Het verwijderen van een nier Nefrectomie
Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen.
De nier Wat is een nefrectomie? De verschillende operatietechnieken De opname Het herstel Adviezen voor thuis Leefregels Aandachtspunten Tot slot Verklarende woordenlijst Patiëntenverenigingen Belangrijke telefoonnummers
1 2 2 2 3 4 4 5 6 5 6 6
Binnenkort wordt u in het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis op locatie St. Elisabeth opgenomen voor een nefrectomie: een nierverwijdering. Door middel van deze brochure krijgt u de informatie die nodig is om uzelf goed voor te kunnen bereiden op deze operatie. De brochure begint met uitleg over de nier. Vervolgens wordt besproken hoe de dagen er in het ziekenhuis voor u uit gaan zien en wat voor verpleegkundige zorg u kunt verwachten. Er worden adviezen gegeven voor thuis en er wordt besproken welke gevolgen de operatie met zich mee kan brengen. De brochure bevat tenslotte nog belangrijke telefoonnummers en adressen van patiëntenverenigingen voor meer informatie.
De nier De nieren zijn boonvormige organen die achter in de buikholte liggen. Met een uitgebreid filtersysteem verwijderen de nieren afvalstoffen en vocht uit het bloed. Deze afvalstoffen en dit vocht vormen samen de urine.
Wat is een nefrectomie? Een nefrectomie is een ingreep waarbij de nier wordt verwijderd. Er zijn verschillende oorzaken die kunnen leiden tot een verwijdering van de nier. Afhankelijk van de oorzaak wordt de ingreep op verschillende manieren uitgevoerd. Een nier kan om verschillende oorzaken verwijderd worden. Dit kan bijvoorbeeld vanwege: een slecht ontwikkelde nier; cysten in de nier; een ernstig niertrauma; een nierabces; chronische pyelonefritis (ontsteking van de nier en het nierbekken); niertumoren (bijvoorbeeld een Grawitz tumor); nierstenen. Indien er een niertumor wordt verwijderd, wordt de gehele nier, het omliggende vetweefsel, inclusief het omgevende vlies, de bijnier en een stuk van de urineleider verwijderd. Soms worden de omliggende lymfeklieren ook verwijderd.
De verschillende operatietechnieken Laparoscopische nefrectomie Een laparoscopische nefrectomie wordt uitgevoerd via kleine sneetjes van ongeveer 1cm in de buikwand. Door één van deze sneetjes wordt een laparoscoop in de buik gebracht: dit is een lange dunne buis waar men doorheen kan kijken. Dit beeld wordt weergegeven op een televisie scherm. Zo heeft men prima zicht. Door middel van apparatuur, ingebracht via de andere sneetjes, kan de nier worden verwijderd. Indien de laparoscopische operatie niet lukt, wordt overgegaan op een lumbale of abdominale operatie. Lumbale nefrectomie Bij een lumbale nefrectomie wordt via een incisie aan de zijkant van de buik de nier verwijderd. Abdominale nefrectomie Via de buik wordt er een snede gemaakt en zo wordt de nier verwijderd.
De opname Als u op de dag van de opname op de verpleegafdeling komt, houdt een verpleegkundige een opnamegesprek met u en eventueel uw partner. In dit gesprek wordt het volgende met u besproken: de reden van de opname, het verwachte verloop van de opname, hoe de operatiedag en de dagen erna eruit zien. Er zal ook uitleg worden geven over de manier van pijnbestrijding na de operatie. Ten slotte krijgt u informatie over de gang van zaken op de afdeling en wat u de operatiedag allemaal te wachten staat. Als u medicatie gebruikt, moet u deze in de originele doosjes mee nemen. Er wordt gevraagd naar uw lengte en uw gewicht. (terug naar de inhoudsopgave)
Nuchter zijn voor de operatie of ingreep Voor de operatie of ingreep moet u vanaf een bepaalde tijd nuchter zijn. De richtlijnen hiervoor vindt u in de brochure ‘Een ingreep onder anesthesie’. Deze hebt u gekregen bij uw polikliniekbezoek of bij het pre-operatief spreekuur. U dient zich te houden aan deze richtlijnen. De operatiedag Een half uur voordat u geopereerd wordt krijgt u, als dit is voorgeschreven, een tabletje om rustig te worden. Tevens krijgt u een injectie in het bovenbeen. Het doel van deze injectie is om de speekselproductie te verminderen. Dit veroorzaakt een droge mond. Ook krijgt u een paracetamol zetpil voor het opvangen van de eerste pijn. Eventuele sieraden, prothesen (kunstgebit) en contactlenzen moet u uitdoen. Het patiëntenvervoer of een verpleegkundige brengt u naar de voorbereidingskamer. Hier krijgt u een infuus en wordt u, door middel van een narcose, in slaap gebracht. Op de operatiekamers wordt het wondgebied als dit nodig is, geschoren. De operatie duurt ongeveer drie uur. U wordt na de operatie wakker op de uitslaapkamer (verkoeverkamer). Indien op de uitslaapkamer uw bloeddruk, pols, bewustzijn, pijn en misselijkheid onder controle zijn, mag u na overleg met de anesthesioloog terug naar de afdeling. Een verpleegkundige van de afdeling komt u halen. U hebt een infuus in uw arm. Hierdoor wordt vocht toegediend, omdat u op dit moment nog niet zelf mag drinken. Ook hebt u een blaaskatheter gekregen. Dit is een slangetje in de blaas waardoor de urine vanzelf in het opvangzakje terechtkomt. Meestal hebt u een klein slangetje in de buikwand bij de wond om het wondvocht af te voeren. Dit heet een redondrain. De drain blijft ongeveer twee dagen zitten. U krijgt eventueel een maagsonde. De verpleegkundige komt gedurende enkele uren de controles doen. Dit houdt in het controleren van de wond, de bloeddruk, de pols, de urineproductie en het observeren van uw kleur, bewustzijn en uw ademhaling. U hebt pijn en voelt u slap. Als u pijnklachten hebt of misselijk bent, moet u dit tijdig aangeven. Hier is speciale medicatie voor. U wordt eventueel aangesloten op een PCA-systeem. Dit systeem bestaat uit een infuuspomp met een reservoirzakje, met daarin een oplossing van een sterke pijnstiller (morfineachtig medicijn). U slaapt verder veel. Deze dag kunt u ook niet veel bezoek ontvangen. Vaak alleen een eventuele partner of kinderen. U krijgt vandaag niets te eten, maar naar behoefte mag u wel een slokje water drinken.
Het herstel
(terug naar de inhoudsopgave)
Dag 1 na de operatie De verpleegkundige helpt u bij de verzorging. Er wordt bloed afgenomen om het bloedgehalte te controleren. De arts luistert naar uw darmen. Als uw darmen weer beginnen te werken, mag u starten met een aangepast dieet. Na de verzorging mag u vijf minuten uit bed. Ook komt vandaag de fysiotherapeut langs om met u ademhalingsoefeningen te doen. Als pijnstilling krijgt u standaard vier maal daags 1 gram paracetamol. Het is verstandig om deze in te nemen, omdat de pijn zo wordt onderdrukt. De slang in de blaas (katheter) wordt verwijderd. Dag 2 U mag uzelf verzorgen op bed. Indien nodig helpt de verpleegkundige hierbij. U mag vandaag weer wat meer uit bed als dit lukt, maar u moet het rustig opbouwen. U moet nog voldoende rust nemen. Dit is belangrijk voor het genezingsproces. Vandaag mag u, indien de darmwerking weer op gang is, eten naar behoefte. De verpleegkundige controleert en verzorgt de wond. Indien er weinig wondvocht productie is, mag waarschijnlijk de redondrain eruit. Dit beslist de arts. Het infuus mag eruit als het drinken goed gaat en u geen koorts hebt.
Ook de fysiotherapeut komt nog een keer langs om de ademhaling te oefenen. Gaat dit goed, dan komt de fysiotherapeut verder niet meer. Na overleg met de arts wordt de pijnbestrijding met het PCA-systeem stop gezet. Dag 3 U mag zichzelf verzorgen in de badkamer. Indien nodig helpt de verpleegkundige u hierbij. De verpleegkundige controleert de wond. Als u zich goed voelt mag u, als dit lukt, wat meer uit bed. Dag 4 Indien mogelijk mag u vandaag onder de douche. Op de wond wordt verder geen verband meer gedaan. Indien u nog geen ontlasting hebt gehad, krijgt u een laxeermiddel. Neem verder voldoende rust. Dag 5 t/m dag 7 U verzorgt zichzelf in de badkamer. U mag, als u dit kunt, wat meer uit bed. Als alles goed gaat, mag u één dezer dagen naar huis. De arts vertelt u wat u wel en niet mag doen thuis (zie adviezen voor thuis). Op de tiende dag na de operatie worden de hechtingen verwijderd door uw huisarts. Ook komt u twee weken na de operatie terug op de polikliniek Urologie, de arts geeft dan de uitslag van het opgestuurde weefsel. Indien u een laparoscopische operatie hebt ondergaan, zal het verloop na de operatie sneller verlopen. De mogelijkheid bestaat dat u last krijgt van uw schouders door het gebruikte gas. Wilt u meer weten over de operatie zelf, dan kunt u contact opnemen met uw behandelend arts. Daarnaast kunt u ook informatie opvragen bij de patiëntenverenigingen welke vermeld staan aan het einde van deze brochure.
Adviezen voor thuis Vermoeidheid In het ziekenhuis hebt u misschien het gevoel dat u tot heel wat in staat bent, maar eenmaal thuis valt dat vaak tegen. Het betreft immers een grote operatie. U bent sneller moe en kunt minder dan u denkt. Deze vermoeidheid kan verschillende oorzaken hebben, zoals het gevolg van de narcose, bloedverlies of de wond. Het beste kunt u toegeven aan deze moeheid en de rust nemen waar uw lichaam om vraagt. Een operatie vereist immers veel energie. Te hard van stapel lopen, heeft vaak een averechts effect. Uw lichaam geeft aan wat u wel en niet aankunt en het is belangrijk dat u daar naar luistert. Begin met regelmatig een stukje lopen en voer de afstand indien mogelijk iedere dag een beetje op. Probeer op deze manier stapje voor stapje weer wat energie op te bouwen. Doe dus nog geen inspannende sportactiviteiten. Zorg dat u op tijd rust neemt. Sta ’s morgens later op en probeer ’s middags een uurtje te rusten. Ook is het verstandig om ’s avonds weer vroeg naar bed te gaan. De eerste zes weken is het raadzaam om nog geen auto te rijden in verband met de vermoeidheid. Dit kan uw alertheid in het verkeer nadelig beïnvloeden.
Leefregels Het is verstandig de eerste 6 weken zoveel mogelijk rust houden. De wond heeft tijd nodig om te helen. (terug naar de inhoudsopgave)
Gedurende 6 weken: mag u geen inspannende sportactiviteiten (zoals balsporten, paardrijden, fitness, atletiek e.d.) beoefenen; mag u geen bad of sauna nemen, wel een douche; moet u zorgen voor goede hygiëne; de wond schoon spoelen onder de douche met een zachte straal; moet u de wond aan de lucht laten drogen; mag u geen zwaar huishoudelijk werk; zoals stofzuigen, ramen zemen etc. verrichten of zwaarder tillen dan ongeveer 6 kilo (bijvoorbeeld boodschappentassen); mag u geen druk op en rond het wondgebied zetten; moet u als u last van overgewicht hebt, erop letten dat de wond niet gaat smetten. Dit kunt u voorkomen door een droog gaasje op de wond, tussen de buikplooi, in te leggen; kunt u (lichte) activiteiten geleidelijk hervatten; mag u trappen lopen. Luister naar uw lichaam en neem op tijd rust. Moeheid is een normale klacht na de operatie. Geadviseerd wordt de eerste 6 weken niet te fietsen en geen auto te besturen. Fietsen is een redelijk zware inspanning en bij het besturen van een auto moet u in staat zijn een noodstop te maken. Dit gaat gepaard met zware druk op de buik. U mag wel in een auto zitten, die door iemand anders bestuurd wordt.
Aandachtspunten Bij stekende pijn, koorts (boven 38,5ºC) of als de wond rood en warm aanvoelt moet u contact opnemen met polikliniek Urologie. Laat u ophalen met een rolstoel (de afstand van de verpleegafdeling naar de uitgang is groot). De hechtingen moet ongeveer 10 dagen na de operatie verwijderd worden. U kunt hiervoor terecht bij uw huisarts of de polikliniek urologie. 2 weken na de operatie volgt een afspraak op de polikliniek met uw behandelend uroloog. De arts vertelt dan de uitslag van het opgestuurde weefsel. Deze afspraak wordt voor u gemaakt.
Als u nog vragen hebt kunt u altijd contact opnemen met de polikliniek tijdens kantooruren, telefoonnummer (013) 539 80 24 en buiten kantooruren met de huisartsenpost.
Verklarende woordenlijst Abdominaal Blaaskatheter Laparoscopie Laxeren Lumbaal Nuchter Nefrectomie Trombose
De buik betreffende. Een slangetje dat door de plasbuis naar de blaas gaat. Via dit slangetje wordt er urine afgevoerd naar een opvangzakje. In de buik (laparo) kijken (scopie). Het leegmaken van de darmen. Tot de lende behorende. Dit houdt in: niet eten, drinken of roken. Het verwijderen van de nier in zijn geheel via een snede in de lende. Het vormen van bloedpropjes die een bloedvat afsluiten. (terug naar de inhoudsopgave)
Patiëntenverenigingen Vereniging Waterloop Voor mensen met blaas- of nierkanker Postbus 8152 3503 RD Utrecht Nierstichting Nederland postbus 2020 1400 DA, Bussum (035) 697 80 00 www.nierstichting.nl Nierpatiënten vereniging Nederland Postbus 284 1400 AG, Bussum (035) 691 21 28 www.nvn.nl
Tot slot Als u na het lezen van deze brochure nog vragen hebt, kunt u deze stellen aan uw behandelend arts of aan de afdelingsarts. Ook kunt u contact opnemen met een patiëntenvereniging.
Belangrijke telefoonnummers Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis Locatie St. Elisabeth (algemeen):
(013) 539 13 13
Etage C, kamer 1 t/m 16 (C1):
(013) 539 23 11
Route 18 Polikliniek Urologie:
(013) 539 80 24
Secretariaat Urologie:
(013) 539 29 26
Locatie TweeSteden Tilburg:
(013) 465 56 55
Locatie Waalwijk:
(0416) 68 22 22
(terug naar de inhoudsopgave) Urologie 1.455 10-15 Copyright© Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis Afdeling communicatie Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend.