HET LEERPLICHT PROTOCOL PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS GEMEENTE LINGEWAARD
INLEIDING BIJ HET PROTOCOL. Inleiding. In de Leerplichtwet 1969 staan bepalingen waaraan leerlingen, ouders, scholen en gemeente zich moeten houden in het kader van schoolbezoek en schoolverzuim. In de praktijk blijkt dat er behoefte is aan een uitwerking van de Leerplichtwet 1969 met beleidsregels, procedureregels en praktische voorbeelden. Niet alleen bedoeld voor schooldirecteuren, maar ook voor de gemeente. Bijvoorbeeld, wanneer gaat de gemeente over tot de procedure om proces verbaal op te laten stellen? Visie gemeente. De gemeente erkent dat de functie van leerplicht essentieel is binnen het Integraal Onderwijs/Jeugd Beleid (IOJB). Zowel de registratie-, signaal- als de zorgtaak krijgen voldoende aandacht binnen het IOJB. Visie van het IOJB is als volgt: “De gemeente streeft ernaar om een beleid te voeren en activiteiten uit te voeren die leiden tot versterking van de maatschappelijke redzaamheid, tot vergroting van de deelname aan onderwijs en het behalen van een startkwalificatie (minimaal HAVO of MBO niveau 2) van elke inwoner van de gemeente. Voor leerlingen die geen startkwalificatie kunnen behalen, streeft de gemeente ernaar om zorg te dragen voor een zo goed mogelijke schakeling naar de arbeidsmarkt. Als de mogelijkheden voor jeugdigen zoveel mogelijk worden benut, verhoogt dat de kans dat zij zelfstandig eigen inkomsten kunnen verwerven en de vrije tijd zinvol en naar tevredenheid kunnen invullen.” Voor leerplicht betekent dit dat er, naast de controle op absoluut en relatief verzuim, inzet gedaan wordt op en activiteiten ontwikkeld worden gericht op: het motiveren en bewegen van jeugdigen en hun ouders om een ononderbroken leerlijn te volgen tot aan het behalen van een startkwalificatie; het motiveren en bewegen van jeugdigen die geen startkwalificatie kunnen behalen om op een alternatieve manier te leren (voldoende toegerust te raken) om aan het arbeidsleven deel te kunnen nemen; samenwerking met betrokkenen/relaties gericht op voorgaande punten. Doel van het protocol. Met het protocol wordt beoogd om: wettelijke richtlijnen te verduidelijken, lokaal beleid vast te leggen, procedures met betrekking tot besluitvorming voor veel voorkomende leerplichtzaken vast te leggen. Status van het protocol. Het protocol heeft als basis de Wet op het Primair Onderwijs (WPO), de Wet op het Voortgezet Onderwijs (WVO), de Wet op de Expertisecentra (WEC) en de Leerplichtwet 1969. Daarnaast zijn in het protocol ook afspraken en procedures opgenomen die berusten op eigen beleid van de gemeente Lingewaard, op jurisprudentie en op richtlijnen van de Inspectie van het Onderwijs. De Leerplichtwet of andere wetgeving is leidend. Het protocol vervangt de Leerplichtwet 1969 niet! Niet alle artikelen worden namelijk benoemd in het protocol. Alleen die artikelen waarvoor nadere uitwerking wenselijk is. Per hoofdstuk staat beschreven welk artikel uit de Leerplichtwet 1969 het juridisch kader biedt.
1
Inhoudsopgave. 1. Leerlingenregistratie. 2. Uitschrijving van een leerling. 3. Aanname van een leerling. 3.1 Mogelijke problemen bij de toelating van een leerling. 3.2 Regels bij het niet toelaten van leerling. 3.3 Leerlingen afkomstig van het neveninstromersproject. 3.4 Verwijdering. 3.5 Schorsing. 4. Vrijstelling van de plicht tot schoolbezoek. 4.1 Ziekte. 4.2 Plichten voortvloeiend uit godsdienst of levensovertuiging. 4.3 Vakantie buiten schoolvakanties. 4.4 Andere gewichtige omstandigheden. 4.5. Langdurig verlof buitenland of sabbatical. 4.6 Procedure aanvraag extra verlof 4.7 Bezwaar en beroep procedure. 5.
Verzuim. 5.1 Absoluut verzuim. 5.2 Relatief verzuim. 5.3 Luxe verzuim. 5.4 Signaalverzuim
6.
Overig. 6.1 Het zorg en advies team (ZAT).
7.
Bijlagen. Bijlage 1 Concept Protocol vrijstelling geregeld schoolbezoek t.b.v. sabbatical/reizen Bijlage 2 Overzicht religieuze feestdagen. Bijlage 3 Neveninstromersproject Bijlage 4 Formulier melding verzuim bijlage 5 Formulier aanvraag vrijstelling van geregeld schoolbezoek Bijlage 6 Formulier vakantieverklaring werkgever
2
HET PROTOCOL.
1. LEERLINGENREGISTRATIE. Artikel 18 en 29 van de Leerplichtwet 1969. De gemeente dient een actuele leerlingenadministratie te voeren. Hieruit kan de leerplichtambtenaar onder andere het absolute verzuim controleren. Daarvoor zijn de volgende bepalingen van belang: Gedurende het hele schooljaar melden scholen binnen 7 dagen, de in- of uitschrijvingen van leerlingen aan de gemeente/afdeling Leerplichtzaken. Deze melding kan via eigen formulieren van de school zowel digitaal,
[email protected], als per post verstuurd worden aan de gemeente, afdeling W&O leerplichtzaken, Postbus 15 76680 AA Bemmel Bij melding van in- en uitschrijving dienen de volgende gegevens opgenomen te worden: o NAW-gegevens, geslacht, geboortedatum leerling. o NAW-gegevens van de verantwoordelijke persoon voor de leerling. o Gegevens over de school van inschrijving (naam, BRIN, adres, onderwijssoort en klas/leerjaar van de leerling) o Datum van inschrijving of uitschrijving. o Bij uitschrijving, vermelding van reden en nieuwe school/instelling. o Bij inschrijving, vermelding eventuele school van herkomst. Een besluit tot schorsing of verwijdering dient direct schriftelijk aan de leerplichtambtenaar van de gemeente gemeld te worden. Het verdient aanbeveling de leerplichtambtenaar vroegtijdig te betrekken bij de totstandkoming van dit besluit. 2. UITSCHRIJVING VAN EEN LEERLING. Artikel 10 en 18 van de Leerplichtwet 1969. Een leerling mag pas uitgeschreven worden bij een school als: de leerling op een andere school is ingeschreven, wanneer ouders hun kind van school nemen; de directeur een inschrijfbewijs van een andere school heeft ontvangen. wanneer de officiële procedure voor verwijdering heeft plaatsgevonden; een vrijstelling van de leerplicht is afgegeven door de leerplichtambtenaar (op grond van de artikelen 5 t/m 9 en 15 van de leerplichtwet),
3. AANNAME EN VERWIJDERING VAN EEN LEERLING. Artikel 10, 11 lid a, b en c, 18, 19, 22, 27 en 29 van de Leerplichtwet 1969. Art. 40 WPO, art. 27 WVO Het bevoegd gezag van de school beslist of een kind wordt toegelaten. Als een school een leerling weigert dient dat volgens de regels te gebeuren. De redenen van afwijzingen moeten voor ouders toegankelijk zijn, ze staan bijvoorbeeld in de schoolgids. Het openbaar onderwijs is volgens artikel 23 van de Grondwet algemeen toegankelijk. Artikel 46 lid 2 van de WPO stelt dat openbare scholen toegankelijk zijn voor alle kinderen zonder onderscheid van godsdienst of levensbeschouwing. Uit jurisprudentie blijkt dat een openbare school in een aantal gevallen leerlingen op een school kan weigeren: 1. Ernstige verstoring van rust en veiligheid; 2. Het (vooraf) bepaalde aantal leerlingen per klas wordt overschreden ; 3. De school kan de vereiste zorg niet bieden. Ouders zijn verantwoordelijk voor inschrijving en geregeld schoolbezoek van hun kind.
3
3.1 Mogelijke problemen bij de toelating van een leerling. De volgende situaties zijn denkbaar waardoor de school kan besluiten een kind niet toe te laten. Deze opsomming is niet volledig: godsdienstige kwestie (als ouders verklaren de grondslag van de school niet te respecteren), school is niet toegerust voor de gedragsproblemen van de leerling, school is niet toegerust voor de handicap van de leerling, ernstig verstoorde verhouding tussen school en ouders, specifieke (organisatorische) situatie van school. 3.2 Regels bij het niet toelaten van leerling. De situatie doet zich soms voor dat leerlingen een periode niet ingeschreven staan op een school. Om dit te voorkomen is het zeer wenselijk dat scholen de volgende richtlijnen toepassen. Het betreft hier leerlingen die geen (V)SO indicatie hebben, maar om (één van voorgaande) redenen niet toegelaten worden op een school voor basisonderwijs: bevoegd gezag (directeur) deelt besluit mee aan verantwoordelijke persoon voor de leerling en geeft advies over mogelijke, in zijn/haar ogen, passende school met voldoende zorgmogelijkheden. de directeur meldt bij de leerplichtambtenaar dat een leerling niet aangenomen is en dat er wellicht een probleem gaat ontstaan. De leerplichtambtenaar neemt zonodig contact op met het samenwerkingsverband en/of WSNS om in overleg de leerling te plaatsen. Het doel hierachter is dat de leerplichtambtenaar meer zicht krijgt op niet ingeschreven leerlingen (absoluut verzuim) en eerder actie ondernemen kan. 3.3 Leerlingen afkomstig van het neveninstromersproject. Het is de bedoeling dat deze leerlingen na 1 jaar op de school voor neveninstromers gezeten en ingeschreven gestaan te hebben, ingeschreven worden bij een school van de keuze van de ouders (meestal de school in de woonbuurt). Hoewel de keuze voor een school een vrije keus voor ouders is, wordt gestimuleerd om deze kinderen in te laten schrijven bij de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor de leerling. In bijlage 3 wordt het Neveninstromersproject toegelicht en de regels en werkwijze beschreven. 3.4 Verwijdering. Artikel 10, 18 van de Leerplichtwet 1969. Voor de volgende scholen: scholen voor basisonderwijs (WPO, artikel 40), speciale scholen voor basisonderwijs (WPO, artikel 40), scholen voor speciaal onderwijs (WEC, artikel 40), gelden, bij problemen met leerlingen die leiden tot een verwijdering, de volgende regels: Het besluit de leerling te willen verwijderen maakt het bevoegd gezag van de school schriftelijk kenbaar aan de ouders/voogd(en) van de betreffende leerling, met vermelding van het volgende: de melding dat de leerling verwijderd wordt, de reden van verwijdering, een advies voor een alternatieve school, de procedure (8 weken), de bezwaar en beroepprocedure.
Voor de basisscholen en scholen voor speciaal onderwijs geldt: tot verwijdering van een leerling mag niet eerder worden overgegaan door het bevoegd gezag dan nadat de school aantoonbaar gedurende 8 weken, zonder succes, heeft gezocht naar een andere school waar de leerling kan worden ingeschreven. Deze 8 weken gaan in op het moment dat het schoolbestuur besluit de leerling te willen verwijderen, met andere woorden, op het moment dat de schriftelijke mededeling van verwijdering aan ouders/voogd(en) is verstuurd. Vakantieperioden worden niet meegerekend bij de genoemde 8 weken.
4
Voordat de genoemde periode van 8 weken ingaat, moet de school een zorgvuldige procedure doorlopen: het horen van de betrokken leraren, het horen van de leerling en verantwoordelijke persoon, overleg met de leerplichtambtenaar en de inspectie. Gedurende de genoemde 8 weken dient de leerling onderwijs te ontvangen. In overleg met ouders, de leerplichtambtenaar en de inspectie dient bepaald te worden op welke wijze de leerling onderwijs krijgt. Bijvoorbeeld thuis, in de groep of in een aparte ruimte op school. Het voornemen en het besluit tot verwijdering van de leerling dienen direct aan de leerplichtambtenaar gemeld te worden.
Voor reguliere scholen voor voortgezet onderwijs WVO, artikel 27) geldt: Definitieve verwijdering van een leerling waarop de Leerplichtwet 1969 van toepassing is, vindt niet plaats dan nadat het bevoegd gezag ervoor heeft gezorgd dat een andere school, dan wel een instelling als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Leerplichtwet 1969 bereid is de leerling toe te laten. 3.5 Schorsing. Artikel 11 lid a, b en c van de Leerplichtwet 1969. Schorsing van een leerling is mogelijk tot maximaal 5 dagen met de verplichting om schoolwerk c.q. huiswerkopdrachten mee te geven aan de leerling. Melding van schorsing dient direct doorgegeven te worden aan de leerplichtambtenaar en de inspecteur van het onderwijs. Binnen het onderwijs wordt vaak gebruik gemaakt van een “interne” schorsing. Hiermee wordt bedoeld dat de leerling de toegang tot de lessen ontzegd is maar wel op school een taak /c.q. werkplek krijgt aangeboden. Deze schorsing zien wij als een pedagogische maatregel van de school en niet zo zeer als een schorsing. De interne schorsing hoeft niet gemeld te worden aan de inspectie of leerplichtambtenaar. Als schorsing leidt tot verwijdering van de leerling dan gelden de richtlijnen genoemd onder paragraaf 3.4 “Verwijdering”. Dit betekent dat in overleg met ouders, de leerplichtambtenaar en de inspectie bepaald moet worden op welke wijze de leerling onderwijs krijgt. Bijvoorbeeld thuis, in de groep of in een aparte ruimte op school. 4. VRIJSTELLING VAN GEREGELD SCHOOLBEZOEK. Artikel 11 tot en met 14 van de Leerplichtwet 1969. Voor vrijstelling van geregeld schoolbezoek, gelden de volgende algemene richtlijnen: De directeur van de school beslist over vrijstelling van schoolbezoek als het gaat om vrijstelling van maximaal 10 schooldagen per schooljaar. De leerplichtambtenaren kunnen de directies op verzoek adviseren. Betreft het een vrijstelling voor meer dan 10 schooldagen per schooljaar, in één keer of de aparte gevallen bij elkaar opgeteld, dan beslist de leerplichtambtenaar. De school dient een sluitende administratie bij te houden van de dagen en de reden dat leerlingen vrijgesteld zijn van de plicht tot schoolbezoek. Deze administratie kan gecontroleerd worden door de leerplichtambtenaren. Er worden 4 vormen van vrijstelling van geregeld schoolbezoek onderscheiden. Het betreft de volgende vormen van verlof, met aansluitend een toelichting: o Ziekte. o Plichten voortvloeiend uit godsdienst of levensovertuiging. o Vakantie buiten schoolvakanties. o Andere gewichtige omstandigheden. 4.1 Ziekte. Artikel 11 onder d, 12 en 13b van de Leerplichtwet 1969. Bij ziekte, ook bezoek aan tandarts, huisarts of ziekenhuis, gelden de regels van de betreffende school die vermeld staan in de schoolgids. Bij twijfel over de geloofwaardigheid van de ziekmelding kan de school via schoolarts of de leerplichtambtenaar uitzoeken wat de feitelijke situatie is (zie ook paragraaf 5.3). 4.2 Plichten voortvloeiend uit godsdienst of levensovertuiging. Artikel 11 onder e, 13 en 13b van de Leerplichtwet 1969.
5
De leerling is dan vrijgesteld van schoolbezoek. Hiertoe hoeft zowel de directeur van de school als de leerplichtambtenaar geen toestemming te verlenen. Het verlof is bij wet geregeld. Wel dient het verlof uiterlijk twee dagen voor aanvang meegedeeld te worden aan de directeur van de school. In bijlage 2 wordt een lijst met religieuze feestdagen weergegeven waarvoor vrij genomen kan worden. 4.3 Vakantie buiten schoolvakanties. Artikel 11 onder f en artikel 13a van de Leerplichtwet 1969. Verlof bedoeld voor vakantie buiten de schoolvakantie is niet mogelijk. Op één uitzondering na. Als het door de specifieke aard van het beroep van één van de ouders/verzorgers niet mogelijk is om binnen de schoolvakanties op vakantie te gaan. Hierbij kan gedacht worden aan beroepen in de agrarische sector, de horeca of de toeristische sector of beroepen waarbij de ouder het merendeel van zijn inkomen slechts in de zomerperiode kan verdienen. Ouders dienen bij aanvraag een bewijs van de werkgever te overhandigen. De volgende extra richtlijnen gelden verder voor dit verlof: Het verlof mag niet meer dan tien schooldagen omvatten, het mag slechts 1 maal per schooljaar verleend worden, het mag niet plaats vinden de eerste twee weken van het schooljaar en het verlof is de enige vakantie van het gezin (dus geen tweede of derde). 4.4 Andere gewichtige omstandigheden. Artikel 11 onder g en artikel 14 van de Leerplichtwet 1969. Deze vorm van verlof is vergelijkbaar met het zogenaamde buitengewoon verlof aan werknemers met behoud van het salaris. Te denken valt aan familieomstandigheden en medische of sociale indicatie. Vormen zijn bijvoorbeeld: Huwelijk of jubilea (12½, 25, 40, 50) van bloed- of aanverwanten in de eerste, tweede of derde graad (Zie bijlage met toelichting verschillende graden.) Verlof van 1 dag of ten hoogste twee als het huwelijk gesloten wordt buiten de woonplaats op een maandag, dinsdag, woensdag of donderdag. Verhuizing. Indien nodig kan 1 dag verlof verleend worden. Bij een verhuizing buiten de gemeente kunnen twee dagen verlof verleend worden. Overlijden van bloed- of aanverwanten in de eerste, tweede of derde graad. Verlof in overleg met de directeur vast te stellen (bij meer dan 10 dagen in overleg met de leerplichtambtenaar). Medische of sociale reden van één van de gezinsleden. Hiervoor moet een verklaring van een deskundige worden overlegd. Duur van het verlof in overleg met de directeur vast te stellen. In verband met werk- of gezondheidsomstandigheden is één van de ouders tenminste 1 jaar niet thuis. Alleen buiten schoolvakantie om kan gezamenlijk vakantie gevierd worden. Ouders dienen bij aanvraag een bewijs van de werkgever (indien relevant) te overhandigen. Ouders willen met het gezin naar het land van herkomst reizen voor familiebezoek. Deze vorm van verlof is slechts één maal per twee schooljaren toegestaan en is alleen mogelijk tot maximaal 10 dagen direct voorafgaand aan of na een schoolvakantie. Uit jurisprudentie (Vz. AR 20 juni 1989 en Vz. AR 31 januari 1991) blijkt dat deze vorm van verlof niet als onredelijk wordt beschouwd. Bij andere belangrijke redenen dient in overleg met de directeur de duur van het verlof vastgesteld te worden. 4.5. Langdurig verlof buitenland of sabbatical. Er is door de gemeente Lingewaard beleid gemaakt om ouders/verzorgers van leerlingen de mogelijkheid te geven gebruik te maken van een sabbatical of een langere periode in het buitenland te verblijven. Hiertoe is het “Protocol vrijstelling van geregeld schoolbezoek in verband met sabbatical / verblijf in buitenland van de gemeente Lingewaard”opgesteld. Dit protocol is als bijlage toegevoegd. 4.6.
Procedure aanvraag extra verlof:
6
Aanvraagformulier zie bijlage. De ouders van de leerling dienen het verzoek tot verlof in bij de directeur van de school. Deze beoordeelt de aanvraag. Omvat het verzoek meer dan 10 dagen of als samen met eerdere verzoeken binnen een schooljaar de aanvraag boven de 10 schooldagen komt, dan stuurt de directeur de aanvraag , met zijn zienswijze, door aan de leerplichtambtenaar. De leerplichtambtenaar zal in zijn/haar beslissing de opvatting van de directeur meenemen. Het besluit wordt schriftelijk aan ouders en directie meegedeeld. 4.7. Procedure bezwaar en beroep. Op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kunnen ouders binnen zes weken na dagtekening een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de leerplichtambtenaar of in beroep gaan bij de Rechtbank. In dit bezwaarschrift moeten worden opgenomen.: uw naam en adres omschrijving van de beschikking gronden van het bezwaar. Bovendien kunt u de voorzitter van de sector bestuursrecht van de arrondissementsrechtbank om een voorlopige. Voorziening te verzoeken. Griffierecht is dan verschuldigd.
5. VERZUIM. Artikel 16, 19, 21, 22 van de Leerplichtwet 1969. De volgende vormen van verzuim onderscheiden wij. 1 Absoluut verzuim (zie 5.1). Er is niet voldaan aan de verplichting tot inschrijving, terwijl er geen vrijstelling is verleend. Het kind bezoekt geen erkende school of onderwijsinstelling. 2 Relatief verzuim (zie 5.2). Er is niet voldaan aan de verplichting tot geregeld schoolbezoek, terwijl er geen vrijstelling is verleend. De leerling spijbelt of komt niet opdagen / wordt niet gebracht. Wij onderscheiden relatief verzuim in twee vormen, luxe en signaal verzuim. 2A. Luxe verzuim (zie 5.3). Relatief verzuim ten behoeve van extra vakantie buiten de schoolvakanties om, zonder toestemming. 2B. Signaalverzuim (zie 5.4). Relatief verzuim van meer dan drie achtereenvolgende schooldagen of meer dan drie schooldagen in een periode van vier weken (1/8 deel van de lestijd). Bij deze vorm van verzuim is geen sprake van luxe/vakantie verzuim. 5.1 Absoluut verzuim. Artikel 16, 19 en 22, eerste lid van de Leerplichtwet 1969. Deze vorm van verzuim is vooral een aangelegenheid van de leerplichtambtenaar. Scholen hebben hiermee slechts te maken als een leerling verwijderd is van school. 5.2 Relatief verzuim. Artikel 16, 21 en 22 derde lid van de Leerplichtwet 1969. Bij relatief verzuim kan er sprake zijn van luxe verzuim of signaal verzuim. Twee vormen die een andere handelwijze van leerplichtambtenaar en scholen vereisen. Aan luxe verzuim ligt geen wettelijke of gewichtige reden ten grondslag en vereist daarom kordaat optreden met sancties. Aan signaalverzuim ligt vaak een reden / probleem ten grondslag. Onderzoek, gesprekken, bemiddeling etc. door de leerplichtambtenaar is dan de juiste handelwijze. Bij relatief verzuim dienen de volgen de stappen genomen te worden: Het verzuim wordt door de betreffende school geconstateerd. De directeur van de school meldt het vermoedelijk ongeoorloofd verzuim aan de leerplichtambtenaar. De leerplichtambtenaar doet onderzoek naar het verzuim, luxe of signaal. Zie voor vervolgstappen paragraaf 5.3 of 5.4. De leerplichtambtenaar informeert de betreffende directeur over zijn/haar bevindingen en vervolgstappen.5.3
7
5.3 Luxe verzuim. Artikel 16, 21 en 22 derde lid van de Leerplichtwet 1969. Bij deze vorm van verzuim kan een proces verbaal worden opgesteld. De handelwijze van school en gemeente is als volgt: School meldt het luxe verzuim aan de leerplichtambtenaar (zie paragraaf 5.2). De leerplichtambtenaar doet het wettelijk verplichte onderzoek. Dit onderzoek bestaat uit het uitnodigen en horen van de ouders over het luxe verzuim. Indien uit dit onderzoek blijkt dat gewichtige omstandigheden een rol spelen waardoor verzuim gerechtvaardigd zou zijn, neemt de leerplichtambtenaar contact op met de betreffende directeur. In overleg wordt beoordeeld of verlof alsnog, met terugwerkende kracht, wordt toegestaan. Als de directeur en de gemeente niet tot overeenstemming kunnen komen, beslist de leerplichtambtenaar of er wel of geen proces verbaal wordt opgesteld. De leerplichtambtenaar kan de zaak afhandelen met een waarschuwing. Als blijkt na onderzoek dat er sprake is van luxe verzuim zonder verzachtende omstandigheden neemt de leerplichtambtenaar direct stappen om proces verbaal op te stellen. Als blijkt dat er sprake is van een herhaling (recidive) van luxe verzuim maakt de leerplichtambtenaar proces verbaal op. De leerplichtambtenaar informeert de directeur over zijn/haar bevindingen en genomen en/of te nemen stappen. Als ouders geen toestemming van de directeur krijgen voor verlof en ouders toch gaan en/of het kind vervolgens ziek melden, geldt de volgende procedure: School meldt het verzuim of de ziekmelding onverwijld aan de leerplichtambtenaar. Indien mogelijk gaat de leerplichtambtenaar direct op huisbezoek. De leerplichtambtenaar nodigt de betreffende ouders/voogd(en) uit voor een gesprek om na te gaan wat de reden van afwezigheid is. Op basis van de uitkomsten van het gesprek volgt eventueel verdere actie door de leerplichtambtenaar. De leerplichtambtenaar informeert de betreffende directeur over zijn/haar bevindingen en genomen en/of te nemen stappen. 5.4 Signaal verzuim. Artikel 16, 21 en 22 derde lid van de Leerplichtwet 1969. Bij deze vorm van verzuim is de oorzaak gelegen in problemen bij de leerling en/of gezinssituatie. Van belang is een goede communicatie tussen school en de leerplichtambtenaar en snelle actie. Bij deze vorm van verzuim dient als volgt gehandeld te worden: Directeur meldt het verzuim aan de leerplichtambtenaar uiterlijk (eerder kan dus ook) de derde achtereenvolgende dag of aan einde van periode van vier weken waarin meer dan 1/8 verzuimd is. Zie paragraaf 5.2. Naar aanleiding van melding neemt leerplichtambtenaar actie. Met school wordt de vermoedelijke oorzaak van verzuim achterhaald. Richting ouders/leerling volgt schriftelijk/telefonisch/persoonlijk reactie. De mogelijkheid tot het bespreken van de leerling in het Zorg en Advies Team, is mogelijk. De actie van de leerplichtambtenaar is gericht op het hervatten van het schoolbezoek van de leerling. Zij kunnen daarvoor samenwerken met andere instanties en disciplines. De handelingsvrijheid van de leerplichtambtenaar staat beschreven in de leerplichtinstructie van de gemeente Lingewaard. Deze instructie is op te vragen bij de leerplichtambtenaren. De leerplichtambtenaar informeert de betreffende school over de te nemen stappen en voortgang in het traject. 6.
OVERIG.
6.1 Het Zorg en Advies Team. In de gemeente Lingewaard is een Zorg en Advies Team actief voor zowel het Voortgezet Onderwijs als voor het Primair Onderwijs. De beschrijving van de werkwijze en doelen van deze ontwikkelde zorgsystemen valt buiten dit protocol. Dit protocol is opvraagbaar bij de gemeente Lingewaard, afdeling Welzijn en Onderwijs. De leerplichtambtenaren participeren in deze
8
zorgteams. De in het team vertegenwoordigde disciplines kunnen kennis bundelen en op die manier effectief zorg verlenen of doorverwijzen. Het doel van het team is om een optimale ontwikkeling van leerlingen, die in hun ontwikkeling worden bedreigd of waarvan de ontwikkeling reeds wordt verstoord, te stimuleren.
9
Bijlage 1. Concept. Protocol vrijstelling van geregeld schoolbezoek in verband met sabbatical / verblijf in buitenland van de gemeente Lingewaard. Doel Ouders met kinderen in de leerplichtige leeftijd in de gelegenheid stellen om, onder voorwaarden, gedurende het schooljaar met hun leerplichtige kinderen in het buitenland te verblijven. Dit ter uitoefening van hun beroep of vanwege invulling van een sabbatical. De voorwaarden hebben tot doel om het onderwijs voor de betreffende leerling te waarborgen. Achtergrond Steeds vaker wordt een aanvraag door ouders gedaan om vrijstelling te krijgen van schoolbezoek voor hun leerplichtige kinderen zodat het gehele gezin gedurende een aantal maanden in het buitenland kan verblijven. Soms vanwege de uitoefening van hun beroep, soms in het kader van een sabbatical. Een sabbatical is een periode waarin mensen vrij nemen van hun werk om de blik te verruimen en inspiratie op te doen. Het is in de huidige maatschappij niet meer uitzonderlijk om een periode in het werkzame leven te gebruiken voor een sabbatical en die aan te wenden om een wereldreis te maken. Werkgevers geven hun werknemers daar tijd en kansen voor. Uit overheidswege zijn er regelingen mogelijk gemaakt, zoals de levensloopregeling, om te sparen voor dergelijke praktijken. Wettelijk kader Er bestaat in feite geen wettelijke kader om vrijstelling te verlenen voor een langdurige afwezigheid van de school. Artikel 11 onder g van de Leerplichtwet benoemt de vrijstelling op grond van “andere gewichtige omstandigheden”. Uitgangspunt van dit artikel is dat externe omstandigheden buiten de wil van de ouders en/of het kind plaats vinden die schoolbezoek in de weg staan. Artikel 15 vrijstelling wegens het volgen van ander onderwijs is bedoeld voor kwalificatieplichtige leerlingen. De leerplichtambtenaar heeft tot taak te controleren of alle leerplichtige leerlingen staan ingeschreven op een school. Met dat gegeven lijkt het aanvaardbaar om met het in dit protocol bepaalde beleid vrijstelling van schoolbezoek ten behoeve van een sabbatical of werkzaamheden in het buitenland mogelijk te maken. Beleid. De leerplichtambtenaar kan ouders toestemming verlenen voor een langdurige vrijstelling van schoolbezoek indien wordt voldaan aan de regels gesteld in dit protocol. Leerlingen die ten behoeve van een sabbatical of werkzaamheden van hun ouders lange tijd de school niet bezoeken moeten uitgeschreven worden uit hun reguliere school. Kinderen die ingeschreven blijven tellen mee voor de bekostiging, wat niet terecht zou zijn. Leerlingen worden ingeschreven in de IVIO/Wereldschool. Waar een passend onderwijspakket voor de leerling wordt afgenomen. Ouders/verzorgers blijven verantwoordelijk voor het ononderbroken onderwijsproces. Ouders/verzorgers zijn verantwoordelijk voor een adequate en naadloze aansluiting van het onderwijs bij terugkeer in Nederland. Het verdient aanbeveling dat ouders afspraken maken met de school over de verwachte tijd van terugkomst en of de leerling dan opnieuw ingeschreven kan worden.
Procedure en voorwaarden. De volgende procedure is geldig indien ouders en kinderen in de gemeente Lingewaard blijven ingeschreven. Ouders, verzorgers, die om reden van sabbatical, dan wel in verband met de uitoefening van hun beroep in het buitenland verblijven, kunnen met inachtneming van de volgende regels en procedures toestemming van de leerplichtambtenaar krijgen tot vrijstelling van schoolbezoek voor een langere periode. De aanvraag kan alleen gedaan worden door ouder(s) en/of wettelijk vertegenwoordiger.
10
Stappen 1. Aanvrager gaat in overleg met directie van de school. 2. Aanvrager neemt contact op met leerplichtzaken van de gemeente Lingewaard. Dit dient, indien mogelijk, 3 maanden voorafgaand aan de reis te gebeuren. De procedure en mogelijkheden worden samen besproken. 3. Aanvrager schrijft leerling in op De Wereldschool en verzoekt om passende onderwijspakketten voor de leerlingen. De wereldschool biedt pakketten voor alle leerjaren van het primair onderwijs en voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs op VMBO-t, HAVO en VWO niveau. Voor de overige VMBO richtingen zijn momenteel geen mogelijkheden. 4. De Wereldschool stuurt kopie van inschrijving aan school van herkomst. Deze kan dan de leerling uitschrijven. 5. Ouders/verzorgers sturen kopie van inschrijvingsbewijs De Wereldschool aan leerplichtambtenaar. 6. Leerplichtambtenaar stuurt akkoordverklaring aan aanvrager. Kopie wordt verzonden aan de directie van de school. Voor leerlingen van VMBO richtingen is nu (2009) geen onderwijs pakket voorhanden bij de Wereldschool. Ouders/verzorgers dragen er zorg voor dat in overleg met de school van herkomst een onderwijspakket samengesteld wordt. In overleg tussen school, ouders en leerplichtambtenaar wordt bekeken of dit pakket voldoende is voor de bedoelde periode en of de leerling geen achterstanden oploopt die zijn schoolcarrière in gevaar brengen. De invulling van de praktijkvakken moet besproken worden. Werkproces 1. Na ontvangst van de aanvraag start de leerplichtambtenaar een onderzoek waarbij er afstemming/overleg is met: o de school waar de leerling staat ingeschreven o de Wereldschool; o de ouder(s)/verzorger(s) en eventueel met de betrokken leerling. o een interne werkgroep/toetsingscommissie binnen de afdeling Welzijn en Onderwijs waar de aanvraag besproken wordt met als doel gelijke behandeling. 2. De leerplichtambtenaar zendt, binnen 6 weken, een beschikking aan de aanvrager, waarvan een kopie wordt gezonden naar de school waar de leerling stond ingeschreven en aan de Wereldschool. 3. De leerplichtambtenaar maakt afspraken met De Wereldschool met betrekking tot voortgangrapportages en over eventuele stagnaties in het onderwijsproces. 4. Elk schooljaar dient, indien gewenst, een nieuwe aanvraag te worden gedaan. 5. Een aanvraag wordt afgewezen bij het ontbreken van een van de gestelde voorwaarden. 6. Bij een negatieve beschikking kunnen ouders bezwaar aantekenen bij de afdeling leerplichtzaken van de gemeente Lingewaard of in beroep gaan. Dit wordt bij de beschikking vermeld.
Gemeente Lingewaard, maart 2009 Afd. Welzijn & Onderwijs - leerplichtzaken
11
Bijlage 2.
Overzicht religieuze Feestdagen.
Chinese feestdagen Christelijke feestdagen
Hindoe feestdagen Islamitische feestdagen Joodse feestdagen
Chinees Nieuwejaar Goede vrijdag Pasen Hemelvaartsdag Pinksteren Kerstmis Holifeest Divalifeest Suikerfeest Offerfeest Paasfeest Wekenfeest Joods Nieuwjaar Grote Verzoendag Loofhuttenfeest Slotfeest Vreugd der Wet
Aantal dagen 2 dagen 2 dagen 2 dagen
2 dagen 2 dagen 2 dagen 2 dagen 2 dagen 2 dagen
De exacte data van de Islamitische feestdagen zijn pas kort voor de viering bekend. Voor de feestdagen geldt dat leerlingen maximaal twee schooldagen mogen thuisblijven ten behoeve van de viering. Als ouders van deze mogelijkheid gebruik willen maken moeten zij dit tenminste twee dagen van te voren aan de directie van de school melden.
12
Bijlage 3
Neveninstromers van 6-12 jaar in de gemeente Lingewaard Wat zijn neveninstromers? Neveninstromers zijn leerplichtige kinderen die op latere leeftijd naar Nederland zijn gekomen, bijvoorbeeld door gezinshereniging/-vorming of asielprocedures. Zij zijn daardoor vaak niet of nauwelijks aanspreekbaar in het Nederlands en beschikken over onvoldoende vaardigheden om in het reguliere basisonderwijs in te stromen. Wat is het project neveninstromers 6-12 jaar? De gemeente Lingewaard heeft in 2001 besloten dat neveninstromers van 6 tot 12 jaar mogen deelnemen aan het Neveninstromersproject in Arnhem. Dit is een project van de gemeente Arnhem en de stichting PAS (Primair onderwijs Arnhem in Samenwerking). Regiogemeenten, zoals Lingewaard, moeten voor deelname betalen. Waar wordt het project uitgevoerd? Dit project, welke 50 weken duurt, vindt plaats op basisschool het Mozaïek in Arnhem-Zuid. Kinderen tussen de 6 en 12 jaar kunnen op deze school worden ingeschreven. Voor iedere leerling wordt afzonderlijk een overeenkomst getekend tussen de Stichting PAS en de betreffende gemeente. De gemeente Lingewaard betaalt de kosten voor het vervoer van de leerling (alleen basisonderwijs!) van huis naar het Mozaïek, als ouders dit aanvragen. Deze leerlingen gaan dan mee met het reguliere leerlingenvervoer naar Arnhem. Wat als het project is afgelopen? Het is de bedoeling dat de leerlingen na ongeveer 1 jaar op het Mozaïek gezeten en ingeschreven gestaan te hebben, ingeschreven worden bij een school van de keuze van de ouders (meestal de school in de woonbuurt). Hoewel de keuze voor een school een vrije keus voor ouders is, wordt gestimuleerd om deze kinderen in te laten schrijven bij de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor de leerling. De ouders wordt verzocht om ongeveer drie maanden voor uitstroom van het kind bij het Neveninstromersproject, het kind in te schrijven bij de school van hun keuze. Het Mozaïek wordt verzocht om drie maanden voorafgaand aan uitstroom van het kind contact op te nemen met de school van de keuze van de ouders waar het kind wordt ingeschreven. Dit met als doel eventuele overdracht van gegevens en dossier door te geven. Wat als mijn kind jonger dan 6 of ouder dan 12 jaar is? Oudere kinderen (tussen 12-18 jaar) kunnen naar de Internationale Schakelklas (ISK) van VMBOschool „T Venster. Voor het vervoer moeten zij zelf zorgen. Voor kleuters is er geen apart opvangproject. Reden daartoe is dat de meeste kleuters in de achterstandswijken in Arnhem (ook de kleuters die hier geboren zijn) geen Nederlands spreken wanneer ze als vierjarige op school komen. Waar kan een kind worden aangemeld en waar is meer informatie te krijgen? Als allochtone ouders met een kind dat niet Nederlands spreekt, het kind aanmelden bij de basisschool van hun keuze in Lingewaard, wijst deze basisschool de ouders op het Neveninstromersproject. Via stichting PAS kunnen de ouders het kind vervolgens aanmelden bij het Neveninstromersproject. Voor meer informatie wordt verwezen naar de coördinator van dit project bij de stichting PAS, de heer Peter Burgers. Hij zal, indien de leerling wordt toegelaten tot het project, dit aan de gemeente Lingewaard doorgeven, zodat officieel toestemming kan worden gegeven en de gemeente ook het vervoer kan regelen, als ouders daarvoor een aanvraag indienen. Hij is te bereiken via 026-3531887. Meer informatie over neveninstromers is ook terug te vinden op www.stichtingpas.nl 19 februari 2009
13
14