Het zorgprofiel van CNS De Wegwijzer Datum: September 2010 Aantal leerlingen: 132 leerlingen Aantal groepen: 7 groepen Aantal leerkrachten: 12 leerkrachten
1. Korte toelichting bij het profiel In dit zorgprofiel vindt u informatie over de mogelijkheden, grenzen en ambities van onze school in het bieden van onderwijs aan kinderen met specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoeftes. In dit profiel beschrijft onze school per probleemcategorie wat de grenzen en mogelijkheden zijn, wat in het algemeen onze afwegingen zullen zijn en welke randvoorwaarden voor ons belangrijk zijn.
2. Procesbeschrijving In november 2009 vond er een studiedag plaats waar directie en IB-er met elkaar gesproken hebben over de huidige zorgstructuur op school, klassenmanagement en verbeterpunten. Om de mogelijkheden en grenzen van de school en het team in kaart te brengen hebben de leerkrachten in januari 2010 een aantal casussen voorgelegd gekregen die zij konden beoordelen. Daarmee werd het volgende duidelijk: Wat kunnen wij al Waar hebben wij hulp bij nodig Waar ligt onze grens Met behulp van een PowerPointpresentatie zijn deze factoren zichtbaar gemaakt en besproken. In augustus 2010 hebben de IB-ers en de directeur het vervolgtraject besproken: Het zorgprofiel wordt geschreven door IB en directie De grensscores worden geanalyseerd per categorie Op 20 september worden in een teamvergadering de mogelijkheden en grenzen concreet omschreven door de leerkrachten Deze mogelijkheden en grenzen worden per onderdeel beschreven in dit zorgprofiel door de IB-ers In de teamvergadering worden ambities besproken Onze ambities ten aanzien van zorg worden door de directeur uitgewerkt en in het nieuwe schoolplan ingepland over een traject van 4 jaar.
1
3. Visie Visie op onderwijs en zorg Ieder kind moet in het leven zijn eigen weg vinden. Wij als school mogen daarin de kinderen allerlei kennis en vaardigheden aanreiken om zo de weg te mogen helpen wijzen naar die toekomst. Onze kernwaarde ten aanzien van zorg Ontwikkelen naar eigen mogelijkheden Toelichting: door vanuit het klassikale systeem differentiatie toe te passen, geven wij ieder kind de kans en de uitdaging om zich naar zijn of haar eigen mogelijkheden te ontwikkelen Onze streefbeelden ten aanzien van zorg Op onze school wordt gewerkt vanuit het leerstof-jaarklassensysteem, waarbij voor ieder kind gekeken wordt of differentiatie nodig is Op onze school bestaat een goede zorgstructuur, waarbij zowel aandacht is voor minder begaafde kinderen, de gemiddelde leerling, als voor meer begaafde kinderen Op onze school maken we gebruik van samenwerkend leren Op onze school zijn de kinderen zelfstandig en kunnen ze eigen verantwoordelijkheid dragen Onze motivatie ten aanzien van zorg De leerlingen staan op De Wegwijzer centraal. Wij willen dat de kinderen elke dag met plezier naar school gaan. Een veilige omgeving vinden wij een voorwaarde van waaruit kinderen zich kunnen ontwikkelen, een ieder op zijn eigen niveau. Onze school besteedt veel aandacht aan de leerlingenzorg want we vinden het essentieel dat al onze kinderen zich zoveel mogelijk in hun eigen tempo kunnen ontwikkelen. Daartoe is het noodzakelijk dat zij systematisch worden gevolgd, geobserveerd en getoetst om te zien of de tussentijdse leerdoelen worden behaald. Om uitval te voorkomen hanteren wij een zorgsysteem dat wordt gecoördineerd door de interne begeleiders. Om kinderen zich competent te laten voelen en hen tot leren te laten komen willen we zoveel mogelijk aansluiten bij het niveau van de leerling. Erg belangrijk vinden wij het dat ouders vanaf het begin op de hoogte zijn en betrokken worden bij de extra zorg voor hun kind.
2
4. Schoolorganisatie Huidige situatie Wij hebben een goed opgezet zorgsysteem. Ieder schooljaar wordt er volgens een vast toetsrooster gewerkt, waarbij we op alle belangrijke onderdelen de niet-methode gebonden toetsen van het Cito gebruiken. De Citoscores zijn indicatief: ook aan andere aspecten van het kind besteden we aandacht. We gebruiken naast de Citotoetsen de methodegebonden toetsen van Pluspunt, Taal op Maat en andere methodes. In de kleuterklassen worden zelf ontwikkelde observatielijsten gebruikt om de ontwikkeling te volgen. De sociaal-emotionele ontwikkeling observeren we met het observatiesysteem ‘Zien’. De zorg richt zich op het verbeteren van de leer- en sociale prestaties. Vooral lezen, rekenen en spellen krijgen veel aandacht. Kinderen met een risicoscore (meestal D en E, maar ook afhankelijk van de eigen ontwikkeling van het kind) krijgen een handelingsplan; ze worden zoveel mogelijk in de klas door de eigen leerkracht begeleid. Hierbij is sprake van differentiatie: instructie, tempo en verwerking worden aangepast aan wat het kind nodig heeft. Soms worden kinderen begeleid door de RT-er. Deze begeleiding is er in ieder geval voor de rugzakkinderen. Daarnaast worden kinderen buiten de klas door de RT-er begeleid, wanneer dit noodzakelijk geacht wordt (gezien de problematiek en manier van leren van het kind) en organisatorisch mogelijk is. De RT-er wordt indien mogelijk ingezet wanneer hulp in de groep niet toereikend is. De leerkracht stelt, eventueel samen met de intern begeleider, een individueel- of groepshandelingsplan op. Wij hebben deels vastgestelde scores voor het hanteren van een handelingsplan. Een kind moet vooral met zijn eigen ontwikkeling vergeleken worden en daarbij moet dan gekeken worden of er sprake is van uitval en noodzaak is voor extra hulp. Ons handelingsplan wordt gemaakt op de HGW manier. We gaan uit van de onderwijsbehoefte van een leerling. De protectieve en belemmerende factoren worden hierin meegenomen. Waar mogelijk worden kinderen met dezelfde onderwijsbehoefte geclusterd. Naast de toetsen is er een jaarlijks schema opgesteld voor het houden van toetsbesprekingen en leerlingbesprekingen. De intern begeleiders overleggen iedere vier weken met de directeur. Ook nemen de intern begeleiders deel aan het MeerPartijenOverleg, waarbij kinderen ingebracht worden die door verschillende hulpverleningsinstanties worden besproken. Wanneer dit nodig is, laten wij kinderen verder onderzoeken door een schoolbegeleider van de MHR. Verder onderhouden wij contacten met alle mogelijke hulpverleners waarmee kinderen van onze school te maken krijgen (o.a. fysiotherapeuten, psychologen, Jeugdzorgmedewerkers). Wij onderhouden contacten met het Samenwerkingsverband (SWV), met een preventief ambulant begeleider en het directieoverleg met andere scholen binnen het SWV. Ook zijn er drie à vier keer per jaar netwerkbijeenkomsten voor intern begeleiders. Voor de opvang van rugzakleerlingen verwijzen we naar ons aannamebeleid t.b.v. deze leerlingen. Voor ons overgangsbeleid en het werken met een aparte leerroute verwijzen wij naar de betreffende protocollen die wij zelf ontwikkeld hebben.
Het beleid t.a.v. begaafde leerlingen zal volgend schooljaar verder ontwikkeld worden. Er is een protocol gemaakt voor het vak rekenen. Dit zal worden uitgebreid naar andere
3
kennisgebieden. Afspraken 1. De leraren kennen de leerlingen 2. De leraren signaleren vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben 3. Ouders worden betrokken bij de (extra) zorg voor hun kind 4. Externe partners worden –indien noodzakelijk- betrokken bij de zorg voor leerlingen 5. De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen 6. Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard en de zorg voor zorgleerlingen 7. De school voert de zorg planmatig uit 8. De school gaat de effecten van de zorg na De intern begeleider coördineert de zorg en begeleiding. Om de zorg te kunnen realiseren binnen de groepen wordt het lesgeven als volgt georganiseerd: Schoolconcept a. Vanaf groep 3 t/m 8 wordt er gewerkt vanuit een leerstofjaarklassensysteem b. In de groepen 1 en 2 wordt OGO-gericht gewerkt. De kinderen krijgen opdrachten in de volgende hoeken: taalleesland, rekeneiland, knuts-en-frutsplek, theaterhoek, bouwplaats, themahoek. Organisatie op groepsniveau a. Gelaagde instructie: begaafden/intellectuelen gaan direct aan het werk, dan uitleg aan de totale groep, verlengde instructie aan de instructietafel, hieruit zonodig een instructiegroep verder begeleiden. b. Klassenmanagement: rondes lopen, inzet stoplicht, zelfstandige verwerking, vervolgopdrachten, coöperatieve werkvormen (vanaf groep 1 naar groep 8 per leerjaar een werkvorm erbij; verplicht om de week in alle groepen, hiernaast op eigen initiatief), uitgestelde aandacht; zelfstandige actieve rol leerling. c. Interactie: actieve rol en inbreng van de leerling, oplossingsstrategieën laten verwoorden. Bij zwakke leerlingen meer sturen en aanbieden van een vaste strategie.
4
5.
Algemene randvoorwaarden
Op onze school gelden een aantal randvoorwaarden om leerlingen te kunnen ontvangen en onderwijs te bieden: De leerlingen: - Een leerling is zindelijk - De veiligheid van leerlingen en leerkrachten is gewaarborgd en algemene gedragsregels worden gevolgd - De achterstand van een leerling is 2 jaar of minder - Er is geen sprake van grenzen en beperkingen als in hoofdstuk 6 beschreven - Een leerling is motorisch in staat om te (leren) schrijven De school en omgeving: - Alle leerkrachten zijn in staat hulp- en handelingsplannen te maken en uit te voeren - Alle leerkrachten zijn in staat tot goede overzichtelijke dossier vorming - Alle leerkrachten beheersen voldoende communicatievaardigheden om gesprekken met collega’s, ouders en leerlingen te voeren - Er kan gebruik worden gemaakt van expertise van derden als in hoofdstuk 4 omschreven Ouders/verzorgers: - Er is contact tussen school en ouders. Ouders zijn betrokken bij de ontwikkeling van hun kind - Ouders stemmen in met externe hulp wanneer school dit noodzakelijk acht
5
6. Grenzen en beperkingen a. Kinderen met leer- en ontwikkelingsproblemen Leerlingen met een leerachterstand of intellectueel probleem zullen we in veel gevallen een aanpak kunnen bieden, al dan niet met behulp van ondersteuning. In een aantal gevallen, als problemen ernstig of meervoudig zijn, zullen we hiervoor geen mogelijkheden zien. Leerlingen waarbij de achterstand oploopt tot meer dan 2 jaar kunnen wij onvoldoende begeleiden. Bij leerlingen met algemene taal/leesproblemen denken we in vrijwel alle gevallen een passende aanpak te kunnen ontwikkelen. Leerlingen waarbij een taal/spraakstoornis wordt gediagnosticeerd kunnen wij op onze school onvoldoende bieden. In dat geval verwijzen wij naar een cluster 2 school. Leerlingen waarbij een vermoeden van dyslexie is of wanneer dit is vastgesteld kunnen wij voldoende ondersteunen mits ouders bereid zijn om thuis de leerlingen te ondersteunen bij huiswerk en lezen. Bij leerlingen met algemene rekenproblemen denken we in vrijwel alle gevallen een passende aanpak te kunnen ontwikkelen. Op het moment dat de eigen leerlijn of de achterstand negatieve consequenties heeft voor het welbevinden en het zelfvertrouwen van de leerling, kiezen wij ervoor om, in overleg met externen en ouders, een beter passende school voor de leerling te zoeken.
b. 2. Kinderen met fysieke en medische problemen Voor kinderen die slecht kunnen zien of horen, zouden we, bijvoorbeeld met technische hulpmiddelen, in veel gevallen een passende aanpak kunnen ontwikkelen. In enkele gevallen, wanneer leerlingen nauwelijks of niet kunnen zien of horen, zien we daarvoor geen mogelijkheden. Leerlingen met spraakproblemen kunnen in vrijwel alle gevallen rekenen op een passende aanpak. Voor leerlingen met motorische beperkingen, zoals (ernstige) spasmen of rolstoelgebruikers, zijn de mogelijkheden voor een passende aanpak binnen ons team beperkt. Afhankelijk van de leerling zullen we in sommige gevallen een aanpak hebben of kunnen ontwikkelen, maar in andere gevallen zal dat niet gaan. Wanneer een leerling niet kan schrijven of typen zien wij geen mogelijkheden. De toilet beneden is geschikt voor leerlingen met een rolstoel. We zijn niet in het bezit van een douche of verschoningstafel. We verwachten van leerlingen die op school komen dat ze zindelijk zijn. Leerlingen die een levensbedreigende aandoening hebben als ernstige suikerziekte of een ernstige vorm van epilepsie kunnen wij op school niet begeleiden. Wij missen medische expertise om goed te handelen in geval van een aanval.
Voor leerlingen met andere kenmerken, zoals het syndroom van Down, zullen we per individueel geval moeten beoordelen wat mogelijk is.
6
De mogelijkheden die we zien, zijn mede afhankelijk van de leeftijd en de ontwikkeling van het kind. Met ouders zullen we overleggen over hoe en hoe vaak we de gang van zaken zullen evalueren.
c. 3. Kinderen met sociaal-emotionele problemen Sociaal-emotionele problemen kunnen betrekking hebben op (faal)angst, teruggetrokkenheid, zelfvertrouwen, weerbaarheid, positie in de groep en contactname. Bij leerlingen met deze problemen zullen we in de meeste gevallen een aanpak hebben of kunnen ontwikkelen met ondersteuning. In een aantal gevallen, als de problemen ernstig zijn, zal dat niet gaan. Dat geldt vooral voor leerlingen met een problematisch zelfvertrouwen en met een problematische contactname. Autistische kinderen kunnen wij op school niet begeleiden en onderwijs bieden. Met deze stoornis bedoelen we de klassieke vorm van autisme. (hieronder vallen niet de aan autisme verwante stoornissen als PDD-NOS en Asperger)
Kinderen die door emotionele problemen agressief gedrag gaan vertonen vallen onder de categorie ‘gedragsproblemen’.
d. Kinderen met gedragsproblemen Gedragsproblemen kunnen betrekking hebben op overactief, impulsief, naar binnen gericht, naar buiten gericht, bizar en storend gedrag. In veel van deze gevallen zullen we een aanpak hebben of kunnen ontwikkelen. Maar in een aantal gevallen, als de problematiek ernstig is, zal dat niet gaan. Dat geldt vooral voor leerlingen met naar buiten gericht en bizar gedrag. Voor leerlingen die een ernstige vorm van gedragsproblematiek hebben en daarbij agressief gedrag vertonen hebben wij geen passende aanpak en onvoldoende expertise. Leerlingen die agressief gedrag vertonen willen we in eerste instantie op school begeleiden mits ouders bereid zijn tot externe intensieve hulp. Waneer het gedrag blijft of ouders niet meewerken kunnen wij de veiligheid voor het kind en anderen niet garanderen. Wij zullen dan overgaan tot verwijzing, schorsing of verwijdering. Leerlingen met een hoge mate van impulsiviteit, hyperactiviteit of een stoornis in het autistisch spectrum kunnen wij op school begeleiden, zolang dit niet ten koste gaat van de ontwikkeling en aandacht van de andere leerlingen. Een leerling gebonden financiering en/of extra ondersteuning van een RT-er is hierbij noodzakelijk.
e. Kinderen met werkhoudingproblemen Voor de meeste leerlingen met werkhoudingproblemen hebben we een passende aanpak paraat. Werkhoudingproblemen kunnen gaan over concentratie, motivatie, taakgerichtheid, zelfstandigheid en tempo. In enkele gevallen lopen we tegen onze grenzen aan. Dat geldt nog het vaakst voor leerlingen die teveel zijn afgeleid en niet komen tot het zelfstandig maken van een opdracht. Kinderen die voortdurend in een 1 op 1 situatie begeleid moeten worden om
7
tot werken te komen kunnen wij niet begeleiden. Ditzelfde geldt voor leerlingen met een uitzonderlijk laag of hoog tempo.
f.
Kinderen in een problematische thuissituatie
Het kan voorkomen dat we op school niet meer kunnen of willen werken met een kind dat een moeilijke thuissituatie heeft. In situaties waarbij we tegen onze grens aanlopen kan het gaan om onderstimulering, pedagogische verwaarlozing of overbescherming. Waneer ouders geen interesse tonen in het kind en geen contact met school onderhouden kunnen wij een leerling die extra zorg nodig heeft op één van de ontwikkelgebieden niet kunnen begeleiden. We zullen wel in veel gevallen behoefte hebben aan ondersteuning, vooral van organisaties die toegerust zijn om hulp te verlenen in thuissituaties.
8
7. Ambities van de school De school heeft de volgende ambities: I. Afgeleide leerlijnen van taal en rekenen in kaart brengen voor leerlingen van wie de prognose is dat ze niveau eind groep 6 of niveau eind groep 7 behalen. Deze leerlijnen in de bestaande methode terug zoeken zodat daarmee een eigen leerlijn kan worden gemaakt. II. Een doorgaande lijn in de handelingsplannen voor leerlingen die extra zorg behoeven. III. De IB-ers onderzoeken de criteria van clusterscholen (m.n. cluster 2 en 4) om het moment te kunnen constateren waarop wij niet meer kunnen begeleiden. IV. Meer kennis van ASS, ADHD en Dyslexie om in een eerder stadium te signaleren en onderzoek en begeleiding op te kunnen starten. V. Een goede signalering, diagnosticering in de onderbouw zodat uiterlijk in groep 4 de problematiek grotendeels duidelijk is. Er kan dan een inschatting worden gemaakt of wij dit kind in de midden- en bovenbouw voldoende kunnen bieden. VI. Het zorgprofiel onder de aandacht brengen van ouders en een vaste procedure ontwerpen en vaststellen over hoe wij omgaan met ouders die ons niet steunen.
9
8. Plan van aanpak Ambitie I.
II.
III.
IV.
V.
VI.
Hoe Met behulp van de leerlijnen en materialen van het SLO Analyse van toetsen Groepsplannen Dossiervorming Continuïteit van opstellen, uitvoeren en evalueren Gebruik van Parnassys en ‘Zien’ HGW studiedag Ondersteuning van Henk v.d. Woude Door verdieping in clusters en criteria die zijn omschreven in probleemomschrijvingen Door teamscholing in de vorm van studiedagen of cursussen of specialisme enkele collega’s (nog nader te onderzoeken). Besluit hierover eind 2010-2011 Dit is een proces. Naarmate de kennis toeneemt kunnen we beter signaleren. Dit onderdeel gaat gelijk op met de scholing genoemd onder IV. Communicatie naar en met ouders in samenwerking met de MR voorbereiden en een vast onderdeel toevoegen aan het zorgprofiel hoe we met ouders en dit profiel omgaan
wie Werkgroep IB-er, bouwcoördinator, Midden- en bovenbouw leerkracht
alle teamleden
wanneer Schooljaar 2011-2012 rekenen Schooljaar 2012-2013 Taal
Start 2010-2011
Ib-ers
Schooljaar 2010-2011
Team Vorm hangt af van keuze van specialiseren
Keuze van vorm: april 2011. Schooljaar 2011-2012 Schooljaar 2012-2013
team
Schooljaar 2011-2012 Schooljaar 2012-2013
Team en ouders van de MR
Schooljaar 2011 -2012
Deze onderwerpen zullen worden opgenomen in het schoolplan 2011-2015. Het analyseren van toetsen en het werken met Parnassys en Zien is opgenomen in het schoolontwikkelplan 2010-2011. Een meer gedetailleerde invulling en aanpak wordt per schooljaar voorbreid en uitgewerkt in het jaarlijkse schoolontwikkelplan.
10