Het onderscheid tussen 'zielse' en 'geestelijke' christenen en de anti-ziel leer door dr. A. Dirkzwager
Probleemstelling Dit artikel behandelt een visie die via boeken, brochures en verkondiging in een groot aantal evangelische gemeentes populair gehouden wordt. Het betreft niet zomaar een “andere” opinie over een minder belangrijk punt van de leer. De anti-ziel-leer grijpt diep in het gemeenteleven in. Zij veroorzaakt in de gemeente vaak hevige spanningen. Zij zorgt bovendien voor een onnodige depressie bij leden die haar te horen krijgen. Zij geeft tenslotte een scheve kijk op de uitoefening van verscheidene gaven. Genoeg om serieus deze zaak te onderzoeken. Wat houdt de anti-ziel-leer in? De leer die we hier bespreken, komt op veel plaatsen naar voren. Ik noem slechts twee zeer bekende boeken: Jessie Penn-Lewis, Ziel en geest, Amsterdam 1979 Hal Lindsey, De bevrijding van de planeet aarde, Laren z.j. Verder schijnt ook Watchman Nee de visie te propageren. Wat houdt deze leer in? De mens bestaat uit drie delen: lichaam, ziel en geest. Het lichaam heeft te doen met de vijf zintuigen. Het is ons omhulsel, onze tent. Het is vleselijk, dus slecht. De ziel is de drijfkracht van het leven. Zij is sterk verbonden met het lichaam, met het dierlijke in de mens. De ziel bestaat uit verstand, wil en emoties. Zij is de persoonlijkheid van de mens, het ik. De geest is hoger, de levensadem. Maar de geest is dood door de zondeval. Zeker de voornaamste functie, die van contact met de geestelijke wereld, is uitgevallen. 'Wanneer een mens tot bekering komt, komt de geest door de Heilige Geest tot wedergeboorte. De Heilige Geest werkt ook verder via de geest. Vóór de wedergeboorte beheerste de ziel het leven, nu moet de geest het bestuur overnemen. Dit betekent, dat de ziel haar leiding moet afstaan. Verstand, wil en emoties moeten onder de leiding van de geest geplaatst worden, En op haar beurt moet de ziel als tusseninstantie het lichaam met zijn vleselijke neigingen bedwingen. Binnen deze leer past een sterke aandacht voor de tegenstelling tussen geestelijke christenen enerzijds en zielse of vleselijke christenen anderzijds. Zelfs wanneer men de Heilige Geest heeft, is men nog geen geestelijk christen, Favoriet is in dit verband het gebruik van het begin van 1 Corinthiërs. Wat men binnen deze leer als kenmerken ziet van de vleselijke christen wordt later besproken. Algemene bemerkingen Dat de mens bestaat uit geest, ziel en lichaam, zal niet bestreden worden. 1Tessalonicenzen 5: 23 zegt:
Moge de God van de vrede zelf jullie totaal heiligen en heel jullie geest, ziel en lichaam mogen onberispelijk bewaard worden bij de verschijnen van onze Heer Jezus Christus. Dat de zondeval de drie delen van de mens heeft getroffen, vormt ook geen probleem. Dat de Heilige Geest ons leven totaal moet vernieuwen, is niet omstreden. Dat tegen die vernieuwing door de Heilige Geest tegenstand komt uit onze slechte neigingen, is bijbels. Wat is dan wel funest in deze leer? De omschrijving van de ziel, die voor slecht doorgaat, met verstand, wil, gevoelens en het ik. Het gevolg is, dat verstand, wil, gevoelens en het ik automatisch als slecht gezien worden. De consequentie hiervan is weer, dat vaak geleerd wordt of gesuggereerd wordt, dat alles wat ik wil, automatisch niet is wat God wil. Ik moet dus voortdurend kiezen voor wat ik niet wil. We onderzoeken twee zaken vanuit de Bijbel: - Behoren verstand, wil en gevoelens tot het gebied van de ziel? - Is er mogelijkheid tot herschepping van verstand, wil, gevoelens en het ik door de Heilige Geest?
Functies van ziel en geest a Tot het gebied van de geest behoren bijbels gezien: - het begrijpen en concluderen Jezus begreep direct in zijn geest, dat …, Marcus 2: 8 Toen gaf David aan zijn zoon …. ook het ontwerp van alles wat hij in zijn geest had bedacht ..., 1 Kronieken 28: 12 Ik peins in mijn hart en mijn geest vorst na, Psalm 77:7 - gevoelens van verbazing Hij zuchtte in zijn geest en zei: "Waarom zoekt dit geslacht een teken? …", Marcus 8: 12 - gevoelens van blijdschap Mijn geest heeft zich verblijd over God mijn Redder, Lucas 1: 47 - gevoelens van toorn
Toen Jezus haar en de Joden die bij haar gekomen waren, zag wenen, werd Hij woedend in zijn geest …, Johannes 11: 33 - gevoelens van ontroering Bij deze woorden werd Jezus diep bewogen in zijn geest, Johannes 13: 21 - gevoelens van geprikkeldheid Terwijl Paulus in Athene op hen wachtte, werd zij geest in hem geprikkeld, omdat hij zag, dat de stad vol afgoden was, Handelingen 17: 16 - de wil De geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak, Mattheus 26: 41 over de discipelen vóór Pinksteren. Paulus zette in de geest = maakte het plan, Handelingen 19: 21
b Tot het gebied van de ziel behoren bijbels gezien: - verlangen naar uitwendig genot Ik zal tegen mijn ziel zeggen: "Ziel, je hebt veel goederen liggen voor vele jaren. Rust uit, eet, drink, wees vrolijk", Lucas 12: 19 - gevoelens van droefheid Daarna zei Hij tegen hen: "Mijn ziel is erg bedroefd tot de dood toe.", Mattheus 26: 38 - gevoelens van ontroering Nu is mijn ziel diep bewogen, Johannes 12: 27 (hetzelfde werkwoord als in het citaat uit Johannes 13: 21, hierboven aangehaald). - liefde Je zult de Heer, je God liefhebben met heel je hart, met heel je ziel en met heel je verstand, Mattheus 22: 37 - eensgezindheid
De hele menigte van hen die tot geloof gekomen waren, was één van hart en ziel, Handelingen 4: 32 - geestelijk leven Geliefde, voor alles bid ik, dat het je goed gaat en dat je gezond bent, zoals het je ziel goed gaat, 3 Johannes: 2 Wanneer ze zich dan tot U bekeren met hun gehele hart en met hun gehele ziel, …, 2 Kronieken 6: 38 …. dat men de HEER zou volgen en met zijn ganse hart en zijn ganse ziel zijn geboden, getuigenissen en inzettingen zou houden, …., 2 Kronieken 34: 31 - lofprijzing Mijn ziel maakt de Heer groot, Lucas 1: 46
Nergens in de Bijbel vinden we een systematische uiteenzetting over ziel en geest. De antiziel-leer is, zoals telkens blijkt uit de studies die deze leer presenteren, gebaseerd op een reeks korte bijbelteksten. Dit betekent, dat de anti-ziel-leer conclusiewerk is. Dit heeft twee gevolgen: 1 Dat zij geen geldigheid heeft. Immers een belangrijk leerstuk bouwen op conclusiewerk kan niet aanvaard worden. 2 Bovendien bleek, dat zij weerlegd kan worden door een ruimer bijbels getuigenis. Dit ontmaskerde het conclusiewerk als eenzijdig. De opsomming van functies van geest en ziel aan het begin van dit onderdeel van onze studie liet zien, dat de anti-ziel-leer ten onrechte verstand, wil en gevoelens alleen in de ziel plaatst. In de geraadpleegde studies heb ik ook geen enkele bijbelse verdediging aangetroffen voor de plaatsing van verstand, wil en gevoelens in de ziel. Ziel en geest hebben duidelijk ook functies gemeen. Daarom kunnen ze zo moeilijk gescheiden worden. De Bijbel geeft geen steun aan het idee, dat het verstand iets met de ziel te maken heeft. Ook leert de Bijbel niet, dat "geestelijk leven" alleen tot het gebied van de geest behoort. Hiermee is de anti-ziel-leer als onbijbels ontmaskerd. Zij dient afgewezen te worden.
Herschepping van verstand, wil, persoonlijkheid en gevoelens a het verstand Het verstand wordt vernieuwd in de christen ... om vernieuwd te worden in de geest van uw denken, Efesiërs 4: 23-24 …. maar ik zie een andere wet in mijn ledematen ten strijde trekken tegen de wet van mijn geest, Romeinen 7: 23, 26 Daardoor kan het verstand onderscheiden, wat Gods wil is
:…. maar wordt veranderd door de vernieuwing van het denken, opdat jullie kunnen onderscheiden, wat Gods wil is, het goede, het welgevallige en het volmaakte, Romeinen 12: 2. We bezitten de geest of het verstand van Christus. Maar wij hebben de geest / het verstand (Grieks: ton noun) van Christus, 1Corinthiërs 2: 16. b. de wil De wil wordt vernieuwd in de christen. Want God is degene die in ons zowel het willen als het doen bewerkt volgens zijn welbehagen, Filippenzen 2: 13 Paulus wil zelfs het goede. Want ik doe niet dat wat ik wil, maar wat ik haat, dat doe ik, Romeinen 7: 15 Hij schrijft deze woorden, vóórdat hij over de Heilige Geest schrijft in Romeinen 8. Trouwens, als de wil niet vernieuwd werd, kon de mens nooit besluiten de Heilige Geest zijn gang te laten gaan. c de persoonlijkheid Het ik wordt vernieuwd in de christen. Maar als ik doe wat ik niet wil, ben ik niet meer aan het werk, maar de zonde die in mij woont, Romeinen 7: 20. Dit vers betekent niet: als ik struikel, ben ik niet verantwoordelijk, maar de zonde in mijn vlees. Dit vers betekent wel: als ik struikel, heb ik niet de overhand, maar de zonde en dat hoort niet. Zelfzucht verdwijnt: Maar de vrucht van de Geest is liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing, Galaten 5: 22. d het gevoel Het gevoel wordt vernieuwd in de christen. Zie het laatste citaat. e het handelen Zelfs het doen, een activiteit van het lichaam, wordt door de Heilige Geest beslissend veranderd. Want God is degene die in ons zowel het willen als het doen bewerkt volgens zijn welbehagen, Filippenzen 2: 13 Conclusie is, dat de vernieuwing van de christen veel verder gaat en dat de Heilige Geest veel rijker werkt dan in de boekjes van de anti-ziel-leer wordt beschreven.
Zeker de populaire weergave heeft nauwelijks oog voor die grondige vernieuwing van de mens, die zelfs de neigingen van het vlees onderwerpt aan de Heilige Geest (Galaten 5),
Gevolgen van propaganda van deze leer in de gemeente a moedeloosheid De anti-ziel-leer beweert, dat de Heilige Geest zijn werking alleen uitstrekt tot de geest. Aan de ziel moet de geest leiding geven. Door de geest moeten namelijk alle zielse neigingen onderdrukt worden. “Het eigen ik doden” staat hoog in het vaandel. Dit leidt ertoe, dat de heiliging gezien wordt als een menselijke activiteit, een inspanning, een hard proces. De Bijbel leert wel anders. De Heilige Geest zelf heiligt. 1Petrus 1: 2 zegt in heiliging door de Geest, Natuurlijk moeten we ijverig zijn. In 2 Petrus 1: 3-9 lezen wij Want wij hébben alles van zijn goddelijke kracht gekregen wat nuttig is voor het leven en het dienen van God. Dit kregen wij, doordat wij Hem hebben leren kennen die ons geroepen heeft door zijn heerlijkheid en goedheid. Daardoor hebben we de vervulling van de kostbare en zeer belangrijke beloftes ontvangen om daardoor deel te krijgen aan de goddelijke natuur, nu we ontsnapt zijn aan het bederf dat in de wereld is gelegen in de begeerte. Voeg daarbij alle ijver en steun de deugd op uw geloof, de kennis op de deugd, de zelfbeheersing op de kennis, het uithoudingsvermogen op de zelfbeheersing, de vroomheid op het uithoudingsvermogen, de broederliefde op de vroomheid en de liefde op de broederliefde.Want, als die dingen bij u aanwezig zijn en overvloedig worden, maken ze u niet werkloos en niet zonder resultaat tegenover het kennen van onze Heer Jezus Christus. Want degene bij wie ze niet aanwezig zijn, is blind, bijziend: hij is de reiniging van zijn vroegere zonden vergeten! Maar dit is slechts een toevoegsel bij wat we al lang verkregen hebben bij onze bekering, nl. bij alles wat we voor de heiliging nodig hebben, -en dat hebben we toen van zijn goddelijke kracht gekregen, zegt het begin van dit citaat. De dwaalleer kweekt moedeloze mensen, die nooit tevreden zijn met zichzelf en met anderen. En dat straalt geen stil en gerust en blij leven uit: b veroordeling De sterke belangstelling voor de tegenstelling vlees/ziel tegenover geest heeft ook geleid tot een belangstelling voor de tegenstelling vleselijk/ziels christen tegenover geestelijk christen. In de anti-ziel-leer is een geestelijk christen een christen die de ziel grosso modo onder de controle houdt van de geest. Een ziels of vleselijk christen is nog niet zover. Een aanhanger van deze leer heeft ook een mateloze angst om vleselijk te werk te gaan - en hij bedoelt dan vanuit de eigen persoonlijkheid. Immers wat uit de eigen persoonlijkheid gebeurt, is automatisch niet vanuit God, meent men. Bij Lindsey, a.w., p, 193, lezen we kenmerken van de vleselijke gelovige: Vleselijke gelovigen ... willen meestal argumenteren en de dingen beredeneren ... zijn eigengerechtig en laten zich nauwelijks iets gezeggen
... kunnen zich niet lang op geestelijke dingen concentreren ... zijn aan stemmingen onderhevig ... zijn overgevoelig ... zijn niet dankbaar in alle dingen ... maken zich over allerlei dingen bezorgd ... praten graag, zijn daarbij het middelpunt en beheersen gewoonlijk het gesprek ... zijn begerig naar wat zij zien; moeten altijd dingen kopen ... leggen een onevenwichtige nadruk op seks ... hebben een arm gebedsleven ... kennen geen discipline ... zijn gauw ontmoedigd ... waar het op prediken aankomt, kunnen zij zich niet geheel en al op God verlaten maar vullen hun prediking met voorbeelden, verhalen en grappen ... zijn erg met zichzelf ingenomen ... zijn geneigd te overdrijven om indruk te maken ... zijn kritisch tegenover hun medegelovigen ... hebben nauwelijks een gezinsleven ... scheppen graag op ... houden zich bezig met lichtzinnige en gewaagde grappen ... zijn onmatig in eten en drinken ... geven toe aan vloeken en vuile taal ... hebben geen verlangen naar Gods Woord ... geven toe aan jaloezie en twist Tot hier Lindsey: Het is duidelijk, dat hier allerlei activiteiten van verstand, wil en gevoel de hoofdrol spelen, alsmede die van het vlees. Omdat we gezien hebben, dat - verstand, wil en gevoel ook met de geest te maken hebben - verstand, wil en gevoel en het ik verregaand vernieuwd worden door de Heilige Geest, rijzen er problemen. We willen dat demonstreren door bijna alle punten van Lindsey te voorzien van positieve erop gelijkende gedragingen: - Vleselijke gelovigen willen meestal argumenteren en de dingen beredeneren. Maar argumenteren en beredeneren spelen een overheersende rol bij weerleggen: … opdat hij in staat is in het gezonde onderwijs te bemoedigen en degenen die daartegen ingaan te weerleggen, Titus 1:9 - Vleselijke gelovigen zijn eigengerechtig en laten zich nauwelijks iets gezeggen. Maar nauwelijks gezeglijk lijkt ook de standvastige christen: Dus, mijn lieve broeders, wees vast, onverwrikbaar, altijd overlopend van het werk van de Heer, 1 Corinthiërs 15: 58 - Vleselijke gelovigen zijn aan stemmingen onderhevig. Maar aan stemming onderhevig lijkt ook Degene die riep: "Adderengebroed": Adderengebroed, hoe kunt u goede dingen zeggen, terwijl u slecht bent?, Mattheus 12: 34
- Vleselijke gelovigen zijn overgevoelig. Maar overgevoelig lijkt ook Paulus: Maar God heeft medelijden met hem gehad, en niet alleen met hem, maar ook met mij, om te voorkomen, dat ik droefheid op droefheid zou lijden, Filippenzen 2: 27 - Vleselijke gelovigen zijn niet dankbaar in alle dingen. Maar niet dankbaar in alle dingen lijkt de persoon die de Bijbel toepast en alleen maar dankt onder alles: Dankt onder alles, 1 Thessalonicenzen 5: 18 Het verschil is essentieel: de Bijbel roept ons niet op om te danken voor rampen en tegenslagen. Wel kunnen onder tegenslagen zaken gevonden worden waarvoor men kan danken. - Vleselijke gelovigen maken zich over allerlei dingen bezorgd. Maar bezorgdheid lijkt heel veel op zorg en wordt er vaak mee verward:. Ik wilde bij jullie zijn en mijn toon veranderen, want ik weet niet wat ik met jullie moet beginnen, Galaten 4: 20 - Vleselijke gelovigen praten graag, zijn daarbij het middelpunt en beheersen gewoonlijk het gesprek. Maar graag praten en het gesprek beheersen is de wijze waarop men weerlegt, bestraft en bemoedigt: Verkondig het woord, dring aan gelegen of ongelegen, weerleg, berisp, bemoedig, 2 Timotheus 4: 2 - Vleselijke gelovigen zijn begerig naar wat zij zien; moeten altijd dingen kopen. Maar begerig is Paulus naar de hulp van Filemon en zijn mantel: Ik wilde hem bij mij hebben, opdat hij in jouw plaats mij zou dienen bij mijn boeien wegens de evangelieverkondiging,Filemon. 13 Ga de mantel die ik in Troas bij Carpus liet liggen halen en breng die mee - en ook de boeken, vooral de perkamenten, 2 Timotheus 4: 13 - Vleselijke gelovigen hebben een arm gebedsleven. Maar een arm gebedsleven lijkt hij te hebben die Mattheus 6:7 toepast: Gebruik bij je bidden geen omhaal van woorden. - Waar het op prediken aankomt, kunnen vleselijke gelovigen zich niet geheel en al op God verlaten maar vullen zij hun prediking met voorbeelden, verhalen en grappen Maar een preek met voorbeelden, verhalen en grappen hield ook Jezus: Toen hij begonnen was met zijn afrekening, werd iemand bij hem gebracht die 10.000 talenten schuldig was. Omdat hij niet kon betalen, beval zijn heer hem te verkopen evenals zijn vrouw, zijn kinderen en alles wat hij had, en zo te betalen. De slaaf liet zich voor hem neervallen, bracht hem eerbetoon en zei: 'Heb geduld met mij en ik zal u alles betalen!', Mattheus 18: 26 Zie voor deze zaak mijn artikel "Het geld van de koning, de slaaf en de slaaf"op dezelfde website.
- Vleselijke gelovigen zijn erg met zichzelf ingenomen . Maar zelfingenomen leek ook Paulus: Weest mijn navolgers, broeders, Filippenzen 3: 17 En zelfingenomenheid lijkt op vrijmoedigheid. Zij die hun dienst goed verricht hebben, verwerven zich een hoge positie en veel vrijmoedigheid in Christus Jezus, 1 Timotheus 3: 13 Laten we, omdat we zo'n verwachting bezitten, veel vrijmoedigheid gebruiken, 2 Corinthiërs 3: 12 - Vleselijke gelovigen zijn geneigd te overdrijven om indruk te maken. Maar indruk maken lijkt op Paulus' betoon van kracht: Ook bestond mijn verhaal en mijn verkondiging niet in overtuigende filosofische woorden, maar ik liet erin Gods kracht zien, 1 Corinthiërs 2: 4: - Vleselijke gelovigen zijn kritisch tegenover hun medegelovigen. Maar kritisch zijn op medegelovigen speelt een rol bij weerleggen: … opdat hij in staat is in het gezonde onderwijs te bemoedigen en degenen die daartegen ingaan te weerleggen, Titus 1: 9 En kritisch zijn op medegelovigen speelt een rol bij gemeentetucht: Jullie oordelen toch hen die in je kring zijn?,1 Corinthiërs 5: 12 - Vleselijke gelovigen scheppen graag op. Maar opscheppen lijkt op Paulus' vaststelling in 1 Corinthiërs 3: 10: Volgens Gods genade die mij gegeven is, heb ik als een kundige aannemer het fundament gelegd, … - Vleselijke gelovigen zijn onmatig in eten en drinken. Maar eten en drinken werd ook Jezus verweten: Want Johannes kwam en hij at niet en dronk niet. 'Hij heeft een boze geest', zei men. De Mensenzoon kwam. Hij eet en drinkt en men zegt: 'Kijk, een veelvraat en een wijndrinker, een vriend van tollenaars en zondaars!', Mattheus 11: 19 - Vleselijke gelovigen geven toe aan jaloezie en twist . Maar toegeven aan jaloezie en twist lijkt op Paulus’ reactie op de dwaalleraars in Corinthe: Ik zou jullie echter willen vragen, dat ik bij mijn komst geen groot woord zal moeten hebben in dat zelfvertrouwen, dat ik meen mij te kunnen veroorloven tegenover sommigen, die van mening zijn, dat wij naar het vlees leven, 2 Corinthiërs 10: 2 Hier blijkt, dat het zeer moeilijk is een vleselijk christen zoals Lindsey die beschrijft, te onderscheiden van een christen die doet wat de Bijbel van hem verlangt. Paulus kreeg in zijn tijd ook al het verwijt te horen, dat hij vleselijk was, 2 Corinthiërs 10: 2, de laatste geciteerde tekst. Dat betekent, dat bij aanhangers van de anti-ziel-leer de beoordeling, of een christen geestelijk of vleselijk is, afhangt van zeer subjectieve factoren. Als iemand al irriteert, omdat hij niet "geestelijk" genoeg is, zal heel zijn gedrag negatief geïnterpreteerd worden. In de boeken die de anti-ziel-leer brengen, komt het verstand er altijd het slechtste af.
Christenen die door hun talenten geneigd zijn het verstand te gebruiken, lopen dus snel gevaar om als vleselijk gezien te worden. Heel hun verdere optreden kan dan ook in negatieve zin beoordeeld worden. Zij kunnen dan hetzelfde doen als een ander, maar in hun geval is het vleselijk, voor de ander is het bijbels handelen. Ook personen met een krachtige wil lopen gevaar. Gevoeligheid is minder slecht in aanzien. c pretenties Wie de anti-ziel-leer aanhangt en van zichzelf de indruk heeft weinig vleselijke trekken meer te vertonen, kan in diverse strikken gevangen worden - zeker wanneer anderen zijn "geestelijk-zijn" erkennen. Hij is dan in eigen ogen een geestelijk christen die alles geestelijk beoordeelt. Verstand en redeneren zijn verdacht. Zijn geest luistert naar de Heilige Geest. Zijn geweten is daardoor een zekere gids om het goede te doen. Ook ingevingen zijn daardoor automatisch van de Heilige Geest, nog steeds naar zijn mening. Dat het geweten niet feilloos is, bewijst 1Corinthiërs 4: 4: Want ik ben me van niets bewust, maar daardoor ben ik (nog) niet gerechtvaardigd. De Heer is degene die mij beoordeelt. Ingevingen moeten eigenlijk getoetst worden aan de Bijbel - dat is waar -, maar uitgerekend redeneren speelt daarbij een hoofdrol. Zo komt het, dat veel ingevingen ongetoetst blijven en door de ontvanger zonder meer als uitingen van de Heilige Geest worden verstaan. Gevolg hiervan is, dat we een eigengereide, ongezeglijke, maar niettemin "geestelijke" christen krijgen met een sterke persoonlijkheid en wil. Ook kan zo'n christen, die zijn geweten als feilloos ziet, tot verbazing van velen ineens dingen gaan doen die hij lange tijd bij anderen afkeurde. d Gaven onbruikbaar Doordat met name het verstand als de boosdoener wordt gezien, is het in de omgeving van veel aanhangers van deze dwaalleer uiterst moeilijk om de gaven van onderwijs, leiding geven en vermanen, die veel met het verstand te maken hebben, uit te oefenen. e Oppervlakkige bijbeluitleg Doordat ook het ik als een belangrijke boosdoener wordt gezien, zal de bijbeluitleg die het minst gunstig is voor de mens, automatisch als de juiste aanvaard worden: deze uitleg levert "geestelijk" het meeste op. Men vraagt zich echter niet af, of die uitleg wel juist is - dat zou ook redeneren met zich meebrengen. f Eenzijdige gemeentes Doordat verstand, wil en de persoonlijkheid verdacht zijn, maken gemeentes met een zeker aantal aanhangers van de anti-ziel-leer geen bekeerlingen onder personen met een hogere opleiding of met een hogere maatschappelijke functie. Remedie 1) De bijbelse leer aanvaarden en uitdragen, dat de geest meer omvat dan de dwaalleer wil. 2) De bijbelse leer aanvaarden en uitdragen, dat de Heilige Geest veel grondiger vernieuwt dan de dwaalleer wil. 3) Dit betekent, dat een christen niet zo bang moet zijn uit het vlees te handelen als hijzelf
iets wil of een initiatief neemt. Zijn ik is ook vernieuwd. 4) Aan de andere kant ook stellen, dat alle menselijke functies feilbaar blijven. 5) Ophouden met het zoeken naar vleselijke christenen en het onderscheiden van geestelijke en vleselijke christenen, 6) De gemeente voor te houden met de Heilige Geest mee te werken en dus het Woord als richtsnoer voor het leven te gebruiken. 7) Geestelijk in de Bijbel opvatten als "de Geest bezittend" of "op de Geest betrokken": Een zielse mens aanvaardt de dingen van Gods Geest niet, want het is dwaasheid voor hem en hij kan het niet begrijpen, omdat dat op de wijze van de Geest begrepen wordt, 1Corinthiërs 2: 14 En hun lijk ligt op het plein van de grote stad, die geestelijk Sodom en Egypte heet, waar ook hun Heer gekruisigd werd, Openbaring 11: 8, Ziels of natuurlijk (NBG-vertaling) opvatten als "niet de Geest bezittend". Zie 1Corinthiërs 2: 14, kort hiervoor aangehaald. Vleselijk opvatten als "beheerst door het vlees", dat is door zijn ongecorrigeerde slechte neigingen. De gnostiek is nog niet uitgestorven.