Het ACV programma voor de komende vier jaar: kwaliteitsvol werk, de garantie van een eerlijk loon, in een degelijke interne en externe omgeving voor iedereen, de hele loopbaan lang. ARBEIDER OF BEDIENDE: EEN DEGELIJK STATUUT ! Op 8 juli 2013 liep de termijn af die het Grondwettelijk Hof had vastgelegd voor het einde van de discriminatie van arbeiders op het vlak van opzeg en carensdag. Twee jaar en één dag na het arrest van het Hof, en precies twintig jaar na het laatste arrest daarover van het Arbitragehof, zoals het Grondwettelijk Hof toen heette. 20 jaar dat het ACV de strijd aanbindt tegen dit soort discriminatie… Ondanks de binnengehaalde vorderingen moeten er nog essentiële punten worden geregeld. Tijdens zijn laatste Congres lanceerde het ACV “een oproep aan alle sociale gesprekspartners om op korte termijn de verwezenlijking van het gemeenschappelijk statuut voor alle werknemers verder te zetten – zonder de bestaande rechten te ontmantelen – door met name het beginsel “gelijk loon voor gelijk werk” (gelijk aanvullend pensioen incluis) te beogen, net als identieke rechten inzake vakantie en vakantiegeld, een gelijke bestaanszekerheid voor alle werknemers in geval van tijdelijke werkloosheid en een gelijke loongarantie in geval van ziekte.
1. KWALITEITSVOL WERK VOOR IEDEREEN Het ACV vindt het hebben en houden van een degelijke job de belangrijkste maatschappelijke prioriteit. Zonder job geen leefbaar inkomen! Een inkomen waarmee je waardig kan leven en dat kansen schept voor ontplooiing, huisvesting, financiële onafhankelijkheid, opleiding en studiemogelijkheden. Een job biedt perspectieven. Daarom vindt het ACV tewerkstelling zo belangrijk.
Het ACV verdedigt het recht op een kwaliteitsvolle baan voor iedereen. Daarom stelt het ACV een betere arbeidsverdeling voor via: Een betere arbeidsorganisatie die toelaat werk werkbaar te houden via de gekende formules: collectieve arbeidsduurvermindering, tijdskrediet, en vervroegde uitstapmogelijkheden. Een betere kwaliteit van het werk door meer investeringen in duurzame economie, in bedrijven die blijven. Een grondig overleg rond personeelsbeleid, met een bijzondere aandacht voor: Betere informatie over de beschikbaarheid van de banen en de organisatie van het werk om meer mogelijkheden te bieden aan wie in het bijzonder moeilijkheden ondervindt op de arbeidsmarkt: jongeren, werknemers van buitenlandse origine, oudere werkzoekenden, werknemers met een handicap meer kansen voor deeltijdsen om voltijds te gaan werken, met sanctie in geval van niet-toepassing van cao 35; intensieve begeleiding van werknemers die hun job verliezen met degelijk
1
outplacement, betaald door de werkgever; actieve bestrijding van discriminatie bij aanwerving (leeftijd, nationaliteit, ras of gender) en op het werk.
2. EEN LOON ALS GARANTIE VAN EEN WAARDIG INKOMEN Loon is het essentieel onderdeel van de arbeidsovereenkomst. Loon is wat de werknemer ontvangt voor zijn werk. Loon betekent ook sociale zekerheidsbijdragen, die een uitgesteld loon waarborgen voor iedereen. Daarom moet het loon transparant zijn, bestaan uit vrij beschikbaar geld en zekerheid van inkomen bieden. Het ACV verkiest functieverloning boven variabele verloning en winstparticipatie. We geven de voorkeur aan functieverloning omdat die meer zekerheid biedt en de verschillen niet vergroot. Als variabele verloning en winstparticipatie wordt toegekend, willen we dat dit correct gebeurt: voor álle werknemers, collectief omkaderd met een cao, volgens objectieve criteria, niet in de plaats van vast loon, en beperkt in omvang. Geen enkele discriminatie (mannen en vrouwen, tijdelijke en interims, minderjarigen en leerlingen) mag leiden tot ongelijke betaling voor gelijk werk. Het ACV zal actief de oorzaken van de loonkloof tussen mannen en vrouwen op bedrijfsniveau maximaal wegwerken. Om de koopkracht van werknemers te vrijwaren blijft het ACV de indexatie van lonen integraal verdedigen. Indexatie in procenten, loonsverhoging in centen. Het ACV zal ook protestacties blijven voeren tegen sociale dumping, die zorgt voor oneerlijke concurrentie tussen werknemers, die banen en sectoren bedreigt , die de sociale zekerheid inkomsten ontzegt en onmenselijk is voor uitgebuite werknemers.
Daarom wil het ACV: Alle onrechtvaardige loonverschillen vooreerst de wereld uithelpen: - gelijk loon voor gelijkwaardig werk; - functieclassificaties ontdoen van alle discriminaties. Een sterk en solidair sociaal overleg over alle loonaspecten en loonsverhogingen: -
loonsverhogingen aangepast aan de sociaaleconomische toestand van de sector en het bedrijf: in vast brutoloon waar het kan; naast versterking van wettelijk pensioen (eerste pijler), veralgemening van aanvullend pensioen (tweede pijler) voor alle werknemers; bijkomende voordelen of verdoken loonsverhogingen omzetten in effectief loon zodat ze meetellen bij ziekte en pensioen; gemeenschappelijke voordelen voor alle werknemers: vakantiegeld, eindejaarspremie of dertiende maand; overlegde omkadering bij prestatieverloning in functie van objectieven: voorwaarden, omvang, meting, evaluatie, voorwaarden voor objectiviteit van evaluatieprocedure en objectieven, …
Interne en externe publicatie van toplonen.
2
3. EEN KWALITEITSVOLLE WERKOMGEVING Veilig werken is “beter” werken. Er gebeuren nog elke dag te veel arbeidsongevallen. Veel werknemers zijn potentieel slachtoffer van een mogelijk ernstig tot dodelijk arbeidsongeval. Daarnaast zijn er te veel beroepen die aanleiding geven tot gezondheidsklachten en langdurige ongeschiktheid. Veel beroepsziekten zijn vandaag nog niet erkend. Voor het ACV blijft de werkvloer een plaats waar men moeten kunnen werken in veilige omstandigheden. Daarom is een goed werkend comité preventie en bescherming uiterst belangrijk. Op nationaal vlak blijven we streven naar meer bevoegdheden voor het comité preventie en bescherming, naar sterkere inspectiediensten die toezien op naleving van veiligheidswetgeving, en naar degelijke preventiediensten die onafhankelijk en deskundig advies leveren aan werknemers.
Het ACV wil in de eerste plaats werk maken van: De stipte naleving door de werkgever van de welzijnswet: brandveiligheid, EHBO, pesten, alcohol en drugs, pesten op het werk, risico evaluaties als basis voor concrete maatregelen, valbescherming, stress, informatie over gevaarlijke en kankerverwekkende stoffen op het werk, uitvoeren van deskundige metingen bij chemische risico’s, opvolging van arbeidsongevallen en beroepsziekten met het oog op preventie, preventieve inentingen, inrichting van werkposten (licht, lucht, temperatuur, ergonomie), werkkledij en beschermingsmiddelen, …; Een correcte toepassing van de wetgeving voor alle personeelsleden, met in de eerste plaats: meer opleiding voor nieuwkomers, jongeren, interims rond het gebruik van arbeidsmateriaal en veiligheidsvoorzieningen; Scherpere controles voor tijdelijken, uitzendkrachten en onderaannemers zodat ook deze werknemers beschikken over dezelfde bescherming en voorafgaande veiligheidsinstructies; een toezicht op het werk van externe preventiediensten door het opvolgen van hun prestaties in de onderneming via de ervaringen van collega’s op de werkvloer en de verslaggeving van preventiediensten in het comité. Afschaffen van premiesystemen of bonussen die leiden arbeidsongevallen of collega’s die ziek komen werken.
tot
onderaangifte van
4. KWALITEITSVOL OVERLEG VOOR IEDEREEN Voor het ACV is het overleg op de werkvloer iets waar je niet omheen kunt. Werknemers brengen het grootste deel van hun leven door op het werk. Democratie, overleg en inspraak is niet iets voor buiten de werkuren, of alleen iets voor de politiek. Ook in de onderneming moet naar de werknemers worden geluisterd. Ze weten beter dan wie ook hoe het anders en beter kan. Werknemers zijn de belangrijkste “grondstof” van een onderneming of instelling, daar moet bedachtzaam en respectvol mee worden omgesprongen. En van goed overleg wordt iedereen in de onderneming beter. We brengen hier nog in herinnering dat een kwaliteitsvol overleg berust op 2 onontkoombare elementen: gesprekspartners die hun verantwoordelijkheid nemen en een echte dialoog tussen de gesprekspartners.
3
Het ACV streeft daarom naar overleg in de onderneming:
dat goed uitgebouwd is (over o.a. plannen, vooruitzichten, arbeidsorganisatie, arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden; gericht op het maximale welzijn en op resultaat dat voldoende breed wordt gevoerd zodat er ook rekening wordt gehouden met de bekommernissen van werknemers bij onderaannemers of verbonden ondernemingen dat werknemersvertegenwoordigers de nodige tijd en middelen biedt om de achterban te informeren en consulteren over wat gebeurt en om vlot bereikbaar te zijn tijdens de werkuren voor collega’s bij individuele en collectieve problemen. Dat georganiseerd wordt op basis van degelijke en objectieve informatie over de sociale, economische en financiële situatie van bedrijf en instelling, met toekomstperspectieven
5. KWALITEITSVOLLE ARBEID Steeds meer werknemers kennen een te hoge werkdruk en staan voortdurend bloot aan stress. Flexibilisering van arbeidstijd, nepcontracten en taakverarming maken dat werknemers zich steeds minder goed voelen in hun vel op het werk. Door de verhoogde werkdruk neemt de behoefte toe om vervroegd uit te stappen. De financiële eisen die aan gezinnen gesteld worden om een kwaliteitsvol leven uit te bouwen maken dat voor heel wat gezinnen de combinatie arbeid en gezin steeds moeilijker wordt.
Daarom wil het ACV kwaliteitsvollere banen met: -
Een betere arbeidsherverdeling en werkorganisatie zodat de werkdruk wordt verminderd; individueel recht op tijdkrediet en loopbaanonderbreking bovenop de wettelijke minima: geen wachtlijsten, toeslagen bovenop de uitkeringen (zeker voor ééninkomensgezinnen) en zo weinig mogelijk uitsluitingen; inperking van flexibele contracten - o.a. uitzendwerk - en meer gelijkheid voor tijdelijke werknemers (in lonen en rechten); een aanpassing van de organisatie en gecontroleerde en afgebakende werkroosters op vraag en maat van werknemers (glijdende werkuren, onbetaald verlof, tijdelijk deeltijds op verzoek, eindeloopbaanregeling...); een preventief personeelsbeleid met accent op permanente vorming, ook voor oudere werknemers;
6. DEGELIJKE OPLEIDING Het ACV vraagt een recht op professionele en algemene vorming, training en opleiding gedurende de hele loopbaan voor elke werknemer, binnen en buiten de onderneming. Werkgevers moeten daarom meer investeren in vorming en opleiding. In vele ondernemingen en instellingen worden opleidingskansen slecht verdeeld en worden diegenen die vorming het meest nodig hebben over het hoofd gezien. Ondernemingen en sectoren moeten een degelijk VTO-beleid (vorming, training en opleiding) voeren dat rekening houdt met verworven en te verwerven competenties van werknemers. Via overleg moet een valorisatiesysteem voor competenties worden uitgewerkt. Bedrijven die herstructureren moeten bedreigde werknemers voor intern beschikbare jobs heroriënteren. Reeds verworven competenties kunnen daarvoor gebruikt worden.
Daarom verdedigt het ACV het individuele recht op opleiding, via een overlegd opleidingsplan in elke onderneming aan de hand van een 4
opleidingsbeleid op maat van elke werknemer, met inclusief: -
het recht op minimum 5 dagen opleiding zonder loonverlies voor alle werknemers, met inbegrip van deeltijdsen een permanente vorming voor minstens 50% van de laaggeschoolde werknemers per jaar; de valorisatie van elders verworven competenties; het omzetten van gevolgde opleidingen en competenties in resultaten: loonsverhoging, promotie en attestering; het recht op educatief verlof zonder wachtlijsten in de onderneming.
Het ACV zal een hogere ontslagvergoeding eisen als de werkgever onvoldoende investeerde in scholing.
7. KWALITEITSVOLLE LOOPBAAN VOOR EEN KWALITEITSVOLLE EINDELOOPBAAN Voor vele werknemers en zwaar belaste beroepen wordt de werkdruk op het einde van de loopbaan te zwaar. Daarom wensen veel werknemers op een paar jaar voor hun pensioen over te gaan naar een rustiger arbeidsregime of stappen ze volledig uit het arbeidscircuit. Het ACV is voor sociaal verantwoorde eindeloopbaanregelingen. De toepassing van cao 104 binnen ondernemingen en instellingen zou een concreet middel moeten zijn om oplossingen te vinden die aangepast zijn aan de onderneming of instelling en om te anticiperen op noodzakelijke aanpassingen.
Daarom wil het ACV in de eerste plaats dat eindeloopbanen worden gecreëerd of ingericht voor alle oudere werknemers: -
die de kwaliteit van de banen en van het werk helpen verbeteren; die rekening houden met zwaar werk en zware loopbanen; die het wettelijk pensioen en de financiering van de algemene sociale zekerheid helpen versterken; die aansluiten bij een banenscheppend beleid, in de eerste plaats voor jonge werknemers.
8. DUURZAME ONTWIKKELING – MILIEU Er is een duidelijk verband tussen milieuproblemen en de gezondheid en veiligheid van werknemers, binnen en buiten de onderneming. Maar ook de continuïteit van bedrijven en dus tewerkstelling en inkomen worden hierdoor beïnvloed. Het ACV wil dat ondernemingen de milieuwetgeving naleven, milieuproblemen preventief aanpakken en zo werknemers en omgeving beschermen. Het ACV wil in de eerste plaats dat ondernemingen: -
-
de voorziene jaarlijkse innovatiedialoog in ondernemingsraden gebruiken om omschakeling en diversificatie naar meer duurzame processen en productie te bevorderen; zich inzetten op het vlak van duurzame ontwikkeling in de relaties met hun leveranciers en buitenlandse dochterondernemingen: geen grondstoffen, goederen of diensten geproduceerd in onwaardig werk (kinderarbeid, ondernemingen zonder vakbondsvrijheid,…); transparantie en traceerbaarheid aandacht hebben in de onderneming voor rationeel energiegebruik; afgevaardigden in comité PB en ondernemingsraad informeren over milieuvergunningen, milieujaarverslag, jaarverslag milieucoördinator, geplande milieu-investeringen, meetresultaten en alle andere informatie die nodig is om over deze problematiek advies te kunnen geven.
5
9. KWALITEITSVOLLE MOBILITEIT De inplanting van ondernemingen speelt een belangrijke rol in de mobiliteitsproblematiek. Heel wat bedrijven en industrieterreinen zijn niet bereikbaar met openbaar vervoer of hebben werktijden die niet overeenstemmen met de dienstregelingen. Door gebruik te maken van eigen vervoer stijgt de risicofactor op een ongeval van en naar het werk. Files kosten niet alleen de werkgever maar vooral de werknemer extra tijd. Het ACV wil concrete vooruitgang op het vlak van mobiliteit: -
lokaal sociaal overleg (OR, CPBW, SD) over regelmatig en veilig woonwerkverkeer; een doordacht bedrijfsvervoerplan in elke onderneming; actief zoeken van mogelijkheden voor telewerk en thuiswerk waar het kan; regionaal mobiliteitsoverleg met bedrijven op hetzelfde industrieterrein.
10.
AANDACHT VOOR TIJDELIJKE WERKNEMERS
Veel “vaste” functies worden voor beperkte duur uitbesteed aan tijdelijke werknemers. De creativiteit van werkgevers kent hier geen grenzen. Die beperkte duur wordt steeds langer, zij het dat de uitvoerder regelmatig wordt vervangen. Een grote groep “tijdelijke” werknemers wordt hierdoor zwaar gediscrimineerd. Zij ontvangen meestal niet de extra voordelen die vaste werknemers hebben, zijn veel sneller slachtoffer van arbeidsongevallen wegens gebrekkige opleiding en kennis van veiligheidsprocedures. Veel jongeren die tijdelijk werk verrichten verkeren in onzekerheid en zijn beperkt in de verdere uitbouw van hun gezinsleven. De uitbesteding van werken en aanwervingen van tijdelijke krachten moet voorafgaand grondig worden besproken in ondernemingsraad of syndicale delegatie. Het ACV wil op ondernemingsniveau een solidair syndicalisme, waar vaste en tijdelijke werknemers samen opkomen voor hun belangen. Daarom wil het ACV: -
onderaanneming en werk aan derden aan lagere barema’s beperken; langdurig structureel uitzendwerk, opeenvolgende dagcontracten of weekcontracten voor lange duur wegwerken; Uitzend- en tijdelijke contracten maximaal omzetten in vast werk zonder nieuwe proeftijd; anciënniteitsrechten (loon, verlof, ontslagbescherming) opbouwen, ook voor tijdelijken; het inschakelen van tijdelijken of interims voor gevaarlijk werk verbieden;
11. KWALITEIT OP HET VLAK VAN WERK, PRIVELEVEN EN VRIJE TIJD Werknemers vinden steeds minder een efficiënte combinatie tussen privéleven en werk. Opgelegde prestatiedruk ontregelt steeds meer het privéleven en de persoonlijke vrije tijd. Werknemers voelen zich hierdoor steeds minder goed in hun vel met gevolgen op familiaal, persoonlijk en professioneel vlak. Voor het ACV is de kwaliteit van de arbeid zeer belangrijk. Werknemers moeten voldoende kansen krijgen om hun privéleven en vrije tijd te combineren met arbeidsprestaties.
6
Het ACV strijdt daarom voor: -
voldoende uitstapmogelijkheden om de loopbaan voor korte of langere tijd te onderbreken; overlegde mogelijkheden van thuisarbeid en telewerk, waar wenselijk; registratie van alle arbeidstijden en gewerkte uren;
7