beantwoorddevragen 1 t/m39 • nee Hetbesluit isnietvantoepassing.Hetbedrijf isvergunningplichtig.
1 Deze afstandwordt gemetenvanafdebuitenzi|de vaneenobject I.II,IIIIVofVtotnetdichtstbijzijndeemissiepuntvan het dierenverblijf. 2Deze afstand wordt gemetenvanaf hetonderdeel vanhet bedrijf dat hetdichtstbijhetgenoemdeobject isgelegen,waarbij eenwaterbassin, eenwatersilo,eenwarmwateropslagtank enhet erf metalseenzodanigonderdeel wordenbeschouwd.
Info
Besluit landbouw milieubeheer
Ja
Nee
1. Wordenmeerdan 50mestvarkeneenhedengehouden,daarbijniet meegerekendtenhoogste 50schapen diegedurendedeaflamperiode inde inrichting worden gehouden?
.ar
2. Worden meerdan200stuksmelkrundvee,exclusief vrouwelijkjongveetot tweejaar, gehouden?
k
3. Worden meer dan 340 stuksvrouwelijkjongvee gehouden?
•
J9T
4. Wordenintotaal meer dan340stuks vrouwelijkjongveetot2jaar enoverig melkrundvee gehouden?
a
®c
5. Worden meerdan 50geiten gehouden?
a
fr
6. Wordenmeerdan50voedstersgehouden?
• • • a
fcr
k m
10. Isvoorhettelenvangewasseneenpermanente opstandvanglasofvan kunststof groter dan2.500 m2 aanwezig?
a
#
11. Isereenopslagcapaciteit aanwezigvoordeop-ofoverslagvanmeerdan35 m3afvalstoffen die niet binnen het eigen bedrijfzijnontstaan? (behoudens zand,grindengrand voorzoverdeze stoffen bedoeldengeschiktzijnvoor nuttige toepassing),
•
St
7. Worden ermeerdan50paarden gehouden? 8. Wordenpelsdieren bedrijfsmatig gehouden? 9. Worden er meer dan 50landbouwhuisdieren gehouden,andersdanbedoeld onder 1 tm8(opkinderboerderijen isdezevraagniet vantoepassing)?
HJ
12. Isereenopslagcapaciteit aanwezigvoordeop-ofoverslagvangevaarlijke afvalstoffen,die niet binnenheteigenbedrijf zijnontstaan? 13. Isereenopslagcapaciteit aanwezigvoordeoverslag vanmeerdan 1.000 m3 afvalstoffen perjaar, dieniet binnen heteigenbedrijf zijnontstaan? 14. Zijnereenofmeerwerkplaatsen aanwezigdie inhoofdzaakworden gebruikt vooronderhoud,ondersteuning of reparatie vanniettotde inrichting behorendegebouwen, installaties,toestellen ofvoertuigen,vanderden? 15. Bedraagtbijdeteelt van eetbare paddestoelen deteeltoppervlakte meerdan 5.000 m2?
Or
16. Indieneetbarepaddestoelenwordengeteeld:wordterversecompost gepasteuriseerd? 17. Iserapparatuur aanwezigvoor hetverspuitenvan gewasbestrijdingsmiddelenofbiociden met eenvliegtuig?
car
-
•
-
•
18. Zijnervoorzieningen ofinstallaties aanwezigvoorhet opslaanvanmeerdan 600m3vastemest? 19. Zijnervoorzieningen of installaties aanwezigvoor het opslaan vanmeerdan 500m3strooizout? •
"
.
.
'
20. Zijnervoorzieningen ofinstallaties aanwezigvoor hetopslaan ofbewerken enverwerken van meerdanintotaal2.000m3zand,grindengrond? 21. Zijnervoorzieningen of installaties aanwezig voor het opslaan ofbewerken enverwerken vanzand,grindengronddatniet afkomstigisvaneigen werkzaamhedenof niet wordt aangewendvoor eigenwerkzaamheden? 22. Zijnervoorzieningen ofinstallatiesaanwezigvoor hetafleverenvanLPGof aardgasvoor tractie?
at •
Info
Bestuitlandbouw milieubeheer
23. Zijnervoorzieningen of installaties aanwezig voor hetopslaan vanverpakte
•
Sf
•
5^
gevaarlijke stoffen, nietzijndevaste kunstmeststoffen, meteencapaciteit van 10.000kilogram ofmeer? 24. Zijn ervoorzieningen ofinstallaties aanwezig voor hetopslaan vanvloeibare gevaarlijke stoffen, vloeibare gevaarlijke afvalstoffen of brandbare vloeistoffen brandstoffen ofafgewerkte olie intanks? (hierbij wordt buiten beschouwing gelaten: • het opslaan van vloeibare brandstoffen ofafgewerkte oliein ondergrondse tanks met een gezamenlijke inhoudvan tenhoogste 150 m3, • het opslaan van diesel, huisbrandolie, gasolie, lichte stookolieof afgewerkte olie inbovengrondse tanks indebuitenlucht meteen gezamenlijke inhoud van tenhoogste 150 m3, • het opslaan van diesel, huisbrandolie, gasolie, lichte stookolieof afgewerkte olie inbovengrondse tanks inpandig met een gezamenlijke inhoud van tenhoogste 15 m3, • de opslag van petroleum ineen ofmeer bovengrondse tanks meteen gezamenlijke inhoud van tenhoogste 1,5m3,of • de opslag van vloeibare kunstmeststoffen inbovengrondse tanks) 25. Zijnervoorzieningen ofinstallaties aanwezigvoor hetopslaanvangassen
•
3~
•
•
•
&T
3
0^
ofgasmengsels intanks(tankswaarop hetActiviteitenbesluit van toepassing is, wordenhierbijbuiten beschouwing gelaten)? 26. Zijnervoorzieningen ofinstallaties aanwezig voor opslaan vandunne mest in mestbassins met een gezamenlijke oppervlakte van meer dan 750 m 2 ,of een gezamenlijke inhoud vanmeer dan 2.500 m3? 27. Zijn ervoorzieningen ofinstallaties aanwezig voor hetbeluchten, geforceerd vergisten ofopandere wijze be- ofverwerken, behoudens mengen ofroeren, van dunne mest in mestbassins? 28. Zijn ervoorzieningen ofinstallaties aanwezig voor hetvullen van gasflessen met uitzondering van: • hetvullen van gasflessen met propaan ofbutaan vanuit een gasfles van maximaal 150liter, • hetvullen van gasflessen met een inhoud kleiner dan 12liter, • hetvullen van persluchtflessen door middel van een compressor. 29. Zijn ervoorzieningen ofinstallaties aanwezig voor hetafleveren vanandere
•
-&K
motorbrandstoffen danLPG ofaardgas voor tractie (eigen gebruik wordt hierbij buiten beschouwing gelaten)?
. -.
30. Zijn ervoorzieningen ofinstallaties aanwezig voor het verrichten invast
•
5^-
•
BJ--
•
fcf
Q
&f
opgestelde voorzieningen eninstallaties van werkzaamhedenmet chemische gewasbeschermingsmiddelen voor derden? 31. Zijn ervoorzieningen ofinstallaties aanwezig voor hetverven vanbloemen en planten? 32. Zijnervoorzieningen ofinstallaties aanwezigvoorhetcomposterenvan materiaalofhetopslaanvanafgedragengewasofbloembollenafvalmeteen totaal volume van meer dan 600 m3? 33. Worden kunstmeststoffen opgeslagen behorende totgroep 3ofgroep 4als bedoeld inPGS7? 34. Worden meer dan 50ton kunstmeststoffen behorende totgroep 2als bedoeldinPGS7 opgeslagen?
K&2-
Info
Besluit landbouw milieubeheer
35. Zijneenof meerinstallaties ofvoorzieningen aanwezig,diekunnenworden gebruiktvoorhetverstokenofverbranden vananderebrandstoffendan aardgas,propaangas.butaangas, gasolieof petroleum (eenopenhaardof houtkachelvoor hetverbranden van houtdie alleenisbedoeldvoor sfeerverwarmingeneensmidsewordthierbijbuitenbeschouwinggelaten)?
•
EC
36. Wordtwindenergie inelektrische energie omgezetmeteenofmeer windturbines?
•
*r
37. Zijn indeinrichtingof eenonderdeel daarvan eenofmeer stooktoestellen voorverwarmingaanwezigmeteenthermischvermogenpertoestelvan 7.500kWof meer? 38. Zijnindeinrichtingofeenonderdeeldaarvaneenwarmtekrachtopwekking aanwezig meteengezamenlijknominaalelektrischvermogenvan 10MWof meer? 39. Zijn koel- envriesinstallaties ofwarmtepompenaanwezigmeteeninhoudper installatie vanmeerdan 1.500kilogram ammoniak ofmeerdan 100kilogram propaan,butaanofmengselsvanpropaanofbutaan?
•
*
a
m
•
k-
40. Vindeneractiviteiten ofhandelingen plaats alsbedoeldincategorie 21, bijlage I,behorende bijhetInrichtingen-envergunningenbesluitmilieubeheer (genetische modificatievanorganismen)?
•
«r
41. Moetervoorde inrichtingeenmilieueffectrapportagewordengemaakt?
• •
ST
42. Ishet Besluitexterneveiligheid inrichtingen vantoepassing?
r
Wanneer eenvan de bovenstaande vragen metja isbeantwoord,ishetBesluit landbouw milieubeheer niet van toepassing endient eenWet milieubeheer vergunning te wordenaangevraagd.Wanneer allevragen met neezijn beantwoord,ishet Besluit vantoepassing endient udevolgende gegevens intevullen.
Info
Besluitlandbouw milieubeheer
Benodigde gegevens voor het bevoegd gezag:
N.v.t.
Ja
Reeds in uw bezit
1.
a
•
Een plattegrond- en een situatietekening van het bedrijf op schaal
ft
Toelichting: een plattegrond bevat minimaal de volgende gegevens: •
de grenzen van het terrein van de inrichting en de omliggende bebouwing alsmede de aan alle zijden van
•
de tigging en bestemming van gebouwen;
•
aantal dieren, diercategorie, stalsysteem per stal en emissiepunten per stal (alleen indien er in de inrichting
de inrichting gelegen dichtstbijzijnde woningen van derden en gevoelige objecten c.q. de bebouwde kom;
dieren worden gehouden); •
plaats van ondergrondse en bovengrondse (olie)tank(s);
•
de locatie van ventilatoren en andere relevante vast opgestelde geluidsbronnen;
•
de opslagplaatsen van vaste mest, dunne mest en kuilvoer;
•
de plaatsen waar wordt geladen en gelost;
•
in geval van (een) wijziging(en) is duidelijk aangegeven wat deze wijziging(en) is (zijn).
2.
Aantal en soort dieren:
.TSKgeen wijzigingen
diercategorie (zoals bedoeld in bijlage 1van de Regeling ammoniak en veehouderij)
-
3.
Opslag mest:
~
:L'-.:
v :
' ' '
:
'
- ^ " ' • ' - - ' ' ^
'
^
"
aantal
^
iSCgeen wijzigingen
vaste mest
m m3
dunne mest in gierkelders dunne mest in mestbassin 3 , type bassin:
m3
m"
dunne mest in mestbassin 3 , type bassin:
m3
m
3
Indien eenbassin voor deopslagvandunnemestaanwezig iswaarop devoorschnften uit hetBesluitmestbassins milieubeheer nietvantoepassing zijn,worden bijdemelding (evensdevolgende gegevens verstrekt eendoor deinstallateur vanhet bassin verstrekteverklaring waaruit blijkt dathet bassinovereenkomstig voorschriflenvandebijlage isuitgevoerd enwelke referentieperioden van toepassing zijn.engegevens over dewijzevanafdekken vanhetbassin.
Info
Besluit landbouw milieubeheer
4. Deaard,omvangenfrequencevandetransportactiviteiten:
maximumaantalbewegingen per dag
gemiddeldaantal voertuigenperperiode (jaar,maand,week)
typevoertuig/transport
5fgeen wijzigingen
(1voertuig =2bewegingen) dagperiode avondperiode nachtperiode 06.00-19.00 u 19.00-22.00 u 22.00-06.00 u
veetransport vrachtwagensoverig4
. 5. Geluidrelevante werkzaamhedenengeluidbronnen: frequentie perperiode (jaar,maand,week,dag) tractoren
-fcTgeenwijzigingen
duur inuren
bronvermogen
dag-, avondof nachtperiode 5
-
heftruck shovel ladenenlossenvee ladenenlossenoverig vullen silo's pompenmest inkuilen ventilatoren
6. Opslagintanks: aardopslag
QC'geenwijzigingen bovengronds/ondergronds
Q dieselolie • afgewerkteolie Q petroleum(halfzwareolie) • propaangas Q huisbrandolie (gasolie)
1
O.a. aan-en afvoervanvoer,eieren, mest.brandstof, kadavers. '' dagperiode06.00- 1900u;avondperiode 19.00- 22.00u;nachtperiode22.00- 06.00u.
hoeveelheid
installatiedatum
Info 7.
Besluit landbouw milieubeheer
Aard en lozing van afvalwater:
bedrijfsafval-
Sfgeen wijzigingen
lozing op:
voorzieningen
controleput
nvt
aanwezig
water afkomstig van: riolering
gierkelder
anders:
melktanklokaal
a
•
melkput
a
•
• •
spoelplaats
•
a
•
wasplaats
•
•
•
kadaverplaats
•
a
kantine/keuken
•
a
• •
a
a
•
•
veewagens
8. Vinden onderstaande activiteiten plaats?
ja
nee
Lozen van grondwater bij bodemsanering of proefbronnering
•
K
Lozen van grondwater bij ontwatering
•
i
Inwerking hebben van een warmtekrachtinstallatie
a
*
Opslag van propaan in een tank
a
St
Opslag van vloeibare brandstoffen en atgewerkte olie in ondergrondse tanks
a
$k
Indien ueen van bovenstaande vragen met ja heeft beantwoord, geef een toelichting op deze activiteiten:
• zie bijlage
Naar waarheid mgevuld:
Naam: /__ j>;'("l<&• Handtekening:
s
Datum:
ID- U^o
Bij voorzieningen moet udenkenaan bijvoorbeeldvetafscheiders;slibvangputten;olieafscheiders: bezinkpuften;
installatiesvoorhetzuiveren van bedrijfsafvalwater vanhuisrioudelijk aard (Individuele behandelmgvanafvalwater (IBA'S)
10
/ i
!
/
:
/ /
/ ' " ~" / /
;
! ;
•
/ / / /
i
I
\\ \ \
I !i 1!
?X
Situaiie Schaal
{ : BESTAAN'D | : 1:1000
Bestaandesituatie.
1 Kad. g e m . ~ T B O O R X B E R G U M sectit; :G " Mummer ; . 9 9
/ ,
Sitiutic Schaal Kid. gciTi. SCCilC Nmnr.isr
:N1F.UW : 1:1000
BOORNBERCl'M G '19
N'ieuwesituatie.
2 8 DEC. tm 0 1 1 3 3
% F BOUWADV! ES V.'iCiiis-ie \0 9385LB Buiianposi TeI.'fw:05II-5«5W »-*-»v.ho\ingbouwtuivies.R1 ir.foyhovingbouwadMts.nl
QPDSACKTSSVSfc •MT3LiGff,*r ^333:3315v?Ga\'<» PROJECTMSES:
Te>a-^jn;!S-.r;* 0*»!K
i:»a 17.:-,-ri0
Bijlage 6 Plattegrondtekening gewenste
VantErve 14
AdoiesMet ec* v®ei
situatie
provinsje fryslan provincie fryslan ^